NL2001040C2 - Hulpmiddel voor het op gecontroleerde wijze aanbrengen van een krachtverdeling op een lid van het menselijk lichaam. - Google Patents

Description

P82695NL00

Titel: Hulpmiddel voor het op gecontroleerde wijze aanbrengen van een krachtverdeling op een lid van het menselijk lichaam.

De uitvinding betreft een hulpmiddel geschikt voor het op gecontroleerde wijze aanbrengen van een krachtverdeling op een lid van het menselijk lichaam, omvattende een - in gebruik - in hoofdzaak pijpvormige kous voor het omgeven van het lid, en een opblaasbaar, althans in volume 5 varieerbaar, drukelement dat zich - in gebruik - tussen het lid en de kous bevindt, welk drukelement is voorzien van een afsluitbare opening waardoor een fluïdum aan het drukelement kan worden onttrokken of kan worden toegediend teneinde het volume ervan en/of de druk erin te wijzigen.

Een dergelijk hulpmiddel is bekend uit US 2006/0036203-Al en 10 wordt onder meer gebruikt voor het uitoefenen van kracht op (delen van) het been of de arm, met als doel het leveren van een bijdrage aan verbetering van de vochtdoorstroming in de extremiteiten. De genoemde publicatie beschrijft, in het bijzonder in relatie tot een (onder)been, een kous welke aan een anterieure zijde, daar waar de kous rust op het scheenbeen, 15 over de lengte is voorzien van meerdere opblaasbare ballonnen. Door het opblazen van de verschillende ballonnen wordt de kous onder een, mogelijk over de lengte van de kous variërende, mechanische spanning gezet, waardoor op een posterieure zijde van het been de gewenste krachtverdeling ontstaat.

20 Het in US 2006/0036203-Al beschreven hulpmiddel dient met name als instrument voor klinische studies en heeft bijgevolg enkele praktische nadelen. In de eerste plaats is een veelheid van handelingen vereist om de gewenste krachtverdeling te verkrijgen: elk van de ballonnen dient immers afzonderlijk op de gewenste druk te worden gebracht. Voorts 25 bevinden de afsluitbare openingen van de verschillende ballonnen zich langs de lengterichting van de kous, hetgeen het zelfstandig aanbrengen van het 2 hulpmiddel voor praktijkgebruikers, doorgaans oudere en minder valide mensen, bemoeilijkt nu zij vaak niet goed in staat zullen zijn zich voldoende ver naar voren te buigen om de onderste, d.w.z. de dichtst bij de voet gelegen, openingen te bereiken. Tot slot doet het genoemde hulpmiddel het 5 been significant dikker lijken, waardoor deze bij voorkeur niet onder normale kleding gedragen wordt.

Veel gebruikers van een hiervoor bedoeld hulpmiddel zijn aangewezen op hulp voor het aan- en uittrekken van de kous. De benodigde fysieke inspanning is voor deze groep te groot. Gebruikers van het 10 hulpmiddel die hulp nodig hebben bij het aan- en uittrekken van de kous zijn hierdoor genoodzaakt hun dagritme aan te passen aan de tijdstippen waarop een zorgverlener beschikbaar is. In de regel zal de gebruiker daarbij ’s ochtends in bed dienen te blijven totdat een zorgverlener langs komt om de kous aan te trekken, terwijl de gebruiker ’s avonds na het bezoek van de 15 zorgverlener om de kous uit te trekken vrijwel onmiddellijk naar bed moet om het pijnlijk zwellen van het been te voorkomen. Een keer laat naar bed, een keer juist extra vroeg opstaan of een weekendje weg zijn aldus geen vanzelfsprekende mogelijkheden meer.

De onderhavige uitvinding beoogt een hulpmiddel te verschaffen 20 voor het op gecontroleerde wijze aanbrengen van een krachtverdeling op een lid van het menselijk lichaam, zonder ten minste één van de hiervoor genoemde nadelen.

Met dit doel verschaft de uitvinding een hulpmiddel van het hiervoor omschreven type, met het kenmerk dat het drukelement zich, 25 evenals de kous, - in gebruik - in hoofdzaak uitstrekt in een lengterichting van het lid, waarbij de omvang van het drukelement in de lengterichting varieert in overeenstemming met de gewenste krachtverdeling..

Door via de afsluitbare opening een fluidum aan het drukelement toe te voeren of te onttrekken kan het volume van en/of de druk in het 30 drukelement worden bepaald. In werkzame toestand bezit het drukelement 3 een dusdanig volume, dat het bij voorkeur over zijn gehele lengte tussen een buitenoppervlak van het lid en een binnenoppervlak van de kous wordt geklemd. Op het deel van het buitenoppervlak van het lid en het deel van het binnenoppervlak van de kous waarmee het drukelement direct contact 5 maakt, wordt de druk in het drukelement door het in min of meerdere mate elastische oppervlak van het drukelement overgedragen. De hiermee gepaard gaande kracht op het bedoelde deel van het binnenoppervlak van de kous wordt door de kous, die het lid omgeeft, voorts gedistribueerd over de rest van het buitenoppervlak van het lid. Hoewel de druk binnen het 10 drukelement overal dezelfde is, kan de op het lid o ver gebrachte kracht over de lengterichting van het lid worden gevarieerd door de omvang van het lid in de lengterichting te variëren. Dit kan onder meer geschieden door het drukelement zodanig uit te voeren, dat de mate van uitzetting van het drukelement over de lengte van het lid varieert. Dit is eenvoudig te 15 verwezenlijken door de elasticiteit van het drukelement over het oppervlak ervan variabel te maken. Bij voorkeur wordt een in de lengterichting variërende omvang van het drukelement echter bewerkstelligd door het oppervlak, via welk het lid en het drukelement in direct contact staan, over de lengterichting van het lid te variëren. Dit kan worden gerealiseerd door 20 de mate waarin het drukelement zich uitstrekt langs de omtrek van het lid, d.w.z. de breedte van het drukelement, in de lengterichting van het lid te variëren. Daar waar relatief veel pressie op/ondersteuning van het lid gewenst is kan het drukelement breed worden uitgevoerd, terwijl het drukelement ter hoogte van delen van het lid die ontzien dienen te worden 25 kan worden versmald. Doordat in beginsel slechts één drukelement noodzakelijk is voor het bepalen van de krachtverdeling over de lengte van het lid, vereist het aanbrengen van die krachtverdeling slechts één handeling, te weten het bepalen van het volume dan wel de druk in het drukelement. Voorts wordt het drukelement pas op het juiste volume/de 30 gewenste druk gebracht na het aanbrengen van het hulpmiddel, waardoor 4 dit aanbrengen kan geschieden met relatief weinig inspanning. Dit is met name een voordeel ten opzichte van hulpmiddelen die hun werking primair ontlenen aan de elastische eigenschappen van de kous. Tot slot geldt dat het drukelement zich in de regel slechts in relatief beperkte mate langs de 5 omtrek van het lid behoeft uit te strekken voor het realiseren van de gewenste krachtverdeling. Hierdoor wordt het aangezicht van het lid slechts gering verstoord. Met behulp van een hulpmiddel volgens de uitvinding zullen voorheen hulpbehoevende gebruikers een deel van hun autonomie kunnen herkrijgen, waardoor de kwaliteit van hun leven kan worden 10 vergroot.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding heeft het drukelement, bezien in de lengterichting, twee uiteinden, waarvan een eerste uiteinde is voorzien van de afsluitbare opening.

Door het drukelement aan één van de uiteinden te voorzien van de 15 afsluitbare opening, kan in voorkomende gevallen extra toepassingsgemak worden bewerkstelligd. In het geval het hulpmiddel wordt toegepast op een been bijvoorbeeld, zal het voor de gebruiker doorgaans gemakkelijker zijn het uiteinde dat dichter bij de romp gelegen is te benaderen, dan het uiteinde dat dichter bij de voet gelegen is. Door nu het gemakkelijkst 20 bereikbare uiteinde te voorzien van de afsluitbare opening wordt voorkomen dat de gebruiker onnodig moeite heeft met het werkzaam aanbrengen van het hulpmiddel.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de kous over een lengterichting voorzien van een sluiting.

25 Het aanbrengen van het hulpmiddel, in het bijzonder het kous onderdeel daarvan, kan worden vereenvoudigd door de kous over de lengterichting te voorzien van een sluiting. De kous hoeft dan bij het aanbrengen van het hulpmiddel niet in axiale richting over het lid te worden geschoven, maar kan direct op de gewenste plaats om het lid worden 30 aangebracht.

5

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de kous vervaardigd uit een weinig of niet-elastisch materiaal, en heeft de kous een dusdanige vorm dat deze het lid - in gebruik - betrekkelijk nauw omgeeft.

Het hulpmiddel kan op eenvoudige wijze zo worden uitgevoerd dat 5 het het been - in gebruik - nauwelijks dikker doet lijken, ook daar waar het drukelement zich bevindt. Voor het aanbrengen van het krachtverdeling op het been is het absolute volume van het drukelement immers niet van belang. Door de kous te vervaardigen van een weinig of niet-elastische stof, en zodanig dat de kous het been betrekkelijk nauw omsluit - waarbij 10 uiteraard enige tussenruimte dient te worden gelaten voor het drukelement - kan de (maximale) omvang van het hulpmiddel in gebruik eenvoudig worden beperkt, terwijl de functionaliteit volledig behouden blijft.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn vermeld in de conclusies. Zij zullen hieronder, aan de hand van enkele figuren en 15 uitvoeringsvoorbeelden, in het licht van de gehele uitvinding kort worden besproken.

Figuur 1 toont een schematisch perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een hulpmiddel volgens de onderhavige 20 uitvinding, gericht op gebruik op een onderbeen; en

Figuur 2 toont een schematisch perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een hulpmiddel volgens de onderhavige uitvinding, voorzien van een voetstuk.

25 Figuur 1 toont een kous 2, welke aan een binnenzijde is voorzien van een drukelement 1, en welke over een lengterichting is voorzien van een sluiting 4. Het drukelement 1 is aan een uiteinde voorzien van een afsluitbare opening 3.

Het drukelement 1 kan op verschillende wijzen worden uitgevoerd. 30 Te denken valt in de eerste plaats aan een drukelement dat van zichzelf 6 relatief weinig structuur heeft, maar dat structuur verkrijgt doordat via de afsluitbare opening 3 een fluïdum, zoals bijvoorbeeld lucht, aan het drukelement wordt toegevoerd. Een nadeel van deze uitvoeringsvorm is dat het drukelement inwendig onder druk staat en, al dan niet als gevolg van 5 een lek, ongewenst leeg zou kunnen lopen. In een andere uitvoeringsvorm kan het drukelement 1 een zodanige structuur hebben dat het, wanneer via de afsluitbare opening 3 een ongedwongen en onbelemmerde toevoer van fluïdum aan het drukelement 1 kan plaatsvinden, een volume inneemt dat groter is dan het volume dat tussen het lid en de kous 2 voor het 10 drukelement 1 beschikbaar is. Bij deze uitvoeringsvorm dient aan het drukelement, wanneer het hulpmiddel rond een lid wordt aangebracht, via de afsluitbare opening 3 fluïdum te worden onttrokken, teneinde het volume van het drukelement 1 tijdelijk te verkleinen en het aanbrengen van het hulpmiddel te vereenvoudigen. Nadat het hulpmiddel is aangebracht kan 15 het fluïdum dan weer aan het drukelement 1 worden toegevoerd, zodat het zijn gewenste volume en inwendige druk verkrijgt. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het drukelement 1 zijn werkzaamheid niet tijdens gebruik kan verliezen.

Het in samenwerking met het hulpmiddel te gebruiken fluïdum 20 wordt bij voorkeur gevormd door lucht, een in beginsel ongevaarlijk en alomtegenwoordig en dus goedkoop gasmengsel. Niettemin komen ook andere gassen en vloeistoffen voor gebruik in aanmerking, zoals bijvoorbeeld stikstof of water.

De schematisch getoonde kous 2 heeft een vorm die globaal past bij 25 een onderbeen. Het verdient echter nadrukkelijk opmerking dat het concept van de uitvinding evenzeer van toepassing is op andere leden van het menselijk (of zelfs dierlijk) lichaam, zoals een onderbeen plus een voet, een bovenbeen, een geheel been, en een boven- en/of onderarm. Het materiaal waarvan de kous wordt vervaardigd hoeft in beginsel niet aan bijzondere 30 eisen te voldoen. Bij voorkeur betreft het echter, althans over lengte van de 7 kous waarover deze is voorzien van een drukelement 1, een weinig of niet-elastisch materiaal. Voorts wordt bij voorkeur - ter vergroting van het gebruikscomfort - materiaal gebruikt dat ademende en/of anti-bacteriële eigenschappen heeft, of van deze eigenschappen is voorzien.

5 Het in figuur 1 getoonde drukelement 1 heeft ongeveer dezelfde lengte als de kous 2. Het spreekt echter voor zich dat slechts het lengtedeel van de kous waarover een met behulp van het drukelement 1 te bepalen krachtverdeling gewenst is van dit drukelement 1 behoeft te zijn voorzien.

Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de kous 2 over een eerste gedeelte van zijn 10 lengte van een drukelement 1 te voorzien, waarbij het krachtverdeling over een tweede lengtedeel van de kous 2 kan worden bewerkstelligd door de elastische eigenschappen van de kous 2. In de praktijk kan dit voordelig zijn, onder meer wanneer het eerste lengtedeel zich uitstrekt over een onderbeen, en het tweede lengtedeel zich uitstrekt over een voet. Het 15 drukelement 1 zorgt immers voor een weliswaar beperkte, maar niettemin waarneembare verdikking, die bijvoorbeeld bij het dragen van schoeisel tot problemen zou kunnen leiden.

Het drukelement 1 kan tijdens de fabricage van het hulpmiddel in de kous 2 worden verwerkt, in die zin dat het drukelement 1 permanent met 20 de kous 2 verbonden is. Tevens kan het drukelement 1 losneembaar worden aangebracht, tijdens de fabricage, of bij toepassing van het hulpmiddel door de gebruiker. Steeds geldt dat de kous 2 bij voorkeur voorzieningen omvat waarmee drukelement 1 op de gewenste plaats kan worden gefixeerd, zodat het tijdens gebruik niet ongewenst van plaats wijzigt.

25 De afsluitbare opening 3 kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd als een ventiel of gas- of vloeistofklep. Daarbij is aangetekend dat het bij voorkeur mogelijk is de afsluitbare opening is een toestand te brengen waarin deze een vrije en ongedwongen uitwisseling van fluïdum tussen het drukelement en de omgeving daarvan toelaat.

8

De schematisch weergegeven sluiting 4, die is, voorzien over gehele lengte van de kous 2, kan een ritssluiting zijn, maar bijvoorbeeld ook een sluiting met behulp van klittenband, gespen etc.

Figuur 2 toont een schematisch perspectiefaanzicht van een 5 uitvoeringsvoorbeeld van een hulpmiddel volgens de onderhavige uitvinding, voorzien van een voetstuk 5. Het voetstuk 5 is optioneel, en kan vast, tijdens fabricage, of losmaakbaar, door middel van een sluiting 7, met het beenstuk 2 van de kous worden verbonden. Om de toepassing van een krachtverdeling op de voet te verkrijgen, kan het drukelement 1 tot in het 10 voetstuk 5 - desgewenst zelfs tot aan de tenen toe - worden verlengd met een drukelementverlengstuk 6. Het verlengde drukelement kan worden uitgevoerd als één geheel, maar ook als een met drukelementverlengstuk 6 uitbreidbaar drukelement 1. Alternatief is het mogelijk het drukelementverlengstuk 6 achterwege te laten, en het voetstuk 5 te 15 vervaardigen uit een elastisch materiaal. Een dergelijk voetstuk 5 heeft dan een werking die vergelijkbaar is met een gewone kous of sok. Zowel met als zonder drukelementverlengstuk 6 kan het voetstuk 5 zodanig dun worden uitgevoerd dat het geen belemmering vormt bij het aan- of uittrekken en dragen van schoeisel.

20 Hoewel in het voorgaande de onderhavige uitvinding is toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden dient te worden opgemerkt dat de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. Door een vakman kunnen verschillende aanpassingen en wijzigingen op de besproken uitvoeringsvoorbeelden worden aangebracht zonder dat hierdoor de 25 gedachte en het bereik van de uitvinding, zoals neergelegd in de hiernavolgende conclusies, wordt verlaten.

Claims (10)

1. Hulpmiddel geschikt voor het op gecontroleerde wijze aanbrengen van een krachtverdeling op een lid van het menselijk lichaam, omvattende een - in gebruik - in hoofdzaak pijpvormige kous (2) voor het omgeven van het lid, en een opblaasbaar, althans in volume varieerbaar, drukelement (1) 5 dat zich - in gebruik - tussen het lid en de kous (2) bevindt, welk drukelement (1) is voorzien van een afsluitbare opening (3) waardoor een fluïdum aan het drukelement (1) kan worden onttrokken of kan worden toegediend teneinde het volume ervan en/of de druk erin te wijzigen met het kenmerk, dat het drukelement (1) zich, evenals de kous (2), - in 10 gebruik - in hoofdzaak uitstrekt in een lengterichting van het lid, waarbij de omvang van het drukelement (1) in de lengterichting varieert in overeenstemming met een gewenste krachtverdeling.

2. Hulpmiddel volgens conclusie 1, waarin de mate waarin het drukelement (1) zich uitstrekt langs de omtrek van het lid, in de 15 lengterichting varieert in overeenstemming met de gewenste krachtverdeling.

3. Hulpmiddel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het drukelement (1), bezien in de lengterichting, twee uiteinden heeft, waarvan een eerste uiteinde is voorzien van de afsluitbare opening (3).

4. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kous over een lengterichting is voorzien van een sluiting (4).

5. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kous (2) is vervaardigd uit een weinig of niet-elastisch materiaal, en waarbij de kous (2) een dusdanige vorm heeft dat deze het lid - in gebruik - 25 betrekkelijk nauw omgeeft.

6. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het drukelement (1) een zodanige structuur heeft dat het, wanneer via de afsluitbare opening (3) een ongedwongen en onbelemmerde toevoer van fluidum aan het drukelement kan plaatsvinden, een volume inneemt dat groter is dan het volume dat tussen het lid en de kous (2) voor het drukelement (1) beschikbaar is.

7. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 5 kous (2) ademende en/of anti-bacteriële eigenschappen heeft.

8. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hulpmiddel slechts één drukelement (1) omvat.

9. Hulpmiddel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het hulpmiddel voorts een met de kous (2) verbonden of verbindbaar voetstuk 10 (5) omvat.

10. Hulpmiddel volgens conclusie 9, waarbij het drukelement (1; 6) zich ook uitstrekt in het voetstuk (5).