NL2001143C2 - Ruitenwisser met borstel. - Google Patents

Description

Ruitenwisser met borstel

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ruitenwisser, omvattende een veegblad voor het wegvegen van vloeistof van een ruit, waarbij de ruitenwisser is ingericht voor een herhaaldelijke verplaatsing vanuit een ruststand 5 naar een eindstand en terug.

Ruitenwissers zijn in de techniek algemeen bekend en worden gebruikt bij motorvoertuigen zoals personenauto's, vrachtwagens, treinen, vliegtuigen en dergelijke.

Ruitenwissers voldoen zeer goed bij regenval en der-10 gelijke, en zorgen daarbij voor een goed zicht voor de bestuurder en overige inzittenden.

Wanneer er vuil op de ruiten zit, zoals zand, insecten, enz., zorgen de ruitenwissers voor het verwijderen van dat vuil. Daartoe is tevens een vloeistoftoevoerinrichting 15 voorzien die de ruiten bevochtigt voor het effectiever kunnen verwijderen van het vuil.

In de praktijk is het echter bekend dat de ruitenwissers niet in staat zijn om met name insecten van de ruiten te verwijderen.

20 Om de ruiten derhalve doelmatig en effectief te rei nigen, dient de gebruiker zelf de mouwen op te stropen en de vervuiling te lijf te gaan.

De uitvinding beoogt een verbeterde ruitenwisser te verschaffen waarmee vuil effectief van een ruit kan worden 25 verwijderd. In het bijzonder beoogt de uitvinding een ruitenwisser te verschaffen waarmee te allen tijde zowel het wegvegen van vloeistof van de ruit, alsmede het verwijderen van vuil zoals zand en insecten, geschikt kan worden uitgevoerd.

In het algemeen beoogt de uitvinding een verbeterde 30 ruitenwisser te verschaffen.

Ter verkrijging van ten minste één van de hiervoor genoemde doelen verschaft de uitvinding een ruitenwisser die de maatregelen omvat welke staan beschreven in conclusie 1. Tevens verschaft de uitvinding een borstelmiddel zoals staat 35 beschreven in de onafhankelijke conclusie 4.

Door middel van de uitvinding wordt het voordeel 2 verkregen dat het borstelmiddel gelijktijdig met het veegblad van de ruitenwisser over de ruit heen wordt gevoerd. Het borstelmiddel zorgt daarbij voor een enigszins schurende werking die afhankelijk is van de oppervlaktestructuur van de bor-5 stel.

Het heeft in het bijzonder de voorkeur dat de borstel is gevormd van een open celmateriaal, bij voorkeur een sponsachtig materiaal, en in het bijzonder een synthetisch sponsachtig materiaal. Bijvoorbeeld kan een materiaal worden 10 gebruikt dat op de markt wordt gebracht voor het handmatig verwijderen van insecten van een autoruit. Dergelijke sponsen zijn in de techniek algemeen bekend en bij vele autozaken verkrijgbaar. Ook kan het borstelmiddel haren omvatten die met een uiteinde tegen de ruit worden gehouden en een zodani-15 ge stijfheid bezitten dat zij tijdens gebruik een althans gedeeltelijke rechte oriëntering houden, dat wil zeggen dat zij tijdens gebruik niet zodanig ombuigen waardoor de houder tegen de ruit zou kunnen komen.

Het heeft in het bijzonder de voorkeur dat het bor-20 stelmiddel een borstel omvat die eventueel van een vochtab-sorberend materiaal is gemaakt of een vochtabsorberende constructie bezit. Ook wanneer het droog is, kan in dat laatste geval door het bedienen van de vloeistoftoevoerinrichting voor het bevochtigen van de ruit, en het vervolgens activeren 25 van de ruitenwisser volgens de uitvinding, een hoeveelheid vloeistof op de ruit worden gesproeid die, althans gedeeltelijk, in de borstel zal worden geabsorbeerd. Zodoende kan bij het heen en weer over de ruit verplaatsen van de ruitenwisser volgens de uitvinding, de ruit herhaaldelijk en gedurende 30 langere tijd worden bevochtigd voor een verbeterd verwijderen van vuil. Zowel een sponsachtig materiaal kan in staat zijn om vocht te absorberen maar ook in hoofdzaak losstaande haren kunnen in staat zijn vocht tussen hen in vast te houden.

Het borstelmiddel voor gebruik met de ruitenwisser 35 volgens de uitvinding omvat een borsteldeel en een houder die met elkaar zijn verbonden. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de borstel en de houder losneembaar verbonden, waardoor, indien enige slijtage van de borstel optreedt, deze 3 kan worden vervangen door een andere borstel zonder het gehele borstelmiddel, dat wil zeggen borstel en houder, te moeten vervangen.

De houder omvat koppelmiddelen voor het koppelen van 5 de houder met, met deze koppelmiddelen samenwerkende middelen van de ruitenwisser. Bij voorkeur worden de koppelmiddelen op de houder gevormd door haakvormige klemmen die om het houder-lichaam van het veegblad van een gebruikelijke ruitenwisser kunnen worden geplaatst, waarbij de verbinding kan worden 10 verkregen door arrêtering.

De uitvinding voorziet tevens in een uitvoeringsvorm waarbij de houder voor het veegblad en de houder voor het borstelmiddel in één geheel zijn gecombineerd.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm bevindt zich 15 tussen het borstelmiddel, waarmee een schurende werking op vuil kan worden uitgeoefend, en het veegblad van de ruitenwisser een extra borstelvoorziening, van bijvoorbeeld een zachter en/of fijner spons-achtig middel, of bijvoorbeeld een zeemachtig middel. Dit zachtere en/of fijnere spons-achtige 20 middel, of bijvoorbeeld zeemachtige middel, heeft een zodanige structuur dat het het door het borstelmiddel losgemaakte vuil wegveegt. Daartoe dient het van een zachter materiaal te zijn vervaardigd dan het borstelmiddel en bij voorkeur met een geslotener oppervlak dan het borstelmiddel, waardoor een 25 meer vegende werking wordt verkregen en in mindere mate een schurende werking. Ook dit zachtere en/of fijnere sponsachtige middel, of bijvoorbeeld zeemachtige middel, kan een absorberende werking bezitten waardoor het vloeistof die zich op de ruit bevindt althans gedeeltelijk kan opnemen en vast-30 houden, dan wel tijdens gebruik langzaam kan afgeven aan de ruit.

De extra borstelvoorziening kan een fijnere structuur bezitten dan het borstelmiddel, dat wil zeggen in het geval van een sponsachtig materiaal, dat de dikte van de cel-35 wanden kleiner is dan die van het borstelmiddel of kleiner is dan die haardikte van het borstelmiddel.

Bijvoorbeeld kunnen de celafmetingen van het fijnere sponsje maximaal 0,9 maal de afmeting van de structuur van 4 het grovere borstelmiddel bezitten, bij voorkeur maximaal 0,8 maal, met meer voorkeur maximaal 0,6 maal, of nog minder, bijvoorbeeld maximaal 0,5 maal of maximaal 0,3 maal.

De uitvinding kan tevens tot uitvoer worden gebracht 5 door combinatie van de afzonderlijke onderdelen van de ruitenwisser zoals hiervoor beschreven en in de tekening en de figuurbeschrijving nader aangeduid. De in de tekening getoonde combinaties van afzonderlijke onderdelen zijn slechts als voorbeeld bedoeld. Ook combinaties van onderdelen die niet 10 als zodanig in de tekening zijn getoond, vallen onder de uitvinding .

De uitvinding zal hierna aan de hand van de bijgevoegde tekening nader worden aangeduid.

Fig. 1 toont een perspectivisch aanzicht van een 15 ruitenwisser volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een perspectivisch aanzicht van een borstelmiddel volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een ruitenwisser 1 welke bestaat uit een veegblad 2 en een borstelmiddel 3. Het veegblad 2 is be-20 vestigd aan een houder 4. Het borstelmiddel 3 bestaat uit een houder 5 en een borstel 6. Wanneer de ruitenwisser 1 wordt gebruikt, wordt deze heen en weer bewogen, in de richtingen van de pijlen A, B. In de richting van de pijl A beweegt de ruitenwisser 1 zich van de ruststand naar een eindstand. In 25 de richting van de pijl B beweegt de ruitenwisser 1 zich van de eindstand naar de ruststand. Dit heeft tot gevolg dat bij het bewegen naar de ruststand in eerste instantie de borstel 6 over de ruit wordt gevoerd en vervolgens het veegblad 2. Daardoor zal na elke heen en weer gaande beweging van de rui-30 tenwisser een droge ruit worden verkregen.

Het borsteldeel 3 zoals nader getoond in fig. 2, omvat een houderdeel 5 en een borstel 6, zoals hiervoor reeds is genoemd. Aan de houder 5 zijn koppelmiddelen 7 voorzien die met een eerste uiteinde 8 zijn bevestigd aan de houder 5. 35 Het van de houder 5 uitstekende gedeelte van de koppelmiddelen 7 hebben een in hoofdzaak U-vormig profiel, waarbij het eerste been van het U-vormige profiel dat is bevestigd aan de houder 5, een grotere lengte heeft dan het tweede been 9 van 5 dit U-vormige profiel. De hoogte H van de binnenzijde van dit U-vormige profiel heeft een afmeting die overeenkomt met de hoogte L van de houder 4 voor het veegblad 2. Daardoor wordt een nauwkeurige positionering van het koppelmiddel 7 aan de 5 houder 4 van het veegblad verkregen en zal het borstelmiddel 3 stevig aan de houder 4 zijn bevestigd.

Voor het bevestigen middels de koppelmiddelen 7 dient het materiaal van de koppelmiddelen 7 enigszins buigzaam te zijn om bij het positioneren van het borstelmiddel 3 10 het been 9 langs de zijkant 10 van de houder 4 te kunnen voeren.

Hiermee wordt een arrêteerverbinding verkregen.

Een deskundige in de techniek is eenvoudig in staat om een geschikt materiaal voor het koppelmiddel 7 te kiezen. 15 Bijvoorbeeld kan dit koppelmiddel 7 bestaan uit een kunststof, een metaal of dergelijke.

De lengte van de borstel 6 dient in hoofdzaak zodanig te zijn dat bij positionering van het borstelmiddel 3 aan de houder 4 zowel de borstel 6 als het veegblad 2 op de ruit 20 zijn gelegen. Een deskundige in de techniek is eenvoudig in staat om een correcte lengte te kiezen.

Tijdens gebruik zal bij het verplaatsen van de ruitenwisser 1 van de ruststand naar de eindstand reeds een deel van de vloeistof van de ruit worden weggeveegd. In geval van 25 regen zal bij de omgekeerde beweging, van de eindstand naar de ruststand, de borstel 6 ten minste een deel van het regenwater absorberen. Het overige deel zal door het veegblad 2 mee worden gevoerd. Bij verblijf in de ruststand zal in dat geval mogelijk een hoeveelheid vloeistof zijn gesloten tussen 30 het veegblad 2 en de borstel 6. Bij de volgende verplaatsing vanuit de ruststand naar de eindstand zal ook deze hoeveelheid door de borstel kunnen worden geabsorbeerd, waarbij tijdens die beweging deze vloeistof samen met de schurende werking van de borstel zal zorgdragen voor een adequate verwij-35 dering van vuil, althans bevochtiging van het vuil, dat zich op de ruit bevindt. Bij de volgende verplaatsing van de ruitenwisser vanuit de eindstand naar de ruststand zal het reeds bevochtigde vuil eenvoudiger van de ruit kunnen worden ver- 6 wijderd, waardoor een in hoofdzaak schone ruit wordt verkregen.

Indien er geen regen is, doch slechts vuil van de ruit moet worden verwijderd, kan dit geschikt worden uitge-5 voerd door het toevoeren van vocht door middel van de vocht-toevoerinrichting (sproei-inrichting) welke zich in het algemeen bij een motorvoertuig bevindt.

Het materiaal van de borstel dient een hardheid te hebben die zodanig is dat daarmee geen beschadiging van de 10 ruit wordt verkregen. In de techniek bekende borstels van kunststof zijn in het algemeen geschikt voor dit gebruik.

De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor gegeven gedetailleerde beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm. De uitvinding is slechts beperkt door de bijgevoegde 15 conclusies.

Claims (8)

1. Ruitenwisser, omvattende een veegblad voor het wegvegen van vloeistof van een ruit, waarbij de ruitenwisser is ingericht voor een herhaaldelijke verplaatsing vanuit een ruststand naar een eindstand en terug, met het kenmerk, dat 5 deze tevens een parallel met en aan één zijde van het veegblad gelegen borstelmiddel omvat voor het schoonborstelen van de ruit, waarbij het borstelmiddel vanuit de eindstand naar de ruststand voorloopt op het veegblad.

2. Ruitenwisser volgens conclusie l, met het ken- 10 merk, dat de borstel is gevormd van een open celmateriaal, bij voorkeur een sponsachtig materiaal, in het bijzonder een synthetisch sponsmateriaal.

3. Ruitenwisser volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het borstelmiddel een vochtabsorberend materiaal 15 is.

4. Borstelmiddel voor gebruik met een ruitenwisser volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het borstelmiddel een houder en een borsteldeel omvat die met elkaar zijn verbonden, en de houder koppelmiddelen omvat voor het daarvan 20 koppelen met samenwerkende middelen van de ruitenwisser.

5. Borstelmiddel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de borstel en de houder losneembaar zijn verbonden.

6. Borstelmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder voor het borstelmiddel en de houder voor 25 het veegblad als één geheel zijn gevormd.

7. Borstelmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ruitenwisser tussen het veegblad en het borstelmiddel een extra borstelvoorziening omvat waarbij de structuur van de extra borstelvoorziening fijner en/of zachter is 30 dan dat van het borstelmiddel.

8. Borstelmiddel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de extra borstelvoorziening een zeemachtig materiaal of een sponsachtig materiaal met fijnere structuren dan die van het borstelmiddel omvat.