NL2001180C2 - Gebouw, in het bijzonder voor gebruik als stal. - Google Patents

Gebouw, in het bijzonder voor gebruik als stal. Download PDF

Info

Publication number
NL2001180C2
NL2001180C2 NL2001180A NL2001180A NL2001180C2 NL 2001180 C2 NL2001180 C2 NL 2001180C2 NL 2001180 A NL2001180 A NL 2001180A NL 2001180 A NL2001180 A NL 2001180A NL 2001180 C2 NL2001180 C2 NL 2001180C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
building
buildings
evacuation area
core
Prior art date
Application number
NL2001180A
Other languages
English (en)
Inventor
Marco Johannes Noordman
Original Assignee
Hendrik Lindeboom
Marco Johannes Noordman
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hendrik Lindeboom, Marco Johannes Noordman filed Critical Hendrik Lindeboom
Priority to NL2001180A priority Critical patent/NL2001180C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001180C2 publication Critical patent/NL2001180C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0047Air-conditioning, e.g. ventilation, of animal housings

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Building Environments (AREA)

Description

GEBOUW, IN HET BIJZONDER VOOR GEBRUIK ALS STAL
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gebouw, in het bijzonder voor gebruik als stal, omvattende één of meer afdelingsgebouwen met een dak 5 voorzien van doek en/of foliemateriaal en een frame voor opspanning van het doek en/of foliemateriaal.
Een dergelijk gebouw is op het vakgebied bekend en wordt door aanvraagster in de handel gebracht onder de naam Serrestal®. De bovenbouw van de Serrestal® is opgebouwd uit een frame waarover een doek en/of folie is 10 gespannen. Dankzij deze constructie kan de Serrestal® tegen lage kosten worden geproduceerd en is deze tevens eenvoudig uit te breiden door toevoeging van afdelingsgebouwen. Toepassing van een lichtdoorlatend folie verhoogt het welzijn van de dieren en biedt verbeterde arbeidsomstandigheden voor het personeel in vergelijking met een traditionele stal.
15 De uitvinding heeft tot doel om een verbeterde versie van het in de aanhef genoemde gebouw te verschaffen, die is voorzien van een ventilatiesysteem.
Het gebouw volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat het gebouw verder ten minste één kerngebouw omvat, dat in verbinding staat met elk afdelingsgebouw, waarin het kerngebouw is voorzien van een eerste 20 luchtverzamelruimte, van eerste middelen voor het afvoeren van verontreinigde lucht uit de afdelingsgebouwen naar de eerste luchtverzamelruimte en van tweede middelen voor het afvoeren van de verontreinigde lucht uit de eerste luchtverzamelruimte naar de omgeving, waarin het kerngebouw verder is voorzien van een tweede luchtverzamelruimte en het gebouw is voorzien van derde middelen 25 voor het toevoeren van verse lucht aan de tweede luchtverzamelruimte, welke tweede luchtverzamelruimte is voorzien van vierde middelen voor het toevoeren van de verse lucht vanuit de tweede luchtverzamelruimte naar de afdelingsgebouwen.
Het gebouw volgens de uitvinding is zodanig geventileerd dat aan de milieu eisen is voldaan, waarmee het geschikt is gemaakt voor gebruik als stal voor alle 30 diersoorten. Het gebouw is modulair en kan naar believen worden uitgebreid met meerdere afdelingsgebouwen en/of meerdere kerngebouwen. Door schoring verlenen de kerngebouwen bovendien stevigheid aan de afdelingsgebouwen. Het gebouw is bovendien laag uit te voeren en heeft een landschappelijke uitstraling, die nog kan worden versterkt door de keuze van een gedekte kleurstelling van de te 35 gebruiken dak- en wandmaterialen. Het kerngebouw wordt hiermee tevens benut voor de toevoer van verse lucht.
Opgemerkt wordt dat het Duitse Offenlegungsschrift DE19916735 een stal 2 beschrijft, die op traditionele wijze is gebouwd. De bekende stal is voorzien van een eerste luchtverzamelruimte, van eerste middelen voor het afvoeren van verontreinigde lucht uit de afdelingsgebouwen naar de eerste luchtverzamelruimte en van tweede middelen voor het afvoeren van de verontreinigde lucht uit de eerste 5 luchtverzamelruimte naar de omgeving. De bekende stal omvat een gang met aan weerszijden verblijfplaatsen voor vee. In de stal is een ionisatie-apparaat aangebracht, waarbij wordt opgemerkt dat het voordelig is dat er geen grote hoeveelheden verse lucht hoeven te worden aangevoerd.
In een elegante voorkeursuitvoeringsvorm strekken de afdelingsgebouwen 10 zich dwars op het kerngebouw uit aan ten minste één zijde ervan en bij voorkeur aan weerszijden ervan.
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de eerste middelen voor het afvoeren van de verontreinigde lucht uit de afdelingsgebouwen naar de eerste luchtverzamelruimte een meet-/smooreenheid. Middels de meet-15 /smooreenheid kan de te verversen hoeveelheid lucht in het betreffende afdelingsgebouw automatisch worden geregeld.
Volgens weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de tweede middelen voor het afvoeren van de verontreinigde lucht uit de eerste luchtverzamelruimte naar de omgeving een centrale afzuiging en ten minste één 20 luchtuitlaatopening. Het is met het oog op geldende milieuvereisten en beperkingen van belang om de lucht op één of enkele centrale punten van de stal uit te stoten. Dit vermindert de mogelijke belasting op omwonenden of op zuurgevoelige gebieden Het maakt bovendien de installatie van één of enkele centrale luchtwassers mogelijk ter reductie van de uitstoot van ammoniak, geur en zo mogelijk fijnstof.
25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de derde middelen voor het toevoeren van verse lucht aan de tweede luchtverzamelruimte een luchtkelder met een inlaatopening voor buitenlucht en een uitlaatopening in de tweede luchtverzamelruimte. De afgevoerde verontreinigde lucht wordt hiermee op natuurlijke wijze aangevuld met verse buitenlucht.
30 In weer een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de vierde middelen voor het toevoeren van de verse lucht vanuit de tweede luchtverzamelruimte naar de afdelingsgebouwen openingen ter plaatse van de verbinding van de tweede luchtverzamelruimte met elk van de afdelingsgebouwen. De verse lucht kan zo ongehinderd de ontstane luchtstroming volgen en de afdelingsgebouwen instromen. 35 In een praktische voorkeursuitvoeringsvorm bevindt de eerste 3 luchtverzamelruimte zich bovenin het kerngebouw, terwijl de tweede luchtverzamelruimte zich onderin het kerngebouw bevindt.
Zowel de eerste luchtverzamelruimte als de tweede luchtverzamelruimte strekt zich in hoofdzaak in lengterichting van het kerngebouw uit.
5
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin
Figuur 1 een schematisch bovenaanzicht toont van een 10 voorkeursuitvoeringsvorm van een gebouw volgens de uitvinding;
Figuur 2 het gebouw uit Figuur 1 in dwarsdoorsnede toont;
Figuur 3 een deel van Figuur 2 in meer detail toont;
Figuur 4 een deel van het gebouw uit Figuur 1 in langsdoorsnede toont;
Figuur 5 een ander deel van het gebouw uit Figuur 1 in langsdoorsnede toont; 15 Figuur 6 een deel van Figuur 5 in meer detail toont;
Figuur 7 een deel van het dak van het gebouw in figuur 2 in meer detail toont; en
Figuur 8 een alternatieve uitvoering van het dak in het aanzicht van figuur 7 toont.
20
Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van een gebouw 1 volgens de uitvinding. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm omvat gebouw 1 één centraal gelegen kerngebouw 2 en een aantal afdelingsgebouwen 3, die elk grenzen aan het kerngebouw 2 en daarmee 25 in verbinding staan. De afdelingsgebouwen 3 zijn bestemd voor gebruik als stallen, in het bijzonder voor varkens. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm strekken de afdelingsgebouwen 3 zich dwars op het kerngebouw 2 uit aan beide zijden ervan.
Figuur 2 toont het gebouw 1 in dwarsdoorsnede door het kerngebouw 2. Figuur 3 toont een deel van Figuur 2 in meer detail. Figuur 4 toont het gebouw 1 in 30 langsdoorsnede door het kerngebouw 2.
Kerngebouw 2 is multifunctioneel. Het biedt werk- en transportruimte 24 voor personeel, zoals de dierenverzorgers. Onder kerngebouw 2 bevindt zich een kelder 21 voor opslag en afvoer van mest. Kelder 21 staat in verbinding met de bovenliggende kelder middels een afsluitbare uitstroomopening 12.
35 De belangrijkste functie van kerngebouw 2 is echter de luchtventilatie in 4 gebouw 1. Kerngebouw 2 is bovenin voorzien van een eerste luchtverzamelruimte 26, ook wel aangeduid als luchtafvoerkanaal. De eerste luchtverzamelruimte 26 strekt zich uit over de lengte van het kerngebouw 2. Ter plaatse van de verbinding van de luchtverzamelruimte 26 met elk van de afdelingsgebouwen 3 zijn eerste 5 middelen aangebracht voor het afvoeren van verontreinigde lucht uit de afdelingsgebouwen 3 naar de luchtverzamelruimte 26. Deze eerste middelen 27 zijn ingericht voor het meten en regelen van de luchtstroom door een opening die de verbinding vormt tussen de luchtverzamelruimte 26 en het betreffende afdelingsgebouw 3. De eerste middelen 27 zijn bijvoorbeeld ingericht voor het meten 10 van de luchtsnelheid, waarbij afhankelijk van de toepassing een maximaal toelaatbare luchtsnelheid wordt aangehouden. Aan de hand van de meetresultaten worden de afmetingen van de opening indien nodig bijgesteld, bijvoorbeeld middels een klep.
Diverse geschikte middelen hiervoor zijn in de handel verkrijgbaar. Een 15 voorbeeld hiervan is een meet- / smooreenheid type ATM 63 van Fancom B.V. te Panningen, Nederland.
Kerngebouw 2 is verder voorzien van tweede middelen voor het afvoeren van de verontreinigde lucht uit de luchtverzamelruimte 26. Deze middelen omvatten ten minste één luchtuitlaatopening 28 naar de omgeving en middelen 29, die zijn 20 ingericht voor het aanzuigen van verontreinigde lucht uit de luchtverzamelruimte 26 in de richting van de luchtuitlaatopening 28. Diverse geschikte middelen hiervoor zijn in de handel verkrijgbaar. Een voorbeeld hiervan is een ventilatie-eenheid type 3480 P van Fancom B.V. te Panningen, Nederland.
Het kerngebouw 2 is onderin voorzien van een tweede luchtverzamelruimte, 25 die in de voorkeursuitvoeringsvorm is gevormd door de bovengenoemde werk- en transportruimte 24. Het gebouw 1 is voorzien van derde middelen voor het toevoeren van verse lucht aan de tweede luchtverzamelruimte 24. Gebouw 1 is daartoe voorzien van een luchtkelder 13, die zich uitstrekt onder het gebouw 1. Luchtkelder 13 is enerzijds voorzien van één of meer inlaatopeningen 18 voor buitenlucht en is 30 anderzijds voorzien van ten minste één uitlaatopening naar de tweede luchtverzamelruimte 24, die bijvoorkeur is afgesloten middels een rooster.
De tweede luchtverzamelruimte 24 strekt zich uit over de lengte van het kerngebouw 2. Ter plaatse van de verbinding van de luchtverzamelruimte 24 met elk van de afdelingsgebouwen 3 zijn vierde middelen aangebracht voor het toevoeren 35 van de verse lucht vanuit de tweede luchtverzamelruimte 24 naar de 5 afdelingsgebouwen 3. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn dit openingen, die uit praktische overwegingen afsluitbaar kunnen zijn middels een deur, eventueel voorzien van een luchtrooster.
De bovenbeschreven middelen veroorzaken een luchtstroming in gebouw 1, 5 die is weergegeven middels pijlen.
De werking van het luchtventilatiesysteem is als volgt. Door de luchtafzuiging wordt er onderdruk gecreëerd in het gebouw 1. Ten gevolge hiervan komt verse lucht door de uitbouw van de kelder 13 aan de zijgevel gebouw 1 binnen (pijl a). De verse lucht wordt via het luchtkanaal 31 onder de dichte vloer naar de centrale luchtkelder 10 13 in het kerngebouw 2 geleid. Dankzij het afleggen van deze weg is de lucht gedeeltelijk geacclimatiseerd (opgewarmd in de winter cq. afgekoeld in de zomer, beide ten opzichte van de buitenlucht). Vervolgens stijgt de lucht op (pijl b) tot in de tweede luchtverzamelruimte 24. Door de onderdruk wordt de lucht vervolgens door de inlaatopening 25 het respectieve afdelingsgebouw 3 ingezogen (pijl c). Ten 15 gevolge van het heersende temperatuurverschil zal de verse lucht zich over de afdelinggang 34 naar het einde van het afdelingsgebouw bewegen waarbij de lucht geleidelijk opwarmt en over de hokinrichting de hokken 35 in stroomt.
De meet-/smooreenheid 27 is ingericht voor het regelen van de onderdruk en de luchtsnelheid en daarmee de te verversen hoeveelheid lucht in het betreffende 20 afdelingsgebouw. In de eerste luchtverzamelruimte 26 wordt alle af te voeren verontreinigde lucht verzameld (pijl d) en door de centrale afzuiging 29 (pijl e) via de uitlaatopening 28 afgevoerd (pijl f). Desgewenst kan in de uitlaatopening 28 een centrale luchtwasinstallatie worden aangebracht. De (oppervlakte)afmetingen van de eerste luchtverzamelruimte 26 zijn gerelateerd aan de totale af te voeren 25 hoeveelheid lucht (m3/uur) en de maximale toelaatbare luchtsnelheid in (m/sec).
Ter illustratie geldt in de praktijk voor een varkensstal een optimale toelaatbare luchtsnelheid van 2,0 m/sec. Mocht de benodigde hoeveelheid te verversen lucht er toe leiden dat de luchtsnelheid boven de 2,0 m/sec komt en de oppervlakte van de inlaatopening 25 niet voldoende groot is, dan kan de 30 geacclimatiseerde lucht via het luchtkanaal onder de afdelingsgang 33 naar het einde van het afdelinggebouw 3 stromen en hier door een uitlaatopening (niet getoond) het afdelingsgebouw 3 instromen.
Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede door een tweetal afdelingsgebouwen uit Figuur 1. Figuur 6 toont een deel van Figuur 5 in meer detail.
35 De afdelingsgebouwen 3 zijn gebaseerd op het principe van de Serrestal® 6 van aanvraagster.
De bovenbouw van het afdelingsgebouw 3 is opgebouwd uit een frame omvattende een vakwerkboog 37, een trekstang 38 en een hanger 40. De bovenbouw rust op kolommen 36. Het frame dient ter opspanning van het doek en/of 5 foliemateriaal en verleent de benodigde constructieve sterkte.
Tussen twee aangrenzende afdelingsgebouwen is een gootstelsel aangebracht bestaande uit een ondergoot 41, een goot 42 en gootisolatie 43.
De wanden van het afdelingsgebouw 3 omvatten sandwichpanelen, bijvoorbeeld van kunststof, metaal en isolatiemateriaal, zodanig dat de 10 afdelingsgebouwen zoveel mogelijk luchtdicht zijn. Geschikte sandwichpanelen omvatten bijvoorbeeld een dubbelwandige stalen beplating, die is geïsoleerd door middel van een kern van hard polyurethaanschuim.
De eis met betrekking tot luchtdichtheid geldt eveneens voor het kerngebouw. Het kerngebouw 2 bestaat uit een staalconstructie die tevens dient als constructieve 15 schoring van het aangrenzende afdelingsgebouw 3. Het kerngebouw is geïsoleerd middels de genoemde sandwichpanelen om condensvorming te voorkomen. Daarnaast dient de eerste luchtverzamelruimte 26 luchtdicht worden uitgevoerd teneinde onderdruk te kunnen creëren.
In de getoonde en beschreven voorkeursuitvoeringsvorm is het dak 39 van 20 het afdelingsgebouw geïsoleerd met het oog op de bestemming als varkensstal. Figuur 7 toont een langsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van het geïsoleerde dak. Figuur 8 toont een langsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van het geïsoleerde dak.
In beide figuren bevindt zich onder vakwerkboog 37 een drukkoker 44. In de 25 eerste uitvoering van figuur 7 is aan de onderzijde van het dak 39-1 een transparant doek 45 gespannen met daarover een dubbele laag transparante folie 46. Tussen de folielagen is lucht 47 geblazen. Over de bovenste folielaag is een schaduwdoek 48 aangebracht. Het schaduwdoek beperkt de instraling van de zon met bijvoorbeeld 70%. Hierdoor wordt overdadige lichtinstraling en opwarming voorkomen. Daarnaast 30 zorgt het schaduwdoek voor een gedekte kleurstelling aan de buitenzijde.
In de tweede uitvoering van figuur 8 omvat het dak 39-2 twee lagen doek 50 waartussen minerale wol 51, bij voorkeur glaswol is aangebracht.
Het frame is bij voorkeur van staal. Het doek en folie zijn bij voorkeur van kunststof.
35 De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en 7 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm, maar strekt zich uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang zoals gedefinieerd in de conclusies bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.
5

Claims (11)

1. Gebouw, in het bijzonder voor gebruik als stal, omvattende één of meer afdelingsgebouwen met een dak voorzien van doek en/of foliemateriaal en een frame 5 voor opspanning van het doek en/of foliemateriaal, met het kenmerk, dat het gebouw verder ten minste één kerngebouw omvat, dat in verbinding staat met elk afdelingsgebouw, waarin het kerngebouw is voorzien van een eerste luchtverzamelruimte, van eerste middelen voor het afvoeren van verontreinigde lucht uit de afdelingsgebouwen naar de eerste luchtverzamelruimte en van tweede 10 middelen voor het afvoeren van de verontreinigde lucht uit de eerste luchtverzamelruimte naar de omgeving, waarin het kerngebouw verder is voorzien van een tweede luchtverzamelruimte en waarin het gebouw is voorzien van derde middelen voor het toevoeren van verse lucht aan de tweede luchtverzamelruimte, welke tweede luchtverzamelruimte is voorzien van vierde middelen voor het 15 toevoeren van de verse lucht vanuit de tweede luchtverzamelruimte naar de afdelingsgebouwen.
2. Gebouw volgens conclusie 1, waarin de derde middelen voor het toevoeren van verse lucht aan de tweede luchtverzamelruimte een luchtkelder omvatten met 20 een inlaatopening voor buitenlucht en een uitlaatopening in de tweede luchtverzamelruimte.
3. Gebouw volgens conclusie 1 of 2, waarin de vierde middelen voor het toevoeren van de verse lucht vanuit de tweede luchtverzamelruimte naar de 2. afdelingsgebouwen openingen omvatten ter plaatse van de verbinding van de tweede luchtverzamelruimte met elk van de afdelingsgebouwen.
4. Gebouw volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin de afdelingsgebouwen zich dwars op het kerngebouw uitstrekken aan ten minste één zijde ervan. 30
5. Gebouw volgens conclusie 4, waarin de afdelingsgebouwen zich dwars op het kerngebouw uitstrekken aan weerszijden ervan.
6. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de eerste 35 middelen voor het afvoeren van de verontreinigde lucht uit de afdelingsgebouwen naar de eerste luchtverzamelruimte een meeWsmooreenheid omvatten.
7. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de tweede middelen voor het afvoeren van de verontreinigde lucht uit de eerste luchtverzamelruimte naar de omgeving een centrale afzuiging en ten minste één 5 luchtuitlaatopening omvatten.
8. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de eerste luchtverzamelruimte zich bovenin het kerngebouw bevindt.
9. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies 1 t/m 8, waarin de tweede luchtverzamelruimte zich onderin het kerngebouw bevindt.
10. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de eerste luchtverzamelruimte zich in hoofdzaak uitstrekt over de lengte van het kerngebouw. 15
11. Gebouw volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de tweede luchtverzamelruimte zich in hoofdzaak uitstrekt over de lengte van het kerngebouw. 20 25 30 35
NL2001180A 2008-01-11 2008-01-11 Gebouw, in het bijzonder voor gebruik als stal. NL2001180C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001180A NL2001180C2 (nl) 2008-01-11 2008-01-11 Gebouw, in het bijzonder voor gebruik als stal.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001180 2008-01-11
NL2001180A NL2001180C2 (nl) 2008-01-11 2008-01-11 Gebouw, in het bijzonder voor gebruik als stal.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001180C2 true NL2001180C2 (nl) 2009-07-14

Family

ID=39672593

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001180A NL2001180C2 (nl) 2008-01-11 2008-01-11 Gebouw, in het bijzonder voor gebruik als stal.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001180C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7215347A (nl) * 1972-02-18 1973-08-21
FR2732859A1 (fr) * 1995-04-13 1996-10-18 Sarl Mazeron Batiment d'elevage
DE19916735A1 (de) * 1999-04-13 2000-10-19 Henk Dekker Stallung

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7215347A (nl) * 1972-02-18 1973-08-21
FR2732859A1 (fr) * 1995-04-13 1996-10-18 Sarl Mazeron Batiment d'elevage
DE19916735A1 (de) * 1999-04-13 2000-10-19 Henk Dekker Stallung

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
ANONIEM: "Serrestal", ID AGRO PRODUKT INFORMATIE, XP002491871, Retrieved from the Internet <URL:http://www.idagro.nl/serrestal/serrestal.htm> [retrieved on 20080811] *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9010019B2 (en) Plant air purification enclosure apparatus and method
US8490579B2 (en) Animal shelter structures
US8065976B1 (en) Cattle feeding system and shelter to create a controlled environment within the thermal neutral zone
CN101213945A (zh) 一种节能环保鸡舍
CN86103719A (zh) 更新建筑物室内空气的一种方法与系统
NL2001180C2 (nl) Gebouw, in het bijzonder voor gebruik als stal.
WO2018148583A1 (en) Livestock structures and related methods
US4222347A (en) Animal shelter for large-scale feedlot operations
US4442792A (en) Hog finishing building
US7536976B1 (en) Cattle feeding system and shelter to create a controlled environment
CN202588031U (zh) 新型双列式暖棚肉羊育肥舍
EP1968376B1 (en) Animal shelter structure
CN201174924Y (zh) 一种节能环保鸡舍
AU2012265581B2 (en) Animal shelter structure
US20030060155A1 (en) Livestock facility ventilation exhaust air dust removal system
EP2124525B1 (en) Animal management and animal waste management facility
NL1023266C2 (nl) Werkwijze voor het regelen van het klimaat in een pluimveestal alsmede ventilatiestelsel.
NL1034968C2 (nl) Veehouderij met natuurlijke ventilatie.
NL1038071C2 (nl) Vrijloopstal met vloerverwarming.
AU2013276962A1 (en) An animal shelter structure
AU2014218420B2 (en) Animal management and animal waste management facility
House et al. Plastic and Fabric Covered Arch Frame Buildings
Johnson et al. Planning farm buildings
DE2522917A1 (de) Halle fuer die zucht und haltung von nutztieren
CZ6883U1 (cs) Přenosná bouda pro vzdušný odchov telat

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180201