NL2001714C2 - Systeem, inrichting en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van informatie-elementen. - Google Patents

Systeem, inrichting en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van informatie-elementen. Download PDF

Info

Publication number
NL2001714C2
NL2001714C2 NL2001714A NL2001714A NL2001714C2 NL 2001714 C2 NL2001714 C2 NL 2001714C2 NL 2001714 A NL2001714 A NL 2001714A NL 2001714 A NL2001714 A NL 2001714A NL 2001714 C2 NL2001714 C2 NL 2001714C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holders
elements
upright
clamping
support
Prior art date
Application number
NL2001714A
Other languages
English (en)
Inventor
Marinus Theodorus Franciscus Maria Gidding
Original Assignee
Gidding Sign Products B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gidding Sign Products B V filed Critical Gidding Sign Products B V
Priority to NL2001714A priority Critical patent/NL2001714C2/nl
Priority to EP09163453A priority patent/EP2138991A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001714C2 publication Critical patent/NL2001714C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F15/00Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like
    • G09F15/0006Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels
    • G09F15/0037Boards, hoardings, pillars, or like structures for notices, placards, posters, or the like planar structures comprising one or more panels supported by a post
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09FDISPLAYING; ADVERTISING; SIGNS; LABELS OR NAME-PLATES; SEALS
    • G09F7/00Signs, name or number plates, letters, numerals, or symbols; Panels or boards
    • G09F7/18Means for attaching signs, plates, panels, or boards to a supporting structure

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Illuminated Signs And Luminous Advertising (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)

Description

SYSTEEM, INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET AAN EEN STAANDER BEVESTIGEN VAN INFORMATIE-ELEMENTEN
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het aan een 5 staander, in het bijzonder een lantarenpaal of verkeerspaal, bevestigen van één of meer plaatvormige informatie-elementen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een bevestigingsinrichting voor het aan een staander bevestigen van houders voor dergelijke plaatvormige informatie-elementen. De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het aan een staander bevestigen van de informatie-elementen.
10 Het is bekend om informatie in het algemeen of reclame in het bijzonder aan het publiek te tonen door informatie-elementen zoals reclameborden, posters, affiches en dergelijke, aan reeds in het straatbeeld aanwezige staanders, zoals lantarenpalen, palen voor bevestiging van verkeersborden, stoplichten en dergelijke te bevestigen. De informatie-elementen worden aangebracht in houders die zodanig kunnen zijn 15 uitgevoerd dat verwisseling van de informatie-elementen, bijvoorbeeld het vervangen van de informatie-elementen door nieuwe informatie-elementen, eenvoudig tot stand kan worden gebracht.
Voor het bevestigen van dergelijke houders aan een staander zijn talloze inrichtingen bekend. Sommige van dergelijke inrichtingen zijn slechts geschikt voor 20 (semi-) permanente bevestiging van de houders aan de staander. Dergelijke systemen zijn vaak moeilijk aan de staander te bevestigen en naderhand te verwijderen.
Verder zijn bevestigingsinrichtingen bekend die slechts toepasbaar zijn voor bevestiging van de houders aan staanders van een vooraf gedefinieerd, specifiek type. Voor elk type staander dient dan een andere bevestigingsinrichting en/of een ander type 25 houder toegepast te worden.
Een voorbeeld van een dergelijk voor een specifieke staander geschikt systeem wordt gegeven in het Amerikaanse document US 4 347 678. In het document wordt een systeem beschreven waarin reclameborden door middel van klemmen aan staanders zijn aan te brengen. De klemmen zijn echter slechts geschikt om te worden aangebracht 30 aan staanders die een rechthoekige dwarsdoorsnede hebben. Het systeem is minder geschikt of zelfs ongeschikt voor bevestiging van reclamemateriaal aan een staander van een willekeurig afwijkend type, bijvoorbeeld een staander (lantarenpaal) met een cirkelvormige dwarsdoorsnede. Voorts zijn de reclame-elementen in dit bekende 2 systeem moeilijk verwisselbaar aangezien de reclame-elementen aan een paneel van het systeem bevestigd moet worden.
Uit het document NL 1 019 247 van de uitvinder is een systeem bekend waarin twee klembeugels boven elkaar aan een staander worden aangebracht. Indien de 5 klembeugels eenmaal zijn aangebracht, vormen zij twee steunen waaraan een draagelement kan worden gekoppeld. Aan het draagelement is een aantal draagarmen te bevestigen. Het draagelement en de draagarmen kunnen dan fungeren als ondersteuning voor zogenaamde opneemelementen waarin reclameborden zijn aan te brengen.
Aan dit bekende systeem kleeft echter eveneens een aantal bezwaren. Een eerste 10 bezwaar is dat het aanbrengen van het systeem aan de staander tamelijk complex en tijdrovend is. Allereerst moeten de twee klembeugels aan de staander worden bevestigd, moet aan de klembeugels een steunconstructie worden bevestigd en kunnen pas daarna de houders voor de reclameborden gemonteerd worden.
Een verder bezwaar van het bekende systeem is dat het geheel van houders 15 slechts aan één zijde gekoppeld is met de steunconstructie. Dit is uit constructief oogpunt gezien onvoordelig aangezien daardoor de stabiliteit van de houders beperkt is. Wanneer bijvoorbeeld vandalen proberen de houder te beschadigen, bijvoorbeeld door aan de houders te gaan hangen, is de kans aanwezig dat de houder beschadigd raakt en/of scheef gaat hangen. Om dit te voorkomen dienen de onderdelen van het bekende 20 systeem zwaar te worden uitgevoerd, hetgeen niet alleen uit kostenoverwegingen bezwaarlijk is, maar tevens een zware belasting oplevert voor degenen die het systeem aan de staander moeten bevestigen.
Een verder bezwaar van het bekende systeem is dat gebruik wordt gemaakt van een flexibele stalen band of trekband die rondom de staander worden geleid en 25 waarmee de klembeugel tegen de staander vast te spannen is. Een dergelijke trekband moet in zijn geheel om de staander worden aangebracht. De trekband en de klembeugel samen zorgen ervoor dat de staander plaatselijk bedekt wordt en daarmee van buitenaf onbereikbaar is. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een in de staanderwand aanwezige voorziening, bijvoorbeeld een klep in een lantarenpaal die verwijderd kan worden om 30 toegang te bieden tot de elektronische schakelingen in de lantarenpaal, ten minste gedeeltelijk bedekt wordt. De voorziening is daardoor niet meer bereikbaar zodra het systeem aan de staander is aangebracht. Dit is in sommige gevallen onacceptabel en bovendien, in het voorbeeld van de lantarenpaal, vaak niet toegestaan. In het bekende 3 systeem moet daarom soms gebruik gemaakt worden van speciale verloopstukken om de trekbanden op andere plaatsen rondom de staander aan te brengen om de genoemde voorzieningen vrij te kunnen houden. Dit betekent een verdere toename van de complexiteit van het systeem, hetgeen de montagesnelheid en de kosten niet ten goede 5 komt.
Het bekende systeem is voorts leverbaar in een variant met twee houders voor de reclameborden en een variant met drie elementen. De in de verschillende varianten toegepaste houders hebben een afwijkende vorm en zijn daarmee niet onderling uitwisselbaar. Voor de verschillende varianten moeten derhalve verschillende typen 10 houders vervaardigd en opgeslagen worden hetgeen uit het gezichtspunt van universele toepasbaarheid van de houders ongewenst is.
Het doel van de onderhavige uitvinding is een systeem, een bevestigings-inrichting en/of een werkwijze te verschaffen waarin ten minste één van de bovengenoemde bezwaren van de stand van de techniek is ondervangen.
15 Het is tevens een doel een systeem, inrichting en werkwijze te verschaffen waarmee informatie-elementen op snelle en efficiënte wijze aan een willekeurige staander kunnen worden bevestigd.
Het is voorts een doel van de onderhavige uitvinding een systeem, inrichting en werkwijze te verschaffen waarin de informatie-elementen op stabiele wijze aan de 20 staander kunnen worden bevestigd, zonder dat daarbij een relatief zware constructie benodigd is.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt ten minste een van de doelen bereikt in een systeem verschaft voor het aan een staander bevestigen van één of meer plaatvormige informatie-elementen, het systeem omvattende: 25 - een aantal opstaande houders die zijn uitgevoerd om daarin de plaatvormige informatie-elementen aan te kunnen brengen, waarbij de houders zodanig aan elkaar zijn te bevestigen dat deze de staander kunnen omgeven; - ten minste een bevestigingsinrichting voor het bevestigen van de houders aan de staander, de bevestigingsinrichting omvattende: 30 - een eerste en een tweede langgerekt steunelement, waarbij de steunelementen aan weerszijden van de staander te positioneren zijn en waarbij aan elk van de steunelementen klemelementen zijn aangebracht waartussen de staander vast te klemmen is; 4 - op de steunelementen aangrijpende aanspanmiddelen die zijn ingericht voor het door verkleining van de onderlinge afstand van de steunelementen aanspannen van de klemelementen tegen de staander.
De houders kunnen aan de staander worden bevestigd door een of meer 5 bevestigingsinrichtingen vast te klemmen aan de staander. Indien de bevestigings-inrichting vooraf gekoppeld is met de houders of daarvan deel uitmaakt, zijn bij bevestiging van de bevestigingsinrichting ook gelijk de houders aan de staander bevestigd. In andere uitvoeringen worden eerst de bevestigingsinrichtingen aan de staander bevestigd, waarna de houders aan de bevestigingsinrichtingen worden 10 aangebracht. In uitvoeringen van de uitvinding kunnen de houders op veel verschillende posities gekoppeld worden met de bevestigingsinrichtingen zodat bij juiste keuze van de koppelposities, een stabielere constructie verkregen kan worden. Voorts geldt dat in alle varianten de houders derhalve met een relatief klein aantal handelingen snel en eenvoudig aan de staander kunnen worden bevestigd. Doordat 15 bovendien de klemelementen slechts op enkele plaatsen aangrijpen op de staander, kan het mogelijk zijn de eerder genoemde voorzieningen op of in de staander, zoals een klep, vrij te houden.
Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn het eerste en tweede steunelement aan ten minste een uiteinde aan elkaar te bevestigen of tot in een enkele 20 beugel geïntegreerd. Als de steunelementen aan een enkel uiteinde aan elkaar bevestigd zijn of daar een geheel met elkaar vormen, kunnen de nabij de genoemde uiteinden te positioneren aanspanmiddelen achterwege gelaten worden en volstaat het om alleen aanspanmiddelen nabij de tegenoverliggende uiteinden van de steunelementen te voorzien om de steunelementen naar behoren aan te spannen. Ook wanneer de 25 steunelementen aan beide uiteinden aan elkaar zijn bevestigd, kan volstaan worden met enkelvoudig uitgevoerde spanmiddelen
Volgens een uitvoeringsvorm is de beugel in hoofdzaak U-vormig, zodat de staander gemakkelijk zijdelings tussen de benen van de U-vorm geschoven kan worden, hetgeen de plaatsing van de beugel om de staander eenvoudig maakt.
30 Zoals eerder reeds is genoemd, omvat het systeem in een verdere uitvoeringsvorm bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar bevestigen van de steunelementen aan de houders. Eerst worden bijvoorbeeld steunelementen rondom de staander vastgeklemd, waarna bevestiging van de houders aan de steunelementen kan 5 plaatsvinden. In andere uitvoeringen zijn de steunelementen vast verbonden met de houders en kunnen zelfs onderdeel uitmaken van de houders. Deze uitvoeringen zijn met name (maar niet exclusief) geschikt voor systemen waarin er voorzien is in slechts twee aan elkaar bevestigde of te bevestigen houders.
5 Alhoewel de houders niet aan elkaar gekoppeld behoeven te worden en slechts met behulp van de bevestigingsinrichting(en) aan de staander bevestigd behoeven te worden, zijn in andere uitvoeringsvormen naburige houders met een of meer koppelstukken aan elkaar te koppelen. In een bepaalde uitvoering omvatten de opstaande zijden van de houders een flens. Een flens van de ene houder ligt in 10 gemonteerde toestand dan aan tegen een flens van de andere, naburige houder. De koppelstukken kunnen in deze uitvoering over de naburige flenzen geschoven worden en daarmee de bijbehorende houders aan elkaar koppelen. Zowel de uitvoeringen met gekoppelde houders als die waarin de houders niet gekoppeld zijn kunnen zijn voorzien van centreermiddelen waarmee de houders ten opzichte van elkaar te centreren zijn.
15 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvatten de aanspanmiddelen een op het eerste en op het tweede steunelement aangrijpend spanorgaan van variabele lengte, welk spanorgaan is ingericht om de afstand tussen de steunelementen te veranderen door verandering van de lengte daarvan. Indien de lengte van het spanorgaan wordt verkleind, wordt de via de klemelementen op de staander uit te oefenen spankracht 20 dienovereenkomstig vergroot. De spankracht kan hierdoor dermate grote waarden bereiken, dat de steunelementen en de daaraan bevestigde houders zeer stevig tegen de staander worden geklemd. Afhankelijk van de uitvoering van de houders en het aantal bevestigingsinrichtingen per houdersamenstel, kan de spankracht zo groot gemaakt worden, dat de houders onder invloed van het gewicht of de kracht van vandalen 25 praktisch niet ten opzichte van de staander te bewegen zijn. De lengteverandering bedraagt in de praktijk tussen de 1% en 30% van de oorspronkelijke lente van het spanorgaan.
Volgens een uitvoeringsvorm is een bevestigingsinrichting aan elk van de houders bevestigd is. Hierbij kan het voldoende zijn dat er per houder slechts een enkel 30 bevestigingspunt is, maar het gebruiken van meer bevestigingspunten is ook mogelijk. Bij voorkeur zijn de bevestigingspunten gelijkmatig verdeeld over de steunelementen, zodat met relatief eenvoudige en licht uitgevoerde middelen een stijve constructie verkregen kan worden.
6
Volgens een uitvoeringsvorm is een klemelement verplaatsbaar aan een steunelement aangebracht. Hierdoor kan het mogelijk zijn de positionering van de klemelementen afhankelijk van de afmetingen en vorm van de staander aan te passen, bijvoorbeeld door de klemelementen ten opzichte van de steunelementen te 5 verschuiven totdat de klemelementen aanliggende tegen de staander. Het is hierdoor bovendien mogelijk de houders op een willekeurige positie ten opzichte van de staander te monteren. In sommige gevallen moet de staander bijvoorbeeld exact in het midden van de door de houders opgespannen binnenruimte staan zodat het geheel van staander en houders een symmetrische indruk maken, maar in andere gevallen moet de 10 staander uit het midden zijn geplaatst, bijvoorbeeld om rekening te houden met de verkeerssituatie rondom de staander.
Volgens een uitvoeringsvorm is een klemelement zwenkbaar ten opzichte van een steunelement uitgevoerd. Wanneer bijvoorbeeld het klemelement niet alleen verplaatsbaar maar ook zwenkbaar is ten opzichte van de steunelementen, kunnen de 15 klemelementen beter ten opzichte van een willekeurige staander gepositioneerd worden, zodat een goede klemming van de staander tot stand kan worden gebracht. In een bepaalde uitvoering zijn de klemelementen zodanig zwenkbaar, dat ze bij het monteren van de steunelementen tijdelijk wegklapbaar zijn om het plaatsen van de bevestigingsinrichting rondom de staander te vergemakkelijken.
20 Volgens een uitvoeringsvorm is het deel van het klemelement dat kan aangrijpen op de staander, vervaardigd van een flexibel materiaal teneinde de greep op de staander te verbeteren. Het flexibele materiaal kan bijvoorbeeld rubber zijn, maar andere materialen behoren eveneens tot de mogelijkheden
Volgens een uitvoeringsvorm zijn de houders van een type dat opneemsleuven 25 omvat, waarbij het informatie-element tussen beide frames in de opneemsleuven schuifbaar is.
Volgens een uitvoeringsvorm hebben de houders een zodanig gebogen vorm dat deze in bevestigde toestand de staander in hoofdzaak omgeven. Dit is met name van belang bij systemen die een relatief klein aantal houders hebben, zoals bijvoorbeeld een 30 systeem met slechts twee houders.
Volgens uitvoeringsvormen van de uitvinding is het systeem opgebouwd uit een tweetal opstaande houders, de langsranden waarvan aan elkaar bevestigbaar zijn. In andere uitvoeringsvormen is het systeem opgebouwd uit een tweetal houders alsmede 7 een tweetal eindelementen, waarbij de houders langsranden omvatten waartussen de eindelementen bevestigbaar zijn.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een inrichting verschaft voor het aan een staander bevestigen van twee of meer houders waarin plaatvormige 5 informatie-elementen zijn aan te brengen, de inrichting omvattende: - een eerste en een tweede langgerekt steunelement, waarbij de steunelementen aan weerszijden van de staander te positioneren zijn en waarbij aan elk van de steunelementen klemelementen zijn aangebracht waartussen de staander vast te klemmen is; 10 - op de steunelementen aangrijpende aanspanmiddelen die zijn ingericht voor het door verkleining van de onderlinge afstand van de steunelementen aanspannen van de klemelementen tegen de staander.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige 15 voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren waarin tonen:
Figuur 1 een aanzicht in perspectief van een eerste uitvoeringsvorm van het systeem volgens de onderhavige uitvinding;
Figuren 2A-2C schematische bovenaanzichten zijn van een uitvoeringsvorm van 20 de bevestigingsinrichting van figuur 1, vóór, tijdens en na het klemmen daarvan aan een staander;
Figuur 3 een zijaanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van de bevestigingsinrichting van de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding; 25 Figuur 4 een bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 2, welke is bevestigd aan een staander;
Figuur 5 een zijaanzicht in perspectief van een tweede uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding;
Figuur 6 een aanzicht in perspectief van een deel van de tweede uitvoeringsvorm 30 volgens figuur 5;
Figuur 7 een bovenaanzicht van de in figuur 5 weergegeven tweede uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding; 8
Figuur 8 een aanzicht in perspectief van een derde uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding; en
Figuur 9 een bovenaanzicht van de derde uitvoeringsvorm van de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding.
5 Figuren 1-4 tonen een ophangsysteem 1 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het systeem omvat in de weergegeven uitvoering een drietal reclamebordhouders 2, 3,4. De reclamebordhouders 2-4 zijn met hun respectievelijke langsranden tegen elkaar aan geplaatst en aan elkaar bevestigd. De houders 2-4 spannen een binnenruimte op die in dwarsdoorsnede in hoofdzaak de vorm van een driehoek 10 heeft. Elk van de houders 2-4 omvat een houderffame en een aantal steunelementen. Een frame omvat een onderste lijst 5, bovenste lijst 8, en zijlijsten 6, 7. De lijsten vormen in de weergegeven uitvoering samen een rechthoek, maar andere vormen van het frame zijn eveneens mogelijk. Een frame omvat voorts een opstaande strip 9 voorzien, welke aan de bovenzijde een schuin naar binnen toe uitstrekkend stripdeel 16 15 heeft.
Tegen elk van de frames zijn liggende steunelementen 10-13 aangehracht. Het frame en de steunelementen zijn hierbij zodanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd, dat een langgerekte opneemsleuf 23 gevormd wordt waarin informatie-elementen, zoals reclameborden (niet weergegeven), zijn aan te brengen. In de getoonde 20 uitvoeringsvorm kunnen de reclameborden in aan weerszijden van de opneemruimte 23 voorziene sleuven 15 in opwaartse en neerwaartse richting geschoven worden om de reclameborden te verwijderen respectievelijk aan te brengen in de betreffende houder.
In figuren 1 en 4 is weergegeven dat de drie houders 2-4 aan hun langsranden voorzien zijn van flenzen 20, die in gemonteerde toestand van de houders vlak tegen 25 elkaar aan liggen. Dit biedt de mogelijkheid om zogenaamde vasthouders 21 over naburige flenzen 20 te schuiven, zodat de bijbehorende houders aan elkaar kunnen worden gekoppeld. In andere, niet weergegeven uitvoeringsvormen zijn deze vasthouders anders uitgevoerd of zelfs achterwege gelaten. In dit laatste geval worden de houders ten opzichte van elkaar vastgehouden door de later te beschrijven 30 bevestigingsinrichting waarmee het systeem aan een staander kan worden bevestigd.
Bij voorkeur zijn de flenzen 20 zodanig uitgevoerd, dat zij voorzien zijn van één of meer pennen in de ene flens en één of meer corresponderende openingen in de andere flens. De houders of althans de flenzen 20 daarvan kunnen dan slechts vlak 9 tegen elkaar aan liggen wanneer de betreffende pen(nen) in de corresponderende opening(en) is/zijn geschoven. Dit verzekert een juiste onderlinge centrering van de houders.
De houders 2-4 zijn aan de staander bevestigd via een aparte bevestigings-5 inrichting 30. Deze bevestigingsinrichting is in figuren 2A-4 in meer detail weergegeven. De getoonde uitvoering van de bevestigingsinrichting 30 omvat een eerste langgerekt steunelement 31, een tweede langgerekt steunelement 32 en een daartussen aangebracht tussenstuk 33 dat de beide steunelementen 31 en 32 met elkaar verbindt. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de steunelementen 31, 32 met elkaar 10 geïntegreerd en vormen één geheel doordat ze via het tussenstuk 33 met elkaar verbonden zijn. De steunelementen hebben in bepaalde uitvoeringen van de uitvinding in hoofdzaak een beugelvorm, bijvoorbeeld een U-vorm. Dit biedt de mogelijkheid om de bevestigingsinrichting 30 via het “open” uiteinde van de U-vorm langs de staander (S), bijvoorbeeld een lantarenpaal, te schuiven (pijl Pi, figuur 2a).
15 Aan de steunelementen 31, 32 kunnen ten opzichte daarvan verplaatsbare klemelementen 40 worden aangebracht. Elk van de klemelementen 40 omvat een in hoofdzaak U-vormige beugel 41 die om het betreffende langgerekte steunelement 31, 32 kan worden geschoven. Om ervoor te zorgen dat de beugels 41 langs de steunelementen kunnen bewegen zonder daarbij los te kunnen geraken van het 20 betreffende steunelement, wordt een pen 42, bijvoorbeeld een splitpen, van bovenaf in een tweetal in de beugel 41 voorziene openingen gestoken. De pen 42 zorgt er niet alleen voor dat de beugel niet kan loskomen van het steunelement, maar vormt tevens een scharnier voor een aan de beugel 41 schamierbaar aangebracht klemblok 45. Klemblok 45 kan ten opzichte van de beugel 41 roteren om zich daarmee aan te passen 25 aan de vorm en afmetingen van de vast te klemmen staander (S). Aan de naar de staander te richten zijde van het zwenkbare klemblok 45 is een rubberen element 46 voorzien die voor een verbeterde grip van het klemblok 45 op de staander zorg kan dragen en/of de kans op schade aan de staander verkleint.
In figuur 2A is weergegeven dat de dichtst nabij het open uiteinde van de U-vorm 30 gelegen klemelementen 40’ in hoofdzaak plat tegen de binnenzijde van het respectievelijke steunelement 31, 32 kan worden geroteerd teneinde voldoende ruimte te verschaffen om de bevestigingsinrichting langs de staander (richting Pi) te schuiven. Wanneer de staander eenmaal op een positie tussen de klemelementen 40,40’ terecht is 10 gekomen, zwenkt men de klemelementen die zich het dichtst bij de vrije uiteinden van de steunelementen 31,32, terug (richting P3) tot de in figuur 2B weergegeven stand. In deze stand wordt, als gevolg van de positie van de as 42 van het klemelement en de uitvoering van het klemblok 45 en de beugel 41, de verdere zwenking tegengehouden.
5 Meer in het bijzonder zorgt komt het klemblok 45 bij zwenking op een gegeven moment aan te liggen tegen een deel van de beugel 41, zodat het klemblok 45 niet verder gezwenkt kan worden. De hoek (a) tussen de staander 31,32 en het klemblok 45 waarbij het klemblok niet verder gezwenkt kan worden, is hierbij zodanig gekozen, dat een voor staanders in een ruime variëteit van vorm en/of afmetingen een goede 10 klemming van de staander tot stand kan worden gebracht. De hoek (a) bedraagt in de in figuur 2B weergegeven uitvoeringsvorm circa 45 graden. Meer algemeen geldt dat in bepaalde uitvoeringsvormen de hoek tussen circa 80 en 30 graden, en bij voorkeur tussen de 30 en 60 graden, ligt.
Hierna schuift men de beugels 41 naar elkaar toe (richting P2, figuur 2C) totdat de 15 rubberen elementen 46 aanliggen tegen de buitenzijde van de staander. In deze stand is de bevestigingsinrichting 30 reeds vrij stevig tegen de staander geklemd. Teneinde echter de bevestigingsinrichting 30 nog steviger te vast te klemmen, wordt nabij de vrije uiteinden van de steunelementen 31, 32 een aanspanelement 50 aangebracht. Het aanspanelement 50 omvat een eerste haakvormig onderdeel 51, een tweede haakvormig 20 onderdeel 52 en een hefboom 53. Het eerste haakvormige onderdeel 51 wordt in een opening 54 in een steunelement 32 en het tweede haakvormige onderdeel 52 wordt in een corresponderende opening 54 van het eerste steunelement 31 aangebracht. Het aanspanelement 50 is hierbij zodanig ingericht dat de beide uiteinden van de steunelementen 31, 32 naar elkaar toe (richting P4, figuur 4) getrokken kunnen worden 25 door bediening van de hefboom 53 om zodoende de steunelementen onder spanning te brengen. De steunelementen 31, 32 zijn immers aan het tegenover liggende uiteinde met behulp van het tussenstuk 33 met elkaar verbonden en het aantrekken van het aanspanelement 50 zorgt daarom voor een toename van de spanning in de steunelementen en daarmee toename van de klemkracht waarmee de klemelementen 40 30 worden vastgeklemd op de staander.
In de weergegeven uitvoeringsvorm is het aanspanelement 50 zodanig opgebouwd, dat wanneer de hefboom 53 van een opwaartse stand neerwaarts wordt geduwd, een verkorting van de lengte van het aanspanelement 50 optreedt waardoor de 11 tussenafstand tussen de steunelementen 31, 32 afneemt. Door de afname van deze tussenafstand neemt de spanning in de steunelementen in voldoende mate toe. De lengteverandering van het aanspanelement 50 is hierbij zodanig gekozen dat er afhankelijk van de plaatselijke diameter van de staander een voldoende klemkracht kan 5 worden opgewekt (figuur 2C).
Door de constructie met de verplaatsbare klemelementen 40 is het mogelijk een enkel type aanspanelement 50 voor staanders van verschillende uitvoering (bijvoorbeeld verschillend qua vorm of afmetingen) te gebruiken. De klemelementen 40 kunnen immers afhankelijk van de uitvoering van de staander in meer of mindere 10 mate naar elkaar toe verplaatst worden totdat de klemelementen tegen de staander rusten. Bij een staander met een relatief grote diameter blijft de onderlinge afstand van naburige klemelementen groot, terwijl bij een staander met een relatief kleine diameter de onderlinge afstand kleiner is.
Het aanspanelement 50 kan voorts vergrendeld worden door een grendel, 15 bijvoorbeeld een grendel van een hangslot, door een opening 55 te steken die is voorzien in het haakvormige element 52 en in de hefboom 53. De hefboom 53 is in vergrendelde toestand niet meer omhoog te bewegen en blijft aldus onder spanning tussen de steunelementen bevestigd.
Wanneer de bevestigingsinrichting 30 eenmaal geplaatst is kunnen op hogere of 20 lagere posities verdere bevestigingsinrichtingen 30’ aan de staander (S) worden bevestigd. In sommige gevallen is echter een enkele bevestigingsinrichting 30 voor het bevestigen van de reclamebordhouders voldoende.
In de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm zijn twee bevestigingsinrichtingen 30, 30’ boven elkaar geplaatst. Vervolgens dienen hieraan de drie houders 25 2-4 aangebracht te worden. De houders 2 en 4 worden daartoe met behulp van twee bevestigingsklauwen 35 aan de betreffende bevestigingsinrichting 30,30’ bevestigd. Meer specifiek wordt een bevestigingsklauw 35 aan één van de steunelementen 10-13 van de houder en één van de steunelementen 31,32 van de bevestigingsinrichting 30 bevestigd.
30 In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de bevestigingsklauwen 35 exact hetzelfde uitgevoerd als de eerdergenoemde beugels 41. Dit heeft als voordeel dat het aantal verschillende onderdelen van de bevestigingsinrichting beperkt gehouden kan worden. In andere, niet weergegeven uitvoeringsvormen kunnen de 12 bevestigingsklauwen 35 anders zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld in de vorm van een steun met een U-vormige holte.
De bevestigingsklauwen 35 worden aan de steunelementen 31, 32 bevestigd door een pen 42, bijvoorbeeld een splitpen of dergelijke. De pen 42 wordt door een in de 5 klauw voorziene opening en door een in de steunelementen 31, 32 voorziene opening geschoven. Hierdoor kunnen twee van de drie houders, dat wil zeggen houder 2 en houder 4, aan de bevestigingsinrichting 30, 30’ bevestigd worden. De laatste houder 3 wordt met een speciaal aan één van de vrije uiteinden van de steunelementen (in de weergegeven uitvoeringsvorm steunelement 31) voorziene lip 56 bevestigd. Hiertoe 10 wordt een pen 57 door één van de in het betreffende steunelement 10-13 aangebrachte opening 14 te schuiven. Het vrije uiteinde van het andere steunelementen 32 is niet voorzien van een dergelijke lip aangezien één uiteinde van de bevestigingsinrichting vrij moet kunnen bewegen om de aanspanner 50 zijn werk te kunnen laten doen.
In figuren 5-7 is een andere uitvoeringsvorm van een systeem volgens de 15 uitvinding weergegeven. In deze andere uitvoeringsvorm omvat het systeem slechts een tweetal reclamebordhouders 2, 3. In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de reclamebordhouders 2, 3 exact hetzelfde uitgevoerd als de eerder in verband met de figuren 1-4 beschreven en getoonde houders. De houders 2,3 zijn met hun langsranden in deze uitvoeringsvorm niet direct aan elkaar aangebracht, maar aangebracht aan 20 zijstrippen 60, 61. De zijstrippen zijn evenals de houders 2, 3 voorzien van langsflenzen 62 die in gemonteerde toestand aanliggen tegen de flenzen 20 van de houders 2, 3. De naburige flenzen, in dit geval de flenzen 20 van elk van de houders 2, 3 en flens 62 van elk van de zijstrippen 60, 61 worden aan elkaar bevestigd door de eerder genoemde vasthouders 21.
25 De bevestigingsinrichting voor bevestiging van de reclamebordhouders 2, 3 aan de staander wordt in deze uitvoeringsvorm niet gevormd door een beugelvormige inrichting 30, maar door de reeds in de houders 2, 3 zelf aanwezige steunelementen ΙΟΙ 3. De steunelementen 10-13 zijn voorzien van een aantal openingen 14 waarin op dezelfde wijze als eerder beschreven is, de aanspanner 50 kan worden gehaakt, zoals in 30 figuur 5 is weergegeven.
Bij het monteren van de reclamebordhouders 2, 3 volgens de onderhavige uitvoeringsvorm wordt een iets andere volgorde toegepast dan bij montage van de in verband met figuren 1-4 beschreven uitvoeringsvormen. Allereerst wordt één van de 13 reclamebordhouders tegen een staander (S) geplaatst, dat wil zeggen worden de rubberen elementen 46 van de zwenkbare delen 45 van de klemelementen 40 die aan de steunonderdelen 10-13 zijn aangebracht, tegen de staander geplaatst. Vervolgens wordt aan de tegenover liggende zijde van de staander de tweede reclamebordhouder tegen de 5 staander geplaatst en wel zodanig dat de klemelementen 40 daarvan ook tegen de staander (S) drukken.
In een volgende stap plaatst men de zijstrip 60,61 tegen de flenzen 20 van de beide houders 2, 3 en verbindt deze met elkaar door middel van de eerder genoemde vasthouders 21. Het geheel van houders kan daarmee al in enige mate aan de staander 10 worden vastgeklemd. Om een hogere mate van klemming van de houders 2, 3 aan de staander (S) te verwezenlijken, plaatst men de eerder genoemde aanspanner 50 in de openingen 14 die in het betreffende steunelement 10-13 voorzien is. Deze toestand is in figuur 7 weergegeven. Door het verkleinen van de lengte van de aanspanner 50 en doordat aan de andere zijde van de staander (S) de houders 2, 3, meer specifiek de 15 steunonderdelen 10 daarvan met elkaar verbonden zijn, worden de steunonderdelen 10 naar elkaar toe getrokken. Dit zorgt voor een zodanige verhoging van de via de steunonderdelen 10 en de klemelementen 40 op de staander overgebrachte klemkracht dat de reclamebordhouders 2, 3 op zeer stabiele wijze aan de betreffende staander bevestigd kunnen worden.
20 In figuren 8 en 9 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een uit twee houders 2, 3 opgebouwd systeem weergegeven. De uitvoering en werking van het systeem komen in grote lijnen overeen met die van de eerder genoemde uitvoeringsvormen. In de in figuren 8 en 9 weergegeven uitvoeringsvorm zijn de houders 62 en 63 echter niet meer geheel identiek aan de in de eerder genoemde uitvoeringsvorm gebruikte houders, maar 25 zijn deze aan hun vrije langsranden voorzien van een verbreding 64. De langsranden van de verbreding 64 zijn elk weer op bekende wijze voorzien van een flens 20 zodat de beide houders 62, 63 met behulp van de eerder beschreven vasthouders 21 aan elkaar te bevestigen zijn.
De houders volgens de onderhavige uitvoeringsvorm waarmee een tweebords-30 systeem verschaft kan worden, zijn niet meer uitwisselbaar met de houders waarmee de eerder getoonde drie- of meerbordssysteem kunnen worden vervaardigd. Het bezwaar hiervan is dat er voor verschillende varianten van het systeem verschillende onderdelen (dat wil zeggen verschillende houders) moeten worden vervaardigd. Een voordeel is 14 echter dat de eerder genoemde zij strippen achterwege kunnen blijven, hetgeen op zich een vermindering van het aantal te fabriceren onderdelen betekent.
Om te voorkomen dat eenmaal in de houders aangebrachte informatie-elementen door onbevoegden uit de houder te halen zijn, zijn de houders voorzien van een of meer 5 afsluitelementen 58 waarmee de opvangsleuven voor de informatie-elementen naar wens af te sluiten zijn. Een voorbeeld van een dergelijk afsluitelement is in figuren 1 en 4 weergegeven. Een afsluitelement 58 wordt aangebracht op een aan elk van de houders voorziene voet 56. Een voet is voorzien van een van inwendig schroefdraad voorzien gat 57 waarin een (niet-weergegeven) schroefpen kan worden aangebracht.
10 Op de voet 56 wordt met behulp van de schroefpen een tweetal roteerbare afsluitlippen 48,49 aangebracht. De bovenste afsluitlip 49 is geïntegreerd met een klemelement 47. Wanneer de schroefpen enigszins losgedraaid is en er voldoende speling tussen de bovenste en onderste lip om deze ten opzichte van elkaar te roteren. De lippen 48,49 kunnen dan zodanig geroteerd worden, dat deze de ruimte geven om informatie-15 elementen te laten passeren. Wanneer de informatie-elementen in de houders zijn geschoven, kunnen de lippen 48 en 49 zodanig geroteerd worden, dat deze de opneemsleuven kunnen afsluiten om zodoende te voorkomen dat de informatie-elementen weer uit de houder verwijderd kunnen worden. De lippen 48 en 49 zijn voorts voorzien van een uitsteeksel met corresponderende opening die ervoor zorgen 20 dat wanneer de lippen op elkaar geklemd zijn, zij niet meer ten opzichte van elkaar kunnen roteren, terwijl als de lippen enige tussenruimte hebben, de lippen nog wel ten opzichte van elkaar te roteren zijn. Door de schroefpen aan te draaien en daarmee de tussenruimte tussen de lippen te verkleinen wordt ervoor gezorgd dat de lippen het uitnemen van informatie-elementen voorkomen.
25 De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven uitvoeringsvormen ervan. De gevraagde rechten worden veeleer bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (34)

1. Systeem voor het aan een staander, in het bijzonder een lantaarnpaal of 5 verkeerspaal, bevestigen van een of meer plaatvormige informatie-elementen, het systeem omvattende: - een aantal opstaande houders die zijn uitgevoerd om daarin de plaatvormige informatie-elementen aan te kunnen brengen, waarbij de houders zodanig aan elkaar zijn te bevestigen dat deze staander kunnen omgeven; 10. ten minste een bevestigingsinrichting voor het bevestigen van de houders aan de staander, de bevestigingsinrichting omvattende: - een eerste en een tweede langgerekt steunelement, waarbij de steunelementen aan weerszijden van de staander te positioneren zijn en waarbij aan elk van de steunelementen klemelementen zijn aangebracht waartussen de staander vast te 15 klemmen is; - op de steunelementen aangrijpende aanspanmiddelen die zijn ingericht voor het door verkleining van de onderlinge afstand van de steunelementen aanspannen van de klemelementen tegen de staander.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij het eerste en tweede steunelement aan ten minste een uiteinde aan elkaar te bevestigen zijn.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste en tweede steunelement tot in een enkele beugel geïntegreerd zijn. 25
4. Systeem volgens conclusie 3, waarbij de beugel in hoofdzaak U-vormig is.
5. Systeem volgens conclusie een van de voorgaande conclusies, omvattende bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar bevestigen van de steunelementen aan de 30 houders.
6. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de steunelementen vast verbonden zijn met de houders.
7. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij naburige houders met een of meer koppelstukken aan elkaar te koppelen zijn.
8. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de aanspanmiddelen een op het eerste en op het tweede steunelement aangrijpend spanorgaan van variabele lengte omvatten, welk spanorgaan is ingericht om de afstand tussen de steunelementen te veranderen door verandering van de lengte daarvan.
9. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsinrichting aan elk van de houders bevestigd is.
10. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een klemelement verplaatsbaar aan een steunelement is aangebracht. 15
11. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een klemelement zwenkbaar ten opzichte van een steunelement is uitgevoerd.
12. Systeem volgens conclusie 11, waarbij een klemelement is ingericht om de 20 maximaal mogelijke zwenking daarvan in een zwenkrichting te beperken.
13. Systeem volgens conclusie 11 of 12, waarbij een klemelement zodanig zwenkbaar is uitgevoerd, dat in de klemmende toestand de hoek (a) tussen een steunelement en het klemelement tussen 30 en 80 graden, bij voorkeur tussen 40 en 60 25 graden bedraagt.
14. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het deel van het klemelement dat kan aangrijpen op de staander, vervaardigd is van een flexibel materiaal. 30
15. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een houder een flame omvat dat opneemsleuven omvat, waarbij het informatie-element tussen beide frames in de opneemsleuven schuifbaar is.
16. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een opneemelement opneemsleuven omvat waarin een informatie-element schuifbaar alsmede vergrendelmiddelen voor het in de opneemsleuven vergrendelen van de 5 informatie-elementen.
17. Systeem volgens de vorige conclusie, waarbij de opneemsleuven een gesloten en een tegenoverliggend open einde hebben en de vergrendelmiddelen een afsluitorgaan omvatten waarmee het open einde van de opneemsleuven afsluitbaar is. 10
18. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houders een zodanig gebogen vorm hebben deze in bevestigde toestand de staander in hoofdzaak omgeven.
19. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, dat is opgebouwd uit een tweetal opstaande houders, de langsranden waarvan aan elkaar bevestigbaar zijn.
20. Systeem volgens een van de conclusies 1-18, dat is opgebouwd uit een tweetal houders alsmede een tweetal eindelementen, waarbij de houders langsranden 20 omvatten waartussen de eindelementen bevestigbaar zijn.
21. Systeem volgens een van de conclusie 1-18, dat is opgebouwd uit een drietal houders, die met hun langsranden aan elkaar bevestigbaar zijn.
22. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, voorzien van een aantal informatie-elementen, in het bijzonder reclameborden.
23. Inrichting voor het aan een staander bevestigen van twee of meer houders waarin plaatvormige informatie-elementen zijn aan te brengen, de inrichting 30 omvattende: - een eerste en een tweede langgerekt steunelement, waarbij de steunelementen aan weerszijden van de staander te positioneren zijn en waarbij aan elk van de steunelementen klemelementen zijn aangebracht waartussen de staander vast te klemmen is; - op de steunelementen aangrijpende aanspanmiddelen die zijn ingericht voor het door verkleining van de onderlinge afstand van de steunelementen aanspannen van de 5 klemelementen tegen de staander.
24. Inrichting volgens conclusie 23, waarbij het eerste en tweede steunelement aan ten minste een uiteinde aan elkaar te bevestigen zijn.
25. Inrichting volgens conclusie 23 of 24, waarbij het eerste en tweede steunelement tot in een enkele beugel geïntegreerd zijn.
26. Inrichting volgens conclusie 25, waarbij de beugel in hoofdzaak U-vormig is.
27. Inrichting volgens conclusie een van de conclusies 23-26, omvattende bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar bevestigen van de steunelementen aan de houders.
28. Inrichting volgens een van de conclusies 23-27, waarin de aanspanmiddelen 20 een op het eerste en op het tweede steunelement aangrijpend spanorgaan van variabele lengte omvatten, welk spanorgaan is ingericht om de afstand tussen de steunelementen te veranderen door verandering van de lengte daarvan.
29. Inrichting volgens een van de conclusies 23-28, waarbij een klemelement 25 verplaatsbaar aan een steunelement is aangebracht.
30. Inrichting volgens een van de conclusies 23-29, waarbij een klemelement zwenkbaar ten opzichte van een steunelement is uitgevoerd.
31. Systeem volgens conclusie 30, waarbij een klemelement is ingericht om de maximaal mogelijke zwenking daarvan in een zwenkrichting te beperken.
32. Systeem volgens conclusie 30 of 31, waarbij een klemelement zodanig zwenkbaar is uitgevoerd, dat in de klemmende toestand de hoek (a) tussen een steunelement en het klemelement tussen 30 en 80 graden, bij voorkeur tussen 40 en 60 graden bedraagt. 5
33. Inrichting volgens een van de conclusies 23-32, waarbij het deel van het klemelement dat kan aangrijpen op de staander, vervaardigd is van een flexibel materiaal.
34. Gebruik van een systeem en/of inrichting volgens een van de voorgaande conclusies.
NL2001714A 2008-06-23 2008-06-23 Systeem, inrichting en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van informatie-elementen. NL2001714C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001714A NL2001714C2 (nl) 2008-06-23 2008-06-23 Systeem, inrichting en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van informatie-elementen.
EP09163453A EP2138991A1 (en) 2008-06-23 2009-06-23 System and device for attaching information elements to a post and use of said system and device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001714 2008-06-23
NL2001714A NL2001714C2 (nl) 2008-06-23 2008-06-23 Systeem, inrichting en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van informatie-elementen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001714C2 true NL2001714C2 (nl) 2009-12-24

Family

ID=40259176

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001714A NL2001714C2 (nl) 2008-06-23 2008-06-23 Systeem, inrichting en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van informatie-elementen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2138991A1 (nl)
NL (1) NL2001714C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2410505A1 (en) 2010-07-20 2012-01-25 Gidding Sign Products B.V. System and method for attaching information elements to a post

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2006939C2 (nl) * 2011-06-15 2012-12-18 Hvl Armada Outdoor B V Inrichting, bijvoorbeeld inrichting voor het afbeelden van informatie.
US9574312B2 (en) 2013-02-21 2017-02-21 EML Products Inc. Sleeves for sign posts
US8915045B2 (en) * 2013-02-21 2014-12-23 EML Products Inc. Sleeves for sign posts

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4347678A (en) * 1981-01-15 1982-09-07 Marketing Displays, Inc. Multi-sided display device
NL1019247C2 (nl) * 2001-10-29 2003-05-01 Gidding Sign Products B V Systeem en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van reclame-elementen alsmede een bevestigingselement daarvoor.

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4347678A (en) * 1981-01-15 1982-09-07 Marketing Displays, Inc. Multi-sided display device
NL1019247C2 (nl) * 2001-10-29 2003-05-01 Gidding Sign Products B V Systeem en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van reclame-elementen alsmede een bevestigingselement daarvoor.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2410505A1 (en) 2010-07-20 2012-01-25 Gidding Sign Products B.V. System and method for attaching information elements to a post

Also Published As

Publication number Publication date
EP2138991A1 (en) 2009-12-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2001714C2 (nl) Systeem, inrichting en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van informatie-elementen.
TW200303396A (en) Rack latch assembly
US4619220A (en) Collapsible sign with flags
SE521178C2 (sv) Underkörningsskydd för landsvägsfordon
US20080216370A1 (en) Stabilized a-frame sign stand
US7302770B2 (en) Stabilized A-frame sign stand
US20050194498A1 (en) Apparatus and method for mounting a flat panel display
US10832601B2 (en) Frame stand for posters
US6493973B1 (en) Banner holder
US20020170217A1 (en) Banner holder
US7814843B2 (en) Fold down work surface for mounting on a wall
FR3003825B1 (fr) Porte-bicyclettes pliable
NL1038116C2 (nl) Systeem en inrichting voor het aan een staander bevestigen van informatie-elementen.
NL1019247C2 (nl) Systeem en werkwijze voor het aan een staander bevestigen van reclame-elementen alsmede een bevestigingselement daarvoor.
JP3175662U (ja) 看板支持装置
CN105584948B (zh) 法兰盖装卸装置及制冷装置
US20060101687A1 (en) Apparatus and method for retaining and selectively tensioning a sheet material display to a billboard
KR20060052642A (ko) 현수막 거치대
JP5975908B2 (ja) 立看板
KR200371463Y1 (ko) 현수막 거치대
NL2020236B1 (en) Method and system for mounting a sheet
KR20170019671A (ko) 복귀기능을 갖는 현수막 거치대
JP3450000B1 (ja) 起立式表示装置
KR20160002627U (ko) 현수막 걸이장치
KR200362653Y1 (ko) 현수막 게시대

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130101