NL2004944C2 - SYSTEM FOR LOCALIZING OBJECTS ON A RAILWAY, AND METHOD FOR THIS. - Google Patents

SYSTEM FOR LOCALIZING OBJECTS ON A RAILWAY, AND METHOD FOR THIS. Download PDF

Info

Publication number
NL2004944C2
NL2004944C2 NL2004944A NL2004944A NL2004944C2 NL 2004944 C2 NL2004944 C2 NL 2004944C2 NL 2004944 A NL2004944 A NL 2004944A NL 2004944 A NL2004944 A NL 2004944A NL 2004944 C2 NL2004944 C2 NL 2004944C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sensors
track
distance
control unit
railway
Prior art date
Application number
NL2004944A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Ronald Johannes Bakker
Original Assignee
Ronald Johannes Bakker
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ronald Johannes Bakker filed Critical Ronald Johannes Bakker
Priority to NL2004944A priority Critical patent/NL2004944C2/en
Priority to PCT/NL2011/050451 priority patent/WO2011162605A2/en
Priority to EP11729182.3A priority patent/EP2585353B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2004944C2 publication Critical patent/NL2004944C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61LGUIDING RAILWAY TRAFFIC; ENSURING THE SAFETY OF RAILWAY TRAFFIC
    • B61L1/00Devices along the route controlled by interaction with the vehicle or vehicle train, e.g. pedals
    • B61L1/12Electric devices associated with overhead trolley wires
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61LGUIDING RAILWAY TRAFFIC; ENSURING THE SAFETY OF RAILWAY TRAFFIC
    • B61L23/00Control, warning, or like safety means along the route or between vehicles or vehicle trains
    • B61L23/04Control, warning, or like safety means along the route or between vehicles or vehicle trains for monitoring the mechanical state of the route
    • B61L23/041Obstacle detection
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61LGUIDING RAILWAY TRAFFIC; ENSURING THE SAFETY OF RAILWAY TRAFFIC
    • B61L25/00Recording or indicating positions or identities of vehicles or vehicle trains or setting of track apparatus
    • B61L25/02Indicating or recording positions or identities of vehicles or vehicle trains
    • B61L25/025Absolute localisation, e.g. providing geodetic coordinates
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61LGUIDING RAILWAY TRAFFIC; ENSURING THE SAFETY OF RAILWAY TRAFFIC
    • B61L29/00Safety means for rail/road crossing traffic
    • B61L29/24Means for warning road traffic that a gate is closed or closing, or that rail traffic is approaching, e.g. for visible or audible warning
    • B61L29/28Means for warning road traffic that a gate is closed or closing, or that rail traffic is approaching, e.g. for visible or audible warning electrically operated
    • B61L29/30Supervision, e.g. monitoring arrangements

Description

SYSTEEM VOOR HET LOKALISEREN VAN OBJECTEN OP EEN SPOORBAAN,SYSTEM FOR LOCALIZING OBJECTS ON A RAILWAY,

EN WERKWIJZE DAARVOORAND METHOD FOR THIS

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 systeem voor het lokaliseren van objecten op een spoorbaan, alsmede op een werkwijze daarvoor.The present invention relates to a system for locating objects on a railroad track, as well as a method therefor.

Op het moment zijn er drie hoofdcategorieën detectiesystemen voor het detecteren van treinen op een spoorbaan in gebruik. Het spoorstroomloop-systeem (Engels: 10 electrical track circuit system) dateert uit 1872 en is gebaseerd op het elektrisch kortsluiten van spoorstaven.There are currently three main categories of detection systems in use for detecting trains on a railroad track. The rail current loop system (English: 10 electrical track circuit system) dates from 1872 and is based on the electrical shorting of rails.

Deze kortsluiting komt tot stand wanneer een trein zich binnen een bepaalde baanvaksectie (ook wel ' (spoor)blok' genoemd) begeeft en via zijn wielen en daartussen bevindende 15 as een stroomkring tussen de verschillende spoorstaven sluit. Het spoorstroomloop-systeem neemt dan aan dat zich een trein binnen een bepaald blok bevindt, en geeft het betreffende blok als bezet aan.This short-circuit occurs when a train moves within a certain section of track (also known as '(track) block') and closes a circuit between the various rails via its wheels and axis between them. The track flow system then assumes that a train is located within a certain block, and indicates the block in question as occupied.

Een tweede detectiesysteem, dat voor het eerst 20 werd toegepast in 1960, is het 'assenteller-systeem' (Engels: axle counter system), die het aantal wielen/assen detecteert bij een begin en een eindpunt van een vooraf bepaald blok. Wanneer het aantal assen aan het begin van het blok meer is dan het aantal assen dat aan het eind van het 25 blok is geteld, wordt aangenomen dat het blok bezet is.A second detection system, which was first applied in 1960, is the "axle counter system", which detects the number of wheels / axles at a start and an end point of a predetermined block. When the number of axes at the beginning of the block is more than the number of axes counted at the end of the block, it is assumed that the block is occupied.

Nadeel van zowel het spoorstroomloop-systeem, als het assenteller-systeem is dat weliswaar bekend is dat er een bepaald blok bezet is, maar dat er geen nauwkeurige plaatsbepaling binnen dit blok, dat wel tot 5 kilometer lang 30 kan zijn, mogelijk is.A disadvantage of both the track current system and the axis counter system is that it is known that a certain block is occupied, but that accurate positioning within this block, which may be up to 5 kilometers long, is not possible.

Teneinde ook de positie van de trein te kunnen bepalen is het 'European Rail Traffic Management System' (ERTMS) ontwikkeld, dat gebruik maakt van GPS, balises en GSM-R voor het bepalen van de positie van de trein. Daar 2 ERTMS niet in staat is om de lengte van de trein te bepalen, en derhalve bij het kwijtraken van een wagon hiervan geen melding geeft, wordt aanvullend op het ERTMS altijd ook nog een assenteller-systeem of spoorstroomloop-systeem 5 toegepast.In order to be able to determine the position of the train, the European Rail Traffic Management System (ERTMS) has been developed, which uses GPS, balises and GSM-R to determine the position of the train. Since ERTMS is unable to determine the length of the train and therefore does not indicate this when a wagon is lost, an axle counter system or track-running system 5 is always applied in addition to the ERTMS.

Alle bovengenoemde systemen, het spoorstroomloop-systeem, het assenteller-systeem en ERTMS, zijn zogenaamde bloksystemen. De spoortrajecten zijn onderverdeeld in blokken van verschillende lengten, soms tot wel 5 kilometer 10 lang. Een blok waarin een trein zich bevindt wordt als bezet verklaard, en het blok waar de trein vandaan komt wordt om veiligheidsredenen niet volledig vrijgegeven. Bij een bloklengte van vijf kilometer kan dit betekenen dat tien kilometer lengte wordt vrijgehouden voor ander treinverkeer, 15 hetgeen een hoge bezettingsgraad van het spoor, dat nodig is voor bijvoorbeeld spoorboekloos rijden, in de weg staat. Onder spoorboekloos rijden wordt verstaan dat treinen naar logistieke beschikbaarheid rijden, en niet gebonden zijn aan vooraf bepaalde specifieke tijden.All the above-mentioned systems, the track current system, the axle counter system and ERTMS, are so-called block systems. The rail tracks are subdivided into blocks of different lengths, sometimes up to 5 kilometers long. A block in which a train is located is declared occupied, and the block where the train comes from is not fully released for safety reasons. With a block length of five kilometers, this can mean that a length of ten kilometers is kept free for other train traffic, which stands in the way of a high occupancy rate of the rail, which is necessary for, for example, rail-less driving. Trackless driving means that trains run to logistical availability and are not bound by predetermined specific times.

20 Een mogelijke oplossing van het toepassen van kleinere blokken van bijvoorbeeld 2,5 kilometer verdubbelt de kosten van het systeem. De typische kosten per blok zijn vrijwel onafhankelijk van de lengte daarvan, en liggen in de ordegrootte van € 400.000,00.20 A possible solution of using smaller blocks of, for example, 2.5 kilometers doubles the costs of the system. The typical costs per block are virtually independent of their length, and are in the order of € 400,000.

25 Bloksystemen hebben verder het nadeel dat bij het vermoeden van een foutmelding, bijvoorbeeld door vandalisme, het gehele blok op de aanwezigheid van een object dient te worden gecontroleerd, alvorens dit blok volledig vrijgegeven kan worden. Bij een bloklengte van bijvoorbeeld 50 kilometer 30 lengte is dit niet meer te overzien door de monteur die het blok handmatig vrijgeeft, hetgeen betekent dat de trein zich op gereduceerde snelheid door het blok zal gaan begeven, teneinde bij de eventuele aanwezigheid van een object tijdig tot stilstand te kunnen komen. De om veiligheidsredenen 3 beperkte toegestane snelheid kunnen tot een ontregeling van het spoorsysteem leiden. Daarnaast gebeurt het resetten bij het assenteller-systeem handmatig, wat tijdrovend is.Block systems further have the disadvantage that if an error message is suspected, for example due to vandalism, the entire block must be checked for the presence of an object before this block can be fully released. With a block length of, for example, 50 kilometers long, this can no longer be overseen by the fitter who releases the block manually, which means that the train will move through the block at reduced speed, so that in the event of an object being present in time to come to a standstill. The permitted speed limit for safety reasons 3 can lead to a disruption of the rail system. In addition, resetting is done manually at the axis counter system, which is time-consuming.

Een verder nadeel van het bovengenoemde 5 spoorstroomloop-systeem en assenteller-systeem is dat deze vandalisme-gevoelig zijn. Bij het spoorstroomloop-systeem kan bijvoorbeeld door muntgeld tussen een breuk van verschillende blokken aan te brengen een stroomkring tussen aaneengesloten blokken tot stand worden gebracht, wat het 10 systeem in de war brengt. Daarnaast kan bijvoorbeeid door middel van het elektrisch verbinden van beide spoorstaven met een startkabel een stroomkring tot stand worden gebracht die het spoorstroomloop-systeem doet vermoeden dat zich een trein binnen dit blok bevindt. Het assenteller-systeem kan 15 in de war gebracht worden door bijvoorbeeld met een metalen object, zoals een schop, voor de sensor langs te bewegen, wat door het systeem wordt geregistreerd als een voorbijkomend treinwiel.A further drawback of the aforementioned track current loop system and axis counter system is that they are vandalism-sensitive. In the track flow system, for example, by placing coins between a break of different blocks, a circuit can be created between contiguous blocks, which confuses the system. In addition, for example by electrically connecting both rails with a starting cable, a circuit can be created which makes the rail current system suspect that a train is located within this block. The axis counter system can be confused by, for example, moving in front of the sensor with a metal object, such as a shovel, which is registered by the system as a passing train wheel.

Een andere vorm van vandalisme is de diefstal van 20 de koper bij het spoorstroomloop-systeem. De dikke koperdraden die worden toegepast zijn geliefd bij dieven. Wanneer een koperdraad is ontvreemd, wordt het spoor als bezet aangemerkt. Herstel is kostbaar qua tijd en geld. In 2009 lagen de met koperdiefstal gepaard gaande kosten in 25 Nederland op ruim tien miljoen euro.Another form of vandalism is the theft of the buyer at the rail current system. The thick copper wires that are used are loved by thieves. When a copper wire is stolen, the track is considered to be busy. Recovery is valuable in terms of time and money. In 2009, the costs associated with copper theft in 25 the Netherlands were more than ten million euros.

Een verder nadeel van het assenteller-systeem is dat er een minimale wielmaat is vereist voordat er een betrouwbare registratie van ieder wiel plaatsvindt. Hierdoor is het assenteller-systeem niet geschikt om alle typen 30 spoorwerktuigen die ten behoeve van werkzaamheden aan het spoor hierop worden geplaatst waar te nemen.A further disadvantage of the axle counter system is that a minimum wheel size is required before a reliable registration of each wheel takes place. As a result, the axle counter system is not suitable for observing all types of track equipment that are placed on it for work on the track.

Verdere nadelen van het spoorstroomloop-systeem zijn er in gelegen dat in de herfst een op een spoorrail aanwezig bladerdek als elektrische isolator kan fungeren, 4 waardoor er geen stroomkring tot stand wordt gebracht, en tot de zeer ongewenste situatie kan leiden dat bijvoorbeeld bomen bij spoorwegovergangen niet meer sluiten wanneer een trein nadert. Dit probleem is ook wel bekend onder de naam 5 'loss of shunt' .Further disadvantages of the track current system are that in autumn a leaf deck present on a rail track can act as an electrical insulator, as a result of which no circuit is created, and can lead to the very undesirable situation that, for example, trees at railway crossings no longer close when a train approaches. This problem is also known as 'loss of shunt'.

Ook roestvorming op de spoorstaven kan er bij het spoorstroomloop-systeem toe leiden dat treinen niet worden waargenomen door het systeem. Door het zogenaamde 'roestrijden' voor aanvang van het reguliere treinverkeer, 10 wordt getracht dit te voorkomen.Rust formation on the rails in the track running system can also lead to trains not being detected by the system. The so-called 'rust-driving' before the start of regular train traffic 10 attempts to prevent this.

Daarnaast worden tegenwoordig steeds vaker spoorvoertuigen toegepast waarvan de wielen van kogellagers zijn voorzien. Doordat de wielen aan beide zijden van het spoorvoertuig niet meer rechtstreeks met een goed elektrisch 15 geleidende as met elkaar zijn verbonden, zijn dergelijke van kogellagers voorziene wielen minder geschikt voor het spoorstroomloop-systeem.In addition, rail vehicles are increasingly being used nowadays whose wheels are fitted with ball bearings. Because the wheels on both sides of the rail vehicle are no longer directly connected to each other with a good electrically conductive axle, such wheels provided with ball bearings are less suitable for the track flow system.

Een ander belangrijk probleem voor zowel het spoorstroomloop-systeem, als het assenteller-systeem is de 20 gevoeligheid voor elektromagnetische straling, ook wel elektromagnetisch compatibiliteit (EMC) genoemd. Terwijl bij conventionele treinen 800-1500 V wordt toegepast, is dat bij de Hoge-Snelheidslijn (HSL) verhoogd tot 25 kV. De daarmee gepaard gaande toegenomen elektromagnetische straling zal 25 naar verwachting tot een toename in EMC problemen leiden.Another important problem for both the track current system and the axis counter system is the sensitivity to electromagnetic radiation, also called electromagnetic compatibility (EMC). While conventional trains use 800-1500 V, this has been increased to 25 kV with the High Speed Line (HSL). The associated increased electromagnetic radiation is expected to lead to an increase in EMC problems.

Verder hebben alle bovengenoemde treindetectie-systemen de tekortkoming dat ze enkel in staat zijn om treinen of soortgelijke voertuigen op een blok te registreren, en niet bij bijvoorbeeld een auto die een 30 spoorwegovergang blokkeert.Furthermore, all the above-mentioned train detection systems have the shortcoming that they are only able to register trains or similar vehicles on a block, and not, for example, with a car that blocks a railway crossing.

DE-U1-297 24 276 openbaart een bewakingssysteem voor het preventief beveiligen van een traject waar werkzaamheden aan het spoor plaatsvinden, waarbij één enkele sensor met twee afzonderlijke kanalen voor het meten van 5 afzonderlijke parameters is uitgerust. Het eerste kanaal is dwars op de spoorbaan gericht en detecteert, via een radarsignaal dat de afstand meet, of zich een object op de spoorbaan bevindt. Doordat het voor het geven van een 5 alarmering vereist is dat het tweede kanaal, dat onder een hoek van 30° schuin op de spoorbaan is gericht, tegelijkertijd via Doppler een snelheid meet, wordt het aantal foutmeldingen - bijvoorbeeld doordat een dier zich op het spoor bevindt - gereduceerd.DE-U1-297 24 276 discloses a monitoring system for preventively securing a track where work is being carried out on the track, wherein a single sensor is equipped with two separate channels for measuring 5 separate parameters. The first channel is directed transversely to the track and detects, via a radar signal that measures the distance, whether an object is on the track. Because it is required for giving an alarm that the second channel, which is directed obliquely to the track at an angle of 30 °, simultaneously measures a speed via Doppler, the number of error messages becomes - for example, because an animal is on the track is reduced.

10 DE-U1-202 06 926 toont een bewakingssysteem dat is ingericht om op opto-elektronische wijze een gevaarlijk gebied van een treinstation te bewaken. Hiertoe worden een aantal naast elkaar en in een liggende vlak net boven de spoorrails schijnende lichtstralen toegepast, waarbij het 15 onderbroken geraken van één of meer lichtstralen duidt op de aanwezigheid van een object binnen deze lichtstralen.DE-U1-202 06 926 shows a monitoring system which is adapted to opto-electronically monitor a dangerous area of a train station. To this end, a number of light rays appearing side by side and in a lying plane just above the rails are used, the interruption of one or more light rays indicating the presence of an object within these light rays.

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een systeem en werkwijze voor het lokaliseren van objecten op een spoorbaan te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen 20 zich niet, of althans in mindere mate voordoen.An object of the present invention is to provide a system and method for locating objects on a railroad track, wherein the disadvantages mentioned do not occur, or at least to a lesser extent.

Het genoemde doel is bereikt met het systeem voor het lokaliseren van objecten op een spoorbaan, omvattende: - ten minste twee sensoren die in de nabijheid van de spoorbaan zijn aangebracht en ieder een afzonderlijk 25 waarnemingsgebied van de spoorbaan bestrijken; - een regeleenheid, die in verbinding staat met ieder van de sensoren, en van de afzonderlijke sensoren een identificeerbaar waarschuwingssignaal ontvangt wanneer zij in hun waarnemingsgebied van de spoorbaan een object 30 registreren; - waarbij de regeleenheid bij een van ten minste twee opeenvolgende sensoren ontvangen waarschuwingssignaal aanneemt dat zich een object op de spoorbaan bevindt; 6 - waarbij de sensoren afstandsensoren zijn, en de regeleenheid bij een door ten minste twee opeenvolgende sensoren waargenomen afstandsreductie aanneemt dat zich een object op de spoorbaan bevindt; en 5 - waarbij de sensoren boven de spoorbaan zijn aangebracht, en hun waarnemingsgebied zich neerwaarts in de richting van de spoorbaan uitstrekt.Said object has been achieved with the system for locating objects on a railway track, comprising: - at least two sensors which are arranged in the vicinity of the railway track and each cover a separate observation area of the railway track; - a control unit, which is connected to each of the sensors, and receives an identifiable warning signal from the individual sensors when they register an object 30 in their area of observation of the track; - wherein the control unit assumes at an alert signal received from at least two consecutive sensors that an object is present on the track; 6 - wherein the sensors are distance sensors, and the control unit assumes, at a distance reduction observed by at least two successive sensors, that an object is present on the track; and - wherein the sensors are arranged above the railroad track, and their observation area extends downwards in the direction of the railroad tracks.

Doordat ten minste twee sensoren een afzonderlijk waarnemingsgebied van de spoorbaan bestrijken en een 10 identificeerbaar waarschuwingssignaal naar de regeleenheid verzenden wanneer zij in hun waarnemingsgebied van de spoorbaan een object registreren, weet het systeem waar zich een object bevindt. In het bijzonder wordt opgemerkt dat alle soorten objecten van enige omvang met het systeem 15 detecteerbaar zijn, en het zich niet zoals hierboven besproken systemen (spoorstroomloop-systeem, assenteller-systeem en ERTMS) beperkt tot treinen binnen een blok.Because at least two sensors cover a separate observation area of the track and send an identifiable warning signal to the control unit when they register an object in their observation area of the track, the system knows where an object is located. In particular, it is noted that all types of objects of any size are detectable with the system 15, and that the systems (track flow system, axis counter system and ERTMS) that are not discussed above are limited to trains within a block.

Met identificeerbaar waarschuwingssignaal wordt bedoeld dat er een koppeling is tussen het 20 waarschuwingssignaal en een unieke sensor van het systeem.By identifiable warning signal is meant that there is a link between the warning signal and a unique sensor of the system.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm neemt de regeleenheid bij een van ten minste drie opeenvolgende sensoren ontvangen waarschuwingssignaal aan dat zich een object op de spoorbaan bevindt. De betrouwbaarheid neemt 25 toe, en de gevoeligheid voor vandalisme neemt significant af. Immers, zullen ten minste drie verschillende personen nodig zijn om drie opeenvolgende sensoren een object te laten waarnemen.According to a preferred embodiment, the control unit assumes at an alert signal received from at least three consecutive sensors that an object is on the track. The reliability increases, and the susceptibility to vandalism decreases significantly. After all, at least three different people will be needed for three consecutive sensors to detect an object.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn 30 de sensoren op enige afstand van elkaar in langsrichting van de spoorbaan aangebracht. Bij een bekende afstand tussen de verschillende sensoren is naast plaatsbepaling, tevens de rijrichting en snelheid van dit object af te leiden.According to a further preferred embodiment, the sensors are arranged at some distance from each other in the longitudinal direction of the track. At a known distance between the various sensors, in addition to location, the driving direction and speed of this object can also be derived.

77

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn opeenvolgende sensoren op een vooraf bepaalde onderlinge afstand van elkaar aangebracht. Wanneer de afstand tussen afzonderlijke sensoren bekend is, is het 5 naast een nauwkeurige plaatsbepaling tevens mogelijk de snelheid van een trein te bepalen.According to a still further preferred embodiment, successive sensors are arranged at a predetermined mutual distance from each other. When the distance between individual sensors is known, it is possible to determine the speed of a train in addition to an accurate location.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de afstand tussen opeenvolgende sensoren constant, hetgeen de plaats- en snelheidsbepaling vereenvoudigt.According to a still further preferred embodiment, the distance between successive sensors is constant, which simplifies the location and speed determination.

10 Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn opeenvolgende sensoren op een onderlinge afstand van minimaal twee meter, meer bij voorkeur op een afstand van circa vier meter, van elkaar aangebracht. Hoe groter de onderlinge afstand tussen sensoren, hoe minder sensoren 15 benodigd zijn, en hoe goedkoper het systeem is. Doordat een enkele treinwagon minimaal 12 meter lang is, zal een enkele 'verloren' treinwagon minimaal door drie opeenvolgende sensoren worden waargenomen. Het systeem is daarmee geschikt om - naast plaatsbepaling - ook verloren wagons waar te 20 nemen. In tegenstelling tot ERTMS, dat weliswaar plaatsbepaling mogelijk maakt, vereist het systeem volgens de uitvinding geen additioneel spoorstroomloop- of assenteller-systeem.According to a still further preferred embodiment, successive sensors are arranged at a mutual distance of at least two meters, more preferably at a distance of approximately four meters, from each other. The greater the mutual distance between sensors, the fewer sensors are required, and the cheaper the system is. Because a single train carriage is at least 12 meters long, a single 'lost' train carriage will be detected by at least three consecutive sensors. The system is therefore suitable for detecting lost wagons as well as locating. In contrast to ERTMS, which permits location determination, the system according to the invention does not require an additional track current or axis counter system.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm 25 zijn de sensoren over in hoofdzaak de gehele lengte van de spoorbaan aangebracht. Het systeem is daardoor niet alleen in staat om een aanwezigheid van een trein in een blok waar te nemen, maar kan - afhankelijk van de afstand tussen de sensoren - ook een nauwkeurige benadering geven van de 30 plaats waar de trein zich op de spoorbaan bevindt.According to a still further preferred embodiment, the sensors are arranged over substantially the entire length of the track. The system is therefore not only capable of detecting the presence of a train in a block, but can - depending on the distance between the sensors - also give an accurate approximation of where the train is on the track.

Bovendien is het systeem bij sensoren over in hoofdzaak de gehele lengte van de spoorbaan niet meer beperkt tot toepassing binnen conventionele blokken.Moreover, with sensors over substantially the entire length of the track, the system is no longer limited to use within conventional blocks.

88

Na een korte uitval door storing kan het systeem bepalen waar treinen en/of andere objecten zich op de spoorbaan bevinden. In tegenstelling tot conventionele bloksystemen is het overbodig om een aanwezigheid van een 5 trein in een (spoor)blok, dat tot wel 5 km lang kan zijn, visueel te inspecteren. Hierdoor is het systeem na een korte uitval zelfstartend en weer snel volledig bedrijfsklaar.After a short breakdown due to malfunction, the system can determine where trains and / or other objects are located on the track. In contrast to conventional block systems, it is superfluous to visually inspect the presence of a train in a (rail) block, which can be up to 5 km long. This makes the system self-starting after a short outage and quickly fully operational again.

Doordat een nauwkeurige plaatsbepaling van treinen op een spoortraject mogelijk is, kan bovendien de 10 bezettingsgraad van het spoor worden verhoogd, terwijl de veiligheid gewaarborgd blijft. Het systeem is daarmee toepasbaar binnen toekomstige logistieke concepten als spoorboekloos rijden.Because an accurate location of trains on a rail route is possible, the occupancy rate of the track can moreover be increased, while the safety remains guaranteed. The system can therefore be used within future logistics concepts such as driving without a track.

Wanneer een voldoende groot aantal sensoren wordt 15 toegepast, wordt tevens de mogelijkheid verschaft om de sensoren op een geschikt moment te controleren, vervangen of repareren. Het systeem is immers nog steeds betrouwbaar wanneer een sensor, of zelfs twee opeenvolgende sensoren, kapot zijn. Vervanging kan op een daartoe geschikt rustig 20 moment geschieden, opdat het spoorverkeer minimaal wordt ontregeld. Het systeem is betrouwbaar en storingsongevoelig, doordat het systeem zelfs bij uitval van enkele sensoren blijft functioneren.When a sufficiently large number of sensors is used, the possibility is also provided to check, replace or repair the sensors at a suitable moment. After all, the system is still reliable when a sensor, or even two consecutive sensors, are broken. Replacement can take place at a suitable calm moment, so that rail traffic is minimally disrupted. The system is reliable and malfunction-resistant, because the system continues to function even in the event of failure of some sensors.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm 25 zijn de door de sensoren bewaakte waarnemingsgebieden afzonderlijke gebieden die geen overlap vertonen. Doordat overlap ontbeert, is door het waarschuwingssignaal dat identificeerbaar gekoppeld is aan een unieke sensor zeer nauwkeurig bekend waar het object, doorgaans een 30 trein(deel), zich op de spoorbaan bevindt.According to a still further preferred embodiment, the observation areas monitored by the sensors are separate areas which do not show any overlap. Because there is no overlap, the warning signal that is identifiable coupled to a unique sensor makes it very accurately known where the object, usually a train (part), is on the track.

De sensoren zijn afstandsensoren, en de regeleenheid neemt bij een door ten minste twee opeenvolgende sensoren waargenomen afstandsreductie aan dat zich een object op de spoorbaan bevindt.The sensors are distance sensors, and the control unit assumes, at a distance reduction observed by at least two consecutive sensors, that an object is present on the track.

99

Wanneer de sensoren bijvoorbeeld boven de spoorbaan zijn aangebracht, met hun waarnemingsgebied zich neerwaarts in de richting van de spoorbaan uitstrekkend, bevindt de bij een onbezette spoorbaan waargenomen afstand 5 circa 5 tot 6 meter. Zodra zich een trein of ander object onder deze sensoren bevindt, wordt een geringere afstand waargenomen. Bij een trein van 3 meter hoogte wordt de waargenomen afstand plots met 3 meter gereduceerd.For example, when the sensors are arranged above the railway track, with their observation area extending downwardly in the direction of the railway track, the distance observed with an unoccupied railway track is approximately 5 to 6 meters. A shorter distance is detected as soon as a train or other object is under these sensors. With a train at a height of 3 meters, the observed distance is suddenly reduced by 3 meters.

Bij sensoren die naast de spoorbaan zijn opgesteld 10 en in bijvoorbeeld in een in hoofdzaak horizontaal vlak afstand meten, zullen de waargenomen afstanden bij een onbezette spoorbaan tussen de verschillende sensoren sterk kunnen variëren, afhankelijk van het vrije zichtveld.In the case of sensors which are arranged next to the track and measure distance in, for example, a substantially horizontal plane, the distances observed with an unoccupied track between the various sensors can vary considerably, depending on the free field of vision.

Echter, wanneer zich een trein door het waarnemingsgebied 15 verplaatst, zal ook hier plots een veel kortere afstand worden waargenomen.However, when a train travels through the observation area 15, a much shorter distance will suddenly be observed here as well.

Door het gebruik van afstandsensoren wordt tevens een zelftestend systeem verkregen. Immers wanneer een afstandssensor kapot gaat, zal deze een afstand nul meten, 20 hetgeen door de regeleenheid wordt opgemerkt. De vakman zal inzien dat iedere sensor die in beginsel continu meet bij uitval als zodanig herkenbaar is.A self-testing system is also obtained through the use of distance sensors. After all, when a distance sensor breaks, it will measure a distance zero, which is noticed by the control unit. Those skilled in the art will recognize that every sensor that in principle continuously measures in the event of a failure is recognizable as such.

Zelftestendheid wordt tevens verkregen door volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm in de 25 regeleenheid bij te houden of bij het rijden van een trein over de spoorbaan, alle sensoren een meting binnen een bepaalde onderlinge meetwaarde registreren. In het geval dat één sensor telkens afwijkt, wordt deze sensor door het systeem aangemerkt als een te controleren/vervangen sensor. 30 Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de afstandsensoren een ultrasone sensor en/of een radar en/of een laser. Dergelijke sensoren hebben het voordeel dat de zender en ontvanger in een en dezelfde eenheid ondergebracht zijn.Self-testing is also obtained by keeping a control unit in accordance with a still further preferred embodiment or when a train is traveling on the track, all sensors record a measurement within a certain mutual measurement value. In the event that one sensor deviates each time, the system will mark this sensor as a sensor to be checked / replaced. According to a still further preferred embodiment, the distance sensors comprise an ultrasonic sensor and / or a radar and / or a laser. Such sensors have the advantage that the transmitter and receiver are accommodated in one and the same unit.

1010

De sensoren zijn boven de spoorbaan aangebracht, en hun waarnemingsgebied strekt zich neerwaarts in de richting van de spoorbaan uit.The sensors are arranged above the railroad track, and their observation area extends downwards in the direction of the railroad track.

Het boven de spoorbaan aanbrengen van de sensoren 5 heeft enkele voordelen, waaronder de ongevoeligheid van vandalisme. Daarnaast zijn de sensoren zonder tijdrovende graafwerkzaamheden boven de spoorbaan te plaatsen.Arranging the sensors 5 above the track has some advantages, including the insensitivity of vandalism. In addition, the sensors can be placed above the railroad tracks without time-consuming excavation work.

Tevens bieden aan de kabels boven de spoorbaan aangebrachte sensoren de mogelijkheid om het losraken van 10 een dergelijke kabel vroegtijdig waar te nemen, waardoor de treinen hierover geïnformeerd kunnen worden, en het lostrekken van kilometers kabel kan worden voorkomen. Dit gebeurt enkele malen per jaar, en kan het betreffende traject al snel door benodigde herstelwerkzaamheden twee 15 dagen onberijdbaar maken.Sensors arranged on the cables above the railroad also offer the possibility of detecting the release of such a cable prematurely, so that the trains can be informed of this, and the pulling off of kilometers of cable can be prevented. This happens several times a year, and can quickly make the route in question unavailable for two 15 days due to the necessary repair work.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn nabij een spoorwegovergang additionele sensoren in de nabijheid van de spoorbaan aangebracht en bestrijken deze additionele sensoren ieder een afzonderlijk 20 waarnemingsgebied van de spoorwegovergang, opdat de spoorbaan ter plaatse van de spoorwegovergang blokkerende objecten door het systeem waarneembaar zijn.According to a still further preferred embodiment, additional sensors are arranged near a railway crossing in the vicinity of the railway track and these additional sensors each cover a separate observation area of the railway crossing, so that the railway track objects obstructing the railway crossing can be observed by the system.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de onderlinge afstand tussen de sensoren nabij de 25 spoorwegovergang maximaal 2 meter. Hierdoor zijn objecten vanaf twee meter lengte waarneembaar, waaronder personenauto's die de spoorbaan bij ter plaatse van de spoorwegovergang blokkeren.According to a still further preferred embodiment, the mutual distance between the sensors near the railway crossing is at most 2 meters. As a result, objects from two meters in length are perceptible, including passenger cars that block the track at the level of the level crossing.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een 30 werkwijze voor het lokaliseren van objecten op een spoorbaan, omvattende de stappen van: - het door ten minste twee sensoren die in de nabijheid van de spoorbaan zijn aangebracht bestrijken van ieder een waarnemingsgebied van de spoorbaan; 11 - het door de afzonderlijke sensoren aan een regeleenheid waarmee zij in verbinding staan doorgeven van een identificeerbaar waarschuwingssignaal wanneer de afzonderlijke sensoren in hun waarnemingsgebied van de 5 spoorbaan een object registreren; - het door de regeleenheid aannemen dat zich een object op de spoorbaan bevindt wanneer de regeleenheid van ten minste twee opeenvolgende sensoren een waarschuwingssignaal ontvangt; 10 - waarbij de sensoren afstandsensoren zijn, en de regeleenheid bij een door ten minste twee opeenvolgende sensoren waargenomen afstandsreductie aanneemt dat zich een object op de spoorbaan bevindt; en - waarbij de sensoren boven de spoorbaan zijn 15 aangebracht, en hun waarnemingsgebied zich neerwaarts in de richting van de spoorbaan uitstrekt.The invention further relates to a method for locating objects on a railroad track, comprising the steps of: - covering at least two sensing areas of the railroad track by at least two sensors arranged in the vicinity of the railroad track; - transmitting an identifiable warning signal by the individual sensors to a control unit with which they are in communication when the individual sensors register an object in their area of observation of the track; - the control unit assuming that an object is on the track when the control unit receives a warning signal from at least two consecutive sensors; - wherein the sensors are distance sensors, and the control unit assumes, at a distance reduction observed by at least two successive sensors, that an object is present on the track; and - wherein the sensors are arranged above the railroad track, and their observation area extends downwards in the direction of the railroad tracks.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een systeem zoals hierboven beschreven toegepast.According to a preferred embodiment of the method, a system as described above is used.

20 In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin tonen:In the following description, preferred embodiments of the present invention are further explained with reference to the drawing, in which:

Figuur 1: een weergave van een trein op spoor dat is voorzien van het systeem volgens de uitvinding; 25 Figuur 2: een weergave van een wagon die is achtergebleven op het spoor dat is voorzien van het systeem volgens de uitvinding; enFigure 1: a representation of a train on track that is provided with the system according to the invention; Figure 2: a representation of a wagon that has remained on the track provided with the system according to the invention; and

Figuur 3: een bovenaanzicht van een spoorwegovergang.Figure 3: a top view of a railway crossing.

30 In figuur 1 wordt een stuk spoorbaan 4 getoond waarop zich een trein 21 bevindt. De trein 21 bestaat uit een locomotief 22 en een daardoor voortgetrokken wagon 24. Boven de spoorbaan 4 bevindt zich een bovenkabel 26 waaraan 12 op een constante onderlinge afstand sensoren 8 zijn aangebracht.Figure 1 shows a section of track 4 on which a train 21 is located. The train 21 consists of a locomotive 22 and a wagon 24 pulled therethrough. Above the railway track 4 there is an upper cable 26 on which 12 sensors 8 are arranged at a constant mutual distance.

De sensoren 8, die in de getoonde uitvoeringsvorm ultrasoon sensoren omvatten, hebben bij voorkeur niet-5 overlappende waarnemingsgebieden 10 die zich vanaf de sensor 8 neerwaarts in de richting van de spoorbaan 4 uitstrekken. Iedere unieke sensor 8 bestrijkt met zijn waarnemingsgebied 10 zo een uniek deel van de spoorbaan 4.The sensors 8, which in the embodiment shown comprise ultrasonic sensors, preferably have non-overlapping observation areas 10 which extend downwards from the sensor 8 in the direction of the track 4. Each unique sensor 8 covers with its observation area 10 such a unique part of the track 4.

Wanneer de ultrasoon sensoren 8 naar een onbezette 10 spoorbaan 4 kijken, zuilen zij een afstand van bijvoorbeeld 5,5 meter waarnemen. Wanneer er zich echter een trein 21 of ander object 2 onder de sensor 8 bevindt, neemt deze sensor 8 plots een kortere afstand waar. In het geval dat zich een trein 21 van 3 meter hoogte onder de sensor 8 bevindt, neemt 15 deze sensor 8 plots nog maar een afstand van 5,5 - 3 = 2,5 meter waar, en verzendt deze unieke sensor 8 een identificeerbaar waarschuwingssignaal naar de regeleenheid 6 .When the ultrasonic sensors 8 look at an unoccupied track 4, they will observe a distance of, for example, 5.5 meters. However, when there is a train 21 or other object 2 under the sensor 8, this sensor 8 suddenly detects a shorter distance. In the event that a train 21 of 3 meters height is located below the sensor 8, this sensor 8 suddenly detects only a distance of 5.5-3 = 2.5 meters, and this unique sensor 8 sends an identifiable warning signal to the control unit 6.

Wanneer de regeleenheid 6 van een vooraf bepaald 20 aantal opeenvolgende sensoren 8 een overeenkomstig signaal ontvangt, neemt de regeleenheid 6 aan dat zich een object 2 op de spoorbaan bevindt.When the control unit 6 receives a corresponding signal from a predetermined number of consecutive sensors 8, the control unit 6 assumes that there is an object 2 on the track.

Hoewel het systeem toepasbaar is binnen de huidige spoortrajecten die zijn opgedeeld in (spoor)blokken, en in 25 een dergelijk geval bezetting van een dergelijk (spoor)blok kan aantonen, is het systeem nadrukkelijk niet beperkt tot dergelijke bloksystemen. Immers is door middel van door de regeleenheid 6 ontvangen identificeerbare waarschuwingssignalen, die afkomstig zijn van unieke 30 sensoren 8, een zeer nauwkeurige benadering te maken van de lokatie waar een trein 21 of ander object 2 zich op een spoorbaan 4 bevindt.Although the system is applicable within the current rail routes that are divided into (track) blocks, and in such a case can demonstrate occupation of such a (track) block, the system is expressly not limited to such block systems. After all, by means of identifiable warning signals received from the control unit 6, which originate from unique sensors 8, a very accurate approximation can be made of the location where a train 21 or other object 2 is located on a track 4.

Doordat de regeleenheid 6 van alle sensoren 8 waaronder zich het object 2 bevindt, zoals de locomotief 22 13 en de wagon 24 in figuur 1, identificeerbare waarschuwingssignalen ontvangt, is de regeleenheid 6 in staat om de lengte van een trein 21 te bepalen.Because the control unit 6 receives identifiable warning signals from all sensors 8 including the object 2, such as the locomotive 13 and the wagon 24 in Figure 1, the control unit 6 is able to determine the length of a train 21.

Daarnaast is het systeem tevens geschikt om losse 5 objecten 2, zoals bijvoorbeeld een 'verloren' wagon 24 op de spoorbaan 4 te detecteren (figuur 2).In addition, the system is also suitable for detecting loose objects 2, such as, for example, a 'lost' wagon 24 on the track 4 (figure 2).

Net als bij ERTMS is een plaatsbepaling mogelijk (figuur 1), terwijl tevens 'verloren' wagons 24 (figuur 2) ook door het systeem worden opgemerkt. Derhalve is het 10 systeem volgens de uitvinding toepasbaar zonder dat - zoals bij ERTMS het geval is - additioneel een spoorstroomloop- of assenteller-systeem hoeft te worden toegepast.As with ERTMS, positioning is possible (figure 1), while 'lost' wagons 24 (figure 2) are also noticed by the system. Therefore, the system according to the invention can be applied without - as is the case with ERTMS - additionally having to use a track current or axis counter system.

Wanneer een trein 21, bestaande uit locomotief 22 en wagon 24, zich voortbeweegt over een spoorbaan 4 zullen 15 telkens nieuwe sensoren 8 een object 2 waarnemen. Indien de afstand tussen opeenvolgende sensoren 8 bekend is, is het aanvullend aan de plaatsbepaling tevens mogelijk om de snelheid van de trein 21, en eventueel zelfs de versnelling of vertraging daarvan, te bepalen.When a train 21, consisting of locomotive 22 and wagon 24, moves over a railway track 4, new sensors 8 will each time detect an object 2. If the distance between successive sensors 8 is known, it is also possible to determine the speed of the train 21, and possibly even its acceleration or deceleration, in addition to the location determination.

20 Doordat informatie over de plaats en snelheid van de trein 21 bekend is, verschaft het systeem de mogelijkheid om bij het door een trein 21 naderen van een spoorwegovergang 16 de slagbomen 20 op dynamische wijze aan te sturen.Because information about the location and speed of the train 21 is known, the system provides the possibility of dynamically controlling the barriers 20 when a train 21 approaches a railway crossing.

25 Bij de huidige systemen wordt bij een spoorwegovergang 16 uitgegaan van de toegestane rijdsnelheid van een trein 21 op het specifieke traject waar zich de spoorwegovergang 16 bevindt. Op een vooraf bepaalde afstand, overeenkomend met eenentwintig seconden reistijd tot de 30 spoorwegovergang bij de toegestane rijdsnelheid, wordt een (niet-getoonde) sensor aangebracht. Wanneer deze sensor een toenaderende trein 21 waarneemt, worden de slagbomen 20 van de spoorwegovergang 16 gesloten. Ook wanneer de trein 21 langzamer rijdt dan de toegestane rijdsnelheid, worden de 14 slagbomen 20 op dezelfde afstand tussen trein 21 en spoorwegovergang 16 gesloten, alleen zal de trein 21 er door de lagere snelheid langer dan eenentwintig seconden over doen. Rijdt een trein 21 op halve toegestane snelheid, dan 5 is de wachttijd maar liefst tweeënveertig seconden.With the current systems, at a railway crossing 16, the permitted traveling speed of a train 21 on the specific route where the railway crossing 16 is located is assumed. At a predetermined distance, corresponding to twenty-one second travel time to the railroad crossing at the permitted travel speed, a sensor (not shown) is provided. When this sensor detects an approaching train 21, the barriers 20 of the railway crossing 16 are closed. Even when the train 21 runs slower than the permitted travel speed, the 14 barriers 20 are closed at the same distance between train 21 and railroad crossing 16, but the train 21 will take longer than twenty-one seconds due to the lower speed. If a train 21 runs at half the permitted speed, then the waiting time is no less than forty-two seconds.

Doordat volgens het systeem de plaats, de bewegingsrichting en de snelheid van de trein 21 bekend zijn, kan de regeleenheid 6 nauwkeurig bepalen wanneer de trein 21 de spoorwegovergang 16 zal gaan passeren. De 10 slagbomen 20 kunnen derhalve op dynamische wijze, d.w.z. afhankelijk van de rijdsnelheid van de trein 21, worden aangestuurd, waardoor de wachttijden van de spoorbaan 4 kruisende verkeer 18 worden geminimaliseerd. De verkeersdoorstroming wordt hierdoor bevorderd en onveilige 15 situaties voortkomend uit ongeduldige medeweggebruikers worden voorkomen.Because according to the system the location, the direction of movement and the speed of the train 21 are known, the control unit 6 can accurately determine when the train 21 will pass the railway crossing 16. The barriers 20 can therefore be controlled dynamically, i.e. depending on the traveling speed of the train 21, whereby the waiting times of the railroad 4 crossing traffic 18 are minimized. The traffic flow is thereby promoted and unsafe situations arising from impatient fellow road users are prevented.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het systeem verder uitgebreid met additionele sensoren 12 die zich nabij de spoorwegovergang 16 nabij de rijbaan van het 20 kruisende verkeer 18 bevinden. Wanneer een auto 18 onverhoopt op de spoorwegovergang 16 tot stilstand komt en de spoorbaan 4 blokkeert, wordt dit object 2 waargenomen door de additionele sensoren 12, en zal de regeleenheid 6 ingrijpen en de trein 21 die de spoorwegovergang 16 nadert 25 een automatische noodstop laten uitvoeren.According to a preferred embodiment, the system is further expanded with additional sensors 12 which are located near the railway crossing 16 near the roadway of the intersecting traffic 18. When a car 18 unexpectedly comes to a halt at the railway crossing 16 and blocks the railway track 4, this object 2 is detected by the additional sensors 12, and the control unit 6 will intervene and have the train 21 approaching the railway crossing 16 perform an automatic emergency stop. .

Desgewenst kan de regeleenheid 6 bij een waarschuwingssignaal afkomstig van sensoren 8, 12 die behoren bij een spoorwegovergang 16, al bij een geringer aantal sensoren 8, 12 aannemen dat zich een object 2, 18 op 30 de spoorbaan 4 bij de spoorwegovergang 16 bevindt, en geschikte maatregelen nemen. Wanneer bijvoorbeeld slechts een waarneming door twee sensoren 8, 12 volstaat, dan zijn eveneens kleinere objecten 2 waarneembaar.If desired, with a warning signal from sensors 8, 12 associated with a railway crossing 16, the control unit 6 can already assume that a smaller number of sensors 8, 12 has an object 2, 18 on the track 4 at the railway crossing 16, and take appropriate measures. If, for example, only an observation by two sensors 8, 12 is sufficient, then smaller objects 2 are also perceptible.

1515

Opgemerkt wordt dat het systeem volgens de uitvinding tevens geschikt is voor het op de spoorbaan 4 waarnemen van andere objecten 2 dan een trein 21 of een wagon 24.It is noted that the system according to the invention is also suitable for observing objects 2 other than a train 21 or a wagon 24 on the railway track 4.

5 Samenvattend, biedt het systeem volgens de uitvinding onder andere de volgende voordelen: - een semicontinue detectie van objecten 2 op het spoor, waarbij deze objecten 2 niet beperkt zijn tot trein(delen); 10 - een technische oplossing waarbij componenten dichtbij of aan de spoorstaven 28 overbodig zijn; - een technische oplossing waarbij het overbodig is afzonderlijke blokken elektrisch te isoleren; - een systeem dat ongevoelig is voor 15 elektromagnetische compatibiliteit; - een systeem dat ongevoelig is voor weersinvloeden, zoals bladval en onweer; - een systeem dat ongevoelig is voor roestvorming op de spoorstaven 28; 20 - een systeem dat slechts weinig eisen aan (nieuwe) treinen 21 oplegt teneinde door het systeem detecteerbaar te zijn, waardoor ook bijvoorbeeld spoorwerktuigen met kleine wielmaat waarneembaar zijn; - lager energieverbruik in de ordegrootte van 50 25 W/km, terwijl het bloksysteem circa 250 W/km verbruikt; - lage implementatiekosten, doordat de sensoren 8, 12 aan de bestaande bovenleiding aanbrengbaar zijn en geen additionele graafwerkzaamheden per sensor zijn vereist; - een systeem dat handmatige 'resets' van een 30 (spoor)blok overbodig maakt; - een systeem dat na een korte uitval door storing zelfstartend en weer snel bedrijfsklaar is; - een zelftestend systeem; 16 - een systeem waarvan de sensoren 8, 12 op een daartoe geschikt rustig moment gecontroleerd, vervangen of gerepareerd kunnen worden; - een betrouwbaar en storingsongevoelig systeem; 5 - een systeem dat naast bezetting van een (spoor)blok tevens een nauwkeurige plaats- en snelheidsbenadering van het treinverkeer kan maken; - een systeem dat dynamische aansturing van spoorwegovergangen mogelijk maakt; 10 - een systeem dat tevens andere objecten 2 dan treinen 21, zoals een auto 18 die een spoorwegovergang 16 blokkeert, kan registreren, en daardoor verhoogde veiligheid biedt; - een systeem dat net als ERTMS de lengte van het 15 spoorvoertuig 21 doorgeeft, maar deze lengte ook continu kan blijven controleren en zelfs 'verloren' wagons registreert, waardoor een aanvullend spoorstroomloop- of assenteller- systeem overbodig is; en - een systeem dat als volledige terugval kan 20 dienen wanneer het huidige ERTMS uitvalt.In summary, the system according to the invention offers, inter alia, the following advantages: a semi-continuous detection of objects 2 on the track, wherein these objects 2 are not limited to train (parts); - a technical solution in which components close to or on rails 28 are superfluous; - a technical solution where it is unnecessary to electrically isolate individual blocks; - a system that is insensitive to electromagnetic compatibility; - a system that is insensitive to weather influences, such as leaf fall and thunder; - a system that is insensitive to rust formation on the rails 28; - a system that imposes only few requirements on (new) trains 21 in order to be detectable by the system, so that, for example, track tools with a small wheel size can also be observed; - lower energy consumption in the order of 50 25 W / km, while the block system uses approximately 250 W / km; low implementation costs, because the sensors 8, 12 can be fitted to the existing overhead line and no additional digging work is required per sensor; - a system that makes manual 'resets' of a (track) block superfluous; - a system that is self-starting and quickly ready for operation again after a short outage due to a fault; - a self-testing system; 16 - a system whose sensors 8, 12 can be checked, replaced or repaired at a suitable quiet moment; - a reliable and failure-prone system; 5 - a system that, in addition to occupying a (rail) block, can also make an accurate location and speed approach to train traffic; - a system that makes dynamic control of railway crossings possible; - a system that can also register objects 2 other than trains 21, such as a car 18 that blocks a railway crossing 16, and thereby offers increased safety; - a system that, just like ERTMS, transmits the length of the rail vehicle 21, but can also continuously monitor this length and even registers 'lost' wagons, as a result of which an additional track current or axle counter system is superfluous; and - a system that can serve as a complete relapse if the current ERTMS fails.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving 25 van de uitvinding te beperken. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.The embodiments described above, although showing preferred embodiments of the invention, are only intended to illustrate the present invention and not to limit the description of the invention in any way. The scope of the invention is therefore solely determined by the following claims.

Claims (11)

1. Systeem voor het lokaliseren van objecten (2) op een spoorbaan (4), omvattende: 5. ten minste twee sensoren die in de nabijheid van de spoorbaan (4) zijn aangebracht en ieder een afzonderlijk waarnemingsgebied (10) van de spoorbaan (4) bestrijken; - een regeleenheid (6), die in verbinding staat met ieder van de sensoren, en van de afzonderlijke sensoren 10 een identificeerbaar waarschuwingssignaal ontvangt wanneer zij in hun waarnemingsgebied (10) van de spoorbaan (4) een object (2) registreren; - waarbij de regeleenheid (6) bij een van ten minste twee opeenvolgende sensoren ontvangen 15 waarschuwingssignaal aanneemt dat zich een object (2) op de spoorbaan (4) bevindt; - waarbij de sensoren afstandsensoren zijn, en de regeleenheid (6) bij een door ten minste twee opeenvolgende sensoren waargenomen afstandsreductie aanneemt dat zich een 20 object op de spoorbaan (4) bevindt; en - waarbij de sensoren boven de spoorbaan (4) zijn aangebracht, en hun waarnemingsgebied (10) zich neerwaarts in de richting van de spoorbaan (4) uitstrekt.A system for locating objects (2) on a railroad track (4), comprising: 5. at least two sensors arranged in the vicinity of the railroad track (4) and each a separate observation area (10) of the railroad track (10) 4) cover; - a control unit (6), which is in communication with each of the sensors, and receives an identifiable warning signal from the individual sensors 10 when they register an object (2) in their detection area (10) of the track (4); - wherein the control unit (6) assumes, with a warning signal received from at least two consecutive sensors, that an object (2) is on the track (4); - wherein the sensors are distance sensors, and the control unit (6) assumes at a distance reduction observed by at least two consecutive sensors that an object is present on the track (4); and - wherein the sensors are arranged above the railroad track (4), and their detection area (10) extends downwards in the direction of the railroad track (4). 2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de regeleenheid (6) bij een van ten minste drie opeenvolgende sensoren ontvangen waarschuwingssignaal aanneemt dat zich een object (2) op de spoorbaan (4) bevindt.A system according to claim 1, wherein the control unit (6) assumes, with a warning signal received from at least three consecutive sensors, that an object (2) is located on the track (4). 3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de sensoren op enige afstand van elkaar in langsrichting van de spoorbaan (4) zijn aangebracht.A system according to claim 1 or 2, wherein the sensors are arranged at some distance from each other in the longitudinal direction of the track (4). 4. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij opeenvolgende sensoren op een onderlinge afstand van minimaal twee meter, meer bij voorkeur op een afstand van circa vier meter, van elkaar zijn aangebracht. 5System as claimed in any of the foregoing claims, wherein successive sensors are arranged at a mutual distance of at least two meters, more preferably at a distance of approximately four meters from each other. 5 5. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de sensoren over in hoofdzaak de gehele lengte van de spoorbaan (4) zijn aangebracht.System according to one of the preceding claims, wherein the sensors are arranged over substantially the entire length of the track (4). 6. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de door de sensoren bewaakte waarnemingsgebieden (10) afzonderlijke gebieden zijn die geen overlap vertonen.A system according to any one of the preceding claims, wherein the observation areas (10) monitored by the sensors are separate areas that do not have an overlap. 7. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstandsensoren een ultrasone sensor en/of een radar en/of een laser omvatten.A system according to any one of the preceding claims, wherein the distance sensors comprise an ultrasonic sensor and / or a radar and / or a laser. 8. Systeem volgens een van de voorgaande 20 conclusies, waarbij nabij een spoorwegovergang (16) additionele sensoren (12) in de nabijheid van de spoorbaan (4) zijn aangebracht die ieder een afzonderlijk waarnemingsgebied (14) van de spoorwegovergang (16) bestrijken, opdat de spoorbaan (4) ter plaatse van de 25 spoorwegovergang (16) blokkerende objecten (2) door het systeem waarneembaar zijn.8. System as claimed in any of the foregoing claims, wherein near a railway crossing (16) additional sensors (12) are arranged in the vicinity of the railway (4), each covering a separate observation area (14) of the railway crossing (16), so that the track (4) at the location of the rail crossing (16) blocking objects (2) can be observed by the system. 9. Systeem volgens conclusie 8, waarbij de onderlinge afstand tussen de sensoren (8, 12) nabij de 30 spoorwegovergang (16) maximaal 2 meter is.9. System as claimed in claim 8, wherein the mutual distance between the sensors (8, 12) near the railway crossing (16) is a maximum of 2 meters. 10. Werkwijze voor het lokaliseren van objecten (2) op een spoorbaan (4), omvattende de stappen van: - het door ten minste twee sensoren die in de nabijheid van de spoorbaan (4) zijn aangebracht bestrijken 5 van ieder een waarnemingsgebied (10) van de spoorbaan (4); - het door de afzonderlijke sensoren aan een regeleenheid (6) waarmee zij in verbinding staan doorgeven van een identificeerbaar waarschuwingssignaal wanneer de afzonderlijke sensoren in hun waarnemingsgebied (10) van de 10 spoorbaan (4) een object (2) registreren; - het door de regeleenheid (6) aannemen dat zich een object (2) op de spoorbaan (4) bevindt wanneer de regeleenheid (6) van ten minste twee opeenvolgende sensoren een waarschuwingssignaal ontvangt; 15. waarbij de sensoren afstandsensoren zijn, en de regeleenheid (6) bij een door ten minste twee opeenvolgende sensoren waargenomen afstandsreductie aanneemt dat zich een object op de spoorbaan (4) bevindt; en - waarbij de sensoren boven de spoorbaan (4) zijn 20 aangebracht, en hun waarnemingsgebied (10) zich neerwaarts in de richting van de spoorbaan (4) uitstrekt.10. Method for locating objects (2) on a track (4), comprising the steps of: - covering an observation area (10) at least two sensors arranged in the vicinity of the track (4) ) of the railway (4); - transmitting by the individual sensors to a control unit (6) with which they are in communication an identifiable warning signal when the individual sensors register an object (2) in their detection area (10) of the track (4); - the control unit (6) assuming that an object (2) is on the track (4) when the control unit (6) receives a warning signal from at least two consecutive sensors; 15. wherein the sensors are distance sensors, and the control unit (6) assumes, at a distance reduction observed by at least two consecutive sensors, that an object is on the track (4); and - wherein the sensors are arranged above the railway track (4), and their detection area (10) extends downwards in the direction of the railway track (4). 11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij een systeem volgens een van de conclusies 1-9 wordt toegepast. 25The method of claim 10, wherein a system according to any of claims 1-9 is used. 25
NL2004944A 2010-06-22 2010-06-22 SYSTEM FOR LOCALIZING OBJECTS ON A RAILWAY, AND METHOD FOR THIS. NL2004944C2 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004944A NL2004944C2 (en) 2010-06-22 2010-06-22 SYSTEM FOR LOCALIZING OBJECTS ON A RAILWAY, AND METHOD FOR THIS.
PCT/NL2011/050451 WO2011162605A2 (en) 2010-06-22 2011-06-22 System for localizing objects on a railway track, and method therefor
EP11729182.3A EP2585353B1 (en) 2010-06-22 2011-06-22 System and method for localizing objects on a railway track

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004944 2010-06-22
NL2004944A NL2004944C2 (en) 2010-06-22 2010-06-22 SYSTEM FOR LOCALIZING OBJECTS ON A RAILWAY, AND METHOD FOR THIS.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004944C2 true NL2004944C2 (en) 2011-12-27

Family

ID=43529981

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004944A NL2004944C2 (en) 2010-06-22 2010-06-22 SYSTEM FOR LOCALIZING OBJECTS ON A RAILWAY, AND METHOD FOR THIS.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2585353B1 (en)
NL (1) NL2004944C2 (en)
WO (1) WO2011162605A2 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106794853A (en) * 2014-08-05 2017-05-31 帕纳塞克公司 Positive train control system and the device for it

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP6225362B2 (en) * 2013-11-11 2017-11-08 株式会社明電舎 Train self-position estimation device
CN105204496B (en) * 2015-09-25 2018-01-12 清华大学 The method and system of EMUs air brake control system sensor fault diagnosis
EP3275764B1 (en) 2016-07-28 2020-10-14 Max Räz Train guide system
US10501102B2 (en) 2017-02-06 2019-12-10 Avante International Technology, Inc. Positive train control system and apparatus employing RFID devices
CN108974052B (en) * 2017-06-01 2020-02-21 比亚迪股份有限公司 Vehicle positioning system and method
GB2572187B (en) 2018-03-22 2021-09-01 Siemens Mobility Ltd Sensor unit for detecting the approach of a train
DE102018206299A1 (en) * 2018-04-24 2019-10-24 Siemens Mobility GmbH Method for controlling a level crossing and path control arrangement
CN109131444A (en) * 2018-08-31 2019-01-04 华南理工大学 Foreign body intelligence detection device in a kind of underground railway track section
US10752271B2 (en) 2018-11-15 2020-08-25 Avante International Technology, Inc. Image-based monitoring and detection of track/rail faults
IT201900010509A1 (en) * 2019-07-01 2021-01-01 P A L Italia S R L Device for detecting the passage, along an electrified overhead line, of a pantograph sliding on it
CN113815680A (en) * 2021-09-16 2021-12-21 宁夏大学 Railway track sand burying detection system and early warning method

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2136703A1 (en) * 1971-07-22 1973-02-08 Siemens Ag ARRANGEMENT FOR INDEPENDENT MONITORING OF HAZARDOUS AREAS
US3922636A (en) * 1972-07-07 1975-11-25 Thomson Csf Surveillance system for monitoring traffic in localized areas of a route
DE2814348A1 (en) * 1978-04-03 1979-10-04 Siemens Ag ORIENTATION DEVICE FOR A TRACK-BASED VEHICLE
EP0989408A1 (en) * 1998-09-24 2000-03-29 Vossloh MAN Systemelektronik GmbH Method for determining deceleration and standstill of a moved body, apparatus for performing the method, and use thereof
DE29724276U1 (en) * 1997-09-06 2000-09-07 Honeywell Ag Traffic warning detector
DE20206926U1 (en) * 2002-05-01 2002-08-08 Ludwig Peter Monitoring system for optoelectronic control of train station danger areas
WO2007134430A1 (en) * 2006-05-09 2007-11-29 Sensotech Inc. Presence detection system for path crossing
WO2009016024A1 (en) * 2007-07-30 2009-02-05 Siemens Aktiengesellschaft Train position sensing system
DE102007049248A1 (en) * 2007-10-12 2009-04-16 Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt e.V. Method for determining position of railway vehicle, involves detecting electrical parameter to characterize electrical current flowing from power line through railway vehicle into railway
EP2151364A1 (en) * 2008-08-06 2010-02-10 Siemens Schweiz AG Method and device for securing an automatic, signal-controlled level crossing

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7196636B2 (en) * 2004-02-24 2007-03-27 Graham Kevin M Railroad crossing warning system

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2136703A1 (en) * 1971-07-22 1973-02-08 Siemens Ag ARRANGEMENT FOR INDEPENDENT MONITORING OF HAZARDOUS AREAS
US3922636A (en) * 1972-07-07 1975-11-25 Thomson Csf Surveillance system for monitoring traffic in localized areas of a route
DE2814348A1 (en) * 1978-04-03 1979-10-04 Siemens Ag ORIENTATION DEVICE FOR A TRACK-BASED VEHICLE
DE29724276U1 (en) * 1997-09-06 2000-09-07 Honeywell Ag Traffic warning detector
EP0989408A1 (en) * 1998-09-24 2000-03-29 Vossloh MAN Systemelektronik GmbH Method for determining deceleration and standstill of a moved body, apparatus for performing the method, and use thereof
DE20206926U1 (en) * 2002-05-01 2002-08-08 Ludwig Peter Monitoring system for optoelectronic control of train station danger areas
WO2007134430A1 (en) * 2006-05-09 2007-11-29 Sensotech Inc. Presence detection system for path crossing
WO2009016024A1 (en) * 2007-07-30 2009-02-05 Siemens Aktiengesellschaft Train position sensing system
DE102007049248A1 (en) * 2007-10-12 2009-04-16 Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt e.V. Method for determining position of railway vehicle, involves detecting electrical parameter to characterize electrical current flowing from power line through railway vehicle into railway
EP2151364A1 (en) * 2008-08-06 2010-02-10 Siemens Schweiz AG Method and device for securing an automatic, signal-controlled level crossing

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106794853A (en) * 2014-08-05 2017-05-31 帕纳塞克公司 Positive train control system and the device for it

Also Published As

Publication number Publication date
WO2011162605A2 (en) 2011-12-29
EP2585353A2 (en) 2013-05-01
EP2585353B1 (en) 2017-08-09
WO2011162605A3 (en) 2012-02-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2004944C2 (en) SYSTEM FOR LOCALIZING OBJECTS ON A RAILWAY, AND METHOD FOR THIS.
US20230192164A1 (en) Rail Vehicle Signal Enforcement and Separation Control
US5864304A (en) Wireless railroad grade crossing warning system
AU2021204799B2 (en) Speed proving method and apparatus
JP2006320139A (en) Vehicle braking method and braking system
Palmer The need for train detection
AU2016226483B2 (en) Train direction and route detection via wireless sensors
CN109977748A (en) A kind of train obstacle detection method of more integration technologies
AU2015200059A1 (en) Systems and methods for predictive maintenance of crossings
US20060180712A1 (en) Advance warning system for railroad crossing
WO2013170307A1 (en) Vehicle detection system
EP1849679A1 (en) Safety system for railroad level-crossing
KR100741504B1 (en) A device for preventing a train from derailing
KR101128978B1 (en) Intelligence System for Accident Prevention at Railway Level Crossing and Train Brake Method
ES2825750T3 (en) System and method to manage the authorization of movement of a guided vehicle
CN216467864U (en) Railway monitoring system
CN113415318B (en) Train coupling marshalling auxiliary protection system and protection method
CN113859331A (en) Railway monitoring system and monitoring method thereof
RU2681451C1 (en) Safety in the railway crossing ensuring method
RU2732685C1 (en) Automatic crossing alarm system control device
AU2019100656A4 (en) Speed Proving Method and Apparatus
US20230264726A1 (en) A railroad crossing control system with auxiliary shunting device
KR20190019697A (en) Traffic accident prevent method of streetcar
US20180105193A1 (en) Signal Effectiveness Enhancement System
RU2696046C1 (en) System for automated control of locomotive speed in approach zone with unguarded and non-serviced crossings

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190701