NL2003032C - Dozenopzetmachine en zij werking. - Google Patents

Dozenopzetmachine en zij werking. Download PDF

Info

Publication number
NL2003032C
NL2003032C NL2003032A NL2003032A NL2003032C NL 2003032 C NL2003032 C NL 2003032C NL 2003032 A NL2003032 A NL 2003032A NL 2003032 A NL2003032 A NL 2003032A NL 2003032 C NL2003032 C NL 2003032C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
box
frame
push tab
machine
rail
Prior art date
Application number
NL2003032A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2003032A1 (nl
Inventor
Andre Tromp
Original Assignee
Andre Tromp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Andre Tromp filed Critical Andre Tromp
Priority to NL2003032A priority Critical patent/NL2003032C/nl
Publication of NL2003032A1 publication Critical patent/NL2003032A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2003032C publication Critical patent/NL2003032C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B43/00Forming, feeding, opening or setting-up containers or receptacles in association with packaging
    • B65B43/26Opening or distending bags; Opening, erecting, or setting-up boxes, cartons, or carton blanks
    • B65B43/28Opening or distending bags; Opening, erecting, or setting-up boxes, cartons, or carton blanks by grippers co-operating with fixed supports
    • B65B43/285Opening or distending bags; Opening, erecting, or setting-up boxes, cartons, or carton blanks by grippers co-operating with fixed supports specially adapted for boxes, cartons or carton blanks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B41/00Supplying or feeding container-forming sheets or wrapping material
    • B65B41/02Feeding sheets or wrapper blanks
    • B65B41/04Feeding sheets or wrapper blanks by grippers
    • B65B41/06Feeding sheets or wrapper blanks by grippers by suction-operated grippers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Supplying Of Containers To The Packaging Station (AREA)

Description

Titel: Dozenopzetmachine en zij werking
Deze uitvinding heeft betrekking op een dozenopzetmachine, waarmee een tot een plat pakket ingevouwen opzetdoos tot in 5 zijn ruimtelijke gebruikstoestand wordt uitgevouwen.
De documenten US-A-4.213.285, EP-A-0.429.231 en GB-A-2.202.509 openbaren machines voor het openen van een doos waarbij een mechanisch onderdeel in de doos wordt gestoken om het openen ervan in te leiden.
10 Opzetdozen die machinaal kunnen worden uitgevouwen worden in voorgelijmde en platte toestand in een bundel aangeleverd door de fabrikant en vervolgens door de opzetmachine één voor één open gevouwen. Afhankelijk van het type opzetdoos wordt door de machine bijvoorbeeld tevens de bodem of een andere zijde 15 gevouwen en eventueel dicht gemaakt.
In het bijzonder gaat het nu om een machine voor het opzetten van dozen waarvan de vier zijwanden reeds met de randen vouwbaar aan elkaar zijn bevestigd zodat een koker kan worden gevormd, en waarbij zich aan elke zijwand boven en onder een 20 flap bevindt voor het vormen van een bodem en een deksel door de vier flappen haaks te vouwen zodat ze over elkaar heen komen te liggen. Bij voorkeur worden de flappen voor bodem en/of deksel na het omvouwen niet aan elkaar bevestigd en wordt, na het vullen, om de doos een lusvormige band aangebracht die over 25 het deksel en onder de bodem loopt, en welke band de flappen in de haaks omgevouwen stand houdt. De inhoud van de doos kan een met water gevulde pot zijn waarin een boeket bloemen is geplaatst. Deze pot kan men uit de doos verwijderen door de doos op de grond te plaatsen, dan de lusvormige band te 30 verwijderen en vervolgens de doos aan de flappen van het deksel vast te pakken en dan omhoog te bewegen waardoor automatisch de flappen van de bodem terug open vouwen zodat de pot met daarin het boeket op de grond achter blijft en de doos als het ware wordt “uitgetrokken".
35 De machine zou echter ook geschikt kunnen zijn voor een doos met alleen onder aan de zijwanden een flap voor vormen van een integrale bodem terwijl bijvoorbeeld geen of een los deksel wordt geplaatst, of waarbij niet aan alle zijwanden onder en/of boven zich een flap bevindt voor vormen van een bodem 2 resp. deksel.
De koker wordt in platte toestand aan de machine aangevoerd en alle zijwanden kunnen dezelfde breedte hebben, of twee aan twee verschillen in breedte, zodat een doos met vierkant 5 respectievelijk rechthoekig grondvlak kan worden gemaakt, bijvoorbeeld een doos met lengte 30 cm en breedte 26,5 cm. Ook andere afmetingen van de doos zijn denkbaar. De hoogte bedraagt bijvoorbeeld 60 cm en ook daarvoor zijn andere afmetingen denkbaar.
10 De doos is bijvoorbeeld gemaakt van golfkarton, en ook andere vouwbare, buigstijve verpakkingsmaterialen zijn denkbaar, bijvoorbeeld massief karton of dergelijk velvormig materiaal. Bij golfkarton loopt de golfrichting bij voorkeur dwars op de hoogterichting van de doos (de richting van de bodem 15 naar het deksel) . De doos wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het verpakken van bloemen of planten, maar ook een andere inhoud is denkbaar.
Met deze uitvinding wordt een ten opzichte van de stand van de techniek verbeterde machine voorgesteld. Daartoe is de 20 machine gekenmerkt volgens de bijgaande conclusies.
De machine bezit een of meer van de volgende elementen: een of meer organen, zoals zuignappen, voor vasthouden van een of meer, bij voorkeur een enkele, van de zijwanden van de doos; een of meer organen, zoals een duwlip, voor uit elkaar duwen 25 van twee op elkaar liggende delen van de doos, zoals zijwanden; een aanslagorgaan waar de doos tijdens het uitvouwen tegenaan wordt bewogen, bij voorkeur met een zijrand ervan; een geleidingorgaan dat de verplaatsing langs een gewenst traject van de zuignappen waarborgt; een aandrijving, zoals een of meer 30 pneumatische cilinders, voor het waarborgen van de verplaatsing van de zuignappen.
De machine zorgt bij voorkeur ervoor dat de doos aan de volgende procedure wordt onderworpen: De platte doos wordt vastgepakt met de zuignappen, en vervolgens worden de 35 zuignappen verplaatst zodat de doos tegen het aanslagorgaan komt waarna de zuignappen verder verplaatsen waardoor de nog steeds tegen het aanslagorgaan steunende doos wordt open 3 gevouwen. Bij voorkeur vouwt de doos open tot een platte ruitvorm in de voorfase die begint bij het vastpakken van de doos met de zuignappen en eindigt bij het in contact komen met het aanslagorgaan. In deze voorfase worden bij voorkeur de op 5 elkaar liggende zijwanden van de doos uit elkaar bewogen door de duwlip van de machine die bij voorkeur steekt in de spleet tussen twee flappen aan de voorste twee zijwanden en duwt tegen een flap aan een van de twee achterste zijwanden. Bij voorkeur grijpt de duwlip eerder aan op de doos dan de zuignappen, bij 10 voorkeur zodanig dat de duwlip vervolgens een zijdelingse schuif- of strijkbeweging over de doos uitvoert voordat de zuignappen op de doos komen aan te grijpen.
De zuignappen en/of de duwlip maken bij voorkeur een zwenkbeweging en/of translatiebeweging. Terwijl de zuignappen 15 de doos vasthouden vanaf het moment van vastpakken van de doos totdat de doos tot de gewenste eindvorm is uitgevouwen, voeren deze zuignappen bij voorkeur een zwenkbeweging over in hoofdzaak 90 graden uit, waarbij zij bij voorkeur tijdens een deel of in hoofdzaak het geheel van deze zwenkbeweging een 20 translatiebeweging uitvoering. Bij voorkeur wordt de aandrijving voor de zwenkbeweging opgewekt door de translatiebeweging, bijvoorbeeld doordat de zuignappen zijn gemonteerd aan een scharnierpunt dat gemonteerd is aan een wagen die langs een rechte geleider wordt heen- en weerverplaatst, 25 waarbij een koppelpunt dat gefixeerd is met het scharnierpunt en zich op afstand daarvan bevindt, een vaste afstand houdt tot een vast machinepunt aan het frame van de machine door een bijvoorbeeld zwenkend tussen beide gemonteerd bevestigingsorgaan, zoals verbindingstang of ander trek- en 30 drukstijf orgaan. Het scharnierpunt verschaft bij voorkeur een zwenkmogelijkheid rond een opwaartse, bij voorkeur verticale zwenkas.
De richting van de translatiebeweging is bij voorkeur in hoofdzaak loodrecht op het hoofdvlak van de platte doos op het 35 moment dat die door de zuignappen wordt vastgepakt. Op het moment dat de doos door de zuignappen wordt vastgepakt is de zwenkbeweging bij voorkeur minimaal, bijvoorbeeld doordat de 4 rechte verbindingslijn tussen het met het scharnierpunt gefixeerde koppelpunt en het framepunt een hoek van in hoofdzaak 90 graden maakt met de translatierichting.
De duwlip is bij voorkeur verplaatsbaar gemonteerd ten 5 opzichte van de zuignappen, bij voorkeur heen en weer naar en weg van de aan de zuignappen vastzittende doos, bij voorkeur voorgespannen in de richting van de doos tijdens althans een bedrijfsfase van de machine. Daarbij wordt de verplaatsing van de duwlip bij voorkeur zodanig bestuurd, dat tijdens naderen 10 van de doos door de zuignappen en duwlip, de duwlip voorbij de zuignappen uitsteekt, gezien in de verplaatsingsrichting van de zuignappen, zodat de duwlip als eerste komt aan te grijpen op de doos.
De duwlip en de zuignappen zijn bij voorkeur gemonteerd 15 aan een gemeenschappelijk frame, de duwlip bij voorkeur onder tussenkomst van een geleidingorgaan waarlangs de duwlip rechtlijnig verplaatsbaar is. Dit frame is bij voorkeur gemonteerd aan het scharnierpunt om de gecombineerde zwenken translatiebeweging uit te voeren. De duwlip en/of zuignappen 20 zijn bij voorkeur zodanig gemonteerd, dat zij tegen verende voorspanning kunnen worden teruggeduwd door de doos wanneer zij daar tegenaan bewegen.
Voor het tot een rechthoekige koker open vouwen van de doos zijn voor de machine volgens een voorkeursuitvoering 25 slechts een aandrijving voor de translatiebeweging en een aandrijving voor de duwlip nodig, waarvan een of beide kan zijn gerealiseerd door een eigen pneumatische cilinder. De aandrijving van de duwlip kan zijn verschaft door een verend element, bijvoorbeeld een drukveer.
30 De machine kan voorts een voorziening bezitten voor het automatisch omvouwen van de flappen aan onder- of bovenzijde van de zijwanden, zoals op zich bekend. Verder kan de machine een of meer bezitten van: een besturingseenheid; een eenheid voor toevoeren van platte dozen, bij voorkeur in een rechtop 35 staande positie; een eenheid voor afvoeren van uitgevouwen dozen, bij voorkeur in een rechtop staande positie; een eenheid voor aanbrengen van de lusvormige band of dergelijk element 5 om onder de bodem en over het deksel te lopen om die beide dicht te houden.
De duwlip blijft bij voorkeur in de doos steken nadat de doos is open gevouwen en de zuignappen de doos hebben los gelaten, 5 om de doos stabiel in positie te houden. Dit is bij zonder gunstig bij een doos met een bodem van haaks gevouwen flappen die niet aan elkaar worden vastgezet, omdat die flappen de neiging hebben terug te vouwen wanneer de doos leeg is of er onvoldoende gewicht in de doos op de bodem rust, zodat de doos door de flappen omhoog 10 wordt geduwd en ene onstabiele bodem krijgt. De in de doos stekende duwlip houdt de doos in opwaartse richting tegen, zodat de flappen van de bodem niet terug kunnen vouwen.
De hierboven beschreven bewegingen die de zuignappen en duwlip kunnen uitvoeren zijn bij voorkeur de enige bewegingen 15 die zij kunnen uitvoeren tijdens bedrijf van de machine.
Aldus is een dozenopzetmachine verschaft met een beperkt aantal onderdelen en simpele en doeltreffende werking.
Hierna wordt de uitvinding toegelicht aan de hand van een 20 niet-beperkend voorbeeld dat schematisch is getoond in de bijgaande enige figuur. Deze toont in bovenaanzicht de voor het tot een rechthoekige koker uitvouwen van de doos belangrijkste onderdelen van de machine in hun twee uiterste bewegingstanden.
25 De machine bevat een duwlip 4 en twee zuignappen 1 boven elkaar voor met onderdruk vastpakken van een zijwand 11 van de doos 3 op een hoog en laag niveau. Deze machinecomponenten 1 en 4 zijn gemonteerd aan een frame 5 dat rond de verticale as 6 zwenkend (pijl C) gemonteerd is aan een langs een 30 horizontale rail 7 verplaatsbare wagen (niet getoond), zodat de wagen volgens de richting van de pijl A kan verplaatsen, aangedreven door een eerste pneumatische cilinder (niet getoond). Een koppelpunt 8 aan het frame 5 dat excentrisch is met as 6 houdt een vaste afstand tot een vast machinepunt 9 35 door een trek- en drukvaste stang 10 die met zijn uiteinden zwenkend gemonteerd is aan de respectieve punten 8 en 9. Machinepunt 9 overlapt in hoofdzaak met rail 7. Een aanslagrand 6 15 loopt loodrecht op de rail 7. De duwlip 4 is in zijn lengterichting (pijl B) verschuifbaar gemonteerd aan een horizontale geleider die evenwijdig loopt aan de richting waarin de zuignappen met hun zuigoppervlak gericht zijn. De 5 duwlip 4 wordt aangedreven door een tweede pneumatische cilinder (niet getoond).
Een met de machine te verwerken doos 3 bestaat uit vier rechthoekige zijwanden 11, 12, 13 en 14 die met hun zijranden 16, 17, 18 en 19 vouwbaar aan elkaar zijn bevestigd. De zijwanden 10 11 en 13 zijn breder dan de zijwanden 12 en 14, zodat bij de platte doos de vouwranden 16 en 17 tussen de het achtervlak respectievelijk het voorvlak vormende zijwandparen 11, 14 en 12, 13 zijdelings versprongen liggen zoals de tekening toont. De zijwanden zijn onder en boven verlengd door vouwbaar zich 15 daaraan bevindende flappen voor vormen van een bodem respectievelijk deksel. Tussen de bovenste flappen bevindt zich telkens een spleet in het verlengde van de bijbehorende vouwrand 16-19.
20 De werking is nu als volgt:
In de machine wordt een bundel 2 van tegen elkaar geplaatste platte dozen 3 geplaatst, zodat de platte dozen achter elkaar staan. Wanneer het frame 5 de bovenin de tekening getoonde positie bereikt (het eerste slageinde), worden de 25 zuignappen 1 tegen de wand 11 van de voorste doos 3 geplaatst. De duwlip schuift voorwaarts langs zijn geleider volgens pijl B en komt te steken in de zich boven de vouwrand 17 bevindende spleet tussen de flappen die vanaf de zijwanden 11, 14 naar boven lopen en komt tot stilstand tegen het binnenvlak van de 30 wand 13 en wordt door de bijbehorende (tweede) perscilinder tegen dat binnenvlak voorgespannen gehouden. Dan start de rechtlijnige beweging van de wagen langs de rail 7 volgens pijl A en weg van de bundel 2, aangedreven door de eerste perscilinder. De zuignappen 1 en duwlip 4 bewegen mee met de wagen en gaan 35 tevens linksom zwenken rond as 6 volgens pijl C doordat koppelpunt 8 een vaste afstand houdt tot machinepunt 9. De voorste doos 3 wordt door de zuignappen 1 meegenomen en zodra 7 die vrij komt van de bundel, duwt de duwlip 4 de wand 13 weg van de wand 14 waardoor de doos 3 tot een platte ruitvorm 31 (gestippeld getekend) uitvouwt. Terwijl het frame 5 verder linksom zwenkt rond as 6 en langs de rail 7 verder weg beweegt 5 van de bundel 2, bereikt de duwlip 4 zijn maximale slag in de richting van de wand 13 zodat de platte ruitvorm 31 behouden blijft, waarna de vouwrand 18 tegen de aanslagrand 15 stoot. Terwijl het frame 5 verder linksom zwenkt rond as 6 en langs de rail 7 verder weg beweegt van de bundel 11, blijft de vouwrand 10 18 tegen de aanslagrand 15 gedrukt en blijft de duwlip 4 naar de wand 13 uitsteken, hoewel het contact ermee verloren gaat doordat wand 13 steeds meer op afstand komt van wand 14 doordat ondertussen de doos steeds verder vanuit de platte ruitvorm wordt omgevormd tot een rechthoek waarbij de vouwrand 18 langs 15 de aanslagrand 15 schuift. Zodra het frame 5 tenslotte zijn tweede slageinde langs de rail 7 heeft bereikt, is het frame 5 tevens over 90 graden linksom gezwenkt rond as 6 die inmiddels verschoven is naar positie 61. De doos 3 is nu volledig tot een rechthoekige koker uitgevouwen en de duwlip 4 steekt nog 20 steeds in de doos 3 en overlapt in hoofdzaak met de rand 15 en loopt in hoofdzaak evenwijdig daaraan. De zuignappen 1 laten nu de wand 11 los. De in de doos 3 stekende duwlip 4 houdt de doos echter stabiel in positie en de doos 3 wordt afgevoerd in de richting van pijl D, eventueel nadat de onderste flappen 25 op op zich bekende wijze zijn gevouwen zodat zij elkaar overlappen en de bodem van de doos 3 vormen. Vervolgens verplaatst het frame 5 terug in de richting van de bundel 2 en zwenkt tegelijkertijd rechtsom terug rond as 6 om bij het eerste slageinde terug te keren en een volgende platte doos 30 te pakken met zijn zuignappen 1, waarna het boven beschreven proces wordt herhaald.
Terwijl het frame 5 vanuit zijn tweede slageinde zijn eerste slageinde nadert, is de duwlip 4 over een deel of geheel van zijn slag naar voren geschoven zodat zijn naar de platte 35 doos 3 gekeerde voorrand 20 de doos 3 eerder raakt dan de zuignappen 1. In de regel zal de voorrand 20 eerst tegen de wand 14 terecht komen. Omdat het frame 5 vanaf het moment dat 8 de duwlip 4 de doos 3 voor het eerst raakt nog verder beweegt richting de doos 3 en zijn eerste slageinde, is het frame 5 eveneens nog niet gestopt met rechtsom zwenken rond as 6. Zodoende strijkt de voorrand 20 over de doos 3 naar rechts in 5 de tekening terwijl het frame 5 naar zijn eerste slageinde beweegt, waardoor de duwlip 4 een "zoekende" werking heeft om bij een eventueel zijdelings verschoven doos 3 betrouwbaar de spleet boven de vouwrand 17 te vinden. Het zal duidelijk zijn dat de duwlip 4 door zijn pneumatische aandrijving verend 10 voorgespannen tegen de doos 3 steunt tijdens het over de doos 3 strijken en dat de door de aandrijving geleverde kracht aan de duwlip 4 beperkt kan blijven om niet de doos 3, bijvoorbeeld de wand 14, te beschadigen. De kracht van de duwlip 4 hoeft slechts gering te zijn en is alleen nodig voor opheffen van 15 de kleefwerking tussen de wanden 11-14 wegens de dunne luchtfilm ertussen, en voor het tot de platte ruit uitvouwen van de doos 3.
Wanneer het frame 5 zich bij zijn eerste slageinde bevindt (bovenste positie in de tekening), staat de stang 10 in 20 hoofdzaak loodrecht op de rail 7 zodat per verplaatsingseenheid langs de rail door het frame 5, het frame 5 over een geringe hoek zwenkt (bij voorkeur een minimale hoek). Bij zijn tweede slageinde staat de stang 10 echter onder een hoek van ongeveer 45 graden met de rail 7, zodat per verplaatsingseenheid langs 25 de rail 7 het frame 5 over een grote hoek zwenkt rond as 6 (bij voorkeur een maximale hoek). Dit verschil is gunstig; bij naderen van een nieuwe platte doos 3 zo min mogelijk zwenken; wanneer de ruitvormig open gevouwen doos tegen de rand 15 steunt maximaal zwenken om via de zuignappen 1 veel kracht op de doos 30 3 te kunnen uitoefenen om die open te vouwen. Aldus voeren de zuignappen bij het in contact komen met de platte doos 3 (bijvoorbeeld over de laatste 5 cm tot aan het eerste slageinde) een vrijwel of geheel zuivere translatiebeweging parallel aan rail 7 uit, zodat wordt voorkomen dat de zuignap vervormt of 35 dubbel flapt door langs de doos 3 strijken, waardoor de functie van de zuignap verloren zou gaan en een bedrijf storing ontstaat.
Ook andere uitvoeringen behoren tot de uitvinding.
9
Bijvoorbeeld kan de duwlip ook op een andere positie door de naar het frame 5 gekeerde wand van de platte doos 3 heen steken om tegen het binnenvlak van de daarachter gelegen tegenoverliggende wand te duwen. Bijvoorbeeld kan de duwlip worden 5 gestoken door een ventilatiegat in een wand op een niveau tussen de boven- en onderrand van de wand, wanneer dat ventilatiegat niet is uitgelijnd met een ventilatiegat of andere opening in de tegenoverliggende wand wanneer de doos plat is.
Maatregelen van verschillende hierin geopenbaarde 10 uitvoeringen kunnen op verschillende manieren worden gecombineerd en verschillende aspecten van bepaalde maatregelen worden als wederzijds uitwisselbaar beschouwd. Alle beschreven of in de tekening weergegeven maatregelen vormen op zich of in willekeurige combinatie het onderwerp van 15 deze uitvinding, ook onafhankelijk van hun samenvatting in de conclusies of hun terugverwijzing.

Claims (16)

5
1. Dozenopzetmachine met: een zuignap (1) voor vasthouden van een met de vouwbaar aan elkaar bevestigde vier zijwanden tegen elkaar tot een platgevouwen koker rechtop in de machine geplaatste doos (3) 10 van buigstijf materiaal; een duwlip (4) om vanaf de zijde van de zuignap door de spleet tussen de twee vouwbare bodemflappen aan de voorste twee zijwanden heen te duwen tegen een vouwbare bodemflap aan een van de twee achterste zijwanden. 15
2. Machine volgens conclusie 1, met verder: een frame (5) waaraan duwlip (4) en zuignap (1) zijn gemonteerd waarbij de duwlip aan het frame gemonteerd is onder tussenkomst van een geleidingorgaan waarlangs de duwlip bij voorkeur 20 rechtlijnig verplaatsbaar is ten opzichte van het frame.
3. Machine volgens conclusie 1 of 2, waarbij het frame (5) zwenkbaar rond een verticale as (6) is gemonteerd aan een wagen die verplaatsbaar is langs een bij voorkeur rechte rail (7). 25
4. Machine volgens een van conclusies 1-3, en een stang (10) is met zijn uiteinden gekoppeld met een koppelpunt (8) aan het frame (5) en/of een vast machinepunt (S).
5. Machine volgens een van conclusies 1-4, met verder een aanslag (15).
6. Machine volgens een van conclusies 1-5, ingericht zodat het frame (5) ten gevolge van de stang (10) gelijktijdig 35 translerend verplaatst langs rail (7) en zwenkt rond as (6) waardoor de aan de zuignap (1) bevestigde doos (3) door de duwlip (1) tot een platte ruitvorm wordt open gevouwen waarop de doos (3) met een rand (18) tegen de aanslag (15) komt en door verder verplaatsen/draaien van het frame de doos (3) verder wordt open gevouwen terwijl tegen aanslag (15) steunend, tot het frame (5) over ongeveer 90 graden is gezwenkt, zodat de doos een 5 rechthoekige koker is geworden.
7. Machine volgens een van conclusies 1-6, met verder een pneumatische aandrijving voor de translatiebeweging en/of een drukveer voor het naar zijn uitgestoken stand voorspannen 10 van de duwlip.
8. Machine volgens een van conclusies 1-7, waarbij de verplaatsing van de duwlip zodanig bestuurd wordt, dat tijdens naderen van de platte doos door de zuignappen en duwlip, de 15 duwlip voorbij de zuignappen uitsteekt, gezien in de verplaatsingsrichting van de zuignappen, zodat de duwlip als eerste komt aan te grijpen op de doos.
9. Machine volgens een van conclusies 1-8, waarbij deze 20 zodanig is ingericht dat in het ene slageinde, dat wil zeggen op het moment dat de platte doos door de zuignappen wordt vastgepakt, de zwenkbeweging van het frame (5) minimaal is doordat op dat moment de stang (10) loodrecht staat op de rail (7) en dus de translatierichting (pijl A) terwijl in het andere 25 slageinde de stang (10) onder een hoek van ongeveer 45 graden met de rail (7) staat, zodat per verplaatsingseenheid langs de rail 7 het frame (5) een maximale hoekverplaatsing heeft rond as (6).
10. Machine volgens een van conclusies 1-9, waarbij deze een of meer van de in de beschrijving en tekening geopenbaarde maatregelen bevat.
11. Werkwijze voor het bedrijven van de machine volgens een 35 van conclusies 1-10, waarbij in de machine een bundel (2) van tegen elkaar geplaatste platte dozen (3) wordt geplaatst, zodat de platte dozen achter elkaar staan en met de machine, bij voorkeur het frame (5) ervan, volgens het eerste slageinde, de zuignap (1) tegen de wand (11) van de voorste doos (3) wordt geplaatst en men de duwlip voorwaarts beweegt, bij voorkeur langs zijn geleider (volgens pijl B in de tekening) en komt 5 te steken in de zich, bij voorkeur boven de vouwrand (17), bevindende spleet, bij voorkeur tussen de flappen die vanaf de zijwanden (11, 14) naar boven lopen en komt tot stilstand tegen het binnenvlak van de wand (13) en wordt bij voorkeur door het voorspanelement, bijvoorbeeld een bijbehorende 10 (tweede) perscilinder, tegen dat binnenvlak (13) voorgespannen gehouden.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij men een bij voorkeur rechtlijnige beweging (volgens pijl A in de tekening) 15 laat uitvoeren door de wagen langs de rail (7) en weg van de bundel 2, bij voorkeur aangedreven door een eerste perscilinder.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij de zuignap 20 (1) en duwlip (4) mee bewegen met de wagen en bij voorkeur tevens linksom (volgens pijl C in de tekening) zwenken rond as (6) doordat koppelpunt (8) bij voorkeur een vaste afstand houdt tot machinepunt (9).
14. Werkwijze volgens een van conclusies 11-13, waarbij de voorste doos (3) door de zuignap (1) wordt meegenomen en bij voorkeur zodra die vrij komt van de bundel, duwt de duwlip (4) de wand (13) weg van de wand (14) waardoor de doos (3) tot bij voorkeur een platte ruitvorm (31) uitvouwt. 30
15. Werkwijze volgens een van conclusies 11-14, met een of meer van de volgende stappen: terwijl het frame (5) verder linksom zwenkt rond as (6) en langs de rail (7) verder weg beweegt van de bundel (2), 35 bereikt de duwlip (4) zijn maximale slag in de richting van de wand (13) zodat de platte ruitvorm (31) behouden blijft, waarna de vouwrand (18) tegen de aanslagrand (15) stoot; terwijl het frame (5) verder linksom zwenkt rond as (6) en langs de rail (7) verder weg beweegt van de bundel (11), blijft de vouwrand (18) tegen de aanslagrand (15) gedrukt en blijft de duwlip (4) naar de wand (13) uitsteken, hoewel het 5 contact ermee verloren gaat doordat wand (13) steeds meer op afstand komt van wand (14) doordat ondertussen de doos steeds verder vanuit de platte ruitvorm wordt omgevormd tot een rechthoek waarbij de vouwrand (18) langs de aanslagrand (15) schuift; 10. zodra het frame (5) tenslotte zijn tweede slageinde langs de rail (7) heeft bereikt, is het frame (5) tevens over 90 graden linksom gezwenkt rond as (6) die inmiddels verschoven is naar positie (61), zodat bij voorkeur de doos (3) nu volledig tot een rechthoekige koker uitgevouwen is en de duwlip (4) steekt 15 bij voorkeur nog steeds in de doos (3) en overlapt in hoofdzaak met de rand (15) en loopt in hoofdzaak evenwijdig daaraan, waarna de zuignap de wand (11) bij voorkeur los laat; de in de doos (3) stekende duwlip (4) houdt de doos stabiel in positie; 20. de doos wordt afgevoerd (in de richting van pijl D in de tekening), eventueel nadat de onderste flappen op op zich bekende wijze zijn gevouwen zodat zij elkaar overlappen en de bodem van de doos vormen; het frame 5 verplaatst terug in de richting van de bundel 25 en zwenkt bij voorkeur tegelijkertijd rechtsom terug rond as (6) om bij het eerste slageinde terug te keren en een volgende platte doos te pakken met zijn zuignap; herhaling van een of meer van de voorgaande stappen; terwijl het frame (5) vanuit zijn tweede slageinde zijn 30 eerste slageinde nadert, is de duwlip (4) over een deel of geheel van zijn slag naar voren geschoven zodat zijn naar de platte doos gekeerde voorrand (20) de doos (3) eerder raakt dan de zuignap; de voorrand (20) komt eerst tegen de wand (14); 35. het frame (5) beweegt vanaf het moment dat de duwlip (4) de doos (3) voor het eerst raakt nog verder richting de doos en zijn eerste slageinde en gaat bij voorkeur verder met rechtsom zwenken rond as (6); de voorrand (20) strijkt over de doos (3) (naar rechts in de tekening) terwijl het frame (5) naar zijn eerste slageinde beweegt, en de duwlip (4) voert een "zoekende" werking uit om 5 bij een eventueel zijdelings verschoven doos (3) betrouwbaar de spleet te vinden; de duwlip wordt door zijn pneumatische aandrijving verend voorgespannen tegen de doos tijdens het over de doos strijken; de door de aandrijving geleverde kracht aan de duwlip wordt 10 beperkt om niet de doos, bijvoorbeeld de wand, te beschadigen; terwijl het frame zich bij zijn eerste slageinde bevindt (bovenste positie in de tekening), staat de stang (10) in hoofdzaak loodrecht op de rail (7); per verplaatsingseenheid langs de rail door het frame (5) , 15 zwenkt het frame (5) over een geringe hoek (bij voorkeur een minimale hoek) ; bij het tweede slageinde van het frame, staat de stang onder een hoek van ongeveer 45 graden met de rail; per verplaatsingseenheid langs de rail 7 zwenkt het frame 20 5 over een grote hoek rond as 6 (bij voorkeur een maximale hoek) ; bij naderen van een nieuwe platte doos (3) is sprake van zo min mogelijk zwenken; wanneer de ruitvormig open gevouwen doos tegen de rand (15) steunt is sprake van maximaal zwenken om via de zuignap 25 (1) veel kracht op de doos (3) te kunnen uitoefenen om die open te vouwen; de zuignap bij het in contact komen met de platte doos (bijvoorbeeld over de laatste 5 cm tot aan het eerste slageinde) voert een vrijwel of geheel zuivere translatiebeweging, 30 bijvoorbeeld parallel aan rail (7), uit, zodat wordt voorkomen dat de zuignap vervormt of dubbel flapt door langs de doos strijken, waardoor de functie van de zuignap verloren zou gaan en een bedrijfstoring ontstaat.
16. Werkwijze volgens een van conclusies 11-15, waarbij deze een of meer van de in de beschrijving en tekening geopenbaarde stappen bevat.
NL2003032A 2008-06-16 2009-06-16 Dozenopzetmachine en zij werking. NL2003032C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003032A NL2003032C (nl) 2008-06-16 2009-06-16 Dozenopzetmachine en zij werking.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035588 2008-06-16
NL1035588 2008-06-16
NL2003032 2009-06-16
NL2003032A NL2003032C (nl) 2008-06-16 2009-06-16 Dozenopzetmachine en zij werking.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2003032A1 NL2003032A1 (nl) 2009-12-17
NL2003032C true NL2003032C (nl) 2010-04-20

Family

ID=41507897

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003032A NL2003032C (nl) 2008-06-16 2009-06-16 Dozenopzetmachine en zij werking.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2003032C (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4213285A (en) * 1978-10-31 1980-07-22 Consumers Glass Company Limited Cartoning apparatus
GB2202509A (en) * 1987-03-21 1988-09-28 Mead Corp Applying a top carrier carton onto tops of groups of bottles
EP0429231A1 (en) * 1989-11-13 1991-05-29 The Mead Corporation A sleeve type carton and feeding method therefor

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4213285A (en) * 1978-10-31 1980-07-22 Consumers Glass Company Limited Cartoning apparatus
GB2202509A (en) * 1987-03-21 1988-09-28 Mead Corp Applying a top carrier carton onto tops of groups of bottles
EP0429231A1 (en) * 1989-11-13 1991-05-29 The Mead Corporation A sleeve type carton and feeding method therefor

Also Published As

Publication number Publication date
NL2003032A1 (nl) 2009-12-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8075467B2 (en) Device for erecting flat-folded tubular blanks
RU2577346C2 (ru) Разливочная машина для розлива продуктов в упаковочные емкости, а также способ для этого
US10011379B2 (en) Apparatus and method for reducing restoring forces of package sleeves in a filling machine
EP1770017B1 (en) Station for and method of erecting tubular blanks
US20040110619A1 (en) Apparatus for removing and erecting a folding-box blank
US4109444A (en) Horizontal cartoning machine
EP3280647B1 (en) Packing case erection
JPS5924922B2 (ja) 包装機械
NL7906864A (nl) Inrichting voor het opzetten van dozen.
CA2862015A1 (en) Methods and machine for forming a container from a blank using a pre-fold mandrel section
RU2014107931A (ru) Устройство и способ распаковки и подачи горизонтально сложенных и вертикально стоящих упаковочных оболочек
US4437851A (en) Method and apparatus for handling and setting up large size slit-boxes
US20170320608A1 (en) Method and machine for forming a box by placement on a v-shaped support
US4331435A (en) Method and apparatus for erecting a carton
EP0202998B1 (fr) Procédé et machine pour la mise en forme et la fermeture partielle de caisses ou boîtes en carton
US6955032B2 (en) Shuttle packer packaging machine
NL2003032C (nl) Dozenopzetmachine en zij werking.
EP0978453B1 (en) Device for erecting flat folded carton sleeves
US3533333A (en) Machine for erecting cases
FR2563494A1 (fr) Machine d'emballage a files multiples
NL8401256A (nl) Dozenopzet-machine.
US3531914A (en) Packaging machine
NL2001732C2 (nl) Verpakkingsmachine.
CN109153466B (zh) 用于收集摊平构型的容器和用于展开容器的设备
NL1028770C2 (nl) Inrichting voor het vormen van een verpakkingstray en werkwijze voor het overbrengen van een plano.

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20100218

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160701