NL2005129C2 - Paneel, deur gevormd door een dergelijk paneel en werkwijze voor het van identificatiemiddelen voorzien van een dergelijk paneel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Paneel, deur gevormd door een dergelijk paneel en werkwijze voor het van identificatiemiddelen voorzien van een dergelijk paneel.

5 BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een paneel voor toepassing als constructief element in het bijzonder voor een deur, een gevelplaat voor een gebouw, of dergelijke, welk paneel plaat vormig is en uit een stapeling van zich evenwijdig aan het plaatvlak van het paneel uitstrekkende fineerlagen is 10 opgebouwd.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een deur die althans in hoofdzaak door een dergelijk paneel wordt gevormd en op een werkwijze voor het van identificatiemiddelen voorzien van een paneel.

Een bekend paneel is plaat vormig en uit een stapeling van zich 15 evenwijdig aan het plaatvlak van het paneel uitstrekkende fineerlagen opgebouwd. Dergelijke aldus gevormde massieve panelen worden toegepast als constructieve elementen zoals deuren of gevelpanelen. De fineerlagen omvatten fineerlagen van hout, al dan niet van onderling verschillende soort, en afhankelijk van de toepassing ook van bijvoorbeeld kurk en/of aluminium. Zodoende kan voor een bepaalde 20 toepassing een geschikte fineerlaagsamenstelling en daarmee een geschikt paneel worden vervaardigd, bijvoorbeeld voor wat betreft de dikte, het gewicht, de stijfheid, en/of de isolatiewaarde ervan.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld (holle) deuren uit sandwichplaten met randlijsten die veelal als stompe of opdekbinnendeur worden toegepast en in de 25 fabriek exact op maat worden gemaakt, worden de genoemde panelen waarop de uitvinding betrekking heeft als basispaneel gebruikt voor het, aangepast aan een specifieke situatie, op maat vervaardigen van een deur. Een dergelijk paneel heeft gangbare afmetingen die een weinig groter zijn dan gebruikelijke afmetingen van een deursponning zodat het paneel ter plaatse of bijvoorbeeld vooraf in een werkplaats 30 handmatig op maat kan worden gemaakt door één of meer kopse zijden van het paneel bijvoorbeeld te schaven of door een dunne strook weg te zagen. Vervolgens kan het paneel van scharnieren en bijvoorbeeld een insteekslot en een gewenst deurbeslag worden voorzien, waarbij op het paneel tevens een coating zoals een 2 verflaag kan worden aangebracht.

Dergelijke genoemde bekende panelen met een onderling verschillende fineerlaagsamenstelling lijken optisch vaak erg op elkaar waardoor er een gevaar voor het bijvoorbeeld onbedoeld toepassen van een voor een bepaalde 5 toepassing minder geschikt paneel is. Een doel van de onderhavige uitvinding is derhalve een paneel te verschaffen dat in hoge mate betrouwbaar te identificeren is. Het genoemde doel wordt bereikt met het paneel volgens de onderhavige uitvinding, dat wordt gekenmerkt doordat het paneel is voorzien van een holte, waarbij in de holte een identificatie-element is aangebracht voor het van buitenaf identificeren van 10 het paneel. Een voordeel van het paneel volgens de onderhavige uitvinding is dat door toepassing van een dergelijke holte met daarin een identificatie-element een uitermate effectieve, betrouwbare wijze van identificatie is verschaft waardoor de kans op het onbedoeld toepassen van een voor een bepaalde toepassing minder geschikt paneel in belangrijke mate is verkleind.

15 In een uitermate gunstige uitvoeringsvorm is de holte gevormd door een aan een kopse zijde van het paneel verschafte boring, waarbij het identificatie-element een langwerpige identificatiestift omvat die vast in de boring is aangebracht, waarbij een vrij uiteinde van de identificatiestift samenvalt met het vlak van de kopse zijde van het paneel, voor het van buitenaf zichtbaar identificeren van het paneel. 20 Ook na bewerking van het paneel bijvoorbeeld zoals boven omschreven, waarbij bijvoorbeeld een dunne strook van een zijde wordt afgeschaafd, blijft het althans na bewerking resterend gedeelte van de identificatiestift in het paneel zichtbaar en blijft daardoor het paneel identificeerbaar.

Indien het paneel is gekozen uit een groep van soortgelijke uit 25 fineerlagen opgebouwde panelen met een onderling verschillende fineerlaagsamenstelling is het uitermate gunstig indien de identificatiestift een vooraf bepaalde kleur heeft voor het van buitenaf zichtbaar coderen van de specifieke fineerlaagsamenstelling van het paneel waarin de identificatiestift is aangebracht. Door een dergelijke kleurcodering is het gevaar van toepassing van een minder 30 geschikt paneel zeer gering aangezien het specifieke type paneel, dat wil zeggen de informatie betreffende de specifieke fineerlaagsamenstelling ervan, herkenbaar is aan de kleur van de identificatiestift. In dit kader kan overigens als alternatief ook worden gedacht aan het koppelen van een identificatiestift van een bepaalde kleur 3 aan (informatie betreffende) een groep gelijksoortige panelen, zoals bijvoorbeeld aan panelen met als overeenkomst één of meer fineerlagen van een specifieke soort zoals aluminium. Ook kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het toepassen van een bepaalde kleur identificatiestift voor panelen van een bepaalde batch panelen of van 5 een bepaalde fabrikant of dergelijke.

Bij voorkeur is de identificatiestift klemmend in de boring opgenomen. Hierdoor kan de stift eenvoudig tot op de juiste diepte in de boring worden gestoken waarbij doelmatig wordt voorkomen dat de stift terug uit de boring kan schuiven, bijvoorbeeld tijdens transport van het paneel.

10 Bij voorkeur is tussen de identificatiestift en de wand van de boring een afdichtmiddel voorzien voor het afdichten van de naad tussen de identificatiestift en de wand van de boring. Op deze wijze wordt voorkomen dat tijdens gebruik van het paneel bijvoorbeeld vocht tot binnen in het paneel kan doordringen en daarmee het paneel kan aantasten. Om ook na bewerking van het paneel te waarborgen dat 15 de boring in afdoende mate afgedicht blijft, is het afdichtmiddel bij verdere voorkeur langs het gehele langsoppervlak van de identificatiestift aangebracht.

Bij voorkeur fungeert het afdichtmiddel tevens als hechtmiddel voor het aan de wand van de boring hechten van de identificatiestift. Alternatief kan een afzonderlijk afdichtmiddel en een hechtmiddel worden toegepast.

20 Het is gunstig indien de identificatiestift zich over een lengte van ten minste 4 cm, bij voorkeur ten minste 6 cm in de boring uitstrekt. Hierdoor is het mogelijk een substantieel gedeelte van de zijwand van het paneel waarin de identificatiestift is aangebracht te bewerken, bijvoorbeeld af te schaven zonder dat er een risico is dat door het bewerken de volledige identificatiestift van het paneel wordt 25 verwijderd.

Het is verder gunstig indien de identificatiestift uit een kunststof of uit hout is vervaardigd, zodanig dat de stift door houtbewerkingsgereedschappen verspaanbaar is.

Teneinde een hoge mate van identificatie van het paneel mogelijk te 30 maken, omvat het paneel een in de holte opgenomen, langs elektromagnetische weg identificeerbaar identificatie-element, in de Engelstalige vakliteratuur algemeen RFID-tag, “Radio Frequency IDentification-tag”, genoemd.

Met een dergelijk draadloos uitleesbaar identificatie-element kan de 4 boven besproken informatie over het paneel omvattende een identificatiestift in aanvulling op en ook dan worden verkregen wanneer de identificatiestift van buiten het paneel niet direct optisch zichtbaar is. Bijvoorbeeld nadat het paneel van een coating is voorzien, zoals door het schilderen van het paneel, waardoor het kan 5 voorkomen dat de kleur van de identificatiestift niet meer zichtbaar is, of na montage van het paneel. Bij het gebruik van een dergelijke RFID-tag hoeft een verflaag ter plaatse van de stift niet te worden verwijderd of hoeft een gemonteerd paneel voor identificatie niet te worden verwijderd.

Bij voorkeur is de RFID-tag in de boven genoemde boring 10 opgenomen, in een ruimte tussen een bodem van de boring en het naar de bodem van de boring gerichte uiteinde van de identificatiestift. Hierdoor kan een bepaalde RFID-tag met een identificatiestift van elke gewenste kleur worden gecombineerd. In dat geval is de identificatiestift zelf op kostentechnisch zeer gunstige wijze produceerbaar.

15 In dit kader is het verder gunstig indien de RFID-tag in een verdere identificatiestift is opgenomen, die tussen de bodem van de boring en het naar de bodem van de boring gerichte uiteinde van de identificatiestift in de ruimte in de boring is opgesloten. Hierdoor wordt de RFID-tag alvorens plaatsing in de boring in hogere mate beschermd tegen omgevingsinvloeden en kan deze verder eenvoudig in 20 de boring worden geplaatst waarna de boring door de identificatiestift wordt afgesloten. Bij voorkeur wordt de verdere identificatiestift met de RFID-tag klemmend in de ruimte opgesloten, waarbij de klemming ervoor zorg draagt dat de verdere identificatiestift niet in de ruimte in de boring kan trillen.

De uitvinding voorziet ook in een paneel waarbij de RFID-tag in een 25 nabij een van de kopse zijde van het paneel afgekeerd uiteinde van de identificatiestift is opgenomen. Door de RFID-tag in de identificatiestift zelf op te nemen, aan het uiteinde hiervan dat bij plaatsing als eerste in de boring van het paneel moet worden gebracht, wordt de kans op beschadiging van de RFID-tag bij verspaning van het paneel geminimaliseerd. Door de RFID-tag in de identificatiestift 30 zelf op te nemen, worden eventuele fouten die kunnen optreden door het verwisselen van losse RFID-tags of losse identificatiestiften effectief voorkomen.

Het is op zich ook denkbaar dat het paneel in een kopse zijde ervan is voorzien van twee nabij elkaar gelegen boringen, waarbij in een eerste boring een 5 identificatiestift van een bepaalde kleur zoals boven omschreven is aangebracht en waarbij in een tweede boring een eveneens boven omschreven verdere identificatiestift met daarin opgenomen een RFID-tag of een boven omschreven RFID-tag in een verdere identificatiestift is aangebracht.

5 Met name indien het paneel wordt toegepast als deur is het gunstig indien de holte in een bij toepassing van het paneel vrij benaderbare kopse zijde is aangebracht. Onder vrij benaderbaar wordt in dit kader verstaan dat de bedoelde kopse zijde bereikbaar is voor detectie- en uitleesapparatuur voor de RFID-tag en/of dat deze zijde visueel toegankelijk is zodat de kleur van de identificatiestift kan 10 worden waargenomen.

Het langs elektromagnetische weg identificeerbare identificatie-element omvat in een uitvoeringsvorm van de uitvinding een elektrische resonantiekring, bijvoorbeeld een hoogfrequent elektrische resonantiekring, die op een specifieke frequentie energie absorbeert. Het identificatie-element kan dan 15 worden geïdentificeerd door met behulp van een geschikte detectie-inrichting, voorzien van een radiogolfzender, elektromagnetische energie naar het detectie-element uit te stralen. Wanneer de frequentie van de uitgezonden radiogolf overeenkomt met die van het identificatie-element, wordt energie aan de radiogolf en dus aan de zender in de detectie-inrichting onttrokken, hetgeen langs elektrische 20 weg kan worden gedetecteerd en aan de gebruiker van de detectie-inrichting kenbaar worden gemaakt, bijvoorbeeld optisch, akoestisch of anderszins.

Door detectie-elementen of RFID-tags met onderling verschillende resonantiefrequenties te gebruiken en een detectie-inrichting die een radiogolf kan uitzenden welke al deze frequenties omvat, kan draadloos en op afstand 25 bijvoorbeeld informatie betreffende het type paneel zoals hierboven toegelicht eenvoudig worden vastgesteld, op dezelfde wijze als met de boven besproken kleurcodering. Voor dit doel geschikte RFID-tags en detectie-inrichtingen zijn op zichzelf in de praktijk bekend en verkrijgbaar.

In een nog meer geavanceerde uitvoeringsvorm omvat het langs 30 elektromagnetische weg identificeerbaar identificatie-element een geïntegreerde elektronische schakeling met hierin opgeslagen en langs elektromagnetische weg uitleesbare data.

Dergelijke, in de praktijk op zichzelf bekende, RFID-tags kunnen 6 zowel van het passieve als van het actieve type zijn. Een passieve RFID-tag heeft geen eigen energievoorziening voor het voeden van de geïntegreerde elektronische schakeling, ofwel kortweg chip genoemd, maar onttrekt deze aan de radiogolf waarmee het identificatie-element wordt uitgelezen. Een actieve RFID-tag heeft een 5 eigen energievoorziening, in de vorm van een batterij en kan zelfstandig en/of op afroep zijn data draadloos aan een uitleesinrichting overdragen. Voor de onderhavige uitvinding hebben passieve RFID-tags de voorkeur, omdat deze ook na lange tijd (vele jaren) uitleesbaar zijn.

De opgeslagen data kunnen op zichzelf informatie omvatten over 10 een betreffend paneel en middels geschikte, in de praktijk bekende, programmeermiddelen in de chip worden opgeslagen.

In een weer verdere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding daarin, dat de data een voor elk paneel unieke identificatie omvatten. Door deze identificatie in een computergestuurd administratiesysteem via een databestand te koppelen aan 15 informatie van het paneel, zoals de samenstelling van het paneel, de productiedatum, de afnemer, garantiebepalingen, enz. kunnen na identificatie van het paneel de betreffende gegevens gemakkelijk en zo nodig via telecommunicatie-middelen op locatie voor bijvoorbeeld controledoeleinden beschikbaar worden gesteld. Bij voorkeur zijn de identificatiedata in versleutelde vorm in de RFID-tag 20 opgeslagen, om misbruik hiervan zoveel mogelijk te verhinderen. Voor dit doel geschikte cryptografische technieken zijn op zichzelf in de praktijk beschikbaar.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een deur welke wordt gekenmerkt doordat deze althans in hoofdzaak is gevormd door een boven omschreven paneel volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de deur aan 25 een in gebruikstoestand verticale zijde ervan van scharnieren is voorzien, waarbij de holte kops in die zijde is voorzien op een hoogte tussen 30 cm en 100 cm, bij verdere voorkeur tussen 50 cm en 70 cm vanaf de onderzijde van de deur. Een dergelijke positionering van de holte is in de praktijk uitermate gunstig aangezien op die specifieke positie (hoogte) in de veel gevallen geen voorzieningen zoals scharnieren 30 in de deur behoeven te worden aangebracht. Verder bevindt de holte zich in dat geval op een ergonomische hoogte ten behoeve van het uitlezen van de kleur van de identificatiestift en/of van de informatie van de RFID-tag door een individu.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze 7 voor het van identificatiemiddelen voorzien van een paneel, welk paneel plaat vormig is, uit een stapeling van zich evenwijdig aan het plaatvlak van het paneel uitstrekkende fineerlagen is opgebouwd, de werkwijze omvattende het aanbrengen van een holte in het paneel, en het in de boring aanbrengen van een identificatie-5 element zodat het paneel van buitenaf kan worden geïdentificeerd.

Voordelen van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding zijn analoog aan de bovengenoemde voordelen van het paneel volgens de onderhavige uitvinding.

Bij voorkeur omvat de werkwijze het ten behoeve van het 10 aanbrengen van de holte aanbrengen van een boring in een kopse zijde van het paneel, waarna een langs elektromagnetische weg identificeerbaar identificatie-element in de boring wordt opgenomen, waarbij een langwerpige identificatiestift vast in de boring wordt aangebracht, waarbij een vrij uiteinde van de identificatiestift samenvalt met het vlak van de kopse zijde van het paneel, voor het van buitenaf 15 identificeren van het paneel.

Een dergelijke wijze van het van identificatiemiddelen voorzien van een paneel is eenvoudig integreerbaar in het fabricageproces van dergelijke panelen. Door deze werkwijze wordt een uitermate effectieve, betrouwbare identificatie van het betreffende paneel verschaft.

20 De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van een tweetal voorkeursuitvoeringsvoorbeelden van panelen volgens de onderhavige uitvinding aan de hand van de navolgende figuren: figuur 1a toont schematisch en in transparante weergave en in vooraanzicht een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een deel van een paneel 25 volgens de onderhavige uitvinding; figuur 1b toont schematisch en in zijaanzicht het deel van het paneel volgens figuur 1a; figuur 2 toont schematisch en in transparante weergave en in vooraanzicht een verder voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een deel van een paneel 30 volgens de onderhavige uitvinding; en figuur 3 toont schematisch een deur die is gevormd door een paneel volgens de onderhavige uitvinding.

In figuur 1a is in transparant vooraanzicht een gedeelte van een 8 paneel voor toepassing als een deur getoond. Het paneel betreft een massieve plaat die is opgebouwd uit een stapeling van fineerlagen zoals in figuur 1b in zijaanzicht is getoond. De fineerlagen 2', 2", 2'" strekken zich evenwijdig aan het plaatvlak van het paneel uit. Hierbij kunnen lagen 2' bijvoorbeeld als zicht- ofwel afwerklagen zijn 5 voorzien van bijvoorbeeld hout, kunnen lagen 2" bijvoorbeeld een fineerlaag uit aluminium betreffen voor het verhogen van de sterkte van het paneel en kunnen fineerlagen 2'", welke zich tussen de fineerlagen 2" bevinden, onderling verschillende fineerlagen uit hout, kurk of andere geschikte materialen betreffen. Paneel 1 heeft een dikte van 5 cm, waarbij voor een toepassing als deur een dikte van 4 tot 10 cm 10 uitermate geschikt is. De fineerlagen hebben per stuk een dikte van omstreeks 1 a 2 mm, waarbij de aluminiumfineerlagen gangbaar dunner zijn dan 1 mm. De fineerlagen zijn onderling gehecht met een bij voorkeur vochtbestendig hechtmiddel voor het zodoende verkrijgen van een zeer robuust en duurzaam paneel.

In een kopse zijde 3 is een boring 4 aangebracht met een lengte van 15 in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 8 cm en een diameter van 8 mm. In de boring 4 is een langwerpige identificatiestift 6 gestoken die cilindrisch is en langs in hoofdzaak diens gehele buitenoppervlak klemmend aanligt tegen wand 5 van boring 4. Een vrij, kops uiteinde 7 van de identificatiestift 6 is vlak en valt samen met het vlak van de kopse zijde 3 van het paneel 1. De identificatiestift 6 is vervaardigd uit 20 kunststof en heeft een vooraf bepaalde kleur voor het coderen van de specifieke fineerlaagsamenstelling van het paneel 1. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is de identificatiestift 6 bijvoorbeeld rood, welke kleur een aanduiding kan zijn voor de boven omschreven specifieke opbouw van het paneel 1 uit fineerlagen 2', 2", 2'" van onderling verschillende soort. Op deze wijze kan het specifieke type paneel 25 eenvoudig aan de kleur van de in de boring 4 aangebrachte identificatiestift 6 worden herkend. De identificatiestift is in de boring 4 gefixeerd door middel van een hechtmiddel dat over het gehele langsoppervlak tussen de identificatiestift en de boringwand is aangebracht. Het hechtmiddel fungeert tevens als afdichtmiddel voor het doelmatig afdichten van de boring 4.

30 Paneel 1 heeft een afmeting die een weinig groter is dan de afmetingen van een gangbare deursponning. De lengte van de identificatiestift 6 is zodanig gekozen dat het paneel 1 ter plaatse van de kopse zijde 3 waarin de boring 4 is aangebracht nog in voldoende mate kan worden bewerkt, dat wil zeggen 9 verspaand door middel van bijvoorbeeld schaven zodat het paneel 1 nauwkeurig op maat kan worden gemaakt voor de specifieke sponning van de deuropening waar het paneel 1 als deur wordt geplaatst zonder risico dat de identificatiestift door het bewerken volledig uit het paneel wordt verwijderd. In figuur 3 is paneel 1, welke een 5 deur 1 vormt, in diens gebruikssituatie afgebeeld. Boring 4 met identificatiestift 6 is in die kopse zijde 3 aangebracht waaraan de deurscharnieren 10 zijn bevestigd en zodanig dat de boring 4 op een hoogte van omstreeks 65 cm vanaf de onderzijde 8 van de deur 1 is aangebracht.

In figuur 2 is een verder voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een 10 paneel 1 voor toepassing als constructief element zoals een deur getoond. Onderdelen die overeenstemmen met de bovenomschreven toelichting op figuren 1a en 1b zijn met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. Voor het in nog hogere mate identificeerbaar maken van het specifieke type van het paneel 1 is, behalve de gekleurde identificatiestift 6 zoals boven omschreven in de ruimte 20 tussen een 15 bodem 11 van boring 4 en een naar de bodem 11 gericht uiteinde 12 van identificatiestift 6, een verder stiftvormig lichaam 21 aangebracht waarin een langs elektromagnetische weg identificeerbaar identificatie-element 22 is opgenomen. De verdere identificatiestift 21 is zodanig in de ruimte 20 voorzien, dat deze bij voorkeur klemmend tussen bodem 11 van boring 4 en uiteinde 12 van de identificatiestift 6 is 20 opgenomen, zodat deze in gebruik van het paneel als bijvoorbeeld deur niet trilt dan wel rammelt.

De verdere identificatiestift 21 met het daarin opgenomen langs elektromagnetische weg identificeerbare identificatie-element 22, of kortweg RFID-tag, “Radio Frequency IDentification-tag”, genoemd heeft als doel het met behulp van 25 een daartoe geschikt uitleesapparaat langs draadloze weg identificeren van en/of uitlezen van informatie uit de RFID-tag, zoals hierboven reeds in detail is toegelicht.

30

Claims (20)

1. Paneel (1) voor toepassing als constructief element in het bijzonder voor een deur, een gevelplaat voor een gebouw, of dergelijke, welk paneel plaat 5 vormig is en uit een stapeling van zich evenwijdig aan het plaatvlak van het paneel uitstrekkende fineerlagen (2', 2", 2"') is opgebouwd, met het kenmerk, dat het paneel is voorzien van een holte (4), waarbij in de holte een identificatie-element (6; 22) is aangebracht voor het van buitenaf identificeren van het paneel.

2. Paneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de holte (4) is 10 gevormd door een aan een kopse zijde (3) van het paneel verschafte boring (4), waarbij het identificatie-element (6; 22) een langwerpige identificatiestift (6) omvat die vast in de boring (4) is aangebracht, waarbij een vrij uiteinde (7) van de identificatiestift samenvalt met het vlak van de kopse zijde (3) van het paneel (1), voor het van buitenaf zichtbaar identificeren van het paneel.

3. Paneel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het paneel (1) is gekozen uit een groep van soortgelijke uit fineerlagen opgebouwde panelen met een onderling verschillende fineerlaagsamenstelling, waarbij de identificatiestift (6) een vooraf bepaalde kleur heeft voor het van buitenaf zichtbaar coderen van de specifieke fineerlaagsamenstelling van het paneel (1) waarin de identificatiestift is 20 aangebracht.

4. Paneel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de identificatiestift (6) klemmend in de boring (4) is opgenomen.

5. Paneel volgens één van de conclusies 2 tot en met 4, met het kenmerk, dat tussen de identificatiestift (6) en de wand (5) van de boring (4) een 25 afdichtmiddel is voorzien voor het afdichten van de naad tussen de identificatiestift en de wand van de boring.

6. Paneel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het afdichtmiddel tevens als hechtmiddel voor het aan de wand van de boring (4) hechten van de identificatiestift (6) fungeert.

7. Paneel volgens één of meer van de conclusies 2 tot en met 6, met het kenmerk, dat de identificatiestift (6) zich over een lengte van ten minste 4 cm, bij voorkeur ten minste 6 cm in de boring (4) uitstrekt.

8. Paneel volgens één of meer van de conclusies 2 tot en met 7, met het kenmerk, dat de identificatiestift (6) uit een kunststof of uit hout is vervaardigd, zodanig dat de stift door houtbewerkingsgereedschappen verspaanbaar is.

9. Paneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paneel een langs elektromagnetische weg identificeerbaar 5 identificatie-element (22) omvat, welke in de holte (4) is opgenomen.

10. Paneel volgens één of meer van de conclusies 2 tot en met 8 en volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het langs elektromagnetische weg identificeerbaar identificatie-element (22) in de boring (4) is opgenomen, in een ruimte (20) tussen een bodem (11) van de boring (4) en het naar de bodem (11) van 10 de boring (4) gerichte uiteinde (12) van de identificatiestift (6).

11. Paneel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het langs elektromagnetische weg identificeerbare identificatie-element (22) in een verdere identificatiestift (21) is opgenomen die tussen de bodem (11) van de boring (4) en het naar de bodem (11) van de boring (4) gerichte uiteinde (12) van de identificatiestift 15 (6) in de ruimte in de boring is opgesloten.

12. Paneel volgens één of meer van de conclusies 2 tot en met 8 en volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het langs elektromagnetische weg identificeerbaar identificatie-element (22) in een nabij een van de kopse zijde (3) van het paneel (1) afgekeerd uiteinde (12) van de identificatiestift (6) is opgenomen.

13. Paneel volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de holte (4) in een bij toepassing van het paneel vrij benaderbare kopse zijde (3) is aangebracht.

14. Paneel volgens conclusie 9 of een daarvan afhankelijke conclusie, met het kenmerk, dat het langs elektromagnetische weg identificeerbaar identificatie- 25 element (22) een elektrische resonantiekring omvat die op een specifieke frequentie energie absorbeert.

15. Paneel volgens conclusie 9 of een daarvan afhankelijke conclusie, met het kenmerk, dat het langs elektromagnetische weg identificeerbaar identificatie-element (22) een geïntegreerde elektronische schakeling met hierin opgeslagen en 30 langs elektromagnetische weg uitleesbare data omvat.

16. Paneel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de data een voor elk paneel unieke identificatie omvatten.

17. Deur, met het kenmerk dat deze althans in hoofdzaak is gevormd door een paneel (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de deur aan een in gebruikstoestand verticale zijde (3) ervan van scharnieren (10) is voorzien, waarbij de holte (4) kops in die zijde is voorzien op een hoogte tussen 30 cm en 100 cm vanaf de onderzijde (8) van de deur.

18. Werkwijze voor het van identificatiemiddelen (6; 22) voorzien van een paneel (1), welk paneel plaat vormig is, uit een stapeling van zich evenwijdig aan het plaatvlak van het paneel uitstrekkende fineerlagen (2', 2", 2'") is opgebouwd, de werkwijze omvattende het aanbrengen van een holte (4) in het paneel (1), en het in de boring (4) aanbrengen van een identificatie-element (6; 22) zodat het paneel van 10 buitenaf kan worden geïdentificeerd.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, gekenmerkt doordat: - ten behoeve van het aanbrengen van de holte (4) een boring (4) in een kopse zijde van het paneel wordt aangebracht, waarna - een langs elektromagnetische weg identificeerbaar identificatie-15 element (22) in de boring wordt opgenomen, waarbij - een langwerpige identificatiestift (6) vast in de boring (4) wordt aangebracht, waarbij een vrij uiteinde (7) van de identificatiestift samenvalt met het vlak van de kopse zijde (3) van het paneel (1), voor het van buitenaf identificeren van het paneel.

20 25