NL2002458C2 - Transportband. - Google Patents

Description

TRANSPORTBAND

5 - ------ - — — ---- - -

De uitvinding heeft betrekking op een transportband met een hoofdvlak en een in dat hoofdvlak gedefinieerde langsrichting, corresponderend met de 10 transportrichting van de transportband, welke transportband een aantal steken omvat, die elk omvatten: twee, elk aan een zijde van een steek aanwezige schakels, die elk gekoppeld zijn met een corresponderende schakel van een in langsrichting aangrenzende steek; 15 een zich althans over een recht middendeel in dwarsrichting ten opzichte van de steken uitstrekkende en met de buitenste twee schakels verbonden pen, die een voorbij het buitenvlak van een schakel uitstekend deel vertoont, dat over ten minste 90° is omgebogen; 20 ten minste één van welke buitenste schakels een algemene U-vorm bezit, welke U zich uitstrekt in het hoofdvlak van de transportband en een zich naar het open einde toe verbredende vorm bezit, zodanig dat de relatief smalle zone aan het gesloten einde in de relatief brede 25 zone aan het open einde van een aangrenzende schakel past; elk van welke pennen zich met een in hoofdzaak vaste relatieve positie uitstrekt door twee eerste doorgaande gaten in de eindzones van de benen van de ü 30 van de schakel en zonder vaste relatieve positie door twee tweede doorgaande gaten in de benen ter plaatse van de relatief smalle zone van een voorliggende schakel, welke tweede gaten zijn uitgevoerd als sleufgaten, die zich in de langsrichting uitstrekken; 35 zodanig, dat twee aan elkaar grenzende steken uit het hoofdvlak beweegbaar zijn en in het hoofdvlak onderling zwenkbaar zijn.

2 00 2 4 5 8 2

Een dergelijke transportband is bijvoorbeeld' bekend uit EP-A-0 377 775.

Deze bekende transportband omvat een aantal pennen, die aan beide zijden over 180° gebogen zijn. De 5 naar binnen gerichte vrije einden zijn ingestoken in respectieve gaten van corresponderende schakels. Van deze transportband volgens de stand der techniek wordt het rechte middendeel van de pen over de schakels geleid en over 180° omgebogen vrije einden ingestoken in de genoemde 10 doorgaande gaten in de eindzones van de benen van de U van de schakel. De pen is bij deze bekende transportband vastgelast op de schakel.

Een bekende transportband omvat kunststof of metalen, zich in hoofdzaak in dwarsrichting uitstrekkende 15 pennen die met de kunststof of metalen schakels verbonden zijn. Tussen de schakels kunnen een of meer metalen of kunststof dragers gemonteerd worden voor het dragen van producten. Een dergelijke opvulling kan bijvoorbeeld bestaan uit spiraaldraad, kunststof modules of 20 dergelijke. Dergelijke transportbanden en dragers zijn algemeen bekend.

In verband met de twee vrijheidsgraden van rotatie, namelijk de scharnierbaarheid uit het hoofdvlak en de zwenkbaarheid in het hoofdvlak, worden 25 transportbanden van dit type, die wel worden aangeduid als "spiraalbanden", voornamelijk toegepast in zogenaamde spiraaltorens, waarin de transportband op de wijze van een helix omhoog respectievelijk omlaag getransporteerd wordt, waardoor er een grote bandlengte op een relatief 30 klein vloeroppervlak wordt gerealiseerd. Hierbij wordt de transportband rond een aangedreven verticale trommel gewikkeld. Door wrijving tussen de verticale trommel en de zijvlakken van de spiraalband wordt de spiraalband aangedreven. In verband daarmee is het van belang, dat de 35 zijvlakken van de band zodanig zijn afgewerkt, dat ze niet kunnen haken in of aan de trommel of de trommel kunnen beschadigen.

3

De momenteel in de markt verkrijgbare metalen transportbanden van het genoemde type zijn alle voorzien van lasverbindingen tussen de pennen en de schakels.

Het is een doel van de uitvinding, een 5 transportband te bieden, die uitstekende eigenschappen bezit, een grote technische betrouwbaarheid vertoont en goedkoop kan worden vervaardigd.

Het is een verder doel van de uitvinding, op eenvoudige wijze te zorgen voor een betrouwbare 10 aandrijving door de trommel van de zijvlakken van de spiraalband.

In verband daarmee vertoont de transportband volgens de uitvinding het kenmerk, dat althans het het meest naar buiten gelegen been van de schakel een derde 15 gat vertoont; de pen met zijn vrije einde is ingestoken in het derde gat van de schakel of een schakel van een naburige steek; en de pen in hoofdzaak gefixeerd is ten opzichte 20 van elke schakel aan de zijden van de transportband, dat wil zeggen geborgd is tegen substantiële verschuiving en rotatie.

Opgemerkt wordt, dat er meer dan twee schakels per steek kunnen worden toegepast. Twee schakels bevinden 25 zich aan de zijden en dienen onder meer voor het overbrengen van trekkrachten voor aandrijving van de transportband door middel van geschikte tandwielen of tandrollen. Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan het zinvol zijn, meer dan twee schakels, verspreid over 30 de breedte van de transportband, per steek toe te passen.

Het genoemde derde gat kan separaat van het sleufgat, dus het tweede gat, gevormd zijn. In een alternatief vertoont echter de transportband de bijzonderheid, dat het derde gat deel uitmaakt van het 35 tweede gat.

Volgens een zeer belangrijk aspect van de uitvinding vertoont de transportband de bijzonderheid, 4 dat het uitstekende, omgebogen deel van de pen zodanig geringe afmetingen vertoont, dat de transportband bij kromming in zijn genoemde hoofdvlak een kromtestraal aan zijn naar het kromtemiddelpunt gerichte zijde kan maken, 5 die kleiner is dan 3 x, bij voorkeur 2,2 x, de breedte van de transportband.

Het gebogen uitstekende deel van de pen is volgens de uitvinding van wezenlijk belang. De radius van de buiging moet in relatie tot de diameter van de pen 10 kleiner zijn dan volgens de stand der techniek om te kunnen voldoen aan de geëiste geringe kromtestraal van de transportband. Deze verhouding tussen de kromtestraal van de neutrale buiglijn en de diameter van de pen moet kleiner zijn dan 1,5.

15 Om de pen voor verschuiving en rotatie ten opzichte van de schakels te borgen vertoont de transportband bij voorkeur de bijzonderheid, dat de fixatie van de pen met de schakel is verzekerd door een plastisch vervormde zone van de pen en/of schakel.

20 Bijvoorbeeld kan de transportband de bijzonderheid vertonen, dat de pen een verbrede zone vertoont, welke zone te breed is om het gat te passeren, zodanig, dat de pen in hoofdzaak gefixeerd is ten opzichte van de schakel door de verbrede zone en het 25 omgebogen deel. Aldus is de schakel opgesloten tussen het gebogen en het verbrede deel.

In een eenvoudige uitvoering vertoont de transportband het kenmerk, dat de verbrede zone door pletten is gevormd.

30 Als alternatief is het, afhankelijk van de bij het aandrijven van de transportband optredende krachten, in sommige gevallen ook mogelijk om, in plaats van de pen en/of de schakel te voorzien van een plastisch vervormde zone, pennen toe te passen met een onronde doorsnedevorm, 35 pennen met verschillende diameters in getrapte relatie, toe te passen, of pennen te gebruiken, waarvan het uiteinde een zekere verbreding vertoont.

5

Ook bij een dergelijke constructie is verzekerd, dat de schakels ten opzichte van de daarmee verbonden dwarspen tegen verdraaiing zijn geborgd. Deze borging is wenselijk om te voorkomen dat een schakel 5 omhoog verdraait aan de binnenradius van de transportband, waardoor deze kan haken achter framedelen van de trommel en/of de bandondersteuning en aldus de band, de trommel en/of de bandondersteuning beschadigd kunnen raken.

10 Deze verdraaiing van een schakel ten opzichte van de pen kan echter ook op andere manieren geblokkeerd worden, ook zonder dat een lasverbinding wordt gebruikt. Bijvoorbeeld kan er een niet-cilindrische vorm van de pen worden gekozen of kan de pen en/of de schakel op een 15 geschikte wijze mechanisch plastisch vervormd worden.

Het is van belang, dat het uitstekende, gebogen deel van de pen dient als aandrijfvlak, wanneer de transportband door de verticale trommel wordt aangedreven. De gebogen vorm is zeer geschikt om te 20 voorkomen, dat de pen haakt achter framedelen.

Zoals hiervoor al besproken, kan de transportband met voordeel zodanig zijn uitgevoerd, dat elk steek vrij is van lasverbindingen. Een nadeel van lassen is de noodzakelijkheid van beitsen en passiveren, 25 omdat de band veelal in direct contact komt met voedingsmiddelen. Het beitsen en passiveren dient om roestvorming te voorkomen.

Verder ontstaan er bij het lassen kieren en spleten, waarin zich micro-organismen kunnen nestelen en 30 vermenigvuldigen. Deze kieren zijn zeer moeilijk en soms zelfs niet bereikbaar voor een reinigingsbewerking, omdat de kieren vaak door de las eenzijdig zijn afgesloten.

Verder is de kwaliteit van een lasverbinding afhankelijk van vele factoren, zoals de homogeniteit van 35 de te lassen materialen, vervuiling door olie, vetten en/of trekzepen, de laspunt van de lastoorts, en andere factoren. Door verbrossing naast de las kan een pen 6 voortijdig en op een volledig onverwacht moment breken, waardoor er stilstand van de productielijn optreedt. Het ontstaan van een slechte las is niet te voorspellen. Het is ondoenlijk om elke las te controleren. Daartoe zou 5 immers destructief onderzoek nodig zijn.

Doordat lasbewerkingen zijn geëlimineerd, is de transportband beter reinigbaar dan bekende transportbanden, omdat er geen eenzijdig gesloten holtes, kieren en spleten meer aanwezig zijn, en vervalt de 10 noodzaak tot beitsen en passiveren, hetgeen kostenreducerend werkt. Ook wordt het voordeel verkregen, dat de materiaalkwaliteit niet wordt aangetast door de hoge lastemperaturen waardoor minder bandbreuk optreedt.

Tenslotte is een groot voordeel van dit aspect 15 van de uitvinding, dat de reproduceerbaarheid van de buiging van de pen en een mechanische vervorming voor het borgen van de schakels en de pennen vele malen groter is dan van een lasproces.

De transportband kan zodanig worden uitgevoerd, 20 dat de pen ten opzichte van een schakel gefixeerd is door ten minste één lasverbinding.

Volgens een specifiek aspect vertoont de transportband de bijzonderheid, dat de verhouding tussen de kromtestraal van de neutrale buiglijn en de diameter 25 van de pen kleiner is dan 1,5.

Volgens een ander, optioneel aspect vertoont de transportband het kenmerk, dat de steken vrij zijn van lasverbindingen.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de 30 hand van bijgaande tekeningen van enkele uitvoeringsvoorbeelden, waartoe de uitvinding zich niet beperkt. In de tekeningen tonen: figuur IA een doorsnede door een deel van een steek volgens de uitvinding; 35 figuur 1B een zijaanzicht vanaf de linkerzijde van de steek volgens figuur IA; figuur 1C een zijaanzicht vanaf de 7 rechterzijde; figuur ID een doorsnede door de pen; figuur 2A een met figuur IA corresponderende doorsnede door een deel van een aantal steken, in een 5 situatie waarin de steken tegen elkaar gedrukt zijn en aldus een minimale onderlinge afstand bezitten; figuur 2B een met figuur 1B corresponderend zijaanzicht van de situatie volgens figuur 2A; figuur 3A een met figuur 2A corresponderend 10 aanzicht van de situatie, waarin de steken onderling op trek belast zijn en aldus de grootst mogelijke onderlinge afstand bezitten; figuur 3B een zijaanzicht van de in figuur 3A getoonde situatie; 15 figuur 3C een met figuur 3A corresponderend aanzicht van een variant, waarin de pen niet voorzien is van een door pletten verbreed deel, maar van een door lassen aangebrachte verbreding; figuur 4 een deel van de transportband, die 20 wordt aangedreven door een aandrijftrommel door aangrijping met de omgebogen einddelen van de pennen; figuur 5A een met figuur 3A corresponderende doorsnede door een tweede uitvoeringsvoorbeeld; figuur 5B een zijaanzicht van de in figuur 5A 25 getoonde situatie; figuur 6A een met figuur 3A corresponderende dwarsdoorsnede door een derde uitvoeringsvoorbeeld; figuur 6B een met figuur 3B corresponderend zijaanzicht van de in figuur 6A getoonde situatie; 30 figuur 7A een met figuur 3A corresponderende dwarsdoorsnede door een vierde uitvoeringsvoorbeeld; figuur 7B een met figuur 3B corresponderend zijaanzicht van de in figuur 7A getoonde situatie; figuur 8A een met figuur 3A corresponderende 35 dwarsdoorsnede door een vijfde uitvoeringsvoorbeeld; figuur 8B een met figuur 3B corresponderend zijaanzicht van de in figuur 8A getoonde situatie.

8

De figuren 1-4 tonen een deel van een transportband 17. De steek 1 omvat (zie ook figuur 4) twee elk aan een zijde van een steek 1 aanwezige schakels 2, die elk gekoppeld zijn met een corresponderend schakel 5 2 van een aangrenzende steek. Tussen de twee schakels 2 van een steek 1 strekt zich een pen 3 uit, die op hierna te omschrijven wijze met de schakels 2 van steek 1 verbonden is.

Elk schakel 2 bezit een algemene U-vorm. De U 10 strekt zich uit in het hoofdvlak van de transportband 17 en bezit een zich naar het open einde 4 toe zich verbredende vorm, zodanig, dat op de bijvoorbeeld in figuur 2A getoonde wijze de relatief smalle zone 5 aan het gesloten einde 6 in de relatief brede zone 7 aan het 15 open einde 4 past.

Elk van de pennen 3 strekt zich met een in hoofdzaak vaste relatieve positie uit door twee eerste doorgaande gaten 8, 9 in de eindzones 10, 11 van de benen 12, 13 van de U van de schakel en zonder vaste relatieve 20 positie door twee tweede doorgaande gaten 14, 15 in de benen 12, 13 ter plaatse van de relatief smalle zone 5 van een voorliggende schakel. Deze tweede gaten 14, 15 zijn uitgevoerd als sleufgaten die zich in de langsrichting 16 uitstrekken.

25 Door de beschreven structuur zijn twee aan elkaar grenzende steken 1 uit het hoofdvlak van de transportband 17 beweegbaar en in het hoofdvlak onderling zwenkbaar. Dit laatste aspect is in het bijzonder goed zichtbaar in figuur 4.

30 Elke pen 3 steekt voorbij het buitenvlak 18, 19 van een schakel uit, is daar over een deel 20 van meer dan 90° omgebogen en is met zijn vrije einde 21 ingestoken in een derde gat 29 in het betreffende been 12 en/of 13.

35 De pen 3 vertoont een door pletten verkregen verbrede zone 23 aan de van het omgebogen deel afgewende zijde. Deze verbrede zone 23 is te breed om het eerste 9 doorgaande gat 8, 9 te passeren, zodanig, dat de pen 3 in hoofdzaak gefixeerd is ten opzichte van de schakel, doordat de schakel noch de verbrede zone 23, noch het omgebogen deel 20 kan passeren.

5 In figuur 1D is schematisch aangegeven, dat het verbrede deel 23 volgens figuur IA correspondeert met een geplette, dus versmalde zone 24.

In de variant volgens figuur 3C is het geplette en daardoor verbrede deel 23 vervangen door een door 10 lassen aangebrachte verbreding 40.

Figuur 4 toont schematisch een in de richting van een pijl 25 roterend aangedreven aandrijftrommel 26, die door middel van wrijvingselementen 27 de buitenvlakken van de omgebogen delen 20 aangrijpt om 15 aldus de volgens figuur 4 gebogen transportband 17 in een helixvormige spiraalbaan aan te drijven.

De figuren 5A en 5B tonen, dat een uitstekend deel 28 van pen 3 over een hoek van meer dan 180° is omgebogen en dat de eindzone van het deel 28 zelfs zover 20 is omgebogen, dat op de getoonde wijze zowel een rotatie-borging als een axiale borging van de pen 3 ten opzichte van de schakel 2 is verkregen.

De figuren 6A en 6B tonen, dat sleufgaten 30 zowel de functie van tweede gat als derde gat vervullen 25 en corresponderend gedimensioneerd zijn, dus een grotere lengte bezitten. Het uitstekende deel 31 van pen 3 is omgebogen over een hoek in de orde van grootte van 135°. Hierdoor is een rotatieborging van pen 3 ten opzichte van schakel 2 gerealiseerd. Een borging tegen axiale 30 verplaatsing is verzekerd door de eerder besproken verbrede zone 23.

De figuren 7A en 7B tonen een uitvoering, waarin het uitstekende deel 35 van pen 3 is ingestoken in het zowel het tweede als het derde gat vormende gat 30 35 van de naburige schakel 2.

De figuren 8A en 8B tonen een variant van de uitvoering volgens figuur 1. In deze uitvoering liggen, 10 anders dan in de hiervoor getoonde en beschreven uitvoeringen, de uitstekende delen 36 van de pennen 3 niet in het hoofdvlak van de transportband, maar vertonen, zoals in het bijzonder figuur 8B duidelijk 5 toont, een schuine stand ten opzichte daarvan.

Opgemerkt wordt, dat de in de figuur 8 getoonde hoek niet tot dit uitvoeringsvoorbeeld beperkt is. Ook andere waarden van de hoek zijn mogelijk.

10 2 00 2 45 8

Claims (12)

1. Transportband met een hoofdvlak en een in dat hoofdvlak gedefinieerde langsrichting, corresponderend met de transportrichting van de 10 transportband, welke transportband een aantal steken omvat, die elk omvatten: twee, elk aan een zijde van een steek aanwezige schakels, die elk gekoppeld zijn met een corresponderende schakel van een in langsrichting aangrenzende steek; 15 een zich althans over een recht middendeel in dwarsrichting ten opzichte van de steken uitstrekkende en met de buitenste twee schakels verbonden pen, die een voorbij het buitenvlak van een schakel uitstekend deel vertoont, dat over ten minste 90° is omgebogen; 20 ten minste één van welke buitenste schakels een algemene U-vorm bezit, welke U zich uitstrekt in het hoofdvlak van de transportband en een zich naar het open einde toe verbredende vorm bezit, zodanig dat de relatief smalle zone aan het gesloten einde in de relatief brede 25 zone aan het open einde van een aangrenzende schakel past; elk van welke pennen zich vanuit het rechte middendeel van de pen met een in hoofdzaak vaste relatieve positie uitstrekt door twee eerste doorgaande 30 gaten in de eindzones van de benen van de U van een schakel en zonder vaste relatieve positie door twee tweede doorgaande gaten in de benen ter plaatse van de relatief smalle zone van een voorgaande schakel, welke tweede gaten zijn uitgevoerd als sleufgaten, die zich in 35 de langsrichting uitstrekken; zodanig, dat twee aan elkaar grenzende steken uit het hoofdvlak beweegbaar zijn en in het hoofdvlak 2002458 onderling zwenkbaar zijn; met het kenmerk, dat althans het het meest naar buiten gelegen been van een schakel een derde gat vertoont; 5 de pen met zijn vrije einde is ingestoken in het derde gat van de schakel of een schakel van een naburige steek; en de pen in hoofdzaak gefixeerd is ten opzichte van elke schakel aan de zijden van de transportband, dat 10 wil zeggen geborgd is tegen substantiële verschuiving en rotatie.

2. Transportband volgens conclusie 1, waarin het derde gat deel uitmaakt van het tweede gat. 15

3. Transportband volgens een der voorgaande conclusies, waarin het uitstekende, omgebogen deel van de pen zodanig geringe afmetingen vertoont, dat de transportband bij kromming in zijn genoemde hoofdvlak een 20 kromtestraal naar het kromtemiddel gerichte zijde kan maken, die kleiner is dan 3 x, bij voorkeur 2,2 x, de breedte van de transportband.

4. Transportband volgens een der voorgaande 25 conclusies, waarin de fixatie van de pen met de schakel is verzekerd door een plastisch vervormde zone van de pen en/of schakel.

5. Transportband volgens conclusie 4, waarin de 30 pen een verbrede zone vertoont, welke zone te breed is om het gat in de schakel te passeren, zodanig, dat de pen in hoofdzaak gefixeerd is ten opzichte van de schakel door de verbrede zone en het omgebogen deel.

5 —

6. Transportband volgens conclusie 5, waarin de verbrede zone door pletten is gevormd. to

7. Transportband volgens conclusie 5, waarin de verbrede zone door een lasbewerking is gevormd.

8. Transportband volgens een der voorgaande 5 conclusies, waarin de pen en/of de schakel bestaan uit een eventueel gewapende kunststof.

9. Transportband volgens een der voorgaande conclusies, waarin de pen en/of schakels bestaan uit een 10 metaal.

10. Transportband volgens een der voorgaande conclusies, waarin de pen ten opzichte van de schakel gefixeerd is door ten minste één lasverbinding. 15

11. Transportband volgens een der voorgaande conclusies, waarin de verhouding tussen de kromtestraal van de neutrale buiglijn en de diameter van de pen kleiner is dan 1,5. 20

12. Transportband volgens een der voorgaande conclusies, waarin de steken vrij zijn van lasverbindingen. 25 2 00 2 4 5 8