NL2002119C - Taatsdeurscharnier. - Google Patents
Taatsdeurscharnier. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2002119C NL2002119C NL2002119A NL2002119A NL2002119C NL 2002119 C NL2002119 C NL 2002119C NL 2002119 A NL2002119 A NL 2002119A NL 2002119 A NL2002119 A NL 2002119A NL 2002119 C NL2002119 C NL 2002119C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cam
- pivot
- hinge
- door
- engaging
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05D—HINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
- E05D7/00—Hinges or pivots of special construction
- E05D7/08—Hinges or pivots of special construction for use in suspensions comprising two spigots placed at opposite edges of the wing, especially at the top and the bottom, e.g. trunnions
- E05D7/081—Hinges or pivots of special construction for use in suspensions comprising two spigots placed at opposite edges of the wing, especially at the top and the bottom, e.g. trunnions the pivot axis of the wing being situated near one edge of the wing, especially at the top and bottom, e.g. trunnions
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05D—HINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
- E05D11/00—Additional features or accessories of hinges
- E05D11/10—Devices for preventing movement between relatively-movable hinge parts
- E05D11/1028—Devices for preventing movement between relatively-movable hinge parts for maintaining the hinge in two or more positions, e.g. intermediate or fully open
- E05D11/1078—Devices for preventing movement between relatively-movable hinge parts for maintaining the hinge in two or more positions, e.g. intermediate or fully open the maintaining means acting parallel to the pivot
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Hinges (AREA)
Description
P86463NL00
Titel: taats deur scharnier
De uitvinding heeft betrekking op een taatsdeurscharnier voor het scharnierhaar koppelen van een taatsdeur aan een nabij de taatsdeur gesitueerde horizontale begrenzing van de deuropening.
Taatsdeurscharnieren maken, doordat ze worden aangebracht aan 5 de bovenzijde en onderzijde van een deur, een relatief groot scharnierbereik mogelijk. Deuren voorzien van dergelijke scharnieren worden ook wel taatsdeuren genoemd. Sommige taatsdeurscharnieren omvatten een, veelal hydraulisch, voorkeursstandenmechanisme voor het in bepaalde voorkeursscharnierstanden dringen van de taatsdeur. Zo kan de taatsdeur 10 door een gebruiker eenvoudig in een aantal discrete voorkeursscharnierstanden worden gezet, bijvoorbeeld een gesloten stand of open stand. In die voorkeursscharnierstanden is een extra kracht nodig om het scharnier uit die voorkeursscharnierstand te bewegen in vergelijking met de kracht die nodig is voor het bewegen van het scharnier tussen twee 15 dergelijke voorkeursscharnierstanden. Wanneer een taatsdeur eenmaal in een dergelijke voorkeursstand staat, bijvoorbeeld een open of gesloten stand van de deur, kan deze niet onbedoeld, bijvoorbeeld door een tochtstroom, uit die voorkeursstand worden bewogen.
Uit GB 404 854 A en GB 1 265 871 A zijn taatsdeurscharnieren 20 bekend die een dergelijk voorkeursstandenmechanisme hebben, welk mechanisme tenminste deels in een uitsparing in de taatsdeur is geplaatst. Dergelijke bekende voorkeursstandenmechanismen zijn omvangrijk.
Daarom wordt tegenwoordig het voorkeursstandenmechanisme veelal verzonken aangehracht in de vloer. In de vloer moet dan een 25 aanzienlijke ruimte worden vrijgemaakt om het voorkeursstandenmechanisme te bergen en het scharnier te plaatsen. Het maken van een omvangrijke put in de vloer is om meerdere reden ongewenst. Zo kunnen leidingen beschadigd raken die in de vloer zijn 2 aangebracht, of kan de vloer te dun zijn voor het maken van een put die voldoende diep is om het mechanisme te bergen. Verder kan de vloer bijvoorbeeld uit een materiaal zijn vervaardigd dat zich niet leent voor het eenvoudig achteraf aanbrengen van een dergelijke vloerput, zoals beton, 5 staal, etc., of kan het bijvoorbeeld gewenst zijn (monumentale) marmeren of houten vloeren zo weinig mogelijk te beschadigen.
Het is een doel van de uitvinding om tenminste een alternatief voorkeursscharnierstandenmechanisme voor een taatsdeur te verschaffen, en meer in het bijzonder een dergelijk alternatief mechanisme dat compact 10 is.
Hiertoe verschaft de uitvinding een taatsdeurscharnier voor het scharnierbaar koppelen van een taatsdeur aan een nabij de deur gesitueerde horizontale begrenzing van de deuropening, omvattende: - een scharnieras; 15 - een eerste deel ingericht voor het verbinden van het scharnier met de horizontale begrenzing; - een tweede deel ingericht voor het verbinden van het scharnier met een bovenzijde of een onderzijde van de taatsdeur, waarbij het eerste deel en het tweede deel onderling scharnierbaar zijn om de scharnieras voor 20 het realiseren van de scharnierbaarheid van het scharnier; en - een nokkenmechanisme dat tenminste één veerelement en tenminste twee, onder een tenminste parallel aan de as van de scharnieras gerichte door het tenminste ene veerelement leverbare veerkracht nauwsluitend op elkaar aangrijpbare aangrijpelementen omvat, waarvan 25 een eerste aangrijpelement ingericht is om zodanig verbonden te zijn met het eerste deel dat het relatieve scharnierbewegingen van het eerste deel volgt en waarvan een tweede aangrijpelement ingericht is om zodanig verbonden te zijn met het tweede deel dat het relatieve scharnierbewegingen van het tweede deel volgt, waarbij het ene van het 30 eerste en het tweede aangrijpelement tenminste één nok en/of 3 nokopneemuitsparing omvat en het andere van het eerste en het tweede aangrijpelement tenminste één met de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het ene aangrijpelement nauwsluitend aangrijpbare nok en/of nokopneemuitsparing omvat voor het realiseren van 5 tenminste één voorkeursscharnierstand van het scharnier waarin de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het ene aangrijpelement in nauwsluitende aangrijping is met de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het andere aangrijpelement, zodanig dat tijdens het in en uit de tenminste ene voorkeursscharnierstand scharnieren van het 10 scharnier de op elkaar aangrijpende eerste en tweede aangrijpelementen onder genoemde veerkracht ten opzichte van elkaar bewegen met tenminste een bewegingscomponent in een richting parallel aan de as van de scharnieras.
Doordat, tijdens het in en uit de tenminste ene 15 voorkeursscharnierstand scharnieren van het scharnier, de op elkaar aangrijpende eerste en tweede aangrijpelementen onder genoemde, tenminste parallel aan de as van de scharnieras gerichte veerkracht ten opzichte van elkaar bewegen met tenminste een bewegingscomponent in een richting parallel aan de as van de scharnieras, is volgens de uitvinding 20 een compact vormgegeven taatsdeurscharnier mogelijk, waarin de essentiële componenten van het taatsdeurscharnier in de nabijheid van de as van de scharnieras gerangschikt zijn.
Bij voorkeur is genoemde veerkracht van het tenminste ene veerelement instelbaar. Met behulp van dergelijke instelbaarheid kan de 25 mate van stabiliteit van de voorkeursscharnierstand(en) ingesteld worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm maakt de scharnieras deel uit van het eerste deel, is het eerste aangrijpelement een eerste nokkenschijf die in bedrijf coaxiaal met de scharnieras aan de scharnieras bevestigd is, en is het tweede aangrijpelement een tweede nokkenschijf die in bedrijf 4 coaxiaal met de scharnieras geplaatst is. Een dergelijke configuratie komt de compactheid van het taatsdeurscharnier verder ten goede.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het nokkenmechanisme een derde aangrijpelement, soortgelijk aan het eerste of 5 het tweede aangrijpelement, waarbij de drie aangrijpelementen ingericht zijn om onderling in lijn gesitueerd te zijn, en wel parallel aan de as van de scharnieras, waarbij het eerste of het tweede aangrijpelement een tussen de twee andere aangrijpelementen geplaatst middelste aangrijpelement is en aan zijn naar het derde aangrijpelement gekeerde zijde voorzien is van 10 tenminste één additionele nok en/of nokopneemuitsparing waarop het derde aangrijpelement met zijn tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing onder een soortgelijke veerkracht nauwsluitend aangrijpbaar is voor het realiseren van de tenminste ene voorkeursscharnierstand waarin de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het derde 15 aangrijpelement in nauwsluitende aangrijping is met de betreffende tenminste ene additionele nok en/of nokopneemuitsparing van het middelste aangrijpelement, zodanig dat tijdens het in en uit de tenminste ene voorkeursscharnierstand scharnieren van het scharnier tevens de op elkaar aangrijpende middelste en derde aangrijpelementen onder genoemde 20 soortgelijke veerkracht ten opzichte van elkaar bewegen met tenminste een bewegingscomponent in een richting parallel aan de as van de scharnieras. Dergelijke toepassing van een dergelijk derde aangrijpelement vergroot de verende aangrijpgebieden tussen de verschillende nok en/of nokopneemuitsparingen van de verschillende aangrijpelementen, hetgeen 25 een verdergaande stabiliteit van de voorkeursscharnierstand(en) mogelijk maakt. Een dergelijke verdergaande stabiliteit is van voordeel indien het taatsdeurscharnier toegepast wordt bij grotere en/of zwaardere taatsdeuren.
Bij voorkeur is het derde aangrijpelement een derde nokkenschijf die in bedrijf coaxiaal met de scharnieras geplaatst is. Dit komt de 30 compactheid van het taatsdeurscharnier verder ten goede.
5
Bij het tot zover beschreven taatsdeurscharnier kan het tweede deel ingericht zijn voor een zodanige gedeeltelijke plaatsing in een uitsparing in de horizontale begrenzing (bijvoorbeeld een put in de vloer) dat daarbij tevens het nokkenmechanisme geheel of gedeeltelijk in die 5 uitsparing is opgenomen in de zin dat althans de nok en/of nokopneemuitsparing van elk van de aangrijpelementen en eventueel tevens het tenminste ene veerelement in die uitsparing zijn opgenomen. Maar ook kan bij het tot zover beschreven taatsdeurscharnier het tweede deel ingericht zijn voor een zodanige geheel of gedeeltelijke plaatsing tegen 10 een zijde van de taatsdeur dat daarbij tevens het nokkenmechanisme geheel of gedeeltelijk tegen die zijde is geplaatst in de zin dat althans de nok en/of nokopneemuitsparing van elk van de aangrijpelementen en eventueel tevens het tenminste ene veerelement tegen die zijde is geplaatst.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede deel 15 ingericht voor een zodanige geheel of gedeeltelijke plaatsing in een deuruitsparing in de taatsdeur dat daarbij tevens het nokkenmechanisme geheel of gedeeltelijk in de deuruitsparing is opgenomen in de zin dat althans de nok en/of nokopneemuitsparing van elk van de aangrijpelementen in de deuruitsparing zijn opgenomen.
20 Ook kan bij genoemde plaatsing in die deuruitsparing tevens het tenminste ene veerelement in die deuruitsparing zijn opgenomen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het tenminste ene veerelement, bij genoemde plaatsing in de deuruitsparing, gesitueerd aan een naar de horizontale begrenzing gekeerde zijde van genoemde 25 aangrijpelementen. Hierdoor is het tenminste ene veerelement eenvoudig toegankelijk voor bijvoorbeeld vervanging van het veerelement of bijvoorbeeld voor instelling van de veerkracht.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het tweede deel een in de deuruitsparing opneembare behuizing voor het scharnierbaar 30 opnemen van de scharnieras en voor het omvatten van althans een gedeelte 6 van het nokkenmechanisme. Dit komt de eenvoud van de montage van het taatsdeurscharnier aan de taatsdeur ten goede en maakt een betrouwbare krachtenoverdracht mogelijk tussen taatsdeur en het daaraan bevestigde taatsdeurscharnier.
5 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het eerste deel een met de scharnieras verbonden in hoofdzaak plaatvormig deel voor het verbinden van het scharnier met de horizontale begrenzing. Een plaatvormig verbindingsdeel is voordelig omdat de krachten die door de taatsdeur op het scharnier worden uitgeoefend over een relatief groot 10 oppervlak kunnen worden overgebracht naar de horizontale begrenzing, zodat piekbelastingen worden voorkomen, terwijl de doorgang van de deuropening niet noemenswaardig wordt beperkt, zelfs niet wanneer het deel onverdiept wordt aangebracht op de horizontale begrenzing,
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het eerste deel 15 ingericht voor het glijdend verbinden van het scharnier met een railsysteem voor gebruik van deuren of wanddelen die onderdeel uitmaken van een schuifwand. De delen van een dergelijke wand moeten kunnen scharnieren tussen een eerste stand met de wandvlakken in eikaars verlengende en parallel aan de rails, voor het vormen van een wand, en een tweede stand 20 met de wandvlakken parallel aan elkaar en dwars op de rails voor het opbergen van de schuifwand. In de laatste stand kunnen de wanddelen over de rails met de wandvlakken tegen elkaar worden geschoven om op compacte wijze te worden opgeslagen.
De uitvinding wordt tevens belichaamd in een taatsdeur die 25 voorzien is van tenminste één taatsdeurscharnier zoals hierboven beschreven.
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met verwijzing naar de schematische figuren in de bij gevoegde tekening.
7
Fig, 1 toont in vooraanzicht een voorbeeld van een taatsdeur in gesloten stand, welke taatsdeur voorzien is van twee taatsdeurscharnieren volgens een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Fig. 2 toont, in perspectief en in uiteengenomen toestand, een van 5 de twee in Fig, 1 getoonde taatsdeurscharnieren.
Fig. 3 toont, in langsdoorsnede, het in Fig. 2 getoonde taatsdeurscharnier in een in elkaar gezette toestand.
Fig. 4 toont, in perspectief en in uiteengenomen toestand, een voorbeeld van een andere uitvoeringsvorm van een taatsdeurscharnier 10 volgens de uitvinding.
Fig. 5 toont, in langsdoorsnede, het in Fig. 4 getoonde taatsdeurscharnier in een in elkaar gezette toestand.
In de verschillende figuren worden soortgelijke onderdelen en aspecten van de verschillende uitvoeringsvormen soms aangeduid met 15 dezelfde referentietekens.
In Fig. 1 is een taatsdeur 7 getoond met een nabij de deur gesitueerde begrenzing van de deuropening. Van genoemde begrenzing zijn de horizontale delen getoond in de vorm van een vloer 8 en een bovendeel 9 van een deurkozijn. De taatsdeur 7 is voorzien van twee soortgelijke 20 taatsdeurscharnieren 6 volgens de uitvinding, waarvan één in meer detail getoond is in de Figuren 2 en 3. Opgemerkt wordt dat de taatsdeur in plaats van twee taatsdeurscharnieren volgens de uitvinding ook slechts één dergelijk taatsdeurscharnier kan hebben, bijvoorbeeld alleen aan de onderzijde of alleen aan de bovenzijde van de taatsdeur. Het andere 25 scharnier kan dan van een ander type zijn.
Het scharnier 6 omvat een scharnieras 3, een eerste deel 1 ingericht voor het verbinden van het scharnier 6 met de horizontale begrenzing 8, 9, en een tweede deel 2 ingericht voor het verbinden van het scharnier met een bovenzijde of een onderzijde van de taatsdeur 7, waarbij 30 het eerste deel en het tweede deel onderling scharnierbaar zijn om de 8 scharnieras 3 voor het realiseren van de scharnierbaarheid van het scharnier.
In het getoonde voorbeeld omvat het eerste deel 1 een plaat 40, bijvoorbeeld een vloerplaat, alsmede de scharnieras 3 die aan die plaat 40 5 stevig bevestigd is. In het voorbeeld omvat het tweede deel 2 een behuizingselement 41, in dit geval in de vorm van een extrusieprofiel. Het behuizingselement 41 kan in een deuruitsparing opgenomen worden, zoals in Fig. 1 getoond is met onderbroken lijnen.
Het scharnier 6 omvat voorts een nokkenmechanisme dat 10 tenminste één veerelement 32 en tenminste twee, onder een tenminste parallel aan de as van de scharnieras 3 gerichte door het tenminste ene veerelement leverbare veerkracht nauwsluitend op elkaar aangrijpbare aangrijpelementen 11, 12 omvat,
Het eerste aangrijpelement 11 is ingericht om zodanig verbonden 15 te zijn met het eerste deel 1 dat het relatieve scharnierbewegingen van het eerste deel 1 volgt. In het getoonde voorbeeld is dat gerealiseerd doordat het eerste aangrijpelement 11 door middel van een hout 45 zodanig aan de scharnieras 3 wordt gefixeerd dat het niet kan draaien om de scharnieras 3.
Het tweede aangrijpelement 12 is ingericht om zodanig verbonden 20 te zijn met het tweede deel 2 dat het relatieve scharnierbewegingen van het tweede deel 2 volgt. In het getoonde voorbeeld is dat gerealiseerd doordat het tweede aangrijpelement 12 sleuven 49 heeft die passen om bijbehorende ribben 50 van het behuizingselement 41. De sleuven 49 en de ribben 50 strekken zich in het voorbeeld uit in een richting parallel aan de as van de 25 scharnieras 3.
Het eerste aangrijpelement 11 omvat tenminste één nok en/of nokopneemuitsparing 21 en het tweede aangrijpelement 12 omvat tenminste één met de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het eerste aangrijpelement 11 nauwsluitend aangrijpbare nok en/of 30 nokopneemuitsparing 22. In het getoonde voorbeeld is dit gerealiseerd 9 doordat het eerste aangrijpelement 11 een eerste nokkenschijf is die in bedrijf coaxiaal met de scharnieras 3 aan de scharnieras 3 bevestigd is, en doordat het tweede aangrijpelement 12 een tweede nokkenschijf is die in bedrijf coaxiaal met de scharnieras 3 geplaatst is.
5 In bedrijf is een slotplaat 42 door middel van bouten 46 aan het behuizingselement 41 bevestigd, waarbij het veerelement 32, in het voorbeeld een schroefveer, tussen het tweede aangrijpelement 12 en de slotplaat 42 is geklemd. Tussen de slotplaat 42 en de schroefveer 32 bevindt zich nog een stelmoer 44 voor de schroefveer 32, welke stelmoer 44 in 10 aangrijping is met een bijbehorende stelschroef 43 die met een geschikte sleutel bedienbaar is op een plaats tussen de plaat 40 en de slotplaat 42. In het voorbeeld is de schroefveer 32 dus gesitueerd aan een naar de betreffende horizontale begrenzing 8, 9 gekeerde zijde van genoemde aangrijpelementen 11, 12. Opgemerkt wordt dat voorts nog een aantal 15 geschikte ringen kunnen worden toegepast, zoals de getoonde segerring 48 en borgring 47.
Aldus is tenminste één voorkeursscharnierstand van het scharnier 6 gerealiseerd waarin de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing 21 van het eerste aangrijpelement 11 in nauwsluitende aangrijping is met de 20 tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing 22 van het tweede aangrijpelement 12, zodanig dat tijdens het in en uit de tenminste ene voorkeursscharnierstand scharnieren van het scharnier 6 de op elkaar aangrijpende eerste en tweede aangrijpelementen 11, 12 onder de veerkracht van de schroefveer 32 ten opzichte van elkaar bewegen met 25 tenminste een bewegingscomponent in een richting parallel aan de as van de scharnieras 3. In het getoonde voorbeeld is de gewenste relatieve beweging mogelijk doordat de sleuven 49 van het tweede aangrijpelement 12 kunnen schuiven over de ribben 50 van het behuizingselement 41.
Verwezen wordt nu naar het in de Figuren 4 en 5 getoonde 30 uitvoeringsvoorbeeld. Het uitvoeringsvoorbeeld van Figuren 4 en 5 is in 10 belangrijke mate gelijksoortig aan het uitvoeringsvoorbeeld van Figuren 2 en 3. Daarom zijn, zoals bovenstaand reeds genoemd, een aantal onderling overeenkomstige onderdelen van de twee verschillende uitvoeringsvormen aangeduid met dezelfde referentietekens. Een uitzondering is daarbij 5 gemaakt voor de eerste en tweede aangrijpelementen die in de Figuren 4 en 5 aangeduid worden met de respektieve referentiecijfers 111 en 112, terwijl hun soortgelijke varianten in de Figuren 2 en 3 aangeduid werden met de respektieve referentiecijfers 11 en 12.
Een belangrijk verschil tussen de twee verschillende voorbeelden is 10 dat in het voorbeeld van de Figuren 4 en 5 het nokkenmechanisme een derde aangrijpelement 114, soortgelijk aan het eerste of het tweede aangrijpelement 111, 112, omvat, waarbij de drie aangrijpelementen 111, 112, 114 ingericht zijn om onderling in lijn gesitueerd te zijn, en wel parallel aan de as van de scharnieras 3, waarbij het eerste aangrijpelement 15 111 een tussen de twee andere aangrijpelementen 112, 114 geplaatst middelste aangrijpelement is en aan zijn naar het derde aangrijpelement 114 gekeerde zijde voorzien is van tenminste één additionele nok en/of nokopneemuitsparing 23 waarop het derde aangrijpelement 114 met zijn tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing 24 onder een soortgelijke 20 veerkracht nauwsluitend aangrijpbaar is voor het realiseren van de tenminste ene voorkeursscharnierstand waarin de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het derde aangrijpelement 114 in nauwsluitende aangrijping is met de tenminste ene additionele nok en/of nokopneemuitsparing 23 van het middelste aangrijpelement 111, zodanig 25 dat tijdens het in en uit de tenminste ene voorkeursscharnierstand scharnieren van het scharnier tevens de op elkaar aangrijpende middelste 111 en derde 114 aangrijpelementen onder genoemde soortgelijke veerkracht ten opzichte van elkaar bewegen met tenminste een bewegingscomponent in een richting parallel aan de as van de scharnieras 30 3.
11
In het voorbeeld is het derde aangrijpelement 114 een derde nokkenschijf die in bedrijf coaxiaal met de scharnieras 3 geplaatst is. In bedrijf is een sluitplaat 51 door middel van bouten aan het behuizingselement 41 bevestigd, waarbij een tweede veerelement 34, in het 5 voorbeeld een schroefveer, tussen het derde aangrijpelement 114 en de sluitplaat 51 is geklemd voor het realiseren van genoemde soortgelijke veerkracht.
Elk van de onderdelen in de bovengenoemde voorbeelden kan op diverse wijzen en van diverse materialen vervaardigd zijn. Zo kunnen de 10 scharnieras 3 en de vloerplaat 40 bijvoorbeeld van roestvrij staal zijn en kan het behuizingselement 41 bijvoorbeeld een aluminium extrusieprofiel zijn. Het eerste aangrijpelement 11, 111 kan bijvoorbeeld een gietdeel zijn, bijvoorbeeld van brons, en de tweede en derde aangrijpelementen 12, 112, 114 kunnen bijvoorbeeld spuitgietdelen van nylon zijn.
15 Opgemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn. In de getoonde voorbeelden is het tweede aangrijpelement 12, 112 dat de relatieve scharnierbewegingen van het tweede deel 2 volgt verend beweegbaar ten 20 opzichte van het eerste deel 1, terwijl het eerste aangrijpelement 11, 111 dat de relatieve scharnierbewegingen van het eerste deel 1 volgt niet verend beweegbaar is ten opzichte van het eerste deel 1. Dit kan, in andere uitvoeringsvormen, ook andersom gerealiseerd zijn doordat het tweede aangrijpelement 12, 112 dat de relatieve scharnierbewegingen van het 25 tweede deel 2 volgt niet verend beweegbaar is ten opzichte van het eerste deel 1, terwijl het eerste aangrijpelement 11, 111 dat de relatieve scharnierbewegingen van het eerste deel 1 volgt wel verend beweegbaar is ten opzichte van het eerste deel 1. Maar ook zijn andere uitvoeringsvormen mogelijk waarin zowel het tweede aangrijpelement 12, 112 als het eerste 30 aangrijpelement 11, 111 verend beweegbaar zijn ten opzichte van het eerste 12 deel 1. Andere varianten of modificaties zijn echter ook mogelijk. Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.
5
Claims (12)
1. Taatsdeur scharnier voor het scharnierhaar koppelen van een taatsdeur (7) aan een nabij de deur gesitueerde horizontale begrenzing (8, 9. van de deuropening, omvattende: - een scharnieras (3); 5. een eerste deel (1) ingericht voor het verbinden van het scharnier (6; 106) met de horizontale begrenzing; - een tweede deel (2) ingericht voor het verbinden van het scharnier met een bovenzijde of een onderzijde van de taatsdeur, waarbij het eerste deel en het tweede deel onderling scharnierhaar zijn om de 10 scharnieras voor het realiseren van de scharnierbaarheid van het scharnier; en - een nokkenmechanisme dat tenminste één veerelement (32) en tenminste twee, onder een tenminste parallel aan de as van de scharnieras gerichte door het tenminste ene veerelement leverbare veerkracht 15 nauwsluitend op elkaar aangrijpbare aangrijpelementen (11, 12; 111, 112) omvat, waarvan een eerste aangrijpelement (11; 111) ingericht is om zodanig verbonden te zijn met het eerste deel dat het relatieve scharnierbewegingen van het eerste deel volgt en waarvan een tweede aangrijpelement (12; 112) ingericht is om zodanig verbonden te zijn met het 20 tweede deel dat het relatieve scharnierbewegingen van het tweede deel volgt, waarbij het ene van het eerste en het tweede aangrijpelement tenminste één nok en/of nokopneemuitsparing (21) omvat en het andere van het eerste en het tweede aangrijpelement tenminste één met de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het ene aangrijpelement 25 nauwsluitend aangrijpbare nok en/of nokopneemuitsparing (22) omvat voor het realiseren van tenminste één voorkeursscharnierstand van het scharnier waarin de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het ene aangrijpelement in nauwsluitende aangrijping is met de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het andere aangrijpelement, zodanig dat tijdens het in en uit de tenminste ene voorkeursscharnierstand scharnieren van het scharnier de op elkaar aangrijpende eerste en tweede 5 aangrijpelementen onder genoemde veerkracht ten opzichte van elkaar bewegen met tenminste een bewegingscomponent in een richting parallel aan de as van de scharnieras.
2. Taatsdeurscharnier volgens conclusie 1, waarbij genoemde 10 veerkracht van het tenminste ene veerelement (32) instelbaar is.
3. Taatsdeurscharnier volgens conclusie 1 of 2, waarbij de scharnieras (3) deel uitmaakt van het eerste deel (1), het eerste aangrijpelement (11; 111) een eerste nokkenschijf is die in bedrijf coaxiaal 15 met de scharnieras aan de scharnieras bevestigd is, en het tweede aangrijpelement (12; 112) een tweede nokkenschijf is die in bedrijf coaxiaal met de scharnieras geplaatst is.
4. Taatsdeurscharnier volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 20 het nokkenmechanisme een derde aangrijpelement (114), soortgelijk aan het eerste of het tweede aangrijpelement (111, 112), omvat, waarbij de drie aangrijpelementen (111, 112, 114) ingericht zijn om onderling in lijn gesitueerd te zijn, en wel parallel aan de as van de scharnieras, waarbij het eerste of het tweede aangrijpelement een tussen de twee andere 25 aangrijpelementen geplaatst middelste aangrijpelement (111) is en aan zijn naar het derde aangrijpelement (114) gekeerde zijde voorzien is van tenminste één additionele nok en/of nokopneemuitsparing (23) waarop het derde aangrijpelement (114) met zijn tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing (24) onder een soortgelijke veerkracht nauwsluitend 30 aangrijpbaar is voor het realiseren van de tenminste ene voorkeursscharnierstand waarin de tenminste ene nok en/of nokopneemuitsparing van het derde aangrijpelement in nauwsluitende aangrijping is met de betreffende tenminste ene additionele nok en/of nokopneemuitsparing van het middelste aangrijpelement, zodanig dat 5 tijdens het in en uit de tenminste ene voorkeursscharnierstand scharnieren van het scharnier tevens de op elkaar aangrijpende middelste en derde aangrijpelementen onder genoemde soortgelijke veerkracht ten opzichte van elkaar bewegen met tenminste een bewegingscomponent in een richting parallel aan de as van de scharnieras. 10
5. Taatsdeurscharnier volgens conclusie 4, voorzover afhankelijk van conclusie 3, waarbij het derde aangrijpelement (114) een derde nokkenschijf is die in bedrijf coaxiaal met de scharnieras (3) geplaatst is.
6. Taatsdeurscharnier volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tweede deel (2) is ingericht voor een zodanige geheel of gedeeltelijke plaatsing in een deuruitsparing in de taatsdeur (7) dat daarbij tevens het nokkenmechanisme geheel of gedeeltelijk in de deuruitsparing is opgenomen in de zin dat althans de nok en/of nokopneemuitsparing van elk 20 van de aangrijpelementen in de deuruitsparing zijn opgenomen.
7. Taatsdeurscharnier volgens conclusie 6 en voorts zodanig ingericht dat bij genoemde plaatsing in de deuruitsparing tevens het tenminste ene veerelement (32) in de deuruitsparing is opgenomen. 25
8. Taatsdeurscharnier volgens conclusie 7 en voorts zodanig ingericht dat bij genoemde plaatsing in de deuruitsparing het tenminste ene veerelement (32) gesitueerd is aan een naar de horizontale begrenzing (8, 9) gekeerde zijde van genoemde aangrijpelementen. 30
9. Taatsdeurscharnier volgens een der conclusies 6 t/m 8, waarbij het tweede deel (2) een in de deuruitsparing opneembare behuizing (41) omvat voor het scharnierbaar opnemen van de scharnieras (3) en voor het omvatten van althans een gedeelte van het nokkenmechanisme. 5
10. Taatsdeurscharnier volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel (1) een met de scharnieras (3) verbonden in hoofdzaak plaatvormig deel (40) omvat voor het verbinden van het scharnier (6; 106) met de horizontale begrenzing (8, 9). 10
11. Taatsdeurscharnier volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste deel (1) is ingericht voor het glijdend verbinden van het scharnier met een railsysteem.
12. Taatsdeur voorzien van tenminste één taatsdeurscharnier (6; 106) volgens een der voorgaande conclusies.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002119A NL2002119C (nl) | 2008-10-21 | 2008-10-21 | Taatsdeurscharnier. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002119A NL2002119C (nl) | 2008-10-21 | 2008-10-21 | Taatsdeurscharnier. |
NL2002119 | 2008-10-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2002119C true NL2002119C (nl) | 2010-04-22 |
Family
ID=40595699
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2002119A NL2002119C (nl) | 2008-10-21 | 2008-10-21 | Taatsdeurscharnier. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2002119C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN105102747A (zh) * | 2013-01-16 | 2015-11-25 | 哈利安控股有限公司 | 耳轴门铰链 |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3063089A (en) * | 1960-11-01 | 1962-11-13 | Greenman Nathan | Hinge for swinging doors |
US20050044661A1 (en) * | 2003-08-29 | 2005-03-03 | Sojin Corporation | Door-closing device using a cam |
DE102004015475A1 (de) * | 2004-03-26 | 2005-10-13 | Schüring GmbH & Co. Fenster-Technologie KG | Gelenkband |
-
2008
- 2008-10-21 NL NL2002119A patent/NL2002119C/nl active
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3063089A (en) * | 1960-11-01 | 1962-11-13 | Greenman Nathan | Hinge for swinging doors |
US20050044661A1 (en) * | 2003-08-29 | 2005-03-03 | Sojin Corporation | Door-closing device using a cam |
DE102004015475A1 (de) * | 2004-03-26 | 2005-10-13 | Schüring GmbH & Co. Fenster-Technologie KG | Gelenkband |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN105102747A (zh) * | 2013-01-16 | 2015-11-25 | 哈利安控股有限公司 | 耳轴门铰链 |
CN105102747B (zh) * | 2013-01-16 | 2017-06-09 | 哈利安控股有限公司 | 耳轴门铰链 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
TWI661794B (zh) | 引導系統以及具有該引導系統的配置與家具 | |
KR102302033B1 (ko) | 유압 힌지, 특히 도어용 은폐 힌지 | |
US20200254917A1 (en) | Tailgate with integrated loading ramp system | |
US7111363B2 (en) | Door hinge structure for refrigerator | |
BE1017949A5 (nl) | Beslag van een raam en onderdelen daarvoor. | |
US20060289530A1 (en) | Hideaway oven door | |
US9611682B2 (en) | Device for a movable furniture part, and piece of furniture | |
CN103510775B (zh) | 具有门铰链组件的制冷器具 | |
NL2010134C2 (nl) | Taatsdeurscharnier. | |
US20110232036A1 (en) | Door Construction with Closing Pivot Hinges Integrated Into Door Panel | |
NL2002119C (nl) | Taatsdeurscharnier. | |
US9702177B2 (en) | Low-bulkiness hinge | |
US20090241288A1 (en) | Snap hinge for supporting a closure element | |
JP2020519793A (ja) | 家具ヒンジ | |
NL2002710C2 (nl) | Deuraandrijving met aanvullend sluitmechanisme. | |
NL1012647C2 (nl) | Open-dakconstructie voor een voertuig. | |
KR20160029943A (ko) | 트럭용 윙도어 잠금장치 | |
BE1022322B1 (nl) | Scharnier | |
NL1033780C2 (nl) | Slot. | |
TWI674353B (zh) | 家具鉸鏈 | |
EP2785159A1 (fr) | Coffret comprenant deux parties articulées munies de moyen de verrouillage | |
NL1024340C2 (nl) | Deursysteem. | |
NL2011353C2 (en) | Sliding door rail assembly for closing an opening in a wall. | |
EP1693541A2 (en) | Support and guide for sliding doors in wardrobes | |
US20060060736A1 (en) | Knuckle arm |