NL2003903C2 - Voorassamenstel voor een landbouwtractor. - Google Patents

Voorassamenstel voor een landbouwtractor. Download PDF

Info

Publication number
NL2003903C2
NL2003903C2 NL2003903A NL2003903A NL2003903C2 NL 2003903 C2 NL2003903 C2 NL 2003903C2 NL 2003903 A NL2003903 A NL 2003903A NL 2003903 A NL2003903 A NL 2003903A NL 2003903 C2 NL2003903 C2 NL 2003903C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
front axle
axle assembly
differential housing
transmission
housing
Prior art date
Application number
NL2003903A
Other languages
English (en)
Inventor
Jeroen Emiel Zuidberg
Original Assignee
Zuidberg Techniek Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Zuidberg Techniek Holding B V filed Critical Zuidberg Techniek Holding B V
Priority to NL2003903A priority Critical patent/NL2003903C2/nl
Priority to NL2004418A priority patent/NL2004418C2/nl
Priority to EP10193690A priority patent/EP2329969B1/en
Priority to EP10193689A priority patent/EP2329968B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2003903C2 publication Critical patent/NL2003903C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G3/00Resilient suspensions for a single wheel
    • B60G3/18Resilient suspensions for a single wheel with two or more pivoted arms, e.g. parallelogram
    • B60G3/20Resilient suspensions for a single wheel with two or more pivoted arms, e.g. parallelogram all arms being rigid
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G11/00Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs
    • B60G11/006Centrally located spring units, e.g. all wheels being connected to a common spring unit
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G11/00Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs
    • B60G11/26Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having fluid springs only, e.g. hydropneumatic springs
    • B60G11/28Resilient suspensions characterised by arrangement, location or kind of springs having fluid springs only, e.g. hydropneumatic springs characterised by means specially adapted for attaching the spring to axle or sprung part of the vehicle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G21/00Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces
    • B60G21/02Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces permanently interconnected
    • B60G21/026Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces permanently interconnected transversally
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G21/00Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces
    • B60G21/02Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces permanently interconnected
    • B60G21/04Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces permanently interconnected mechanically
    • B60G21/05Interconnection systems for two or more resiliently-suspended wheels, e.g. for stabilising a vehicle body with respect to acceleration, deceleration or centrifugal forces permanently interconnected mechanically between wheels on the same axle but on different sides of the vehicle, i.e. the left and right wheel suspensions being interconnected
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2200/00Indexing codes relating to suspension types
    • B60G2200/10Independent suspensions
    • B60G2200/14Independent suspensions with lateral arms
    • B60G2200/144Independent suspensions with lateral arms with two lateral arms forming a parallelogram
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2202/00Indexing codes relating to the type of spring, damper or actuator
    • B60G2202/10Type of spring
    • B60G2202/15Fluid spring
    • B60G2202/152Pneumatic spring
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2204/00Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
    • B60G2204/10Mounting of suspension elements
    • B60G2204/12Mounting of springs or dampers
    • B60G2204/126Mounting of pneumatic springs
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2204/00Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
    • B60G2204/10Mounting of suspension elements
    • B60G2204/19Mounting of transmission differential
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2204/00Indexing codes related to suspensions per se or to auxiliary parts
    • B60G2204/10Mounting of suspension elements
    • B60G2204/20Mounting of accessories, e.g. pump, compressor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60GVEHICLE SUSPENSION ARRANGEMENTS
    • B60G2300/00Indexing codes relating to the type of vehicle
    • B60G2300/08Agricultural vehicles
    • B60G2300/082Tractors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Arrangement And Driving Of Transmission Devices (AREA)

Description

Voorassamenstel voor een landbouwtractor
De onderhavige uitvinding betreft een voorassamenstel voor een landbouwtractor. Landbouwtractoren, ook wel 5 trekkers of draagvoertuigen genoemd, worden bij het bewerken van landbouwgrond ingezet voor het dragen en/of trekken van landbouwwerktuigen, zoals maaimachines, ploegmachines, rooimachines etc. Een dergelijke landbouwtractor is over het algemeen voorzien van een rollend chassis dat is voorzien 10 van twee wielassen, een vooras en een achteras. De aan de achteras aangebrachte achterwielen zijn over het algemeen aangedreven. De druk op de achterwielen als gevolg van een aan de achterzijde van de landbouwtractor gedragen of getrokken landbouwwerktuig bevordert daarbij de grip van de 15 achterwielen op de landbouwgrond. Deze druk op de achterwielen bevordert echter ook dat de achterwielen wegzakken in de landbouwgrond en daarin vast komt te zitten. Om te voorkomen dat de landbouwtractor vast komt te zitten zijn de achterwielen over het algemeen groot en breed 20 uitgevoerd. De voorwielen zijn daarentegen over het algemeen klein en dun uitgevoerd ten opzichte van de achterwielen. Hierdoor kan een landbouwtractor zich beter voortbewegen over de landbouwgrond. De voorwielen hebben dan immers de minste weerstand. De achteras omvat over het algemeen een 25 star met het chassis van de landbouwtractor verbonden transmissiebehuizing waaraan aan tegenover elkaar gelegen zijden de achterwielen star, d.w.z. ongeveerd, zijn aangebracht. De achterwielen zijn dan star met het chassis verbonden, zodat een directe overdracht van de aandrijf-, 30 draag- en/of trekkrachten van het chassis op de achterwielen en vice versa mogelijk is en de landbouwtractor een grote lasten over landbouwgrond kan verplaatsen. De vooras is over het algemeen geveerd of pendelend uitgevoerd, d.w.z. dat de 2 daaraan aangebrachte voorwielen ten opzichte van het chassis kunnen bewegen. Daarmee is te vermijden dat de voorwielen contact verliezen met de landbouwgrond wanneer bijvoorbeeld één van de achterwielen verder in de landbouwgrond wegzakt 5 dan de andere van de achterwielen en daarmee de star met de achterwielen verbonden chassis van de landbouwtractor kantelt. Ook kan een dergelijke situatie optreden bij een ongelijk terrein. Het behoud van contact van de voorwielen met de landbouwgrond is bijvoorbeeld van belang aangezien de 10 vooras over het algemeen sturend is uitgevoerd, d.w.z. dat de vooras erin voorziet dat de voorwielen ten opzichte van het chassis kunnen scharnieren zodat de landbouwtractor bij het verplaatsen daarvan in een gewenste richting te sturen is. Indien de vooras aangedreven is vormgegeven, zodat de 15 landbouwtractor vierwielaandrijving heeft, wordt door middel van een geveerde of pendelende vooras vermeden dat één van de aangedreven wielen contact met de landbouwgrond verliest.
Het voorassamenstel volgens de uitvinding omvat een differentieelbehuizing, die koppelbaar is met het chassis 20 van de landbouwtractor, en twee draagarm constructies die zijn verbonden met de differentieel behuizing, die zich in tegengestelde richting uitstrekken, en die elk aan een van de differentieelbehuizing gelegen einde een wiel van de landbouwtractor kunnen dragen, waarbij in de 25 differentieelbehuizing een differentieel is aangebracht dat werkzaam koppelbaar is met een aandrijving van de landbouwtractor en met door de draagarmconstructie te dragen wielen van de landbouwtractor, en de differentieelbehuizing vloeibare smeermiddelen kan houden voor het smeren van het 30 differentieel, waarbij het voorassamenstel tevens een aftakasinrichting omvat, omvattende een ingaande as die werkzaam koppelbaar is met een aandrijving van de landbouwtractor, een uitgaande as die koppelbaar is met een 3 door een landbouwtractor aan te drijven landbouwbewerkingsmachine, en een aftakasoverbrenging waarmee een rotatie van de ingaande as over te brengen is op de uitgaande as, waarbij ten minste een gedeelte van de 5 aftakasoverbrenging in de differentieel behuizing is aangebracht, zodat het gedeelte van de aftakasoverbrenging dat in de differentieel behuizing is aangebracht te smeren is met de in differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen.
10 Om een door een landbouwtractor gedragen of getrokken landbouwwerktuig aan te drijven is een landbouwtractor over het algemeen voorzien van een aftakas. Een dergelijke aftakas is al dan niet via de transmissie van de landbouwtractor gekoppeld met de uitgaande as van de 15 aandrijving van de landbouwtractor en is te koppelen met het aan te drijven landbouwwerktuig, zodat het landbouwwerktuig aan te drijven is door middel van de aandrijving van het landbouwwerktuig. Traditioneel is een hiervoor beschreven landbouwtractor aan de achterzijde voorzien van een aftakas 20 voor het aandrijven van aan de achterzijde gedragen of getrokken landbouwwerktuigen. Om naast de hoofdbewerking met een aan de achterzijde van de landbouwtractor gedragen of getrokken landbouwwerktuig tevens een voorbereidende bewerking uit te voeren zijn de landbouwtractoren in de loop 25 der tijd tevens voorzien van een aftakas aan de voorzijde van de landbouwtractor.
Het voorassamenstel volgens de uitvinding maakt een bijzonder gunstige voorziening van een aftakasinrichting aan de voorzijde van een landbouwtractor met een aangedreven 30 vooras mogelijk. Doordat ten minste een gedeelte van de aftakasoverbrenging in de differentieelbehuizing is aangebracht, zodat het gedeelte van de aftakasoverbrenging dat in de differentieelbehuizing is aangebracht te smeren is 4 met de in differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen, is het mogelijk dat de ingaande as aan de ene zijde van de differentieelbehuizing aan is te brengen en de uitgaande as aan de andere zijde van de 5 differentieelbehuizing zodat de overbrenging tussen de aandrijving van de landbouwtractor en de ingaande as niet om het voorassamenstel hoeft te worden geleid. Tevens is het mogelijk dat het totale volume vloeibaar smeermiddel dat nodig is voor het smeren van het differentieel en de 10 aftakasoverbrenging als gevolg van een efficiëntere koeling van de aftakasoverbrenging door het gebruik van in de relatief koude differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen kleiner kan zijn dan het geval zou zijn als de aftakasoverbrenging met separate vloeibare smeermiddelen 15 wordt gesmeerd, zodat door deze uitvinding de totale omvang van het voorassamenstel kleiner kan zijn. Het voorassamenstel volgens de uitvinding neemt als gevolg van het ontbreken van de noodzaak de overbrenging tussen de aandrijving van de landbouwtractor en de ingaande as om het 20 voorassamenstel te geleiden en als gevolg van de kleinere totale omvang aan de voorzijde van de landbouwtractor minder ruimte. Dit heeft als voordeel dat er aan de voorzijde van de landbouwtractor meer ruimte beschikbaar is voor bijvoorbeeld de radiator van de aandrijving van de 25 landbouwtractor en voor de beweging van de voorwielen ten opzichte van het chassis zoals het inveren van de voorwielen ten opzichte van het chassis in het geval van een geveerde vooras en voor het indraaien van de voorwielen ter opzichte van het chassis in het geval van een gestuurde vooras.
30 Bovendien wordt dit voordeel verwezenlijkt zonder dat onderdelen van de aftakasinrichting naar andere delen van de landbouwtractor worden verplaatst. Dit laatste is van belang aangezien een vooras van een landbouwtractor over het 5 algemeen een eenheid is die door de fabrikant bij het samenstellen van de landbouwtractor onafhankelijk van bijvoorbeeld het chassis en de achteras wordt gekozen.
In een gunstige uitvoeringsvorm van het voorassamenstel 5 volgens de uitvinding zijn het differentieel en het gedeelte van de aftakasoverbrenging dat in de differentieelbehuizing is aangebracht, in dezelfde ruimte aangebracht. Deze maatregel maakt door het ontbreken van gescheiden ruimtes en kanalen daartussen voor de uitwisseling tussen de ruimtes 10 van het vloeibare smeermiddel een bijzonder compacte een eenvoudige verwezenlijking van het voorassamenstel volgens de uitvinding mogelijk.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het voorassamenstel volgens de uitvinding is een buiten de 15 differentieelbehuizing gelegen gedeelte van de aftakasoverbrenging aangebracht in een overbrengingsbehuizing die in open verbinding is met de differentieelbehuizing zodat het in de overbrengingsbehuizing aangebracht gedeelte van de 20 aftakasoverbrenging te smeren is met de in differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen.
Deze maatregel maakt het mogelijk dat een gedeelte van de aftakasoverbrenging dat niet in de differentieelbehuizing aan te brengen is, toch te smeren is met in de 25 differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen, zodat een separaat volume vloeibare smeermiddelen voor dit gedeelte van de aftakasoverbrenging niet nodig is. Deze uitvoeringsvorm kan voordelig zijn als bijvoorbeeld een gedeelte van de aftakasoverbrenging eenvoudig te vervangen 30 moet zijn, of als het gezien de vervaardiging van de differentieelbehuizing te moeilijk of kostbaar zou zijn om een gedeelte van de aftakasoverbrenging in de differentieelbehuizing op te nemen.
6
In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan omvat het voorassamenstel tevens een pomp voor het vanuit de differentieelbehuizing pompen van de daarin gehouden vloeibare smeermiddelen naar het gedeelte van de 5 aftakasoverbrenging dat in de overbrengingsbehuizing is aangebracht, waarbij is voorzien in doorgangen tussen de differentieelbehuizing en de overbrengingsbehuizing waar doorheen de naar de overbrengingsbehuizing gepompte vloeibare smeermiddelen terug kunnen vloeien naar de 10 differentieelbehuizing. Deze maatregel maakt een zekere en gedoseerde smering van het in de overbrengingsbehuizing aangebrachte gedeelte van de aftakoverbrenging mogelijk.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het voorassamenstel volgens de uitvinding omvat het 15 voorassamenstel tevens draagorganen voor het dragen van de door middel van de aftakasinrichting aan te drijven landbouwbewerkingsmachine. Deze maatregel maakt het mogelijk dat separaat aan het chassis aangebrachte koppelmiddelen overbodig zijn. In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan is 20 de differentieelbehuizing voorzien van ten minste een gedeelte van de draagorganen. Deze maatregel maakt een bijzonder compacte uitvoering van een van koppelmiddelen voorzien voorassamenstel volgens de uitvinding mogelijk.
In een gunstige uitvoeringsvorm van het voorassamenstel 25 volgens de uitvinding met draagorganen omvatten de draagorganen een hefinrichting voor het heffen van het door middel van de draagorganen te dragen landbouwwerktuig. Deze maatregel maakt het opheffen van een aan te drijven landbouwwerktuig mogelijk.
30 In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het voorassamenstel volgens de uitvinding omvatten de draagarmconstructies draagarmen die scharnierend met de differentieelbehuizing zijn verbonden, zodat een 7 scharnierende beweging van de draagarmen ten opzichte van de differentieelbehuizing mogelijk is, en is het voorassamenstel tevens voorzien van een veerinrichting voor het veren van de scharnierende beweging van de draagarmen 5 ten opzichte van de differentieelbehuizing. Deze maatregelen maken het mogelijk dat het voorassamenstel volgens de uitvinding verend in vormgegeven. In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan omvat de veerinrichting een veerorgaan dat zwevend tussen de twee draagarmconstructies 10 is aangebracht. Deze maatregel maakt door het gebruik van een veerorgaan dat gelijktijdig beide draagarmconstructies bediend, in plaats van een separaat veerelement voor elke afzonderlijke draagarmconstructie, een eenvoudige constructie mogelijk. Bovendien voorziet deze maatregel in 15 een eenvoudige besturing van de vering doordat het voorassamenstel zichzelf als gevolg van het zwevend tussen de draagarmconstructies aangebrachte veerelement aanpast aan een gewijzigde dwarshellingshoek van het chassis ten opzichte van de landbouwgrond. In een verder gunstige 20 uitvoeringsvorm daarvan is de differentieelbehuizing van een doorgang voorzien waarin het veerorgaan zwevend is opgenomen. Deze maatregel maakt doordat het veerelement niet boven of onder het voorassamenstel hoeft worden aangebracht een bijzonder compact voorassamenstel mogelijk. Bovendien is 25 het veerelement beschermd tegen beschadiging daarvan doordat het veerelement door de differentieelbehuizing is omgeven. Alternatief kan het veerelement niet zwevend, maar scharnierend tussen de twee draagarmconstructies zijn aangebracht.
30 In een gunstige uitvoeringsvorm van het voorassamenstel volgens de uitvinding met een veerorgaan omvat het veerorgaan tevens een demping voor het dempen van de scharnierende beweging van de draagarmen. Deze maatregel 8 maakt een demping van de scharnierbeweging van de draagarmen mogelijk zonder dat een separate demping voor elke afzonderlijke draagarmconstructie is vereist.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het 5 voorassamenstel volgens de uitvinding met een veerorgaan is het veerorgaan voorzien van een lengte-instelling, waarmee de lengte van het veerorgaan instelbaar is. Deze maatregel maakt een eenvoudig geconstrueerde en te besturen hoogteinstelling van het voorassamenstel mogelijk.
10 In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het voorassamenstel volgens de uitvinding is het van de differentieel behuizing af gelegen einde van de draagarmconstructie dat een wiel van de landbouwtractor kan dragen voorzien van een wielhub waarmee het te dragen wiel 15 te koppelen is, waarbij de wielhub scharnierend met het van de differentieel behuizing af gelegen einde van de draagarmconstructie is verbonden. Deze maatregel maakt het mogelijk dat het voorassamenstel volgens de uitvinding een gestuurde vooras is.
20 In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het voorassamenstel volgens de uitvinding omvat de aftakasoverbrenging een onder last schakelbaar verzet. Deze maatregel maakt een vertraging van de uitgaande as mogelijk terwijl deze een landbouwwerktuig aandrijft. Het 25 voorassamenstel volgens de uitvinding is bijzonder geschikt voor de opname daarin van een onder last schakelbaar verzet, aangezien bij een dergelijk verzet als gevolg van een stelsel tandwielen een bijzonder grote koelcapaciteit van de vloeibare smeermiddelen is vereist. Doordat in het 30 voorassamenstel volgens de uitvinding een bijzonder efficiënte koeling mogelijk is als gevolg van het gebruik van de in de differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen, is de toepassing van een onder last 9 schakelbaar verzet in een voorassamenstel volgens de uitvinding mogelijk met een bijzonder geringe toename van de omvang van het voorassamenstel.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het 5 voorassamenstel volgens de uitvinding omvat de aftakasoverbrenging een selectief bedienbare koppeling, in het bijzonder een natte lamellenkoppeling, voor het selectief koppelen van de ingaande as en de uitgaande as.
Bij een natte koppeling worden vloeibare smeermiddelen 10 gebruikt om de wrijvingsoppervlakken van de koppelingsdelen schoon te houden en te koelen. Bij de toepassing van een natte koppeling in een voorassamenstel volgens de uitvinding is het mogelijk dat de koppeling gebruik maakt van de in de differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen, 15 zodat een bijzonder compact voorassamenstel met selectief schakelbare koppeling te verwezenlijken is.
De uitvinding betreft tevens een landbouwtractor voorzien van een hiervoor beschreven vooras volgens de uitvinding.
20 Hoewel de hiervoor beschreven configuratie van een landbouwtractor met een achteras met grote achterwielen en een vooras met kleine voorwielen meest voorkomend is, kan het ook zijn dat de hiervoor beschreven achteras aan de voorzijde van de landbouwtractor is aangebracht en de 25 hiervoor beschreven vooras aan de achterzijde. Deze configuratie komt bijvoorbeeld voor bij landbouwtractoren die de voornaamste last aan de voorzijde dragen.
De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, dat in 30 de bijgevoegde figuren schematisch is getoond. Het betreft een niet-limitatief uitvoeringsvoorbeeld.
In de figuren toont: 10 - figuur 1 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht van een landbouwtractor voorzien van een voorassamenstel volgens de uitvoering; - figuur 2 een perspectivisch aanzicht van het 5 voorassamenstel van figuur 1; - figuur 3 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht van het voorassamenstel van figuur 2; - figuur 4 een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van het voorassamenstel van figuur 2; 10 - figuur 5 een vooraanzicht in dwarsdoorsnede van het voorassamenstel van figuur 2.
In figuur 1 is een landbouwtractor 1 getoond. De landbouwtractor 1 is getoond met relatief grote achterwielen 2 aan de achterzijde la en twee relatief kleine voorwielen 3 15 aan de voorzijde lb. De achterwielen 2 zijn aan een achteras aangebracht (niet getoond) en de voorwielen 3 aan een voorassamenstel 4. Het voorassamenstel 4 is aan het chassis 5 gekoppeld en is geveerd en gestuurd vormgegeven, dat wil zeggen dat de voorwielen 3 ten opzichte van het chassis 5 20 volgens pijlen A kunnen in-/uitveren en dat de voorwielen kunnen in-/uitdraaien ten opzichte van het chassis 5. Dit laatste maakt het voor een op de stoel 6 gezeten bestuurder van de landbouwtractor mogelijk om door middel van stuur 7 de landbouwtractor tijdens de verplaatsing daarvan van 25 richting te laten veranderen. Verder is de landbouwtractor 1 getoond met een rolbeugel 8, spatschermen 9 en een motorkap 10 waaronder zich de aandrijving (niet getoond) van de landbouwtractor 1 bevindt, bijvoorbeeld een dieselmotor.
In figuur 2 is het voorassamenstel 4 van figuur 1 is 30 meer detail getoond. Het voorassamenstel 4 is getoond met een differentieelbehuizing 11, die koppelbaar is met het chassis 5 van de landbouwtractor 1 zoals getoond in figuur 1. Zoals getoond is aan de in de figuur waar te nemen zijde 11 van de differentieelbehuizing 11 een draagarmconstructie 12 met de differentieelbehuizing 11 verbonden die zich vanuit de differentieelbehuizing 11 in de richting van pijl C uitstrekt. Een zelfde draagarmconstructie strekt zich in 5 tegengestelde richting aangegeven door pijl D uit vanuit de niet waar te nemen zijde van de differentieelbehuizing 11.
De draagarmconstructie 12 is getoond met twee draagarmen 13, 14 die scharnierend met de differentieelbehuizing 11 zijn verbonden, zodat een scharnierende beweging van de 10 draagarmen 13, 14 ten opzichte van de differentieelbehuizing 11 mogelijk is. Tevens is getoond dat tussen de onderste draagarm 14 van de draagarmconstructie 12 is gekoppeld met een veerelement 15, dat zwevend is opgenomen in een doorgang 16 van de differentieelbehuizing 11. De functie van dit 15 veerelement wordt nader beschreven bij de beschrijving van figuur 5. Tevens is getoond in figuur 2 dat het van de differentieelbehuizing 11 af gelegen einde 12c van de draagarmconstructie 12 is voorzien van een wielhub 17 waarmee het door de draagarmconstructie 12 te dragen 20 voorwiel 3 van figuur 1 te koppelen is. De wielhub 17 is roteerbaar met het van de differentieelbehuizing 11 af gelegen einde 12a van de draagarmconstructie 12 verbonden, zodat de wielhub 17 en daarmee het daaraan gekoppelde voorwiel in de richting van pijl E ten opzichte van de 25 draagarmconstructie 11 kan roteren en het sturen van de landbouwtractor 1 zoals getoond in figuur 1 met de voorwielen 3 mogelijk is.
In de differentieelbehuizing 11 is een differentieel aangebracht waarmee het met de wielhub 8 gekoppelde voorwiel 30 3, zoals getoond in figuur 1, aan te drijven is. Daartoe is dan tussen een uitgaande differentieelas 18 en de wielhub 17 een aandrijfas aangebracht. Deze aandrijfas is in figuur 2 omwille van de leesbaarheid van de figuur niet getoond.
12
Verder is in figuur 2 getoond dat de differentieelbehuizing is voorzien van als draagogen 19 vormgegeven draagorganen waaraan een door de landbouwtractor 1 van figuur 1 aan de voorzijde lb te dragen 5 landbouwwerktuig te koppelen is. Optioneel is aan de draagogen een hefinrichting (niet getoond) aangebracht, voor het voor het heffen van het te dragen landbouwwerktuig, in dat geval vormen de draagogen 19 samen met de hefinriching de draagorganen. Om een door het voorassamenstel 4 te dragen 10 landbouwwerktuig aan te drijven is het voorassamenstel 4 zoals getoond in figuur 2 voorzien van een aftakasinrichting met een ingaande as 20 die werkzaam koppelbaar is met de aandrijving van de landbouwtractor 1 en een uitgaande as 21 die koppelbaar is met een door de landbouwtractor 1 aan te 15 drijven landbouwwerktuig. Een rotatie van de ingaande as 20 is door middel van een aftakasoverbrenging over te brengen op de uitgaande as 21. De aftakasoverbrenging is in figuur 2 niet zichtbaar.
In figuur 3 is het voorassamenstel 4 van figuur 2 20 gedeeltelijk opengewerkt getoond, zodat de aftakasoverbrenging 22 en het differentieel 23 zichtbaar zijn. Het differentieel 23 is door middel van de ingaande differentieelas 24 werkzaam koppelbaar met de aandrijving van de landbouwtractor 1 van figuur 1 en zoals hiervoor 25 beschreven werkzaam koppelbaar met de voorwielen 3 door middel van de uitgaande differentieelas 18. Een rotatie van de ingaande as 20 is door middel van de aftakasoverbrenging 22 over te brengen op de uitgaande as 21. Zoals getoond is een gedeelte 22a van de aftakasoverbrenging 22, waaronder de 30 overbrengingsas 25 en het overbrengingstandwiel 26, in de differentieelbehuizing 11 is aangebracht, zoals verder wordt toegelicht bij de beschrijving van figuur 4. Andere gedeeltes 22b en 22c van de aftakasoverbrenging 22 zijn 13 buiten de differentieelbehuizing 11 gelegen en zijn aangebracht in een overbrengingsbehuizing 27,28. Tevens is in figuur 3 getoond dat het veerelement 15, zoals reeds beschreven in de beschrijving van figuur 2, zwevend is 5 opgenomen in een doorgang 16 van de differentieelbehuizing 11.
In figuur 4 is getoond dat de aftakasoverbrenging 22 die is aangebracht om een rotatie van de ingaande as 20 over te brengen op een uitgaande as 21, een op de ingaande 10 as 20 aangebracht overbrengingstandwiel 36, een daarmee samenwerkend op de overbrengingsas 25 aangebracht overbrengingstandwiel 26, een natte lamellenkoppeling 29 en een onder last schakelbaar verzet 30 omvat. Het in de differentieelbehuizing 11 aangebrachte gedeelte 22a van de 15 aftakasoverbrenging 22, waaronder de overbrengingsas 25 en het overbrengingstandwiel 26, bevindt zich in dezelfde ruimte 31 als waarin het differentieel 23 is aangebracht. In de differentieelbehuizing 11 gehouden vloeibare smeermiddelen 37, zoals differentieelolie, waarvan het 20 bovengelegen niveau is aangegeven door middel van de streep-stippellijn 37a is aangegeven, waarin het differentieel 23 rond draait, wordt door de ruimte 31 bewogen en komt zo op het in de ruimte 31 aangebrachte gedeelte 22a van de aftakasoverbrenging 22 terecht, bijvoorbeeld op de tanden 25 26a van het overbrengingstandwiel 26, zodat deze worden gesmeerd en gekoeld. Zo zijn het differentieel 23 en het in de ruimte 31 aangebrachte gedeelte 22a van de aftakasoverbrenging 22 te smeren en te koelen door middel van in de differentieelbehuizing 11 gehouden vloeibare 30 smeermiddelen. De tanden 26a van het overbrengingstandwiel 26 brengen vervolgens het vloeibare smeermiddel over op de tanden 36a van het overbrengingstandwiel 36 dat zich in de overbrengingsbehuizing 27 bevindt. Het vloeibare smeermiddel 14 kan vervolgens langs de beide overbrengingstandwielen 36, 26 of langs de binnenwand van de overbrengingsbehuizing 27 terug vloeien in de differentieelbehuizing 11. Door middel van een in de pompruimte 32 aangebrachte pomp (niet getoond) 5 en bijvoorbeeld in de differentieelbehuizing en overbrengingsbehuizing 31 aangebrachte kanalen, zijn in de differentieelbehuizing 11 gehouden vloeibare smeermiddelen vanuit de differentieelbehuizing 11 naar het in de overbrengingsbehuizing 28 aangebrachte gedeelte 22b van de 10 aftakasoverbrenging 22, waaronder de natte lamellen koppeling 29 en het onder last schakelbare verzet 30. De overbrengingsbehuizing 28 is voorzien van doorgangen 33 (zie ook figuur 2) waardoor heen de naar de overbrengingsbehuizing 28 gepompte vloeibare smeermiddelen 15 terug kunnen vloeien naar de differentieelbehuizing 11. De in de pompruimte 32 aangebrachte pomp (niet getoond) kan tevens dienen voor het pompen van de in de differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen naar specifieke delen van het gedeelte van de aftakasoverbrenging 20 dat in de differentieelbehuizing is aangebracht.
Het onder last schakelbare verzet 30 is in figuur 4 is slechts schematisch weergegeven, en omvat bijvoorbeeld een op planeetwielstelsels gebaseerd verzet, waarmee het toerental van de uitgaande as 21 te wijzigen is bij een 25 gelijkblijvend toerental van de ingaande as 20 zonder de aandrijving van het aan te drijven landbouwwerktuig te onderbreken.
In figuur 5 is het voorassamenstel 4 van figuur 2 getoond in doorsnede ter hoogte van de doorgang 16 waarin 30 het veerelement 15 zwevend, d.w.z. niet direct verbonden met de differentieelbehuizing 11, is opgenomen. Zoals reeds beschreven in de beschrijving van figuur 2 is het veerelement 15 tussen de onderste draagarmen 14a, 14b van de 15 draagarmconstructies 12a, 12b aangebracht. Door lucht of olie in de ruimte 15a van het veerelement 15 te pompen wordt de zuiger 15b verplaatst en worden de koppelpunten 34a, 34b ter plaatse waarvan de onderste draagarmen 14a en 14b in de 5 richting van pijl G uit elkaar gedrukt. Doordat de onderste draagarmen 14a, 14b scharnierbaar zijn om de scharnierpunten 35a en 35b worden de wielhubs 17a, 17b dan in de richting van pijlen H en I verplaatst. Dit zou betekenen dat de voorzijde lb van de landbouwtractor 1 van figuur 1 omhoog te 10 brengen is. Daarmee is met een enkel luchtveerelement een in hoogte verstelbare vering/demping verwezenlijkt, waarbij bovendien het veerelement 15 beschermd is opgenomen in de doorgang van de differentieelbehuizing 11.
Hoewel in het uitvoeringsvoorbeeld zoals getoond in de 15 figuren de draagarmconstructies draagarmen omvatten die scharnierend met de differentieelbehuizing zijn verbonden kunnen de draagarmconstructies met star met de differentieelbehuizing verbonden draagarmen zijn vormgegeven.
20 Hoewel in het uitvoeringsvoorbeeld zoals getoond in de figuren de wielhubs roteerbaar met de draagarmconstructies zijn verbonden, kunnen deze tevens niet roteerbaar met de draagarmconstructies worden vormgegeven.
Hoewel in het uitvoeringsvoorbeeld zoals getoond in de 25 figuren een gedeelte van de aftakasoverbrenging in de differentieelbehuizing en een gedeelte van de aftakasoverbrenging buiten de differentieelbehuizing in een overbrengingsbehuizing is aangebracht, kan het voorassamenstel tevens zo zijn vormgegeven dat de gehele 30 aftakasoverbrenging in de differentieelbehuizing is aangebracht.
Hoewel in het uitvoeringsvoorbeeld zoals getoond in figuur 1 het voorassamenstel volgens de uitvinding met 16 daaraan de relatief kleine voorwielen aan de voorzijde van de landbouwtractor zijn getoond en de relatief grote achterwielen aan de achterzijde, is het tevens mogelijk dat de relatief grote achterwielen inclusief achteras aan de 5 voorzijde van een landbouwtractor zijn aangebracht en het voorassamenstel volgens de uitvinding met daaraan de relatief kleine voorwielen aan de achterzijde. Dit in het bijzonder bij een landbouwtractor die de voornaamste last aan de voorzijde draagt en bijvoorbeeld met de relatief 10 kleine wielen aan de achterzijde stuurt.

Claims (16)

1. Voorassamenstel voor een landbouwtractor, omvattende - een differentieelbehuizing, die koppelbaar is met het 5 chassis van de landbouwtractor; en - twee draagarm constructies die zijn verbonden met de differentieel behuizing, die zich in tegengestelde richting uitstrekken, en die elk aan een van de differentieelbehuizing gelegen einde een wiel van de 10 landbouwtractor kunnen dragen; waarbi j - in de differentieelbehuizing een differentieel is aangebracht dat werkzaam koppelbaar is met een aandrijving van de landbouwtractor en met door de draagarmconstructie 15 gedragen wielen van de landbouwtractor; en - de differentieelbehuizing vloeibare smeermiddelen kan houden voor het smeren van het differentieel; waarbij het voorassamenstel tevens een aftakasinrichting omvat, 20 omvattende - een ingaande as die werkzaam koppelbaar is met een aandrijving van de landbouwtractor, - een uitgaande as die koppelbaar is met een door de landbouwtractor aan te drijven landbouwwerktuig; en 25. een aftakasoverbrenging waarmee een rotatie van de ingaande as over te brengen is op de uitgaande as; waarbij - ten minst een gedeelte van de aftakasoverbrenging in de differentieelbehuizing is aangebracht, zodat het gedeelte 30 van de aftakasoverbrenging dat in de differentieelbehuizing is aangebracht te smeren is met de in differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen.
2. Voorassamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het differentieel en het gedeelte van de aftakasoverbrenging in de differentieel behuizing is 5 aangebracht, in dezelfde ruimte zijn aangebracht.
3. Voorassamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een buiten de differentieelbehuizing gelegen gedeelte van de aftakasoverbrenging is aangebracht in een 10 overbrengingsbehuizing die zodanig is verbonden met de differentieelbehuizing dat het in de overbrengingsbehuizing aangebracht gedeelte van de aftakasoverbrenging te smeren is met de in differentieelbehuizing gehouden vloeibare smeermiddelen.
4. Voorassamenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het voorassamenstel tevens een pomp omvat voor het vanuit de differentieelbehuizing pompen van de daarin gehouden vloeibare smeermiddelen naar het gedeelte van de 20 aftakasoverbrenging dat in de overbrengingsbehuizing is aangebracht, waarbij is voorzien in doorgangen tussen de differentieelbehuizing en de overbrengingsbehuizing waar doorheen de naar de overbrengingsbehuizing gepompte vloeibare smeermiddelen terug kunnen vloeien naar de 25 differentieelbehuizing.
5. Voorassamenstel volgens één van de conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat het voorassamenstel tevens draagorganen omvat voor het dragen van het door middel van de aftakasinrichting aan te 30 drijven landbouwwerktuig.
6. Voorassamenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de differentieelbehuizing is voorzien van ten minste een gedeelte van de draagorganen.
7. Voorassamenstel volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat 5 de draagorganen een hefinrichting omvatten voor het heffen van het door middel van de draagorganen te dragen landbouwwerktuig.
8. Voorassamenstel volgens één van de conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat 10. de draagarmconstructies draagarmen omvatten die scharnierend met de differentieelbehuizing zijn verbonden, zodat een scharnierende beweging van de draagarmen ten opzichte van de differentieelbehuizing mogelijk is; en - het voorassamenstel tevens is voorzien van een 15 veerinrichting voor het veren van de scharnierende beweging van de draagarmen ten opzichte van de differentieelbehuizing.
9. Voorassamenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 20. de veerinrichting een veerorgaan omvat dat zwevend tussen de twee draagarmconstructies is aangebracht.
10. Voorassamenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat - de differentieelbehuizing van een doorgang is 25 voorzien waarin het veerorgaan zwevend is opgenomen.
11. Voorassamenstel volgens één van de conclusies 9 en 10, met het kenmerk, dat - het veerorgaan tevens een demping omvat voor het dempen van de scharnierende beweging van de draagarmen.
12. Voorassamenstel volgens één van de conclusies 9 tot en met 11, met het kenmerk, dat - het veerorgaan is voorzien van een lengte-instelling, waarmee de lengte van het veerorgaan instelbaar is.
13. Voorassamenstel volgens één van de conclusies 1 tot en met 12, met het kenmerk, dat - het van de differentieel behuizing af gelegen einde van de draagarmconstructie dat een wiel van de 5 landbouwtractor kan dragen is voorzien van een wielhub waarmee het te dragen wiel te koppelen is, waarbij de wielhub roteerbaar met het van de differentieel behuizing af gelegen einde van de draagarmconstructie is verbonden.
14. Voorassamenstel volgens één van de conclusies 1 tot 10 en met 13, met het kenmerk, dat - de aftakasoverbrenging een onder last schakelbaar verzet omvat.
15. Voorassamenstel volgens één van de conclusies 1 tot en met 14, met het kenmerk, dat 15. de aftakasoverbrenging een selectief bedienbare koppeling, bijvoorkeur een natte lamellenkoppeling, omvat voor het selectief koppelen van de ingaande as van de aftakasinrichting en de uitgaande as van de aftakasinrichting.
16. Landbouwtractor voorzien van een voorassamenstel volgens één van de conclusies 1 tot en met 15.
NL2003903A 2009-12-03 2009-12-03 Voorassamenstel voor een landbouwtractor. NL2003903C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003903A NL2003903C2 (nl) 2009-12-03 2009-12-03 Voorassamenstel voor een landbouwtractor.
NL2004418A NL2004418C2 (nl) 2009-12-03 2010-03-17 Voorassamenstel voor een voertuig.
EP10193690A EP2329969B1 (en) 2009-12-03 2010-12-03 Front axle assembly for a vehicle
EP10193689A EP2329968B1 (en) 2009-12-03 2010-12-03 Front axle assembly for an agricultural tractor

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003903A NL2003903C2 (nl) 2009-12-03 2009-12-03 Voorassamenstel voor een landbouwtractor.
NL2003903 2009-12-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003903C2 true NL2003903C2 (nl) 2011-06-06

Family

ID=42245933

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003903A NL2003903C2 (nl) 2009-12-03 2009-12-03 Voorassamenstel voor een landbouwtractor.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2329968B1 (nl)
NL (1) NL2003903C2 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITRE20130044A1 (it) 2013-06-14 2014-12-15 Bcs Spa Veicolo semovente da lavoro
EP2977242B1 (en) 2014-07-24 2019-04-10 BCS S.p.A. Isodiametric tractor with minimum maintenance

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2024741A (en) * 1978-07-05 1980-01-16 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Bearing block for supporting auxiliary equipment on a tractor
JPS5914521A (ja) * 1982-07-16 1984-01-25 Iseki & Co Ltd トラクタにおける前部作業動力取出ギヤ機構の給油装置
JPS5957031A (ja) * 1982-09-25 1984-04-02 Iseki & Co Ltd 前輪駆動トラクタにおける前部動力取出装置
EP0262862A2 (en) * 1986-10-03 1988-04-06 Massey-Ferguson Services N.V. Power take-off drive unit
EP0807543A2 (en) * 1996-05-14 1997-11-19 Carraro S.P.A. Sprung axle for vehicles
EP0945396A2 (en) * 1998-03-27 1999-09-29 MERLO S.P.A. Industria Metalmeccanica A vehicle with a lifting boom, having an engine inclined with respect to the longitudinal axis of the vehicle
EP1600311A1 (en) * 2004-05-26 2005-11-30 AGCO GmbH Tractor with front suspension
EP1627762A2 (en) * 2004-08-17 2006-02-22 AGCO GmbH Agricultural tractor
EP1650108A1 (en) * 2000-09-14 2006-04-26 Deere & Company Tractor with front suspension

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2024741A (en) * 1978-07-05 1980-01-16 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Bearing block for supporting auxiliary equipment on a tractor
JPS5914521A (ja) * 1982-07-16 1984-01-25 Iseki & Co Ltd トラクタにおける前部作業動力取出ギヤ機構の給油装置
JPS5957031A (ja) * 1982-09-25 1984-04-02 Iseki & Co Ltd 前輪駆動トラクタにおける前部動力取出装置
EP0262862A2 (en) * 1986-10-03 1988-04-06 Massey-Ferguson Services N.V. Power take-off drive unit
EP0807543A2 (en) * 1996-05-14 1997-11-19 Carraro S.P.A. Sprung axle for vehicles
EP0945396A2 (en) * 1998-03-27 1999-09-29 MERLO S.P.A. Industria Metalmeccanica A vehicle with a lifting boom, having an engine inclined with respect to the longitudinal axis of the vehicle
EP1650108A1 (en) * 2000-09-14 2006-04-26 Deere & Company Tractor with front suspension
EP1600311A1 (en) * 2004-05-26 2005-11-30 AGCO GmbH Tractor with front suspension
EP1627762A2 (en) * 2004-08-17 2006-02-22 AGCO GmbH Agricultural tractor

Also Published As

Publication number Publication date
EP2329968A1 (en) 2011-06-08
EP2329968B1 (en) 2012-10-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6571555B2 (en) Axle driving apparatus
US6643959B2 (en) Implement having engine and transaxle module
US8109355B2 (en) Hydrostatic transaxle and hydraulically driven vehicle
US6889793B2 (en) Four wheel-drive vehicle
US7690470B2 (en) Hydrostatic transaxle
US4899525A (en) Clipping collector equipped with front mower
EP1442911B1 (en) Frame structure of a vehicle
NL2003903C2 (nl) Voorassamenstel voor een landbouwtractor.
US6385971B1 (en) Axle driving apparatus
US11181184B2 (en) Drive assembly with passive pump lubrication
CA2777641C (fr) Systeme de relevage avant, vehicule pourvu d'un tel systeme, kit pour l'assembler, et methodes d'assemblage et d'operation correspondantes
KR100746542B1 (ko) 승용 수전 작업기
JP4208774B2 (ja) 乗用型草刈り機
NL2004418C2 (nl) Voorassamenstel voor een voertuig.
JP2004114751A (ja) 乗用型作業車
CA2465628A1 (en) Implement having engine and transaxle module
JPS633297Y2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190101