NL2005073C2

NL2005073C2 - SCAFFOLDING AND ACCESS.

Info

Publication number: NL2005073C2
Application number: NL2005073A
Authority: NL
Inventors: Graham Dale Spooner
Original assignee: Spooner Schilderwerken
Priority date: 2010-07-13
Filing date: 2010-07-13
Publication date: 2012-01-16
Also published as: EP2407610A3; EP2407610A2

Description

Steiger en opgangScaffolding and entrance

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een steiger voor werkzaamheden op een hellend dakoppervlak van een gebouw omvattende een steigerdeel waarvan een opgang 5 uitgaat die zich uitstrekt over althans een deel van het dakoppervlak om een beveiligd pad voor een werker boven het dakoppervlak te vormen. Tevens heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een opgang zoals toegepast in een steiger.The present invention relates to a scaffolding for work on a sloping roof surface of a building comprising a scaffolding part from which an entrance extends that extends over at least a part of the roof surface to form a secured path for a worker above the roof surface. The present invention also relates to an entrance as used in a scaffolding.

Steigers worden ingezet bij werkzaamheden op of aan een dak van een gebouw, zoals 10 schilderwerkzaamheden, constructiewerkzaamheden of reparatiewerkzaamheden. Om werkzaamheden op een hellend dak uit te voeren wordt veelal gebruikt gemaakt van een van een steigerdeel uitgaande opgang die zich over althans een deel van een dakoppervlak uitstrekt. De opgang vormt een zekere ondergrond die enige ondersteuning aan een werker op het dak biedt. De werker kan zodoende een enigszins 15 beveiligd pad volgen vanaf waar hij werkzaamheden op het dakoppervlak kan uitvoeren.Scaffolding is used for work on or on a roof of a building, such as painting work, construction work or repair work. In order to carry out work on a sloping roof, use is often made of an entrance starting from a scaffolding part which extends over at least a part of a roof surface. The entrance forms a certain surface that offers some support to a worker on the roof. The worker can thus follow a somewhat secured path from where he can perform work on the roof surface.

Zo is een steiger van de in de aanhef genoemde soort bekend uit de Britse octrooiaanvrage GB 2204628 waarbij van een steigerdeel een ladder als opgang uitgaat die zich uitstrekt over althans een deel van het dakoppervlak om een beveiligd pad voor 20 een werker boven het dakoppervlak te vormen. Het steigerdeel betreft een ladderffame voorzien van een uitstekende houder is voorzien van koppelpinnen om de ladder aan te koppelen.For example, a scaffolding of the type mentioned in the preamble is known from British patent application GB 2204628, in which a scaffolding part extends from a ladder that extends over at least a part of the roof surface to form a secured path for a worker above the roof surface. . The scaffolding part is a ladder frame provided with a protruding holder and provided with coupling pins to connect the ladder to.

Een bezwaar aan deze bekende steiger is dat de ladder onverplaatsbaar is gefixeerd aan 25 de uitstekende houder vanhet steigerdeel. Indien werkzaamheden op plaatsen op het dakoppervlak dienen te worden uitgevoerd die voor de werker vanaf de ladder onbereikbaar zijn, dan dient ofwel het steigerdeel met de ladder te worden losgekoppeld van de steiger, verplaatst en opnieuw vastgekoppeld aan de steiger of dienen er meerdere steigerdelen met ladders te worden geplaatst.A drawback of this known scaffolding is that the ladder is immovably fixed to the protruding holder of the scaffolding part. If work must be carried out at places on the roof surface that are inaccessible for the worker from the ladder, then either the scaffolding part with the ladder must be disconnected from the scaffolding, moved and reconnected to the scaffolding or there must be several scaffolding parts with ladders to be placed.

De onderhavige uitvinding heeft onder meer als doel te voorzien in een steiger die aan dit bezwaar althans in belangrijke mate tegemoet komt.The present invention has for its object, inter alia, to provide a scaffolding which at least substantially obviates this drawback.

PA1770NL00.nl.wpd 30 -2-PA1770NL00.nl.wpd 30 -2-

Om het beoogde doel te bereiken heeft een steiger van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding het kenmerk dat de opgang althans nabij een uiteinde koppelingsmiddelen omvat waarmee de opgang althans nagenoeg parallel aan een dakrand gangbaar is gekoppeld aan het steigerdeel. Op deze wijze is hiervoor de opgang 5 parallel aan de dakrand over een lengte van het steigerdeel te verplaatsen zonder dat de opgang dient te worden losgekoppeld. Hierdoor is snel een andere plaats op het dakoppervlak bereikbaar voor werkzaamheden en kan met een enkele opgang een groter gebied op het dakoppervlak worden bereikt.In order to achieve the intended object, a scaffolding of the type mentioned in the preamble according to the invention is characterized in that the entrance comprises coupling means at least near one end, with which the entrance is conventionally coupled to the scaffolding part at least substantially parallel to a roof edge. In this way the entrance 5 can be moved parallel to the edge of the roof over a length of the scaffolding part without the entrance having to be disconnected. As a result, a different location on the roof surface can quickly be reached for work and a larger area on the roof surface can be reached with a single entrance.

10 In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het kenmerk dat het steigerdeel zich zijdelings van een overig deel van de steiger uitstrekt over de dakrand en een dicht bodemvlak omvat. Zodoende wordt een afgrond tussen de steiger en de dakrand overbrugd met een voor de werker direct vanaf de steiger toegankelijke ondergrond en wordt valgevaar drastisch verminderd.In a first preferred embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the scaffolding part extends laterally from an other part of the scaffolding over the roof edge and comprises a closed bottom surface. In this way, an abyss between the scaffolding and the roof edge is bridged with a surface accessible to the worker directly from the scaffolding and the risk of falling is drastically reduced.

1515

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het kenmerk dat de opgang met de koppelingsmiddelen is gekoppeld aan een horizontale steigerbuis van het steigerdeel. Een steiger en steigerdelen zijn voor een groot deel opgebouwd uit steigerbuizen. Deze zijn uitermate geschikt om de opgang betrouwbaar 20 aan te koppelen met koppelingsmiddelen die daartoe zijn ingericht. Een horizontale steigerbuis ter hoogte van de dakrand biedt een uitstekend bevestigingspunt waarlangs de opgang althans nagenoeg parallel gangbaar aan de dakrand is.In a further preferred embodiment the scaffolding according to the invention is characterized in that the entrance with the coupling means is coupled to a horizontal scaffolding tube of the scaffolding part. A scaffolding and scaffolding parts are largely made up of scaffolding tubes. These are extremely suitable for reliably coupling the entrance to coupling means which are designed for this purpose. A horizontal scaffolding tube at the height of the roof edge offers an excellent fixing point along which the entrance can be practically parallel to the roof edge.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het 25 kenmerk dat de koppelingsmiddelen een koppelingsorgaan omvatten dat de steigerbuis althans ten dele omsluit. Hierbij kan worden gedacht aan een haak, een gedeeltelijke ring of cilinder. Een verbinding wordt bijvoorbeeld gevormd door het koppelingsorgaan om de steigerbuis te haken, te klikken of om te klappen, eventueel gevolgd door een verdere fixatie bijvoorbeeld met een schroefsluiting of een kliksysteem. Het 30 koppelingsorgaan is, althans indien de verbinding (nog) niet strak klemmend is aangebracht, roteerbaar om de steigerbuis, waardoor een hoek van de opgang ten -3- opzichte van het steigerdeel instelbaar is. De steiger is hierdoor geschikt voor gebruik op een hellend dak, onafhankelijk van een hellingshoek van het hellende dak.In a further preferred embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the coupling means comprise a coupling member which at least partially encloses the scaffolding tube. A hook, a partial ring or a cylinder can be considered here. A connection is, for example, formed by hooking, clicking or folding over the scaffolding tube, optionally followed by a further fixation, for example with a screw closure or a click system. The coupling member is rotatable about the scaffolding tube, at least if the connection is not (yet) tightly arranged, whereby an angle of the entrance with respect to the scaffolding part is adjustable. The scaffolding is therefore suitable for use on a sloping roof, independent of a slope of the sloping roof.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het 5 kenmerk dat het koppelingsorgaan een bevestigingsoog omvat. Een bevestigingsoog wordt om de steigerbuis geschoven en omhult deze volledig. Hierdoor wordt een bijzonder solide koppeling tot stand gebracht die bovendien over een lengte van de steigerbuis kan worden verschoven en zodoende de opgang gangbaar maakt over een lengte van de steigerbuis. Tevens is het bevestigingsoog roteerbaar om de steigerbuis 10 om zo een hoek van de opgang te opzichte van het steigerdeel in te stellen.In a further preferred embodiment, the scaffold according to the invention is characterized in that the coupling member comprises a fastening eye. A mounting eye is slid around the scaffolding tube and completely encloses it. A particularly robust coupling is hereby established which, moreover, can be displaced over a length of the scaffolding tube and thus renders the entrance conventional over a length of the scaffolding tube. The mounting eye is also rotatable about the scaffolding tube 10 so as to adjust an angle of the entrance relative to the scaffolding part.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het kenmerk dat de opgang een opgangbodem omvat om over te lopen en dat de opgangbodem althans aan ten minste één lengtezijde is voorzien van een reling.In a further preferred embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the entrance comprises an entrance floor for overflowing and that the entrance floor is provided with a railing at least on at least one longitudinal side.

15 Een reling biedt meerdere veiligheidsverbeterende eigenschappen. Een reling biedt houvast voor een gebruiker van de steiger en vormt bovendien een barrière tegen vallen, waardoor er tijdens werkzaamheden of tijdens het bestijgen of afdalen van de opgang een meer stabiele en veilige situatie is.15 A railing offers several safety-enhancing properties. A railing provides support for a user of the scaffolding and moreover forms a barrier against falling, as a result of which there is a more stable and safe situation during work or during the ascent or descent of the entrance.

20 Bovendien kan een gebruiker zich aan de reling ankeren, bijvoorbeeld door middel van een kabel of een touw voorzien van een verankeringselement zoals een haak, een oog of een lus.Moreover, a user can anchor himself to the railing, for example by means of a cable or a rope provided with an anchoring element such as a hook, an eye or a loop.

Het is ook mogelijk om voorwerpen aan de reling te bevestigen, zoals bijvoorbeeld 25 gereedschappen of verfblikken, zodat deze niet door de gebruiker hoeven te worden vastgehouden en deze beide handen beschikbaar heeft voor het verrichten van werkzaamheden. Bovendien wordt door de bevestiging aan de reling vermeden dat de voorwerpen van het dak vallen.It is also possible to attach objects to the railing, such as for example tools or paint cans, so that they do not have to be held by the user and that he has both hands available for performing work. Moreover, the attachment to the railing prevents the objects from falling off the roof.

30 In een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het kenmerk dat de reling schamierbaar om een as aan de opgangbodem is bevestigd en -4- stelbaar is tussen een ingeklapte, althans nagenoeg parallel aan de opgangbodem liggende, stand en een uitgeklapte, althans nagenoeg loodrecht op de opgangbodem staande, stand. Een opgang met een ingeklapte reling is bijzonder compact, wat grote voordelen biedt tijdens opslag, vervoer, koppelen van de opgang aan de steigerbuis en 5 plaatsen van de opgang op het dakoppervlak.In a particularly preferred embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the railing is hingedly mounted on the entrance floor about an axis and is adjustable between a collapsed position lying at least substantially parallel to the entrance floor and an unfolded, at least substantially standing perpendicular to the entrance floor. An entrance with a folded railing is particularly compact, which offers great advantages during storage, transport, coupling of the entrance to the scaffolding pipe and locations of the entrance on the roof surface.

In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het kenmerk dat de opgang over althans een lengte is voorzien van een geleidingsspoor waarlangs een geleidingselement van een ankerlichaam axiaal gangbaar is. Hiermee wordt bedoeld 10 een geleidingsspoor waarin of waaromheen een ankerlichaam, bijvoorbeeld een oogvormig ankerpunt om een ankerkabel aan te bevestigen, gangbaar is. Bijvoorbeeld is het geleidingsspoor een groef die een geleidingselement, bijvoorbeeld een moer, althans deels omhult zodat deze slechts in axiale richting gangbaar is en waaraan het ankerpunt is bevestigd, bijvoorbeeld met een bout.In a special embodiment the scaffolding according to the invention is characterized in that the entrance is provided over at least a length with a guide track along which a guide element of an anchor body can be axially used. By this is meant a guide track in which or around which an anchor body, for example an eye-shaped anchor point for attaching an anchor cable, is common. The guide track is, for example, a groove which at least partially encloses a guide element, for example a nut, so that it can only be used in the axial direction and to which the anchor point is attached, for example with a bolt.

1515

Met een gangbaar gefixeerd ankerlichaam is er slechts een korte verbinding nodig tussen de werker en het ankerpunt wat een risico op struikelen of vallen van de opgangbodem verkleint. De opgangbodem kan voorzien zijn van het geleidingsspoor, maar als alternatief kan ook een aanwezige reling voorzien zijn van het geleidingsspoor.With a conventional fixed anchor body, only a short connection between the worker and the anchor point is required, which reduces the risk of tripping or falling from the entrance floor. The entrance floor can be provided with the guide track, but alternatively an existing railing can also be provided with the guide track.

2020

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het kenmerk dat de opgang althans aan een van de steiger afgewend uiteinde een steunelement omvat om daarmee op het dakoppervlak af te steunen. Het steunelement aan het uiteinde biedt een meer stabiele basis in het geval van een niet volledig effen 25 dakoppervlak. Bovendien blijft een contactoppervlak tussen de opgang en het dak zodoende beperkt, zodat een eventuele aantasting aan het dak door de opgang beperkt blijft.In a further preferred embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the entrance comprises a support element at least at an end remote from the scaffolding so as to be supported on the roof surface. The supporting element at the end provides a more stable base in the case of a not completely smooth roof surface. Moreover, a contact surface between the entrance and the roof remains limited, so that any damage to the roof caused by the entrance remains limited.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het 30 kenmerk dat het steunelement in hoogte verstelbaar is. Hierdoor is een hoek van de opgang ten opzichte van het dakoppervlak instelbaar, waardoor bijvoorbeeld een -5- enigszins minder steile, en daarmee beter begaanbare en veiligere, opgang kan worden verkregen.In a further preferred embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the support element is adjustable in height. As a result, an angle of the entrance with respect to the roof surface is adjustable, as a result of which, for example, a somewhat less steep, and thus more passable and safer, entrance can be obtained.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het 5 kenmerk dat het steunelement rolbaar is, bij voorkeur een wiel omvat en in het bijzonder een zwenkwiel omvat. Een dergelijk steunelement vereenvoudigt het plaatsen van de opgang op het dak. De opgang wordt vanaf de steiger op het dak gerold. Met een wiel rolt de opgang soepel over het dak en wordt de kans van beschadiging van het dak of de opgang verkleind, omdat deze niet over het dak schuift of daar vanuit een hoogte op 10 wordt neergelaten.In a further preferred embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the support element can be rolled, preferably comprises a wheel, and in particular comprises a swivel wheel. Such a support element simplifies placing the entrance on the roof. The entrance is rolled onto the roof from the scaffolding. With a wheel the entrance rolls smoothly over the roof and the chance of damage to the roof or the entrance is reduced, because it does not slide over the roof or is lowered from a height at 10.

Bij gebruik van een zwenkwiel is het bovendien mogelijk om eenvoudig een horizontale rollende zijwaartse verplaatsing van de opgang over de lengte van het steigerdeel uit te voeren. De zijwaartse verplaatsing maakt het mogelijk om de opgang die parallel aan de 15 dakrand gangbaar is over de lengte van het steigerdeel te rollen zonder dat de opgang hoeft te worden opgetild of over het oppervlak te worden gesleept.When a castor wheel is used, it is furthermore possible to simply carry out a horizontal rolling lateral displacement of the entrance over the length of the scaffolding part. The lateral displacement makes it possible to roll the entrance which is common parallel to the roof edge over the length of the scaffolding part without the entrance having to be lifted or dragged over the surface.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het kenmerk dat het steigerdeel is opgebouwd uit modulaire componenten. Dit heeft 20 voordelen bij opslag en transport en is het slechts noodzakelijk om de benodigde componenten naar een dak te transporteren.In a further preferred embodiment, the scaffolding according to the invention is characterized in that the scaffolding part is made up of modular components. This has advantages in storage and transport and it is only necessary to transport the required components to a roof.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het kenmerk dat de modulaire componenten een primaire component en ten minste één 25 verdere component omvatten, waarbij de primaire component een opgangbodemdeel omvat en de ten minste ene verdere component een component is gekozen uit een groep van een verder opgangbodemdeel een relingcomponent, een steunelement, een geleidingselement, een koppelingsmiddel, en andere functiegerichte componenten.In a further preferred embodiment the scaffolding according to the invention is characterized in that the modular components comprise a primary component and at least one further component, wherein the primary component comprises an entrance bottom part and the at least one further component is a component selected from a group of a further rise bottom part, a railing component, a supporting element, a guiding element, a coupling means, and other function-oriented components.

Indien een groot onderdeel of een onderdeel met uitstekende delen uit meerdere 30 modulaire componenten is opgebouwd kan het eenvoudiger in losse componenten op de steiger worden getild om aldaar in elkaar gezet te worden. Bovendien opent dit -6- mogelijkheden om specifiek voor bepaalde werkzaamheden noodzakelijke, nuttige of functiegerichte componenten te kiezen ofte ontwerpen en toe te passen.If a large part or a part with protruding parts is made up of several modular components, it is easier to lift individual components onto the scaffolding to be assembled there. Moreover, this opens up possibilities for choosing, designing and applying components that are necessary, useful or function-specific for specific activities.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de steiger volgens de uitvinding het 5 kenmerk dat het opgangbodemdeel en een verder opgangbodemdeel althans nagenoeg aaneengesloten koppelbaar zijn. Hiermee is een bereik van de opgang op het dakoppervlak naar wens aan te passen. Hierbij kan het verdere opgangbodemdeel in een lengterichting of een breedterichting worden gekoppeld aan het opgangbodemdeel om zo de opgang te verlengen of te verbreden. Dit maakt het mogelijk om een hoger of 10 verder gelegen deel van het dak te bereiken. De mogelijkheid om met kleinere opgangbodemdelen te werken geeft voordelen bij transport en hantering van de opgang of indien het niet noodzakelijk is dat er zeer ver van de steiger op het dak wordt gewerkt.In a further preferred embodiment, the scaffold according to the invention is characterized in that the riser bottom part and a further riser bottom part can be coupled at least substantially contiguous. With this, a range of the entrance on the roof surface can be adjusted as desired. The further rising bottom part can here be coupled to the rising bottom part in a longitudinal direction or a width direction in order to extend or widen the rising. This makes it possible to reach a higher or more distant part of the roof. The possibility of working with smaller riser bottom parts gives advantages when transporting and handling the riser or if it is not necessary to work very far from the scaffolding on the roof.

15 Een opgang zoals toegepast in een steiger volgens de uitvinding kan ook worden gekoppeld aan andere inrichtingen dan een steiger om op moeilijk begaanbare plaatsen een beveiligd pad te vormen. Hierbij kan worden gedacht aan en koppeling aan een ladder of een aanwezige reling.An entrance as used in a scaffolding according to the invention can also be coupled to devices other than a scaffolding in order to form a secured path at difficult-to-walk places. One can think of a connection to a ladder or an existing railing.

20 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de opgang volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de opgangbodem een ladder omvat. Een ladder is een geschikte opgangbodem aangezien het met aanwezige laddersporten afsteunelementen omvat en bovendien in het vakgebied veel gebruikt en beschikbaar is. Eventueel kunnen componenten zoals wielen en koppelingsmiddelen aan een bestaande ladder worden gemonteerd om zodoende een 25 opgang volgens de uitvinding te vormen.In a preferred embodiment, the entrance according to the invention is characterized in that the entrance floor comprises a ladder. A ladder is a suitable starting floor since it includes supporting elements with ladder rungs present and, moreover, is widely used and available in the art. Components such as wheels and coupling means can optionally be mounted on an existing ladder so as to form an entrance according to the invention.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft de opgangbodem volgens de uitvinding het kenmerk dat de opgangbodem een gesloten loopbrug omvat. Hierdoor is het niet noodzakelijk dat de werker rechtstreeks steunt op het dak of op laddersporten dient te 30 staan, wat enigszins oncomfortabel en instabiel kan zijn. Ook kunnen voorwerpen, zoals -7- bij voorbeeld blikken met verf eenvoudiger en stabieler op de gesloten loopbrug worden neergezet vergeleken met een open opgangbodem zoals een ladder.In a further embodiment, the entrance floor according to the invention is characterized in that the entrance floor comprises a closed walkway. As a result, it is not necessary for the worker to rest directly on the roof or to stand on ladder rungs, which can be somewhat uncomfortable and unstable. Objects such as paint cans, for example, can also be placed on the closed walkway more simply and more stably compared to an open entrance floor such as a ladder.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de opgang volgens de uitvinding het 5 kenmerk dat de opgangbodem althans aan een loopzijde anti-slipmiddelen omvat. Op een ladder, maar in het bijzonder op een gesloten loopbrug van een opgang op een hellend dakoppervlak is een gevaar voor wegglijden aanwezig. Dit is bijzonder ongewenst, zelfs als de gebruiker is verankerd, omdat een onverhoopte val door wegglijden mogelijk tot kwetsuren of erger bij de gebruiker kan leiden. Er zijn 10 verschillende anti-slipmiddelen mogelijk. Zo kunnen er bijvoorbeeld enigszins opstaande of gestructureerde delen op de opgangbodem zijn aangebracht waar een op het dak werkend persoon met zijn voeten tegen af kan steunen om meer stabiliteit en veiligheid te verkrijgen. Ook kan een opgang bijvoorbeeld zijn bekleed met een anti-slipmateriaal, dat meer grip levert en daarmee een kans op wegglijden verkleint.In a further preferred embodiment, the entrance according to the invention is characterized in that the entrance floor comprises anti-slip means at least on a walking side. There is a risk of slipping on a ladder, but in particular on a closed walkway of an entrance on a sloping roof surface. This is particularly undesirable, even if the user is anchored, because an unexpected fall due to slipping may lead to injury or worse for the user. 10 different anti-slip agents are possible. For example, slightly raised or structured parts can be provided on the entrance floor against which a person working on the roof can lean against with his feet in order to obtain more stability and safety. An entrance can also be covered, for example, with an anti-slip material, which provides more grip and thus reduces the risk of slipping.

1515

Ook een onderzijde van de opgang kan zijn voorzien van anti-slipmiddelen om zo een glijden of schuiven van de opgang op het dakoppervlak tegen te gaan.An underside of the entrance can also be provided with anti-slip means in order to prevent sliding or sliding of the entrance onto the roof surface in this way.

De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van 20 uitvoeringsvoorbeelden en bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 een zijaanzicht van een steiger volgens de uitvinding; figuur 2 een zijaanzicht van de opgang van de steiger volgens de uitvinding; figuur 3 een zijaanzicht van een van een reling voorziene opgang van de steiger 25 volgens de uitvinding; figuur 4 een bovenaanzicht van de opgang van de steiger volgens de uitvinding; figuur 5 een bovenaanzicht van twee gekoppelde opgangen van de steiger volgens de uitvinding; figuur 6 een bijzondere uitvoeringsvorm van de steiger volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to exemplary embodiments and the accompanying drawing. In the drawing: figure 1 shows a side view of a scaffold according to the invention; figure 2 shows a side view of the entrance of the scaffolding according to the invention; figure 3 shows a side view of a guarded entrance to the scaffolding 25 according to the invention; figure 4 is a top view of the rise of the scaffold according to the invention; figure 5 shows a top view of two coupled rises of the scaffolding according to the invention; Figure 6 shows a special embodiment of the scaffolding according to the invention.

30 -8-30-8

Figuur 1 toont de steiger 1 in zijaanzicht naast een gebouw. Opgang 11 is met twee koppelingsorganen 13 bevestigd aan steigerdeel 14 dat het bovenste deel van de steiger vormt.Figure 1 shows the scaffolding 1 in side view next to a building. Entrance 11 is secured with two coupling members 13 to scaffolding part 14 which forms the upper part of the scaffolding.

5 De opgang 11 is voorzien van een reling 12. De reling 12 kan dienen als geleidingsspoor voor een gangbaar ankerpunt waaraan een gebruiker zich kan zekeren, bijvoorbeeld een haak, een ring of een lus van een zekeringskabel. Het is ook mogelijk dat een bodem van de opgang langs een lengte is voorzien van een groef om het gangbare ankerpunt in te ontvangen.The entrance 11 is provided with a railing 12. The railing 12 can serve as a guide track for a common anchor point to which a user can secure himself, for example a hook, a ring or a loop of a fuse cable. It is also possible that a bottom of the entrance is provided along a length with a groove to receive the usual anchor point.

1010

De opgang rust op dak 2 met twee zwenkwielen 111. Deze wielen zijn in hoogte verstelbaar om een hoek van de opgang 11 ten opzichte van het dak 2 aan te passen, om zodoende bijvoorbeeld een vlakker en daarmee beter begaanbaar looppad te verkrijgen.The entrance rests on roof 2 with two swivel wheels 111. These wheels are height-adjustable to adjust an angle of the entrance 11 with respect to the roof 2, so as to obtain, for example, a flatter and thus more passable walkway.

15 De opgang 11 koppelt aan een op een dakhoogte gelegen steigerbuis 141 van steigerdeel 14. Er ontstaat een van het dak af gerichte kracht op het steigerdeel als een op het dak werkend persoon op de opgang staat. Dit levert een gevaar op voor kantelen of zelfs omvallen van de steiger. Dit wordt voorkomen door de steiger te stabiliseren door middelen die de kantelbeweging verhinderen, bijvoorbeeld door verbindingsmiddelen 20 142 tussen de steiger met muur 21 te verbinden. Hierdoor wordt de van het dak afgerichte kracht opgevangen en ontstaat er een bijzonder stabiele situatie.The entrance 11 couples to a scaffolding tube 141 of scaffolding part 14 located at a roof height. A force directed away from the roof is created on the scaffolding part when a person acting on the roof stands on the entrance. This presents a danger of the scaffolding tipping over or even tipping over. This is prevented by stabilizing the scaffolding by means which prevent the tilting movement, for example by connecting connecting means 142 between the scaffolding and wall 21. As a result, the force directed away from the roof is absorbed and a particularly stable situation is created.

Het kan onwenselijk zijn dat de steiger met de muur 21 wordt verbonden, bijvoorbeeld doordat een integriteit van de muur niet mag worden aangetast. Een alternatieve 25 oplossing is om de steiger op één of meer posities op aan een van het dak afgerichte zijde te stutten of ondersteunen, bijvoorbeeld door dwarsbalken (niet getoond) die zich uitstrekken vanaf de steiger naar een ondergrond.It may be undesirable for the scaffolding to be connected to the wall 21, for example because an integrity of the wall may not be compromised. An alternative solution is to support or support the scaffolding in one or more positions on a side facing away from the roof, for example by crossbars (not shown) extending from the scaffolding to a surface.

Bij een verplaatsing van de opgang 11 langs steigerbuis 141 parallel aan een dakrand 30 wordt de opgang eenvoudig verschoven over de buis, waarbij de zwenkwielen 111 over het dak rollen.When the entrance 11 is moved along scaffolding tube 141 parallel to a roof edge 30, the entrance is simply shifted over the tube, with the swivel wheels 111 rolling over the roof.

-9--9-

Figuur 2 en figuur 4 tonen respectievelijk een zijaanzicht en een bovenaanzicht van de opgang 11 van de steiger volgens de uitvinding. Opgang 11 met een gesloten loopbrug is voorzien van twee typen antislipmiddelen 112 en 113. Voetafsteunelementen 112 zijn lichte verhogingen die zich op regelmatige afstanden bevinden over de lengte van 5 anti-slipmat 113, welke is aangebracht op een volledig oppervlak van de gesloten loopbrug. Zwenkwielen 111 zijn roteerbaar bevestigd in een van de steiger 14 afgewend uiteinde van de opgang 11.Figure 2 and Figure 4 show a side view and a top view, respectively, of the entrance 11 of the scaffolding according to the invention. Entrance 11 with a closed walkway is provided with two types of anti-slip means 112 and 113. Foot-supporting elements 112 are light elevations that are at regular distances along the length of anti-slip mat 113, which is arranged on a complete surface of the closed walkway. Swivel wheels 111 are rotatably mounted in an end of the entrance 11 remote from the scaffold 14.

Relingbevestigingspunten 114 bevinden zich aan beide langszijden van de opgang 11 10 om zodoende aan een gekozen zijde of aan beide zijden een reling 12 te kunnen bevestigen, zoals getoond in figuur 3. In een bijzondere uitvoeringsvorm zijn de relingbevestigingspunten schamierbaar (niet getoond) om een bevestigde reling 12 naar het werkoppervlak te kantelen om zodoende een compacte uitvoering te verkrijgen, wat handig kan zijn bij vervoer of opslag zonder dat de reling verwijderd hoeft te worden.Rail mounting points 114 are located on both longitudinal sides of the entrance 11 so as to be able to attach a railing 12 to a selected side or to both sides, as shown in Figure 3. In a special embodiment, the rail mounting points are pivotable (not shown) about a fixed tilting railing 12 to the work surface in order to obtain a compact design, which can be useful during transport or storage without having to remove the railing.

1515

De opgang 11 koppelt met koppelingsorganen 13 aan steigerbuis 141. In de uitvoeringsvorm getoond in figuur 2 omvatten de koppelingsorganen een 13 bevestigingsoog dat om de steigerbuis 141 wordt geschoven. De opgang 11 is zodoende gangbaar en roteerbaar om de steigerbuis 141 gekoppeld.The entrance 11 couples with coupling members 13 to scaffolding tube 141. In the embodiment shown in Figure 2, the coupling members comprise a mounting eye that is slid around the scaffolding tube 141. The entrance 11 is thus connected to the scaffolding tube 141 in a conventional and rotatable manner.

2020

De uitvoeringsvorm getoond in figuur 4 toont koppelingsorganen 13 met een niet volledige ringvorm die de steigerbuis 141 deels omsluiten en vervolgens worden afgesloten met een schroefmiddel. Er is zodoende een stevige koppeling tot stand gebracht. Een sterkte van de koppeling wordt bepaald door de mate van aandraaiing van 25 het schroefmiddel. Indien de aandraaiing niet zodanig is dat de koppelingsorganen 13 strak klemmend om de steigerbuis 141 bevestigd zijn, zijn ze roteerbaar om de steigerbuis en is een hoek tussen de steiger 14 en de opgang 111 afstembaar op een hoek van het dak 2. Bovendien is de opgang in dit geval gangbaar over de lengte van steigerbuis 141, zodat de opgang over het dak verplaatst kan worden zonder dat de 30 koppeling dient te worden opgeheven.The embodiment shown in Figure 4 shows coupling members 13 with an incomplete ring shape which partially enclose the scaffolding tube 141 and are subsequently closed with a screw means. A strong coupling has thus been established. A strength of the coupling is determined by the degree of tightening of the screw means. If the tightening is not such that the coupling members 13 are tightly clamped around the scaffolding tube 141, they are rotatable about the scaffolding tube and an angle between the scaffolding 14 and the ramp 111 can be adjusted to an angle of the roof 2. Moreover, the ramp in this case common along the length of scaffolding tube 141, so that the entrance can be moved over the roof without the coupling having to be lifted.

-10--10-

Figuur 5 toont twee identieke, gekoppelde opgangen 11 en 1Γ. In deze uitvoeringsvorm omvatten de opgangen 11 en 1Γ koppelstangen 115,115' en koppelstanghouders 116, 116'. Koppelstangen 115,115' hebben althans nagenoeg eenzelfde diameter als steigerbuis 141. Opgang 11' koppelt aan koppelstang 115 met koppelingsorganen 13' 5 identiek aan de koppelingsorganen 13 getoond in figuur 4 op eenzelfde wijze als opgang 11 koppelt aan steigerbuis 141 met koppelingsorganen 13.Figure 5 shows two identical, linked ascents 11 and 1Γ. In this embodiment, the rises 11 and 1 omvatten comprise coupling rods 115, 115 'and coupling rod holders 116, 116'. Coupling rods 115, 115 'have at least substantially the same diameter as scaffolding tube 141. Entry 11' couples to coupling rod 115 with coupling members 13 'identical to the coupling members 13 shown in Fig. 4 in the same way as coupling 11 couples to scaffolding tube 141 with coupling members 13.

Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van de steiger 1 voor het uitvoeren van werkzaamheden aan dakkapel 23. Steiger 14 omvat in deze uitvoeringsvorm een 10 steigerdeel 142 dat zich zijdelings van een overig deel van de steiger uitstrekt over de dakrand en een dicht bodemvlak omvat. Op deze wijze overbrugt het steigerdeel 142 een afgrond tussen het overige deel van de steiger en de dakrand waardoor de werker veiliger de opgang kan bereiken. Voor meer veiligheid is steigerdeel 142 voorzien van relingen. Opgang 11 koppelt met koppelingsorganen 13 aan een steigerbuis van 15 steigerdeel 142 op een zelfde wijze als in één van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen. Reling 112 bevindt zich in deze uitvoeringsvorm aan een van de dakkapel 23 afgewende zijde van de opgang 11.Figure 6 shows an embodiment of the scaffolding 1 for performing work on dormer window 23. Scaffolding 14 in this embodiment comprises a scaffolding part 142 which extends laterally from an other part of the scaffolding over the roof edge and comprises a closed bottom surface. In this way, the scaffolding part 142 bridges an abyss between the remaining part of the scaffolding and the roof edge so that the worker can reach the entrance more safely. For more safety, scaffolding part 142 is provided with railings. Entrance 11 couples with coupling members 13 to a scaffolding tube of scaffolding part 142 in the same way as in one of the embodiments described above. Rail 112 in this embodiment is located on a side of the entrance 11 remote from the dormer window 23.

Hoewel de uitvinding aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd 20 toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt.Although the invention has been further elucidated on the basis of a few exemplary embodiments, it will be apparent that the invention is by no means limited thereto.

Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.On the contrary, many variations and manifestations are still possible for the average person skilled in the art within the scope of the invention.

Claims

Scaffolding for work on a sloping roof surface of a building comprising a scaffolding part from which a ramp extends over at least a part of the roof surface to form a secured path for a worker above the roof surface, characterized in that the ramp is at least comprises coupling means near one end, with which the entrance is connected to the scaffolding part at least substantially parallel to a roof edge.

Scaffolding according to claim 1, characterized in that the scaffolding part extends laterally of an other part of the scaffolding over the roof edge and comprises a dense bottom surface.

3. Scaffolding as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the entrance with the coupling means is coupled to a horizontal scaffolding tube of the scaffolding part.

4. Scaffolding as claimed in claim 3, characterized in that the coupling means comprise a coupling member which at least partially encloses the scaffolding tube. 20

Scaffolding according to claim 4, characterized in that the coupling member comprises a fastening eye.

6. Scaffolding as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the entrance comprises an entrance floor for overflowing and that the entrance floor is provided with a railing at least on at least one longitudinal side.

7. Scaffolding as claimed in claim 6, characterized in that the railing is hingedly mounted on the entrance floor about an axis and is adjustable between a folded position, which is at least substantially parallel to the entrance floor and a folded out, at least substantially perpendicular to the entrance floor. position. -12-

Scaffolding according to one or more of the preceding claims, characterized in that the entrance is provided over at least a length with a guide track along which a guide element of an anchor body can be axially used.

9. Scaffolding as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the entrance comprises at least at an end remote from the scaffolding a support element for supporting with it on the roof surface.

10. Scaffolding according to claim 9, characterized in that the support element is height-adjustable.

Scaffolding according to claim 9 or 10, characterized in that the support element can be rolled, preferably comprises a wheel and in particular comprises a castor.

Scaffolding according to one or more of the preceding claims, characterized in that the entrance is made up of modular components.

13. Scaffolding according to claim 12, characterized in that the modular components comprise a primary component and at least one further component, wherein the primary component comprises an entrance bottom part and the at least one further component is a component selected from a group of a further entrance bottom part a railing component, a supporting element, a guiding element, a coupling means, and other function-oriented components.

Scaffolding according to claim 13, characterized in that the riser bottom part and a further riser bottom part can be coupled at least substantially contiguous.

A ramp as used in a scaffolding according to one or more of the preceding claims. 30 -13-

An entrance as claimed in claim 15, characterized in that the entrance floor comprises a ladder.

17. Entrance as claimed in claim 15, characterized in that the entrance floor comprises a closed walkway.

18. Entrance as claimed in one or more of the claims 13-15, characterized in that the entrance floor comprises anti-slip means at least on a running side.