NL2001795C2 - Substraathouder. - Google Patents

Substraathouder. Download PDF

Info

Publication number
NL2001795C2
NL2001795C2 NL2001795A NL2001795A NL2001795C2 NL 2001795 C2 NL2001795 C2 NL 2001795C2 NL 2001795 A NL2001795 A NL 2001795A NL 2001795 A NL2001795 A NL 2001795A NL 2001795 C2 NL2001795 C2 NL 2001795C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
substrate holder
plant
substrate
pot
holding
Prior art date
Application number
NL2001795A
Other languages
English (en)
Inventor
Frans Joseph Maria Verleun
Original Assignee
F J Verleun Boomkwekerij B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by F J Verleun Boomkwekerij B V filed Critical F J Verleun Boomkwekerij B V
Priority to NL2001795A priority Critical patent/NL2001795C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001795C2 publication Critical patent/NL2001795C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
    • A01G9/122Stakes
    • A01G9/124Means for holding stakes upright in, on, or beside pots

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

P29428NLOO/KHO
Korte aanduiding: substraathouder
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een substraathouder voor het houden van substraat in een plantenpot. De plantenpot heeft een openingsmaat die gevormd is door een zich in omtreksrichting uitstrekkende potrand. De substraathouder is bevestigbaar op de potrand met een klemdeel en omvat verder een houddeel dat zich uitstrekt vanaf het 5 klemdeel.
Uit US5.630.293 is een dergelijke inrichting bekend als orchideeënhouder. De bekende orchideeënhouder kan met een klip op de rand van een plantenpot geklemd worden en heeft een stangvormig deel dat zich na plaatsing uitstrekt over de in de plantenpot aanwezige plant. De orchideeënhouder is bedoeld voor het in de plantenpot 10 houden van orchideeën en soortgelijke planten tijdens de eerste fasen van groei, transport en opslag van de planten. Doordat de orchideeënhouder zich uitstrekt over de uiteenlopende bladeren van de orchidee wordt de orchidee in de plantenpot gehouden.
Een probleem aan de bekende orchideeënhouder is dat de inrichting beschadigingen kan veroorzaken aan de opgepotte plant. Beschadigingen kunnen ontstaan bij het 15 aanbrengen van de orchideeënhouder, maar ook bij het oppakken van de plantenpot aan de plant kunnen beschadigingen ontstaan. Hierdoor kan de plant dode bladeren krijgen of zelfs helemaal afsterven.
Verder is het een probleem dat de orchideeënhouder alleen geschikt is voor orchideeën en soortgelijke planten met ter hoogte van de potrand uiteenlopende bladeren of 20 vertakte planten. De bekende orchideeënhouder heeft namelijk grip op de plant doordat de een houddeel van de orchideeënhouder zich uitstrekt over een vertakking of over een punt waar de bladeren uiteengaan. In het bijzonder voor planten op een stam biedt de bekende orchideeënhouder geen oplossing omdat de orchideeënhouder geen grip heeft op de stam van de plant. Opgepotte planten op stam worden vaak bij de stam opgepakt. Het is daarbij 25 een voortdurend terugkerend probleem dat bij het oppakken van de plant vervolgens de plantenpot onder de plant vandaan valt. Dit leidt vaak tot grote ergernissen bij een kweker of op locatie bij de veiling, maar is ook nadelig gebleken in tuincentra. Door marktonderzoek is namelijk vastgesteld dat een consument in een tuincentrum vaak een plant laat staan als blijkt dat de plantenpot eronder uitvalt als de consument de plant oppakt. Dit heeft direct 30 negatieve gevolgen voor de verkoop van de planten.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel ten minste één van de bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel om een bruikbaar alternatief te -2- verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel om een inrichting te verschaffen die een plant op stam in een plantenpot houdt tijdens transport van de plant.
Dit doel is bereikt met een substraathouder volgens de uitvinding, zoals gedefinieerd in conclusie 1. De uitvinding verschaft een substraathouder voor het houden van substraat 5 in een plantenpot. Het substraat is bijvoorbeeld potgrond, tuinaarde, steenwol of een groeisubstraat met een specifieke samenstelling. De plantenpot heeft een openingsmaat die gevormd is door een zich in omtreksrichting uitstrekkende potrand. Doorgaans is de potrand rond van vorm, maar ook zeskantige of vierkante potranden zijn mogelijk. Voor de uitvinding is de relevante openingsmaat de minimale maat van de opening. Bij een ronde plantenpot is 10 de openingsmaat de openingsdiameter en bij bijvoorbeeld een vierkante plantenpot is de openingsdimensie een breedte maat van de opening. De substraathouder omvat een op de potrand bevestigbaar klemdeel en een houddeel. Het houddeel strekt zich uit vanaf het klemdeel en heeft een effectieve lengte voor het tegenhouden van substraat. De effectieve lengte van het houddeel is bepaald door de maximale maat vanaf het klemdeel tot het einde 15 van het houddeel. De effectieve lengte is ten hoogste 45%, bij voorkeur ten hoogste 40% en bij verdere voorkeur ten hoogste 35% van de openingsmaat van de plantenpot. Hierdoor blijft een in de plantenpot opgepotte plant los van de substraathouder. Met voordeel is hierdoor het risico op beschadigingen aan een opgepotte plant aanzienlijk verkleind. Door de aan de openingsmaat van de plantenpot aangepaste effectieve lengte van de 20 substraathouder is het risico op beschadigingen aan de plant tijdens het aanbrengen van de substraathouder op de potrand aanzienlijk verkleind. Door toepassing van de substraathouder kunnen beschadigingen aan de plant voorkomen worden die in eerste instantie klein zijn, maar uiteindelijk resulteren in dode delen van de plant of zelfs het totaal afsterven van de plant. Verder is het voordelig dat de substraathouder volgens de uitvinding 25 de groei van de plant niet of nauwelijks belemmerd. Bovendien is het voordelig dat het risico op beschadigingen aan het wortelstelsel van een plant klein is, omdat de substraathouder zich uitstrekt boven het substraat.
Een belangrijk voordeel dat is bereikt met de substraathouder volgens de uitvinding is dat met de substraathouder voorkomen kan worden dat de plantenpot onder de plant 30 vandaan valt. Vochtige potgrond kleeft doorgaans voldoende aan de plantenpot, zodat het risico op afvallende plantenpotten bij het oppakken van de plant onder die omstandigheid niet zo groot is. Echter, gebleken is dat juist wanneer de potgrond enigszins uitgedroogd raakt dat het risico aanmerkelijk groter is dat de plant met potgrond en al van de plantenpot gescheiden wordt. Hiertoe biedt de substraathouder volgens de uitvinding een oplossing 35 door op eenvoudige wijze de enigszins uitgedroogde potgrond in de plantenpot op te sluiten. Met name bij planten op stam is het toepassen van de substraathouder voordelig gebleken, omdat men bij planten op stam sterk geneigd is om de plant bij de stam op te pakken. Met -3- voordeel kan bij het winkelend publiek in tuincentra worden voorkomen dat zij op basis van een afvallende plantenpot bij het oppakken van de plant een onterecht slechte indruk krijgen van de kwaliteit van de plant.
De substraathouder volgens de uitvinding kan geschikt zijn voor allerlei 5 plantenpotten, waarbij de plantenpot een traditionele ronde plantenpot uit gebakken klei kan zijn of een anders gevormde sierplantenpot. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een substraathouder voor plastic plantenpotten. De plastic plantenpotten kunnen zijn verkregen door blaasvormen uit plastic folie en zijn doorgaans gemaakt volgens bepaalde standaarden. Gestandaardiseerde plastic plantenpotten worden bijvoorbeeld veel gebruikt 10 bij kwekers, op veilingen en bij tuincentra. Door de standaard afmetingen van de plantenpotten kan de klemsleuf van de substraathouder tevens voorzien zijn van een standaard afmeting, zodanig dat een voldoende klemming kan worden verkregen met de rand van de plastic plantenpot.
In een uitvoeringsvorm van de substraathouder volgens de uitvinding is het houddeel 15 stripvormig uitgevoerd. Bij voorkeur is de gehele substraathouder en derhalve tevens het klemdeel stripvormig uitgevoerd. Bij voorkeur is de hoogte van het stripvormig houddeel groter en in het bijzonder ten minste twee maal zo groot als de breedte. Hierdoor heeft de stripvormige substraathouder een hogere stijfheid voor het tegenhouden van het substraat. De stripvormige substraathouder is bij voorkeur voorzien van slechts één klemdeel en één 20 houddeel. Hierdoor is met voordeel de substraathouder eenvoudig te vervaardigen en eenvoudig aan te brengen op een potrand. Bij voorkeur heeft de substraathouder over de volledige lengte een constante dwarsdoorsnede. De substraathouder kan bijvoorbeeld geknipt zijn uit stripmateriaal of verkregen zijn door extruderen. Een verder voordeel van een stripvormige substraathouder is dat de substraathouder eenvoudig door bijvoorbeeld 25 knippen op de effectieve lengte gebracht kan worden. Een stripvormige substraathouder kan bijvoorbeeld een standaard lengte hebben en vervolgens naar gelang de afmetingen van de plantenpot door een gebruiker op de effectieve lengte gebracht worden. Bij voorkeur is de substraathouder vervaardigd uit kunststof, zodat de substraathouder goedkoop te vervaardigen is.
30 In een uitvoeringsvorm kan de substraathouder glad zijn uitgevoerd, waarbij uitsteeksels ontbreken. Dit is voordelig, omdat dergelijke uitsteeksels na het aanbrengen van de substraathouder op een potrand in het substraat zouden kunnen steken, hetgeen tot morsen van substraat buiten de plantenpot zou kunnen leiden Door de gladde uitvoering van de substraathouder zonder uitsteeksels kan voorkomen worden dat bij verwijdering van 35 de substraathouder een deel van het substraat naast de plantenpot gemorst wordt of dat bij het aanbrengen van de substraathouder een deel van het substraat over de potrand -4- geduwd wordt. De gladde uitvoeringsvorm van de substraathouder volgens de uitvinding gaat derhalve vervuiling van de directe omgeving van de plantenpot tegen. De gladde uitvoering van de substraathouder zonder uitsteeksels die in het substraat zouden kunnen steken, gaat tevens het ontstaan van beschadigingen aan de wortels van een plant tegen.
5 In een uitvoeringsvorm van de substraathouder volgens de uitvinding is de substraathouder vouwbaar om een vouwlijn in het houddeel. Bij voorkeur heeft de substraathouder aan beide uiteinden een klemdeel. Door het vouwen van de substraathouder kunnen de klemdelen naar elkaar toe bewegen. De klemdelen kunnen vervolgens op een potrand bevestigd worden. Met voordeel is door het vouwen en de 10 daarbij ontstane veerkracht een extra klemming verkregen van de substraathouder op de potrand.
In een uitvoeringsvorm van de substraathouder volgens de uitvinding is het houddeel voorzien van een houdorgaan. Het houdorgaan vormt een verbreed aanlegvlak voor het tegenhouden van substraat. Het houdorgaan kan bijvoorbeeld lepelvormig zijn en 15 gepositioneerd zijn op een uiteinde van het houddeel van de substraathouder. Door de aanwezigheid van het houdorgaan kan tegengegaan worden dat de substraathouder in het substraat steekt, waardoor substraat over de potrand valt of waardoor wortels van een plant zouden kunnen beschadigen. Het houdorgaan kan bijvoorbeeld ook zijn gevormd door schuin of dwars op elkaar gepositioneerde sprieten. Het oppervlak tussen de sprieten dient 20 vervolgens als aanlegvlak voor het tegenhouden van het substraat. Met voordeel is met behulp van de sprieten op eenvoudige wijze meer grip verkregen op het substraat. Een verder voordeel van het houdorgaan is dat het houdorgaan de substraathouder een aantrekkelijk uiteriijk kan geven. Het houdorgaan kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd in de vorm van een logo voor reclamedoeleinden of met een esthetische vorm zoals een hartje voor 25 speciale gelegenheden als Moederdag of Valentijnsdag.
In een uitvoeringsvorm van de substraathouder volgens de uitvinding kan het houddeel voorzien zijn van breekzones voor het inkorten van het houddeel naar de effectieve lengte. Door de aanwezigheid van de breekzones kan een gebruiker de substraathouder met een standaardlengte eenvoudig op de gewenste effectieve lengte 30 brengen. Hierdoor kan met voordeel een substraathouder universeel uitgevoerd worden en uiteindelijk voor specifieke maten van plantenpotten worden toegepast. Bij voorkeur is de positionering van de breekzones op de standaard maten van de plantenpotten aangepast.
Bij kwekers wordt vaak gebruik gemaakt van plastic plantenpotten, waarbij de plantenpotten een standaard maatvoering hebben. Veel gebruikte plantenpotten hebben 35 een standaard maat van de opening van ten minste 12cm. Daarom heeft het houddeel bij voorkeur een effectieve lengte van ten hoogste 6cm. In het bijzonder heeft het houddeel -5- een effectieve lengte van ten hoogste 4cm, maar bij voorkeur ten hoogste 2cm. Hierdoor is de substraathouder geschikt voor veel gebruikte gestandaardiseerde plantenpotten.
In een uitvoeringsvorm van de substraathouder volgens de uitvinding kan het klemdeel voorzien zijn van een klemsleuf, waarbij de dimensies van de klemsleuf 5 corresponderen met de dikte van de potrand van een bijbehorende plantenpot voor het tot stand brengen van klemmende verbinding met de potrand. Door de aanwezigheid van de klemsleuf kan het klemdeel op eenvoudige wijze vervaardigd worden. Het klemdeel kan bijvoorbeeld door inknippen verkregen zijn. Bij voorkeur is de klemsleuf wigvormig uitgevoerd, zodat het klemdeel eenvoudig is te positioneren en de klemkracht groter wordt 10 bij het verder op de potrand aanduwen.
In een voordelige uitvoeringsvorm van de substraathouder volgens de uitvinding is in het klemdeel een tweede klemsleuf voorzien die in maatvoering afwijkt van de eerste klemsleuf. Hierdoor is met voordeel de substraathouder geschikt voor meerdere diktes van een potrand. De tweede klemsleuf kan bijvoorbeeld naast de eerste klemsleuf in het 15 klemdeel gepositioneerd zijn, maar bijvoorkeur is de tweede klemsleuf met een kleine verspringing tegenover de eerste klemsleuf gepositioneerd. Door het omdraaien van de substraathouder kan een gebruiker de substraathouder gebruiken bij een plantenpot met een andere potranddikte.
In een uitvoeringsvorm van de substraathouder volgens de uitvinding is het klemdeel 20 voorzien van een koppelorgaan. Het koppelorgaan kan gebruikt worden voor het aan de substraathouder koppelen van bijvoorbeeld een kaart. Het koppelorgaan kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een koppelsleuf. Een kaart met bijvoorbeeld informatie over de plant in de plantenpot kan in de koppelsleuf gestoken worden. Met voordeel is het koppelorgaan uitgevoerd als een koppelsleuf, omdat hiermee verder geen bewerkingen aan een te 25 koppelen kaart hoeven worden uitgevoerd. Dat het koppelorgaan is voorzien op het klemdeel is voordelig omdat daarmee een te koppelen object gepositioneerd kan worden op de potrand. Hierdoor kan het object, bijvoorbeeld een plantenetiket met voordeel goed zichtbaar gehouden worden. Bovendien kan hiermee worden voorkomen dat het te koppelen object in het substraat steekt.
30 In een alternatieve uitvoeringsvorm kan het koppelorgaan zijn uitgevoerd met een dubbele nop. In een te koppelen object kunnen corresponderende gaten zijn voorzien, zodat een klikverbinding met het koppelorgaan gemaakt kan worden. Met de aanwezigheid van ten minste twee noppen kan voorkomen worden dat een gekoppeld object aan de substraathouder verdraaid. De noppen kunnen voor een vaste en betrouwbare koppeling 35 van het object aan de substraathouder zorgen. Verder kan een bijkomend voordeel van de aanwezigheid van het koppelorgaan aan de substraathouder zijn dat verschillende -6- plantenpotten met de substraathouder volgens de uitvinding aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van een plantenpot met substraathouder volgens één van de conclusies 1-9.
5 Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het oppotten van een plant, in het bijzonder een plant met een stam, omvattende de stappen van het aanvoeren van een plantenpot met een potrand; het vullen van de plantenpot met substraat en het oppotten van de plant. Kenmerkend voor de werkwijze volgens de uitvinding is dat verder een substraathouder wordt aangebracht op de potrand voor het in de plantenpot houden 10 van de substraat. De substraathouder wordt zodanig aangebracht dat de substraathouder de opgepotte plant vrij laat. Bij voorkeur wordt deze werkwijze machinaal uitgevoerd.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een assemblage inrichting voor het machinaal uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding omvattende een transportsysteem voor het aanvoeren van plantenpotten; een substraatvuleenheid voor het 15 vullen van de aangevoerde plantenpotten met substraat en een substraathouderaanvoereenheid, bijvoorbeeld een zogenaamde pothandklikker, voor het aanvoeren en aanbrengen van een substraathouder.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de assemblage inrichting is verder voorzien in een plantenaanvoereenheid voor het aanvoeren en vervolgens oppotten van planten. Bij 20 voorkeur is de assemblage inrichting verder voorzien van een magazijn met substraathouders. Vanuit het magazijn kunnen de substraathouders toegevoerd worden aan de plantenpotten in de assemblage-inrichting. Bij voorkeur is het magazijn door middel van een klikverbinding koppelbaar met de substraathouderaanvoereenheid.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de assemblage inrichting is de aansturing van 25 de toevoer van substraathouders voorzien van een separate aandrijving. Met behulp van besturingsoftware wordt op basis van een sensorsignaal de separate aandrijving aangestuurd voor het toevoeren van een substraathouder. Voordelig aan deze uitvoeringsvorm is dat de substraathouderaanvoereenheid eenvoudig uitwisselbaar kan zijn. In geval van storing of onderhoud kan de substraathouderaanvoereenheid eenvoudig van 30 de assemblage inrichting losgenomen worden en kan een andere substraathouderaanvoereenheid geplaatst worden in de assemblage inrichting.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de assemblage inrichting is de aansturing van de toevoer van substraathouders geregeld via een nokkenmechanisme. Hiermee kan met voordeel de toevoer en positionering van substraathouders op de potrand betrouwbaar 35 aangestuurd worden. De toevoer van substraathouders kan door het nokmechanisme star gekoppeld zijn aan de toevoer van plantenpotten, zodanig dat een fluctuatie in de aanvoersnelheid van plantenpotten door de starre koppeling gecompenseerd wordt door -7- eenzelfde fluctuatie in de toevoersnelheid van de substraathouders.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is de substraathouderaanvoereenheid, de pothandklikker, uitgevoerd als een handgereedschap. De pothandklikker is voorzien van een handgreep met bediening. Bij voorkeur is de bediening van het handgereedschap 5 mechanisch, waarbij door een knijpbeweging van een gebruiker een substraathouder wordt afgegeven. Verder heeft de pothandklikker een bek voor het opnemen van een substraathouder. Met behulp van de bek kan de gebruiker de substraathouder positioneren op een potrand. De substraathouder wordt bij voorkeur vanuit een magazijn aan de bek toegevoerd.
10 Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de overige onderconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van bijgevoegde tekeningen die een praktische uitvoering van de uitvinding geven, maar niet mogen worden beschouwd in beperkende zin, waarin: 15 figuur 1 een zijaanzicht toont van een substraathouder volgens de uitvinding; figuur 2 in een bovenaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een substraathouder volgens de uitvinding toont; figuur 3a-z schematisch aanzichten toont van diverse uitvoeringsvormen van de substraathouder met een houdorgaan aan een houddeel volgens de uitvinding; 20 In de figuren zijn corresponderende delen van de substraathouder met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een substraathouder volgens de uitvinding. De substraathouder 1 omvat een houddeel 2 en een klemdeel 3. De substraathouder is stripvormig en heeft over de gehele lengte in hoofdzaak een constante dikte. Bovendien is 25 het houddeel glad uitgevoerd en derhalve zonder uitsteeksels die in het substraat zouden kunnen steken. Het houddeel 2 is voorzien van twee breekzones om de effectieve lengte lel van de substraathouder aan te passen. De effectieve lengte lel van de substraathouder is in hoofdzaak bepaald door de lengte van het houddeel 2 en is per definitie gelijk aan de lengte van het gedeelte van de substraathouder die zich na het aanbrengen op een potrand 30 uitstrekt boven het substraat. Bij een plantenpot met een ronde opening is de effectieve lengte bepaald door de dimensie in een richting parallel met de radiaal van de opening.
Door het houddeel te breken ter hoogte van één van de breekzones 2a, 2b kan de effectieve lengte van de substraathouder aangepast worden naar een effectieve lengte van respectievelijk le2 of le3, waardoor de substraathouder geschikt is voor plantenpotten met 35 een kleinere openingsdimensie. Het klemdeel 3 omvat twee klemsleuven 3a, 3b, waarbij de -8- klemsleuven verschillende afmetingen hebben. Hierdoor is de substraathouder geschikt voor plaatsing op plantenpotten met verschillende potranden. De klemsleuven zijn taps toelopend uitgevoerd, om het aanbrengen van de substraathouder op een potrand te vergemakkelijken. Bij het opsteken van de substraathouder kan door de aanvankelijk 5 grotere breedte van de klemsleuf eenvoudiger worden gepositioneerd en vervolgens kan de substraathouder door het verder opsteken worden vastgeklemd.
Figuur 2 toont in een bovenaanzicht een gevouwen stripvormige substraathouder. Met een hartlijn is het centrum en de contour aangeduid van een potrand. De gevouwen substraathouder 1 is vervaardigd uit stripmateriaal en heeft over de gehele lengte een 10 constante dikte. De substraathouder is gevouwen over de vouwlijn 2c. Door het vouwen heeft de substraathouder een effectieve lengte lel verkregen. De effectieve lengte lel is bepaald door de maat van het gedeelte van de substraathouder dat zich over het substraat in de plantenpot uitstrekt. De effectieve lengte lel is ten hoogste 45% van de minimale openingsmaat, zodat de substraathouder zich niet verder uitstrekt dan het midden van de 15 plantenpot en zo een opgepotte plant vrij laat. Een voordeel van de gevouwen substraathouder is dat twee klemdelen 3 met twee klemsleuven 3a aanwezig zijn, hetgeen zorgt voor een meer solide klemming op de potrand. Door de veerkracht van de gevouwen substraathouder ontstaat en extra klemming op de potrand. Het risico dat dè substraathouder ongewild van de potrand loskomt is hiermee aanzienlijk verkleind.
20 Figuur 3a-z toont in schematische bovenaanzichten diverse varianten van een houdorgaan. Het houdorgaan vormt een verbreed aanlegvlak voor het tegenhouden van substraat. Het houdorgaan kan gevormd zijn door sprieten, zoals getoond in o.a. fig. 3a, 3b, 3f of 3j, maar kan ook ten minste gedeeltelijk plaatvormig zijn, zoals getoond in o.a. fig. 3h, 3r, 3u, 3w. De vormgeving van het houdorgaan kan naast technisch functioneel tevens een 25 estetisch aantrekkelijk uiterlijk hebben, zoals getoond in o.a. fig. 3c, 3h.
Naast de in de figuren getoonde uitvoeringen zijn vele varianten mogelijk zonder daarbij buiten de beschermingsomvang te treden zoals die gedefinieerd is in de conclusies.
In een variant op de getoonde uitvoeringsvormen van de substraathouder kan de klemsleuf bijvoorbeeld zijn uitgevoerd met kartels voor een verbeterde grip op de potrand.
30 Een klemdeel kan in plaats van twee klemsleuven tevens meer dan twee klemsleuven omvatten.
Aldus is volgens de uitvinding een substraathouder verschaft, waarmee voorkomen kan worden dat plantenpotten bij bijvoorbeeld transport losraken van de plant. Bovendien kan door toepassing van de substraathouder het risico op beschadigingen aan de plant in 35 de plantenpot aanzienlijk verkleind worden.

Claims (16)

1. Substraathouder voor het houden van substraat in een plantenpot, waarbij de plantenpot een openingsmaat heeft die gevormd is door een zich in omtreksrichting uitstrekkende 5 potrand, waarbij de substraathouder een op de potrand bevestigbaar klemdeel en een houddeel omvat, met het kenmerk, dat het houddeel zich uitstrekt vanaf het klemdeel en een effectieve lengte heeft voor het tegenhouden van substraat, die ten hoogste 45% van de openingsdiameter van de plantenpot is, zodanig dat de substraathouder een in de plantenpot opgepotte plant vrij laat. 10
2. Substraathouder volgens conclusie 1, waarbij het houddeel stripvormig is, waarbij de hoogte van het houddeel groter is dan de breedte.
3. Substraathouder volgens conclusie 1 of 2, waarbij de substraathouder vouwbaar is over 15 een vouwlijn in het houddeel en waarbij aan beide uiteinden van het houddeel een klemdeel is voorzien.
4. Substraathouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het houddeel voorzien is van een houdorgaan, dat een verbreed aanlegvlak vormt voor het tegenhouden 20 van substraat.
5. Substraathouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het houddeel voorzien is van breekzones voor het inkorten van het houddeel naar de effectieve lengte.
6. Substraathouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het houddeel een effectieve lengte heeft van ten hoogste 6cm.
7. Substraathouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in het klemdeel een eerste klemsleuf is voorzien, waarbij de dimensies van de klemsleuf corresponderen met de 30 dikte van de potrand van een bijbehorende plantenpot voor een het tot stand brengen van klemmende verbinding met de potrand.
8. Substraathouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een tweede klemsleuf is voorzien die in maatvoering afwijkt van de eerste klemsleuf. 35 -10-
9. Substraathouder volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het klemdeel voorzien is van een koppelorgaan voor het koppelen van een object aan de substraathouder.
10. Samenstel van een plantenpot met substraathouder volgens één van de voorgaande conclusies.
11. Werkwijze voor het oppotten van een plant, in het bijzonder een plant met een stam, omvattende de stappen van: 10. het aanvoeren van een plantenpot met een potrand - het vullen van de plantenpot met substraat - het oppotten van de plant, met het kenmerk, dat verder een substraathouder aangebracht wordt op de potrand voor het in de plantenpot houden van de substraat, zodanig dat de substraathouder de 15 opgepotte plant vrij laat.
12. Assemblage inrichting voor het machinaal uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 11 omvattende: - een transportsysteem voor het aanvoeren van plantenpotten; 20. een substraatvuleenheid voor het vullen van de aangevoerde plantenpotten met substraat; - een substraathouderaanvoereenheid voor het aanvoeren en aanbrengen van een substraathouder.
13. Assemblage inrichting volgens conclusie 12, waarbij de assemblage inrichting verder een plantenaanvoereenheid voor het aanvoeren en oppotten van planten omvat.
14. Assemblage inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij de substraathouderaanvoereenheid een magazijn omvat met substraathouders. 30
15. Assemblage inrichting volgens conclusie 14, waarbij het magazijn een rol van stripvormig substraathouder omvat.
16. Substraathouderaanvoereenheid voor het opzetten en aanvoeren van een 35 substraathouder, waarbij de substraathouderaanvoereenheid is uitgevoerd als een handgereedschap.
NL2001795A 2008-07-11 2008-07-11 Substraathouder. NL2001795C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001795A NL2001795C2 (nl) 2008-07-11 2008-07-11 Substraathouder.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001795 2008-07-11
NL2001795A NL2001795C2 (nl) 2008-07-11 2008-07-11 Substraathouder.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001795C2 true NL2001795C2 (nl) 2010-01-12

Family

ID=40568360

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001795A NL2001795C2 (nl) 2008-07-11 2008-07-11 Substraathouder.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001795C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2231908A (en) * 1989-04-29 1990-11-28 Greenwood Rawlins Plastics Ltd Gardening aid
GB2274571A (en) * 1993-02-01 1994-08-03 Marcus Julian Dodd Plant support
WO1996001039A1 (de) * 1994-07-05 1996-01-18 Tomco Handelsges. M.B.H. Pflanzstab-fixiereinrichtung
US5630293A (en) * 1996-02-07 1997-05-20 Hicks, Sr.; John T. Rhizome clip for orchid plants and the like

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2231908A (en) * 1989-04-29 1990-11-28 Greenwood Rawlins Plastics Ltd Gardening aid
GB2274571A (en) * 1993-02-01 1994-08-03 Marcus Julian Dodd Plant support
WO1996001039A1 (de) * 1994-07-05 1996-01-18 Tomco Handelsges. M.B.H. Pflanzstab-fixiereinrichtung
US5630293A (en) * 1996-02-07 1997-05-20 Hicks, Sr.; John T. Rhizome clip for orchid plants and the like

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8429842B2 (en) Labeling device
USD517411S1 (en) Self-watering tube package
NL2001795C2 (nl) Substraathouder.
NO854003L (no) Hestesko.
US20050223640A1 (en) Plant marking tag
USD546000S1 (en) Cigar cutter
USD927251S1 (en) Knife handle
EP0976319B1 (en) Sheath for secateurs
US11862046B2 (en) Plant label and tag and methods of making and using
FR2760595A1 (fr) Procede de recolte d'objets portes par une tige, tels que des grappes de raisins
WO1997012819A1 (en) Packaging for horticultural products
US7509764B2 (en) Plant identification marker and method
CA2012749C (en) Stand - alone ear tag
JP2000050752A (ja) 給水装置
EP1621466B1 (en) Labeling of flowerpots
JP2006246834A (ja) 園芸植物の表示札とその着脱方法
US20020104865A1 (en) Tape dispenser having an unpacking blade
USD506110S1 (en) Tree and shrub watering collar
USD989008S1 (en) Automatic watering system
NL1031915C2 (nl) Van plantaardig materiaal voorziene pot en werkwijze en inrichting voor de vervaardiging daarvan.
US5768869A (en) Okra pod harvester and cutter
FR2681501A1 (fr) Procede pour la culture et la recuperation des graines florales ou potageres en serre ou en pleine terre et goulotte en resultant.
JP3105961U (ja) 花鉢用自動ラベル貼りシステム
KR200181580Y1 (ko) 접목용 집게
JP2880473B2 (ja) 自動接木装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140201