NL2004528C2 - Samenstel van een houder voor het verzamelen van afval, en van een voertuig, houder voor het verzamelen van afval, alsmede een werkwijze voor het koppelen van een dergelijke houder met een voertuig. - Google Patents

Samenstel van een houder voor het verzamelen van afval, en van een voertuig, houder voor het verzamelen van afval, alsmede een werkwijze voor het koppelen van een dergelijke houder met een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL2004528C2
NL2004528C2 NL2004528A NL2004528A NL2004528C2 NL 2004528 C2 NL2004528 C2 NL 2004528C2 NL 2004528 A NL2004528 A NL 2004528A NL 2004528 A NL2004528 A NL 2004528A NL 2004528 C2 NL2004528 C2 NL 2004528C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
vehicle
assembly
valve
opening
Prior art date
Application number
NL2004528A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Albert Doorenweerd
Original Assignee
Omb Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Omb Nederland B V filed Critical Omb Nederland B V
Priority to NL2004528A priority Critical patent/NL2004528C2/nl
Priority to EP11161699A priority patent/EP2374737A1/en
Priority to ZA2011/02692A priority patent/ZA201102692B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2004528C2 publication Critical patent/NL2004528C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F3/00Vehicles particularly adapted for collecting refuse
    • B65F3/14Vehicles particularly adapted for collecting refuse with devices for charging, distributing or compressing refuse in the interior of the tank of a refuse vehicle
    • B65F3/143Means facilitating the separation of the charging, distributing or compressing devices from the tank of refuse vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F3/00Vehicles particularly adapted for collecting refuse
    • B65F3/14Vehicles particularly adapted for collecting refuse with devices for charging, distributing or compressing refuse in the interior of the tank of a refuse vehicle
    • B65F3/22Vehicles particularly adapted for collecting refuse with devices for charging, distributing or compressing refuse in the interior of the tank of a refuse vehicle with screw conveyors, rotary tanks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F3/00Vehicles particularly adapted for collecting refuse
    • B65F2003/006Constructional features relating to the tank of the refuse vehicle
    • B65F2003/008Constructional features relating to the tank of the refuse vehicle interchangeable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Refuse-Collection Vehicles (AREA)

Description

Samenstel van een houder voor het verzamelen van afval, en van een voertuig, houder voor het verzamelen van afVal alsmede een werkwijze voor het koppelen van een dergelijke houder met een voertuig 5 De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een voertuig, en van een houdervoor het verzamelen van afVal, waarbij het voertuig voorzien is van een toevoerinrichting voor het aan de houder toevoeren van afVal, en waarbij de houder koppelbaar is met het voertuig, waarbij de houder voorzien is van een bodem met omtrekswanden, een in de houder voorziene opening welke aansluitbaar is op de 10 toevoerinrichting, een afsluiter van de opening die beweegbaar is tussen een open positie waarin de opening vrijgegeven is en een gesloten positie waarin de opening gesloten is, en een bedieningsinrichting voor het daarmee afwisselend naar een open positie en gesloten positie brengen van de afsluiter.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een houder voor een dergelijk 15 samenstel.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het koppelen van een dergelijke houder met een dergelijk voertuig.
Een dergelijke houder en een dergelijk samenstel zijn bekend. De bekende houder wordt gebruikt om afval in te zamelen. De houder, bijvoorbeeld een container, 20 omvat een bodem en wanden. In een wand is een opening voorzien. De opening is afsluitbaar met een deur of schuif. De container is koppelbaar met een vrachtwagen. De vrachtwagen heeft een toevoerinrichting voor afVal. De toevoerinrichting omvat een hefarm voor het tillen van relatief kleine afvalcontainers, een inlaat waarin de inhoud van de afvalcontainer geleegd kan worden, en een uitlaat. De opening van de 25 koppelbare container is aansluitbaar op de uitlaat van de toevoerinrichting. Afval kan verzameld worden in de houder. Wanneer de houder met een bepaalde hoeveelheid afval gevuld is, kan de houder ontkoppeld worden, waarna een nieuwe, ongevulde houder geplaatst wordt.
In een ontkoppelde toestand sluit de deur de opening van de container af, zodat afval in 30 de container daar niet uit kan. Bij het koppelen van de container met de vrachtwagen, moet de deur eerst naar een geopende positie gebracht worden, zodanig dat de opening vrijgegeven wordt, en deze koppelbaar is met de uitlaat van de toevoerinrichting.
2
Hiertoe is een bedieningsknop voorzien, waarmee een operator de deur kan bedienen alvorens de container met de vrachtwagen gekoppeld wordt.
Het is een nadeel van de bekende inrichting, dat de operator zorg moet dragen voor het openen van de deur. Het is mogelijk dat de operator vergeet de deur te openen.
5 Wanneer de operator vergeet om de deur te openen, dan kan de container niet met de toevoerinrichting gekoppeld worden. In gevallen waarin in een gekoppelde toestand van de houder, de toevoerinrichting gedeeltelijk via de opening tot in het binnenste van de houder steekt, is het niet mogelijk om eerst de container te koppelen met de vrachtwagen en vervolgens pas de opening van de houder naar de geopende positie te 10 brengen. Wanneer een operator vergeet de houder te openen alvorens de houder te koppelen, kan er schade aan de deur van de houder en de toevoerinrichting van de vrachtwagen ontstaan.
Het is een verder nadeel van de bekende inrichting, dat het openen van de deur tijd kost. De deur wordt geopend voordat de container op de vrachtwagen geplaatst 15 wordt, om vervolgens de container met de toevoerinrichting te verbinden. Dit is inefficiënt.
Het is derhalve een doel om te voorzien in een houder voor het verzamelen van afval, waarmee ten minste een nadeel van de bekende houder opgelost, althans ten minste verminderd wordt.
20 Het is verder een doel om te voorzien in een samenstel van een houder en van een voertuig, waarmee ten minste een nadeel van het bekende samenstel opgelost, althans ten minste verminderd wordt.
Volgens een eerste aspect voorziet de uitvinding in een samenstel volgens conclusie 1. Het samenstel is gekenmerkt doordat de bedieningsinrichting is ingericht 25 om samen te werken met een op het voertuig voorzien activatorlichaam, zodanig dat deze de afsluiter tijdens het koppelen van de houder met het voertuig naar een geopende positie brengt. Op het voertuig is een activatorlichaam geplaatst. De bedieningsinrichting is ingericht om samen te werken met het activatorlichaam. Tijdens het koppelen van de houder met het voertuig, zal het activatorlichaam de 30 bedieningsinrichting activeren. De afsluiter zal hierdoor naar een geopende toestand gedwongen worden. Door toepassing van de bedieningsinrichting die is ingericht om samen te werken met het activatorlichaam, zal bij het koppelen van de houder met het voertuig, de afsluiter te allen tijde geopend worden. Een operator hoeft de 3 bedieningsinrichting niet meer te gebruiken, waardoor de handeling van het open maken van de afsluiter niet vergeten kan worden. Tevens wordt door toepassing van de bedieningsinrichting die is ingericht om samen te werken met het activatorlichaam, de afsluiter geopend tijdens het koppelen van de houder met het voertuig. Bij voorkeur 5 wordt de afsluiter automatisch geopend tijdens het koppelen van de houder met het voertuig. Er hoeft dus niet meer gewacht te worden totdat de deuren open zijn, alvorens de container gekoppeld kan worden. Hierdoor is koppeling van de houder met het voertuig efficiënt, aangezien twee handelingen tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden.
10 In een uitvoeringsvorm, strekt in een gekoppelde toestand van de houder een gedeelte van de toevoerinrichting zich uit, via de opening, tot in het binnenste van de houder. Zoals reeds aangegeven is het openen van de deuren na het koppelen onmogelijk, aangezien dit tot schade kan leiden aan de toevoerinrichting of de afsluiter. Volgens de uitvinding wordt de afsluiter geopend tijdens het koppelen, waardoor 15 schade aan de afsluiter en de toevoerinrichting voorkomen wordt.. Ook in uitvoeringsvormen waarin opening van de afsluiter na het koppelen in principe mogelijk is, bijvoorbeeld in de uitvoeringsvorm waarin de toevoerinrichting geen uitstekend deel heeft dat tot in het binnenste van de aangekoppelde houder reikt, is het efficiënter en minder foutengevoelig, om tijdens het koppelen automatisch de deuren te 20 openen.
In een uitvoering, is de bedieningsinrichting ingericht om zodanig samen te werken met het activatorlichaam dat de bedieningsinrichting tijdens het ontkoppelen van de houder met het voertuig het afsluitelement naar een gesloten positie brengt. De afsluiter wordt hierdoor tijdens het ontkoppelen al gesloten. De operator hoeft niet na 25 het ontkoppelen nog een extra handeling te verrichten om de opening af te sluiten. De handeling kan niet vergeten worden. In de houder verzameld afval heeft hierdoor minder kans om uit de houder te geraken.
Bij voorkeur omvat de bedieningsinrichting een bedieningselement dat beweegbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, voor het daarmee in een 30 open positie respectievelijk gesloten positie brengen van de afsluiter.
Het activatorlichaam kan ingericht zijn om het bedieningselement te bewegen tijdens het koppelen van de houder met het voertuig. Het activatorlichaam kan ingericht zijn om tijdens het koppelen het bedieningselement naar een eerste positie te duwen, 4 zodanig dat de afsluiter naar de open positie gebracht wordt. Het activatorlichaam kan ingericht zijn om gedurende de gekoppelde toestand, het bedieningselement in de eerste positie te houden. Bij het ontkoppelen, zal het activatorlichaam van het bedieningselement af bewegen. Het bedieningselement is ingericht om dan naar de 5 tweede positie te bewegen. Hierdoor zal de afsluiter naar de gesloten positie gebracht worden.
De bedieningsinrichting kan een elektrische inrichting zijn. Bij een elektrische inrichting, kan het bedieningselement bijvoorbeeld een elektrische knop zijn, welke in een ingedrukte toestand een elektrische schakeling activeert om de afsluiter naar een 10 geopende toestand te brengen. Zolang de knop ingedrukt is, zal de afsluiter in de geopende positie blijven. Bij het loslaten van de knop, kan de elektronische schakeling dit registreren, waarna de afsluiter naar de gesloten positie gebracht wordt.
Het is mogelijk dat het bedieningselement een verschuifbare plunjer omvat. Met de plunjer kan een kracht overgebracht worden. De kracht kan gebruikt worden om de 15 afsluiter te openen of te sluiten.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm, omvat de bedieningsinrichting een hydraulische cilinder. De hydraulische cilinder kan een plunjercilinder zijn. De zuiger en zuigerstang vormen het bedieningselement. Het activatorlichaam drukt tijdens het koppelen tegen de zuigerstang. De verplaatsing van de zuiger en de zuigerstang zorgt 20 voor een kracht die gebruikt kan worden voor het openen van de deur. Bij het terugbewegen van de houder, zal de door het activatorlichaam uitgeoefende kracht op de zuigerstang afnemen. Hierdoor zal de zuigerstang automatisch terugbewegen naar de eerste positie. De toepassing van een hydraulische cilinder zorgt ervoor dat een bepaalde drempelwaarde in kracht nodig is om de afsluiter naar een geopende positie te 25 brengen. De drempelwaarde kan naar wens ingesteld worden. Door de drempelwaarde, kan de afsluiter niet geopend worden, wanneer de kracht op de zuigerstang niet voldoende is. Dit voorkomt ongewenste opening van de afsluiter.
Het is mogelijk dat de houder een met de afsluiter en de bedieningsinrichting verbonden transmissie omvat. Hierdoor kan de bedieningsinrichting op een geschikte 30 plek voorzien worden, bijvoorbeeld door deze op afstand van de afsluiter te plaatsen.
Bij voorkeur is de transmissie een hydraulische transmissie. In het bijzonder in combinatie met een hydraulische bedieningsinrichting, wordt een betrouwbare opening en sluiting van de opening mogelijk. De hydraulische inrichting kan gebruikt worden 5 om de afsluiter nauwkeurig aan te sturen. De hydraulische inrichting kan een drempelwaarde voor opening opwerpen. De afsluiter wordt slechts naar een geopende toestand gebracht, wanneer een bepaalde kracht op de bedieningsinrichting wordt uitgeoefend.
5 In een uitvoeringsvorm, is de opening voorzien in de omtrekswand van de houder. Met andere woorden, de opening bevindt zich in een zijwand van de houder. Afval kan horizontaal in de houder gebracht worden.
De houder kan in hoofdzaak blokvormig zijn, waarbij de opening voorzien is in een kopse kant van de houder. Hierdoor is een gemakkelijke aansluiting op een 10 toevoerinrichting, al dan niet voorzien van een voorverwerkingsinrichting mogelijk.
Het is mogelijk dat de afsluiter een eerste afsluitelement omvat, welke is ingericht om in een gesloten positie van de afsluiter ten minste een deel van de opening af te sluiten.
In een uitvoering, is voorzien in ten minste een aanvullend afsluitelement.
15 Het eerste en/of aanvullend afsluitelement kan roteerbaar zijn opgehangen. Een translerende ophanging is echter ook mogelijk. Het afsluitelement functioneert dan als een schuifdeur.
In een voordelige uitvoeringsvorm, is het eerste en/of aanvullend afsluitelement in een geopende positie in hoofdzaak parallel aan de bodem geplaatst.
20 De houder is bij voorkeur voorzien van een met de omtrekswanden verbonden deksel. Het deksel is bij voorkeur vast verbonden met de omtrekswanden. Op deze wijze zal de houder ingericht zijn om het afVal in de houder te houden.
Het volume van de houder is bij voorkeur zodanig, dat een relatief grote hoeveelheid afval verzameld kan worden, alvorens de houder ontkoppeld moet worden, 25 en een nieuwe houder geplaatst kan worden. Daartoe bedraagt het volume van de houder ongeveer 20-30 m3.
De opening van de houder is bij voorkeur koppelbaar met de toevoerinrichting van het voertuig. De opening kan koppelbaar zijn met een uitgang van de toevoerinrichting.
30 Het voertuig kan een geleider omvatten waarover de houder verplaatsbaar is naar een gekoppelde toestand. De geleider maakt een relatief eenvoudige verplaatsing van de houder mogelijk. De geleider zorgt ervoor dat de koppeling relatief eenvoudig plaats kan vinden.
6
Het activatorlichaam kan nabij een uiteinde van de geleider geplaatst zijn, zodat de afsluiter vlak voor de koppeling met de toevoerinrichting geopend wordt. De afsluiter wordt zo laat mogelijk in een geopende toestand gebracht. Hierdoor kunnen er geen ongewenste zaken in de houder terecht komen.
5 Bij voorkeur is het voertuig voorzien van een hefïnrichting, zoals een lier, voor het daarmee koppelen van de houder met het voertuig. Het voertuig kan zo altijd de houder koppelen met het voertuig. De hefïnrichting kan ook een hefboom zijn, of een haakarm.
De hefïnrichting kan ingericht zijn om de bedieningsinrichting en het 10 activatorlichaam met elkaar te koppelen voor het daarmee naar een geopende toestand brengen van de afsluiter tijdens het koppelen van de houder met het voertuig. In een bijzondere uitvoering, levert de hefïnrichting, zoals de lier, de benodigde kracht om de afsluiter naar de geopende toestand te brengen. De hefïnrichting levert een kracht die groter is dan de ingestelde drempelwaarde. De drempelwaarde kan bijvoorbeeld 15 ingesteld zijn door gebruik van een geschikt hydraulisch systeem of met behulp van een veerkracht.
De toevoerinrichting kan een verwerkingseenheid omvatten. De verwerkingseenheid is bij voorkeur ingericht om het afVal te comprimeren. De verwerkingseenheid omvat bij voorkeur twee in hoofdzaak parallel naast elkaar 20 geplaatste, in tegengestelde richtingen roteerbare schroeven. Andere uitvoeringsvormen van de verwerkingseenheid zijn echter ook denkbaar, zoals een blokpers of een plaatpers.
Volgens een verder aspect van de uitvinding voorziet deze in een werkwijze voor het koppelen van een houder voor het verzamelen van afval met een voertuig. De 25 houder is voorzien van een bodem met omtrekswanden, een in de houder voorziene opening welke aansluitbaar is op een op het voertuig voorziene toevoerinrichting voor het aan de houder toevoeren van afval, een afsluiter van de opening die beweegbaar is tussen een open positie waarin de opening vrijgegeven is en een gesloten positie waarin de opening gesloten is, alsmede van een bedieninginrichting voor het daarmee 30 afwisselend naar een open positie en gesloten positie brengen van de afsluiter. De werkwijze volgens de uitvinding omvat de stap van het tijdens het koppelen van de houder met het voertuig naar een geopende positie brengen van de afsluiter. De koppeling is efficiënt, en levert tijdwinst op.
7
De bedieningsinrichting kan ingericht zijn om samen te werken met een op het voertuig voorzien activatorlichaam. De werkwijze kan de stap omvatten van het in contact brengen van het activatorlichaam met de bedieningsinrichting voor het tijdens het koppelen naar een geopende positie brengen van de afsluiter. De afsluiter zal bij het 5 koppelen te allen tijde geopend worden. Het open maken kan niet vergeten kan worden.
De bedieningsinrichting kan een bedieningselement omvatten dat beweegbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, voor het daarmee in een open positie respectievelijk gesloten positie brengen van de afsluiter. De werkwijze kan de stap omvatten van het in contact brengen van het activatorlichaam met het 10 bedieningselement voor het naar de tweede positie dringen van het bedieningselement.
Het voertuig is bij voorkeur voorzien van een herinrichting, zoals een lier, voor het daarmee koppelen van de houder met het voertuig. De herinrichting kan ook een hefboom zijn, of een haakarm. Bij voorkeur omvat de werkwijze de stap van het onder invloed van een door de herinrichting geleverde kracht naar de tweede positie brengen 15 van het bedieningselement. In een bijzondere uitvoering, levert de herinrichting, zoals de lier, de benodigde kracht om de afsluiter naar de geopende toestand te brengen. De herinrichting kan een kracht leveren die groter is dan een vooraf ingestelde drempelwaarde.
De uitvinding zal navolgend nader toegelicht worden aan de hand van enkele 20 uitvoeringsvormen. Het zal voor de vakman duidelijk zijn, dat de uitvinding zich niet beperkt tot deze uitvoeringsvormen, maar dat andere equivalente maatregelen mogelijk zijn, zonder van de uitvindingsgedachte af te wijken. In de figuren, toont:
Fig. la - een zijaanzicht van een voertuig met een toevoerinrichting waarop een 25 houder voor afval plaatsbaar is;
Fig. lb - een zijaanzicht van het voertuig van Fig. la, met de houder in een geplaatste toestand;
Fig. 2 - een aanzicht in perspectief van een houder;
Fig. 3a - een zijaanzicht van een houder in een ontkoppelde toestand; 30 Fig. 3b - een zijaanzicht van de houder van Fig. 2a tijdens het koppelen daarvan;
Fig. 3c - een zijaanzicht van de houder van Fig. 2a in een gekoppelde toestand;
Fig. 4a-c - uitvoeringsvormen van een houder en een activatorlichaam.
8
Fig. la toont een zijaanzicht van een vrachtwagen 1 voor het inzamelen van afval. Zoals te zien is in Fig. lb, is op een onderstel 6 van de vrachtwagen 1 een houder, zoals een container 8 plaatsbaar. In de houder 8 kan afVal verzameld worden.
5 Het afVal wordt aan de houder toegevoerd door middel van een toevoerinrichting 2, welke op de vrachtwagen geplaatst is. De vrachtwagen is voorzien van een hefarm 5 voor het daarmee optillen en legen van relatief kleine afvalcontainers. ’ De inhoud van de afvalcontainer kan variëren, bijvoorbeeld tussen 40 liter en 5000 liter. De hefarm tilt de afvalcontainers op en leegt ze boven een inlaat 7 van de toevoerinrichting 2. De 10 toevoerinrichting 2 omvat verder een uitlaat 3, welke aansluitbaar is op een opening in de houder 8. In de uitvoeringsvorm van Fig lb heeft de uitlaat 3 van de toevoerinrichting 2 een uitstekend deel, dat in gekoppelde toestand met een houder 8 deels door de vrijgegeven opening van de houder 8 steekt. Het is echter ook mogelijk om een alternatieve toevoerinrichting te voorzien die niet in een gekoppelde houder 15 steekt. De toevoerinrichting kan een verwerkingseenheid 11 omvatten, voor het verwerken van afVal. De toevoerinrichting kan ingericht zijn voor het verdichten en/of verkleinen van het afval. De verwerkingseenheid kan het afVal comprimeren en/of verkleinen. De verwerkingseenheid 11 kan bijvoorbeeld twee in hoofdzaak parallel naast elkaar geplaatste, in tegengestelde richtingen roteerbare schroeven omvatten.
20 De toevoerinrichting 2 en de hefarm 5 zorgen voor toevoer van afval naar de houder 8. Wanneer de houder met een bepaalde hoeveelheid afVal gevuld is, kan de houder ontkoppeld worden, waarna een nieuwe, ongevulde houder geplaatst wordt. De houder is voorzien van een afsluiter (niet getoond in Fig. 1). De afsluiter dient voor het afsluiten van de opening van de houder in een ontkoppelde toestand van de houder. De 25 afsluiter is beweegbaar tussen een positie waarin de opening vrijgegeven is, en een positie waarin de opening afgesloten is. De houder 8 is voorzien van een bedieningsinrichting 12 voor het openen en sluiten van de afsluiter. De bedieningsinrichting is ingericht om samen te werken met een op het voertuig geplaatst activatorlichaam 4. De bedieningsinrichting 12 en het activatorlichaam 4 zijn ingericht 30 om de afsluiter te openen tijdens het koppelen van de houder met het voertuig, zoals navolgend aan de hand van Fig. 2 en 3 zal worden uitgelegd.
Fig. 2 toont een aanzicht in perspectief van een houder 21. De houder is in de getoonde uitvoeringsvorm een container 21. De houder omvat een bodem 22 en 9 omtrekswanden 23. De houder is tevens voorzien van een bovenzijde 24. De houder 21 is voorzien van een opening 26. De opening is in de getoonde uitvoeringsvorm afgesloten door een eerste afsluiter 28 en een aanvullende afsluiter 29. De afsluiters, zoals bijvoorbeeld deuren, kunnen roteerbaar opgehangen zijn. De afsluiters zijn 5 beweegbaar tussen een open positie waarin de opening vrijgegeven is en een gesloten positie waarin de opening gesloten is. De afsluiters zijn aangesloten op een verder niet in detail getoond openings- en sluitingsmechanisme. Het openings- en sluitingsmechanisme kan geactiveerd worden met een bedieningsinrichting 25, welke op de houder 21 voorzien is.
10 In het binnenste van de houder 21 is een ruimte gevormd. In de ruimte kan afval voorzien worden. Het afVal kan via de opening 26 in de houder gevoerd worden. Daartoe is de houder 21 koppelbaar met een toevoerinrichting die op een voertuig geplaatst is. Alvorens de houder 21 gekoppeld kan worden met de toevoerinrichting, dienen de afsluiters 28,29 zich in een geopende toestand te bevinden.
15 Koppelen van de houder met de toevoerinrichting zal navolgend worden toegelicht aan de hand van de Fig. 3a-3c. Overeenkomstige delen zijn gelijk genummerd.
Fig. 3a toont een situatie waarin de houder 21 op een geleider 30 van een verder niet getoond voertuig geplaatst is. De houder 21 zal tijdens het koppelen in de richting 20 van pijl A bewogen worden. Op het voertuig is tevens een pen 31 gepositioneerd. De pen is ter hoogte van de bedieningsinrichting 25 geplaatst. De pen 31 strekt zich in hoofdzaak in een richting evenwijdig aan de geleider 30 uit. De bedieningsinrichting omvat een hydraulische cilinder. Een hydraulische transmissie is gekoppeld met de hydraulische cilinder en de afsluiters. De hydraulische transmissie fungeert als 25 openings- en sluitingsmechanisme.
De hydraulische cilinder omvat een plunjer, welke beweegbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie. In de eerste positie is het bedieningselement, in dit geval de plunjer, volledig ingedrukt. In de tweede positie is het bedieningselement, ofwel de plunjer, volledig naar buiten geschoven. De druk in het hydraulische systeem 30 zorgt ervoor dat de plunjer naar buiten gedrongen wordt. Hierdoor zal het bedieningselement zich in de tweede positie bevinden, wanneer er geen externe kracht op de plunjer uitgeoefend wordt. Deze laatste situatie is getoond in Fig. 3a. Door uitoefening van een externe kracht op de plunjer, wordt deze naar de eerste positie 10 gebracht. Hierdoor zal drukopbouw en verplaatsing van de hydraulische vloeistof optreden, welke gebruikt kan worden om het afsluitelement naar een geopende positie gedrongen wordt. De vakman zal bekend zijn met geschikte hydraulische componenten hiervoor.
5 Op het voertuig is een pen 31 geplaatst, dat dient om de plunjer 25 naar de eerste positie te dringen tijdens koppeling. De pen 31 fungeert als een activatorlichaam 31. De bedieningsinrichting 25 is ingericht om samen te werken met het activatorlichaam, zodanig dat deze de afsluiters 28,29 tijdens het koppelen van de houder met het voertuig naar een geopende positie brengt. Fig. 3b toont de situatie 10 waarin de pen 31 en de bedieningsinrichting 25 in contact met elkaar gebracht zijn. Een verdere verplaatsing van de houder in de richting van de pen 31, zal ervoor zorgen dat de pen 31 de plunjer 25 indrukt, en in de richting van de eerste positie dringt.
In Fig. 3c is de situatie getoond waarin de pen 31 de plunjer 25 volledig ingedrukt heeft. De afsluitelementen 28,29 zijn hierdoor naar een geopende positie 15 geroteerd. De opening 26 is vrijgegeven, en koppeling met de toevoerinrichting is mogelijk.
Bij het koppelen van de houder met het voertuig, zal derhalve de afsluiter naar een geopende positie bewegen, waardoor de opening vrijgegeven wordt, en koppeling met de toevoerinrichting kan plaatsvinden. Bij het ontkoppelen van de houder, zal de 20 door de pen op de plunjer uitgeoefende kracht afnemen, en zal de plunjer door de druk in het hydraulisch systeem naar buiten toe terugbewegen. De afsluiter zal vervolgens de opening afsluiten. Het mechanisme zorgt er aldus voor dat de afsluiter tijdens het koppelen automatisch en gegarandeerd open gaat, en dat de afsluiter tijdens het ontkoppelen automatisch en gegarandeerd gesloten wordt. De operator kan dit niet 25 meer vergeten. Tevens kan het openen en sluiten van de opening tijdens het ontkoppelen plaats vinden, waardoor er tijdwinst is.
Relatieve beweging tussen het activatorlichaam en de bedieningsinrichting maakt het mogelijk om de afsluiter te openen en/of te sluiten. Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat dit op verschillende manieren kan. Alternatieve uitvoeringsvormen 30 van de bedieningsinrichting en het activatorlichaam zijn schematisch getoond in Fig. 4a-c.
Fig. 4a toont een uitvoeringsvorm van een houder 108, met een bedieningsinrichting 112, en een op een niet getoond voertuig voorzien 11 activatorlichaam 104. In de getoonde uitvoeringsvorm is het activatorlichaam 104 ingericht om relatief ten opzichte van het voertuig te bewegen, om zo samen te werken met de bedieningsinrichting 112 om de (niet getoonde) afsluiter tijdens het koppelen van de houder met het voertuig naar een geopende positie te brengen. De houder kan 5 hierbij stil staan, of nagenoeg stil staan. Het activatorlichaam kan een huis 104 en een beweegbare plunjer 105 omvatten. Het activatorlichaam kan bijvoorbeeld een hydraulische cilinder zijn.
Fig. 4b toont een uitvoeringsvorm waarin de bedieningsinrichting 212 en het activatorlichaam 204 een nokkensysteem vormen. De bedieningsinrichting omvat een 10 loopwiel 213, dat over een nok 205 van het activatorlichaam 204 beweegbaar is. Het loopwiel 212 is bevestigd aan een niet nader in detail getoonde transmissie 214. Op het voertuig is het activatorlichaam 204 geplaatst. Het activatorlichaam omvat de nok 205, welke een afgeschuind oppervlak heeft waarover het loopwiel verplaatsbaar is. De bedieningsinrichting en het activatorlichaam zijn ingericht om tijdens het koppelen van 15 de houder 208 met het voertuig, een translerende beweging op te leggen aan de bedieningsinrichting 212. De translerende beweging van de bedieningsinrichting wordt door de transmissie omgezet in een opening dan wel sluiting van de (niet getoonde) afsluiter. In de getoonde uitvoeringsvorm, zal bij een opwaartse beweging van het loopwiel de afsluiter geopend worden, en bij een neerwaartse beweging van het 20 loopwiel de afsluiter gesloten worden.
Fig. 4c toont een uitvoeringsvorm, waarin de bedieningsinrichting 312 en het activatorlichaam 304 uitgevoerd zijn als een kabelmechanisme 303 en een haakelement 304. Het kabelmechanisme 303 omvat een over een katrol 312 lopende kabel 313 met een eerste uiteinde 314 en een tweede uiteinde 315. Aan het eerste uiteinde 314 is een 25 haaklichaam 314, zoals een oog voorzien. Het activatorlichaam is op het voertuig geplaatst, en omvat een haak 304, welke is ingericht om samen te werken met het haaklichaam 314 van het kabelmechanisme 303. Aan het tweede uiteinde 315 van de kabel 313 is de kabel bevestigd aan een hendel 307 die op de afsluiter 309 bevestigd is. De bedieningsinrichting 312 en het activatorlichaam 304 zijn zodanig ingericht, dat bij 30 het koppelen van de houder met het voertuig, de haak 304 het haaklichaam 314 zal opnemen. De kabel zal hierdoor relatief ten opzichte van de houder 308 niet meer bewegen. Bij verdere verplaatsing van de houder 308, zal derhalve de hendel 307 naar 12 beneden bewogen worden, waardoor ook de afsluiter naar beneden beweegt. De afsluiter zal derhalve naar een geopende positie bewegen.
Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat combinaties van verschillende uitvoeringsvormen mogelijk zijn, zonder daarbij af te wijken van de 5 uitvindingsgedachte. Het moge verder duidelijk zijn voor de vakman dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot hetgeen hier beschreven, en dat meerdere equivalente uitvoeringsvormen van de uitvinding mogelijk zijn. De vakman zal in staat zijn, nu dat de uitvinding en uitvoeringsvormen daarvan beschreven zijn, om dergelijke equivalente uitvoeringsvormen samen te stellen.
10 De uitvinding is bijvoorbeeld niet beperkt tot het gebruik van een bepaalde toevoerinrichting. De verwerkingseenheid in de toevoerinrichting kan bijvoorbeeld ook een plaatpers of een blokpers zijn. De vakman zal bekend zijn met deze geschikte alternatieven.
De uitvinding is ook niet beperkt tot het gebruik van een transmissie. De 15 bedieningsinrichting kan in uitvoeringsvormen ook rechtstreeks aangrijpen op de afsluiter.
De uitvinding is niet beperkt tot een hydraulische bedieningsinrichting. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk om gebruik te maken van een elektrische bedieningsinrichting, of een mechanische bedieningsinrichting, zolang deze ingericht 20 zijn om samen te werken met een op het voertuig voorzien activatorlichaam, zodanig dat deze de afsluiter tijdens het koppelen van de houder met het voertuig naar een geopende positie brengt.

Claims (28)

1. Samenstel van een voertuig, en van een houder voor het verzamelen van afval, waarbij het voertuig voorzien is van een toevoerinrichting voor het aan de houder 5 toevoeren van afval, en waarbij de houder koppelbaar is met het voertuig, waarbij de houder voorzien is van: • een bodem met omtrekswanden; • een in de houder voorziene opening welke aansluitbaar is op de toevoerinrichting; 10. een afsluiter van de opening die beweegbaar is tussen een open positie waarin de opening vrijgegeven is en een gesloten positie waarin de opening gesloten is; • en een bedieninginrichting voor het daarmee afwisselend naar een open positie en gesloten positie brengen van de afsluiter, met het kenmerk, dat 15 de bedieningsinrichting is ingericht om samen te werken met een op het voertuig voorzien activatorlichaam, zodanig dat deze de afsluiter tijdens het koppelen van de houder met het voertuig naar een geopende positie brengt.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij ten minste een gedeelte van de 20 toevoerinrichting zich tot in het binnenste van de houder uitstrekt in gekoppelde toestand van de houder.
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bedieningsinrichting is ingericht om zodanig samen te werken met het activatorlichaam dat de bedieningsinrichting 25 tijdens het ontkoppelen van de houder met het voertuig het afsluitelement naar een gesloten positie brengt.
4. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bedieningsinrichting een bedieningselement omvat dat beweegbaar is tussen een eerste 30 positie en een tweede positie, voor het daarmee in een open positie respectievelijk gesloten positie brengen van de afsluiter.
5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij het activatorlichaam is ingericht om het bedieningselement te bewegen tijdens het koppelen van de houder met het voertuig.
6. Samenstel volgens conclusie 4 of 5, waarbij het bedieningselement een 5 verschuifbare plunjer omvat.
7. Samenstel volgens conclusie 4-6, waarbij de bedieningsinrichting een hydraulische cilinder omvat.
8. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder een met de afsluiter en de bedieningsinrichting verbonden transmissie omvat.
9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de transmissie een hydraulische transmissie is. 15
10 Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opening voorzien is in de omtrekswand van de houder.
11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij de houder in hoofdzaak blokvormig is 20 en de opening voorzien is in een kopse kant van de houder.
12. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afsluiter een eerste afsluitelement omvat, welke is ingericht om in een gesloten positie van de afsluiter ten minste een deel van de opening af te sluiten. 25
13. Samenstel volgens conclusie 12, omvattende ten minste een tweede afsluitelement.
14. Samenstel volgens conclusie 12 of 13, waarbij het eerste en/of tweede 30 afsluitelement roteerbaar is opgehangen.
15. Samenstel volgens conclusie 14, waarbij het eerste en/of tweede afsluitelement een paneelvlak omvat dat in een geopende positie in hoofdzaak parallel aan het door de bodem bepaalde steunvlak geplaatst is.
16. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder voorzien is van een met de omtrekswanden verbonden deksel.
17. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het volume van de houder ongeveer 20-30 m3 bedraagt. 10
18. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het voertuig een geleider omvat waarover de houder verplaatsbaar is naar een gekoppelde toestand.
19. Samenstel volgens conclusie 18, waarbij het activatorlichaam nabij een uiteinde 15 van de geleider geplaatst is.
20. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het voertuig voorzien is van een hefmrichting, zoals een lier, voor het daarmee koppelen van de houder met het voertuig. 20
21. Samenstel volgens conclusie 20, waarbij de hefmrichting is ingericht om de bedieningsinrichting en het activatorlichaam met elkaar te koppelen voor het daarmee naar een geopende toestand brengen van de afsluiter tijdens het koppelen van de houder met het voertuig. 25
22. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de toevoerinrichting een verwerkingseenheid omvat voor het verkleinen en/of verdichten van afval.
23. Samenstel volgens conclusie 22, waarbij de verwerkingseenheid twee in 30 hoofdzaak parallel naast elkaar geplaatste, in tegengestelde richtingen roteerbare schroeven omvat.
24. Houder voor kennelijk gebruik in een samenstel volgens een der voorgaande conclusies.
25. Werkwijze voor het koppelen van een houder voor het verzamelen van afVal 5 met een voertuig, waarbij de houder voorzien is van: • een bodem met omtrekswanden; • een in de houder voorziene opening welke aansluitbaar is op een op het voertuig voorziene toevoerinrichting voor het aan de houder toevoeren van afval,; • een afsluiter van de opening die beweegbaar is tussen een open positie waarin 10 de opening vrijgegeven is en een gesloten positie waarin de opening gesloten is; • een bedieninginrichting voor het daarmee afwisselend naar een open positie en gesloten positie brengen van de afsluiter; waarbij de werkwijze de stap omvat van het tijdens het koppelen van de houder met het voertuig naar een geopende positie brengen van de afsluiter. 15
26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij de bedieningsinrichting is ingericht om samen te werken met een op het voertuig voorzien activatorlichaam, waarbij de werkwijze de stap omvat van het in contact brengen van het activatorlichaam met de bedieningsinrichting voor het tijdens het koppelen naar een geopende positie brengen 20 van de afsluiter.
27. Werkwijze volgens conclusie 26, waarbij de bedieningsinrichting een bedieningselement omvat dat beweegbaar is tussen een eerste positie en een tweede positie, voor het daarmee in een open positie respectievelijk gesloten positie brengen 25 van de afsluiter, waarbij de werkwijze omvat het in contact brengen van het activatorlichaam met het bedieningselement voor het naar de tweede positie dringen van het bedieningselement.
28. Werkwijze volgens conclusie 27, waarbij het voertuig voorzien is van een 30 hefmrichting, zoals een lier, voor het daarmee koppelen van de houder met het voertuig, waarbij de werkwijze de stap omvat van het onder invloed van een door de hefinrichting geleverde kracht naar de tweede positie brengen van het bedieningselement.
NL2004528A 2010-04-09 2010-04-09 Samenstel van een houder voor het verzamelen van afval, en van een voertuig, houder voor het verzamelen van afval, alsmede een werkwijze voor het koppelen van een dergelijke houder met een voertuig. NL2004528C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004528A NL2004528C2 (nl) 2010-04-09 2010-04-09 Samenstel van een houder voor het verzamelen van afval, en van een voertuig, houder voor het verzamelen van afval, alsmede een werkwijze voor het koppelen van een dergelijke houder met een voertuig.
EP11161699A EP2374737A1 (en) 2010-04-09 2011-04-08 Assembly of a vehicle and a container for collecting refuse
ZA2011/02692A ZA201102692B (en) 2010-04-09 2011-04-11 Assembly of a container for collecting refuse, and of a vehicle, container for collecting refuse, and method for coupling such a container with a vehicle

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004528A NL2004528C2 (nl) 2010-04-09 2010-04-09 Samenstel van een houder voor het verzamelen van afval, en van een voertuig, houder voor het verzamelen van afval, alsmede een werkwijze voor het koppelen van een dergelijke houder met een voertuig.
NL2004528 2010-04-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004528C2 true NL2004528C2 (nl) 2011-10-11

Family

ID=42988530

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004528A NL2004528C2 (nl) 2010-04-09 2010-04-09 Samenstel van een houder voor het verzamelen van afval, en van een voertuig, houder voor het verzamelen van afval, alsmede een werkwijze voor het koppelen van een dergelijke houder met een voertuig.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2374737A1 (nl)
NL (1) NL2004528C2 (nl)
ZA (1) ZA201102692B (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3747642A1 (en) 2019-06-05 2020-12-09 VDL Translift B.V. Compacting screw for processing waste and/or residue

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2218260A1 (nl) * 1973-02-19 1974-09-13 Kyokuto Kaihatsu Kogyo Co
DE9407869U1 (de) * 1994-05-13 1995-09-14 Georg Edgar Müllsammelfahrzeug
DE19820665A1 (de) * 1998-05-08 1999-11-11 Faun Umwelttechnik Gmbh & Co Verfahren zum Öffnen und Verschließen eines Wechselcontainers und Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2218260A1 (nl) * 1973-02-19 1974-09-13 Kyokuto Kaihatsu Kogyo Co
DE9407869U1 (de) * 1994-05-13 1995-09-14 Georg Edgar Müllsammelfahrzeug
DE19820665A1 (de) * 1998-05-08 1999-11-11 Faun Umwelttechnik Gmbh & Co Verfahren zum Öffnen und Verschließen eines Wechselcontainers und Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3747642A1 (en) 2019-06-05 2020-12-09 VDL Translift B.V. Compacting screw for processing waste and/or residue

Also Published As

Publication number Publication date
ZA201102692B (en) 2011-12-28
EP2374737A1 (en) 2011-10-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9216856B2 (en) Self-contained auxiliary collection system for a refuse truck
US5136934A (en) Compactor for automotive oil filter with support frame
NL2004528C2 (nl) Samenstel van een houder voor het verzamelen van afval, en van een voertuig, houder voor het verzamelen van afval, alsmede een werkwijze voor het koppelen van een dergelijke houder met een voertuig.
EP1745921A1 (en) Structure of a refuse compactor for domestic uses
US4239437A (en) Heavy duty receptacle unloading device for trucks
JP2021102434A (ja) 容器用ロック装置
AU649408B2 (en) Material handling apparatus
JP2018163152A (ja) スライド垂直型テストソケット
EP0903690A3 (en) IC card connector device
CN103726737A (zh) 电动车窗触摸式升降控制系统
ITTO20000679A1 (it) Dispositivo per la movimentazione, e lo scarico del contenuto, di contenitori adibiti alla raccolta dei rifiuti, e contenitori per detto dis
CA2037513C (en) Refuse carrier for recyclable and non-recyclable material
CN112849854A (zh) 一种无人驾驶垃圾清运车及其清运方法
KR20200038918A (ko) 족답식 압축 쓰레기통
WO1999033717A1 (en) Adapter and methods for emptying rear end loading waste containers using front loading waste vehicles
WO2017006163A1 (en) Method and device for handling and emptying waste collection containers
US3499562A (en) Airline catering vehicle
CN213568554U (zh) 一种用于检测垂直压车式翻车机夹紧到位装置
BE1016759A3 (nl) Veiligheidsinrichting voor persmachines.
US3554398A (en) Power actuator for packing door of refuse truck
CN218985878U (zh) 一种料斗以及垃圾压缩机
EP0392842A1 (en) Baler/Compactor
TR201511660A2 (tr) Otomati̇k kaput kaldirma düzeneği̇
CN103496514B (zh) 免接触试条包装装置
NL1001811C2 (nl) Afvalinzamelvoertuig met verwisselbare laadbak.