NL2001963C

NL2001963C - Inrichting voor het paarsgewijs koppelen van roteerbare assen van systemen voor raambekleding.

Info

Publication number: NL2001963C
Application number: NL2001963A
Authority: NL
Inventors: Wouter Hendriks; Ruben Vries; Bas Klein Tuente; Harry Davids
Original assignee: Coulisse Bv
Priority date: 2008-09-09
Filing date: 2008-09-09
Publication date: 2010-03-15
Also published as: WO2010030177A2; WO2010030177A3

Description

INRICHTING VOOR HET PAARSGEWIJS KOPPELEN VAN ROTEERBARE ASSEN VAN SYSTEMEN VOOR RAAMBEKLEDING

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het paarsgewijs 5 koppelen van roteerbare assen van systemen voor raambekleding.

In de praktijk worden roteerbare assen van aangrenzend geplaatste systemen voor raambekleding onderling gekoppeld met als doel deze gelijktijdig te kunnen bedienen middels een bediening die bijvoorkeur gemotoriseerd is uitgevoerd. Eén motor volstaat dan om de assen van de gekoppelde systemen aan te drijven, 10 waarmee de kosten voor een tweede motor kunnen worden bespaard. Daarbij is het van groot belang dat de aangrenzende raambekledingen gelijk hangen, dat wil zeggen dat de onderlatten van de aangrenzende raambekledingen op gelijke hoogte hangen. Hiertoe dienen de raambekledingen voor assemblage uiterst nauwkeurig op maat te worden gemaakt. Zelfs dan blijkt het in de praktijk niet te vermijden dat er 15 een verschil ontstaat in de hoogte van de latten van aangrenzende raambekledingen. Zelfs een verschil van slechts enkele millimeters is voor het blote oog zichtbaar en wordt als storend ervaren.

De uitvinding heeft tot doel om een inrichting te verschaffen voor het paarsgewijs koppelen van systemen voor raambekleding, die elk zijn voorzien van 2 0 tenminste één roteerbare as voor het opwikkelen dan wel afwikkelen van de raambekleding, omvattende een eerste deel dat is ingericht voor verbinding met de wikkelas van een eerste systeem, een tweede deel dat is ingericht voor verbinding met de wikkelas van een tweede systeem, waarin het eerste en tweede deel ten opzichte van elkaar roteerbaar zijn en waarin het eerste deel en het tweede deel zijn 25 voorzien van samenwerkende stelmiddelen, die zijn ingericht voor het verstellen van de wikkelas van het tweede systeem ten opzichte van de wikkelas van het eerste systeem over een gewenste stelhoek en voor het fixeren van de wikkelas van het tweede systeem in de bijbehorende stand.

Dankzij de stelmiddelen kunnen de twee delen van de inrichting volgens de 3 0 uitvinding ten opzichte van elkaar worden versteld zodanig dat de bijbehorende wikkelassen en daarmee de daaraan bevestigde raambekledingen op gelijke hoogte komen te hangen. De verstelling is eenvoudig en een snel uit te voeren en kan derhalve op locatie plaats vinden. Hiermee zijn de praktische problemen die boven zijn geschetst opgelost.

35 In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de stelmiddelen een 2 rembaar tandwielstelsel. Bijvoorkeur is het rembare tandwielstelsel een wormwieloverbrenging. Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm maakt de wormschroef onderdeel uit van het eerste deel en het wormwiel van het tweede deel. Door toepassing van een wormwieloverbrenging kunnen de produktiekosten van de 5 inrichting volgens de uitvinding laag blijven. Dit wordt veroorzaakt door de lagere kosten van de wormwieloverbrenging zelf en door het feit dat een wormwieloverbrenging zelfremmend is, waardoor het gebruik van een afzonderlijke rem overbodig is geworden. Een wormwieloverbrenging is daarnaast technisch zeer betrouwbaar.

10 Volgens een elegante voorkeursuitvoeringsvorm omvat het eerste deel een bus voor opname van een uiteinde van de wikkelas van het eerste systeem, zodanig dat het eerste deel met de wikkelas mee roteren kan. Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede deel voorzien van een doorgang voor de bus, zodanig dat het tweede deel om de bus roteerbaar is.

15 Volgens een praktische voorkeursuitvoeringsvorm is het tweede deel ingericht voor klemmende verbinding met de wikkelas van het tweede systeem.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een stelsel van een eerste systeem voor raambekleding en een tweede systeem voor raam bekleding, die elk zijn voorzien van tenminste één roteerbare as voor het opwikkelen dan wel afwikkelen 2 0 van de raambekleding, waarin het eerste systeem is voorzien van een bediening voor het roterend aandrijven van de wikkelas, waarin het stelsel verder is voorzien van een inrichting volgens de uitvinding, waarmee het eerste en het tweede systeem paarsgewijs zijn gekoppeld. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de bediening een gemotoriseerde aandrijving.

25

De uitvinding zal nu in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar de figuren.

Figuur 1 beschrijft een stelsel van twee systemen voor raambekleding, die zijn gekoppeld middels een inrichting volgens de uitvinding.

30 Figuren 2 en 3 beschrijven het stelsel uit figuur 1 in uiteen genomen delen.

Figuren 4A en 4B beschrijven de inrichting volgens de uitvinding in twee schematische aanzichten.

Figuur 5 beschrijft de inrichting volgens de uitvinding in uiteen genomen delen.

35 In de figuren duiden gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aan.

3

Figuur 1 beschrijft een stelsel 50 bestaande uit een eerste systeem 30 voor raambekleding en een tweede systeem 40 voor raambekleding. Systeem 30 en 40 zijn elk voorzien van tenminste een roteerbare as 31, 41 voor het opwikkelen dan wel 5 afwikkelen van de raambekleding. Het stelsel 50 is middels bevestigingsmiddelen 51 te bevestigen aan een wand of een plafond.

Ten behoeve van de duidelijkheid is het type raambekleding hier niet getoond. De uitvinding zal onder verwijzing naar de figuren worden beschreven in het kader van toepassing bij rolgordijn systemen. Het zal echter duidelijk zijn dat 10 koppeling volgens de onderhavige uitvinding geschikt is voor alle op- en afwikkelbare raambekledingen. Enkele voorbeelden van dergelijke raambekledingen zijn horizontale jaloezieën, vouwgordijnen en plissé systemen met ophaalkoorden.

Figuur 2 toont stelsel 50 in uiteen genomen delen evenals figuur 3. Hierin is zichtbaar dat het eerste en tweede systeem onderling gekoppeld zijn middels een 15 inrichting 1 volgens de uitvinding.

Figuren 4A en 4B tonen inrichting 1 in twee schematische aanzichten, terwijl figuur 5 inrichting 1 in uiteen genomen delen toont.

Inrichting 1 bestaat uit een eerste deel 10 en een tweede deel 20. Het eerste deel 10 is ingericht voor verbinding met de wikkelas 31 van het eerste systeem 30, 2 0 terwijl het tweede deel 20 is ingericht voor verbinding met de wikkelas 41 van het tweede systeem 40. Het eerste deel 30 en het tweede deel 40 zijn ten opzichte van elkaar roteerbaar.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat onder de term wikkelas hier een rolgordijn buis wordt verstaan. Bij andere systemen, bijvoorbeeld met ophaalkoorden, 2 5 kan in het kader van de uitvinding onder wikkelas worden begrepen een roteerbare as voorzien van een wikkelrok

Het eerste deel 10 is voorzien van een bus 12 met een opening 14 voor opname van een uiteinde 32 van de wikkelas 31. De omtrek van opening 14 en/of uiteinde 32 van wikkelas 31 is onrond, zodanig dat het eerste deel 10 met de 30 wikkelas 31 mee roteert.

Het tweede deel 20 is voorzien van een doorgang 22, waarin bus 14 kan worden opgenomen. De afmetingen van doorgang 22 en bus 14 zijn zodanig gekozen dat het tweede deel 20 vrij om het eerste deel 10 roteerbaar is. Het tweede deel 20 is ingericht voor klemmende verbinding met de wikkelas 41 van het tweede 35 systeem 40. In het geïllustreerde voorbeeld van rolgordijnbuizen is de klemmende 4 verbinding gevormd door wigvormige elementen 24 die om de buitenomtrek van het tweede deel 20 zijn aangebracht. Rolgordijnbuis 41 is hol en de binnenafmetingen zijn zodanig gekozen dat deel 20 met wigvormige elementen 24 hierin klemmende kan worden opgenomen.

5 Het tweede deel 20 is verder voorzien van een omtreksrand 23, die in samengestelde toestand van het eerste en tweede deel aanligt tegen omtreksrand 13 van het eerste deel 10. In omtreksrand 13 zijn stelmiddelen opgenomen voor het verstellen van de stand van het tweede deel 20 ten opzichte van het eerste deel 10. Aangezien het tweede deel 20 vast is verbonden met de wikkelas 41 en het eerste 10 deel 10 vast is verbonden met de wikkelas 31 leidt dit automatisch tot een verstelling van de wikkelas 41 van het tweede systeem 40 ten opzichte van de wikkelas 31 van het eerste systeem 30 over een gewenste stelhoek a.

De stelmiddelen omvatten een rembaar tandwielstelsel, dat bij voorkeur is gevormd door een wormwieloverbrenging. Het wormwiel 21 bevindt zich op het 15 tweede deel 20 en de wormschroef 11 bevindt zich op het eerste deel 10. De wormschroef 11 is verstelbaar middels een stelschroef 15 en een inbussleutel 16. Omdat gebruikt wordt gemaakt van een rembaar tandwielstelsel, in dit geval een wormwieloverbrenging, hebben de stelmiddelen 11,21,15 tevens een fixatiefunctie. De wikkelas 41 zal na verdraaiing van het tweede deel 20 over de gewenste stelhoek 2 0 α automatisch in de bijbehorende stand blijven staan.

Enkele voorbeelden van alternatieve rembare tandwielstelsels zijn een tandwielstelsel met een grote overbrenging of een tandwielstelsel met rem.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvorm. Door toepassing van meerdere inrichtingen volgens de 25 uitvinding kan het aantal te koppelen systemen bij voorbeeld naar believen worden uitgebreid.

De uitvinding strekt zich derhalve uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

30

Claims

1. Inrichting voor het paarsgewijs koppelen van systemen voor raambekleding, 5 die elk zijn voorzien van ten minste één roteerbare as voor het opwikkelen dan wel afwikkelen van de raambekleding, omvattende een eerste deel, dat is ingericht voor verbinding met de wikkelas van een eerste systeem, een tweede deel, dat is ingericht voor verbinding met de wikkelas van een tweede systeem, waarin het eerste en tweede deel ten opzichte van elkaar roteerbaar zijn, en waarin het eerste 10 deel en het tweede deel zijn voorzien van samenwerkende stelmiddelen, die zijn ingericht voor het verstellen van de wikkelas van het tweede systeem ten opzichte van de wikkelas van het eerste systeem over een gewenste stelhoek en voor het fixeren van de wikkelas van het tweede systeem in de bijbehorende stand.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de stelmiddelen een rembaar tandwielstelsel omvatten.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarin de stelmiddelen een wormwieloverbrenging omvatten. 20

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin de wormschroef onderdeel uitmaakt van het eerste deel en het wormwiel onderdeel uitmaakt van het tweede deel.

5. Inrichting volgens conclusie 1, waarin het eerste deel een bus omvat voor 25 opname van een uiteinde van de wikkelas van het eerste systeem, zodanig dat het eerste deel met de wikkelas mee kan roteren.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin het tweede deel is voorzien van een doorgang voor de bus, zodanig dat het tweede deel om de bus roteerbaar is. 30

7. Inrichting volgens conclusie 1, waarin het tweede deel is ingericht voor klemmende verbinding met de wikkelas van het tweede systeem.

8. Stelsel van een eerste systeem voor raambekleding en een tweede systeem voor raambekleding, die elk zijn voorzien van ten minste één roteerbare as voor het opwikkelen dan wel afwikkelen van de raambekleding, waarin het eerste systeem 5 een bediening omvat voor het roterend aandrijven van de wikkelas, waarin het stelsel verder is voorzien van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarmee het eerste en het tweede systeem paarsgewijs zijn gekoppeld.

9. Stelsel volgens conclusie 8, waarin de bediening een gemotoriseerde 10 aandrijving omvat.