NL2002141C - Kinderstoel. - Google Patents

Kinderstoel. Download PDF

Info

Publication number
NL2002141C
NL2002141C NL2002141A NL2002141A NL2002141C NL 2002141 C NL2002141 C NL 2002141C NL 2002141 A NL2002141 A NL 2002141A NL 2002141 A NL2002141 A NL 2002141A NL 2002141 C NL2002141 C NL 2002141C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
seat
child
backrest
coupling
pram
Prior art date
Application number
NL2002141A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacob Geert Arie Boer
Original Assignee
Royalty Bugaboo Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Royalty Bugaboo Gmbh filed Critical Royalty Bugaboo Gmbh
Priority to NL2002141A priority Critical patent/NL2002141C/nl
Priority to PCT/NL2009/050646 priority patent/WO2010050804A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2002141C publication Critical patent/NL2002141C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B7/00Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators
    • B62B7/04Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor
    • B62B7/14Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor with detachable or rotatably-mounted body
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B7/00Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators
    • B62B7/04Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor
    • B62B7/12Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor convertible, e.g. into children's furniture or toy
    • B62B7/123Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor convertible, e.g. into children's furniture or toy from seat to bed
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B9/00Accessories or details specially adapted for children's carriages or perambulators
    • B62B9/10Perambulator bodies; Equipment therefor
    • B62B9/102Perambulator bodies; Equipment therefor characterized by details of the seat
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B9/00Accessories or details specially adapted for children's carriages or perambulators
    • B62B9/10Perambulator bodies; Equipment therefor
    • B62B9/102Perambulator bodies; Equipment therefor characterized by details of the seat
    • B62B9/104Perambulator bodies; Equipment therefor characterized by details of the seat with adjustable or reclining backrests
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B9/00Accessories or details specially adapted for children's carriages or perambulators
    • B62B9/10Perambulator bodies; Equipment therefor
    • B62B9/14Equipment protecting from environmental influences, e.g. Hoods; Weather screens; Cat nets

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Seats For Vehicles (AREA)

Description

KINDERSTOEL
De uitvinding heeft betrekking op een kinderstoel voor op een kinderwagen, 5 omvattende een zitting en een rugleuning, waarbij de rugleuning in stand ten opzichte van de zitting verplaatsbaar is de kinderstoel tenminste een koppelelement omvat voor het daarmee losneembaar koppelen van de kinderstoel aan een koppelorgaan van de kinderwagen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een kinderwagen waaraan een dergelijke kinderstoel te bevestigen is, op een samenstel van een dergelijke 10 kinderwagen en kinderstoel en op de koppeling zelf.
Een dergelijke kinderstoel met koppelelement daarvoor is algemeen bekend. De bekende kinderstoel is met behulp van het koppelelement op een kinderwagen te plaatsen. Daartoe kan een op de kinderwagen aangebracht koppelorgaan in de vorm van een opstaand uitstekend deel in een opening van het koppelelement geschoven worden, 15 waarna een klemmechanisme ervoor zorgt dat de stoel op zijn plek blijft, Om de stoel los te maken van de kinderwagen, kan het klemmechanisme ontgrendeld worden, zodat het uitstekend deel weer uit de opening van het koppelelement geschoven kan worden. Op deze wijze kan de stoel weer van de kinderwagen worden verwijderd, hetgeen voordelig is bij bijvoorbeeld het transporteren of opslaan van de kinderwagen.
20 Het is een bezwaar van de bekende kinderstoel en de daarbij behorende kinderwagen, dat deze relatief onveilig zijn. Bij het koppelen van de kinderstoel op de kinderwagen kan het voorkomen dat de handeling van het koppelen niet helemaal juist uitgevoerd wordt. De omstandigheid kan dan optreden dat de stoel niet op een juiste wijze bevestigd is, waardoor deze in feite los op de kinderwagen geplaatst is. Dit kan 25 leiden tot gevaarlijke situaties, wanneer vervolgens een kind in de stoel geplaatst wordt. De stoel kan bijvoorbeeld van de kinderwagen vallen, hetgeen kan leiden tot letsel bij een in de kinderwagen geplaatst kind.
Daarnaast is het mogelijk dat de stoel van de kinderwagen afgenomen wordt terwijl het kind nog in de stoel zit. Ook dit kan leiden tot gevaarlijke situaties. De stoel 30 dient immers op een bepaalde plek vastgehouden te worden, om het klemmechanisme te ontgrendelen. Bij het optillen van de stoel, zal het krachtenspel op de stoel dusdanig zijn dat er een moment op de stoel uitgeoefend wordt. De stoel kan hierdoor makkelijk 2002141 2 kantelen. De gebruiker die de stoel losneemt, kan hierdoor zijn grip verliezen zodat de stoel valt. Wederom kan dit leiden tot letsel bij het in de stoel geplaatste kind.
Een dergelijke situatie kan zich voordoen in de kinderwagen die is beschreven in de internationale aanvrage WO 2007/053021. De kinderzit van de kinderwagen is 5 zijdelings voorzien van scharnieren met intrekbare pinnen. De pinnen kunnen tegen de werking van een veer in worden teruggetrokken in de genoemde scharnieren zodat het zitje geplaatst kan worden tussen opstaande delen van het hoofdframe. Het zitje is voorts aan weerszijden voorzien van armen, aan elk waarvan een verder pin is aangebracht. Deze verdere pinnen kunnen in pinopvangelementen (pin receptacles) in 10 het hoofdframe worden opgenomen om zodoende het zitje aan het frame te bevestigen. Er is sprake van een vergendelingsmechanisme dat ervoor zorgt dat de kinderzit in elke willekeurige stand daarvan verwijderd kan worden door het doen intrekken van de genoemde pinnen. Ook in de bekende kinderwagen kan derhalve de situatie optreden dat de kinderzit van de kinderwagen af genomen kan worden terwijl het kind nog in de 15 kinderzit aanwezig is.
Het is derhalve een doel van de uitvinding om te voorzien in een kinderstoel waarmee de genoemde bezwaren en/of andere bezwaren van de bekende kinderstoel tenminste gedeeltelijk worden ondervangen
Het is daarnaast een doel van de uitvinding om te voorzien in een snelle, 20 gebruikersvriendelijke en veilige koppeling en ontkoppeling van een kinderstoel aan respectievelijk van een kinderwagen.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt tenminste een van de doelen bereikt in een kinderstoel voor op een kinderwagen, omvattende een zitting en een rugleuning, waarbij de rugleuning in stand ten opzichte van de zitting verplaatsbaar is 25 tussen tenminste één gebruiksstand waarin een kind in de stoel geplaatst kan zijn en ten minste één niet-gebruiksstand waarin geen kind in de stoel geplaatst kan zijn, waarbij de kinderstoel omvat: - tenminste een koppelelement voor het daarmee losneembaar koppelen van de kinderstoel aan een koppelorgaan van de kinderwagen; 30 - tenminste een vergrendelelement voor het daarmee vergrendelen van de koppeling tussen de kinderstoel en de kinderwagen, waarbij een vergrendelelement ingericht is om de koppeling tussen de kinderstoel en de kinderwagen te vergrendelen wanneer de rugleuning zich in een willekeurige 3 gebruiksstand bevindt en om toe te staan dat de stoel losneembaar is van de kinderwagen wanneer de rugleuning zich in een niet-gebruiksstand bevindt.
De stoel dient eerst vanuit een gebruiksstand in een niet-gebruiksstand gebracht te worden om de stoel te kunnen koppelen of te kunnen ontkoppelen en vervolgens los 5 te kunnen nemen. De niet-gebruiksstand is daarbij zodanig gekozen dat deze in de praktijk niet bereikt kan worden wanneer een kind in de stoel zit. Dit betekent dat de stoel niet verwijderbaar is van de kinderwagen, wanneer er een kind in de stoel aanwezig is. Hierdoor wordt de veiligheid voor het kind vergroot. Daarnaast zal bij het koppelen van de stoel deze vanuit de niet-gebruiksstand op de kinderwagen geschoven 10 worden, waarna de stoel in een gebruiksstand gebracht wordt.
Wanneer de rugleuning twee of meer gebruiksstanden heeft, kan het vergrendelement bijvoorbeeld zodanig zijn ingericht, dat in elk van de gebruiksstanden de koppeling van de kinderstoel vergrendeld is. Dit betekent dat in die standen de kinderstoel niet ontkoppeld kan worden. In bepaalde uitvoeringen is het mogelijk dat de 15 rugleuning tussen verschillende gebruiksstanden zwenkbaar blijft, ook wanneer het vergrendelelement de koppeling vergrendeld heeft. In andere uitvoeringen echter is het vergrendelelement ingericht om de kinderstoel, in het bijzonder de rugleuning daarvan, in een bepaalde stand vast te zetten. De rugleuning kan dan bijvoorbeeld niet meer gezwenkt worden zolang het vergrendelelement de koppeling blijft vergrendelen.
20 Bij het in de gebruiksstand (of althans één van de gebruiksstanden) brengen van de stoel zullen in een uitvoeringsvorm van de uitvinding de vergrendelelementen automatisch de koppeling tussen de stoel en de kinderwagen vergrendelen. Pas wanneer de rugleuning in een gebruiksstand is gebracht, kan een kind op de stoel plaatsnemen. Op deze wijze kan een kind niet in een verkeerd bevestigde stoel geplaatst worden, 25 waardoor de veiligheid voor het kind gegarandeerd is.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de kinderstoel een of meer tussen rugleuning en zitting voorziene zwenkelementen voor het tussen de verschillende standen zwenken van de rugleuning. Door te zwenken kan de rugleuning snel en eenvoudig in de gewenste stand ten opzichte van de zitting worden gebracht.
30 Bovendien maakt dit het mogelijk de zitpositie van het kind, meer in het bijzonder de stand van de rug van het kind, zo comfortabel mogelijk in te stellen. De genoemde koppelelementen en vergrendelelementen zijn in een verdere uitvoering geïntegreerd met de zwenkelementen, zodat een compacte constructie verkregen wordt.
4
In een verdere uitvoeringsvorm is de hoek tussen de rugleuning en de zitting in een niet-gebruiksstand kleiner dan de hoek tussen de rugleuning en de zitting in een gebruiksstand. Meer in het bijzonder is de hoek in een niet-gebruiksstand kleiner dan circa 90 graden, zodat in de praktijk geen kind in de stoel geplaatst gaat worden 5 wanneer de rugleuning zich in een niet-gebruiksstand bevindt.
In verdere uitvoeringsvormen is de genoemde hoek kleiner dan 60 graden of zelfs kleiner dan 40 graden is, zodat het praktisch onmogelijk wordt (zelfs als de gebruiker van de kinderwagen dat toch zou willen) om een kind in de kinderstoel te plaatsen.
10 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de genoemde hoek in een gebruiksstand groter dan circa 90 graden, zodat het kind in meer of mindere mate achterover leunt en aldus een comfortabele stand in de stoel kan aannemen.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het koppelelement een geleidersleuf met een geleideropening voor het daarin schuifbaar opnemen van een op 15 de kinderwagen voorzien koppelorgaan. In het geval van een in hoofdzaak vertikaal opgesteld koppelorgaan wordt de stoel bijvoorbeeld neerwaarts verplaatst zodat het koppelorgaan van de kinderwagen via de opening in de sleuf wordt geschoven. In ingeschoven toestand is de stoel gekoppeld met de kinderwagen. De stoel zal gekoppeld blijven met de kinderwagen, totdat de gebruiker deze weer van de 20 kinderwagen optilt.
In de gekoppelde toestand is de stoel derhalve nog niet vergrendeld ten opzichte van de kinderwagen. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een vormvergrendeling (form-lock) waarmee het koppelorgaan aan het koppelelement wordt vergrendeld. Volgens een verdere uitvoeringsvorm sluit het 25 vergrendelingselement in een gebruiksstand van de rugleuning de geleideropening van de geleidersleuf zodanig af dat in een gekoppelde toestand van de kinderwagen het koppelorgaan in de geleidersleuf opgesloten is, waarbij het vergrendelingselement in een niet-gebruiksstand van de rugleuning de geleideropening van de geleidersleuf vrijgeeft zodat het koppelorgaan in en uit de geleidersleuf schuifbaar is.
30 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het zwenkelement (of de zwenkelementen wanneer meer dan één zwenkelement voorzien is) waarmee de rugleuning ten opzichte van de zitting gezwenkt kan worden: - een centrale as met een schijf, waarbij de geleidersleuf in de schijf voorzien is; 5 - een roteerbaar om de schijf aangebrachte huls, waarbij de hulswand voorzien is van een met de geleideropening corresponderende uitsparing, welke uitsparing voor de geleideropening te roteren is om het koppelorgaan vrij te geven en van de geleideropening weg te roteren is om het koppelorgaan te vergrendelen.
5 In een verdere uitvoeringsvorm is de rugleuning verplaatsbaar tussen een aantal (bijvoorbeeld tenminste drie) discrete gebruiksstanden en niet-gebruiksstanden. In andere uitvoeringen is de rugleuning continu (d.w.z. traploos) verstelbaar tussen een aantal gebruiksstanden, terwijl overgang tussen een willekeurige niet-gebruiksstand en een willekeurige gebruiksstand altijd discreet is teneinde het voor de gebruiker 10 duidelijk te maken dat een potentieel gevaarlijke niet-gebruiksstand bereikt is.
De kinderstoel kan zijn voorzien van een bedieningsinrichting voor het bedienen van het vergrendelingselement om verstelling van stand van de rugleuning mogelijk te maken. De bedieningsinrichting kan derhalve niet alleen gebruikt worden om de rugleuning van de stoel op een voor het kind meest comfortabel stand te zetten, 15 maar ook om de kinderstoel te ontgrendelen zodat deze van de kinderwagen losgekoppeld kan worden. In het bijzonder kan, in een bepaalde uitvoeringsvorm, in een bedieningsstand van de bedieningsinrichting de rugleuning verplaatsbaar zijn uitgevoerd tussen de verschillende standen en heeft in een ruststand van de bedieningsinrichting de rugleuning een vaste stand.
20 In een bepaalde uitvoeringsvorm omvat de bedieningsinrichting een bedieningshendel, die nabij het vrije uiteinde van de rugleuning gepositioneerd is. Hierdoor is de bedieningshendel voor de gebruiker goed toegankelijk, ook wanneer een kind in de kinderstoel aanwezig is.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de genoemde bedieningsinrichting 25 ingericht om: - in een ruststand het vergrendelelement de koppeling te vergrendelen; - in een eerste bedieningsstand de koppeling zodanig te ontgrendelen dat er verplaatsing tussen alleen de gebruiksstanden mogelijk is; en om - in een tweede bedieningsstand de koppeling zodanig te ontgrendelen dat er 30 verplaatsing tussen alle gebruiksstanden en niet-gebruiksstanden mogelijk is. Er zijn bijvoorbeeld uitvoeringen waarbij de bedieningsinrichting een hendel omvat, bijvoorbeeld gepositioneerd in het bovenste deel van de rugleuning, die ingedrukt kan worden om de bedieningsinrichting van de ruststand in een van de bedieningsstanden te 6 verplaatsen. Wanneer de hendel over een bepaalde afstand ingedrukt wordt, komt de bedieningsinrichting in de eerste bedieningsstand waarin de rugleuning slechts tussen de rugleuninggebruiksstanden gezwenkt kan worden. Pas wanneer de hendel verder wordt ingedrukt, komt de bedieningsinrichting in de tweede bedieningsstand waarin de 5 rugleuning naar een willekeurige stand (dat wil zeggen gebruiksstand of niet-gebruiksstand) gezwenkt kan worden.
In een andere uitvoeringsvorm is het bedieningselement ten minste gedeeltelijk gecombineerd met het bedieningsmechanisme waarmee de hoogte van de rugleuning te verstellen is. In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het bedieningselement een 10 bedieningshendel, die bijvoorbeeld in het bovenste deel van de rugleuning voorzien is. Bediening van deze hendel maakt niet alleen een hoogteverstelling mogelijk, maar tevens een zwenking van de rugleuning tussen verschillende standen.
Om te voorkomen dat wanneer de kinderstoel van de kinderwagen verwijderd is, de sleuf geblokkeerd wordt door het vergrendelelement omdat er een 15 rotatie van onderdelen van het zwenkelement heeft plaatsgevonden, omvat de kinderstoel in een verdere uitvoeringsvorm een nokelement waarmee de zwenkbeweging van de rugleuning ten opzichte van de zitting te vergrendelen is wanneer de stoel losgenomen is. Hierdoor zal de sleuf altijd op juiste wijze gepositioneerd blijven ten opzichte van de eerder genoemde uitsparing en kan de stoel 20 altijd eenvoudig weer op het frame bevestigd worden.
In een verdere uitvoeringsvorm is een paar koppelelementen voorzien aan weerszijden van de kinderstoel, terwijl ten minste één van de koppelelementen (meestal beide koppelelementen) voorzien is van de genoemde vergrendelelementen.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een kinderwagen voor de 25 hierin beschreven kinderstoel verschaft, de kinderwagen omvattende een gestel voorzien van een aantal wielen, waarbij aan het gestel een of meer koppelorganen zijn aangebracht die zijn uitgevoerd om losneembaar gekoppeld te worden met corresponderende koppelelementen van de kinderstoel.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding 30 zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: 7
Figuren 1 en 2 respectievelijk een zijaanzicht en vooraanzicht in perspectief van een voorkeursuitvoeringsvorm van een kinderwagen met kinderstoel;
Figuren 3 en 4 respectievelijk een zij/vooraanzicht en een zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van de kinderstoel, in een gebruiksstand; 5 Figuur 5A een gedeeltelijk weggenomen zijaanzicht van de kinderwagen met kinderstoel van figuren 3 en 4, in een vrijgeefstand;
Figuur 5B het gedeeltelijk weggenomen zijaanzicht van figuur 5A, in de vrijgeefstand en met een gedeeltelijk ingeschoven koppelorgaan;
Figuur 5C het gedeeltelijk weggenomen zijaanzicht van figuur 5A, met het 10 koppelorgaan volledig ingeschoven en de rugleuning gezwenkt naar een gebruiksstand;
Figuur 6 een verder weggenomen zijdetail van het koppelings-/vergrendelingsmechanisme van de kinderstoel van figuren 5A-5C;
Figuur 7 een schematisch zijaanzicht van de kinderstoel in verschillende standen; en 15 Figuur 8 een gedeeltelijk weggenomen zijaanzicht van het koppelings- /vergrendelingsmechanisme alsmede een deel van de bedieningsinrichting daarvoor.
Een aspect van de uitvinding betreft het koppelingsmechanisme waarmee de kinderstoel aan de kinderwagen te koppelen is. Een van eisen die aan de kinderwagen wordt gesteld is dat de kinderstoel gemakkelijk aan het frame te koppelen en van het 20 frame te ontkoppelen is. Wanneer bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van opstaande insteekschachten aan de zijkant van de stoel die over opstaande uitsteeksels van het frame geschoven kunnen worden teneinde een koppeling tussen het frame en de stoel te bewerkstelligen (zoals hierna beschreven wordt), is het voor de gebruiker gemakkelijk de stoel recht omhoog van het frame te tillen. Om te voorkomen dat de stoel los zou 25 kunnen schieten als een kind erin zit, moeten er voorzieningen getroffen worden. Een verdere reden om voorzieningen te treffen, is dat er voldaan moet worden aan de veiligheidseisen die er aan kinderstoelen gesteld worden. Een mogelijkheid zou zijn om gebruik te maken van een slot waarmee de koppeling op slot gezet kan worden. Wanneer echter gebruik gaat worden gemaakt van een slot, moet men hetzij 30 redundantie inbouwen door twee of meer sloten toe te passen (waarbij alle sloten geopend moeten worden om de stoel te kunnen ontkoppelen), hetzij een gecombineerd primair slot en secundair slot toepassen. Dit brengt de introductie van extra sloten en 8 bijbehorende bedieningsmechanieken met zich mee, hetgeen de complexiteit voor de gebruiker verhoogt.
Figuren 1 en 2 tonen een voorkeursuitvoeringsvorm van een kinderwagen 30 voorzien van een kinderstoel 1 volgens de uitvinding. De kinderwagen omvat een 5 frame 31 dat is opgebouwd uit een linker framedeel 32, een rechter framedeel 33, een frametussendeel 34 alsmede een duwbeugel 35. Het frame 31 is voorzien van een viertal wielen 36 waarmee het geheel over een ondergrond gereden kan worden. Zowel het rechter framedeel 33 als het linker framedeel 32 is voorzien van een steundeel 37, aan elk waarvan een opstaand koppelorgaan 39 (meer gedetailleerd in figuren ? 10 weergegeven) is voorzien. De koppelorganen 39 zijn bestemd voor het aan de kinderwagen 30 losmaakbaar koppelen van de kinderstoel 1.
De kinderstoel 1, welke in meer detail in figuren 3 en 4 is weergegeven, omvat een zitting 2 met een daaraan verbonden rugleuning 3. De rugleuning 3 is met de zitting 2 verbonden via een tweetal aan weerszijden voorziene zwenkelementen 4. De 15 zwenkelementen maken het mogelijk de rugleuning 3 van de stoel 1 al dan niet traploos te zwenken tussen een aantal standen. De standen van de rugleuning zijn door de gebruiker aan te passen. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de rugleuning 3 in een bepaald aantal standen vast te zetten. In figuur 7 is bijvoorbeeld weergegeven dat de rugleuning 3 tussen een geheel neergeklapte stand 40, een halfneergeklapte stand 41, 20 een rechtopstaande stand 42, een opgevouwen stand 43 en een vrijgeefstand 42 te zwenken is. In de geheel neergeklapte stand 40, de halfneergeklapte stand 41 en de rechtopstaande stand 42 kan een kind in de stoel zitten en deze standen worden dan ook de gebruiksstanden genoemd. In de opgevouwen stand 43 en zeker in de vrijgeefstand 42 is het fysiek onmogelijk om een kind in de stoel te laten zitten en deze standen 25 worden dan ook de niet-gebruiksstanden genoemd. Meer algemeen zijn de niet- gebruiksstanden die standen waarin er praktisch gezien geen kind in de kinderstoel kan zitten.
In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de zwenkelementen 4 geïntegreerd met het bevestigingsmechanisme waarmee de stoel aan het frame 31 kan worden gekoppeld 30 en eventueel kan worden vergrendeld. In andere uitvoeringsvormen kunnen de zwenkelementen waarmee de rugleuning 3 ten opzichte van de zitting 2 kan worden gezwenkt apart van het bevestigingsmechanisme.
9
De kinderstoel 1 is voorzien van een beensteun 5, welke middels scharnieren 6 met de zitting 2 verbonden is. De beensteun 5 kan in verschillende standen ten opzichte van de zitting 2 vastgezet worden, zoals in figuur 7 is weergegeven, en heeft als functie de benen van het kind een extra ondersteuning te 5 bieden. Verder is de stoel voorzien van steunen 7 waarmee een zonnescherm, bijvoorbeeld de in figuren 1 en 2 getoonde opvouwbare zonnekap 45, en soortgelijke accessoires, aan de kinderstoel bevestigd kunnen worden.
Aan een bovenzijde van de rugleuning 3 is tevens een handgreep 8 van een bedieningsinrichting 39 verwerkt waarmee het zwenken van de rugleuning 3 mogelijk 10 kan worden gemaakt. De bedieningsinrichting 39 omvat de handgreep 8, een daaraan bevestigd en in de rugleuning 3 verschuifbaar aangebracht, in hoofdzaak U-vormig overbrengingsdeel 38 (figuur 3) alsmede een in elk van de zwenkelementen 4 voorzien bedieningsmechanisme waarmee de rugleuning 3 geblokkeerd en gedeblokkeerd kan worden. Het overbrengingsdeel 38 bevindt zich in gebruik tussen de binnenzijde van de 15 rugleuning 3 en een beschermingshoes (niet weergegeven) waartegen de rug van kind rust. Het overbrengingsdeel kan op- en neerwaarts (figuur 3, richting P|) verschoven worden. De opwaartse verplaatsing vindt plaats door het inknijpen van de bedieningshendel of handgreep 8. De neerwaartse verplaatsing vindt plaats door de hendel of greep 8 los te laten, waarna het geheel onder invloed van een of meer veren 20 (niet getoond in de figuren) naar beneden schuift. De op- en neergaande beweging van het overbrengingsdeel 38 wordt door het eerder genoemde bedieningsmechanisme omgezet in beweging van een later te beschrijven blokkeringsnok 50 (figuur 8). Met deze blokkeringsnok 50 kan de rugleuning 3 ten opzichte van de zitting 2 geblokkeerd worden zodat geen onderlinge zwenkbeweging meer mogelijk is.
25 Het bedieningsmechanisme kan eveneens met de constructie van de beensteun 5 verbonden zijn. Op deze wijze kan het mogelijk worden gemaakt de beensteun 5 mee te laten bewegen met een beweging van de rugleuning 3.
Het koppelingsmechanisme waarmee de stoel 1 aan de kinderwagen 30 gekoppeld is, is in meer detail weergegeven in figuren 4, 5A-5C. Deze figuren tonen 30 het aan één zijde van de kinderstoel voorzien koppelingsmechanisme. Het tweede, aan de tegenoverliggende zijde van de kinderstoel gesitueerde koppelingsmechanisme is op soortgelijke wijze uitgevoerd. Het getoonde koppelingsmechanisme omvat een om een centrale as 10 aangebrachte ronde koppelschijf 15. De koppelschijf 15 is voorzien van 10 een langgerekte geleidersleuf 11. De geleidersleuf 11 is aan één uiteinde 46 gesloten en aan het tegenoverliggende uiteinde 47 voorzien van een sleufopening 47. Roteerbaar om de koppelschijf 15 is een cilindrische huls 13 aangebracht. De huls 13 is voorzien van een uitsparing 12. De uitsparing 12 heeft vorm en afmetingen die overeenkomen 5 met de opening 47 in de geleidersleuf 11.
De huls 13 is direct of indirect bevestigd aan de rugleuning 3 of is daarmee aan één stuk gevormd en roteert derhalve wanneer de rugleuning 3 gezwenkt wordt. De schijf 15 is verbonden met de zitting 2 en blijft derhalve stationair tijdens het zwenken van de rugleuning 3.
10 In gebruik, kan de stoel 1 op eenvoudige wijze gekoppeld worden aan de kinderwagen 30 of waarvan worden losgekoppeld, zoals hierna beschreven wordt. In figuur 5A is de rugleuning 3 weergegeven wanneer deze zich in de vrijgeefstand 44 bevindt. In deze stand is de sleufopening 47 van de geleidersleuf 11 van de koppelschijf 15 opgelijnd met de uitsparing 12 in de huls 13, zodat de geleidersleuf 11 vanaf de 15 onderzijde toegankelijk is. Dit maakt het mogelijk om de stoel in neerwaartse richting (richting P2, figuur 5B) over de eerder genoemde koppelorganen 39 te schuiven, zoals is weergegeven in figuur 5B. Meer specifiek schuift elk van de koppelorganen 39 via de sleufopening 47 in de geleidersleuf 11 totdat het uiteinde van elk van de koppelorganen aanligt tegen het gesloten uiteinden van de geleidersleuf.
20 Vervolgens wordt de rugleuning 3 gezwenkt naar een van de gebruiksstanden 40-42, bijvoorbeeld naar de in figuren 4 en 5C weergegeven rechtopstaande stand 42, In deze stand 42 is de uitsparing 12 in de huls 13 geroteerd over een zodanige hoek dat de uitsparing 42 niet meer opgelijnd is met de sleufopening 47 van de geleidersleuf 11 van de koppelschijf 15. In rechtopstaande stand 42, in feite 25 in elk van de gebruiksstanden, is de uitsparing 12 zodanig ver geroteerd, dat het betreffende koppelelement 49 geheel opgesloten wordt door de wand van de huls 13 en de geleidingssleuf 11. Hierdoor is het onmogelijk geworden om de koppelorganen 39 los te koppelen van de koppelelementen, in het bijzonder de koppelschijven 15 en wordt voorkomen dat de stoel los kan komen van de kinderwagen.
30 Afhankelijk van de wens van de gebruiker kan de rugleuning 3 tussen de verschillende gebruiksstanden 40-42 gezwenkt worden om zodoende de meest comfortabele stand voor het kind te kunnen realiseren, zonder dat daarbij de kans bestaat dat de stoel loskomt van de kinderwagen. Pas wanneer het kind eenmaal weer 11 van de kinderstoel 1 verwijderd is en de rugleuning van de stoel teruggeklapt is naar de in figuur 7 weergegeven vrijgeefstand, zijn de uitsparing 12 van de koppelschijf 15 en de opening 47 van de geleidersleuf 11 weer opgelijnd en kan de kinderstoel veilig van de kinderwagen 30 verwijderd worden door de kinderstoel 1 opwaarts te tillen en de 5 koppelorganen 39 uit de geleidersleuf 11 te verwijderen.
Zoals eerder reeds is opgemerkt, kan in de vrijgeefstand 44 van de rugleuning 3 er niet een kind in de kinderstoel geplaatst worden. Dit zorgt ervoor dat de kinderstoel niet losgenomen kan worden wanneer een kind nog in de stoel zit. In een vergrendelde positie van het bevestigingsmiddel, daarentegen, bevindt de rugleuning 3 10 zich in een gebruiksstand, en kan een kind in de stoel geplaatst worden. Het is in deze stand echter onmogelijk om de stoel 1 op de wagen 30 te plaatsen, of om de stoel van de kinderwagen 30 af te halen.
Zoals hierboven reeds beschreven is, kan de rugleuning bij bediening van het bedieningsmechanisme al dan niet handmatig in verschillende zwenkstanden (al 15 dan niet gebruiksstanden) gezwenkt worden. Meer specifiek, kan de hendel 8 worden ingedrukt en uit een ruststand in een eerste bedieningsstand worden gebracht. Verwijzend naar figuren 3, 6 en 8, kan een nokelement 53 van het overbrengingsdeel 38 naar boven en naar beneden worden verplaatst door de genoemde verplaatsing van de bedieningshendel 8. Wanneer de bedieningshendel 8 zich in de ruststand bevindt, 20 bevindt de nok 53 zich in één van de uitsparingen 50 die voorzien zijn in het omtreksoppervlak van de koppelschijf 15. Doordat de rugleuning vast verbonden is met de koppelschijf 15, kan deze in de russtand van de bedieningsnok 53 niet gezwenkt worden en is de rugleuning dus in één van de standen gefixeerd. Wanneer de hendel 8 wordt verplaatst naar de eerste bedieningsstand en daarmee de nok 53 omhoog wordt 25 opgetild, kan de nok uit de uitsparing 50 komen om daarmee rotatie van de koppelschijf 15 mogelijk te maken. Wanneer de koppelschijf 15 kan roteren betekent dit dat ook de daaraan vast bevestigde rugleuning gezwenkt kan worden.
In de in figuur 8 weergegeven uitvoering worden de uitsparingen 50 gevormd tussen nokken 51,52. De nokken 52 zijn echter minder hoog dan nokken 51.
30 Dit betekent dat om rotatie van de koppelschijf 15 mogelijk te maken, de bedieningsnok 53 minder ver behoeft te worden opgetild wanneer deze zich in één van de uitsparingen tussen nokken 52 van een relatief kleine hoogte bevindt, terwijl de bedieningsnok 53 verder moet worden opgetild wanneer deze zich in een van de 12 uitsparingen bevindt die gesitueerd is tussen twee relatief hoge nokken 51. Met ander woorden, om de rugleuning te zwenken tussen twee of meer gebruiksstanden, moet de bedieningshendel 8 vanaf de russtand over een relatief kleine hoogte tot in de eerste bedieningsstand worden opgetild. In de eerste bedieningsstand van de bedieningsnok 5 53 is verplaatsing van de rugleuning naar een niet-gebruiksstand echter niet mogelijk.
Pas wanneer de bedieningshendel 8 verder is ingedrukt en gebracht is naar een tweede bedieningsstand en derhalve ook bedieningsnok 53 verder omhoog is verplaatst, kan de rugleuning ook naar de niet-gebruiksstanden verplaatst worden.
Om de kinderstoel te verwijderen van de kinderwagen, moet derhalve 10 allereerst de hendel of greep 8 in de tweede bedieningsstand worden gebracht en moet daarna de rugleuning in een niet-gebruiksstand worden geplaatst. Pas dan kan de stoel van de wagen verwijderd worden. Dit maakt het mogelijk extra vergrendelingen, knoppen en/of sloten te vermijden, hetgeen het bedieningsgemak voor de gebruiker vergroot. Bijkomende voordelen zijn dat de kinderzit compact kan worden uitgevoerd 15 doordat rugleuning parallel aan zitting komt te liggen
De onderhavige uitvinding is niet beperkt door de hierin beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden veeleer bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei aanpassingen en modificaties denkbaar zijn.
20 20 Q2 14T*i

Claims (23)

1. Kinderstoel voor op een kinderwagen, omvattende een zitting en een rugleuning, waarbij de rugleuning in stand ten opzichte van de zitting verplaatsbaar is 5 tussen tenminste één gebruiksstand waarin een kind in de stoel geplaatst kan zijn en ten minste één niet-gebruiksstand waarin geen kind in de stoel geplaatst kan zijn, waarbij de kinderstoel omvat: - tenminste een koppelelement voor het daarmee losneembaar koppelen van de kinderstoel aan een koppelorgaan van de kinderwagen; 10. tenminste een vergrendelelement voor het daarmee vergrendelen van de koppeling tussen de kinderstoel en de kinderwagen, waarbij een vergrendelelement ingericht is om de koppeling tussen de kinderstoel en de kinderwagen te vergrendelen wanneer de rugleuning zich in een willekeurige gebruiksstand bevindt en om toe te staan dat de stoel losneembaar is van de 15 kinderwagen wanneer de rugleuning zich in een niet-gebruiksstand bevindt.
2. Kinderstoel volgens conclusie 1, waarin het vergrendelelement is ingericht om de koppeling tussen de kinderstoel en de kinderwagen alleen te vergrendelen wanneer de rugleuning zich in een gebruiksstand bevindt en om toe te 20 staan dat de stoel losneembaar is van de kinderwagen alleen wanneer de rugleuning zich in een niet-gebruiksstand bevindt.
3. Kinderstoel volgens conclusie 1 of 2, waarin het vergrendelement is ingericht om de kinderstoel, in het bijzonder de rugleuning daarvan, in een bepaalde 25 stand vast te zetten.
4. Kinderstoel volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een of meer tussen rugleuning en zitting voorziene zwenkelementen voor het tussen de verschillende standen zwenken van de rugleuning, waarbij de hoek tussen de 30 rugleuning en de zitting in een niet-gebruiksstand kleiner is dan de hoek tussen de rugleuning en de zitting in een gebruiksstand. [combinatie voormalige conclusie 2 en 3] 2002141
5. Kinderstoel volgens conclusie 4, waarbij de hoek in een niet-gebruiksstand kleiner dan circa 90 graden, bij voorkeur kleiner dan 60 graden, met nog meer voorkeur kleiner dan 40 graden is en/of waarbij in een niet-gebruiksstand de rugleuning nabij, en in hoofdzaak parallel aan, de zitting geplaatst is en/of waarbij de 5 hoek in een gebruiksstand groter is dan circa 90 graden. [combinatie voormalige conclusies 4,5 en 6]
6. Kinderstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het koppelelement een geleidersleuf met een geleideropening omvat voor het daarin 10 schuifbaar opnemen van een op de kinderwagen voorzien koppelorgaan.
7. Kinderstoel volgens conclusie 6, waarbij het vergrendelingselement in een gebruiksstand van de rugleuning de geleideropening van de geleidersleuf zodanig afsluit dat in een gekoppelde toestand van de kinderwagen het koppelorgaan in de 15 geleidersleuf opgesloten is en waarbij het vergrendelingselement in een niet- gebruiksstand van de rugleuning de geleideropening van de geleidersleuf vrijgeeft zodat het koppelorgaan in en uit de geleidersleuf schuifbaar is.
8. Kinderstoel volgens conclusie 2, waarbij het zwenkelement zowel het 20 koppelelement als het vergrendelingselement omvat.
9. Kinderstoel volgens conclusie 8, waarbij het zwenkelement omvat: - een centrale as met een schijf, waarbij de geleidersleuf in de schijf voorzien is; - een roteerbaar om de schijf aangebrachte huls, waarbij de hulswand voorzien is 25 van een met de geleideropening corresponderende uitsparing, welke uitsparing voor de geleideropening te roteren is om het koppelorgaan vrij te geven en van de geleideropening weg te roteren is om het koppelorgaan te vergrendelen
10. Kinderstoel volgens conclusie 9, waarbij de schijf en de huls bevestigd 30 zijn aan of gevormd zijn met respectievelijk de zitting en de rugleuning van de kinderstoel.
11. Kinderstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rugleuning in een aantal vooraf bepaalde, discrete standen vast te zetten is.
12. Kinderstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 5 kinderstoel voorzien is van een bedieningsinrichting voor het bedienen van het vergrendelelement om verstelling van stand van de rugleuning mogelijk te maken.
13. Kinderstoel volgens conclusie 12, waarbij in een bedieningsstand van de bedieningsinrichting de rugleuning verplaatsbaar is tussen de verschillende standen 10 en waarbij in een ruststand van de bedieningsinrichting de rugleuning een vaste stand heeft.
14. Kinderstoel volgens conclusie 12 of 13, waarbij de bedieningsinrichting een bedieningshendel omvat die nabij het vrije uiteinde van de rugleuning 15 gepositioneerd is.
15. Kinderstoel volgens een van de conclusies 12-14, waarin de bedieningsinrichting is ingericht om: - in een ruststand het vergrendelelement de koppeling te vergrendelen; 20. in een eerste bedieningsstand de koppeling zodanig te ontgrendelen dat er verplaatsing tussen alleen de gebruiksstanden mogelijk is; en om - in een tweede bedieningsstand de koppeling zodanig te ontgrendelen dat er verplaatsing tussen alle gebruiksstanden en niet-gebruiksstanden mogelijk is.
16. Kinderstoel volgens een van de conclusies 12-15, waarin het bedieningselement tenminste gedeeltelijk gecombineerd is met het bedieningsmechanisme waarmee de hoogte van de rugleuning te verstellen is.
17. Kinderstoel volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een 30 nokelement waarmee de zwenkbeweging van de rugleuning ten opzichte van de zitting te vergrendelen is wanneer de stoel losgenomen is.
18. Kinderstoel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een paar koppelelementen voorzien is aan weerszijden van de kinderstoel.
19. Kinderwagen voor een stoel volgens een van de voorgaande conclusies, 5 de kinderwagen omvattend een gestel voorzien van een aantal wielen, waarbij aan het gestel een of meer koppelorganen zijn aangebracht die zijn uitgevoerd om losneembaar gekoppeld te worden met corresponderende koppelelementen van de kinderstoel.
20. Kinderwagen volgens conclusie 19, voorzien van koppelorganen die, in 10 gebruik, zich aan weerzijden van de kinderstoel uitstrekken.
21. Samenstel van een kinderwagen volgens een van de conclusies 19-20 en een kinderstoel volgens een van de conclusies 1-18. 15
22.Koppeling voor een kinderstoel op een kinderwagen, waarbij de kinderstoel een zitting en een rugleuning omvat en de rugleuning in stand ten opzichte van de zitting verplaatsbaar is tussen tenminste één gebruiksstand waarin een kind in de stoel geplaatst kan zijn en ten minste één niet-gebruiksstand waarin geen kind in de stoel geplaatst kan zijn, en waarbij de kinderwagen voorzien van ten minste een 20 koppelorgaan, de koppeling omvattende: - tenminste een koppelelement voor het daarmee losneembaar koppelen van de kinderstoel aan het koppelorgaan; - tenminste een vergrendelelement voor het daarmee vergrendelen van de koppeling tussen de kinderstoel en de kinderwagen, 25 waarbij een vergrendelelement ingericht is om, in gekoppelde toestand, de koppeling tussen de kinderstoel en de kinderwagen te vergrendelen wanneer de rugleuning zich in een willekeurige gebruiksstand bevindt en om toe te staan dat de stoel losneembaar is van de kinderwagen wanneer de rugleuning zich in een niet-gebruiksstand bevindt.
23. Koppeling volgens conclusie 22 en verder zoals gedefinieerd in een van de conclusies 1-20, 20 02 1 41'
NL2002141A 2008-10-27 2008-10-27 Kinderstoel. NL2002141C (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002141A NL2002141C (nl) 2008-10-27 2008-10-27 Kinderstoel.
PCT/NL2009/050646 WO2010050804A1 (en) 2008-10-27 2009-10-26 Child's seat

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002141A NL2002141C (nl) 2008-10-27 2008-10-27 Kinderstoel.
NL2002141 2008-10-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2002141C true NL2002141C (nl) 2010-04-28

Family

ID=40974559

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2002141A NL2002141C (nl) 2008-10-27 2008-10-27 Kinderstoel.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2002141C (nl)
WO (1) WO2010050804A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102273854A (zh) * 2010-06-09 2011-12-14 明门香港股份有限公司 具有多向使用状态的婴幼儿承载装置及其操作方法

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN101954922A (zh) * 2009-07-16 2011-01-26 中山市隆成日用制品有限公司 一种婴儿车座位可拆结构
CN102211609B (zh) * 2010-04-01 2013-09-25 明门香港股份有限公司 婴儿承载装置
US9333977B2 (en) 2013-09-20 2016-05-10 Radio Flyer Inc. Multipurpose wagon
DE102015102538A1 (de) * 2015-02-23 2016-08-25 Cybex Gmbh Zusammenklappbarer Kindersitz sowie Kinderwagen mit einem solchen Kindersitz
NL2020064B1 (en) * 2017-12-12 2019-06-21 Royalty Bugaboo Gmbh Compact foldable stroller
CN115042851A (zh) * 2019-01-29 2022-09-13 明门(中国)幼童用品有限公司 枢转座机构及包含该枢转座机构的儿童推车
CN114475758A (zh) * 2020-10-23 2022-05-13 明门瑞士股份有限公司 可收折的儿童载具

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4736959A (en) * 1986-02-05 1988-04-12 Amatech Corporation Convertible carriage
EP0422812A1 (en) * 1989-10-07 1991-04-17 BRITAX-TEUTONIA KINDERWAGENFABRIK GmbH Pushchair
WO2007053021A1 (en) * 2005-11-01 2007-05-10 Royalty Bugaboo Gmbh Folding stroller, such as a buggy, comprising a detachable and foldable seat

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4736959A (en) * 1986-02-05 1988-04-12 Amatech Corporation Convertible carriage
EP0422812A1 (en) * 1989-10-07 1991-04-17 BRITAX-TEUTONIA KINDERWAGENFABRIK GmbH Pushchair
WO2007053021A1 (en) * 2005-11-01 2007-05-10 Royalty Bugaboo Gmbh Folding stroller, such as a buggy, comprising a detachable and foldable seat

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102273854A (zh) * 2010-06-09 2011-12-14 明门香港股份有限公司 具有多向使用状态的婴幼儿承载装置及其操作方法
CN102273854B (zh) * 2010-06-09 2013-07-31 明门香港股份有限公司 具有多向使用状态的婴幼儿承载装置及其操作方法

Also Published As

Publication number Publication date
WO2010050804A1 (en) 2010-05-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2002141C (nl) Kinderstoel.
CN112224270B (zh) 手推车
CN210227562U (zh) 用于提供高脚椅的设备
US7334836B2 (en) Foldable chair
US7686322B2 (en) Foldable stroller with memory recline
US6161898A (en) Adjustable highchair
US5707104A (en) Highchair with improved closing mechanism
TWI526355B (zh) 嬰兒車及相關的使用方法
KR20080025133A (ko) 조절 가능한 높은 의자
US20050146168A1 (en) High chair
US5833261A (en) Footrest movable between two positions
EP2832625B1 (en) A stroller frame and a foldable and detachable chair frame
US11052932B2 (en) Foldable tricycle
EP3998910B1 (en) Booster seat for children
RU2745333C2 (ru) Шасси коляски и коляска
EP3177184A1 (fr) Dispositif de puériculture, tel qu'un transat ou une chaise-haute
GB2566816B (en) A stroller
CN112074434B (zh) 用于安装在机动车座椅上的儿童座椅
EP3998911B1 (en) Booster seat for children
EP0979766B1 (en) Baby buggies
GB2566817A (en) A stroller
JPH1059187A (ja) 着座装置のリクライニング機構
AU2006255479A1 (en) Adjustable high chair