NL2002676C2 - Vouwinrichting en samenstel voor het in een vouwbaar pakmateriaal of in te pakken materiaal maken van een vouw. - Google Patents

Description

Nr. NLP184426A

Vouwinrichting en samenstel voor het in een vouwbaar pakmateriaal of in te pakken materiaal maken van een vouw

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een vouwinrichting voor het in een vouwbaar pakmateriaal of in 5 te pakken materiaal maken van een vouw in een eerste richting. De uitvinding heeft verder betrekking op een vouwsamenstel voor het in een pakmateriaal inpakken van één of meer te verpakken producten, welk samenstel een vouwinrichting omvat. De uitvinding heeft verder betrekking 10 op een werkwijze voor het in een vouwbaar pakmateriaal of in te pakken materiaal maken van een vouw in een eerste richting

Tot op heden worden in het medische gebied, bijvoorbeeld het gebied van de oogchirurgie, medische 15 instrumenten en dergelijke op steriele wijze handmatig tot een gesloten verpakking ingepakt in pakmateriaal, in het bijzonder operatielakens. Deze operatielakens hebben ongeacht de afmetingen van de in te pakken medische instrumenten eenzelfde afmeting, zodat wanneer de gesloten 20 verpakking uitgepakt wordt het operatielaken een instrumenttafel volledig bedekt. Het operatielaken heeft dus 2 afmetingen die in het algemeen veel groter zijn dan nodig voor het inpakken van de medische instrumenten, zodat het operatielaken één of meerdere malen gevouwen wordt om de in te pakken producten correct in te pakken. Het vouwen van het 5 pakmateriaal en het verpakken van de in te pakken producten wordt aangepast aan onder meer de benodigde medische instrumenten of in afhankelijkheid van de wens van de chirurg, wat ervoor zorgt dat de afmetingen van de in te pakken producten varieert en dus ook de manier van inpakken 10 en vouwen varieert. Hoewel het handmatig inpakken redelijk bevredigend is, blijken in de praktijk toch een ongewenst groot aantal verpakkingen niet voldoende steriel ingepakt te zijn. Bovendien blijkt het handmatig inpakken veel tijd in beslag te nemen, te resulteren in te veel plooien in het 15 vouwgebied, en/of niet altijd van reproduceerbare kwaliteit te zijn.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

20 Het is onder meer een doel van de onderhavige uitvinding om een vouwinrichting te verschaffen waarmee een vouwbaar materiaal, en met name een soepel materiaal, machinaal voorzien kan worden van één of meer vouwen.

Het is een verder doel van de onderhavige 25 uitvinding om een samenstel voor het in een in hoofdzaak rechthoekig pakmateriaal inpakken van één of meer te verpakken producten te verschaffen, welk samenstel op relatief snelle, reproduceerbare wijze producten kan inpakken.

30 Voor het bereiken van één of meer van de hiervoor genoemde doelen, verschaft de onderhavige uitvinding, volgens een eerste aspect, een vouwinrichting voor het in een vouwbaar pakmateriaal of in te pakken materiaal maken van een vouw in een eerste richting, waarin de 35 vouwinrichting een klemeenheid en een vouweenheid omvat, waarbij de klemeenheid eerste en twee klemvingers omvat, die ten opzichte van elkaar naar elkaar toe en van elkaar af 3 beweegbaar zijn voor het hiertussen klemmen van het pakmateriaal of in te pakken materiaal, waarbij de vouweenheid in een richting in hoofdzaak dwars op de eerste richting naast de klemeenheid geplaatst is, en een eerste en 5 een tweede vouwarm omvat, die ten opzichte van elkaar naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn, waarbij de eerste vouwarm twee in een richting van de eerste vouwarm uitstrekkende en in hoofdzaak dwars op de eerste richting op afstand van elkaar gelegen eerste vouwvingers omvat, waarbij 10 de tweede vouwarm ten minste één in de richting van de eerste vouwarm uitstrekkende tweede vouwvinger omvat, waarbij de tweede vouwvinger van de tweede arm beweegbaar is tot tussen de eerste vouwvingers van de eerste arm.

Door gebruik te maken van een dergelijke 15 vouwinrichting met naar elkaar toe en van elkaar af beweegbare armen, die voorzien zijn van in elkaar grijpende vouwvingers blijkt dat op reproduceerbare wijze een vouwbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld een operatielaken, machinaal van één of meer vouwen kan worden voorzien. Hierdoor kan met 20 name bij het inpakken van medische instrumenten ervoor gezorgd worden dat in tenminste nagenoeg alle gevallen de medische instrumenten op steriele wijze worden ingepakt.

Een verder voordeel van de inrichting volgens de uitvinding is dat de mate van overlap van het gevouwen 25 materiaal mede instelbaar is door het instellen van de afstand waarover de tweede vouwvinger tussen de eerste vouwvingers reikt. Hierdoor kan het vouwen van het vouwbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld het operatielaken, aangepast worden aan de gewenste afmetingen van het gevouwen 30 materiaal, en kan met name bij het inpakken van medische instrumenten ervoor gezorgd worden dat het pakmateriaal in tenminste nagenoeg alle gevallen passend gevouwen is voor het inpakken medische instrumenten van een bepaalde afmeting.

35 Tevens is gebleken dat de uitvinding ook toepasbaar is voor het inpakken van andere producten dan medische instrumenten, en is het niet noodzakelijk dat het 4 inpakken op steriele wijze plaatsvindt. Bovendien is gebleken dat als pakmateriaal ook ander materiaal dan operatielakens bruikbaar is, en dat de vouwinrichting ook bruikbaar is voor het vouwen van in te pakken producten, in 5 het bijzonder textiele producten.

In een uitvoeringsvorm is de eerste klemvinger van de klemeenheid vast verbonden met de eerste of tweede vouwarm. In een uitvoeringsvorm is de eerste klemvinger in een richting in hoofdzaak dwars op de eerste richting op 10 afstand naast de vouwvingers of vouwvinger op de vouwarm geplaatst. Door het combineren van de klem- en vouweenheid wordt een compacte eenheid verkregen, waarbij de klempositie vast ligt ten opzichte van de vouwvingers.

In een uitvoeringsvorm omvatten de vouwvingers elk 15 een vrij uiteinde en is aan de vrije uiteinden van elke vouwvinger ten minste één draaibare vouwrol voorzien, waarbij een draaias van de vouwrol in hoofdzaak parallel aan de eerste richting gericht is. Op deze wijze kan bij het ineengrijpen van de vouwvingers het pakmateriaal tussen de 20 vouwrollen door bewegen om het vouwen te vergemakkelijken en/of om het ontstaan van scheuren in het pakmateriaal althans ten dele te voorkomen.

In een uitvoeringsvorm omvatten de klemvingers elk een vrij uiteinde en is aan het vrije uiteinde van althans 25 één van de klemvingers ten minste één draaibare klemrol voorzien, waarbij een draaias van de klemrol in hoofdzaak dwars op de eerste richting gericht is. Op deze wijze kan bij het inklemmen van het pakmateriaal in eerste richting tussen de rollen door bewegen, maar wordt een klemming ten 30 behoeve van het vouwen verzekerd.

In een uitvoeringsvorm is één of meer van de vouwvingers vlakvormig. In een uitvoeringsvorm is een rand aan de vrije uiteinden van de vouwvinger in hoofdzaak parallel aan de eerste richting gericht. Hierdoor is het 35 mogelijk dat tijdens het aanbrengen van een vouw het pakmateriaal over een voldoend groot oppervlak aangegrepen wordt om een reproduceerbare en nauwkeurige vouw te 5 verkrijgen.

In nog een verdere uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is elke klemvinger vlakvormig. In een uitvoering is een rand aan de vrije uiteinden van de 5 klemvinger in hoofdzaak parallel aan de eerste richting gericht. Hierdoor is het mogelijk dat tijdens het klemmen het pakmateriaal over een voldoend groot oppervlak aangegrepen wordt om het pakmateriaal stevig, reproduceerbaar en nauwkeurige vast te klemmen.

10 In een uitvoeringsvorm omvat de eerste vouwarm drie op afstand van elkaar geplaatste vouwvingers, en omvat de tweede vouwarm twee op afstand van elkaar geplaatste vouwvingers, waarbij de vouwvingers van de tweede arm beweegbaar zijn tot tussen de buitenste vouwvingers en aan 15 weerszijden van de middelste vouwvinger van de eerste arm. Hierdoor kan een overschot aan pakmateriaal in een zig-zag vorm met een aantal, in hoofdzaak parallel aan de in de eerste richting lopende vouwen.

Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding 20 een vouwsamenstel voor het in een pakmateriaal inpakken van één of meer te verpakken producten, welk samenstel voorzien is van: een tafel, een pakmateriaalplaatsingsmiddel voor het op de 25 tafel plaatsen van het pakmateriaal, waarbij het pakmateriaal een eerste en een daar tegenover gelegen tweede langszijde omvat, een productplaatsingsmiddel voor het op het op de tafel geplaatste pakmateriaal plaatsen van de één of meer te 30 verpakken producten, een vouwinrichting zoals hiervoor beschreven, voor het in het pakmateriaal maken van een vouw in een eerste richting, waarbij de eerste richting in hoofdzaak parallel is aan de eerste langszijde.

35 In een uitvoeringvorm is de vouwinrichting een eerste vouwinrichting en omvat het vouwsamenstel verder een tweede vouwinrichting, waarbij de eerste vouwinrichting het 6 pakmateriaal kan aangrijpen althans nabij een uiteinde van de eerste langszijde daarvan en de tweede vouwinrichting het pakmateriaal kan aangrijpen althans nabij het andere uiteinde van de eerste langszijde. In het bijzonder voor het 5 vouwen van een soepel pakmateriaal is gebleken dat bij het toepassen van een vouwinrichting aan of nabij beide uiteinden van de langszijde, ook het tussen de vouwinrichtingen gelegen deel van het pakmateriaal meegevouwen wordt. Hierdoor is het niet nodig dat de 10 vouwinrichting zich over in hoofdzaak de gehele lengte van de langzijde uitstrekt.

In een uitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede vouwinrichting beweegbaar tot in een positie aan weerszijden van de eerste langszijde van het op de tafel geplaatst 15 pakmateriaal. In een uitvoeringsvorm zijn de eerste en tweede vouwinrichting naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar. Hierdoor is het mogelijk om het te vouwen materiaal strak te trekken wat de reproduceerbaarheid en de nauwkeurigheid van het aanbrengen van langsvouwen in het 20 pakmateriaal verbetert.

In een uitvoeringsvorm is de vouwinrichting of zijn de eerste en tweede vouwinrichtingen tot op een afstand boven de tafel verplaatsbaar. Hierdoor is het mogelijk om een hoek van in hoofdzaak 90° in het pakmateriaal aan te 25 brengen wat voordelig is voor de verdere behandeling van het pakmateriaal.

In een uitvoeringsvorm is de vouwinrichting of zijn de eerste en tweede vouwinrichtingen beweegbaar van een positie bij de eerste langszijde van het op de tafel 30 geplaatste pakmateriaal tot een positie bij de tweede langszijde van het op de tafel geplaatste pakmateriaal. Hierdoor is slechts één langsvouwinrichting nodig voor het aanbrengen van langsvouwen in beide, tegenover elkaar gelegen langszij den van het pakmateriaal. Bovendien is het 35 hierdoor mogelijk dat een langszijde van het pakmateriaal tot over en eventueel voorbij de te verpakken producten kan worden bewogen.

7

In een uitvoeringsvorm is het vouwsamenstel verder voorzien van een dwarsvouwinrichting voor het in het pakmaterraal maken van een dwars op de langszij den verlopende dwarsvouw, waarin de dwarsvouwinrichting voorzien 5 is van ten minste één vouwpen die verplaatsbaar is tot een zich dwars op de langszij den van het pakmateriaal uitstrekkende stand en van een vouwmechanisme voor het over de vouwpen vouwen van het pakmateriaal. In een uitvoering is de vouwpen voorzien van een schuine voorzijde, waardoor het 10 mogelijk is om het naar binnen vouwen te faciliteren. Hierdoor is op snelle, en reproduceerbare wijze het aanbrengen van een dwarsvouw in het pakmateriaal mogelijk.

In een uitvoeringsvorm is de vouwpen in een richting dwars op de tafel beweegbaar. Hierdoor is het 15 mogelijk dat de vouwpen het pakmateriaal in de richting naar de tafel drukt zodat een nauwkeurige dwarsvouw te realiseren is.

In een uitvoeringsvorm is het vouwsamenstel verder voorzien van een vasthoudstrip, die verplaatsbaar is tot 20 boven een op het pakmateriaal geplaatst product, welke vasthoudstrip tevens in een richting dwars op de tafel verplaatsbaar is. De vasthoudstrip maakt het mogelijk dat over de in te pakken producten gevouwen pakmateriaal tijdelijk door de vasthoudstrip op zijn plaats gehouden 25 wordt, door het pakmateriaal op de in te pakken producten te drukken.

In een uitvoeringsvorm is het vouwsamenstel verder voorzien van een besturingsinrichting voor het besturen van de werking van de vouwinrichting of de eerste en tweede 30 vouwinrichting, de dwarsvouwinrichting, en de vasthoudstrip. In een uitvoeringsvorm is het vouwsamenstel verder voorzien van invoermiddelen voor het invoeren van gegevens betreffende de afmetingen van de te verpakken producten aan de besturingsinrichting. In een alternatieve uitvoeringsvorm 35 is het vouwsamenstel verder voorzien van een meetinrichting voor het meten van de afmetingen van de te verpakken producten en voor het aan de besturingsinrichting afgeven 8 van een signaal indicatief voor de gemeten afmetingen.

Door gebruik te maken van een dergelijke besturingsinrichting en een meetinrichting is het mogelijk het reproduceerbaar en nauwkeurig inpakken van producten 5 verregaand automatisch te laten plaatsvinden.

In een uitvoeringsvorm voert de besturingsinrichting één of meer handelingen, gebaseerd op de afmetingen van de te verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal, uit gekozen uit de groep bestaande 10 uit: het zodanig ten opzichte van het pakmateriaal bewegen van althans de vouwinrichting of de eerste en tweede vouwinrichting dat het pakmateriaal aangegrepen wordt op punten afhankelijk van de gemeten afmetingen van de te 15 verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal, het over een afstand bewegen van de vouwvingers van de tweede arm tot tussen de vouwvingers van de eerste arm, welke afstand afhankelijk is van de gemeten afmetingen van de te verpakken producten en de afmetingen van het 20 pakmateriaal, het verplaatsen van de vouwpen en de vasthoudstrip in afhankelijkheid van de gemeten afmetingen van de te verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal.

Hierdoor is het mogelijk op geautomatiseerde wijze 25 te verpakken producten op correcte wijze in pakmateriaal te verpakken.

In een uitvoeringsvorm is het vouwsamenstel verder voorzien van een etiketteerapparaat voor het met behulp van een etiket dichtmaken van het gevouwen pakmateriaal. Op deze 30 wijze kan het gevouwen pakmateriaal reproduceerbaar en betrouwbaar dichtgemaakt worden, en is het tevens mogelijk een aanduiding op het etiket aan te brengen, bijvoorbeeld met betrekking tot de inhoud van de verpakking, de bestemming voor de verpakking, de verpakkingsdatum en 35 dergelijke.

In een uitvoeringsvorm is het vouwsamenstel verder voorzien van een voorraadrol voor pakmateriaal, welke 9 voorraadrol geschikt is voor het bevatten van operatielaken als pakmateriaal. Hoewel de uitvinding geschikt is om gebruik te maken van verschillende soorten pakmateriaal, is de uitvinding uitermate voordelig om te worden gebruikt bij 5 het inpakken van medische instrumenten in operatielakens, ook wel BTC ("back table cover") genoemd.

In een uitvoeringsvorm is het vouwsamenstel verder voorzien van productdragers, waarbij elke productdrager aangepast is voor het dragen van de één of meer te verpakken 10 producten. In een uitvoeringsvorm is de productdrager voorzien van een bodem, van twee zijwanden, waarbij de hoogte van de zijwanden instelbaar is, en van een over de bodem verplaatsbare achterwand, waarbij de productdrager tegenover de achterwand open is. Op deze wijze is de hoogte 15 van de zijwanden aan te passen aan de hoogte van de te verpakken producten, en is het op eenvoudige wijze mogelijk de te verpakken producten via de open achterwand uit de productdrager op het pakmateriaal te verplaatsen.

Volgens een derde aspect verschaft de uitvinding 20 een werkwijze voor het in een vouwbaar pakmateriaal of in te pakken materiaal maken van een vouw in een eerste richting, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het verschaffen van een vouwinrichtmg zoals hiervoor omschreven; 25 het zodanig ten opzichte van het pakmateriaal of in te pakken materiaal bewegen van de vouwinrichting dat het pakmateriaal of in te pakken materiaal aangegrepen wordt althans nabij een rand in de eerste richting; het over een afstand bewegen van de vouwvingers 30 van de tweede arm tot tussen de vouwvingers van de eerste arm voor het tussen de vouwvingers voeren van het pakmateriaal of in te pakken materiaal voor het maken van de vouw.

De in deze beschrijving en conclusies van de 35 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die 10 afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

5

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 10 van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuren IA tot en met 1F op schematische wijze een 2-vouw en een 4-vouw, alsmede de afmetingen die bij het inpakken van medische instrumenten in operatielakens van 15 belang zijn;

Figuur 2 op schematische wijze een bovenaanzicht van een samenstel voor het in een rechthoekig operatielaken inpakken van één of meer te verpakken medische instrumenten;

Figuur 3 op schematische wijze in perspectief een 20 eerste voorbeelduitvoering van een langsvouwinrichting van een samenstel volgens de uitvinding;

Figuur 4 op schematische wijze in perspectief de vouwvingers en klemvmgers van een eerste vouwinrichting van de langsvouwinrichting van figuur 3; 25 Figuren 5A tot en met 5D op schematische wijze het door middel van de langsvouwvingers van de vouwinrichting van figuur 4 aanbrengen van een 2-vouw respectievelijk een 4-vouw in een operatielaken;

Figuren 6A tot en met 6D op schematische wijze het 30 door middel van de langsvouwvingers van een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van een vouweenheid en een klemeenheid aanbrengen van een 2-vouw respectievelijk een 4-vouw in een operatielaken;

Figuren 7A tot en met 7F enkele stappen van het 35 inpakken van te verpakken medische instrumenten in een operatielaken met een samenstel volgens de uitvinding;

Figuur 8 op schematische wijze een overname- 11 eenheid met overnamepennen voor het overbrengen van het operatielaken van een langsvouwtafel naar een dwarsvouwtafel te gebruiken in een samenstel volgens de uitvinding;

Figuren 9A tot en met 9G op schematische wijze 5 enkele stappen van het door middel van een dwarsvouwinrichting vouwen van een dwarsvouw in een operatielaken; en

Figuur 10 een schematisch zijaanzicht van een productdrager voor het dragen van in te pakken medische 10 instrumenten.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

15 De uitvinding zal hierna worden beschreven aan de hand van het inpakken van medische instrumenten of medische benodigdheden in een operatielaken. Het zal echter duidelijk zijn dat de uitvinding tevens betrekking heeft op het inpakken van andere producten en het zal tevens duidelijk 20 zijn dat ander pakmateriaal gebruikt kan worden.

In Figuren IA tot en met 1F wordt op schematische wijze een 2-vouw en een 4-vouw aangegeven, alsmede de afmetingen die bij het inpakken van medische instrumenten of benodigdheden (algemeen aangeduid met het verwijzingscijfer 25 1) in operatielakens 2 (in Figuren IA tot en met 1C is slechts een deel van een operatielaken weergegeven) van belang zijn. Deze vouwen en afmetingen worden ook gebruikt wanneer het inpakken handmatig plaatsvindt, en zijn zodanig bepaald dat het verpakken of inpakken op steriele wijze 30 gebeurt, en tevens met in achtneming van de wensen van de eindgebruiker, in dit geval bijvoorbeeld de chirurg.

De afmetingen van het operatielaken 2 worden bepaald door de operatietafel of een instrumenttafel in een operatiekamer, en wel zodanig dat de operatie- of 35 instrumenttafel wanneer het operatielaken 2 wordt uitgevouwen althans nagenoeg volledig bedekt wordt. Doordat de afmetingen van de in te pakken medische instrumenten en 12 benodigdheden 1 onder meer naar gelang de uit te voeren operatie kunnen verschillen is het voor het verkrijgen van een correcte verpakking nodig gebleken om ofwel een langsvouw in de vorm van een 2-vouw (Figuur IA: voor 5 relatief grotere in te pakken medische producten) of in de vorm van een 4-vouw (Figuur 1B: voor relatief kleinere of gemiddelde medische producten) uit te voeren. Verder zijn voor het op steriele wijze verpakken van de medische producten 1 in het operatielaken 2 de afmetingen A, B, C, Dl 10 (voor een kleine verpakking met een relatief brede 4-vouw), D2 (voor een verpakking met gemiddelde afmeting en smalle 4-vouw) en D3 (voor een grote verpakking met een smalle 2-vouw) zoals weergegeven in de Figuren 1C tot en met IF van belang. Deze afmetingen werden al bij het bekende handmatig 15 inpakken van de medische producten gebruikt. Zoals hieronder zal worden uitgelegd, is de inrichting volgens de uitvinding zonder meer in staat bij het inpakken van medische producten in operatielakens deze afmetingen op nauwkeurige en reproduceerbare wijze aan te houden.

2 0 In Figuur 2 is op schematische wijze een bovenaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een samenstel voor het in een rechthoekig operatielaken 2a inpakken van één of meer te verpakken medische instrumenten weergegeven. Het samenstel omvat een tafel waarop het 25 operatielaken 2a geplaatst wordt. In de weergegeven uitvoering bevat de tafel een langsvouw-gedeelte 3a, waar langsvouwen in het operatielaken worden aangebracht, en een dwarsvouwgedeelte 3b, waar dwarsvouwen in het operatielaken worden aangebracht.

30 In de in Figuur 2 weergegeven voorbeeld-uitvoering bevat het samenstel een voorraadrol 4 voor pakmateriaal, welke voorraadrol 4 geschikt is voor het bevatten van operatielaken 2 als pakmateriaal. Teneinde het op de voorraadrol 4 aanwezige laken op de gewenste afmetingen te 35 brengen, bevat de inrichting een snij-inrichting 5 en een snijtafel 6. Een heen en weer beweegbare grijpinrichting 7 is voorzien voor het grijpen van een eind van op de 13 voorraadrol 4 gewikkeld laken en is geschikt voor het in de door de pijl aangegeven richting over de snijtafel 6 trekken van het laken tot een positie 7a aangeduid door onderbroken lijnen. Daarna wordt de snij-inrichting 5 in werking gesteld 5 om aan het operatielaken 2 de gewenste rechthoekige afmetingen te geven. Dergelijke snij-inrichtingen en grijpinrichtingen zijn op zich bekend en behoeven hier niet verder uitvoerig beschreven te worden.

Verder bevat de inrichting een pakmateriaal-10 plaatsingsinrichting 8 voor het op de tafel 3a plaatsen van het rechthoekige operatielaken 2a, waarbij een rechthoekig pakmateriaal een eerste langszijde 9a en een daar tegenover gelegen tweede langszijde 9b omvat. Het pakmateriaal- plaatsingsmiddel 8 omvat in de weergegeven uitvoering een 15 over meerdere assen draaibare robotarm 18 met pakmateriaal-grijpers (mechanische grijpers of bijvoorbeeld middelen voor het door middel van vacuüm grijpen) voor het operatielaken 2.

In de in Figuur 2 weergegeven uitvoering bevat het 20 samenstel lege productdragers 11 (die hieronder nader verduidelijkt worden), waarbij elke productdrager 11 aangepast is voor het dragen van de één of meer te verpakken producten. De lege productdrager 11 is op een beladingspositie van een transporteur 12, 14 geplaatst. Na 25 belading wordt de productdrager 11 door de transporteur 12 naar een oppakpositie voor de productplaatsingsinrichting 13 verplaatst. Op eenzelfde wijze wordt de productdrager 15 door de transporteur 14 van een beladingspositie naar de oppakpositie getransporteerd. Tussen de beladingspositie en 30 de oppakpositie is een veiligheidsscherm 10 geplaatst, waarbij de productdragers 11, 15 door een opening hiervan getransporteerd worden. De beladingspositie bevindt zich aan een van de productplaatsingsinrichting 13 afgekeerde zijde van het veiligheidsscherm 10, terwijl de oppakpositie zich 35 aan een naar de productplaatsingsinrichting 13 toegekeerde zijde van het veiligheidsscherm 10 bevindt.

De productplaatsingsinrichting 13, in het 14 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een om meerdere assen roteerbare robotarm met grijper voor de productdragers, pakt de volle productdrager 11, 15 op van de transporteur 12, 14 en brengt de volle productdrager 11, 15 naar de 5 langsvouwtafel 3a. De productdrager 11, 15 wordt op de langsvouwtafel 3a ontladen, waarbij de medische producten op het operatielaken 2a geplaatst worden. Vervolgens wordt de lege productdrager 11, 15 door de productplaatsings- inrichting 13 naar dezelfde positie op de transporteur 12, 10 14 terug gezet.

Nabij de beladingspositie van de transporteurs 11, 14 is een meettafel 16 geplaatst. Op de meettafel 16 worden de afmetingen (hoogte, breedte en diepte, en eventueel volume) van de in te pakken objecten bepaald met behulp van 15 een meetinrichting 17. Als meetinrichting 17 kunnen alle hiertoe bekende inrichtingen voor het meten van de afmetingen van de te verpakken producten gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld drie of meer camera's met daarmee verbonden beeldherkenningsapparatuur. De meetinrichting 17 20 is tevens geschikt om signalen op te wekken en af te geven welke signalen indicatief zijn voor de gemeten afmetingen. De meetresultaten van de meetinrichting 17 kunnen als parameters aan een besturingsinrichting 36 van het samenstel worden afgegeven.

25 In een eenvoudige alternatieve uitvoeringsvorm wordt op de meettafel 16 de afmetingen van de in te pakken objecten handmatig bepaald en via een invoerinrichting 17 worden de meetresultaten ingevoerd als parameters voor de besturingsinrichting 36.

30 Gewoonlijk worden de afmetingen eenmaal per batch bepaald, en worden de resulterende parameters gebruikt gedurende het inpakken van alle tot de betreffende batch behorende producten.

In sommige gevallen zijn de te verpakken producten 35 indrukbaar, en in dat geval worden door de meetinrichting 17 ten minste twee metingen van de afmetingen uitgevoerd, waarbij één meting wordt uitgevoerd nadat op de te verpakken 15 producten een drukplaat is geplaatst die met relatief geringe druk de te verpakken producten in de richting naar de productdrager heeft gedrukt.

Wanneer de producten op het operatielaken 2a zijn 5 geplaatst, wordt door middel van een langsvouwinrichting, in de weergegeven uitvoering omvattende een over meerdere assen roteerbare robotarm 18 dragende hierna te verduidelijken langsvouworganen, in het rechthoekige operatielaken 2a een langsvouw aangebracht. Hoewel in de in Figuur 2 weergegeven 10 uitvoering de pakmateriaalplaatsings-inrichting 8 en de langsvouwinrichting door dezelfde robotarm 18 worden gedragen, is het in een alternatieve uitvoering natuurlijk mogelijk om verschillende robotarmen te gebruiken.

Aan de hand van Figuur 3 waarin op schematische 15 wijze in perspectief een voorbeeld van een langsvouwinrichting volgens de uitvinding wordt getoond, en aan de hand van Figuur 4, waarin op schematische wijze in perspectief de vouwvingers van een eerste vouwinrichting wordt getoond, zullen de langsvouweenheid en de 20 pakmateriaalgrijpers nader verduidelijkt worden.

De langsvouwinrichting in deze voorbeeld- uitvoering omvat twee vouwinrichtingen 19, 20, die naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn door middel van bijvoorbeeld de cilinders 21, 22. Eén van de 25 vouwinrichtingen 19 grijpt het operatielaken 2 aan althans nabij een uiteinde van de eerste langszijde 9 daarvan en de andere vouwinrichting 20 grijpt het operatielaken 2 aan althans nabij het andere uiteinde van de eerste langszijde 9.

30 Hierbij heeft elke vouwinrichting 19, 20 een eerste en een tweede, naar elkaar toe en van elkaar af beweegbare arm 24 respectievelijk 23. De eerste arm 24 heeft twee in de richting van de eerste arm 24 gezien op afstand van elkaar gelegen langsvouwvingers 25, 26, en een in de 35 richting van de eerste arm 24 gezien op afstand van de langsvouwvingers 25, 26 geplaatste klemvinger 35b (zie

Figuur 5A) . De tweede arm 23 omvat twee in de richting van 16 de tweede arm 23 gezien op afstand van elkaar gelegen langsvouwvingers 28, 29, en een in de richting van de tweede arm 23 gezien op afstand van de langsvouwvingers 28, 29 geplaatste klemvinger 35a (zie Figuur 5Ά) . De 5 langsvouwvingers 25 tot en met 29 van een arm 23, 24 strekken zich in hoofdzaak dwars op de arm 23, 24 uit, waarbij de langsvouwvingers 28, 29 van de tweede arm 23 beweegbaar zijn tot tussen de buitenste langsvouwvinger 25 en de klemvinger 35b, en aan weerszijden van de middelste 10 langsvouwvinger 26 van de eerste arm 24. De klemvinger 35a van de tweede arm is beweegbaar tot tegen de klemvinger 35b van de eerste arm 24 voor het hiertussen klemmen van het te vouwen pakmateriaal 2.

In Figuur 4 is duidelijk zichtbaar dat elke 15 langsvouwvinger 25, 26 vlakvormig (of roostervormig) is, waarbij het vrije uiteinde van elke langsvouwvinger 25, 26 zich in hoofdzaak dwars op de arm 24 uitstrekt, en gedurende het aanbrengen van een vouw in hoofdzaak parallel aan de vouw uitstrekt. Tevens zijn de vrije uiteinden van elke 20 langsvouwvinger 25 en 26 voorzien van ten minste één rol 30 tot en met 34, waarbij de rotatie-as van de rollen 30-33 zich in hoofdzaak parallel aan de vrije uiteinden uitstrekt, om het vouwen te vergemakkelijken. Het vrije uiteinde van de klemvinger 35b is ook voorzien van rollen 34. Echter is de 25 rotatie-as van de rollen 34 in hoofdzaak dwars op de rotatie-as van de rollen 30-33 van de vouwvingers 25, 26, om klemming te verzekeren, althans tijdens het vouwen. De rollen 34 van de klemvinger 35b kunnen in langsrichting rollen.

30 Het zal duidelijk zijn dat de robotarm 18 volgens deze voorbeelduitvoeringsvorm is ingericht om de langsvouwinrichting zodanig te verplaatsen dat de vouwinrichtingen 19, 20 beweegbaar zijn tot in een positie aan weerszijden van de eerste 9a en tweede 9b langszijde van 35 het op de tafel geplaatste operatielaken 2a.

Tevens is de robotarm 18 verplaatsbaar om het pakmateriaal 2 op de tafel 3a te plaatsen. Hiertoe zijn de 17 vouwinrichtingen 19, 20 volgens deze voorbeelduitvoerings- vorm voorzien van pakmateriaalgrijpers 191, 201 zoals getoond in figuren 3 en 4.

In de Figuren 5Ά tot en met 5D is op schematische 5 wijze het door middel van de langsvouwvingers 25 tot en met 29 van een vouweenheid 19 aanbrengen van een 2-vouw respectievelijk een 4-vouw in een operatielaken 2 weergegeven.

In Figuren 5A en 5B is het aanbrengen van een 2-10 vouw weergegeven. Hierbij wordt de vouweenheid 19 zodanig ten opzichte van het operatielaken 2 geplaatst dat de langszijde 9 van het operatielaken 2 zich over een relatief kleine afstand sl tussen de beide armen 23, 24 uitstrekt (Figuur 5A) . Vervolgens wordt de klemarm 23k geactiveerd, 15 waarbij het operatielaken 2 tussen de uiteinden van de klemvingers 35a, 35b wordt ingeklemd. Hierna worden de armen 23, 24 over een zeker afstand naar elkaar toe bewogen, waarbij de afstand waarover de langsvouwvingers 25 tot en met 29 in elkaar grijpen (m.a.w. elkaar overlappen) de 20 breedte van de 2-vouw bepaald.

In de Figuren 5C en 5D wordt de situatie getoond waarin de vouweenheid 19 zodanig ten opzichte van het operatielaken 2 geplaatst is dat de langszijde 9 van het operatielaken 2 zich over een relatief grote afstand s2 25 tussen de beide armen 23, 24 uitstrekt (Figuur 5C) .

Vervolgens wordt de klemarm 23k geactiveerd, waarbij het operatielaken 2 tussen de uiteinden van de klemvingers 35a, 35b wordt ingeklemd. Hierna worden de armen 23, 24 over een zeker afstand naar elkaar toe bewogen, waarbij de afstand 30 waarover de langsvouwvingers 25 tot en met 29 in elkaar grijpen (m.a.w. elkaar overlappen) de breedte van de 4-vouw bepaald.

In beide gevallen zorgen de rollen op de uiteinden van de vingers ervoor dat het operatielaken zich tussen de 35 vingers door kan bewegen. Voordat de langsvouwvingers naar elkaar toe bewegen, wordt het operatielaken 2 vastgeklemd door een klemmechanisme 35a. 35b. Als alternatief van dit 18 mechanisch klemmechanisme, kan eventueel ook een klemmechanisme dat werkt met behulp van vacuümopwekking, toegepast worden.

In de uitvoeringsvorm zoals getoond in de figuren 5 5A - 5D is een eerste deel 35b van de kleminrichting op de eerste arm 24 geplaatst. Verder is hierbij voorzien in een pneumatisch of hydraulisch aangedreven tweede arm 23 met vouwvingers 28, 29, en een pneumatisch of hydraulisch aangedreven klemarm 23k die onafhankelijk van de tweede arm 10 23 aangedreven kan worden. Aldus voorziet deze voorbeelduitvoering in een gecombineerde vouw- en kleminrichting, waarbij de eerste arm 24 vast verbonden kan zijn met het uiteinde van de robot arm 18.

In de Figuren 6A tot en met 6D is op schematische 15 wijze het door middel van de langsvouwvingers 125 tot en met 129 van een vouweenheid 119 aanbrengen van een 2-vouw respectievelijk een 4-vouw in een operatielaken 2 weergegeven, op een vergelijkbare wijze zoals getoond in figuren 5A tot en met 5D en zoals hiervoor beschreven. 20 Echter, deze uitvoeringsvorm is voorzien van aparte klemeenheden 135.

Beide uitvoeringsvormen van figuren 5A-5D en 6A-6D hebben overeenkomstig dat het operatielaken 2 op een bepaalde afstand sl, s2 tot de langszijde 9 wordt ingeklemd 25 en dat het gedeelte van het operatielaken 2 tussen de ingeklemde positie en de langszijde wordt gevouwen in een zig-zag vorm. De afstand sl, s2 is onder meer afhankelijk van de afmetingen van het in te pakken materiaal en de afmetingen van het operatielaken 2. In een uitvoering wordt 30 het operatielaken 2 op een zodanige afstand vanaf het in te pakken materiaal geklemd, dat het overschot aan operatielaken 2 dat in de zig-zag vorm gevouwen is, boven op het in te pakken materiaal geplaatst kan worden zoals hieronder in meer detail beschreven.

35 Op schematische wijze worden in Figuren 7A tot en met 7F enkele stappen van het inpakken van te verpakken medische instrumenten in een operatielaken 2 nader 19 verduidelijkt, waarbij Figuur 7E een bovenaanzicht is van Figuur 7D. De langsvouw in het operatielaken 2 nabij de langszijde 9a wordt aangebracht nadat de langsvouw-inrichting, tijdens het vastgrijpen van het operatielaken de 5 langszijde 9a tot op een afstand boven de tafel verplaatst hebben, zoals in Figuur 7A is weergegeven. Hierdoor wordt het operatielaken 2 deels verticaal geplaatst. Hiertoe zijn de vouwinrichtingen 19, 20 tot op een afstand boven de tafel 3a verplaatsbaar. Nadat de langsvouw is aangebracht door de 10 langsvouwvingers in elkaar te doen grijpen (Figuur 7B) worden de langsvouwinrichting zodanig bewogen dat de langsvouw op de te verpakken producten 15 wordt geplaatst (Figuur 7C).

Nu wordt een overname-eenheid 37 omvattende twee 15 sets van twee overnamepennen 38 (Figuren 2 en 7) naar de langsvouwtafel 3a verplaatst (in Figuur 2 weergegeven met doorgetrokken lijnen en verwijzingscijfer 37a). Hierbij worden de overnamepennen 38 in de richting van de tafel 3a bewogen (bijvoorbeeld door neerklappen daarvan op de tafel), 20 zodat het operatielaken 2 enigszins strakgetrokken wordt. Met name tijdens dit straktrekken kan het voordelig zijn indien de klemvingers zijn voorzien van de rollen 34 zoals getoond in figuur 4. Hierdoor kan het operatielaken 2 tussen de rollen 34 in langsrichting bewegen tijdens het strak 25 trekken en kan tegelijkertijd in de richting in hoofdzaak loodrecht op de langsrichting klemming verzekerd worden.

Bovendien wordt dan een vasthoudstrip 39 (Figuur 8) op het deel van het operatielaken boven de te verpakken producten geplaatst, en wordt de vasthoudstrip 39 in een 30 richting dwars op de tafel 3A verplaatst. Hiertoe is de vasthoudstrip 39 verplaatsbaar voor het maken van een verticale slag in de richting van de tafel 3A om het operatielaken 2 licht drukkend in de goede positie te houden. Hierbij wordt opgemerkt dat de vasthoudstrip 39 in 35 de weergegeven uitvoering van een positie naast de tafel 3a tot een positie boven de te verpakken producten wordt bewogen volgens een vlak dat althans nagenoeg evenwijdig aan 20 de tafel 3a ligt, dat de vasthoudstrip 39 bij voorkeur ook is ingericht om een horizontale slag in de langsrichting te maken voor het positioneren van de strip 39 ten opzichte van het in te pakken materiaal, en dat de verplaatsing van de 5 vasthoudstrip 39 voor het verkrijgen van de aandrukking gering is.

De vasthoudpennen 38 zijn daarentegen door een rotatie of zwaaibeweging van tenminste ongeveer 90°, bij voorkeur van ongeveer 180°, van een niet werkzame positie 10 (Zie Figuur 3) tot de werkzame positie (zoals getoond in

Figuur 2) zwaaibaar.

Hierna of gelijktijdig hiermee worden de vouwinrichtingen van een positie aan weerszijden van de eerste langszijde 9a van het op de tafel 3A geplaatste 15 operatielaken 2 tot een positie aan weerszijden van de tweede langszijde 9b van het op de tafel 3A geplaatste operatielaken 2 bewogen voor het aldaar aanbrengen van de tweede langsvouw (zie Figuur 7D) . Deze tweede langsvouw wordt op dezelfde wijze uitgevoerd als de eerste langsvouw.

20 Voordat de langsvouweenheden de langszijde 9b met de tweede langsvouw boven op de te verpakken producten plaatst (Figuur 7E) , worden de overnamepennen 38 teruggezwaaid tot in de niet-werkzame positie. De langszijde 10 wordt boven de in te pakken producten geplaatst, waarna de vasthoudstrip 39 25 teruggetrokken wordt. Hierna worden zowel de overnamepennen 38 als de vasthoudstrip boven op de tweede langsvouw geplaatst. Eventueel kan de inrichting twee aandrukstrips 40 omvatten die nadat de tweede langszijde 10 verticaal is geplaatst, naar een positie 40' zoals weergegeven door 30 onderbroken lijnen in Figuur 7E beweegbaar zijn, zodat een vouwrand 62 van het operatielaken aan de vrije einden daarvan versmalt, zoals aangegeven door de onderbroken lijnen in Figuur 7E. Deze versmalling vergemakkelijkt het latere correcte aanbrengen van de dwarsvouwen.

35 De overname-eenheid 37, zoals getoond in figuur 8, is over een (niet weergegeven) rail beweegbaar tussen de langsvouwtafel 3A en de dwarsvouwtafel 3B. Een over meerdere 21 assen roteerbare robotarm 41 voorzien van een grijper 42 voor het grijpen van een dwarsrand van het operatielaken grijpt de naar de dwarsvouwtafel 3B gerichte dwarszijde van het operatielaken vast, en trekt het operatielaken 2 van de 5 langsvouwtafel 3A naar de dwarsvouwtafel 3B (zie figuur 2) . Tegelijkertijd beweegt de overname-eenheid 37 van de positie weergegeven met verwijzingcijfer 37a naar de positie zoals weergegeven met het verwijzingscijfer 37b. Aldus wordt het operatielaken met de in te pakken producten van de tafel 3A 10 overgebracht naar de dwarsvouwtafel 3B.

Voor het aanbrengen van dwarsvouwen in het zich op de dwarsvouwtafel 3B bevindende operatielaken bevat de inrichting een dwarsvouwmiddel, dat schematisch in Figuren 9A tot en met 9G is weergegeven. Het dwarsvouwmiddel is 15 voorzien van een aantal dwarsvouwpennen 43a, 43b, en bevat tevens een vasthoudstrip 44. Nadat de overname-eenheid 37 in de positie 37b is aangekomen (Figuur 9A), worden de vouwpennen 43a, 43b vanuit een rustpositie uitgeschoven over het te vouwen pakket en wordt de vasthoudstrip 44 boven op 20 de vasthoudstrip 39 geplaatst. Hierna worden de overnamepennen 38 en de vasthoudstrip 39 teruggetrokken en verplaatst de overname-eenheid 37 zich terug naar de langsvouwtafel 3A. De vouwpennen 43a, 43b en de vasthoudstrip 44 nemen de functie van het vasthouden van het 25 operatielaken 2 over van de overeenkomende elementen van de overname-eenheid (Figuur 9B).

De vouwpennen 43a, 43b zijn dus verplaatsbaar van een niet-werkzame positie tot een zich dwars op de langszijden van het pakmateriaal uitstrekkende stand. In een 30 uitvoeringsvorm kunnen de vouwpennen bijvoorbeeld door rotatie of neerklappen op het operatielaken geplaatst worden, echter bij voorkeur zijn de vouwpennen uitschuifbaar vanuit een rustpositie en terugtrekbaar naar de rustpositie. Daarnaast zijn de twee vouwpennen 43a, 43b elk binnen een 35 bepaald bereik in de lengte en hoogte ten opzichte van de tafel 3a verplaatsbaar.

In een uitvoeringsvorm is tenminste één vouwpen 22 43a, 43b voorzien van een schuine voorzijde, waardoor het naar binnen vouwen te vergemakkelijken. Hierbij is de schuine voorzijde naar de vouw gericht.

Ten behoeve van het aanbrengen van de eerste 5 dwarsvouw wordt de vouwpen 43a eerst een weinig naar de tafel 3B bewogen en grijpt de grijper 42 een dwarsrand van het operatielaken 2 vast (Figuur 9C) . Door beweging van de robotarm 41 wordt de grijper nu zodanig tot over en voorbij de vouwpen 43a bewogen dat de eerste dwarsvouw aangebracht 10 wordt. Tijdens de laatste fase van deze vouwbeweging worden de vouwpen 43a en de vasthoudstrip 44 teruggetrokken en daarna weer boven op het teruggevouwen deel van het operatielaken geplaatst (Figuur 9D) en enigszins omlaag gedrukt. De grijper 42 trekt de dwarsrand van het 15 operatielaken nog iets verder om het operatielaken strak te trekken, dat wil zeggen onder een vooraf gedefinieerde spanning, waarna de vasthoudstrip en de vouwpen 43a nog iets verder naar beneden bewogen worden om het gevouwen operatielaken vast te houden. In aanvulling op de grijper 42 2 0 is een vouwmechanisme 45 voorzien voor het over de vouwpen 43b terugvouwen van het operatielaken (Figuur 9E). Het vouwmechanisme 45 is zoals weergegeven uitgevoerd als een door een cilinder 46 roteerbare komvormige hand. Opgemerkt wordt dat in de getoonde uitvoering de vouwpen 43a dicht bij 25 de in te pakken producten is geplaatst, terwijl de vouwpen 43b op enige afstand daarvan geplaatst is.

Vervolgens wordt het operatielaken aan de zojuist over de vouwpen 43b teruggevouwen deel vastgegrepen door de grijper 42 (Figuur 9F), waarbij vlak voor het vastgrijpen de 30 vouwpen 43b teruggetrokken wordt. De vouwpen 43b wordt dan in een positie weergegeven met verwijzingscijfer 43b' dichter bij de in te pakken producten geplaatst en enigszins naar de tafel 3B gedrukt, waarna de grijper de derde dwarsvouw in het operatielaken aanbrengt. In het laatste 35 gedeelte van deze beweging worden de vouwpen 43b' en de vasthoudstrip 44 teruggetrokken. Aldus wordt de verpakking zoals weergegeven in Figuur 9G verkregen. Opgemerkt wordt 23 dat in tegenstelling tot de overname-pennen van de overname-eenheid, de vouwpennen naast dat ze roteerbaar of neerklapbaar zijn tevens in een richting in het vlak van de tafel beweegbaar zijn tot een positie naast de tafel. Om het 5 verkregen pakket te sluiten bevat de robotarm 41 naast de grijper 42 een etiketteerapparaat 47 (Figuur 2) voor het met behulp van een etiket dichtmaken van het gevouwen operatielaken. Daarna worden de dichtgemaakte pakketten afgevoerd via een afvoertransporteur 54 (Figuur 2).

10 De werking van de inrichting wordt m een uitvoeringsvorm geregeld door een besturingsinrichting 36 (Figuur 2). Deze besturingsinrichting 36 bestuurt de werking van de betreffende onderdelen althans mede gebaseerd op de meetsignalen afkomstig van handmatige metingen of de 15 meetinrichting 17, die indicatief zijn voor de afmetingen van de te verpakken medische producten. Hiertoe is de besturingsinrichting 36 (bedraad of draadloos) verbonden met de meetinrichting 17 of een invoerinrichting, bijvoorbeeld een toetsenbord, nabij de meettafel 16. De 20 besturingsinrichting 36 bestuurt tenminste de werking van het langsvouwmiddel, het dwarsvouwmiddel, en de overname-eenheid (onder andere de pennen en de vasthoudstrips daarvan). Gebaseerd op de gemeten afmetingen van de te verpakken medische producten en de afmetingen van het 25 operatielaken, stuurt de besturingsinrichting 36 de afzonderlijke onderdelen zodanig dat: - de langsvouweenheden zodanig ten opzichte van het operatielaken bewogen worden dat het operatielaken aangegrepen wordt op punten afhankelijk van de gemeten 30 totaalafmeting van de te verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal, het over een afstand bewegen van de langsvouwvingers van de tweede arm tot tussen de buitenste langsvouwvingers en aan weerszijden van de middelste 35 langsvouwvinger van de eerste arm, welke afstand afhankelijk is van de gemeten totaalafmeting van de te verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal, 24 het verplaatsen van de pennen en de vasthoudstrips in afhankelijkheid van de gemeten totaalafmeting van de te verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal. Dit alles zodat de gewenste 5 maten A, B, C en D zoals weergegeven in Figuur 1 kunnen worden verkregen.

De in de inrichting gebruikte productdragers 11 zijn voorzien van een bodem 48, van twee zijwanden 49, 50, waarbij de hoogte van de zijwanden 49, 50 instelbaar is, en 10 van een over de bodem 48 verplaatsbare achterwand 51, waarbij de productdrager 11 tegenover de achterwand 51 open is, zoals getoond in figuur 10. De zijwanden 49, 50 kunnen in de vorm zijn van rolgordijnen die langs steunen 52, 53 omhoog- of omlaag beweegbaar zijn. De hoogte van de 15 zijwanden is aanpasbaar aan de gemeten hoogte van de te verpakken medische producten. De achterwand 51 is bijvoorbeeld verschuifbaar door een op het productplaatsingsmiddel aangebrachte cilinderinrichting.

Door relatieve verschuiving van de achterwand ten opzichte 2 0 van de bodem worden op de bodem aanwezige producten van de bodem afgeschoven. Dit vindt in de in de Figuren weergegeven uitvoering zo plaats dat wanneer het productplaatsingsmiddel de volle productdrager op het operatielaken heeft geplaatst de cilinder geactiveerd wordt, en tegelijkertijd het 25 productplaatsingsmiddel zelf in tegengestelde richting bewogen wordt, zodat de achterwand ten opzichte van het operatielaken een vaste positie inneemt en de bodem en de zijwanden van het operatielaken weg worden bewogen zodat de op de bodem aanwezige producten op het operatielaken worden 30 geschoven.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen 35 voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding, in het bijzonder zoals gedefinieerd in de bijgaande conclusies.

Claims (26)

1. Vouwinrichting voor het in een vouwbaar pakmateriaal of in te pakken materiaal maken van een vouw in een eerste richting, waarin de vouwinrichting een klemeenheid en een vouweenheid omvat, 5 waarbij de klemeenheid eerste en twee klemvingers omvat, die ten opzichte van elkaar naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn voor het hiertussen klemmen van het pakmateriaal of in te pakken materiaal, waarbij de vouweenheid in een richting in 10 hoofdzaak dwars op de eerste richting naast de klemeenheid geplaatst is, en een eerste en een tweede vouwarm omvat, die ten opzichte van elkaar naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn, waarbij de eerste vouwarm twee in een richting van de eerste vouwarm uitstrekkende en in 15 hoofdzaak dwars op de eerste richting op afstand van elkaar gelegen eerste vouwvingers omvat, waarbij de tweede vouwarm ten minste één in de richting van de eerste vouwarm uitstrekkende tweede vouwvinger omvat, waarbij de tweede vouwvinger van de tweede arm beweegbaar is tot tussen de 20 eerste vouwvingers van de eerste arm.

2. Vouwinrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste klemvinger van de klemeenheid vast verbonden is met de eerste of tweede vouwarm.

3. Vouwinrichting volgens conclusie 2, waarbij de 25 eerste klemvinger in een richting in hoofdzaak dwars op de eerste richting op afstand naast de vouwvingers of vouwvinger op de vouwarm geplaatst is.

4. Vouwinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vouwvingers elk een vrij uiteinde 3. omvatten en aan de vrije uiteinden van elke vouwvinger ten minste één draaibare vouwrol is geplaatst, waarbij een draaias van de vouwrol in hoofdzaak parallel aan de eerste richting gericht is.

5. Vouwinrichting volgens één der voorgaande 2002676 conclusies, waarbij de klemvingers elk een vrij uiteinde omvatten en aan het vrije uiteinde van althans één van de klemvingers ten minste één draaibare klemrol is geplaatst, waarbij een draaias van de klemrol in hoofdzaak dwars op de 5 eerste richting gericht is.

6. Vouwinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij één of meer van de vouwvingers en/of klemvingers vlakvormig is.

7. Vouwinrichting volgens één der voorgaande 10 conclusies, waarbij een rand aan de vrije uiteinden van de vouwvinger in hoofdzaak parallel aan de eerste richting gericht is.

8. Vouwinrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste vouwarm drie op afstand van 15 elkaar geplaatste vouwvingers omvat, en de tweede vouwarm twee op afstand van elkaar geplaatste vouwvingers omvat, waarbij de vouwvingers van de tweede arm beweegbaar zijn tot tussen de buitenste vouwvingers en aan weerszijden van de middelste vouwvinger van de eerste arm. 2 0

9. Vouwsamenstel voor het in een pakmateriaal inpakken van één of meer te verpakken producten, welk samenstel voorzien is van: - een tafel, - een pakmateriaalplaatsingsmiddel voor het op de 25 tafel plaatsen van het pakmateriaal, waarbij het pakmateriaal een eerste en een daar tegenover gelegen tweede langszijde omvat, - een productplaatsingsmiddel voor het op het op de tafel geplaatste pakmateriaal plaatsen van de één of 30 meer te verpakken producten, - een vouwinrichting volgens één der voorgaande conclusies, voor het in het pakmateriaal maken van een vouw in een eerste richting, waarbij de eerste richting in hoofdzaak parallel is aan de eerste langszijde.

10. Vouwsamenstel volgens conclusie 9, waarbij de vouwinrichting een eerste vouwinrichting is en waarbij het vouwsamenstel verder een tweede vouwinrichting volgens één der conclusies 1-8 omvat, waarbij de eerste vouwinrichting het pakmateriaal kan aangrijpen althans nabij een uiteinde van de eerste langszijde daarvan en de tweede vouwinrichting het pakmateriaal kan aangrijpen althans 5 nabij het andere uiteinde van de eerste langszijde

11. Vouwsamenstel volgens conclusie 10, waarbij de eerste en tweede vouwinrichting beweegbaar zijn tot in een positie aan weerszijden van de eerste langszijde van het op de tafel geplaatst pakmateriaal.

12. Vouwsamenstel volgens conclusie 11, waarbij de eerste en tweede vouwinrichting naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn.

13. Vouwsamenstel volgens één der conclusies 9 - 12, met het kenmerk, dat de vouwinrichting tot op een 15 afstand boven de tafel verplaatsbaar is.

14. Vouwsamenstel volgens één der conclusies 9 - 13, met het kenmerk, dat de vouwinrichting beweegbaar is van een positie bij de eerste langszijde van het op de tafel geplaatste pakmateriaal tot een positie bij de tweede 20 langszijde van het op de tafel geplaatste pakmateriaal.

15. Vouwsamenstel volgens één der conclusies 9 - 14, dat verder voorzien is van een dwarsvouwinrichting voor het in het pakmateriaal maken van een dwars op de langszij den verlopende dwarsvouw, waarin de 25 dwarsvouwinrichting voorzien is van ten minste één vouwpen die verplaatsbaar is tot een zich dwars op de langszij den van het pakmateriaal uitstrekkende stand en van een vouwmechanisme voor het over de vouwpen vouwen van het pakmateriaal.

16. Vouwsamenstel volgens conclusie 15, waarbij de vouwpen in een richting dwars op de tafel beweegbaar is.

17. Vouwsamenstel volgens één der conclusies 9 -16, dat verder voorzien is van een vasthoudstrip, die verplaatsbaar is tot boven een op het pakmateriaal 35 geplaatst product, welke vasthoudstrip tevens in een richting dwars op de tafel verplaatsbaar is.

18. Vouwsamenstel volgens één der conclusies 9 - 17, dat verder voorzien is van een besturingsinrichting voor het besturen van de werking van ten minste de vouwinrichting, de dwarsvouwinrichting, en de vasthoudstrip.

19. Vouwsamenstel volgens conclusie 18, dat verder voorzien is van invoermiddelen omvat voor het invoeren van gegevens betreffende de afmetingen van de te verpakken producten aan de besturingsinrichting.

20. Vouwsamenstel volgens conclusie 18, dat 10 verder voorzien is van een meetinrichting voor het meten van de afmetingen van de te verpakken producten en voor het aan de besturingsinrichting afgeven van een signaal indicatief voor de gemeten afmetingen.

21. Vouwsamenstel volgens conclusie 19 of 20, met 15 het kenmerk, dat gebaseerd op de afmetingen van de te verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal, de besturingsinrichting één of meer handelingen uitvoert gekozen uit de groep bestaande uit: - het zodanig ten opzichte van het pakmateriaal 20 bewegen van althans de eerste vouwinrichting dat het pakmateriaal aangegrepen wordt op punten afhankelijk van de gemeten afmetingen van de te verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal, - het over een afstand bewegen van de vouwvingers 25 van de tweede arm tot tussen de vouwvingers van de eerste arm, welke afstand afhankelijk is van de gemeten afmetingen van de te verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal, het verplaatsen van de vouwpen en de 30 vasthoudstrip in afhankelijkheid van de gemeten afmetingen van de te verpakken producten en de afmetingen van het pakmateriaal.

22. Vouwsamenstel volgens één der conclusies 9 -21, met het kenmerk, dat het vouwsamenstel voorzien is van 3. een etiketteerapparaat voor het met behulp van een etiket dichtmaken van het gevouwen pakmateriaal.

23. Vouwsamenstel volgens één der conclusies 9 - 22, met het kenmerk, dat het vouwsamenstel is voorzien van een voorraadrol voor pakmateriaal, welke voorraadrol geschikt is voor het bevatten van operatielaken als pakmateriaal.

24. Vouwsamenstel volgens één der conclusies 9 - 23, met het kenmerk, dat het vouwsamenstel is voorzien van productdragers, waarbij elke productdrager aangepast is voor het dragen van de één of meer te verpakken producten.

25. Vouwsamenstel volgens conclusie 24, met het 10 kenmerk, dat de productdrager voorzien is van een bodem, van twee zijwanden, waarbij de hoogte van de zijwanden instelbaar is, en van een over de bodem verplaatsbare achterwand, waarbij de productdrager tegenover de achterwand open is.

26. Werkwijze voor het in een vouwbaar pakmateriaal of in te pakken materiaal maken van een vouw in een eerste richting, waarbij de werkwijze de volgende stappen omvat: het verschaffen van een vouwinrichting volgens 20 één der conclusies 1-8; het zodanig ten opzichte van het pakmateriaal of in te pakken materiaal bewegen van de vouwinrichting dat het pakmateriaal of in te pakken materiaal aangegrepen wordt althans nabij een rand in de eerste richting; 25 het over een afstand bewegen van de vouwvingers van de tweede arm tot tussen de vouwvingers van de eerste arm voor het tussen de vouwvingers voeren van het pakmateriaal of in te pakken materiaal voor het maken van de vouw. 2002670