NL2001130C2 - Houder voor een zakje, in het bijzonder een theezakje, alsmede combinatie van een houder en een zakje. - Google Patents

Description

Houder voor een zakje, in het bijzonder een theezakje, alsmede combinatie van een houder en een zakje 5 BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor een zakje dat tijdens 10 gebruik in water gedompeld dient te worden, zoals bijvoorbeeld een theezakje, welke houder vasthoudmiddelen omvat voor het vasthouden van een zakje, alsmede vastklemmiddelen voor het klemmen van de houder op de rand van een kop of beker, waarbij bij samenwerking met een zakje een uiteinde van de houder buiten de contouren van het zakje aanwezig is en als handgreep fungeert.

15

Stand van de techniek.

Een dergelijke houder is bekend uit DE-A-4020984. De bekende houder kan een theezakje eenvoudig onder het waterpeil in een kop of beker brengen en houden door 20 het uiteinde vast te houden en de houder om een rand van een kop of beker te klemmen. Hierbij strekt het theezakje zich tot voorbij het andere uiteinde van de houder uit.

Samenvatting van de uitvinding.

25 Een doel van de uitvinding is het verbeteren van de bekende houder. Hiertoe is het theezakje volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat bij samenwerking met een zakje voorts een verder uiteinde van de houder buiten de contouren van het zakje aanwezig is. Dit verschaft de mogelijkheid om verdere gebruiksmogelijkheden aan de houder toe te kennen.

30 Een van deze gebruiksmogelijkheden wordt verkregen door het verdere uiteinde uit te voeren als een roerelement.

De houder is bij voorkeur uit één deel gevormd. Hierbij is de houder bij o voorkeur zo gevormd dat deze door middel van spuitgieten gevormd kan worden en daardoor goedkoop vervaardigd en als wegwerpartikel gebruikt kan worden.

Een uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de houder voorts een onderlegger omvat, waarbij bij samenwerking met een zakje 5 de contour van het zakje althans in hoofdzaak binnen de contour van de onderlegger valt. Hierbij is het verdere uiteinde van de houder dat buiten de contour van het zakje aanwezig is, gevormd door een uiteinde van de onderlegger. Dit is een andere uitvoeringsvorm waarbij de gebruiksmogelijkheden van de houder vergroot zijn door het verdere uiteinde voorbij de contour van het zakje te laten steken.

10 Opgemerkt wordt dat een houder voor een zakje voorzien van een onderlegger ook mogelijk is zonder dat een verder uiteinde van de houder zich tot voorbij de contour van het zakje uitstrekt. Hierdoor wordt uitdrukkelijk de mogelijkheid opgehouden om een dergelijke houder onafhankelijk van het voorgaande te beschermen.

Bij voorkeur is de onderlegger langs ten minste een deel van de contour 15 voorzien van een opstaande rand.

Voorts is de onderlegger bij voorkeur beweegbaar verbonden met de rest van de houder. Onder beweegbaar kan hier bijvoorbeeld buigbaar of schamierbaar verstaan worden. In het geval de houder als één deel is gevormd door spuitgieten is de onderlegger bijvoorbeeld via een flexibel scharnier met de rest van de houder verbonden.

20 Een verdere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de vastklemmiddelen een clip omvatten, waarbij de onderlegger aan het vrije uiteinde van de clip is bevestigd. De clip is hierbij buigbaar en zorgt voor de bewegingsmogelijkheid van de onderlegger.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een combinatie van een houder 25 volgens één der voorgaande conclusies met een zakje waarbij de houder en het zakje aan elkaar zijn bevestigd. Door bijvoorbeeld het zakje en de houder aan elkaar te bevestigen tijdens het fabricageproces hoeft hierna het zakje niet meer in een verdere handeling aan de houder vastgemaakt te worden.

Ook hierbij wordt opgemerkt dat een combinatie van een houder met een 30 zakje los van de hierboven beschreven kenmerken toegepast kan worden en dat ook hiervan uitdrukkelijk de mogelijkheid opengehouden wordt om deze combinatie onafhankelijk te beschermen.

3

Beknopte omschrijving van de tekeningen.

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de houder en de combinatie van 5 houder met zakje volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding in vooraanzicht;

Figuur 2 de in figuur 1 weergegeven houder in langsdoorsnede;

Figuur 3 de houder met daaraan gekoppeld een zakje in de vorm van een 10 theezakje in vooraanzicht;

Figuur 4 de houder met theezakje in langsdoorsnede;

Figuur 5 de houder met theezakje aanwezig op een beker in langsdoorsnede; Figuur 6 een eerste uitvoeringsvorm van de combinatie van de houder en een theezakje volgens de uitvinding in vooraanzicht; 15 Figuur 7 de in figuur 6 weergegeven combinatie in langsdoorsnede;

Figuur 8 de in de figuren 6 en 7 weergegeven combinatie aanwezig op een beker in langsdoorsnede;

Figuur 9 een tweede uitvoeringsvorm van de combinatie van houder en een theezakje volgens de uitvinding in vooraanzicht; 20 Figuur 10 de in figuur 9 weergegeven combinatie in langsdoorsnede;

Figuur 11 de in de figuren 9 en 10 weergegeven combinatie aanwezig op een beker in langsdoorsnede;

Figuur 12 een derde uitvoeringsvorm van de combinatie van een houder en een theezakje volgens de uitvinding in vooraanzicht; 25 Figuur 13 de in figuur 12 weergegeven combinatie in langsdoorsnede;

Figuur 14 de in de figuren 12 en 13 weergegeven combinatie aanwezig op een beker in langsdoorsnede;

Figuur 15 de in de figuren 12 en 13 weergegeven combinatie plat neergelegd in zijaanzicht; en 30 Figuur 16 de in de figuren 12 en 13 weergegeven combinatie plat neergelegd in doorsnede.

4

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen.

In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van de houder voor een zakje volgens de uitvinding weergegeven in respectievelijk vooraanzicht en langsdoorsnede. De 5 houder 1 is uit één deel gevormd en is voorzien van vasthoudmiddelen 3 voor het vasthouden van een zakje, en vastklemmiddelen 5 voor het klemmen van de houder op de rand van een kop of beker.

De houder 1 is gevormd door een strip 7, waarbij de vasthoudmiddelen 3 zijn gevormd door een verende lip 9 die tussen begrenzingswanden 11 van een in de strip 10 aanwezige opening 13 gebogen kan worden en daarbij een zakje tussen deze begrenzingswanden en de lip kan klemmen. De vastklemmiddelen 5 zijn gevormd dooreen elastisch buigbare en verende clip 15.

Een uiteinde van de houder 1 vormt een handgreep 17 en een verder uiteinde vormt een roerelement 19. De handgreep en het roerelement zijn gevormd door 15 verbredingen van de strip, waarbij in het roerelement een gat 21 aanwezig is om beter te kunnen roeren.

Bij samenwerking met een zakje 23 strekt de houder 1 zich tot buiten de contouren 25 van het zakje uit waarbij de handgreep 17 en het roerelement 19 buiten de contouren van het zakje aanwezig zijn, zie figuren 3 en 4 waarin de houder 1 met daaraan 20 vastgeklemd een theezakje 23 in vooraanzicht respectievelijk langsdoorsnede is weergegeven.

In figuur 5 is de houder 1 met het theezakje 23 aanwezig op een beker 25 weergegeven. De houder 1 is met de clip 15 op de rand 29 van de beker 27 geklemd. Hierbij is het theezakje 23 tussen de houder 1 en de wand van de beker 25 geklemd. Dit is 25 echter niet noodzakelijk, het theezakje 23 kan desgewenst ook aan de andere zijde van de houder 1 aanwezig zijn.

In de figuren 6, 7 en 8 is een eerste uitvoeringsvorm van de combinatie 31 van de houder 33 en een theezakje 35 volgens de uitvinding weergegeven in respectievelijk vooraanzicht, doorsnede en aanwezig op een beker. Het theezakje 35 is gevormd dooreen 30 waterdoorlatend zakje met daarin thee. De houder 35 is gevormd dooreen strip 37 voorzien van vastklemmiddelen in de vorm van een clip 39 waarmee de houder met theezakje aan een rand 43 van een beker 41 gehangen kan worden, zie figuur 8.

5

Een uiteinde 45 van de strip is verbreed en bevindt zich buiten de contouren 47 van het zakje 35 en vormt een handgreep waaraan de houder met theezakje vastgepakt kan worden. De strip is met een aan het andere uiteinde grenzend deel 49 in het zakje 35 aanwezig. Het zakje kan aan de strip gelijmd zijn of met een bevestigingselement, zoals bijvoorbeeld een 5 nietje, aan de strip bevestigd zijn.

In de figuren 9,10 en 11 is een tweede uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding weergegeven in respectievelijk vooraanzicht, doorsnede en aanwezig op een beker. Alle onderdelen die gelijk zijn aan die van de eerste uitvoeringsvorm zijn hierbij met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven. Deze combinatie 51 bestaat eveneens 10 uit een houder 53 en een theezakje 55. De houder 53 is eveneens gevormd door een strip 37 die aan een uiteinde is voorzien van een verbreed deel dat een handgreep 45 vormt en waaraan een clip 39 is bevestigd. De houder 53 is hierbij in zijn geheel buiten het zakje aanwezig en ook het aan het andere uiteinde grenzende deel 57 van de strip bevindt zich hierbij buiten de contouren 47 van het zakje 55 en vormt een roerstaaf.

15 In de figuren 12,13 en 14 is een derde uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding weergegeven in respectievelijk vooraanzicht, doorsnede en aanwezig op een beker. Alle onderdelen die gelijk zijn aan die van de eerste uitvoeringsvorm zijn hierbij weer met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven. Deze combinatie 61 bestaat eveneens uit een houder 63 en een theezakje 65. De houder 63 is eveneens gevormd door 20 een strip 37 die aan een uiteinde is voorzien van een verbreed deel dat een handgreep 45 vormt en waaraan een clip 39 is bevestigd. De houder 61 heeft voorts een onderlegger 67, die beweegbaar is bevestigd aan het vrije uiteinde van de clip 39. De contour 47 van het zakje 65 bevindt zich hierbij binnen de contour 69 van de onderlegger 67. De onderlegger heeft langs een deel van zijn contour 69 een opstaande rand 71.

25 In de figuren 15 en 16 is de combinatie 61 plat neergelegd weergegeven in zijaanzicht respectievelijk doorsnede. Het zakje 65 bevindt zich hierbij volledig op de onderlegger 67 binnen de opstaande rand 71.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen 30 getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader. Zo kan in plaats van thee ook thee met melk en-of 6 suiker of koffie met of zonder melk en-of suiker of elke andere oplosbaar middel, zoals bijvoorbeeld soep, in het zakje aanwezig zijn. Het zakje kan ook elke gewenste vorm hebben en kan van elk gewenst materiaal vervaardigd zijn, mits maar waterdoorlatend, bijvoorbeeld van geperforeerde kunststof.

Claims (8)

1. Houder voor een zakje dat tijdens gebruik in water gedompeld dient te worden, zoals bijvoorbeeld een theezakje, welke houder vasthoudmiddelen omvat voor het vasthouden van een zakje, alsmede vastklemmiddelen voor het klemmen van de houder op 5 de rand van een kop of beker, waarbij bij samenwerking met een zakje een uiteinde van de houder buiten de contouren van het zakje aanwezig is en als handgreep fungeert, met het kenmerk, dat bij samenwerking met een zakje voorts een verder uiteinde van de houder buiten de contouren van het zakje aanwezig is.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verdere uiteinde een 10 roerelement vormt.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de houder uit één deel is gevormd.

4. Houder volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat de houder voorts een onderlegger omvat, waarbij bij samenwerking met een zakje de contour van het zakje 15 althans in hoofdzaak binnen de contour van de onderlegger valt. [Opgemerkt wordt dat deze uitvoeringsvorm van de houder ook zonder koppelmiddelen uitgevoerd kan worden en dat de mogelijkheid opgehouden wordt om een dergelijke houder onafhankelijk te beschermen.]

5. Houder volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de onderlegger langs ten 20 minste een deel van de contour is voorzien van een opstaande rand.

6. Houder volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de onderlegger beweegbaar is verbonden met de rest van de houder, [schamierbaar/buigbaar]

7. Houder volgens conclusie 4, 5 . of 6, met het kenmerk, dat de vastklemmiddelen een clip omvatten, waarbij de onderlegger aan het vrije uiteinde van de 25 clip is bevestigd.

8. Combinatie van een houder volgens één der voorgaande conclusies met een zakje waarbij de houder en het zakje aan elkaar zijn bevestigd.