NL2003703C2

NL2003703C2 - Frame met ten opzichte van balhoofdas wijkende zadelzitbuis en daarvoor geschikte adapter.

Info

Publication number: NL2003703C2
Application number: NL2003703A
Authority: NL
Inventors: Pieter Samuel Kreek
Original assignee: Enjoy Services & Dev B V
Priority date: 2009-10-24
Filing date: 2009-10-24
Publication date: 2011-05-03
Also published as: EP2490930A1; WO2011049445A1; EP2490930B1

Description

- 1 -

FRAME MET TEN OPZICHTE VAN BALHOOFDAS WIJKENDE ZADELZITBUIS EN DAARVOOR GESCHIKTE ADAPTER

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voertuig, te weten een twee- of meerwieler, zoals een fiets, mountainbike, driewieler, bromfiets, motorfiets, en heeft betrekking op een frame dat geschikt is voor toepassing in een dergelijk voertuig.

10

Een dergelijk van een frame voorzien voertuig in de vorm van bijvoorbeeld een fiets is algemeen bekend.

Om bekende fietsen geschikter te maken om door langere bestuurders te worden bereden, wordt het zadel in 15 lengterichting van de zadelbuis, parallel aan de balhoofdas in hoogte versteld waardoor meer bewegingsvrijheid ontstaat.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen 20 van een voertuig en een frame, waarbij door hoogteverstelling van het zadel nog meer ruimte wordt gewonnen.

Daartoe heeft het voertuig overeenkomstig de 25 uitvinding de kenmerken van conclusie 1 en heeft het frame de kenmerken van conclusie 8.

Voordeel van het voertuig en het frame volgens de uitvinding is dat de naar achteren wijkende zitbuis bij het 30 in lengterichting verstellen van het daarop aangebrachte zadel aan de bereider c.q. bestuurder van het voertuig meer beenruimte -niet alleen naar boven- maar ook naar voren in relatie tot het stuur wordt verschaft. Dit is met name bij grotere en langere mensen van belang om te voorkomen dat 35 zij ook bij een hoog zadel ingeklemd zitten tussen stuur en - 2 - zadel en hun bewegingsvrijheid bij het laten rondgaan van de pedalen op de trapas te beperkt is of zij zelfs met de knieën het stuur kunnen raken. De naar achteren wijkende zitbuis geeft bij verstelling van het zadel in hoogte 5 automatisch ook naar voren toe dus meer bewegingsruimte.

Voordeel is verder dat speelruimte van het zadel en de zadelpen waaraan het zadel eventueel verend vastzit, zowel in lengte- als in dwarsrichting van de zitbuis, wordt 10 tegengegaan, waardoor de mechanische stabiliteit en de belastbaarheid om krachten op te nemen groter worden.

Voordeel van deze uitvoeringsvorm is tevens dat deze een verbeterde opstelling verschaft en bovendien een meer 15 rechte positie mogelijk maakt voor met name langere fietsende mensen. Hierdoor blijkt ook het overbrengen van krachten op de pedalen te worden verbeterd.

De vinding verschaft bovendien extra ontwerpvrijheid, 20 ten aanzien van de wijze waarop aan de technisch functionele eisen voor wat betreft vereiste afmetingen en ruimte voor langere of kortere mensen vorm kan worden gegeven. Met voordeel is voorts de lengte van de adapter te kiezen in afhankelijkheid van de voor de bestuurder of 25 berijder benodigde beenruimte tussen zadel en stuur. Van voordeel voor kleinere mensen is dat de beschikbare ruimte naar voren bij lagere posities van het zadel juist extra wordt beperkt. Echter voor kleine mensen ontstaat toch wat extra ruimte tot het stuur.

30

Verdere gedetailleerde mogelijke uitvoeringsvormen die in de overige conclusies zijn uiteen gezet, zijn samen met de daarbij behorende voordelen in de navolgende beschrijving vermeld.

35 - 3 -

Thans zal het voertuig volgens de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuren, waarin overeenkomstige onderdelen van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien. Daarbij toont: 5 Figuur 1 een combinatie van mogelijke uitvoeringsvormen van het kale van een adapter voorzien frame, dat geschikt is voor toepassing in het voertuig volgens de uitvinding; en tonen de

Figuren 2A, 2B, 2C, 2D en 2E respectievelijk 10 samengebouwde en daarin opgenomen losse componenten die van belang zijn voor de samenbouw van de adapter met het frame.

Figuur 1 toont een frame 1 van in dit geval een mogelijk tweewielig voertuig, zoals een fiets, 15 mountainbike, bromfiets, snorfiets, brommobiel of motorfiets. In principe kan het voertuig ook een meerwielig voertuig, zoals een drie- of vierwieler betreffen. Het frame 1, zoals van een verder niet weergegeven fiets, is als getoond voorzien van een zitbuis 2 die tussen een niet 20 weergegeven zadel en een schematisch afgebeelde trapas 3 zit. Het frame 1 is verder voorzien van een onderbuis 4 die tussen de trapas 3 en een balhoofd 5 loopt. Het balhoofd 5 wordt gevormd door een van lagers voorziene buis waarin een verdraaibare balhoofdas 6 met daaraan een stuur is aan te 25 brengen. De balhoofdas 6 waarvan de hartlijn is getoond maakt een hoek van A graden t.o.v. de door de trapas 3 lopende horizontaal. De hoek die de zitbuis 2, in het bijzonder diens hartlijn, maakt ten opzichte van voornoemde horizontaal is tussen de 4 en 10 graden, in het bijzonder 30 tussen de 5 en 8 graden en is zeer in het bijzonder ongeveer 6 graden kleiner dan de hoek A. In de getoonde uitvoering is de voornoemde hoek meer dan 6 graden kleiner dan de hoek A. Hierdoor ontstaat naar boven toe extra ruimte bij het naar boven verplaatsen van het genoemde 35 zadel die nuttig kan worden gebruikt voor de bestuurder, - 4 - zodat diens knieën bij het trappen het stuur niet zo gemakkelijk zullen raken.

In een verdere uitvoeringsvorm die ook voor kleinere mensen voordelen biedt, omdat daarmee de beschikbare ruimte 5 naar voren bij lagere posities van het zadel juist extra wordt beperkt, is het onderste trapaseinde van de zitbuis 2 voor de trapas 3 gemonteerd, in het bijzonder tegen de onderbuis 4. In de praktijk is het veelal voldoende dat de zitbuis 2, c.q. de hartlijn van de zitbuis 2 meer dan 25 10 mm, in het bijzonder meer dan 40 mm voor de trapas 3, c.q. de hartlijn van de trapas 3 is gemonteerd.

In een speciale in fig. 1 weergegeven uitvoering snijdt de onderbuis 4, in het bijzonder de hartlijn van de onderbuis 4 de horizontaal voor de trapas 3 of diens 15 hartlijn. Daardoor ontstaat desgewenst ook voor kleine mensen toch wat extra ruimte tot het stuur. Verder is daarin getoond dat de hartlijnen van de zitbuis 2 en de onderbuis 4 elkaar voor de hartlijn van de trapas 3 zelfs in één punt namelijk P snijden.

20 De hierboven beschreven uitvoeringen verschaffen extra ontwerpvrijheid, ten aanzien van de wijze waarop aan de technisch functionele eisen voor wat betreft vereiste afmetingen en ruimte vorm kan worden gegeven.

Figuren 2A, 2B, 2C, 2D en 2E tonen respectievelijk 25 een weergave van de samengebouwde componenten aan het zadeleinde van de zitbuis 2, en de daarin opgenomen losse componenten. Het frame 1 is van een tussen het zadel en de zitbuis 2 aangebrachte adapter 7 voorzien die uitwisselbaar is en waarvan de lengte afhangt van de lengte waarover het 30 zadel met diens zadelpen 8 boven het zadeleinde van de zitbuis 2 uitsteekt, en dus afhangt van de lengte van de bestuurder. Het naar boven toe taps toelopende verloop van de veelal uit kunststof vervaardigde adapter 7 draagt bij aan een meer acceptabel aanzicht van de fiets als geheel.

35 Meestal wordt de lengte van de adapter 7 gekozen in - 5 - afhankelijkheid van de voor de bestuurder/berijder benodigde beenruimte tussen zadel en stuur.

In de holle zitbuis 2 bevindt zich een zadelpen klembus 9 die daarin door middel van een eerste klemorgaan 5 10, bijvoorbeeld door middel van een bout of uitzetbare ring, wordt vastgezet. Fig. 2A toont een uitvoering waarin eerst een zitbuis klem 11 in het zadelpen einde van de zitbuis 2 is gestoken, en vervolgens de zadelpen klembus 9 in de zitbuis klem 11 is gestoken om daarna beide door 10 middel van het klemorgaan 10 in de zitbuis 2 te worden vastgezet. De hier conische adapter 7 is vervolgens op de zitbuis 2 om de zadelpen klembus 9 gelegd en een adapterdeel 12 met beperkte diameter grijpt daarbij aan op schematisch weergegeven haken 13, bijvoorbeeld in de vorm 15 van een aan een zijde open ring. De zadelpen 8 valt in de zadelpen klembus 9 en een tweede klemorgaan 14 klemt de gekozen adapter 7 met het einde van de zadelpen klembus 9 stevig op de zadelpen 8.

Claims

1. Voertuig, te weten een twee- of meerwieler, zoals een fiets, mountainbike, driewieler, bromfiets, motorfiets, 5 welk voertuig een frame omvat dat is voorzien van een zitbuis tussen een aan te brengen zadel en een trapas, een onderbuis tussen de trapas en een balhoofd waarin een verdraaibare balhoofdas te monteren is die een hoek van A graden maakt t.o.v. de door de trapas lopende horizontaal, 10 en van een tussen het zadel en de zitbuis aan te brengen uitwisselbare adapter, waarbij de lengte van de adapter is gekozen in afhankelijkheid van de voor de bestuurder/berijder benodigde beenruimte tussen zadel en stuur, waarbij de hoek die de zitbuis maakt ten opzichte 15 van voornoemde horizontaal tussen de 4 en 10 graden, in het bijzonder tussen de 5 en 8 graden en zeer in het bijzonder ongeveer 6 graden kleiner is dan de hoek A, dan wel meer dan 6 graden kleiner is dan de hoek A, en waarbij de hartlijnen van de zitbuis en de onderbuis elkaar voor de 20 hartlijn van de trapas in één punt snijden.

2. Voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de zitbuis voor de trapas tegen de onderbuis is gemonteerd, in het bijzonder de hartlijn van de zitbuis meer dan 25 mm, 25 zeer in het bijzonder meer dan 40 mm voor de trapas, c.q. de hartlijn van de trapas is gemonteerd.

3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de adapter is uitgevoerd als een van de zitbuis en/of 30 van het zadel of van de daaraan bevestigde zadelpen losneembare adapter.

4. Voertuig volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk dat de zitbuis is voorzien van een eerste 35 klemorgaan waarmee een in de zitbuis gestoken zadelpen - 7 - klembus is vast te zetten.

5. Voertuig volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de op de zitbuis aangebrachte adapter met een daarin 5 gestoken zadelpen, waarop het zadel kan zijn aangebracht, door middel van een tweede klemorgaan op de in de zitbuis gestoken zadelpen klembus kan worden vastgezet.

6. Voertuig volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk 10 dat in de zitbuis een zitbuis klem samen met de daarin gestoken zadelpen klembus zit, welke beide door middel van het eerste klemorgaan in de zitbuis worden vastgezet.

7. Voertuig volgens één van de conclusies 1-6, met 15 het kenmerk dat de adapter uit kunststof is vervaardigd.

8. Frame geschikt voor toepassing in het voertuig volgens één van de conclusies 1-7, dat is voorzien van een zitbuis tussen een aan te brengen zadel en een trapas, een 20 onderbuis tussen de trapas en een balhoofd waarin een verdraaibare balhoofdas te monteren is die een hoek van A graden maakt t.o.v. de door de trapas lopende horizontaal, en van een tussen het zadel en de zitbuis aan te brengen uitwisselbare adapter, waarbij de lengte van de adapter is 25 gekozen in afhankelijkheid van de voor de bestuurder/berijder benodigde beenruimte tussen zadel en stuur, waarbij de hoek die de zitbuis maakt ten opzichte van voornoemde horizontaal tussen de 4 en 10 graden, in het bijzonder tussen de 5 en 8 graden en zeer in het bijzonder 30 ongeveer 6 graden kleiner is dan de hoek A, dan wel meer dan 6 graden kleiner is dan de hoek A, en waarbij de hartlijnen van de zitbuis en de onderbuis elkaar voor de hartlijn van de trapas in één punt snijden. 35