NL2022422B1

NL2022422B1 - Method for anchoring a civil object in the ground as well as anchoring device for use in such a method.

Info

Publication number: NL2022422B1
Application number: NL2022422A
Authority: NL
Inventors: Kloosterman Roelof; Richard Frank
Original assignee: Kloosterman Waterbouw B V
Priority date: 2019-01-18
Filing date: 2019-01-18
Publication date: 2020-08-18

Abstract

De uitvinding verschaft een werkwijze voor het verankeren van een civiel object in de grond, omvattende de achtereenvolgende stappen van a het in een indringrichting in de grond dringen van een Iangwerpige verankeringsinrichting welk verankeringsinrichting een Iangwerpig hol ankerlichaam omvat waarbij ten minste een deel van de lengte van het ankerlichaam een expansiedeel vormt, b het creëren van een verhoogde druk in het ankerlichaam waarbij het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel in radiale richting blijvend expandeert zodat het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel een grotere dwarsdoorsnede verkrijgt.The invention provides a method for anchoring a civil object in the ground, comprising the successive steps of a forcing an elongated anchoring device into the ground in a direction of penetration, which anchoring device comprises an elongated hollow anchor body wherein at least a part of the length of the anchor body forms an expansion part, b creating an increased pressure in the anchor body, whereby the anchor body at the location of the expansion part permanently expands in radial direction so that the anchor body obtains a larger cross-section at the location of the expansion part.

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het verankeren van een civiel object in de grond alsmede verankeringsinrichting voor toepassing in een dergelijke werkwijze. Beschrijving De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verankeren van een civiel object in de grond. Het is bekend om hierbij gebruik te maken van zogenaamde klapankersystemen waarbij een ankerblad die scharnierend met een ankerstang is verbonden eerst in de grond wordt gedreven en vervolgens, door het uitoefenen van een trekkracht op de ankerstang, wordt uitgeklapt waardoor een verhoogde weerstand ontstaat. De ankerstang wordt, terwijl die op trekspanning wordt belast, vervolgens met het te verankeren civiel object verbonden. Een dergelijk klapankersysteem wordt bijvoorbeeld omschreven in NL 2002773. In de praktijk blijkt het soms lastig om het ankerblad goed gecontroleerd de grond in te drijven. Dit probleem kan met name aan de orde zijn indien de grond van klei is of althans klei omvat, met name indien die klei relatief dicht is zoals potklei. De uitvinding beoogt voor dit probleem een oplossing te verschaffen. Hiertoe verschaft de uitvinding een werkwijze volgens conclusie 1. Door het in radiale richting expanderen van het ankerlichaam, hetgeen overigens niet uitsluit dat er ook sprake is van axiale expansie, en het aldus blijvend groter maken van een dwarsdoorsnede van het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel blijkt het ankerlichaam aldus een aanmerkelijk verhoogde weerstand op te kunnen wekken tegen een op het ankerlichaam uitgeoefende klemkracht zoals die aan de orde is voor het verankeren van het civiele object. Met het groter maken van de dwarsdoorsnede wordt concreet het vergroten van het binnen de buitenomtrek van de dwarsdoorsnede gelegen oppervlak bedoeld. Dit voordeel is met name aan de orde indien de grond van klei is of althans klei omvat hetgeen niet uitsluit dat de uitvinding ook met voordeel bij andere typen grond toegepast zou kunnen worden.Short description: Method for anchoring a civil object in the ground as well as anchoring device for use in such a method. Description The present invention relates to a method for anchoring a civil object in the ground. It is known to use so-called hinged anchor systems in which an anchor blade which is hingedly connected to an anchor rod is first driven into the ground and then folded out by exerting a pulling force on the anchor rod, resulting in increased resistance. The anchor rod is then connected to the civil object to be anchored while it is under tensile stress. Such a hinged anchor system is described, for example, in NL 2002773. In practice, it sometimes proves difficult to drive the anchor blade into the ground in a controlled manner. This problem may arise in particular if the soil is made of clay or at least comprises clay, in particular if that clay is relatively dense, such as potting clay. The object of the invention is to provide a solution to this problem. To this end, the invention provides a method according to claim 1. By expanding the anchor body in radial direction, which, incidentally, does not exclude that there is also axial expansion, and thus permanently enlarging a cross-section of the anchor body at the location of the expansion part. it has been found that the anchor body can thus generate a considerably increased resistance against a clamping force exerted on the anchor body, such as is the case for anchoring the civil object. Increasing the cross-section concretely means increasing the area located within the outer circumference of the cross-section. This advantage is in particular the case if the soil is made of clay or at least comprises clay, which does not exclude that the invention could also be used advantageously with other types of soil.

Ten behoeve van het creëren van een verhoogde druk in het ankerlichaam is een mogelijke uitvoeringsvorm het ankerlichaam aan de voorzijde van het expansiedeel afgesloten. Met het relatieve begrip voorzijde wordt gedoeld op de situatie tijdens stap a waarbij het ankerlichaam in de grond wordt gedreven. De drukopbouw kan daarbij via de achterzijde van het ankerlichaam plaats vinden. Degenoemde afsluiting van het ankerlichaam voorkomt verder dat grond in de holte van het ankerlichaam geraakt tijdens uitvoering van stap a.For the purpose of creating an increased pressure in the anchor body, a possible embodiment is the anchor body closed at the front of the expansion part. The relative term front refers to the situation during step a in which the anchor body is driven into the ground. The pressure build-up can take place via the rear of the anchor body. Said closure of the anchor body further prevents soil from entering the cavity of the anchor body during execution of step a.

Indien het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel tijdens stap b plastisch vervormt kan het risico worden vermeden dat het ankerlichaam onbedoeld weer volledig terug vervormt naar de vorm die het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel had tijdens uitvoering van stap a.If the anchor body deforms plastically at the location of the expansion part during step b, the risk can be avoided that the anchor body will inadvertently completely deform back to the shape that the anchor body had at the location of the expansion part during the execution of step a.

Een uiterst pragmatische wijze voor de uitvoering van stap b kan worden verkregen indien tijdens stap b ten behoeve van het creëren van een verhoogde druk in het ankerlichaam een fluïdum, bij voorkeur onder verhoogde druk, in het ankerlichaam wordt gepompt. Het in het ankerlichaam gepompte fluïdum zal aldus bewerkstelligen dat het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel in radiale richting expandeert.An extremely pragmatic way of performing step b can be obtained if a fluid, preferably under increased pressure, is pumped into the anchor body during step b for the purpose of creating an increased pressure in the anchor body. The fluid pumped into the anchor body will thus cause the anchor body to expand in radial direction at the location of the expansion part.

Het toegepaste fluïdum kan bijvoorbeeld water zijn, dat in de regel ruimschoots en goedkoop beschikbaar is.The fluid used can, for example, be water, which is generally readily and cheaply available.

Alternatief kan het fluïdum een uithardend materiaal zijn, zoals cement of expansieschuim. Na uitharding kan het uitgeharde fluïdum aldus bijdragen aan het blijvende karakter van de expansie van het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel.Alternatively, the fluid can be a curing material, such as cement or expansion foam. After curing, the hardened fluid can thus contribute to the permanent character of the expansion of the anchor body at the location of the expansion part.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft het expansiedeel van het ankerlichaam na de blijvende expansie volgens stap b een dwarsdoorsnede met een onronde vorm. Dit biedt meer vrijheden om een keuze te maken tussen de vorm van de dwarsdoorsnede van het ankerlichaam of althans van het expansiedeel daarvan.In a further embodiment, after the permanent expansion according to step b, the expansion part of the anchor body has a cross-section with an unround shape. This offers more freedom to make a choice between the shape of the cross-section of the anchor body or at least of the expansion part thereof.

Om voornoemde situatie op relatief eenvoudige wijze te bewerkstelligen kan het expansiedeel van het ankerlichaam tijdens stap a (al) een dwarsdoorsnede met een onronde vorm, bijvoorbeeld rechthoekige vorm, hebben hetgeen kostprijstechnisch voordelen kan bieden Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm strekt het expansiedeel zich slechts over een deel van de lengte van het ankerlichaam uit en heeft het expansiedeel een lagere weerstand heeft tegen expanderende vervorming in de radiale richting dan de weerstand die het ankerlichaam heeft tegen expanderende vervorming in de radiale richting over een ander deel van haar lengte dat achter het expansiedeel is gelegen. Enerzijds kan het andere deel substantieel bijdragen aan de houdkracht die met de verankeringsinrichting kan worden opgewekt. Anderzijds kan het andere deel van hetankerlichaam ook worden gebruikt om daarop direct mechanisch aan te grijpen, bijvoorbeeld op de buitenzijde van de wand daarvan, tijdens het in de grond drijven van de verankeringsinrichting. Met voordeel kunnen daarbij de omtrekken van het andere deel en van het expansiedeel van het ankerlichaam gelijkvormig en even groot zijn.In order to bring about the aforementioned situation in a relatively simple manner, the expansion part of the anchor body during step a (al) can have a cross-section with an unround shape, for instance rectangular shape, which can offer advantages in terms of cost price. According to a special embodiment, the expansion part extends over only a part. from the length of the armature body and the expansion member has a lower resistance to expanding deformation in the radial direction than the resistance of the armature body to expanding deformation in the radial direction over another portion of its length located behind the expansion member. On the one hand, the other part can contribute substantially to the holding force that can be generated with the anchoring device. On the other hand, the other part of the anchor body can also be used to directly engage thereon mechanically, for example on the outside of the wall thereof, during the driving of the anchoring device into the ground. Advantageously, the circumferences of the other part and of the expansion part of the anchor body can be uniform and of the same size.

De kleefkracht die wordt veroorzaakt door het andere deel, dat dus niet expandeert, kun dusdanig substantieel zijn, dat het ook denkbaar is om het ankerlichaam zonder expansiedeel uit te voeren.The adhesive force caused by the other part, which therefore does not expand, can be so substantial that it is also conceivable to design the anchor body without an expansion part.

De werkwijze kan verder na stap b de stappen Cc het verbinden van het ankerlichaam met het te verankeren civiel object terwijl er sprake is van een axiale belasting, meer specifiek een trek- of drukspanning, in het ankerlichaam, omvatten. waarbij een praktische oplossing voor de wijze waarop het ankerlichaam met het te verankeren civiel object wordt verbonden kan worden verkregen indien tijdens stap d het ankerlichaam via een stang met het te verankeren civiel object wordt verbonden. Een dergelijke ankerstang kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden als een conventionele ankerstang zoals die bij bekende klapankersystemen al worden toegepast en waarvan het ook al bekend is hoe die, bijvoorbeeld via een zogenaamd ankerstoel, met een te verankeren civiel object kan worden verbonden. De verbinding tussen de ankerstang en het holle ankerlichaam kan daarbij bijvoorbeeld tot stand worden gebracht middels een schroefdraadverbinding doordat de ankerstang in het ankerlichaam wordt geschroefd aan het achterste uiteinde van het ankerlichaam dat daartoe van een inwendig schroefdraad is voorzien.The method may further comprise, after step b, steps Cc of connecting the anchor body to the civil object to be anchored while an axial load, more specifically a tensile or compressive stress, is present in the anchor body. whereby a practical solution for the way in which the anchor body is connected to the civil object to be anchored can be obtained if during step d the anchor body is connected to the civil object to be anchored via a rod. Such an anchor rod can be designed, for example, as a conventional anchor rod as already used in known hinged anchor systems and of which it is also known how it can be connected, for example via a so-called anchor seat, to a civil object to be anchored. The connection between the anchor rod and the hollow anchor body can then be effected, for example, by means of a threaded connection in that the anchor rod is screwed into the anchor body at the rear end of the anchor body, which is provided with an internal screw thread for this purpose.

De werkwijze volgens de uitvinding kan met name met voordeel worden toegepast indien het civiel object een damwand is en/of indien de grond van het klei type is. De uitvinding is ook toepasbaar bij andersoortige (civiele) objecten zoals een kelder, noodstroommast of boom.The method according to the invention can be applied with advantage in particular if the civil object is a sheet pile wall and / or if the soil is of the clay type. The invention can also be used for other types of (civil) objects such as a cellar, emergency power mast or tree.

Het is gebleken dat het ankerlichaam op efficiënte wijze in de grond kan worden gedrongen indien ten behoeve van stap a het ankerlichaam de grond in wordt getrild. Alternatief is het in beginsel ook mogelijk om het ankerlichaam op een andere wijze in de grond te dringen bijvoorbeeld door slagen of statisch duwen.It has been found that the anchor body can be forced into the ground in an efficient manner if the anchor body is vibrated into the ground for the purpose of step a. Alternatively, it is in principle also possible to force the anchor body into the ground in a different way, for example by blows or static pushing.

Een substantieel effect van de radiale expansie van het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel bij stap b van de werkwijze volgens de uitvinding kan met name worden verkregen indien de dwarsdoorsnede van het ankerlichaam terplaatse van het expansiedeel vanwege de blijvende expansie in radiale richting ten minste met een factor 1,1 vergroot.A substantial effect of the radial expansion of the anchor body at the location of the expansion part in step b of the method according to the invention can be obtained in particular if the cross-section of the anchor body at the location of the expansion part, due to the permanent expansion in radial direction, is at least by a factor 1.1 increased.

De uitvinding heeft volgens een verder aspect tevens betrekking op een verankeringsinrichting voor toepassing in een werkwijze volgens de uitvinding zoals voorgaand omschreven. Meer specifiek verschaft de uitvinding een verankeringsinrichting volgens conclusie 18. De voordelen die in zijn algemeenheid aan de toepassing van een dergelijke verankeringsinrichting zijn verbonden, zijn voorgaand reeds toegelicht aan de hand van de omschrijving van en toelichting op de werkwijze volgens de uitvinding.According to a further aspect, the invention also relates to an anchoring device for use in a method according to the invention as described above. More specifically, the invention provides an anchoring device according to claim 18. The advantages generally associated with the use of such an anchoring device have already been explained above on the basis of the description and explanation of the method according to the invention.

Voor drukopbouw in de holte van het ankerlichaam en/of ter voorkoming dat grond in deze holte geraakt tijdens uitvoering van stap a is het ankerlichaam in een uitvoeringsvorm van de verankeringsinrichting aan de van het andere deel afgekeerde zijde van het expansiedeel afgesloten, bij voorkeur met een afsluitlichaam zoals een plaat die aan het ankerlichaam, typisch aan het voorste uiteinde daarvan, is gelast.In order to build up pressure in the cavity of the anchor body and / or to prevent soil from entering this cavity during the execution of step a, the anchor body is closed in one embodiment of the anchoring device on the side of the expansion part remote from the other part, preferably with a closure body such as a plate welded to the anchor body, typically at the front end thereof.

Een constructief gunstige uitvoeringsvorm van de verankeringsinrichting volgens de uitvinding kan worden verkregen indien het ankerlichaam een eerste langwerpig ankerlichaamdeel en een tweede langwerpig ankerlichaamdeel omvat die ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd en onderling zijn verbonden waarbij het eerste ankerlichaamdeel ter plaatse van het expansiedeel is voorzien en een lagere weerstand tegen expanderende vervorming in de radiale richting heeft dan het tweede ankerlichaamdeel. De twee ankerlichaamdelen kunnen bijvoorbeeld middels lassen met elkaar zijn verbonden.A constructively favorable embodiment of the anchoring device according to the invention can be obtained if the anchor body comprises a first elongated anchor body part and a second elongated anchor body part which are aligned with each other and are interconnected, the first anchor body part being provided at the location of the expansion part and a has lower resistance to expanding deformation in the radial direction than the second anchor body portion. The two anchor body parts can for instance be connected to each other by means of welding.

Een geschikte manier om te bewerkstelligen dat het ankerlichaam over een expansiedeel van haar lengte een lagere weerstand heeft tegen expanderende vervorming in de radiale richting dan de weerstand die het ankerlichaam heeft tegen expanderende vervorming in de radiale richting over een ander deel van haar lengte, kan aan de orde zijn indien de wanddikte van het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel kleiner is dan de wanddikte van het ankerlichaam ter plaatse van het andere deel van haar lengte en/of indien het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel van een ander materiaal is vervaardigd dan ter plaatse van het andere deel. Behalve van staal kan het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel van andersoortige materialen zoals van kunststof of rubber zijn vervaardigd.A suitable way of causing the anchor body over an expansion portion of its length to have a lower resistance to expanding deformation in the radial direction than the resistance that the anchor body has to expanding deformation in the radial direction over another part of its length can handle. The order is if the wall thickness of the anchor body at the location of the expansion part is smaller than the wall thickness of the anchor body at the other part of its length and / or if the anchor body at the location of the expansion part is made of a different material than at the location. location of the other part. In addition to steel, the anchor body at the location of the expansion part can be made of other types of materials, such as plastic or rubber.

Het ankerlichaam kan met voordeel ter plaatse van het expansiedeel van staal zijn vervaardigd. Anderzijds kan het ankerlichaam ook ter plaatse van het expansiedeel van andersoortige materialen zijn vervaardigd die naar hun aard bijvoorbeeld al gemakkelijker, al dan niet plastisch, vervormbaar zijn, zoals 5 bijvoorbeeld van kunststof en/of rubber.The anchor body can advantageously be made of steel at the location of the expansion part. On the other hand, the anchor body can also be manufactured at the location of the expansion part of other types of materials which by their nature are, for example, more easily deformable, plastic or not, such as, for example, of plastic and / or rubber.

Het tijdens stap b expanderen van het ankerlichaam ter plaatse van het expansiedeel kan met name effectief zijn indien de lengte van het expansiedeel gelegen is tussen 10 cm en 100 cm waarbij de totale lengte van het ankerlichaam bijvoorbeeld typisch is gelegen tussen 5 meter en 30 meter.The expansion of the anchor body at the location of the expansion part during step b can be effective in particular if the length of the expansion part lies between 10 cm and 100 cm, with the total length of the anchor body typically being between 5 meters and 30 meters, for example.

De houdkracht die met de verankeringsinrichting volgens de uitvinding kan worden verkregen kan verder worden verhoogd indien het ankerlichaam een aantal op afstand van elkaar gelegen expansiedelen heeft. Deze kunnen tijdens stap b gelijktijdig expanderen door het verhogen van de druk in de holte van het ankerlichaam.The holding force that can be obtained with the anchoring device according to the invention can be further increased if the anchor body has a number of spaced apart expansion parts. These can expand simultaneously during step b by increasing the pressure in the cavity of the anchor body.

Een geschikte verankeringsinrichting volgens de uitvinding kan worden verkregen indien het ankerlichaam ten minste ter plaatse van het andere deel van haar lengte en bij voorkeur ook ter plaatse van het expansiedeel buisvormig is. Een buisvorm biedt het voordeel dat het ankerlichaam eenvoudig kan worden voorzien van een schroefdraad, zoals een inwendig schroefdraad bijvoorbeeld voor aansluiting meteen slang via welke fluïdum in de holte van het ankerlichaam wordt gepompt, dan wel voor verbinding met het uiteinde van een ankerstang die aan het tegen over gelegen uiteinde daarvan, bijvoorbeeld via een ankerstoel, kan worden verbonden met het te verankeren civiele object, zoals een damwand. De ankerstang kan daarbij ook hol zijn zodat deze ook kan worden toegepast voor het toevoeren van fluïdum aan de holte van het ankerlichaam.A suitable anchoring device according to the invention can be obtained if the anchor body is tubular at least at the location of the other part of its length and preferably also at the location of the expansion part. A tubular shape offers the advantage that the anchor body can easily be provided with a screw thread, such as an internal screw thread, for example for connection to a hose via which fluid is pumped into the cavity of the anchor body, or for connection to the end of an anchor rod attached to the the opposite end thereof, for instance via an anchor seat, can be connected to the civil object to be anchored, such as a sheet pile wall. The anchor rod can also be hollow, so that it can also be used for supplying fluid to the cavity of the anchor body.

Alternatief kan het ankerlichaam ten minste ter plaatse van het andere deel van haar lengte en bij voorkeur ook ter plaatse van het expansiedeel kokervormig zijn. Dit kan kostprijstechnische voordelen bieden.Alternatively, the anchor body can be tubular at least at the location of the other part of its length and preferably also at the location of the expansion part. This can offer cost-price advantages.

De houdkracht die kan worden opgewekt met behulp van de verankeringsinrichting volgens de uitvinding wordt ten minste veroorzaakt door het geëxpandeerde deel van het ankerlichaam. Het andere deel van de lengte van het ankerlichaam kan echter ook een substantiële bijdrage aan de houdkracht van de verankeringsrichting leveren indien de verankeringsinrichting ten minste ter plaatsevan het andere deel van haar lengte een dwarsdoorsnede heeft waarvan de omtrek groter is dan 150 mm.The holding force that can be generated by means of the anchoring device according to the invention is caused at least by the expanded part of the anchor body. However, the other part of the length of the anchor body can also make a substantial contribution to the holding force of the anchoring direction if the anchoring device has a cross-section with a circumference greater than 150 mm at least at the other part of its length.

Teneinde de verankeringsinrichting efficiënt in de grond te kunnen drijven en/of om het materiaal van de verankeringsinrichting efficiënt bij te laten dragen aan de met de verankeringsinrichting opgewekte houdkracht kan het ankerlichaam ten minste ter plaatse van het andere deel van haar lengte een dwarsdoorsnede waarvan de omtrek kleiner is dan 600 mm.In order to be able to drive the anchoring device efficiently into the ground and / or to allow the material of the anchoring device to contribute efficiently to the holding force generated with the anchoring device, the anchor body may have a cross-section at least at the location of the other part of its length, the circumference of which is less than 600 mm.

In zijn algemeenheid geldt dat het de voorkeur geniet dat het expansiedeel (of althans één daarvan) aan een uiteinde, meer specifiek het tijdens uitvoering van stap a van de werkwijze volgens de uitvinding voorste uiteinde, van het ankerlichaam is voorzien.In general, it is preferred that the expansion part (or at least one thereof) is provided at one end, more specifically the front end, of the anchor body during execution of step a of the method according to the invention.

Zoals voorgaand reeds toegelicht kan het daarbij verder voordelig zijn indien het ankerlichaam aan een uiteinde, meer specifiek het tijdens uitvoering van stap a van de werkwijze volgens de uitvinding achterste uiteinde is voorzien van schroefdraad.As already explained above, it can be further advantageous here if the anchor body is provided with screw thread at one end, more specifically the rear end during execution of step a of the method according to the invention.

De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een, niet beperkend voor de uitvinding te interpreteren, omschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van een verankeringsinrichting volgens de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren : Figuur 1a toont schetsmatig in langsdoorsnede een verankeringsinrichting volgens de uitvinding in niet-ge-expandeerde toestand; Figuur 1b toont de verankeringsinrichting volgens figuur 1a in ge- expandeerde toestand; Figuur 2 toont schetsmatig in zij-aanzicht de verankeringsinrichting volgens figuur 14 tijdens toepassing daarvan op het moment dat wordt gestart met het opbouwen van druk in het ankerlichaam; Figuur 3 toont schetsmatig in het zij-aanzicht volgens figuur 2 de verankeringsinrichting volgens figuur 1b in de toestaand waarin deze een damwand verankert.The invention will be further elucidated hereinbelow on the basis of a description, which is not to be interpreted as limiting for the invention, of a possible embodiment of an anchoring device according to the invention with reference to the following figures: Figure 1a schematically shows an anchoring device according to the invention in longitudinal section in a non-expanded state; Figure 1b shows the anchoring device according to Figure 1a in expanded state; Figure 2 schematically shows, in side view, the anchoring device according to Figure 14 during application thereof at the moment when the pressure build-up in the anchor body is started; Figure 3 schematically shows, in the side view according to Figure 2, the anchoring device according to Figure 1b in the condition in which it anchors a sheet pile.

Figuur 1a toont een verankeringsinrichting 1 volgens de uitvinding. De verankeringsinrichting 1 omvat een hol langwerpig buisvormig ankerlichaam 2 met hartlijn 3. Het ankerlichaam 2 omvat een eerste langwerpig buisvormigankerlichaamdeel 4 en een tweede langwerpig buisvormig ankerlichaamdeel 5. De lengte van het eerste ankerlichaamdeel 4 is 10 meter en is zijn algemeenheid typisch gelegen in het gebied tussen 5 en 30 meter. De lengte van het tweede ankerlichaamdeel 5 is 50 cm en is typisch gelegen in het gebied tussen 10 cm en 100 cm. De wanddikte d1 van het eerste ankerlichaamdeel 4 is 10 mm en is zijn algemeenheid typisch gelegen in het gebied tussen 5 en 30 mm. De wanddikte d2 van het tweede ankerlichaamdeel 5 is 5 mm en is zijn algemeenheid typisch gelegen in het gebied tussen 2 en 15 mm en is in ieder geval kleiner dan wanddikte d1. De (buiten)diameters D van de ankerlichaamdelen 4 en 5 zijn aan elkaar gelijk en zijn 67 mm en zijn in zijn algemeenheid gelegen in het gebied tussen 50 mm en 150 mm. De ankerlichaamdelen 4 en 5 zijn van dezelfde staal soort vervaardigd.Figure 1a shows an anchoring device 1 according to the invention. The anchoring device 1 comprises a hollow elongated tubular anchor body 2 with centerline 3. The anchor body 2 comprises a first elongated tubular anchor body portion 4 and a second elongated tubular anchor body portion 5. The length of the first anchor body portion 4 is 10 meters and its generality is typically located in the region between 5 and 30 meters. The length of the second anchor body portion 5 is 50 cm and is typically in the range between 10 cm and 100 cm. The wall thickness d1 of the first anchor body part 4 is 10 mm and is generally in the range between 5 and 30 mm. The wall thickness d2 of the second anchor body portion 5 is 5 mm and is generally in the range between 2 and 15 mm and is in any case smaller than wall thickness d1. The (outer) diameters D of the anchor body parts 4 and 5 are equal to each other and are 67 mm and are generally in the range between 50 mm and 150 mm. The anchor body parts 4 and 5 are made of the same steel type.

De ankerlichaamdelen 4 en 5 zijn uitgelijnd ten opzichte van elkaar zodat de respectievelijke hartlijnen er van in elkaars verlengde zijn gelegen. De ankerlichaamdelen 4 en 5 zijn met rondgaande las 6 vloeistofdicht met elkaar verbonden. De verankeringsinrichting 1 omvat verder een afsluitlichaam 7 die met vloeistofdichte las 8 aan het tegenover ankerlichaamdeel 4 gelegen uiteinde van ankerlichaamdeel 5 vloeistofdicht met ankerlichaamdeel 5 is verbonden. Het afsluitlichaam heeft een naar voren gerichte punt 10 om het in de grond drijven van de verankeringsinrichting 1 te vergemakkelijken. Aan het tegenover ankerlichaamdeel 5 gelegen uiteinde van ankerlichaamdeel 4 is ankerlichaamdeel 4 voorzien van een inwendig schroefdraad.The anchor body parts 4 and 5 are aligned with respect to each other so that their respective axes are in line with each other. The anchor body parts 4 and 5 are connected to each other in a liquid-tight manner with circular weld 6. The anchoring device 1 further comprises a sealing body 7 which is connected to the anchor body part 5 in a liquid-tight manner by means of a liquid-tight weld 8 on the end of the anchor body part 4 located opposite the anchor body part 4. The sealing body has a forward-facing point 10 to facilitate driving the anchoring device 1 into the ground. At the opposite end of anchor body part 5, anchor body part 4 is provided with an internal screw thread.

In gebruik wordt de verankeringsinrichting 1 in een indringrichting 21 in de grond 22 gedrongen (zie figuren 2 en 3). De grond is bijvoorbeeld van het potklei type welke zeer compact is en daardoor veel weerstand biedt tegen het in de grond dringen van een verankeringsinrichting, bijvoorbeeld van het klapanker type. Het in de grond dringen van de verankeringsinrichting 1 kan worden gerealiseerd door de verankeringsinrichting 1 in de grond te trillen waarbij de punt 10 van het afsluitlichaam 7 aan het voorste uiteinde van de verankeringsinrichting 1 het in de grond dringen van de verankeringsinrichting 1 vergemakkelijkt. Voor het overbrengen van een trillende aandrijfkracht op de verankeringsinrichting wordt een trilbelasting met behulp van een trilkop die bijvoorbeeld op een giek van een kraan is voorzien zoals bijvoorbeeld omschreven in NL 2002773 op de verankeringsinrichting 1 uitgeoefend om de verankeringsinrichting 1 in de grond 22 te drijven. In zekere zin zou ankerlichaamdeelIn use, the anchoring device 1 is forced into the ground 22 in a direction of penetration 21 (see Figures 2 and 3). The soil is, for example, of the pot clay type, which is very compact and therefore offers great resistance to the penetration of an anchoring device, for example of the folding anchor type, into the soil. The penetration of the anchoring device 1 into the ground can be realized by vibrating the anchoring device 1 in the ground, whereby the tip 10 of the closing body 7 at the front end of the anchoring device 1 facilitates the penetration of the anchoring device 1 into the ground. In order to transmit a vibrating driving force to the anchoring device, a vibratory load is exerted on the anchoring device 1 with the aid of a vibrating head provided for instance on a boom of a crane as described in NL 2002773 in order to drive the anchoring device 1 into the ground 22. In a sense, anchor body part

4, waarop de trilkop kan aangrijpen, daarbij als drijver voor het ankerlichaamdeel 5 worden beschouwd.4, on which the vibrating head can act, in this case being regarded as a float for the anchor body part 5.

Nadat de verankeringsinrichting tot de gewenste diepte in de grond 22 is getrild wordt verankerinrichting 1 tot een gewenste lengte verkort door aan het aan de van ankerlichaamdeel 5 afgekeerde uiteinde van ankerlichaamdeel 4 een deel van de lengte van het ankerlichaamdeel 4 weg te nemen. Vervolgens wordt een holle ankerstang 23 via een koppelstuk 35 met het bovenste vrije uiteinde van de verankerinrichting 1, meer specifiek van het ankerlichaamdeel 4 verbonden, bijvoorbeeld middels een schroef-, pers of lasverbinding of een combinatie daarvan.After the anchoring device has been vibrated to the desired depth in the ground 22, anchoring device 1 is shortened to a desired length by removing a part of the length of the anchor body part 4 at the end of anchor body part 5 remote from anchor body part 5. Subsequently, a hollow anchor rod 23 is connected via a coupling piece 35 to the upper free end of the anchoring device 1, more specifically of the anchor body part 4, for example by means of a screw, press or weld connection or a combination thereof.

Vervolgens wordt bijvoorbeeld via een slang een hogedruk pomp aangesloten op het bovenste vrije uiteinde van ankerstang 23.. Met behulp van de hogedruk pomp wordt water bij een druk van 200 bar, of in zijn algemeenheid in het gebied van 30 bar tot 400 bar, in de holte van de verankeringsinrichting 1 gepompt. Doordat de wand van het tweede ankerlichaamdeel 5 dunner is dan de wand van het eerste ankerlichaamdeel 4 zal, mits de waterdruk voldoende hoog is, het tweede ankerlichaamdeel 5 plastisch vervormen, meer specifiek in radiale richting expanderen zoals is weergegeven in figuur 1b. Door deze radiale expansie is de diameter van het tweede ankerlichaamdeel 5 toegenomen van D naar de geëxpandeerde diameter De. De verhouding tussen De en D is typisch gelegen in het gebied tussen 1,05 en 1,50 Het moge duidelijk zijn dat ter voorkoming van lekkage van water ter plaatse van de aansluiting van de slang op de holle ankerstang 23 dan wel ter plaatse van de aansluiting van de ankerstang 23 op het eerste ankerlichaamdeel 4 passende afdichtingsmaatregelen genomen dienen te worden die de vakman op zich bekend zijn en hier, ten behoeve van een goed begrip van de uitvinding, geen verdere uitleg behoeven.Subsequently, for example, a high-pressure pump is connected via a hose to the upper free end of anchor rod 23 .. With the aid of the high-pressure pump, water is pumped at a pressure of 200 bar, or in general in the range from 30 bar to 400 bar. the cavity of the anchoring device 1 is pumped. Because the wall of the second anchor body part 5 is thinner than the wall of the first anchor body part 4, provided the water pressure is sufficiently high, the second anchor body part 5 will plastically deform, more specifically expand in radial direction as shown in figure 1b. Due to this radial expansion, the diameter of the second anchor body portion 5 has increased from D to the expanded diameter De. The ratio between De and D is typically located in the range between 1.05 and 1.50. It will be clear that in order to prevent leakage of water at the location of the connection of the hose to the hollow anchor rod 23 or at the location of the When connecting the anchor rod 23 to the first anchor body part 4, appropriate sealing measures must be taken, which are known per se to a person skilled in the art and do not require further explanation here, for the purpose of a good understanding of the invention.

Vervolgens wordt de slang los gekoppeld van de ankerstang 23 en wordt de ankerstang 23 met behulp van een op zich bekende ankerstoel 26 en bijbehorende moer 27 {figuur 3) met de damwand 32 verbonden waarbij de verankeringsinrichting 1 op een gewenste trekspanning wordt gebracht door het aandraaien van moer 27. Vanwege de radiale expansie van het tweede ankerlichaamdeel 5 biedt de verankeringsinrichting 1 een, ten opzichte van de hypothetische situatie waarbij die radiale expansie niet zou hebben plaats gevonden, verhoogde weerstand, bijvoorbeeld in het gebied van 5 ton tot 30 ton, tegen die trekbelasting. Indien de verankeringsinrichting 1 op een gewenste trekspanning wordtbelast, wordt die situatie gehandhaafd.Subsequently, the hose is disconnected from the anchor rod 23 and the anchor rod 23 is connected to the sheet pile 32 by means of an anchor seat 26 and associated nut 27 (figure 3) known per se, whereby the anchoring device 1 is brought to a desired tensile stress by tightening. of nut 27. Due to the radial expansion of the second anchor body part 5, the anchoring device 1 offers, compared to the hypothetical situation where that radial expansion would not have taken place, an increased resistance, for example in the range of 5 tons to 30 tons, against that tensile load. If the anchoring device 1 is loaded to a desired tensile stress, that situation is maintained.

De holle ankerstang 23 kan na de expansie van het ankerlichaamdeel 5 ook worden vervangen door een andere ankerstang, die bijvoorbeeld niet hol is en/of goedkoper is.After the expansion of the anchor body part 5, the hollow anchor rod 23 can also be replaced by another anchor rod, which, for example, is not hollow and / or is cheaper.

Claims

CONCLUSIONS

1. Method for anchoring a civil object in the ground, comprising the successive steps of a forcing an elongated anchoring device into the ground in a direction of penetration, which anchoring device comprises an elongated hollow anchor body, wherein at least a part of the length of the anchor body forms an expansion part, b creating an increased pressure in the anchor body, whereby the anchor body at the location of the expansion part permanently expands in radial direction, so that the anchor body obtains a larger cross-section at the location of the expansion part.

2. A method according to claim 1, wherein the anchor body is closed off at the front of the expansion part.

3. Method according to claim 1 or 2, wherein the anchor body deforms plastically at the location of the expansion part during step b.

4. A method according to claim 1, 2 or 3, wherein during step b a fluid is pumped into the anchor body for the purpose of creating an increased pressure in the anchor body.

The method of claim 4, wherein the fluid is pumped into the anchor body under increased pressure.

The method of claim 4, wherein the fluid is water.

The method of claim 4, wherein the fluid is a curing material.

The method of claim 7, wherein the fluid is cement.

The method of claim 7, wherein the fluid is an expansion foam.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the expansion part of the anchor body after the permanent expansion according to step b has a cross-section with an unround shape.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the expansion part of the anchor body during step a has a cross-section with an unround shape.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the expansion member extends only part of the length of the anchor body and has a lower resistance to expanding deformation in the radial direction than the resistance that the anchor body has to expanding deformation in the radial direction. direction along another part of its length that is located behind the expansion part.

A method according to any one of the preceding claims, comprising the implementation after step b of step Cc of connecting the anchor body to the civil object to be anchored while there is an axial load in the anchor body.

A method according to claim 13, wherein the civil object is a sheet pile wall.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the soil is of the clay type.

16. A method according to any one of the preceding claims, wherein for the purpose of step a the anchor body is vibrated into the ground.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the cross-section of the anchor body at the location of the expansion part increases by at least a factor of 1.1 due to the permanent expansion in the radial direction.

An anchoring device for use in a method according to any one of the preceding claims, wherein the anchoring device is elongated and comprises an elongated hollow anchor body which has a lower resistance to expanding deformation in the radial direction over an expansion portion of its length than the resistance provided by the anchor body. has anti-expanding deformation in the radial direction over another part of its length.

An anchoring device according to claim 18, wherein the anchor body is closed off on the side of the expansion part remote from the other part.

An anchoring device according to claim 19, wherein the anchoring device is provided with a closing body for closing the anchor body on the side of the expansion part remote from the other part.

An anchoring device according to claim 20, wherein the sealing body is welded to the anchor body.

An anchoring device according to any one of claims 18 to 21, wherein the anchor body comprises a first elongated anchor body portion and a second elongated anchor body portion aligned with each other and interconnected, the first anchor body portion being provided at the expansion portion and has a lower resistance to expanding deformation in the radial direction than the second anchor body portion.

An anchoring device according to any one of claim 22, wherein the wall thickness of the anchor body at the location of the expansion part is smaller than the wall thickness of the anchor body at the other part of its length.

An anchoring device according to claim 22 or 23, wherein the anchor body at the location of the expansion part is made of a different material than at the location of the other part.

Anchoring device according to claim 24, wherein the anchor body is made of steel at the location of the expansion part.

An anchoring device according to any of claims 18 to 25, wherein the length of the expansion member is between 10 cm and 100 cm.

An anchoring device according to any of claims 18 to 26, wherein the anchor body has a plurality of spaced apart expansion members.

An anchoring device according to any one of claims 18 to 27, wherein the anchor body at the location of the expansion part has a cross section that is smaller than the cross section of the anchor body at the other part of its length.

An anchoring device according to any one of claims 18 to 28, wherein the anchor body is tubular at least at the other part of its length.

An anchoring device according to any one of claims 18 to 30, wherein the anchor body has a cross-section at least at the other part of its length, the circumference of which is greater than 150 mm.

An anchoring device according to any one of claims 18 to 31, wherein the anchor body has a cross-section at least at the location of the other part of its length, the circumference of which is less than 600 mm.

An anchoring device according to any of claims 18 to 32, wherein the expansion member is provided at one end of the anchor body.

An anchoring device according to any of claims 18 to 33, wherein the anchor body is threaded at one end.