NL2003825C2

NL2003825C2 - A METHOD FOR MAKING A CONSTRUCTION, SUCH AS A POLE FOUNDATION, THE PIPE POLE AND TUBE LENGTH TO BE USED IN THIS METHOD, THE CONSTRUCTION OBTAINED IN THIS METHOD, LIKE A PILE FOUNDATION, AND A TRUMP MACHINE FOR MAKING THE PIPE.

Info

Publication number: NL2003825C2
Application number: NL2003825A
Authority: NL
Inventors: Huub Johannes Slobbe; Henk Johannes Gerardus Slobbe
Original assignee: Mij Slobbe
Priority date: 2009-03-02
Filing date: 2009-11-18
Publication date: 2010-09-03

Description

Werkwijze voor het maken van een constructie, zoals een paalfundering, de bij deze werkwijze te gebruiken buispaal en buislengte, de bij deze werkwijze verkregen constructie, zoals een paalfundering, alsmede een trompmachine voor het maken van 5 de buispaal.Method for making a structure, such as a pile foundation, the tube pile to be used in this method and tube length, the structure obtained in this method, such as a pile foundation, and a tumbler for making the tube pile.

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het maken van een paalfundering met gebruikmaking van een 10 buispaal, bijvoorbeeld voor het van een of meer dergelijke buispalen maken van een paalfundering of andere constructie. Ook heeft de uitvinding betrekking op de buispaal en de met deze buispaal verkregen constructie, zoals paalfundering. En de uitvinding heeft betrekking op de trompmachine voor het maken 15 van de buispaal.This invention relates to a method for making a pile foundation using a tubular pile, for example for making a pile foundation or other construction from one or more such tubular piles. The invention also relates to the tubular pile and the construction obtained with this tubular pile, such as pile foundation. And the invention relates to the drum machine for making the tubular pile.

De documenten US-A-6.427.402, BE-A-709.850 en FR-A-1.548.083 openbaren relevante stand van de techniek. Verder openbaren BE-A-423.592, JP-A-61.254718 en DE-U1-94.14.813 relevante technische achtergrond.Documents US-A-6,427,402, BE-A-709,850 and FR-A-1,548,083 disclose relevant prior art. Furthermore, BE-A-423,592, JP-A-61.254718 and DE-U1-94.14.813 disclose relevant technical background.

20 Voor funderingsdoeleinden wordt de buispaal, als een van de vele paalsystemen voor funderingen, in de praktijk op grote schaal toegepast. De buispaal wordt met een afgedichte onderzijde in de grond gedreven. Daarna kan de holte van de buis worden gevuld, bijvoorbeeld met beton en wapening.For foundation purposes, the tubular pile, as one of the many pile systems for foundations, is used on a large scale in practice. The tubular pile is driven into the ground with a sealed underside. The cavity of the tube can then be filled, for example with concrete and reinforcement.

25 Alternatief kan de buispaal gevuld worden met grout of ander vulmiddel of ongevuld worden toegepast. Er zijn toepassingen waarbij de buispaal voornamelijk bedoeld is als een grondverdringend lichaam evenals verloren bekisting, bijvoorbeeld indien gevuld toegepast, in het bijzonder bij 30 vullen met beton en wapening. De naderhand in de buispaal gemaakte kern vormt dan de eigenlijke fundatiepaal. In andere toepassingen maakt de buispaal wel degelijk deel uit van de dragende fundering.Alternatively, the tubular pile can be filled with grout or other filler or used unfilled. There are applications in which the tubular pile is primarily intended as a ground displacing body as well as lost formwork, for example when applied filled, in particular when filled with concrete and reinforcement. The core made afterwards in the tubular pile then forms the actual foundation pile. In other applications, the tubular pile is indeed part of the load-bearing foundation.

Het in de grond indrijven van de buispaal kan op elke 35 denkbare wijze, zoals heien, drukken of trillen.Driving the tubular pile into the ground can be done in any conceivable way, such as driving, pressing or vibrating.

Een alternatieve toepassing voor de buispaal is het ermee maken van een ondergrondse leiding. In de regel zal de buispaal dan niet voornamelijk verticaal, zoals bij het maken van een paalfundering, maar eerder in hoofdzaak horizontaal in de grond 2 worden gedreven. Duidelijk moet zijn dat de buispaal van de uitvinding bruikbaar is voor alle denkbare toepassingen.An alternative application for the tubular pile is to make an underground pipe with it. As a rule, the tubular pile will then not be driven mainly vertically into the ground 2, such as when making a pile foundation, but rather substantially horizontally. It should be clear that the tubular pile of the invention can be used for all conceivable applications.

Bij de systemen waarop de uitvinding zich in het bijzonder richt, wordt gewerkt met een uit een aantal buislengten 5 samengestelde buispaal, waarbij het samenstellen in het werk plaatsvindt door telkens een buislengte in de grond te drijven en vervolgens een volgende buislengte bovenop en in lijn met de als laatste ingedreven buislengte te plaatsen. Zodoende is slechts een beperkte hoogte van de makelaar, werkhoogte en 10 werkruimte nodig. Desondanks kan een lange buispaal met een lengte die een veelvoud van een buislengte bedraagt, verkregen Tworden.In the systems to which the invention in particular focuses, a tube pile composed of a number of tube lengths is used, the assembly being carried out in each case by driving a tube length into the ground and then a following tube length on top and in line with the last pipe length driven. Therefore only a limited broker's height, working height and working space are required. Nevertheless, a long tube pile with a length that is a multiple of a tube length can be obtained.

Wanneer de buispaal in het grondwater steekt, dient gewaarborgd te worden dat deze niet met water volloopt. De 15 buislengten moeten daarom waterdicht op elkaar worden aangesloten. Tot nu toe wordt dit gedaan door de op elkaar aansluitende uiteinden van de buislengten in elkaar te laten passen en vervolgens aan elkaar vast te zetten door middel van schroeven, lijmen, klinken of lassen. Daarbij heeft het aan 20 elkaar lassen de grootste populariteit. Om de uiteinden van de buislengten in elkaar te passen wordt een van de uiteinden uitgerust met een tromp.When the tubular pile protrudes into the groundwater, it must be guaranteed that it does not overflow with water. The 15 pipe lengths must therefore be connected to each other in a watertight manner. Until now, this has been done by fitting the connecting ends of the tube lengths together and then fixing them together by means of screws, gluing, riveting or welding. In addition, welding together has the greatest popularity. In order to fit the ends of the tube lengths together, one of the ends is equipped with a flare.

Een tromp is een zich over een korte lengte uitstrekkende vergroting van de buisdiameter zodanig, dat het uiteinde van 25 de volgende buis er met geringe speling in past.A tube is an enlargement of the tube diameter extending over a short length such that the end of the following tube fits in with little play.

Het aan elkaar vast zetten van de buislengten moet in het werk, dus onder moeilijke omstandigheden, gebeuren en is mede daardoor tijdrovend en lastig. Bovendien zijn extra materialen, onderdelen en apparaten nodig en is er het risico van scheuren 30 en breken van de buispaal.Fixing the pipe lengths to each other must take place in the work, therefore under difficult circumstances, and is therefore time-consuming and difficult. Moreover, additional materials, parts and devices are needed and there is a risk of cracking and breaking the tubular pile.

Het doel van de uitvinding is veelzijdig en betreft in het bijzonder een of meer van de volgende aspecten: het versnellen van het proces van het in de grond inbrengen van 35 een volledig waterdichte, complete buispaal uit in het werk op elkaar geplaatste buislengten; het besparen op materiaal; het verkleinen van het risico op scheuren of breken van de 3 buispaal; het beter centreren van de buislengten bij het in elkaar steken.The object of the invention is versatile and relates in particular to one or more of the following aspects: speeding up the process of introducing into the ground a fully watertight, complete tubular pile from tube lengths superimposed on one another; saving on material; reducing the risk of tearing or breaking the tubular pile; better centering the tube lengths when assembling.

Volgens de uitvinding, die nader is gedefinieerd in de bijgaande conclusies, wordt een buislengte uitgerust met een 5 voorziening, bij voorkeur nabij het uiteinde dat geplaatst wordt over, op of in een reeds in de grond gedreven buislengte, zodat tijdens het in de grond indrijven, bij voorkeur tijdens de beginfase ervan, van de betreffende buislengte, een of beide van de over, in of op elkaar geplaatste uiteinden een vervorming 10 in radiale richting ondergaan, bij voorkeur onder toenemend naar binnen in elkaar bewegen van die uiteinden, zodat een 100% waterdichte verbinding tussen beide uiteinden tot stand komt, terwijl bij voorkeur enige andere verbindingsmethode, zoals schroeven of lassen, tussen beide uiteinden achterwege gelaten 15 wordt.According to the invention, which is further defined in the appended claims, a pipe length is provided with a provision, preferably near the end that is placed over, on or in a pipe length that has already been driven into the ground, so that during driving into the ground , preferably during the initial phase thereof, of the tube length in question, one or both of the ends placed over, in or on top of each other, undergo a deformation in radial direction, preferably with these ends moving inwardly, so that a 100 watertight connection is established between both ends, while preferably any other connection method, such as screws or welding, is omitted between both ends.

Bijvoorbeeld is daartoe de wand van de buislengte op afstand van zijn uiteinden uitgerust met een naar buiten uitstekend uitsteeksel dat zich in hoofdzaak ononderbroken in de radiale omtreksrichting uitstrekt en bij in elkaar gestoken 20 uiteinden van twee buislengten in aangrijping staat met de binnenzijde van de wand van de andere buislengte. Bij het verder naar binnen in elkaar bewegen door uitoefenen van een indrijvende kracht beweegt bij deze uitvoering de wand van het binnenste uiteinde radiaal naar binnen en/of de wand van het 25 buitenste uiteinde radiaal naar buiten.For this purpose, for example, the wall-length wall is spaced apart from its ends with an outwardly projecting protrusion which extends substantially uninterruptedly in the radial circumferential direction and is engaged with the inner side of the wall of two pipe lengths inserted together the other tube length. When moving further inwardly into each other by exerting a driving force, the wall of the inner end moves radially inwards and / or the wall of the outer end radially outwards.

Bij voorkeur is sprake van een of meer van de volgende maatregelen betreffende de buislengte: dit uitsteeksel is een wandvervorming of uitstulping, bijvoorbeeld verkregen door lokaal radiaal expanderen van de wand van de buislengte (echter 30 kan het uitsteeksel een afzonderlijk onderdeel zijn, zoals een ringdeel, dat op de buitenzijde van de buiswand is vast gezet) ; dit uitsteeksel bevindt zich nabij het uiteinde dat bestemd is om te worden gestoken in het uiteinde met vergrote diameter (bijvoorbeeld het trompvormige uiteinde) van de volgende of 35 voorgaande buislengte; het gedeelte van de buis tussen dit uitsteeksel en het vrije kopse vlak van de buislengte is vrij van een wandvervorming of -profilering of heeft een 4 wandvervorming of -profilering die radiaal minder ver naar buiten uitsteekt dan het uitsteeksel; dit uitsteeksel is een zich op afstand van beide uiteinden van de buislengte bevindende tussentromp; het uiteinde van de buislengte dat zich op de 5 grootste afstand bevindt van dit uitsteeksel is uitgerust met een vergrote diameter of eindtromp waarin het gedeelte met normale, d.w.z. ongewijzigde, diameter van de buislengte nauwsluitend past; de beide trompen (tussentromp en eindtromp) aan de buislengte steken in hoofdzaak even ver radiaal buiten 10 de buislengte uit; het gedeelte van de buislengte dat zich vanaf de tussentromp tot het uiteinde van de buislengte uitstrekt is in hoofdzaak gelijk aan de lengte waarover de eindtromp aan het andere uiteinde van de buislengte zich uitstrekt, bij voorkeur zodat bij twee identieke in elkaar gestoken 15 buislengten het in de eindtromp stekende buiseinde tegen de aanhechting van de eindtromp aan de buislengte ervan stoot terwijl het vrije uiteinde van de eindtromp tegen de aanhechting van de tussentromp aan de buislengte ervan stoot; in de lengterichting van de buislengte strekt de tussentromp zich 20 uit over een afstand van minimaal 2, 3, 4 of 5 cm.; gezien in de lengterichting van de buislengte heeft de tussentromp een wanddeel dat evenwijdig loopt aan de wand van de buislengte en zich bij voorkeur uitstrekt over een afstand van minimaal 2, 3, 4 of 5 cm; de buislengte is van staal; de buislengte heeft 25 een lengte tussen 2 of 3 en 5 of 10 meter; de buislengte heeft een diameter van minimaal 50 of 70 of 100 millimeter en eventueel maximaal 1000 millimeter; de buislengte heeft een wanddikte van minimaal 5 of 10 millimeter en eventueel maximaal 30 of 50 millimeter.Preferably one or more of the following measures concerning the pipe length is involved: this protrusion is a wall deformation or protuberance, for example obtained by locally radially expanding the wall of the pipe length (however, the protrusion can be a separate component, such as a ring part which is fixed on the outside of the tube wall); this protrusion is located near the end which is intended to be inserted into the end with enlarged diameter (for example, the trumpet-shaped end) of the next or previous tube length; the portion of the tube between this protrusion and the free end face of the tube length is free of a wall deformation or profile or has a wall deformation or profile that protrudes radially less far outwards than the protrusion; this protrusion is an intermediate trunk spaced from both ends of the tube length; the end of the tube length that is at the greatest distance from this protrusion is provided with an enlarged diameter or end tube in which the part with normal, i.e. unchanged, diameter of the tube length fits snugly; the two tubes (intermediate tube and end tube) on the tube length protrude substantially equally radially outside the tube length; the portion of the tube length that extends from the intermediate tube to the end of the tube length is substantially equal to the length over which the end tube at the other end of the tube length extends, preferably so that with two identical tube lengths inserted into one another the end tube projecting the end of the pipe against the end of the end end of the pipe against its pipe length, while the free end of the end end of the end end of the end end of the end end of the end end of the end end of the end end; in the longitudinal direction of the tube length, the intermediate tube extends over a distance of at least 2, 3, 4 or 5 cm. seen in the longitudinal direction of the pipe length, the intermediate hull has a wall part that runs parallel to the wall of the pipe length and preferably extends over a distance of at least 2, 3, 4 or 5 cm; the tube length is made of steel; the tube length has a length between 2 or 3 and 5 or 10 meters; the tube length has a diameter of at least 50 or 70 or 100 millimeters and possibly a maximum of 1000 millimeters; the tube length has a wall thickness of at least 5 or 10 millimeters and possibly at most 30 or 50 millimeters.

30 Door de buislengte uit te rusten met aan het ene einde een eindtromp en aan het andere einde op een afstand, bij voorkeur gelijk aan de lengte van de eindtromp, een tussentromp zullen bij twee identieke, in elkaar gestoken buislengten de indrijfkrachten die door de installatiemachine op de bovenste 35 buislengte uitgeoefend worden, op twee plaatsen, bij voorkeur gelijktijdig, zorgen voor vervormen (bij voorkeur plastisch) van een of beide van de in elkaar gestoken uiteinden van de 5 buislengten, waardoor in de beginfase van het indrijven via de bovenste buislengte een 100% waterdichte en stevige verbinding tussen beide buislengten ontstaat. Daarbij zullen de buislengten aanvankelijk verder naar binnen in elkaar 5 bewegen. Dit verder naar binnen in elkaar bewegen door voortgaand vervormen zal een steeds grotere kracht vergen, zodat, bij constante en voldoende beperkte indrijfkracht na enige tijd de buislengten niet meer verder naar binnen in elkaar bewegen.By equipping the tube length with an end tube at one end and at the other end at a distance, preferably equal to the length of the end tube, an intermediate tube, at two identical tube lengths inserted, the driving forces exerted by the installation machine exerted on the upper tube length, in two places, preferably simultaneously, causing deformation (preferably plastic) of one or both of the inserted ends of the tube lengths, so that in the initial phase of driving through the upper tube length a 100% watertight and sturdy connection between the two pipe lengths is created. The tube lengths will initially move further inwards into each other. This further inward moving into each other by continuing deformation will require an increasing force, so that, with constant and sufficiently limited driving force, the tube lengths will no longer move inward after each other.

10 In een voorkeursuitvoering is de lengte van de tussentromp groter dan de lengte waarover de buislengten naar binnen in elkaar bewegen onder vervormen van de tussentromp, respectievelijk wordt het proces van naar binnen in elkaar bewegen van de buislengten onder vervormen van de tussentromp 15 gestaakt alvorens de tussentromp over zijn gehele lengte is vervormd of naar binnen in de andere buislengte is bewogen. Anders bestaat het gevaar dat de buislengten in onbeperkte omvang naar binnen in elkaar bewegen.In a preferred embodiment, the length of the intermediate tube is greater than the length over which the tube lengths move inwards into one another while deforming the intermediate tube, respectively, the process of moving the tube lengths into one another while deforming the intermediate tube 15 is stopped before the intermediate tube is deformed over its entire length or moved inwards into the other tube length. Otherwise there is a danger that the pipe lengths will move inwards in each other to an unlimited extent.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor 20 het ter plaatse vormen van een buispaal uit een aantal van twee of meer identieke buislengten waarbij eerst een eerste buislengte verticaal of onder een hoek in de grond wordt ingedreven, daarna een tweede buislengte uitgelijnd met de eerste buislengte daarop wordt geplaatst en vervolgens op de 25 tweede buislengte een indrijfkracht wordt uitgeoefend waardoor het samenstel van eerste en tweede buislengte in de grond wordt gedreven en eventueel vervolgens een derde buislengte op dezelfde wijze als de tweede buislengte wordt geplaatst en daarop een indrijfkracht wordt uitgeoefend, en eventueel 30 enzovoorts voor elke volgende buislengte, tot de gewenste lengte van de buispaal in de grond is bereikt, waarbij het uiteinde van de tweede buislengte bij voorkeur los en/of nauwpassend wordt gestoken in het uiteinde van de eerste buislengte en een of beide uiteinden een voorziening bevatten 35 zodat bij uitoefenen van een van te voren bepaalde indrijvende kracht op de tweede (de bovenste) buislengte aanvankelijk de eerste buislengte niet voortbeweegt en de uiteinden verder naar 6 binnen in elkaar bewegen onder gelijktijdig in radiale richting vervormen van de wand van een of beide uiteinden waarbij de benodigde kracht voor verder naar binnen in elkaar bewegen van de uiteinden tijdens dit proces toeneemt tot hoger dan de van 5 te voren bepaalde indrijvende kracht waarna, bij handhaven van de van te voren bepaalde indrijvende kracht, de eerste en tweede buislengte met gelijke snelheid in de grond worden ingedreven.The invention also relates to a method for locally forming a tubular pile from a number of two or more identical tube lengths, wherein first a first tube length is driven vertically or at an angle into the ground, then a second tube length aligned with the first pipe length is placed thereon and an driving force is subsequently exerted on the second pipe length, whereby the assembly of first and second pipe length is driven into the ground and optionally subsequently a third pipe length is placed in the same way as the second pipe length and an driving force is exerted thereon, and optionally etc. for each subsequent pipe length, until the desired length of the pipe pile in the ground is reached, wherein the end of the second pipe length is preferably inserted loosely and / or tightly into the end of the first pipe length and one or both ends contain a provision 35 so that when exercising one in advance certain driving force on the second (upper) tube length initially does not advance the first tube length and the ends move further inwardly into one another while simultaneously deforming the wall of one or both ends in radial direction with the required force for further inward moving the ends together during this process increases to higher than the predetermined driving force, after which, while maintaining the predetermined driving force, the first and second tube length are driven into the ground at the same speed.

Ook heeft de uitvinding betrekking op een trompmachine voor het maken van de tussentromp. Daartoe is, uitgaande van 10 de bekende trompmachine, de expansiedoorn, met bijvoorbeeld een lengte (afmeting gemeten in de richting van de lengte van een op de expansiedoorn gestoken buislengte) in het bereik tussen 50 en 150 millimeter, geplaatst op een afstand van de aanslag voor het uiteinde van de met zijn uiteinde op de 15 expansiedoorn te steken buislengte, die gelijk is aan minimaal de afstand die overeenstemt met de plaats die de expansiedoorn moet innemen in de buislengte om de gewenste tussentromp te kunnen maken wanneer de buislengte met zijn uiteinde tegen de aanslag is geplaatst. Deze afstand stemt bijvoorbeeld overeen 20 met minimaal 50 millimeter of is bij voorkeur gelijk aan de lengte van de eindtromp.The invention also relates to a drum machine for making the intermediate drum. To that end, starting from the known tumbling machine, the expansion mandrel, with for example a length (dimension measured in the direction of the length of a pipe length inserted on the expansion mandrel) in the range between 50 and 150 millimeters, is placed at a distance from the stop for the end of the pipe length to be inserted with its end on the expansion mandrel, which is at least equal to the distance corresponding to the location that the expansion mandrel must take in the pipe length in order to be able to make the desired intermediate stub when the pipe length with its end is against the attack has been placed. This distance corresponds, for example, to a minimum of 50 millimeters or is preferably equal to the length of the final trunk.

Een de bescherming van de uitvinding niet-beperkend voorbeeld wordt nu beschreven onder verwijzing naar de tekening. 25 Deze toont in een zijaanzicht in doorsnede telkens de uiteinden van twee identieke buislengten, in fig. 1 en 2 volgens de stand van de techniek en in fig. 3 en 4 volgens een uitvoering van de uitvinding. Fig. 1 en 3 resp. fig. 2 en 4 tonen een weergave in de stand voor resp. de stand na het in elkaar steken van 30 de uiteinden. De tekening is opschaal.A non-limiting example protection of the invention is now described with reference to the drawing. This shows a cross-sectional side view of the ends of two identical tube lengths, in Figs. 1 and 2 according to the prior art and in Figs. 3 and 4 according to an embodiment of the invention. FIG. 1 and 3 respectively. 2 and 4 show a representation in the position for resp. the position after the ends have been put together. The drawing is scaled up.

Fig. 1 en 2 tonen het ene en andere uiteinde van de buispaal. Een van de einden is uitgerust met een eindtromp waarin het andere uiteinde van een identieke buispaal nauwpassend kan worden gestoken. Bij het in elkaar steken vervormen de in elkaar 35 gestoken uiteinden niet. Nadat ze in elkaar zijn gestoken, worden de uiteinden rondom aan elkaar vast gelast op het niveau van het vrije uiteinde van de eindtromp, zodat de in fig. 2 7 getoonde situatie ontstaat. Pas daarna is de verbinding waterdicht en voldoende kracht overdragend, zodat op de bovenste buislengte een neerwaarts gerichte kracht kan worden uitgeoefend zonder gevaar dat de buislengten onbeperkt verder 5 naar binnen in elkaar worden bewogen.FIG. 1 and 2 show one and the other end of the tubular pile. One end is equipped with an end tube into which the other end of an identical tubular pole can be inserted snugly. When assembled, the inserted ends do not deform. After they have been inserted into each other, the ends are welded to each other at the level of the free end of the end tube, so that the situation shown in Fig. 2 7 arises. Only then is the connection watertight and sufficient force transmitting, so that a downwardly directed force can be exerted on the upper tube length without the danger of the tube lengths being moved further inwards indefinitely.

Het in fig. 3 en 4 getoonde, in de tekening onderste, uiteinde is identiek aan dat van fig. 1. De in de tekening bovenste buislengte is nabij het onderste uiteinde uitgerust met een tussentromp met een uitwendige diameter gelijk aan die 10 van de eindtromp. De lengte van het stuk buislengte van de tussentromp dat in de eindtromp van de onderste buislengte wordt gestoken is gelijk aan de lengte van de eindtromp. Zodoende steunt direct na het in elkaar steken de vrije rand van de bovenste buislengte op de bodem van de eindtromp van de onderste 15 buislengte terwijl de vrije rand van de eindtromp tegen de onderrand van de tussentromp steunt. In die stand vervormen de in elkaar gestoken uiteinden niet. Wanneer vanuit die toestand dat de uiteinden los in elkaar zijn gestoken een tegengestelde kracht wordt uitgeoefend op beide buislengte, 20 zullen de uiteinden verder naar binnen in elkaar bewegen waarbij radiaal vervormen van de in elkaar gestoken wanddelen ontstaat. Zodoende ontstaat min of meer de in fig. 4 getoonde situatie. De eindtromp is onder radiaal expanderen gedeeltelijk over de tussentromp, die daardoor radiaal is gekrompen, geschoven. De 25 vrije rand van de bovenste buislengte is, onder radiaal krimpen, voorbij de eindtromp naar binnen in de onderste buis, die daardoor radiaal is geëxpandeerd, geschoven. Zodoende zijn beide buislengten op twee axiaal een afstand houdende locaties radiaal plastisch vervormd en sluiten daardoor volledig 30 waterdicht op elkaar aan. In fig. 4 is de radiale vervorming overdreven weergegeven.The end shown in Figs. 3 and 4, which is lower in the drawing, is identical to that of Fig. 1. The upper tube length in the drawing is provided near the lower end with an intermediate tube with an external diameter equal to that of the end tube. . The length of the pipe length of the intermediate pipe that is inserted into the end pipe of the lower pipe length is equal to the length of the end pipe. Thus, immediately after assembly, the free edge of the upper tube length rests on the bottom of the end tube of the lower tube length while the free edge of the end tube rests against the lower edge of the intermediate tube. In that position the inserted ends do not deform. When, from that state that the ends are loosely inserted into each other, an opposite force is exerted on both tube lengths, the ends will move further inwards into each other, thereby creating radial deformation of the inserted wall parts. This more or less creates the situation shown in Fig. 4. The end trunk is partially radially slid over the intermediate tube, which radially shrunk as a result of radial expansion. The free edge of the upper tube length is, with radial shrinkage, slid past the end tube into the lower tube, which is thereby radially expanded. Thus, both tube lengths are radially plastically deformed at two axially spaced locations and are therefore completely watertight. The radial distortion is exaggerated in FIG.

Fig. 5 toont in zijaanzicht de inventieve trompmachine 30 die verschilt van de bekende trompmachine doordat de expansiedoorn 31 zich nu bevindt op een afstand 32 van de aanslag 35 33 die gelijk is aan de afstand van de tussentromp 34 tot de vrije rand van het in de eindtromp te steken uiteinde van de buislengte 35. In de tekening is slechts een gedeelte 8 weergegeven van de buislengte 35, in een zijaanzicht in doorsnede en tot tegen de aanslag 33 gestoken op de doorn 31. De doorn 31 is weergegeven in zijn niet-geëxpandeerde toestand, zojuist terug gekeerd uit zijn geëxpandeerde toestand en 5 daarbij de tussentromp 34 gevormd.FIG. 5 is a side view of the inventive tumbling machine 30 which differs from the known tumbling machine in that the expansion mandrel 31 is now located at a distance 32 from the stop 33 which is equal to the distance from the intermediate tube 34 to the free edge of the tube to be inserted into the end tube. sticking end of the tube length 35. In the drawing only a part 8 of the tube length 35 is shown, in a side view in cross section and inserted against the stop 33 on the mandrel 31. The mandrel 31 is shown in its non-expanded state, just returned from its expanded state and thereby formed the intermediate trunk 34.

Ook andere vormen voor de tussentromp zijn denkbaar. Ook is het denkbaar de tussentromp te vervangen door een op dezelfde plaats op de ondervormde buitenwand van de buislengte bevestigde ring met een axiale lengte gelijk aan die van de 10 tussentromp.Other forms for the intermediate trunk are also conceivable. It is also conceivable to replace the intermediate hull with a ring fixed at the same location on the deformed outer wall of the tube length with an axial length equal to that of the intermediate hull.

Claims

A method for making a construction, such as a pile foundation using hollow tube piles, for example in an area with a high groundwater level, wherein each tube pile is composed of a number of identical tube lengths which are in line with each other and adjoining one another, the assembly taking place in the work by in each case driving a pipe length into the ground and then placing a subsequent pipe length on top and in line with the pipe length that was last driven in and then driving into the ground so that the following pipe length further increases the pipe length already driven in floats into the ground, wherein, for example, the lower two or more pipe lengths are driven to a level below the local groundwater level and it is preferably ensured that during the driving of the pipe pile its interior remains free of water and / or soil because the first pipe length of the tubular pile preferably with a sealed underside in the grounded and it is ensured that the pipe lengths are watertight with their ends connect to each other, whereby the ends of the pipe lengths fit together by equipping one of the ends with a provision, such as a trumpet, of such a size that the fits the end of the other tube length with little play in, over or on.

2. Method as claimed in claim 1, wherein due to the presence of said provision, during driving into the ground, preferably during the initial phase thereof, of the relevant pipe length, one or both of the ends placed over, in or on top of each other results in a deformation in radial direction, so that a preferably 100% watertight connection between both ends is established.

Method as claimed in claim 1 or 2, wherein the wall of the tube length spaced apart from its ends is preferably equipped with an outwardly projecting protrusion which extends continuously in the radial circumferential direction and is engaged with the ends of two tube lengths inserted into each other with the inside of the wall of the other pipe length, or with another provision, so that during the initial phase of driving the relevant pipe length into the ground, seen in the length of the pipe, the wall of two plastically deforms the inner end all the way around radially inwards and / or the wall of the outer end (the end with the flare) all the way around radially outwards, while gradually moving those ends into one another, so that a preferably 100% watertight connection between both ends.

4. Method as claimed in claim 1, 2 or 3, wherein any other connection method, such as screws or welds, is omitted between both ends.

5. Method as claimed in any of the claims 1-4, wherein further inward moving into each other by continuing radial wall deformation requires an increasing force, so that, with constant and sufficiently limited driving force, the tube lengths after a while no longer further inwardly into each other to move.

6. Method as claimed in any of the claims 1-5, wherein upon exerting a predetermined driving force on the second (the upper) tube length initially the first tube length does not move and the ends move further inwards while simultaneously in radial deformation of the wall of both ends in which the required force for moving the ends further inwards during this process increases to higher than the predetermined driving force after which, while maintaining the predetermined driving force, the first and second pipe length are driven into the ground at the same speed. 35

7. Construction, such as pile foundation, obtained with the method according to one of claims 1-6.

8. Tubular pile, composed of a number of identical tube lengths located in line with each other and connecting to each other, the ends of the tube lengths are fitted together by equipping one of the ends with a provision, such as a trumpet, with such a dimension that the end of the other tube length fits in, over or on with little play.

9. Pipe pole according to claim 8, wherein for one or more pipe lengths the wall at a distance from its ends is preferably provided with an outwardly protruding projection which extends uninterruptedly in the radial circumferential direction and engages the two pipe lengths inserted into each other stands with the inside of the wall of the other tube length, or with another provision, so that during the initial phase of driving two inserted tube lengths into each other, seen in the length of the tube, at two locations which are situated apart wall of the inner end completely radially inward all around and / or the wall of the outer end (the end with the trumpet) plastically deformed all around radially outwards, with increasing inward movement of those ends, so that a preferably 100% watertight connection between both ends.

10. Pipe pile according to claim 8 or 9, wherein the following applies to the protrusion of one or more or all of the pipe lengths: it is a wall deformation forming an intermediate hull, obtained by locally radially expanding the wall of the pipe length; it is located near the end which is intended to be inserted into the trunk-shaped end of the previous tube length; it protrudes as far radially outside the tube length as the tub; seen in the longitudinal direction of the tube length, the intermediate hull has a wall part that runs parallel to the wall of the tube length and extends over a distance of at least 5 cm.

11. Pipe post according to any of claims 8-10, wherein one or more of the following applies to one or more or all pipe lengths: the part between the intermediate trunk and the free end face is free from wall deformation or profiling; the part that extends from the intermediate hull to the end 10 is equal to the length over which the end hull extends at the other end of the pipe length, so that with two identical pipe lengths inserted, the pipe end protruding into the end hump against the attachment of the end hull bumps at one tube length while the free end 15 of the end tube bumps against the attachment of the intermediate tube to the other tube length; is made of steel; has a length between 2 and 10 meters; has a diameter of a minimum of 50 and a maximum of 1000 20 millimeters; has a wall thickness of a minimum of 5 and a maximum of 50 millimeters; the length of the intermediate tube is greater than the length over which the tube lengths move inwards into each other while distorting the intermediate tube.

12. Pipe length for making a pipe pile according to any of claims 8-11, which pipe length comprises one or more of the measures mentioned for a pipe length in one of claims 8-11.

13. A tubular machine for making the tube length intermediate tube of claim 12, to which, starting from the known tubular machine, the expansion mandrel, having for example a length 35 (dimension measured in the direction of the length of a tube length inserted on the expansion mandrel) the range between 50 and 150 millimeters, is placed at a distance from the stop for the end of the pipe length to be inserted with its end on the expansion mandrel, which is at least equal to the distance corresponding to the location that the expansion mandrel must occupy in the pipe length to be able to make the desired intermediate trunk when the pipe length is placed with its end against the stop.

14. The trumpet machine according to claim 13, wherein said distance corresponds to at least 50 millimeters or is equal to the length of the end-drum.

15. Method according to any of claims 1-9, construction according to claim 7, tubular pile according to one of claims 8-11, tube length according to claim 12 or tumbler machine according to claim 13 or 14, wherein one or more of the in the description and drawing measures or steps revealed.