NL2005360C2 - VILLAGE WITH DRAINAGE. - Google Patents
VILLAGE WITH DRAINAGE. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2005360C2 NL2005360C2 NL2005360A NL2005360A NL2005360C2 NL 2005360 C2 NL2005360 C2 NL 2005360C2 NL 2005360 A NL2005360 A NL 2005360A NL 2005360 A NL2005360 A NL 2005360A NL 2005360 C2 NL2005360 C2 NL 2005360C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- sill
- wall
- stop member
- drainage
- passage
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B1/00—Border constructions of openings in walls, floors, or ceilings; Frames to be rigidly mounted in such openings
- E06B1/70—Sills; Thresholds
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B7/00—Special arrangements or measures in connection with doors or windows
- E06B7/16—Sealing arrangements on wings or parts co-operating with the wings
- E06B7/22—Sealing arrangements on wings or parts co-operating with the wings by means of elastic edgings, e.g. elastic rubber tubes; by means of resilient edgings, e.g. felt or plush strips, resilient metal strips
- E06B7/23—Plastic, sponge rubber, or like strips or tubes
- E06B7/2305—Plastic, sponge rubber, or like strips or tubes with an integrally formed part for fixing the edging
- E06B7/2307—Plastic, sponge rubber, or like strips or tubes with an integrally formed part for fixing the edging with a single sealing-line or -plane between the wing and the part co-operating with the wing
- E06B7/2309—Plastic, sponge rubber, or like strips or tubes with an integrally formed part for fixing the edging with a single sealing-line or -plane between the wing and the part co-operating with the wing with a hollow sealing part
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E06—DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
- E06B—FIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
- E06B7/00—Special arrangements or measures in connection with doors or windows
- E06B7/26—Rain or draught deflectors, e.g. under sliding wings also protection against light for doors
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
Description
Dorpel met afwateringSill with drainage
De uitvinding heeft betrekking op een dorpel, zoals voor een buitendeur of een buitenraam, voorzien van afwatering.The invention relates to a sill, such as for an outside door or an outside window, provided with drainage.
5 NL 2002323 toont een dorpel voorzien van een afwateringskoker met een in een bovenvlak van de koker gelegen toevoerkanaal.NL 2002323 shows a sill provided with a drainage duct with a supply channel located in an upper surface of the duct.
Een probleem dat zich kan voordoen bij bekende dorpels is dat de hoogte van bekende dorpels extra bouwkundige maatregelen vereist, zoals bijvoorbeeld het verlagen van de vloer waarop de dorpel wordt aangebracht, om te voldoen aan diverse 10 regelgeving. Zo vereist bijvoorbeeld het Bouwbesluit dat de dorpel maximaal 20 mm boven het straatniveau mag uitsteken. Om aan deze eis te voldoen met een bekende dorpel met een grotere hoogte dan 20 mm, kan het derhalve vereist zijn om de dorpel deels te verzinken in de vloer, en daarvoor bijvoorbeeld een gedeelte van de vloer te verlagen. Bij nieuwbouw kan hier weliswaar direct in worden voorzien, maar dan moet 15 er al in een vroeg stadium rekening gehouden worden met de precieze maatvoering van de te gebruiken dorpel. Bij renovatie is echter enig breekwerk vereist om het gedeelte van de muur te verlagen. Een wens is derhalve om een dorpel te verschaffen met een lagere hoogte dan de bekende dorpels.A problem that can occur with known sills is that the height of known sills requires additional constructional measures, such as, for example, lowering the floor on which the sill is applied, in order to comply with various regulations. For example, the Building Decree requires that the sill may protrude a maximum of 20 mm above street level. In order to meet this requirement with a known sill with a height greater than 20 mm, it may therefore be required to partially sink the sill into the floor, and to lower a portion of the floor therefor, for example. In the case of new construction, this can be directly provided for, but then the precise dimensions of the sill to be used must already be taken into account at an early stage. However, some renovation work is required to reduce the part of the wall during renovation. It is therefore a wish to provide a sill with a lower height than the known sills.
Een ander probleem dat zich kan voordoen bij bekende dorpels is dat de 20 bevestiging ervan geschiedt vanaf de vloerzijde. Als de dorpel eenmaal geplaatst en bevestigd is, zijn de bevestigingsmiddelen niet meer bereikbaar van buitenaf. Wanneer een bekende dorpel moet worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer deze moet worden vervangen, kan dit derhalve alleen met het nodige sloopwerk. Een andere wens kan derhalve zijn om een eenvoudige bevestiging van de dorpel mogelijk te maken, welke 25 bijvoorbeeld toestaat de dorpel weer eenvoudig te demonteren.Another problem that can occur with known sills is that their fixing takes place from the floor side. Once the sill has been placed and attached, the fasteners are no longer accessible from the outside. When a known sill has to be removed, for example when it has to be replaced, this can therefore only be done with the necessary demolition work. Another wish may therefore be to enable a simple fixation of the sill, which, for example, allows the sill to be easily dismantled again.
Daarnaast kan zich bij bekende dorpels een probleem voordoen met betrekking tot de ontwatering van dergelijke dorpels. NL 1027966 toont bijvoorbeeld een dorpel waarbij de afwatering vanuit een afwateringskoker over de aflopende bovenzijde van de dorpel geschiedt. Wanneer het aflopende deel het loopvlak van een deurdorpel is, 30 kan dit bijvoorbeeld leiden tot het glad worden van het loopvlak. Een andere wens kan derhalve zijn om een dorpel te verschaffen met een verminderde afwatering over de bovenzijde van de dorpel. Ook kan het visueel ongewenst zijn dat de afwatering 2 zichtbaar is, bijvoorbeeld omdat dit tot zichtbare afwateringssporen kan leiden. Een andere wens kan derhalve zijn om een dorpel te verschaffen met een betere aanblik.In addition, a problem may occur with known sills with regard to the dewatering of such sills. NL 1027966 shows, for example, a sill in which the drainage takes place from a drainage duct over the descending top of the sill. When the descending part is the tread of a door sill, this can, for example, lead to the tread becoming smooth. Another wish may therefore be to provide a sill with a reduced drainage over the top of the sill. It may also be visually undesirable that the drainage 2 is visible, for example because this can lead to visible drainage traces. Another wish may therefore be to provide a sill with a better appearance.
De uitvinding heeft derhalve tot doel een dorpel te verschaffen waarin een of meer van de bovengenoemde wensen ten minste gedeeltelijk worden vervuld.The invention therefore has for its object to provide a sill in which one or more of the above-mentioned wishes are at least partially fulfilled.
5 Daartoe voorziet de uitvinding in een dorpel een dorpel voorzien van een afwateringskoker met een voorste langswand, een achterste langswand, een bovenwand en een onderwand, alsmede van een opvanggoot die zich aan een van de afwateringskoker afgekeerde zijde van de achterste langswand parallel aan de afwateringskoker uitstrekt en wordt begrensd door de achterste langswand en door een 10 onderste gootwand, waarbij in elk van de voorste en achterste langswanden van de afwateringskoker ten minste een respectieve doorvoeropening is aangebracht waardoor de opvanggoot via de afwateringskoker in vloeistofVerbinding staat met een buiten de afwateringskoker gelegen afwateringszone.To this end, the invention provides a sill a sill provided with a drainage duct with a front longitudinal wall, a rear longitudinal wall, an upper wall and a bottom wall, as well as with a collecting gutter which, on a side of the rear longitudinal wall remote from the drainage duct, is parallel to the drainage duct. extending and bounded by the rear longitudinal wall and by a lower gutter wall, wherein in each of the front and rear longitudinal walls of the drainage duct at least one respective passage opening is provided through which the collecting gutter is in fluid communication via the drainage duct with a drainage zone located outside the drainage duct .
Tijdens gebruik kan aldus water van buitenaf worden opgevangen in de 15 opvanggoot, van waaruit het water wordt afgevoerd naar de afwateringskoker en van daaruit naar de buiten de afwateringskoker gelegen afwateringszone. De afwateringszone is bijvoorbeeld de omgeving buiten de muur waarin de dorpel is geplaatst. In de dorpel volgens de uitvinding ligt de opvanggoot naast de afwateringskoker. Daardoor kan een dorpel worden verkregen met een relatief lage 20 hoogte, bijvoorbeeld vergeleken met de uit NL 2002323 bekende dorpel waarin het daarin genoemde toevoerkanaal op de afwateringskoker ligt. In het bijzonder kan hiermee een dorpel worden verkregen met een totale hoogte van minder dan 20 mm, zodat de dorpel zowel bij nieuwbouw als renovatie zonder ingrijpende bouwkundige maatregelen te gebruiken is.During use, water can thus be collected from the outside in the collecting gutter, from which the water is discharged to the drainage duct and from there to the drainage zone located outside the drainage duct. The drainage zone is, for example, the area outside the wall in which the sill is placed. In the sill according to the invention, the collection channel is located next to the drainage duct. As a result, a sill can be obtained with a relatively low height, for example compared to the sill known from NL 2002323 in which the supply channel mentioned therein lies on the drainage duct. In particular, a sill can be obtained with a total height of less than 20 mm, so that the sill can be used in both new construction and renovation without major structural measures.
25 In een uitvoeringsvorm liggen de onderste gootwand en de onderwand in hoofdzaak in eikaars verlengde. Hiermee kan de hoogte van de dorpel worden geminimaliseerd.In one embodiment, the bottom gutter wall and the bottom wall lie substantially in line with each other. This way the height of the sill can be minimized.
In een uitvoeringsvorm is de onderste gootwand voorzien van een op afstand van de van de afwateringskoker afgekeerde zijde van de achterste langswand gelegen 30 bevestigingsorgaan voor bevestiging van een aanslagorgaan, bij voorkeur uit veerkrachtig materiaal. De dorpel kan aldus worden uitgerust met een aanslagorgaan, welk bijvoorbeeld tijdens gebruik aansluit op het gesloten deur of raam, en aldus een 3 afdichting vormt tegen water en/of tocht. Bovendien kan het aanslagorgaan een begrenzing van de opvanggoot definiëren.In one embodiment, the lower gutter wall is provided with a mounting member remote from the side of the rear longitudinal wall remote from the drainage duct for mounting a stop member, preferably of resilient material. The sill can thus be equipped with a stop member which, for example, connects to the closed door or window during use, and thus forms a seal against water and / or draft. Moreover, the stop member can define a boundary of the receiving gutter.
In een uitvoeringsvorm omvat het bevestigingsorgaan een T-vormige verdieping voor het opnemen van een tegenaangrijpmiddel van het aanslagorgaan. Hierdoor is het 5 niet nodig aanvullende maatregelen te nemen om het aanslagorgaan aan te brengen.In one embodiment, the fixing member comprises a T-shaped recess for receiving a counter-engaging means of the stop member. As a result, it is not necessary to take additional measures to fit the stop member.
Ook kan de T-vormige verdieping worden gebruikt om een beslagelement aan te brengen, zonder dat het nodig is om in de dorpel te schroeven of te boren voor het aanbrengen van het beslagelement.The T-shaped floor can also be used to install a fitting element, without the need for screwing or drilling in the sill for fitting the fitting element.
In een uitvoeringsvorm strekt de T-vormige verdieping zich parallel aan de 10 afwateringskoker uit en vormt aldus een opneemgroef. Hiermee wordt het bevestigen van een aanslagorgaan of een beslagelement verder vereenvoudigd. De opneemgroef is bijvoorbeeld conform de Euronut standaard voor beslagelementen gevormd.In one embodiment the T-shaped recess extends parallel to the drainage duct and thus forms a receiving groove. This further simplifies the fixing of a stop member or a fitting element. The receiving groove is, for example, formed in accordance with the Euronut standard for fitting elements.
In een uitvoeringsvorm wordt de opvanggoot voorts begrensd door een op afstand van de achterste langswand gelegen verhoging. De opvanggoot is dan aan de 15 naar buiten gekeerde zijde begrensd door de achterste langswand van de afwateringskoker en aan de naar binnen gekeerde zijde begrensd door de verhoging. Dit kan bijdragen aan het voorkomen van binnendringen van water vanuit de opvanggoot.In one embodiment, the collection trough is further limited by an elevation located at a distance from the rear longitudinal wall. The collecting trough is then bounded on the outward facing side by the rear longitudinal wall of the drainage duct and bounded on the inward facing side by the elevation. This can help to prevent water from entering the collection gutter.
In een uitvoeringsvorm is de dorpel aan de zijde van de onderwand voorzien van een steundeel voor het afsteunen op een bevestigingsvlak, waarbij de bovenwand 20 zich voorbij de voorste langswand uitstrekt tot aan een voorste aanzichtswand die zich vanaf de bovenwand uitstrekt in de richting van het bevestigingsvlak. De voorste aanzichtwand zorgt aldus voor een, ten minste gedeeltelijke, visuele afscherming van de voorste langswand, waardoor de doorvoeropeningen in de voorste langswand aan het oog onttrokken kunnen worden. Tijdens gebruik kan zich aldus tussen de onderzijde 25 van de voorste aanzichtswand en het bevestigingsvlak een opening vormen, waardoor het water verder kan worden afgevoerd, weg van de afwateringskoker.In one embodiment the sill is provided on the side of the bottom wall with a support part for supporting on a mounting surface, the top wall extending beyond the front longitudinal wall up to a front view wall extending from the top wall in the direction of the mounting surface . The front view wall thus provides a, at least partial, visual shielding of the front longitudinal wall, whereby the passage openings in the front longitudinal wall can be hidden from view. During use, an opening can thus form between the underside of the front view wall and the mounting surface, through which the water can be further drained away from the drainage duct.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de afwatcringszonc een afVoerruimte welke tussen de bovenwand, de voorste aanzichtswand en de voorste langswand is gelegen. De doorvoeropening vanuit de afwateringskoker watert aldus, tijdens gebruik 30 af naar de afVoerruimte, en vanuit daar naar de omgeving. Bij voorkeur is de afVoerruimte grotendeels aan het oog onttrokken door de voorste aanzichtswand .In a further embodiment, the drainage zone comprises a discharge space which is situated between the top wall, the front view wall and the front longitudinal wall. The passage opening from the drainage duct thus drains, during use, to the drainage space, and from there to the environment. The discharge space is preferably largely hidden from view by the front view wall.
In een uitvoeringsvorm omvat de bovenwand een schuin aflopend deel dat naar de voorste langswand afloopt. Water dat van bovenaf op de bovenzijde van de 4 bovenwand terecht komt kan aldus via de bovenwand afwateren. Bovendien kan water dat van buitenaf naar binnen wordt opgestuwd over de bovenzijde van de bovenwand, over het ten minste gedeeltelijk schuin aflopend deel in de opvanggoot worden opgevangen.In one embodiment, the top wall comprises an obliquely sloping portion that slopes down to the front longitudinal wall. Water that lands on the top of the top wall from above can thus drain off via the top wall. Moreover, water that is pushed up from the outside inwards over the top side of the top wall can be collected in the collecting trough over the at least partially sloping part.
5 In een uitvoeringsvorm omvat de bovenwand een horizontaal deel dat, tijdens gebruik, in hoofdzaak vlak ligt. Dit maakt het mogelijk om, door middel van een aan de onderzijde van de deur of het raam een afdichtstrip of afdichtborstel aan te brengen, een extra afdichting te verkrijgen tussen de afdichtstrip of afdichtborstel en het horizontale deel, waarmee het binnendringen van water van buitenaf wordt voorkomen. Bovendien 10 kunnen de dimensies van het horizontale deel zijn aangepast aan de dikte van de muur.In one embodiment the top wall comprises a horizontal part which, during use, lies substantially flat. This makes it possible, by means of a sealing strip or brush to be fitted on the underside of the door or window, to obtain an additional seal between the sealing strip or brush and the horizontal part, with which the penetration of water from outside is prevented. appearance. Moreover, the dimensions of the horizontal part can be adapted to the thickness of the wall.
In een uitvoeringsvorm is in de onderste gootwand van de opvanggoot een schroefdoorgang voorzien welke zich door de onderste gootwand uitstrekt. De schroefdoorgang maakt het mogelijk om de dorpel vanuit de opvanggoot vast te zetten op de vloer waarop deze wordt gemonteerd, bijvoorbeeld met schroeven. Voor een 15 demontage, bijvoorbeeld bij vervanging van de dorpel, kan de dorpel vervolgens weer worden losgenomen door vanuit de opvanggoot de schroeven los te draaien. Hierdoor kan demontage zonder verder breekwerk geschieden. De schroeven kunnen dan bovendien tijdens normaal gebruik, bij gesloten deur of raam, onzichtbaar zijn van buitenaf.In one embodiment, a screw passage is provided in the lower gutter wall of the receiving gutter which extends through the lower gutter wall. The screw passage makes it possible to fix the sill from the receiving gutter to the floor on which it is mounted, for example with screws. For a disassembly, for instance when the sill is replaced, the sill can then be detached again by loosening the screws from the collecting gutter. This means that dismantling can take place without further breaking work. Moreover, the screws may be invisible from the outside during normal use, with the door or window closed.
20 In een uitvoeringsvorm ligt is de dorpel verder voorzien van schroefopnames aan kopse einden van de dorpel. De schroefopnames kunnen zich in de langsrichting van de dorpel uitstrekken. De schroefopnames maken het vastschroeven van verdere delen tegen de kopse einden van de dorpel mogelijk.In one embodiment, the sill is further provided with screw mounts at the ends of the sill. The screw holders can extend in the longitudinal direction of the sill. The screw holders make it possible to screw further parts against the ends of the sill.
In een uitvoeringsvorm is de dorpel integraal gevormd. Hierdoor kan een 25 degelijke dorpel worden verkregen. De dorpel is bijvoorbeeld gevormd door spuitgieten, pultrusie of extrusie.In one embodiment, the sill is integrally formed. Hereby a solid sill can be obtained. The sill is formed by, for example, injection molding, pultrusion or extrusion.
In een uitvoeringsvorm is de dorpel vervaardigd uit een metaal, zoals aluminium of een aluminiumlegering, of een kunststof, zoals een glasvezelversterkte kunststof. Dergelijke materialen zijn goed verwerkbaar tot een dorpel, bijvoorbeeld 30 door metaalextrusie van bijvoorbeeld een aluminiumlegering, of pultrusie van een glasvezelversterkte kunststof. Ook kan er in dergelijke materialen relatief makkelijk worden geboord, bijvoorbeeld voor het vervaardigen van de doorvoeropeningen in de dorpel. Dergelijke materialen zijn goed zaagbaar, veelal zelfs met een handzaag, en het 5 is relatief makkelijk om er schroeven in te draaien. De dorpel, kan bijvoorbeeld worden verkregen door, door middel van metaalextrusie een element van een bepaalde lengte te vervaardigen, welk tijdens montage op de juiste lengte wordt gezaagd voor het betreffende deur- of raamgat.In one embodiment, the sill is made of a metal, such as aluminum or an aluminum alloy, or a plastic, such as a glass-fiber reinforced plastic. Such materials are easily processable into a sill, for example by metal extrusion of, for example, an aluminum alloy, or pultrusion of a glass fiber-reinforced plastic. It is also relatively easy to drill in such materials, for example for manufacturing the lead-through openings in the sill. Such materials are easy to saw, often even with a handsaw, and it is relatively easy to screw in screws. The sill can be obtained, for example, by manufacturing an element of a certain length by means of metal extrusion, which element is cut to the correct length for the relevant door or window hole during assembly.
5 De uitvinding voorziet verder in een samenstel van een dorpel volgens de uitvinding en een aanslagorgaan. Het aanslagorgaan kan in het bijzonder zijn ingericht voor het, tijdens gebruik, aansluiten op het gesloten deur of raam, en aldus een afdichting vormen tegen water en/of tocht, waardoor het binnendringen daarvan kan worden voorkomen..The invention further provides an assembly of a sill according to the invention and a stop member. The stop member can in particular be adapted to connect, during use, to the closed door or window, and thus form a seal against water and / or draft, whereby the penetration thereof can be prevented.
10 In een uitvoeringsvorm is het aanslagorgaan voorzien van een tegenaangrijpmiddel. De aangrijpmiddelen in de opneemgroef en het tegenaangrijpmiddel van het aanslagorgaan verzorgen aldus de verbinding, zoals een snap-fit verbinding of een klemmende verbinding. Bij voorkeur staat deze verbinding toe dat het aanslagorgaan ook weer kan worden losgenomen van de dorpel, zodat het 15 aanslagorgaan bijvoorbeeld vervangen kan worden, of bijvoorbeeld tijdelijk weggenomen tijdens demontage van de dorpel.In one embodiment the stop member is provided with a counter-engaging means. The engaging means in the receiving groove and the counter engaging means of the abutment member thus provide the connection, such as a snap-fit connection or a clamping connection. This connection preferably allows the stop member to also be detached from the sill again, so that the stop member can for instance be replaced, or for instance temporarily removed during disassembly of the sill.
Het aanslagorgaan kan in het bijzonder zijn ingericht voor het, tijdens gebruik, aansluiten op het gesloten deur of raam, en aldus een afdichting vormen tegen water en/of tocht, waardoor het binnendringen daarvan kan worden voorkomen..The stop member can in particular be adapted to connect, during use, to the closed door or window, and thus form a seal against water and / or draft, whereby the penetration thereof can be prevented.
20 In een uitvoeringsvorm vormt het aanslagorgaan een verdere begrenzing van de opvanggoot. Hiermee kan verder worden voorkomen dat er water vanuit de opvanggoot naar binnen kan doordringen.In one embodiment, the stop member forms a further boundary of the receiving gutter. This can further prevent water from penetrating into the collection channel.
In een uitvoeringsvorm is het aanslagorgaan is ingericht voor het, tijdens gebruik, afschermen van de schroefdoorgang.. Hierdoor kan het binnendringen van 25 water in de bouw, bijv. in de vloer, door de schroefdoorgang worden voorkomen. Wanneer het samenstel middels schroeven, welke vanuit het opvanggoot door de schroefdoorgang zijn aangebracht, is verbonden met een vloer van een gebouw, zijn de schroeven bovendien niet in contact met eventueel aanwezig water in het opvanggoot.In one embodiment, the stop member is adapted for shielding the screw passage during use. As a result, water penetration into the construction, for example into the floor, can be prevented by the screw passage. Moreover, when the assembly is connected to a floor of a building by means of screws arranged from the receiving trough through the screw passage, the screws are not in contact with any water present in the receiving trough.
In een uitvoeringsvorm is het aanslagorgaan in hoofdzaak uit een rubber 30 materiaal gevormd, bij voorkeur uit een EPDM materiaal. Hierdoor kan een sterk, maar toch enigszins elastisch, aanslagorgaan worden verschaft, waardoor een goede afdichting kan worden verkregen.In one embodiment, the stop member is formed substantially from a rubber material, preferably from an EPDM material. A strong, yet somewhat elastic, stop member can hereby be provided, so that a good seal can be obtained.
66
De uitvinding voorziet verder in een verder samenstel van een bouwkundig element, zoals een vloer of een muur, voorzien van een schamierbaar of verschuifbaar doorgangselement, zoals een deur of een raam, alsmede een aan het bouwkundig element voorzien samenstel volgens de uitvinding van een dorpel en een 5 aanslagorgaan. Het samenstel van dorpel en aanslagorgaan kan aldus een goede afdichting van het doorgangselement alsmede een goede afwatering verzorgen, waarbij geen water in of voorbij de het bouwkundig element binnendringt.The invention further provides a further assembly of a structural element, such as a floor or a wall, provided with a hinged or slidable passage element, such as a door or a window, as well as an assembly according to the invention of a sill provided to the structural element and a stop member. The assembly of sill and stop member can thus ensure a good seal of the passage element as well as a good drainage, wherein no water penetrates into or beyond the architectural element.
In een uitvoeringsvorm strekt de dorpel zich, bij gesloten doorgangselement, onderlangs het doorgangselement uit, waarbij het doorgangselement aan de onderzijde 10 is voorzien van een eerste afdichtstrip welke, bij gesloten doorgangselement, op het aanslagorgaan van het samenstel afdicht. Dit draagt verder bij aan het voorkomen van binnendringen van water en/of vuil.In one embodiment, with the doorway element closed, the sill extends below the doorway element, wherein the doorway element is provided on the underside with a first sealing strip which, when the doorway door is closed, seals on the stop member of the assembly. This also contributes to the prevention of water and / or dirt ingress.
In een uitvoeringsvorm is het doorgangselement aan de onderzijde verder voorzien van een tweede afdichtstrip of afdichtborstel welke, bij gesloten 15 doorgangselement, op de bovenwand afdicht. Hiermee wordt een alternatieve, of aanvullende, afdichting verkregen middels de tweede afdichtstrip of afdichtborstel, waarmee het binnendringen van water van buitenaf nog beter wordt voorkomenIn one embodiment, the passage element is furthermore provided on the underside with a second sealing strip or sealing brush which, when the passage element is closed, seals on the top wall. An alternative, or additional, seal is hereby obtained by means of the second sealing strip or sealing brush, whereby the ingress of water from outside is prevented even better.
Een verdere uitvoeringsvorm voorziet in een verder samenstel volgens, waarbij: de dorpel zich, bij gesloten doorgangselement, onderlangs het doorgangselement 20 uitstrekt, en het doorgangselement aan de binnenzijde is voorzien van een opdek welke, bij gesloten doorgangselement, aan een naar de opdek gekeerde langszijde van het aanslagorgaan van het samenstel afdicht. Hiermee wordt een verdere alternatieve, of aanvullende, afdichting verkregen door de samenwerking van het aanslagorgaan en de opdek, waarmee het binnendringen van water van buitenaf wordt voorkomen.A further embodiment provides a further assembly according to which: in the case of a closed passage element, the sill extends below the passage element 20, and the passage element is provided on the inside with a covering which, when the passage is closed, on a longitudinal side facing the top of the stop member of the assembly. A further alternative, or additional, seal is hereby obtained through the cooperation of the stop member and the cover, which prevents the ingress of water from outside.
25 In een uitvoeringsvorm, waarbij het samenstel een dorpel omvat welke aan de zijde van de onderwand is voorzien van een steundeel voor het afsteunen op een bevestigingsvlak, waarbij de bovenwand zich voorbij de voorste langswand uitstrekt tot aan een voorste aanzichtswand die zich vanaf de bovenwand uitstrekt in de richting van het bevestigingsvlak, strekt de bovenwand zich tot buiten het bouwkundig element 30 uit en bevindt de voorste aanzichtswand zich op afstand van het bouwkundig element bevindt. Het water kan aldus verdekt worden afgevoerd vanaf het opvanggoot, via de afwateringskoker en de afVoerruimte, naar buiten het bouwkundig element, zoals naar de omgeving.In an embodiment, wherein the assembly comprises a sill which is provided on the side of the bottom wall with a support part for supporting on a mounting surface, the top wall extending beyond the front longitudinal wall up to a front view wall extending from the top wall in the direction of the mounting surface, the top wall extends beyond the architectural element 30 and the front view wall is spaced from the architectural element. The water can thus be drained covered from the collecting gutter, via the drainage duct and the drainage space, to the outside of the architectural element, such as to the environment.
77
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het verdere samenstel tevens een waterdichte folie welke zich ten minste langs een deel van de buitenzijde van het bouwkundig element voorbij het bevestigingsvlak uitstrekt. Hiermee kan het binnendringen van water in het bouwkundig element, bijv. de vloer of de muur, van 5 buitenaf worden voorkomen. In het bijzonder kan de waterdichte folie zijn ingericht voor het, in samenwerking met het afwateringsmiddel, uit de afvoerruimte afVoeren van daarin aanwezig water, weg van het bouwkundig element.In a further embodiment, the further assembly also comprises a watertight foil which extends at least along a part of the outside of the structural element beyond the mounting surface. This allows water to penetrate into the architectural element, for example the floor or wall, from the outside. In particular, the watertight foil can be arranged for, in cooperation with the drainage agent, draining water present therein away from the architectural element.
Waar in dit document over “boven”, “onder”, “binnen” en “buiten” wordt gesproken, dient te worden begrepen dat wordt gerefereerd aan de oriëntatie tijdens 10 gebruik, d.w.z. de oriëntatie die de dorpel heeft wanneer deze is gemonteerd in de bouw.Where in this document reference is made to "above", "below", "inside" and "outside", it is to be understood that reference is made to the orientation during use, ie the orientation that the sill has when mounted in the construction.
Uitvoeringsvormen volgens de uitvinding zullen hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van een aantal figuren worden toegelicht. Hierin toont:Embodiments according to the invention will be explained below by way of example with reference to a number of figures. It shows:
Figuur 1-6 schematische dwarsdoorsneden van een dorpel volgens diverse 15 uitvoeringsvormen;1-6 schematic cross-sections of a sill according to various embodiments;
Figuur 7 een gedetailleerde dwarsdoorsnede van een dorpel volgens een uitvoeringsvorm;Figure 7 shows a detailed cross-section of a sill according to an embodiment;
Figuur 8 een perspectief van de dorpel van Figuur 7;Figure 8 is a perspective view of the sill of Figure 7;
Figuur 9 een schematisch bovenaanzicht van de dorpel van Figuur 7; 20 Figuur 10 een dwarsdoorsnede van een dorpel volgens een alternatieve uitvo eringsvorm.Figure 9 is a schematic top view of the sill of Figure 7; Figure 10 shows a cross section of a sill according to an alternative embodiment.
Figuur 1 toont een schematische dwarsdoorsnede van een dorpel volgens een uitvoeringsvorm. De dorpel in Figuur 1 is in zijn geheel met 1 aangeduid. De dorpel 1 heeft een afwateringskoker 4 met een voorste langswand 2, een achterste langswand 3, 25 een bovenwand 5 en een onderwand 6. De bovenwand 5 en de onderwand 6 zijn in het getoonde voorbeeld horizontale wanden 8 welke tijdens gebruik vlak liggen. De voorste langswand 2 is, tijdens gebruik, naar buiten gekeerd. De achterste langswand 3 is, tijdens gebruik, naar binnen gekeerd. Parallel aan de afwateringskoker 4 ligt een opvanggoot 9, die zich parallel aan de afwateringskoker 4 uitstrekt. De opvanggoot 9 30 wordt begrensd door de achterste langswand 3, door een onderste gootwand 10, en door een op afstand van de achterste langswand 11 gelegen verhoging 65. In de achterste langswand 3 bevinden zich doorvoeropeningen 20 tussen de opvanggoot 9 en de afwateringskoker 4, voor het vormen van een vloeistofverbinding van de opvanggoot 9 8 naar het inwendige van de afwateringskoker 4. Deze doorvoeropeningen 20 kunnen ook worden aangeduid met de term toevoeropeningen 20. In de voorste langswand 2 bevinden zich doorvoeropeningen 21 voor het vormen van een vloeistofverbinding van het inwendige van de afwateringskoker naar een afwateringszone 25. Deze 5 doorvoeropeningen 21 kunnen ook worden aangeduid met de term afvoeropeningen 21. In de getekende uitvoeringsvorm is de afwateringszone 25 de omgeving van de dorpel 1, bijvoorbeeld de buitenruimte aan de buitenzijde van een muur, of de buitenzijde van een ander bouwkundig element waarin of waarop de dorpel tijdens gebruik kan zijn aangebracht, zoals bijvoorbeeld een vloer bij een dorpel voor een deur. In andere 10 uitvoeringsvormen kan de afwateringszone 25 echter nog verdere doorvoeropeningen en/of verdere ruimtes tussen de afwateringskoker 4 en de buitenruimte omvatten.Figure 1 shows a schematic cross-section of a sill according to an embodiment. The sill in Figure 1 is indicated in its entirety by 1. The sill 1 has a drainage tube 4 with a front longitudinal wall 2, a rear longitudinal wall 3, a top wall 5 and a bottom wall 6. In the example shown, the top wall 5 and the bottom wall 6 are horizontal walls 8 which lie flat during use. The front longitudinal wall 2 faces outwards during use. The rear longitudinal wall 3 is turned inwards during use. Parallel to the drainage duct 4 is a collection gutter 9, which extends parallel to the drainage duct 4. The collection trough 9 is bounded by the rear longitudinal wall 3, by a lower trough wall 10, and by a raised 65 located at a distance from the rear longitudinal wall 11. In the rear longitudinal wall 3 there are feed-through openings 20 between the collection trough 9 and the drainage duct 4, for forming a fluid connection from the collection trough 9 to the interior of the drainage duct 4. These feed-through openings 20 can also be designated with the term feed openings 20. In the front longitudinal wall 2 there are feed-through openings 21 for forming a fluid connection from the interior from the drainage duct to a drainage zone 25. These passage openings 21 can also be indicated by the term drainage openings 21. In the embodiment shown, the drainage zone 25 is the surroundings of the sill 1, for example the outside space on the outside of a wall, or the outside of another architectural element in which or on which the sill may be in use during such as, for example, a floor at a sill in front of a door. In other embodiments, however, the drainage zone 25 may comprise further passage openings and / or further spaces between the drainage duct 4 and the outer space.
Figuur 2 toont een schematische dwarsdoorsnede van een dorpel volgens een andere uitvoeringsvorm. De in Figuur 2 getoonde dorpel verschilt van de dorpel getoond in Figuur 1 doordat de dorpel geen op afstand van de achterste langswand 11 15 gelegen verhoging 65 omvat. In plaatst daarvan omvat de getoonde dorpel 1 een op afstand van de achterste langswand 11 gelegen bevestigingsorgaan 50 voor bevestiging van een aanslagorgaan 60 aan de dorpel 1. In het samenstel gevormd door de dorpel 1 en het aanslagorgaan 60 wordt aldus de opvanggoot 9 begrensd door de achterste langswand 3, door de onderste gootwand 10, en door de naar de opvanggoot 9 gekeerde 20 zijde van het aanslagorgaan 650Figure 2 shows a schematic cross section of a sill according to another embodiment. The sill shown in Figure 2 differs from the sill shown in Figure 1 in that the sill does not comprise an elevation 65 remote from the rear longitudinal wall 11. Instead, the sill 1 shown comprises a fastening member 50 remote from the rear longitudinal wall 11 for fastening a stop member 60 to the sill 1. In the assembly formed by the sill 1 and the stop member 60, the collecting gutter 9 is thus limited by the rear longitudinal wall 3, through the lower gutter wall 10, and through the side of the stop member 650 facing the receiving gutter 9
Figuur 3 toont een schematische dwarsdoorsnede van een dorpel volgens nog een andere uitvoeringsvorm. De in Figuur 3 getoonde dorpel verschilt van de dorpel getoond in Figuur 1 doordat het inwendige van de afwateringskoker 4 afloopt van de toevoeropeningen 20 naar de afvoeropeningen 21. Dit kan de afwatering bevorderen.Figure 3 shows a schematic cross-section of a sill according to yet another embodiment. The sill shown in Figure 3 differs from the sill shown in Figure 1 in that the interior of the drain sleeve 4 runs down from the supply openings 20 to the drain openings 21. This can promote drainage.
25 Ook is de bovenwand 5 van de afwateringskoker 3 een schuin aflopende wand 7, welke schuin afloopt in de richting van de voorste langswand 2.The top wall 5 of the drainage duct 3 is also a sloping wall 7, which slopes downwards in the direction of the front longitudinal wall 2.
Figuur 4 toont een schematische dwarsdoorsnede van een dorpel volgens nog een andere uitvoeringsvorm. De in Figuur 4 getoonde dorpel is een verdere uitvoeringsvorm van de dorpel getoond in Figuur 2, waarin het op afstand van de 30 achterste langswand 11 gelegen bevestigingsorgaan 50 gevormd wordt door een T-vormige verdieping 50 die zich in de onderste gootwand 10 uitstrekt en zo een opneemgroef 50 vormt. In de opneemgroef 50 kan bijvoorbeeld een aanslagorgaan 60 9 voorzien van een tegenaangrijpmiddel 61, zoals bijvoorbeeld een spreider, worden vastgezet, waarbij de opneemgroef 50 het tegenaangrijpmiddel 61 opneemt.Figure 4 shows a schematic cross-section of a sill according to yet another embodiment. The sill shown in Figure 4 is a further embodiment of the sill shown in Figure 2, in which the fixing member 50 spaced from the rear longitudinal wall 11 is formed by a T-shaped recess 50 which extends into the lower gutter wall 10 and thus forming a receiving groove 50. For example, a stop member 60 provided with a counter-engaging means 61, such as, for example, a spreader, can be secured in the receiving groove 50, the receiving groove 50 receiving the counter-engaging means 61.
Figuur 5 toont een schematische dwarsdoorsnede van een dorpel volgens nog een andere uitvoeringsvorm. De in Figuur 5 getoonde dorpel verschilt van de dorpel 5 getoond in Figuur 4 doordat de opneemgroef 50 zich in een op afstand van de achterste langswand 11 gelegen verhoging 65 bevindt.Figure 5 shows a schematic cross-section of a sill according to yet another embodiment. The sill shown in Figure 5 differs from the sill 5 shown in Figure 4 in that the receiving groove 50 is located in an elevation 65 remote from the rear longitudinal wall 11.
Figuur 5 toont een schematische dwarsdoorsnede van een dorpel volgens nog een andere uitvoeringsvorm. De in Figuur 5 getoonde dorpel verschilt van de dorpel getoond in Figuur 4 doordat de dorpel aan de zijde van de onderwand 6 is voorzien van 10 een steundeel 90 voor het afsteunen op een bevestigingsvlak 101. Daarnaast strekt de bovenwand 5 zich voorbij de voorste langswand 2 uit tot aan een voorste aanzichtswand 32. De voorste aanzichtswand 32 strekt zich vanaf de bovenwand 5 uit in de richting van het bevestigingsvlak 101. Hierbij wordt ruimte 38 gelaten tussen het onderste uiteinde van de voorste aanzichtwand 32 en het bevestigingsvlak 101. Deze 15 ruimte 38 kan dienen als een afwateropening 38 voor het afvoeren van water weg van de dorpel 1. Daarbij wordt de voorste langswand 2 en de daarin voorziene doorvoeropeningen 21 grotendeels aan het zicht onttrokken.Figure 5 shows a schematic cross-section of a sill according to yet another embodiment. The sill shown in Figure 5 differs from the sill shown in Figure 4 in that the sill is provided on the side of the bottom wall 6 with a support part 90 for supporting on a mounting surface 101. In addition, the top wall 5 extends beyond the front longitudinal wall 2. extends up to a front view wall 32. The front view wall 32 extends from the top wall 5 in the direction of the mounting surface 101. Hereby space 38 is left between the lower end of the front view wall 32 and the mounting surface 101. This space 38 can serve as a drain opening 38 for draining water away from the sill 1. The front longitudinal wall 2 and the passage openings 21 provided therein are largely hidden from view.
Figuur 7 toont een gedetailleerde dwarsdoorsnede van een dorpel volgens een uitvoeringsvorm. De dorpel in Figuur 7 is in zijn geheel met 1 aangeduid. De dorpel 1 20 is getoond in een samenstel met een daarin geklemd aanslagorgaan 60. Het aanslagorgaan 60 is in dit voorbeeld een rubberdeel 60, gevormd uit een EPDM materiaal. Het samenstel is gemonteerd op een vloer 100. Figuur 7 toont tevens een doorgangselement 110, in de vorm van een deur 110. De in Figuur 7 getoonde deur 110 is een naar binnen draaiende deur voorzien van een opdek 116. Figuur 8 toont een 25 perspectief van het samenstel van de dorpel 1 met aanslagorgaan 60 van Figuur 7.Figure 7 shows a detailed cross-section of a sill according to an embodiment. The sill in Figure 7 is indicated in its entirety by 1. The threshold 1 is shown in an assembly with a stop member 60 clamped therein. In this example, the stop member 60 is a rubber part 60, formed from an EPDM material. The assembly is mounted on a floor 100. Figure 7 also shows a passage element 110, in the form of a door 110. The door 110 shown in Figure 7 is an inward-opening door provided with a covering 116. Figure 8 shows a perspective of the sill assembly 1 with stop member 60 of Figure 7.
De dorpel 1 heeft een eerste dorpellangszijde 12, welke naar buiten is gekeerd, en een tegenoverliggende tweede dorpellangszijde 13 welke naar binnen is gekeerd. De dorpel 1 heeft verder een dorpelbovenzijde 15 en een dorpelonderzijde 16. De dorpel 1 heeft een opvanggoot 9, welke zich parallel uitstrekt aan een afwateringskoker 4, op 30 vergelijkbare wijze als getoond in Figuur 6. De afwateringskoker 4 heeft een voorste langswand 2, een achterste langswand 3, een bovenwand 5 en een onderwand 6. De bovenwand 5 en de onderwand 6 zijn in het getoonde voorbeeld naar de buitenzijde aflopende wanden 8. De voorste langswand 2 is, tijdens gebruik, naar buiten gekeerd.The sill 1 has a first sill side 12 which faces outwards, and an opposite second sill side 13 which faces inwards. The sill 1 further has a sill upper side 15 and a sill lower side 16. The sill 1 has a collecting gutter 9, which extends parallel to a drainage duct 4, in a similar manner as shown in Figure 6. The drainage duct 4 has a front longitudinal wall 2, a rear longitudinal wall 3, an upper wall 5 and a bottom wall 6. In the example shown, the top wall 5 and the bottom wall 6 are walls 8 that slope downwards to the outside. The front longitudinal wall 2, during use, faces outwards.
1010
De achterste langswand 3 is, tijdens gebruik, naar binnen gekeerd De bovenwand 5 heeft aan de dorpelbovenzijde 15 een schuin aflopend deel 7 en een horizontaal deel 8. Het schuin aflopend deel 7 loopt vanaf het horizontale deel 8 af naar de eerste dorpellangszijde 12. Hierdoor kan water, wat van bovenaf op het schuin aflopende deel 5 7 valt, rechtstreeks naar voren worden afgevoerd. De opvanggoot 9 wordt begrensd door een onderste gootwand 10 en een naar de eerste dorpellangszijde 12 gekeerde opstaande zijde 11. De opstaande zijde 11 strekt zich van de onderste gootwand 10 omhoog uit naar het horizontale deel 8. De opstaande zijde 11 wordt gevormd door de naar de opvanggoot 9 gekeerde zijde van de achterste langswand 3 van de afwaterkoker 10 4.De onderste gootwand 10 is aldus, tijdens gebruik, lager gelegen dan het horizontale deel 8. De opvanggoot 9 ligt naast de afwateringskoker 4, tussen de afwateringskoker 8 en de tweede dorpellangszijde 13. Wanneer water van buitenaf wordt opgestuwd, bijvoorbeeld onder invloed van de wind, over het schuin aflopende deel 7 in de richting van de tweede dorpellangszijde 13, wordt dit water aldus via het horizontale deel 8 naar 15 de opvanggoot 9 gevoerd, en van daaruit via onder meer de afwateringskoker 4 naar de afwateringszone 25.The rear longitudinal wall 3 is, during use, turned inwards. The upper wall 5 has a sloping part 7 and a horizontal part 8 on the sill upper side. The sloping part 7 runs down from the horizontal part 8 to the first sill longitudinal side 12. As a result water that falls on the sloping part 5 7 from above can be drained directly to the front. The receiving gutter 9 is bounded by a lower gutter wall 10 and an upright side 11 facing the first sill side side 12. The upright side 11 extends upwards from the lower gutter wall 10 to the horizontal part 8. The upright side 11 is formed by the side of the rear longitudinal wall 3 of the drain tube 10 4. The bottom drain wall 10 is thus, in use, lower than the horizontal part 8. The drain gutter 9 lies next to the drain tube 4, between the drain tube 8 and the second sill-side 13. When water is pushed up from outside, for example under the influence of the wind, over the sloping part 7 in the direction of the second sill-side 13, this water is thus conveyed via the horizontal part 8 to the receiving gutter 9, and from therefrom via, inter alia, the drainage tube 4 to the drainage zone 25.
De afwateringskoker 4 is voorzien tussen de dorpelbovenzijde 15 en de dorpelonderzijde 16 van de dorpel 1. In het getoonde voorbeeld bevindt de afwateringskoker 4 zich deels onder het schuin aflopende deel 7 en deels onder het 20 horizontale deel 8. De afwateringskoker 4 ligt enigszins schuin met zijn laagste kant naar de buitenzijde gericht.The drainage sleeve 4 is provided between the sill upper side 15 and the sill lower side 16 of the sill 1. In the example shown, the drainage sleeve 4 is located partly below the sloping part 7 and partly below the horizontal part 8. The drainage sleeve 4 is slightly oblique with its lowest side to the outside.
Toevoeropeningen 20 vormen een vloeistofverbinding tussen de opvanggoot 9 en de afwateringskoker 4. De toevoeropeningen 20 zijn ingericht voor het toevoeren van op te vangen water van het opvanggoot 9 naar het inwendige van de 25 afwateringskoker 4. De toevoeropeningen 20 zijn vervaardigd als boringen van het opvanggoot 9 naar de afwateringskoker 4, maar kunnen in alternatieve uitvoeringsvormen op alternatieve wijze zijn vervaardigd, bijvoorbeeld door frezen van sleufVormige langgerekte openingen door de achterste langswand 3 van de afwateringskoker 4. De toevoeropeningen 20 kunnen in hoofdzaak rond, ovaal of 30 langgerekt zijn. De toevoeropeningen 20 kunnen ook worden aangeduid als doorvoeropeningen tussen opvanggoot 9 en afwateringskoker 4.Supply openings 20 form a liquid connection between the collection trough 9 and the drainage duct 4. The supply openings 20 are adapted for supplying water to be collected from the collection trough 9 to the interior of the collection duct 4. The supply openings 20 are made as bores of the collection trough 9 to the drainage duct 4, but in alternative embodiments can be manufactured in an alternative manner, for example by milling slot-shaped elongated openings through the rear longitudinal wall 3 of the drainage duct 4. The feed openings 20 can be substantially round, oval or elongated. The supply openings 20 can also be referred to as feed-through openings between collecting gutter 9 and drainage duct 4.
Het opvanggoot 9 en de afwateringskoker 4 liggen naast elkaar, waarmee een relatief lage dorpel 1 kan worden verkregen. In de figuur wordt de hoogte van de dorpel 11 aangeduid met H. De hoogte van de getoonde dorpel is 20 mm, en daarmee direct conform het Bouwbesluit.The collecting gutter 9 and the drainage duct 4 lie next to each other, with which a relatively low sill 1 can be obtained. In the figure, the height of the sill 11 is indicated by H. The height of the sill shown is 20 mm, and therefore directly in accordance with the Building Decree.
Afvoeropeningen 21 vormen een vloeistofverbinding van de afwateringskoker 4 naar een afVoerruimte 36 die zich aan de onderzijde van een profïelverlenging 30 5 bevindt. De afvoeropeningen 21 zijn vervaardigd als boringen van de afVoerruimte 36 naar de afwateringskoker 4, maar kunnen, net als de toevoeropeningen 20, in alternatieve uitvoeringsvormen op alternatieve wijze zijn vervaardigd. De afVoeropeningen 21 kunnen ook worden aangeduid als doorvoeropeningen vanuit de afwateringskoker 4.Drain openings 21 form a fluid connection from the drain tube 4 to a drain space 36 which is located on the underside of a profile extension. The discharge openings 21 are made as bores from the discharge space 36 to the drainage duct 4, but, like the feed openings 20, can be manufactured in alternative ways in alternative embodiments. The discharge openings 21 can also be referred to as feed-through openings from the drain sleeve 4.
10 De profïelverlenging 30 heeft een bovenwand 35 welke zich in het verlengde van ten minste gedeeltelijk schuin aflopend deel 7 uitstrekt. De bovenwand 35 van de profïelverlening wordt aldus gevormd doordat de bovenwand 5 van de koker zich tot voorbij de voorste langswand 2 uitstrekt. De voorste langswand 2 bevindt zich in hoofdzaak ter hoogte van het naar buiten gekeerde zijvlak van vloer 100. De 15 profïelverlenging 30 strekt zich derhalve tot buiten de muur 100 uit. Vanuit de afVoerruimte 36 verzorgt een afwateringsmiddel 37 het uit de afVoerruimte 36 afvoeren van daarin aanwezig water naar de afwateringszone 25, 26 buiten de dorpel. In het getoonde voorbeeld wordt de afwateringszone gevormd door een eerste afwateringszone 25 op straatniveau van een stoep 130 en een tweede afwateringszone 20 26 tussen de stoep 130 en de muur. De afwatering kan aldus in hoofdzakelijk horizontale richting plaatsvinden naar de eerste afwateringszone, en in hoofdzakelijk verticale richting naar de tweede afwateringszone. De afVoerruimte 36 en het afwateringsmiddel bevinden zich buiten de vloer 110. In het getoonde voorbeeld heeft het afwateringsmiddel 37 een afwateropening 38 welke wordt gevormd door een vrije 25 ruimte 38 tussen de eerste dorpellangszijde 12 en een referentievlak 39. Het referentievlak 39 correspondeert met een bevestigingsvlak 101 waarop de dorpel 1 steunt via een steundeel 90. In het getoonde voorbeeld wordt het steundeel 90 gevormd door twee langsribben 90, 91 aan de dorpelonderzijde 16 van de dorpel 1. Het bevestigingsvlak 101 correspondeert in hoofdzaak en met de bovenzijde van het 30 gedeelte van de vloer 100 onder de dorpel 1.The profile extension 30 has an upper wall 35 which extends in line with at least partially sloping part 7. The upper wall 35 of the profile extension is thus formed in that the upper wall 5 of the tube extends beyond the front longitudinal wall 2. The front longitudinal wall 2 is situated substantially at the level of the outward facing side surface of floor 100. The profile extension 30 therefore extends beyond the wall 100. From the drainage space 36, a drainage means 37 provides for draining water present therein from the drainage space 36 to the drainage zone 25, 26 outside the sill. In the example shown, the drainage zone is formed by a first drainage zone 25 at street level of a pavement 130 and a second drainage zone 26 between the pavement 130 and the wall. The drainage can thus take place in substantially horizontal direction to the first drainage zone, and in substantially vertical direction to the second drainage zone. The discharge space 36 and the drainage means are located outside the floor 110. In the example shown, the drainage means 37 has a drainage opening 38 which is formed by a free space 38 between the first sill longitudinal side 12 and a reference surface 39. The reference surface 39 corresponds to a mounting surface. 101 on which the sill 1 is supported via a support part 90. In the example shown, the support part 90 is formed by two longitudinal ribs 90, 91 on the sill bottom side 16 of the sill 1. The mounting surface 101 corresponds substantially and with the top side of the part of the floor 100 under the sill 1.
Figuur 7 toont tevens een waterdichte folie 120. De waterdichte folie 120 is van buitenaf tegen de buitenzijde van de vloer 100 geplaatst en strekt zich uit tot onder de 12 afVoeropeningen 21 in de naar buiten gekeerde zijde van de tweede langswand 2 in de afvoerruimte 36.Figure 7 also shows a watertight foil 120. The watertight foil 120 is placed from outside against the outside of the floor 100 and extends below the 12 discharge openings 21 in the outward facing side of the second longitudinal wall 2 in the discharge space 36.
De dorpel 1 heeft een opneemgroef 50 met aangrijpmiddelen 51, in dit voorbeeld gevormd door de T-vorm van de opneemgroef 50. Een aanslagorgaan 60 is 5 voorzien van een tegenaangrijpmiddel 61, hier getoond in de vorm van een spreider.The sill 1 has a receiving groove 50 with engaging means 51, in this example formed by the T-shape of the receiving groove 50. A stop member 60 is provided with a counter-engaging means 61, shown here in the form of a spreader.
Het aanslagorgaan 60 is met het tegenaangrijpmiddel 61 in de aangrijpmiddelen 51 geklikt. Het aanslagorgaan 60 vormt een begrenzing van het opvanggoot 9 in de richting van de tweede dorpellangszijde 13,). Figuur 8 toont tevens dat twee verdere aanslagorganen 62 in de aangrijpmiddelen 51 zijn geklikt in de nabijheid van de kopse 10 uiteinden van de dorpel 1, waar deze de opvanggoot 9 begrenzen van de in de lengterichting van de dorpel 1 .Hiermee wordt voorkomen dat water uit het opvanggoot 9 kan doordringen tot naar de binnenzijde (de kant van de tweede dorpellangszijde 13) of tot voorbij de kopse einden van de dorpel 1.The stop member 60 is snapped into the engagement means 51 with the counter-engaging means 61. The stop member 60 forms a boundary of the receiving gutter 9 in the direction of the second sill longitudinal side 13,. Figure 8 also shows that two further stop members 62 are clicked into the engaging means 51 in the vicinity of the ends 10 of the sill 1, where they bound the collecting gutter 9 of the longitudinal direction of the sill 1. This prevents water from coming out of the sill. the receiving gutter 9 can penetrate to the inside (the side of the second sill side 13) or beyond the head ends of the sill 1.
De dorpel 1 is vastgezet in de vloer 110 met schroeven 41 door, ten minste een 15 gedeelte van, een veelvoud van schroefdoorgangen 40 in de onderste gootwand 10 van de opvanggoot 9. Het aanslagorgaan 60 dekt de schroeven 41 af, en voorkomt aldus dat water uit de opvanggoot 9 in contact komt met de schroeven 41. Het aanslagorgaan 60 dekt tevens de doorvoeren/boringen 40 af, en voorkomt aldus dat water via de doorvoeren/boringen 40 tot aan de vloer kan vloeien en in de vloer kan dringen.The sill 1 is fixed in the floor 110 with screws 41 through, at least a portion of, a plurality of screw passages 40 in the lower gutter wall 10 of the receiving gutter 9. The stop member 60 covers the screws 41, and thus prevents water from the receiving trough 9 comes into contact with the screws 41. The stop member 60 also covers the lead-throughs / bores 40, and thus prevents water from flowing through the lead-throughs / bores 40 to the floor and penetrating into the floor.
20 De dorpel 1 is tevens voorzien van schroefopnames 80, 81 aan kopse einden van de dorpel 1. De schroefopnames maken het, vanaf de zijkant, vastschroeven van verdere delen tegen de kopse einden van de dorpel 1 mogelijk voordat de dorpel wordt geplaatst op de vloer.The sill 1 is also provided with screw mounts 80, 81 at the ends of the sill 1. The screw mounts allow, from the side, screwing of further parts against the sill ends of the sill 1 before the sill is placed on the floor .
Boven de vloer 100 bevindt zich een doorgangselement, in dit voorbeeld, een 25 deur 110. In het getoonde voorbeeld heeft de deur 110 een eerste afdichtstrip 112 welke op het aanslagorgaan 60 afdicht wanneer de deur 110 is gesloten, ter preventie van het doordringen van water van buitenaf tot voorbij de eerste afdichtstrip 112.Above the floor 100 there is a passage element, in this example a door 110. In the example shown, the door 110 has a first sealing strip 112 which seals on the stop member 60 when the door 110 is closed, to prevent water from penetrating from outside to beyond the first sealing strip 112.
De getoonde deur 110 heeft verder een afdichtborstel 114. In een andere uitvoeringsvorm is deze afdichtborstel 114 vervangen door een tweede afdichtstrip. In 30 het getoonde voorbeeld dicht de afdichtborstel 114 af op het hoge deel 8 van de dorpel 1, ter preventie van het binnendringen van vuil en, hoewel mogelijk niet hermetisch, van water. In een alternatieve uitvoeringsvorm dicht de afdichtborstel 114 af op het ten minste gedeeltelijk schuin aflopend deel 7 van de dorpel.The door 110 shown further has a sealing brush 114. In another embodiment, this sealing brush 114 has been replaced by a second sealing strip. In the example shown, the sealing brush 114 seals on the high part 8 of the sill 1, to prevent the penetration of dirt and, although possibly not hermetically, of water. In an alternative embodiment, the sealing brush 114 seals on the at least partially sloping portion 7 of the sill.
1313
De getoonde deur 110 is voorzien van een opdek 116. Wanneer de deur 110 gesloten is, is de opdek in contact met de naar de binnenzijde gekeerde langszijde 61 van het aanslagorgaan 60. Hiermee wordt een derde afdichting verkregen.The door 110 shown is provided with a cover 116. When the door 110 is closed, the cover is in contact with the inward side 61 of the stop member 60. A third seal is hereby obtained.
De eerste afdichtstrip 112, de afdichtborstel 114 of tweede afdichtstrip 114, en 5 de samenwerking van opdek 116 en aanslagorgaan 60 verzorgen aldus een hoge mate van afdichting en goede preventie tegen het binnendringen van water. Ook kunnen ze bijdragen aan een goede akoestische isolatie.The first sealing strip 112, the sealing brush 114 or second sealing strip 114, and the cooperation of cover 116 and stop member 60 thus provide a high degree of sealing and good prevention against the ingress of water. They can also contribute to good acoustic insulation.
De getoonde deur 110 heeft derhalve een drievoudige afdichting: de eerste afdichtstrip 112, de afdichtborstel 114 of tweede afdichtstrip 114, en de samenwerking 10 van opdek 116 en aanslagorgaan 60. De dorpel 1 volgens de uitvinding is echter ook te gebruiken met een deur met één of twee van deze genoemde afdichten, of zonder enige van deze afdichtingen. De totale mate van afdichting kan dan weliswaar minder optimaal zijn, maar de dorpel kan dan nog steeds een goede mate van afwatering en een redelijk goede preventie van het binnendringen van water hebben.The door 110 shown therefore has a triple seal: the first sealing strip 112, the sealing brush 114 or second sealing strip 114, and the cooperation 10 of cover 116 and stop member 60. However, the sill 1 according to the invention can also be used with a door with one or two of these seals, or without any of these seals. The total degree of sealing may be less optimal, but the sill can still have a good degree of drainage and a reasonably good prevention of water penetration.
15 Figuur 10 toont een dwarsdoorsnede van een dorpel volgens een alternatieve uitvoeringsvorm.Figure 10 shows a cross-section of a sill according to an alternative embodiment.
De dorpel in Figuur 10 is grotendeels identiek aan de dorpel getoond in Figuur 7. Echter, de dorpel van Figuur 10 heeft geen profielverlenging. Hierdoor is de dorpel te gebruiken op plaatsen waarbij het ongewenst is dat er een gedeelte uitsteekt.The sill in Figure 10 is largely identical to the sill shown in Figure 7. However, the sill in Figure 10 has no profile extension. This allows the sill to be used in places where it is undesirable that a part protrudes.
20 In de dorpel van Figuur 10 watert de afwateringskoker 4 direct via afvoeropeningen 21 af naar buiten doordat de afVoeropeningen 21 gevormd zijn in de voorste langswand 2 op enige afstand vanaf de dorpelonderzijde 16. De afVoeropeningen 21 kunnen echter ook op andere geschikte posities zijn voorzien, bijvoorbeeld op de positie waar de voorste langswand 2 aan de dorpelonderzijde 16 25 aansluit.In the sill of Figure 10, the drainage duct 4 drains directly to the outside via discharge openings 21 because the discharge openings 21 are formed in the front longitudinal wall 2 at some distance from the bottom of the lower edge 16. However, the discharge openings 21 can also be provided at other suitable positions, for example, at the position where the front longitudinal wall 2 at the bottom sill 16 connects.
De dorpel 1 volgens de uitvinding kan vervaardigd zijn uit een kunststof, in het bijzonder uit een vezelversterkte kunststof. De dorpel 1 kan bijvoorbeeld door middel van pultrusie uit een dergelijke kunststof worden vervaardigd. De vezelversterkte kunststof is bijvoorbeeld glasvezelversterkt polyester. In andere uitvoeringsvormen lam 30 de dorpel bijvoorbeeld vervaardigd zijn uit metaal, zoals aluminium of een aluminiumlegering, In het bijzonder kan een dergelijke dorpel vervaardigd zijn middels metaalextrusie, zodat de dorpel bijvoorbeeld als een integraal element van geëxtrudeerd 14 aluminium is gevormd. De toevoeropeningen 20, de afvoeropeningen 21 en de schroefdoorgang 40 kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door boringen.The sill 1 according to the invention can be made from a plastic, in particular from a fiber-reinforced plastic. The sill 1 can for instance be manufactured from such a plastic by means of pultrusion. The fiber-reinforced plastic is, for example, glass-fiber reinforced polyester. In other embodiments, the sill can be manufactured, for example, from metal, such as aluminum or an aluminum alloy. In particular, such a sill can be made by means of metal extrusion, so that the sill is formed, for example, as an integral element of extruded aluminum. The supply openings 20, the discharge openings 21 and the screw passage 40 can be formed, for example, by bores.
Het aanslagorgaan 60 kan bijvoorbeeld vervaardigd zijn een rubber materiaal, in het bijzonder uit EPDM.The stop member 60 can for instance be manufactured from a rubber material, in particular from EPDM.
5 De dorpel 1 is in detail beschreven aan de hand van een naar binnen slaande buitendeur 110 met een opdek 116. Uitvoeringsvormen van dorpels volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen echter ook geschikt en bestemd zijn voor andere doorgangselementen, zoals bijvoorbeeld een naar buiten slaande deur, een schuifdeur, een deur zonder opdek, een naar binnen draaiend raam, een naar buiten 10 draaiend raam, een schuifraam, een kantelraam, een draai-/kanteldeur, een draai-/kantelraam. Het samenstel 1 van dorpel en aanslagorgaan 60 eveneals het verdere samenstel is in detail beschreven aan de hand van een voorbeeld waarbij de dorpel 1 op een vloer 100 is aangebracht. Uitvoeringsvormen van samenstellen volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen echter ook geschikt zijn voor andere 15 bouwkundige elementen dan een vloer, zoals bijvoorbeeld een muur. Evenzo kunnen uitvoeringsvormen van verdere samenstellen volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding andere bouwkundige elementen dan een vloer omvatten, zoals bijvoorbeeld een muur.The sill 1 is described in detail with reference to an inward opening door 110 with a cover 116. However, embodiments of sills according to embodiments of the invention may also be suitable and intended for other passage elements, such as for instance an outward opening door, a sliding door, a door without a cover, an inward opening window, an outward opening window, a sliding window, a tilt window, a tilt / turn door, a tilt / turn window. The assembly 1 of sill and stop member 60 as well as the further assembly is described in detail with reference to an example in which the sill 1 is arranged on a floor 100. Embodiments of assemblies according to embodiments of the invention can, however, also be suitable for structural elements other than a floor, such as for instance a wall. Similarly, embodiments of further assemblies according to embodiments of the invention may comprise other structural elements than a floor, such as, for example, a wall.
2020
Claims (25)
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2005360A NL2005360C2 (en) | 2010-09-16 | 2010-09-16 | VILLAGE WITH DRAINAGE. |
EP11181334A EP2431560A1 (en) | 2010-09-16 | 2011-09-15 | Sill with a drain |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2005360A NL2005360C2 (en) | 2010-09-16 | 2010-09-16 | VILLAGE WITH DRAINAGE. |
NL2005360 | 2010-09-16 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2005360C2 true NL2005360C2 (en) | 2012-03-19 |
Family
ID=43920663
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2005360A NL2005360C2 (en) | 2010-09-16 | 2010-09-16 | VILLAGE WITH DRAINAGE. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2431560A1 (en) |
NL (1) | NL2005360C2 (en) |
Families Citing this family (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NZ586749A (en) * | 2010-07-12 | 2012-12-21 | Retro Fit Nz Ltd | A sill drainge member for fixing underneath a window sash with at least one recess. |
FR3018540B1 (en) * | 2014-03-14 | 2021-05-14 | Trendel A & Fils | REMOVABLE SLIDING WINDOW DOOR WITH FLAT-LOOKING THRESHOLD |
DE202014102797U1 (en) * | 2014-06-17 | 2015-06-18 | Grundmeier Kg | Door sill system for a front door, a shop door or the like |
EP3045820B1 (en) * | 2015-01-16 | 2019-11-06 | BSH Hausgeräte GmbH | Door seal for a cooking appliance and cooking appliance |
EP3130738A1 (en) * | 2015-08-10 | 2017-02-15 | Profine GmbH | Auxiliary device to reducing the barrier effect of a sleeper |
DE102016120937A1 (en) * | 2016-11-03 | 2018-05-03 | G.S. Georg Stemeseder Gmbh | Door threshold system |
WO2020061102A1 (en) | 2018-09-19 | 2020-03-26 | Inverge, Llc. | Door threshold |
USD952904S1 (en) | 2019-09-17 | 2022-05-24 | Inverge, LLC | Door threshold |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2108137A (en) * | 1936-04-18 | 1938-02-15 | Philip R Oftedal | Threshold |
US4310991A (en) * | 1979-09-26 | 1982-01-19 | Embossed Door Corporation | Door sealing system |
GB2361736A (en) * | 2000-03-30 | 2001-10-31 | Allport Brian | A tie bar forming a door sill |
WO2004031521A2 (en) * | 2002-10-01 | 2004-04-15 | Premdor International Inc. | Adjustable rail assembly for exterior door sill assembly and components for the same |
DE202004004833U1 (en) * | 2004-03-27 | 2004-06-03 | Rehau Ag + Co. | Door threshold profile, especially for balcony or patio door, has top side of locking part flush with top side of second profile body |
GB2418448A (en) * | 2004-09-22 | 2006-03-29 | Allmand Smith Ltd | Protective threshold cover strip |
US20090199486A1 (en) * | 2008-02-12 | 2009-08-13 | Chad Wernlund | Doorway with anti-bubbling sill drain |
DE202010002712U1 (en) * | 2010-02-24 | 2010-07-01 | Veka Ag | Profile system for a door system and door system made therefrom |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1027966C2 (en) | 2005-01-06 | 2006-07-10 | Henricus Johannes Antoni Smits | Sill with drainage. |
NL2002323C2 (en) | 2008-12-12 | 2010-06-16 | Isostone B V | VILLAGE WITH SYSTEM SLOT. |
-
2010
- 2010-09-16 NL NL2005360A patent/NL2005360C2/en active
-
2011
- 2011-09-15 EP EP11181334A patent/EP2431560A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2108137A (en) * | 1936-04-18 | 1938-02-15 | Philip R Oftedal | Threshold |
US4310991A (en) * | 1979-09-26 | 1982-01-19 | Embossed Door Corporation | Door sealing system |
GB2361736A (en) * | 2000-03-30 | 2001-10-31 | Allport Brian | A tie bar forming a door sill |
WO2004031521A2 (en) * | 2002-10-01 | 2004-04-15 | Premdor International Inc. | Adjustable rail assembly for exterior door sill assembly and components for the same |
DE202004004833U1 (en) * | 2004-03-27 | 2004-06-03 | Rehau Ag + Co. | Door threshold profile, especially for balcony or patio door, has top side of locking part flush with top side of second profile body |
GB2418448A (en) * | 2004-09-22 | 2006-03-29 | Allmand Smith Ltd | Protective threshold cover strip |
US20090199486A1 (en) * | 2008-02-12 | 2009-08-13 | Chad Wernlund | Doorway with anti-bubbling sill drain |
DE202010002712U1 (en) * | 2010-02-24 | 2010-07-01 | Veka Ag | Profile system for a door system and door system made therefrom |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2431560A1 (en) | 2012-03-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2005360C2 (en) | VILLAGE WITH DRAINAGE. | |
US6289635B1 (en) | Continuous handicap threshold assembly with dual dams and selectively positionable sidelight cap | |
US8117789B2 (en) | Door and window sill pan flashing with drain | |
US5913785A (en) | Skylight window assembly | |
US7490441B2 (en) | High performance window and door installation | |
US20110017301A1 (en) | Facade rainwater harvesting system | |
CA2954809A1 (en) | Welded roof for modular building units | |
EP2362057A2 (en) | Drainage system for a sliding window or sliding door | |
EP1870532A2 (en) | Rooflight | |
DK2357307T3 (en) | section Sport | |
CA2944028A1 (en) | Roof ridge integrated water-shedding apparatus | |
JP2010133173A (en) | Underfloor ventilation structure | |
FI124680B (en) | Balcony railing structure | |
EP3418471B1 (en) | Cover for a glass railing device | |
KR101057672B1 (en) | Installation structure of system window | |
FI126158B (en) | Bottom profile of the balcony railing | |
CN206495599U (en) | A kind of new lower mount structure | |
JP3106181U (en) | Drainers in metal blinds for outdoor installation | |
JPS6311276Y2 (en) | ||
GB2247267A (en) | Sill and frame component assembly | |
KR200312140Y1 (en) | Window-sill Construction Structure for Coffering and Driping in Aluminium Window | |
KR100495005B1 (en) | Window-sill Construction Structure for Coffering and Driping in Aluminium Window | |
EP1446545B1 (en) | A lower profile structure for a glazing system | |
EP1645695B1 (en) | Roof window assembly | |
CN210738416U (en) | Push-and-pull abnormal sound prevention door and window with drainage function |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
SD | Assignments of patents |
Effective date: 20120605 |