NL2004867C2 - Leidingonderdelen en werkwijze daarvoor. - Google Patents

Leidingonderdelen en werkwijze daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL2004867C2
NL2004867C2 NL2004867A NL2004867A NL2004867C2 NL 2004867 C2 NL2004867 C2 NL 2004867C2 NL 2004867 A NL2004867 A NL 2004867A NL 2004867 A NL2004867 A NL 2004867A NL 2004867 C2 NL2004867 C2 NL 2004867C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
identification device
electronic identification
component
data
visual coding
Prior art date
Application number
NL2004867A
Other languages
English (en)
Inventor
Marcel Roger Scucces
Mark Ploeg
Original Assignee
Pipelife Nederland Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pipelife Nederland Bv filed Critical Pipelife Nederland Bv
Priority to NL2004867A priority Critical patent/NL2004867C2/nl
Priority to EP11169522A priority patent/EP2395458A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2004867C2 publication Critical patent/NL2004867C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K19/00Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings
    • G06K19/04Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings characterised by the shape
    • G06K19/041Constructional details
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L1/00Laying or reclaiming pipes; Repairing or joining pipes on or under water
    • F16L1/024Laying or reclaiming pipes on land, e.g. above the ground
    • F16L1/06Accessories therefor, e.g. anchors
    • F16L1/11Accessories therefor, e.g. anchors for the detection or protection of pipes in the ground
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L9/00Rigid pipes
    • F16L9/12Rigid pipes of plastics with or without reinforcement
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K19/00Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings
    • G06K19/04Record carriers for use with machines and with at least a part designed to carry digital markings characterised by the shape
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L2201/00Special arrangements for pipe couplings
    • F16L2201/60Identification or marking

Description

Leidingonderdelen en werkwijze daarvoor
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een leidingonderdeel. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een leidingonderdeel vervaardigd volgens de werkwijze.
5
Uit de stand van de techniek is een leidingsamenstel bekend waarbij het leidingsamenstel bestaat uit leidingonderdelen zoals buizen en hulpstukken. Hulpstukken zijn bijvoorbeeld koppelingen, afsluiters en opzetstukken. Koppelingen dienen voor het verbinden van een tweetal buizen aan elkaar. Een koppeling kan van 10 een hoek zijn voorzien zodat twee buizen onder een ten opzichte van elkaar kunnen worden gekoppeld. Een afsluiter dient voor het afsluiten van een (deel van een) buis zodat tijdens gebruik het stromen van een gas of vloeistof door de buis kan worden geregeld.
Een opzetstuk kan op een wand van een buis worden geplaatst met behulp van een 15 zadel. Na het boren van een gat waarbij het opzetstuk als mal dient, kan dan een aftakking van de buis worden gerealiseerd.
Voor leidingsystemen waarin gassen of vloeistoffen worden getransporteerd, is het van belang dat de kwaliteit van het leidingsamenstel en de onderdelen daarvan zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Met name voor netwerken waarin zeer veel 20 leidingonderdelen zijn verwerkt kunnen op zich geringe kwaliteitsrisico’s van individuele onderdelen toch tot problemen leiden, wanneer leidingonderdelen niet traceerbaar zijn.
Met name speelt dit probleem een rol bij kunststoffen leidingen voor aardgas-, water-, of chemicaliëntransport.
25 Een probleem van de stand van de techniek is dat wanneer een leidingsamenstel wordt geconstrueerd, meerdere en verschillende onderdelen worden samengebouwd, na installatie de precieze plaats waar elk leidingonderdeel is ingebouwd in het leidingsamenstel vaak niet meer bekend is. Dit kan tot problemen leiden wanneer een onderdeel vervangen zou moeten worden op grond van een op later tijdstip gebleken 30 gebrek aan kwaliteit. Dit probleem is nog groter wanneer eveneens niet meer kan worden achterhaald in welk leidingsamenstel het betreffende leidingonderdeel is ingebouwd.
2
Het is een doelstelling om leidingonderdelen te verschaffen die het probleem van de stand van de techniek verminderen dan wel opheffen.
Deze doelstelling wordt bereikt door de werkwijze voor het vervaardigen van traceerbare leidingonderdelen volgens conclusie 1.
5 Hiertoe omvat de werkwijze : - verschaffen van het leidingonderdeel; - verschaffen van kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel; - verbinden van het leidingonderdeel met een elektronische identificatie inrichting, welke voorzien is van een identificatiegegeven; 10 - uitlezen van een identificatiegegeven uit de elektronische identificatie inrichting; en - vormen van de visuele codering op een buitenwand van het leidingonderdeel, waarbij de visuele codering ten minste een aanduiding van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting omvat.
15 Uit het identificatiegegeven dat zich bevindt in de elektronische identificatie inrichting wordt voor het leidingonderdeel een unieke identificatie verkregen die het mogelijk het leidingonderdeel eenduidig te traceren.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het koppelen van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting met de 20 kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel, waarbij het koppelen omvat het opslaan van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel in een programmeerbaar geheugen van de elektronische identificatie inrichting, waarbij de opgeslagen kwaliteitsgegevens uitleesbaar zijn uit de elektronische identificatie inrichting.
25 Hierdoor wordt de unieke identificatie van het leidingonderdeel elektronisch uitleesbaar voor een elektronisch hulpmiddel. Door gebruik te maken van een elektronisch hulpmiddel voor het uitlezen kan op voordelige wijze het leidingonderdeel getraceerd worden vanaf het moment dat de kwaliteitsgegevens zijn opgeslagen in de elektronische identificatie inrichting.
30 De kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel kunnen een of meer van de volgende gegevens omvatten: samenstelling(code) van het materiaal van het leidingonderdeel, fabricagedatum, fabricage batchnummer, productienummer. Andere gegevens die gekoppeld zijn met de kwaliteitsgegevens van het onderdeel zijn eveneens denkbaar, 3 zoals plaatsingsgegevens van de installateur (bijvoorbeeld wanneer en door wie), onderhoudsgegevens (bijvoorbeeld een inspectie- of controledatum), reparatiegegevens, enz.
In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het koppelen van het 5 identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting met de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel, waarbij het koppelen omvat: - opslaan van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting en de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel in een externe gegevensbank.
10 In een uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze het bepalen van de locatie van het leidingonderdeel als onderdeel van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel.
Op deze wijze wordt een inzicht verkregen waar het leidingonderdeel zich bevindt na verwerken in (bijvoorbeeld) een leidingsamenstel.
In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat een aanduiding van de 15 visuele codering wordt opgeslagen bij de gegevens in de externe gegevensbank. Hierdoor wordt toepassing van de externe gegevensbank bij inspectie van het leidingonderdeel vereenvoudigd.
De visuele codering van het unieke gegeven van het leidingonderdeel maakt het mogelijk om een inspectie uit te voeren aan het leidingsamenstel waarbij de positie van 20 het leidingonderdeel kan worden vastgesteld. Ook maakt de visuele codering het mogelijk het leidingonderdeel in zijn levensloop te volgen vanaf het moment dat de visuele codering is aangebracht.
In een uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat de visuele codering eveneens een aanduiding van één of meer kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel omvat.
25 Hierdoor wordt inspectie van het leidingonderdeel vereenvoudigd.
In een uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze wanneer de elektronische identificatie inrichting voorzien is van een draadloos gegevensinterface, dat het uitlezen van gegevens uit de elektronische identificatie inrichting omvat het draadloos communiceren van de elektronische identificatie inrichting met een uitleesinrichting via 30 de draadloze gegevensinterface.
Hierdoor wordt het mogelijk om draadloos het leidingonderdeel te traceren en te identificeren.
4
In een uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze wanneer de elektronische identificatie inrichting voorzien is van een draadloos gegevensinterface, dat het opslaan van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel in het programmeerbaar geheugen omvat het draadloos communiceren van de elektronische identificatie inrichting met een 5 programmeerinrichting voor het programmeren van het programmeerbaar geheugen.
Op deze wijze wordt het programmeren van de elektronische identificatie inrichting vereenvoudigd doordat geen mechanische koppeling tussen de elektronische identificatie inrichting en het programmeergereedschap nodig is.
In een uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat het verbinden van het 10 leidingonderdeel met de elektronische identificatie inrichting omvat het op een binnenwand van het leidingonderdeel aanbrengen van de elektronische identificatie inrichting.
Op deze wijze wordt bereikt dat de elektronische identificatie inrichting zich buiten een direct bereik van buitenaf bevindt, wat de kans op een vernielen of verwijderen van de 15 elektronische identificatie inrichting van het leidingonderdeel door bijvoorbeeld beschadiging tijdens de verwerking van het leidingonderdeel vermindert.
In een alternatieve uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat het verbinden van het leidingonderdeel met de elektronische identificatie inrichting omvat het op een buitenwand van het leidingonderdeel aanbrengen van de elektronische identificatie 20 inrichting. In sommige gevallen kan een plaatsing van de elektronische identificatie inrichting binnen het leidingonderdeel ongewenst zijn bijvoorbeeld bij toepassingen waar contact van de elektronische identificatie inrichting met een te transporteren stof door het leidingonderdeel ongewenst is.
In een alternatieve uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat het verbinden van het 25 leidingonderdeel met de elektronische identificatie inrichting omvat het ingieten van de elektronische identificatie inrichting in het leidingonderdeel.
In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat de elektronische identificatie inrichting wordt aangebracht tussen een klemonderdeel en de buitenwand van het leidingonderdeel, waarbij het klemonderdeel is ingericht voor het plaatsvast houden 30 van de elektronische identificatie inrichting op de buitenwand.
In een uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat het verbinden van het leidingonderdeel met de elektronische identificatie inrichting omvat: het voorzien van een uitsparing in de binnenwand of buitenwand van het 5 leidingonderdeel, waarbij de uitsparing is ingericht voor het opnemen van de elektronische identificatie inrichting, en het vastklikken of inschuiven van de elektronische identificatie inrichting in de uitsparing.
5 In een uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat de visuele codering er één of meer omvat van een barcode, een leesbare schriftcode en een symboolcode.
De symboolcode kan op een willekeurig manier zijn weergegeven in een herkenbaar patroon van een reeks symbolen, maar bijvoorbeeld ook als een geometrisch patroon van bijvoorbeeld rechthoeken, stippen, streepjes, cirkels, enz.
10 Op deze wijze kan de visuele codering afhankelijk van de gekozen vorm uitgelezen worden door een barcode lezer in het geval van een barcode, door een menselijke waarnemer in het geval van een leesbaar schriftcode of in het algemeen door een patroonherkenningsysteem. Overigens zijn andere bruikbare visuele coderingen denkbaar binnen het kader van de uitvinding.
15 In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat het vormen van de visuele codering op de buitenwand van het leidingonderdeel wordt uitgevoerd door: ofwel printen van de visuele codering, ofwel graveren van de visuele codering, ofwel lasergraveren van de visuele codering, ofwel aanbrengen van een label met de visuele codering.
20 In een uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat de visuele codering wordt aangebracht op de buitenwand van het leidingonderdeel in de vorm van een kunststof klemmanchet voorzien van de visuele codering.
In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat de klemmanchet het klemonderdeel is voor het plaatsvast houden van de elektronische identificatie 25 inrichting op de buitenwand.
Hierbij wordt op voordelige wijze bereikt dat de elektronische identificatie inrichting en visuele codering zich in eikaars nabijheid bevinden wat een plaatsbepaling voor een elektronische inspectie vereenvoudigt.
In een verdere uitvoeringsvorm voorziet de werkwijze dat de klemmanchet vervaardigd 30 wordt uit kunststof en de elektronische identificatie inrichting wordt ingegoten in de klemmanchet.
Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een leidingonderdeel dat is voorzien van een elektronische identificatie inrichting, waarbij het leidingonderdeel op een 6 buitenwand een visuele codering omvat,waarbij de visuele codering ten minste een aanduiding van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting omvat.
Verdere uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding worden beschreven in 5 de volgconclusies.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van enkele tekeningen, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden worden getoond. De tekeningen zijn slechts bedoeld voor illustratieve doeleinden, en dienen niet als beperking van de uitvindingsgedachte, die wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.
10 Daarbij tonen:
Figuur 1 schematisch een leidingonderdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 2 schematisch een leidingonderdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; 15 Figuur 3 schematisch een leidingonderdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 4 schematisch een leidingonderdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In de hiernavolgende figuren verwijzen dezelfde verwijzingscijfers telkens naar 20 overeenkomstige onderdelen in die figuren.
Figuur 1 toont schematisch een leidingonderdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Het leidingonderdeel 1 wordt in het navolgende telkens weergegeven als een buisvomig onderdeel. Echter het leidingonderdeel kan ook een hulpstuk zijn dat aan of tussen 25 buisonderdelen wordt verbonden of gekoppeld. Voorbeelden van hulpstukken zijn koppelingen, afsluiters en opzetstukken. De uitvinding is evenzeer toepasbaar op buizen als op hulpstukken voor leidingsamenstellen.
Het leidingonderdeel 1 omvat een buitenwand la en een binnenwand lb, waarbij de binnenwand de begrenzing vormt van een volume binnen het leidingonderdeel 30 waardoor tijdens gebruik vloeistof of gas kan stromen.
Het leidingonderdeel omvat een elektronische identificatie inrichting 2 die verbonden is met de binnenwand lb en een oppervlak voor een visuele codering 3 op de buitenwand la.
7
De visuele codering is bepaald op basis van gekoppelde gegevens die zijn verkregen uit kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel en een identificatiegegeven uit de elektronische identificatie inrichting.
Hiertoe omvat de uitvinding de werkwijze: 5 - verschaffen van het leiding onderdeel; - verschaffen van kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel; - verbinden van het leidingonderdeel met een elektronische identificatie inrichting; - uitlezen van een identificatiegegeven uit de elektronische identificatie inrichting; - vormen van de visuele codering op het oppervlak van de buitenwand van het 10 leidingonderdeel, waarbij de visuele codering ten minste een aanduiding van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting omvat.
Op deze wijze wordt een eenduidige identificatie van het leidingonderdeel verkregen.
In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze dat de elektronische identificatie inrichting onlosmakelijk aangebracht wordt in of op het leidingonderdeel. Vervolgens wordt een 15 identificatiegegeven zoals bijvoorbeeld een serienummer uitgelezen.
Daarna wordt het identificatiegegeven doorgegeven aan een inrichting die de visuele codering genereert. Hierbij wordt een codering in de vorm van een barcode, schrifttekens of symbolen gegenereerd, welke codering geassocieerd is met ten minste het identificatiegegeven. Deze codering wordt overgebracht op de buitenwand van het 20 leidingonderdeel.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het koppelen van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting met de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel. Op deze wijze kan de visuele codering eveneens een aanduiding van één of meer kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel 25 omvatten.
Uit het identificatiegegeven dat zich bevindt in de elektronische identificatie inrichting en de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel wordt door het koppelen van deze gegevens voor het leidingonderdeel een kwaliteitsborging van het leidingonderdeel tijdens de productieketen en tijdens de gebruiksduur mogelijk.
30 De kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel kunnen een of meer van de volgende gegevens omvatten: samenstelling(code) van het materiaal van het leidingonderdeel, de fabricagedatum, het fabricage batchnummer, een productienummer. Andere gegevens 8 die gekoppeld zijn met de kwaliteitsgegevens van het onderdeel zijn eveneens denkbaar.
De verbinding van de elektronische identificatie inrichting met het leidingonderdeel wordt zodanig uitgevoerd dat de elektronische identificatie inrichting en het 5 leidingonderdeel onlosmakelijk verbonden zijn.
De elektronische identificatie inrichting 2 kan zijn aangebracht op de binnenwand door lijmen. Alternatief kan de elektronische identificatie inrichting door een klemonderdeel plaatsvast tegen de binnenwand lb worden gehouden.
In een andere uitvoeringsvorm is het leidingonderdeel 1 voorzien van een uitsparing op 10 de binnenwand waarin de elektronische identificatie inrichting 2 kan worden vastgeklikt of geschoven.
Essentieel is voorts dat de elektronische identificatie inrichting 2 in verbinding met het leidingonderdeel op deze wijze is afgeschermd van de buitenwereld. Bij het installeren of plaatsen van het leidingonderdeel wordt daarmee voorkomen dat de elektronische 15 identificatie inrichting 2 wordt beschadigd dan wel losraakt van het leidingonderdeel. Bijvoorbeeld wanneer het leidingonderdeel wordt ingegraven.
De visuele codering 3 van de gekoppelde gegevens kan er één of meer omvatten van een barcode, een leesbare schriftcode en een symboolcode.
De symboolcode kan, daarnaast of als alternatief, een pictogram bevatten dat een 20 functie voor het leidingonderdeel aanduidt.
De visuele codering kan zijn aangebracht door ofwel printen van de visuele codering, ofwel graveren van de visuele codering, ofwel lasergraveren van de visuele codering, ofwel aanbrengen van een label met de visuele codering, maar ook kan een andere methode worden toegepast.
25 In een uitvoeringsvorm omvat de elektronische identificatie inrichting een programmeerbaar geheugen voor het opslaan van gegevens.
Hierbij voorziet de werkwijze dat het koppelen van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting met de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel omvat het opslaan van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel 30 in het programmeerbaar geheugen, waarbij de opgeslagen kwaliteitsgegevens uitleesbaar zijn uit de elektronische identificatie inrichting. Bijvoorkeur is het programmeerbaar geheugen beveiligd tegen overschrijven van eenmaal opgeslagen gegevens. De vakman zal bekend zijn met geschikte geheugen typen.
9
Als alternatief kunnen de kwaliteitsgegevens en het identificatiegegeven in een externe gegevensbank worden opgeslagen, bijvoorbeeld wanneer de elektronische identificatie inrichting niet programmeerbaar zou zijn.
In geval van opslag in een externe gegevensbank kan een aanduiding van de visuele 5 codering worden opgeslagen bij de extern opgeslagen kwaliteitsgegevens en identificatiegegeven. De opgeslagen aanduiding kan een afbeelding zijn van de visuele codering.
Het gebruik van een externe gegevensbank voor het opslaan van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel gekoppeld met het identificatiegegeven van de elektronische 10 identificatie inrichting kan voordelig zijn bij netwerkbeheer. In dit geval omvat de werkwijze het bepalen van de locatie van het leidingonderdeel als onderdeel van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel zodat ook gegevens van de locatie van het leidingonderdeel in het leidingsamenstel worden opgeslagen in de externe gegevensbank. Op deze wijze wordt een registratie van de locatie van het 15 leidingonderdeel uitgevoerd.
Figuur 2 toont schematisch een leidingonderdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In deze uitvoeringsvorm is de elektronische identificatie inrichting 2 aangebracht op de buitenwand van het leidingonderdeel 1.
20 De verbinding van de elektronische identificatie inrichting met het leidingonderdeel wordt zodanig uitgevoerd dat de elektronische identificatie inrichting en het leidingonderdeel onlosmakelijk verbonden zijn, dat wil zeggen dat onder normale omstandigheden tijdens verwerking van het leidingonderdeel en tijdens gebruik, de elektronische identificatie inrichting niet los raakt van het leidingonderdeel.
25 Deze uitvoeringsvorm kan worden toegepast wanneer de elektronische identificatie inrichting niet plaatsvast aan de binnenwand lb kan worden aangebracht. Bijvoorbeeld kan een norm voor een gegeven toepassing van het leidingsamenstel niet toestaan dat onderdelen zijn aangebracht op de binnenwand van leidingonderdelen.
In een andere uitvoeringsvorm is het leidingonderdeel 1 voorzien van een uitsparing op 30 de buitenwand waarin de elektronische identificatie inrichting 2 kan worden vastgeklikt of geschoven.
Essentieel is dat de elektronische identificatie inrichting 2 op deze wijze in verbinding met het leidingonderdeel is afgeschermd van de buitenwereld. Bij het installeren of 10 plaatsen van het leidingonderdeel wordt daarmee voorkomen dat de elektronische identificatie inrichting 2 wordt beschadigd dan wel losraakt van het leidingonderdeel.
In nog een alternatieve uitvoeringsvorm kan de werkwijze voorzien dat de processtap van het verbinden van het leidingonderdeel met de elektronische identificatie inrichting 5 omvat het ingieten van de elektronische identificatie inrichting in het leidingonderdeel. Figuur 3 toont schematisch een leidingonderdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In deze uitvoeringsvorm is de elektronische identificatie inrichting 2 aangebracht tussen een klemonderdeel 4 en de buitenwand la van het leidingonderdeel 1, waarbij 10 het klemonderdeel is ingericht voor het plaatsvast houden van de elektronische identificatie inrichting op de buitenwand.
Het klemonderdeel wordt zodanig geplaatst op het leidingonderdeel dat een onlosmakelijke verbinding ontstaat tussen elektronische identificatie inrichting en leidingonderdeel.
15 Als alternatief kan de elektronische identificatie inrichting 2 zijn aangebracht op of aan een klemmanchet 4 die rond het leidingonderdeel 1 is aangebracht. In een uitvoeringsvorm is de klemmanchet of het klemonderdeel vervaardigd uit kunststof (eventueel transparant) en is de elektronische identificatie inrichting 2 ingegoten in de klemmanchet.
20 In een uitvoeringsvorm is de elektronische identificatie inrichting 2 aangebracht tussen twee onderdelen waaruit het leidingonderdeel wordt opgebouwd.
Figuur 4 toont schematisch een leidingonderdeel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In deze uitvoeringsvorm is zowel de elektronische identificatie inrichting 2 als het 25 oppervlak voor de visuele codering 3 aangebracht op of in het klemonderdeel of de klemmanchet.
In een uitvoeringsvorm is de klemmanchet geheel of over een deel daarvan vervaardigd uit doorzichtig materiaal. Daarbij is de elektronische identificatie inrichting opgenomen in een kaartje dat voorzien wordt/is van de visuele codering. Het kaartje wordt geplaatst 30 tussen de buitenwand van het leidingonderdeel en de klemmanchet, zodanig dat de visuele codering op het kaartje zichtbaar is door het doorzichtig materiaal heen. Alternatieve en equivalente uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn denkbaar binnen de uitvindingsgedachte, zoals aan de deskundige op het vakgebied 11 duidelijk zal zijn. De uitvindingsgedachte wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies.

Claims (33)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een leidingonderdeel, omvattend: - verschaffen van het leidingonderdeel; 5. verschaffen van kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel; - verbinden van het leidingonderdeel met een elektronische identificatie inrichting, welke voorzien is van een identificatiegegeven; - uitlezen van een identificatiegegeven uit de elektronische identificatie inrichting; en 10. vormen van de visuele codering op een buitenwand van het leidingonderdeel, waarbij de visuele codering ten minste een aanduiding van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting omvat.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij 15 de werkwij ze verder omvat: - koppelen van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting met de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel, waarbij het koppelen omvat het opslaan van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel in een programmeerbaar geheugen van de elektronische identificatie 20 inrichting, waarbij de opgeslagen kwaliteitsgegevens uitleesbaar zijn uit de elektronische identificatie inrichting.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattend: - koppelen van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting 25 met de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel, waarbij het koppelen omvat: - opslaan van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting en de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel in een externe gegevensbank.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze omvat het bepalen van de locatie van het leidingonderdeel als onderdeel van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel.
5. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij een aanduiding van de visuele codering wordt opgeslagen bij de opgeslagen gegevens in de externe gegevensbank.
6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de visuele codering eveneens een aanduiding van één of meer kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel omvat.
7. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de elektronische identificatie inrichting 10 voorzien is van een draadloos gegevensinterface, en waarbij het uitlezen van gegevens uit de elektronische identificatie inrichting omvat het draadloos communiceren van de elektronische identificatie inrichting met een uitleesinrichting via de draadloze gegevensinterface.
8. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de elektronische identificatie inrichting voorzien is van een draadloos gegevensinterface, en waarbij het opslaan van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel in het programmeerbaar geheugen omvat het draadloos communiceren van de elektronische identificatie inrichting met een programmeerinrichting voor het programmeren van het programmeerbaar geheugen. 20
9. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het verbinden van het leidingonderdeel met de elektronische identificatie inrichting omvat het ingieten van de elektronische identificatie inrichting in het leidingonderdeel.
10. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het verbinden van het leidingonderdeel met de elektronische identificatie inrichting omvat het op een binnenwand van het leidingonderdeel aanbrengen van de elektronische identificatie inrichting.
11. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het verbinden van het leidingonderdeel 30 met de elektronische identificatie inrichting omvat het op een buitenwand van het leidingonderdeel aanbrengen van de elektronische identificatie inrichting.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de elektronische identificatie inrichting wordt aangebracht tussen een klemonderdeel en de buitenwand van het leidingonderdeel, waarbij het klemonderdeel is ingericht voor het plaatsvast houden van de elektronische identificatie inrichting op de buitenwand. 5
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12 waarbij het verbinden van het leidingonderdeel met de elektronische identificatie inrichting omvat: het voorzien van een uitsparing in de binnenwand of buitenwand van het leidingonderdeel, waarbij de uitsparing is ingericht voor het opnemen van de 10 elektronische identificatie inrichting, en het vastklikken of inschuiven van de elektronische identificatie inrichting in de uitsparing.
14. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de visuele codering van de gekoppelde 15 gegevens er één of meer omvat van een barcode, een leesbare schriftcode en een symboolcode.
15 Werkwijze volgens conclusie 1 of conclusie 14, waarbij het vormen van de visuele codering op de buitenwand van het leidingonderdeel wordt uitgevoerd door: 20 ofwel printen van de visuele codering, ofwel graveren van de visuele codering, ofwel lasergraveren van de visuele codering, ofwel aanbrengen van een label met de visuele codering.
16. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de visuele codering wordt aangebracht 25 op of aan een klemmanchet.
17. Werkwijze volgens conclusies 16 en 12, waarbij de klemmanchet het klemonderdeel is voor het plaatsvast houden van de elektronische identificatie inrichting op de buitenwand. 30
18. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het klemonderdeel geheel of over een deel daarvan vervaardigd wordt uit doorzichtig materiaal, en de elektronische identificatie inrichting is opgenomen in een kaartje dat voorzien wordt/is van de visuele codering, waarbij het kaartje wordt geplaatst tussen de buitenwand van het leidingonderdeel en het klemonderdeel, zodanig dat de visuele codering op het kaartje zichtbaar is.
19. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de klemmanchet vervaardigd wordt uit kunststof en de elektronische identificatie inrichting wordt ingegoten in de klemmanchet.
20. Leidingonderdeel voorzien van een elektronische identificatie inrichting, waarbij 10 het leidingonderdeel op een buitenwand een visuele codering omvat, waarbij de visuele codering ten minste een aanduiding van het identificatiegegeven van de elektronische identificatie inrichting omvat.
21. Leidingonderdeel volgens conclusie 20, waarbij de elektronische identificatie 15 inrichting een programmeerbaar geheugen omvat voor het opslaan van gegevens, en waarbij kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel in het programmeerbaar geheugen zijn opgeslagen, en waarbij de opgeslagen kwaliteitsgegevens uitleesbaar zijn uit de elektronische identificatie inrichting.
22. Leidingonderdeel volgens conclusie 20, waarbij de elektronische identificatie inrichting voorzien is van een draadloos gegevensinterface, voor het uitlezen van gegevens uit de elektronische identificatie inrichting door middel van draadloos communiceren van de elektronische identificatie inrichting met een uitleesinrichting via de draadloze gegevensinterface. 25
23. Leidingonderdeel volgens conclusie 20, waarbij de elektronische identificatie inrichting voorzien is van een draadloos gegevensinterface, voor het opslaan van de kwaliteitsgegevens van het leidingonderdeel in het programmeerbaar geheugen door middel van draadloos communiceren van de elektronische identificatie inrichting met 30 een programmeerinrichting voor het programmeren van het programmeerbaar geheugen.
24. Leidingonderdeel volgens conclusie 20, waarbij de elektronische identificatie inrichting is aangebracht op of in een binnenwand van het leidingonderdeel.
25. Leidingonderdeel volgens conclusie 20, waarbij de elektronische identificatie 5 inrichting is aangebracht op of in een buitenwand van het leidingonderdeel.
26. Leidingonderdeel volgens conclusie 25, waarbij de elektronische identificatie inrichting is aangebracht tussen een klemonderdeel en de buitenwand van het leidingonderdeel, waarbij het klemonderdeel is ingericht voor het plaatsvast houden 10 van de elektronische identificatie inrichting op de buitenwand.
27. Leidingonderdeel volgens conclusie 20, waarbij de elektronische identificatie inrichting is aangebracht tussen twee onderdelen van het leidingonderdeel.
28. Leidingonderdeel volgens conclusie 20, waarbij de visuele codering van de gekoppelde gegevens er één of meer omvat van een barcode, een leesbare schriftcode en een symboolcode.
29. Leidingonderdeel volgens conclusie 20 of 28, waarbij de visuele codering op de 20 buitenwand van het leidingonderdeel is uitgevoerd door: ofwel printen van de visuele codering, ofwel graveren van de visuele codering, ofwel lasergraveren van de visuele codering, ofwel aanbrengen van een label met de visuele codering.
30. Leidingonderdeel volgens conclusie 28, waarbij de visuele codering is aangebracht op of aan een klemmanchet.
31. Werkwijze volgens conclusies 30 en 26, waarbij de klemmanchet het klemonderdeel is voor het plaatsvast houden van de elektronische identificatie 30 inrichting op de buitenwand.
32. Leidingonderdeel volgens conclusie 26, waarbij de klemmanchet vervaardigd is uit kunststof en de elektronische identificatie inrichting is ingegoten in de klemmanchet.
33. Leidingonderdeel volgens conclusie 20, waarbij de elektronische identificatie inrichting is ingegoten in het leidingonderdeel. 5
NL2004867A 2010-06-10 2010-06-10 Leidingonderdelen en werkwijze daarvoor. NL2004867C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004867A NL2004867C2 (nl) 2010-06-10 2010-06-10 Leidingonderdelen en werkwijze daarvoor.
EP11169522A EP2395458A1 (en) 2010-06-10 2011-06-10 Werkwijze voor het vervaardigen van een leidingonderdeel

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004867 2010-06-10
NL2004867A NL2004867C2 (nl) 2010-06-10 2010-06-10 Leidingonderdelen en werkwijze daarvoor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004867C2 true NL2004867C2 (nl) 2011-12-13

Family

ID=43513878

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004867A NL2004867C2 (nl) 2010-06-10 2010-06-10 Leidingonderdelen en werkwijze daarvoor.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2395458A1 (nl)
NL (1) NL2004867C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2711169A1 (de) 2012-09-21 2014-03-26 egeplast international GmbH Rohr, insbesondere medienführendes Rohr oder Ummantelungsrohr, sowie Verfahren zu seiner Herstellung
GB2518674B (en) * 2013-09-30 2015-08-19 Cejn Ab Tube with tag and method for servicing the tube
DE202015101160U1 (de) * 2015-03-09 2016-03-10 Rehau Ag + Co Rohrbund eines Kunststoffrohres sowie mindestens einen von einem derartigen Rohrbund abgewickelten Abschnitt eines Kunststoffrohres umfassendes Flächen-temperierungselement
CN108648609A (zh) * 2018-07-28 2018-10-12 胜利油田胜利自动化开发有限责任公司 应用于油气水生产环境中管杆体的标识装置
DE102018219440A1 (de) 2018-11-14 2020-05-14 Fränkische Industrial Pipes GmbH & Co. KG Verbindungseinheit

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2208310A (en) * 1987-07-22 1989-03-22 Andrew Palmer & Associates Lim Identification of pipeline sections
EP1262272A1 (de) * 2001-05-22 2002-12-04 PF Schweisstechnologie GmbH Verfahren und Vorrichtung zum automatischen Protokollieren von Rohrnetz-Verbindungsvorgängen auf Basis von bauteilspezifischen Daten
GB2377584A (en) * 2001-06-05 2003-01-15 Andrew Richard Hiron Position recording and relocation of buried installations
EP1772657A2 (de) * 2005-10-06 2007-04-11 REHAU AG + Co Rohranordnung
DE102006036720A1 (de) * 2006-08-05 2008-02-07 Egeplast Werner Strumann Gmbh & Co. Kg Verfahren zur Herstellung eines Rohrs oder Behälters mit Informationsträger sowie nach diesem Verfahren hergestelltes Rohr und hergestellter Behälter

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2208310A (en) * 1987-07-22 1989-03-22 Andrew Palmer & Associates Lim Identification of pipeline sections
EP1262272A1 (de) * 2001-05-22 2002-12-04 PF Schweisstechnologie GmbH Verfahren und Vorrichtung zum automatischen Protokollieren von Rohrnetz-Verbindungsvorgängen auf Basis von bauteilspezifischen Daten
GB2377584A (en) * 2001-06-05 2003-01-15 Andrew Richard Hiron Position recording and relocation of buried installations
EP1772657A2 (de) * 2005-10-06 2007-04-11 REHAU AG + Co Rohranordnung
DE102006036720A1 (de) * 2006-08-05 2008-02-07 Egeplast Werner Strumann Gmbh & Co. Kg Verfahren zur Herstellung eines Rohrs oder Behälters mit Informationsträger sowie nach diesem Verfahren hergestelltes Rohr und hergestellter Behälter

Also Published As

Publication number Publication date
EP2395458A1 (en) 2011-12-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2004867C2 (nl) Leidingonderdelen en werkwijze daarvoor.
US9183222B2 (en) Mapping and asset lifecycle tracking system
EP3052844B1 (en) Tube with tag and method for servicing the tube
MX2011004963A (es) Indicadores de posicion de valvulas legibles remotamente.
WO2005114604A3 (en) Locating, provisioning and identifying devices in a network
CN203670999U (zh) 一种包含阀位置指示器的阀
AU2011202298B2 (en) Obtaining data from an underwater component
WO2020038764A9 (de) Datenmodul für einen behälter
US20150204752A1 (en) Method for detecting at least one variable associated with the formation of at least one joint and/or a machine during assembly of a pipeline system
CN107004171B (zh) 注册已安装的阀门的方法
US10395154B2 (en) Digital label and asset tracking interface
CN111527511A (zh) 软管的管理系统
JP2009276923A (ja) 製造プラントにおける設備管理システム
EP3268824B1 (en) Utilizing an image of a valve assembly to identify the valve assembly found on a process line
JP4949694B2 (ja) 支援システム及び設備ユニット
CN110807131B (zh) 一种具备自动识别功能的钻杆检修线
CN112766939A (zh) 一种统一支付平台的对账方法、系统及设备
KR20090030456A (ko) 인식정보를 이용한 금형 관리 시스템
KR20090046415A (ko) 피그형 센서 및 이를 이용한 관 관리 방법
Niemann et al. Digital product tracking
JP4347122B2 (ja) タグ装置
JP2009070219A (ja) タグ装置
KR20090101642A (ko) 알에프 아이디를 이용한 설비관리 시스템 및 그 방법
IT201900005942A1 (it) Real-time identification and tracking system and method for construction and maintenance purposes
Choi et al. Application of RFID System for MES Enhancement-Focused on EPCIS Expended Model