NL2002874C2 - Houder voor sondevoeding en bevestigingsbasis. - Google Patents

Description

Houder voor sondevoeding en bevestigingsbasis.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder voor sondevoeding omvattende buitenmantel met een stel daarmee verbonden schouderbanden, bestemd en 5 ingericht om daarmee op een rug van een gebruiker te worden gedragen, waarbij de buitenmantel een binnenruimte insluit waarin een pompinrichting is voorzien met een inlaat waaraan een standaard verpakkingseenheid met sondevoeding koppelbaar is en met een uitlaat waarmee een sondeleiding is verbonden die naar buiten de buitenmantel voert.

10

Een sonde is een hulpmiddel om vloeibare voeding toe te dienen aan mensen die niet op een normale manier kunnen eten of drinken. Een sonde kan al naar gelang de aandoening in de maag, twaalfvingerige darm of dunne darm via de neus worden ingebracht, maar kan ook op een andere locatie worden geïntroduceerd, zoals 15 bijvoorbeeld percutaan rechtstreeks in de maag.

Personen die op sondevoeding zijn aangewezen ontkomen er vaak niet aan één of meer verpakkingseenheden met een voorgeschreven voeding tezamen met een daarop afgestemde pompinrichting voortdurend met zich mee te voeren. Binnen een 20 ziekenhuisomgeving wordt daarvoor gewoonlijk de toevlucht genomen tot een min of meer standaard mobiele infuusstandaard waaraan een verpakkingseenheid met sondevoeding met een uitlaat daarvan naar beneden gericht is opgehangen en waarop een pompinrichting is bevestigd die zorgt voor een gecontroleerde afgifte van de vloeibare voeding naar de patiënt. Buiten een ziekenhuisomgeving en met name op 25 straat levert het gebruik van een dergelijke verrijdbare infuusstandaard echter onoverkomelijke problemen, wat onwenselijk is. Om die reden voorziet een houder van de in de aanhef genoemde soort in een rugzak waarmee de sondevoeding met pomp aan het lichaam kan worden meegevoerd. In de binnenruimte daarvan bevinden zich bij een bekende inrichting van de in de aanhef genoemde soort specifiek gevormde en 30 gedimensioneerde vakken of compartimenten waarin de pomp respectievelijk i- verpakkingseenheid passend worden ontvangen.

LA 09.1417 NL1 JiLwpd -2-

Een bezwaar van de bekende houder is echter dat deze door de daarin doorgevoerde passing in de compartimenten voornamelijk, zo niet louter, geschikt is voor een specifieke pompinrichting en een specifiek type verpakkingseenheid. Dit houdt in dat bij wisseling van pompinrichting of type voeding de houder minder bruikbaar, zo niet 5 onbruikbaar raakt, hetgeen onwenselijk is.

Met de onderhavige uitvinding wordt dan ook onder meer beoogd te voorzien in een houder voor sondevoeding die universeel toepasbaar is, opdat althans min of meer vrijelijk kan worden gewisseld van pompinrichting en/of type verpakking.

10

Om het beoogde doel te bereiken heeft een houder van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat in de binnenruimte een vormvaste bevestigingsbasis is voorzien met verstelbare bevestigingsmiddelen waarmee de pompinrichting op de bevestigingsbasis is gefixeerd en met ophangmiddelen waaraan de 15 verpakkingseenheid met de sondevoeding koppelbaar is. Aldus voorziet de houder volgens de uitvinding is verstelbare bevestigingsmiddelen voor de pompinrichting die dankzij de verstelbaarheid daarvan geschikt zijn voor pompinrichtingen van uiteenlopende herkomst, soort en dimensies. Hetzelfde geldt voor de ophangmiddelen voor de verpakkingseenheid, die eveneens ingericht en in staat zijn standaard 20 verpakkingseenheden van uiteenlopende herkomst, soort en maat te ontvangen. De vormvaste bevestigingsbasis zorgt daarbij voor een gewenste vaste onderlinge positionering van beide onderdelen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de houder volgens de uitvinding gekenmerkt 25 doordat bevestigingsbasis een samenhangend fixatielichaam omvat met een bodemblad waarop de pompinrichting wordt ontvangen en met een standblad dat aan een rugzijde althans nagenoeg loodrecht van het bodemblad uitgaat, waarbij het standblad aan een van het bodemblad afgewende zijde de ophangmiddelen omvat. Het fixatielichaam begrenst aldus met het bodemblad en standblad de binnenruimte aan deze respectieve 30 zijden waardoor de binnenruimte aldus althans in hoofdzaak vormvast daartussen is opgespannen. Daarbinnen is plaats voor de pompinrichting en verpakkingseenheid die -3- met het fïxatielichaam zijn verbonden en daardoor op hun gewenste positie worden gehouden.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding heeft als kenmerk 5 dat het bodemblad en het standblad uitgaan van een unitair plaatvormig lichaam, en meer in het bijzonder dat het plaatvormige lichaam althans in hoofdzaak uit een kunststof is gevormd, in het bijzonder door spuitgieten. Het fïxatielichaam is aldus relatief eenvoudig van opzet en kan tegen relatief lage kosten worden gefabriceerd. Hoewel veel materialen en kunststoffen zich lenen als uitgangsmateriaal voor het 10 fïxatielichaam heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding als kenmerk dat de kunststof is genomen uit een groep omvattende polypropyleen, polycarbonaat en acrylonitrilbutadieenstyreen (ABS).

Bijzonder goede ervaringen zijn opgedaan met een verdere voorkeursuitvoeringsvorm 15 van de houder volgens de uitvinding welke is gekenmerkt doordat de bevestigingsmiddelen ten minste één verstelbare en bevestigingsband omvatten die van de bevestigingsbasis uitgaat en waaronder de pompinrichting is vastgezet Doordat de bevestigingsbanden verstelbaar zijn, laten deze zich aanpassen en afstemmen op de concrete dimensies van de pompinrichting zodat pompinrichting van uiteenlopende 20 afmetingen doeltreffend kunnen worden gefixeerd op het fixatielichaam. Een bijzondere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is daarbij gekenmerkt doordat de ten minste ene bevestigingsband een stel bevestigingsbanden omvat dat gangbaar door een stel geleidingsopeningen in het bodemblad is gevoerd. Aldus is de bevestigingsband ten minste verstelbaar ten opzichte van het fixatielichaam zodat deze optimaal kan 25 worden gepositioneerd om daaronder de pompinrichting te ontvangen. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat de bevestigingsband hersluitbaar is en in het bijzonder een klittenband of spanband omvat. De hersluitbaarheid van de bevestigingsband staat toe dat de pompinrichting desgewenst herhaaldelijk kan worden uitgenomen en telkenmale 30 eenvoudig teruggeplaatst, wat bijvoorbeeld voor inspectie of onderhoud van voordeel is.

-4-

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de houder volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de ophangmiddelen een bevestigingshaak omvatten die bewegelijk van het rugblad uitgaat. In de parktijk is gebleken dat een bevestigingshaak die bewegelijk van de bevestigingsbasis uitgaat een adequate bevestiging van het overgrote 5 merendeel, zo niet alle, van de momenteel gangbare standaard verpakkingen voor sondevoedingen toelaat. Aldus kan de houder volgens de uitvinding met al deze standaard verpakkingseenheden worden toegepast.

Om de vermijden dat een leiding onder een uitlaat van de verpakkingseenheid knikt, 10 waardoor een ongestoorde voedingstoevoer in gevaar zou kunnen komen, heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding als kenmerk dat aan het rugblad een naar de binnenruimte gewende schouder is voorzien om daarop een de verpakkingseenheid te ontvangen en dat de schouder ter hoogte van een uitlaat van de verpakkingseenheid een doorgang vrijlaat waardoorheen een leiding voert die de 15 uitlaat van de verpakkingseenheid met de inlaat van de pomp verbindt. De schouder ondersteunt de verpakking indien deze zover zou reiken en ontvangt de uitlaat daarvan met de leiding in de daartoe voorziene doorgang die de leiding voor een onverhoopt knikken behoedt.

20 In de praktijk kan een sondeleiding op verschillende plaatsen in het lichaam worden aangeboden. Om daarop met de houder volgens de uitvinding in te spelen, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding als kenmerk dat de buitenmantel aan weerszijden een stel doorvoeropeningen omvat voor de sondeleiding, welke doorvoeropeningen op verschillende hoogten zijn voorzien. Aldus 25 kan de sondeleiding zowel ter linkerzijde en ter rechterzijde op verschillende hoogtes worden uitgevoerd om optimaal aan te sluiten bij de beoogde introductielocatie in het lichaam.'

Voor de houder kan worden uitgegaan van een harden, vormvaste buitenmantel, doch 30 een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de houder heeft volgens de uitvinding als -5- kenmerk de buitenmantel vervonnbaar is, en in het bijzonder uit en al of niet natuurlijk textiel is vervaardigd.

Gebleken is dat een dergelijke relatief zachte textiele buitenmantel, mede dankzij het daarin opgenomen vormvaste fixatielichaam, voldoende bescherming biedt aan de 5 daarin opgenomen onderdelen. De textiele verschijningsvorm kan echter relatief onopvallend worden gedragen omdat de houder zich in dat geval niet of nauwelijks onderscheid van een doorsnee daypack rugzak. De gebruiker van sondevoeding is aldus niet of nauwelijks als zodanig herkenbaar.

10 Een verdere bij zonder uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de buitenmantel een afsluitbaar venster omvat dat toegang biedt tot de pompinrichting. Aldus kan de pompinrichting via het venster worden bediend of geïnspecteerd, terwijl de houder verder gesloten blijft. Het venster kan daarbij open zijn dan wel afgesloten door middel van een transparant folie.

15

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat ten minste één van de buitenmantel, de pompinrichting en de voedingeenheid is voorzien van een unieke op afstand uitleesbare identificatie, en meer in het bijzonder dat de unieke identificatie van een identificatieorgaan uitgaat dat 20 radiografisch (RF) uitleesbaar is. Aldus kunnen de desbetreffende onderdelen relatief eenvoudig worden gescand en met daartoe voorziene computerprogrammatuur worden ingelezen en opgeslagen. Hierdoor is een voortdurende controle op de uitgifte en bedrijfsduur van de betreffende onderdelen mogelijk als onderdeel van een zogenaamd track-and-trace systeem maar ook uit oogpunt van veiligheid, waarbij het systeem kan 25 waarschuwen indien onjuiste componenten met elkaar dreigen te worden gecombineerd of abusievelijk, namelijk anders dan volgens doktersvoorschrift, aan de patiënt dreigen te worden af gegeven. Verder is aldus een bewaking van een maximale houdbaarheidsduur van de voeding mogelijk en kan een naleving van een onderhoudsinterval van de pompinrichting worden gecontroleerd.

30 -6-

Een verdere bewaking van de integriteit van het systeem is mogelijk met een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding, welke is gekenmerkt doordat ten minste één van de buitenmantel, de pompinrichting en de voedingeenheid is voorzien van een meetinrichting die in staat en ingericht is om een 5 omgevingstemperatuur waar te nemen en te registreren en dat althans een extreme waargenomen waarde daarvan elektronisch uitleesbaar is. Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de houder is daarbij volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het identifïcatieorgaan de meetinrichting omvat. Aldus kan bij een bewaking van een maximale gebruiksduur van de voeding doeltreffend rekening worden gehouden 10 met omgevingsfactoren die de conditie daarvan zouden kunnen beïnvloeden, zoals met name de omgevingstemperatuur. De meetinrichting wordt daarbij met voordeel geïntegreerd in het identifïcatieorgaan om tezamen daarmee elektronisch uitleesbaar en in een houder plaatsbaar te zijn.

15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een bevestigingsbasis voor toepassing in de hioervoor beschreven houder volgens de uitvinding en zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 een vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een houder volgens 20 de uitvinding; figuur 2 een achteraanzicht van de houder van figuur 1; figuur 3 een zij aanzicht van de houder van figuur 1; figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een bevestigingsbasis volgens de uitvinding, voorzien van een 25 pompinrichting en verpakkingseenheid met sondevoeding, zoals toegepast in de houder van figuur 1; figuur 5 een perspectivisch aanzicht van de bevestigingsbasis van figuur 4 in lege toestand; figuur 6 een frontaal aanzicht van de bevestigingsbasis van figuur 5; 30 figuur 7 een zij aanzicht van de bevestigingsbasis van figuur 5; en figuur 8 een bovenaanzicht van de bevestigingsbasis van figuur 5.

-7-

Daarbij zij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet op schaal zijn getekend. Met name kunnen sommige dimensies terwille van de duidelijk in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

5

In de figuren is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven van een houder volgens de uitvinding. Daarbij is uitgegaan van een houder in de vorm van een rugzak 10 die bestemd en ingericht is om op de rug van de gebruiker te worden gedragen. De rugzak 10 omvat een textiele buitenmantel 11 die hoofdzakelijk is vervaardigd uit een 10 slijtvaste, waterdichte kunststof zoals bijvoorbeeld nylon. In plaats daarvan lenen zich echter ook andere al of niet natuurlijke materialen voor de buitenmantel, zoals al of niet geïmpregneerd canvas en uiteenlopende andere kunststoffen, en kan de buitenmantel desgewenst ook vormvast als hard shell zijn uitgevoerd. Door middel van een stel verstelbare schouderbanden 12 en een borstband 13 kan het geheel comfortabel worden 15 omgedaan. Daarnaast biedt een handvat 14 aan een bovenzij de van de rugzak een mogelijkheid om het geheel aan de hand mee te voeren of op te pakken.

Binnen de buitenmantel 11 omvat de rugzak 10 een inwendige centrale binnenruimte 21, die plaats biedt aan een regelbare pompinrichting 50 en één of meer 20 verpakkingseenheden 40 met een sondevoeding, zie ook figuur 4. Dit hoofdcompartiment 21 is toegankelijk door middel van een dubbel uitgevoerde ritssluiting 15. Aan weerszijden van het hoofdcompartiment 21 omvat de houder 10 een stel zijvakken 22 dat van buitenaf toegankelijk via een daartoe voorziene ritssluiting 23. Deze zijvakken bieden een aanvullende opbergmogelijkheid voor bijvoorbeeld 25 accessoires zoals een oplaadadapter die inwendig via een laadsnoer permanent met een oplaadbare elektrische voeding de pompinrichting is verbonden en eenvoudig uit het betreffende zijvak 22 kan worden genomen om aan een openbaar elektriciteitsnet te worden gekoppeld. Aan een voorzijde van de houder is daarnaast nog een extra opbergvak 24 voorzien, eveneens toegankelijk via een eigen ritssluiting 25, naast een 30 afsluitflap 26 van een venster 27 waardoor de pompinrichting kan worden geïnspecteerd, uitgelezen en eventueel bediend. Het venster 27 wordt in dit voorbeeld -8- gevormd door een niet nader getoonde transparante kunststof folie en kan worden blootgelegd door middel van een aan de flap 26 voorziene ritssluiting 28.

De geïnstalleerde verpakkingseenheid 40 met sondevoeding is aan een vloeistofleiding 5 41 gekoppeld en door middel daarvan aangesloten op een inlaat van de pompinrichting 50. Eventuele reserve eenheden 40 met sondevoeding kunnen los in het hoofdcompartiment of één van de uitwendige opbergvakken, zoals het voorvak 24, worden meegevoerd. Aan een uitlaat van de pompinrichting 50 is een sondeleiding 51 gekoppeld, die naar buiten de houder 10 voert. De houder omvat daartoe op drie 10 verschillende hoogtes aan weerszijden een doorvoeropening 25 vanuit de binnenruimte 21 om optimaal aan te sluiten bij een concrete sondepositie.

De pompinrichting 50 en de verpakkingseenheid 40 met sondevoeding zijn in de inrichting volgens de uitvinding gefixeerd op een universele bevestigingsbasis 60, die in 15 de binnenruimte 21 is aangebracht. De bevestigingsbasis 60 die in dit voorbeeld is toegepast, omvat een samenhangend in hoofdzaak plaatvormig lichaam dat door spuitgieten uit een geschikte kunststof, zoals polypropyleen, polycarbonaat of acrylonitrilbutadiëenstyreen (ABS), als één geheel werd gevormd. Aan een onderzijde gaat een bodemblad 61 van dit lichaam uit, terwijl een rugzijde wordt gevormd door een 20 aansluiten standblad 62. Beide bladen 61,62 zijn op geselecteerde locaties voorzien van geleidingsopeningen 63 waardoorheen een bevestigingsband 64 kan worden gevoerd om daarmee de pompinrichting 50 c.q. de verpakkingseenheid 40 vast te snoeren en aldus in de houder 10 te fixeren. Het standblad 62 omvat daarbij aan een bovenzijde daarvan universele ophangmiddelen voor de sondevoeding 40 in de vorm van een 25 ophangopening 65 met bevestigingshaak 66 die dankzij een intrinsieke bewegingsvrijheid daarvan aan willekeurig welke thans commercieel verkrijgbare standaard verpakkingseenheid met sondevoeding koppelbaar is. Evenzo bieden de geleidingsopeningen 63 in het bodemblad een universele bevestigingsmogelijkheid voor alle thans gangbare sondevoedingspompen door middel van verstelbare 30 bevestigingsbanden 64 die daardoorheen kunnen worden geleid om daaronder de -9- pompinrichting te ontvangen. Met voordeel wordt daarbij uitgegaan van Velcro®-oftewel klittenbanden dan wel spanbanden waar het de bevestigingsbanden 64 betreft.

Om een onbelemmerd vloeistoftransport vanuit de verpakking 40 naar de 5 pompinrichting 50 te bevorderen is tussen beide delen van de inrichting aan het standblad 62 een borst 67 gevormd die een schouder biedt waarop de verpakking met sondevoeding wordt ontvangen en kan rusten. Hierdoor wordt vermeden dat het gewicht van de verpakkingseenheid in samengestelde toestand op de tussenleiding 41 drukt, waardoor deze laatste anders bekneld zou kunnen raken. De schouder of borst 67 aan 10 het standblad omvat centraal een doorgang 68 die vrijelijk plaats biedt aan de tussenleiding 41. Om de bevestigingsbasis 60 praktisch te kunnen opnemen en hanteren is aan een bovenzijde daarvan een handvat 69 voorzien in de vorm van een langwerpige greep-opening.

15 Aldus biedt de uitvinding een universeel toepasbare houder voor sondevoeding die toestaat commercieel verkrijgbare pompinrichtingen voor sondevoeding van uiteenlopende aard en oorsprong vrijelijk te combineren met commercieel verkrijgbare verpakkingseenheden van uiteenlopende aard en herkomst. Desgewenst kan daarbij tussen één of beide onderdelen en de bevestigingsbasis een verbindingsadapter worden 20 toegepast om een solide bevestiging en fixatie mogelijk te maken, waarbij de adapter enerzijds bevestigingsmiddelen biedt voor een fixatie van de pompinrichting c.q. de verpakkingseenheid en anderzijds solide met de bevestigingsbasis kan worden bevestigd, in het bijzonder daarbij gebruikmakend van de daaraan voorziene bevestigingsmiddelen. Hoewel de uitvinding daarbij aan de hand van louter een enkel 25 uitvoeringsvoorbeeld nader werd beschreven, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn voor een gemiddelde vakman binnen het kader van de uitvinding nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

30

Claims (18)

1. Houder voor sondevoeding omvattende buitenmantel met een stel daarmee 5 verbonden schouderbanden, bestemd en ingericht om daarmee op een rug van een gebruiker te worden gedragen, waarbij de buitenmantel een binnenruimte insluit waarin een pompinrichting is voorzien met een inlaat waaraan een standaard verpakkingseenheid met sondevoeding koppelbaar is en met een uitlaat waarmee een sondeleiding is verbonden die naar buiten de buitenmantel voert met het kenmerk dat in 10 de binnenruimte een vormvaste bevestigingsbasis is voorzien met verstelbare bevestigingsmiddelen waarmee de pompinrichting op de bevestigingsbasis is gefixeerd en met ophangmiddelen waaraan de verpakkingseenheid met de sondevoeding ; koppelbaar is.

2. Houder volgens conclusie 1 met het kenmerk dat bevestigingsbasis een samenhangend fixatielichaam omvat met een bodemblad waarop de pompinrichting wordt ontvangen en met een standblad dat aan een rugzijde althans nagenoeg loodrecht van het bodemblad uitgaat, waarbij het standblad aan een van het bodemblad afgewende zijde de ophangmiddelen omvat. 20

3. Houder volgens conclusie 2 met het kenmerk dat het bodemblad en het standblad uitgaan van een unitair plaatvormig lichaam.

4. Houder volgens conclusie 3 met het kenmerk dat het plaatvormige lichaam 25 althans in hoofdzaak uit een kunststof is gevormd, in het bijzonder door spuitgieten.

5. Houder volgens conclusie 4 met het kenmerk dat de kunststof is genomen uit een groep omvattende polypropyleen, polyearbonaat en acrylonitrilbutadiëenstyreen (ABS). -11-

6. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de bevestigingsmiddelen ten minste één verstelbare bevestigingsband omvatten die van de bevestigingsbasis uitgaat en waaronder de pompinrichting is vastgezet.

7. Houder volgens conclusie 6 met het kenmerk dat de ten minste ene bevestigingsband een stel bevestigingsbanden omvat dat gangbaar door een stel geleidingsopeningen in het bodemblad is gevoerd.

8. Houder volgens conclusie 6 of 7 met het kenmerk dat de bevestigingsband 10 hersluitbaar is en in het bijzonder een klittenband of spanband omvat.

9. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de ophangmiddelen een bevestigingshaak omvatten die bewegelijk van het rugblad uitgaat.

10. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat aan het rugblad een naar de binnenruimte gewende schouder is voorzien om daarop een de verpakkingseenheid te ontvangen en dat de schouder ter hoogte van een uitlaat van de verpakkingseenheid een doorgang vrijlaat waardoorheen een leiding voert die de uitlaat van de verpakkingseenheid met de inlaat van de pomp verbindt. 20

11. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de buitenmantel aan weerszijden een stel doorvoeropeningen omvat voor de sondeleiding, welke doorvoeropeningen op verschillende hoogten zijn voorzien.

12. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de buitenmantel vervormbaar is, en in het bijzonder uit en al of niet natuurlijk textiel is vervaardigd.

13. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de 30 buitenmantel een afsluitbaar venster omvat dat toegang biedt tot de pompinrichting. -12-

14. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat ten minste één van de buitenmantel, de pompinrichting en de voedingeenheid is voorzien van een unieke op afstand uitleesbare identificatie.

15. Houder volgens conclusie 14 met het kenmerk dat de unieke identificatie van een identificatieorgaan uitgaat dat radiografisch (RF) uitleesbaar is.

16. Houder volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat ten minste één van de buitenmantel, de pompinrichting en de voedingeenheid is voorzien 10 van een meetinrichting die in staat en ingericht is om een omgevingstemperatuur waar te nemen en te registreren en dat althans een extreme waargenomen waarde daarvan elektronisch uitleesbaar is.

17. Houder volgens conclusie 14 en 16 met het kenmerk dat het identificatieorgaan 15 de meetinrichting omvat.

18. Bevestigingsbasis voor toepassing in de houder volgens één of meer der voorgaand conclusies.