NL2001025C2 - Elektrisch verlichtingselement, systeem voor het besturen van elektrische componenten en werkwijze voor het inrichten van een dergelijk systeem. - Google Patents

Elektrisch verlichtingselement, systeem voor het besturen van elektrische componenten en werkwijze voor het inrichten van een dergelijk systeem. Download PDF

Info

Publication number
NL2001025C2
NL2001025C2 NL2001025A NL2001025A NL2001025C2 NL 2001025 C2 NL2001025 C2 NL 2001025C2 NL 2001025 A NL2001025 A NL 2001025A NL 2001025 A NL2001025 A NL 2001025A NL 2001025 C2 NL2001025 C2 NL 2001025C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
identification code
power line
component
electrical components
electrical
Prior art date
Application number
NL2001025A
Other languages
English (en)
Inventor
Anne Huig Den Boer
Original Assignee
In Lite Worldwide B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by In Lite Worldwide B V filed Critical In Lite Worldwide B V
Priority to NL2001025A priority Critical patent/NL2001025C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001025C2 publication Critical patent/NL2001025C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B47/00Circuit arrangements for operating light sources in general, i.e. where the type of light source is not relevant
    • H05B47/10Controlling the light source
    • H05B47/175Controlling the light source by remote control
    • H05B47/185Controlling the light source by remote control via power line carrier transmission
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B47/00Circuit arrangements for operating light sources in general, i.e. where the type of light source is not relevant
    • H05B47/10Controlling the light source
    • H05B47/165Controlling the light source following a pre-assigned programmed sequence; Logic control [LC]

Landscapes

  • Circuit Arrangement For Electric Light Sources In General (AREA)

Description

Elektrisch verlichtingselement, systeem voor het besturen van elektrische componenten en werkwijze voor het inrichten van een dergelijk systeem
Beschrijving 5 De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het besturen van elektrische componenten, zoals verlichtingselementen, omvattende: - één voedingskabel; - een veelvoud van elektrische componenten aangesloten op de ene voedingskabel; en 10 - een centrale besturingsinrichting aangesloten op de ene voedingskabel voor inrichting van het veelvoud van elektrische componenten; waarbij ten minste één van het veelvoud van elektrische componenten een elektrisch verlichtingselement is omvattende: - een lamp; 15 - een verbindingsorgaan geschikt voor aansluiting op de ten minste ene elektrische voedingskabel; en een elektrisch geleidende verbinding tussen het verbindingsorgaan en de lamp.
Een dergelijk systeem is bekend uit Europees octrooischrift EP 1 460 775 BI van Magnetek. In dit systeem is de centrale besturingsinrichting ingericht voor het 20 reguleren van de emissie van de ten minste ene verlichtingseenheid. Om dit mogelijk te maken is aan het elektrische verlichtingselement een besturingseenheid gekoppeld en is de centrale besturingsinrichting voorzien van een zogenaamde power line modem (PLM). De centrale besturingsinrichting kan nu met behulp van de PLM instructies versturen via de ene voedingskabel naar de besturingseenheid, waarbij de laatste 25 overeenkomstig de ontvangen instructies de emissie van de ten minste ene verlichtingseenheid zal reguleren.
De centrale aansturing van de ten minste ene verlichtingseenheid door de centrale besturingseenheid in het systeem zoals beschreven in EP 1 460 775 beperkt de flexibiliteit van het systeem. Indien er meer verlichtingseenheden worden toegevoegd 30 zullen deze handmatig bij de centrale besturingsinrichting worden ingevoerd.
Daarnaast, indien regulering van de emissie van de ten minste ene verlichtingseenheid afhankelijk is van een andere elektrische component in het systeem, bijvoorbeeld een lichtsensor, zal de informatie van de lichtsensor moeten worden beoordeeld door de 2 centrale besturingsinrichting alvorens de ten minste ene verlichtingseenheid aangepaste instructies ontvangt.
De uitvinding beoogt een systeem voor het besturen van elektrische componenten, zoals verlichtingselementen, te verschaffen dat flexibel is en efficient 5 kan werken. Om dit te bereiken heeft het systeem het kenmerk dat het ten minste ene verlichtingselement een power line modem component, een geheugen en een besturingseenheid omvat waarbij de power line modem component is ingericht voor transmissie van data, het geheugen is ingericht voor het opslaan van een identificatiecode en de besturingseenheid is ingericht voor het besturen van de lamp in 10 reactie op data die zijn ontvangen door de power line modem component en voor het ophalen van de identificatiecode uit het geheugen voor verzending via de power line modem component. Verder is iedere elektrische component voorzien van een verdere power line modem component, een verder geheugen en een verdere besturingseenheid. Iedere elektrische component, inclusief het ten minste ene verlichtingselement kan met 15 bovenstaande maatregelen als besturingsinrichting optreden in het systeem. De centrale besturingsinrichting wordt slechts gebruikt bij een eerste initialisatie van het gehele systeem en/of een initialisatie na wijziging van het aantal en/of de aard van de elektrische componenten binnen het systeem. Daarnaast kan de centrale besturingsinrichting worden gebruikt om tegenstrijdigheden tussen instructies van 20 verschillende elektrische componenten op te lossen, dat wil zeggen de centrale besturingsinrichting heeft in een dergelijk geval een “arbiter”-functie. Tenslotte kunnen externe instructies, bijvoorbeeld afkomstig van een gebruiker van het systeem, met behulp van een invoerinrichting via de centrale besturingsinrichting naar de betreffende elektrische componenten worden verzonden.
25 De uitvinding heeft verder betrekking op een elektrisch verlichtingselement omvattende: een lamp; - een verbindingsorgaan geschikt voor aansluiting op een elektrische voeding; en - een elektrisch geleidende verbinding tussen het verbindingsorgaan en de lamp; 30 met het kenmerk dat het elektrische verlichtingselement verder omvat: een power line modem component welke is ingericht voor transmissie van data; een geheugen welke is ingericht voor het opslaan van een identificatiecode; en 3 een besturingseenheid welke is ingericht voor het besturen van de lamp in reactie op data die zijn ontvangen door de power line modem component en voor het ophalen van de identificatiecode uit het geheugen voor verzending via de power line modem component.
5 De uitvinding heeft tenslotte betrekking op een werkwijze voor het met behulp van een centrale besturingsinrichting inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische verlichting als hierboven beschreven, waarbij de centrale besturingsinrichting verder een centraal geheugen omvat, de werkwijze omvattende: opvragen van de verdere identificatiecode van iedere elektrische component van 10 het veelvoud van componenten; ontvangen van de verdere identificatiecode van iedere elektrische component; - toewijzen van een classificatie aan iedere elektrische component op basis van zijn verdere identificatiecode; opslaan van de verdere identificatiecode en de classificatie van iedere 15 elektrische component in het centrale geheugen van de centrale besturingsinrichting.
De uitvinding zal hierna verder bij wijze van voorbeeld uitgelegd worden aan de hand van de volgende figuren. De figuren zijn niet bedoeld ter beperking van de reikwijdte van de uitvinding, maar slechts ter illustratie daarvan.
20
Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een systeem voor het besturen van elektrische componenten;
Figuur 2 toont schematisch een verlichtingselement overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding; 25 Figuur 3 toont schematisch een identificatiecode die toegepast kan worden in de uitvoeringsvormen van de uitvinding;
Figuur 4 toont een stroomschema welke een werkwijze weergeeft voor het met behulp van een centrale besturingsinrichting inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische componenten; 30 Figuur 5 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een computersysteem welke gebruikt kan worden als invoerinrichting in uitvoeringsvormen van het systeem volgens de uitvinding.
4
Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een systeem voor het besturen van elektrische componenten. Het systeem omvat een centrale besturingsinrichting 1 en een veelvoud van elektrische componenten 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, hierna aangeduid als elektrische componenten 3-10. De elektrische componenten 3-10 zijn met de centrale 5 besturingsinrichting 1 verbonden via één voedingskabel 11. Onder het begrip “één voedingskabel” wordt verstaan dat alle, verbindingen met de centrale besturingsinrichting via één lijn, in dit geval voedingskabel 11, worden gevoed. Vertakkingen als getoond in Figuur 1 doen hier niks aan af.
In een uitvoeringsvorm is het systeem, zoals getoond in Figuur 1, zodanig 10 ingericht dat deze bedrijfbaar is op een wisselspanning van minder dan 40 V. In een dergelijk geval kan de centrale besturingsinrichting 1 via een geschikte spanning-omzeteenheid, zoals een transformator 15, verbonden zijn met het elektriciteitsnetwerk 17 welke een netspanning levert, bijvoorbeeld 220 - 240 V wisselspanning in Europa en 110 - 120 V in de Verenigde Staten.
15 Het systeem kan ook zodanig zijn ingericht dat deze bedrijfbaar is op een gelijkspanning van minder dan 40 V. Met name bij gebruik van relatief lange kabels geeft gelijkspanning minder interferentie in vergelijking met wisselspanning. Het systeem zou in een dergelijk geval ten opzichte van een systeem dat bedrijfbaar is op wisselspanning minder storingsgevoelig zijn ten aanzien van storende invloeden van 20 omringende apparatuur.
In een dergelijk geval kan in een uitvoeringsvorm de centrale besturingsinrichting 1 via een gelijkrichtinrichting zijn verbonden met een elektrische voeding. Een mogelijke gelijkrichtinrichting is een transformator 15 welke geschikt is voor het omzetten van een wisselspanning naar een gelijkspanning, dat wil zeggen een 25 transformator welke is gekoppeld met een gelijkrichter zoals een brugschakeling, ook wel gelijkstroomtransformator genoemd. In een uitvoeringsvorm daarvan waarbij een gelijkstroomtransformator als gelijkrichtinrichting wordt gebruikt, is de elektrische voeding een elektriciteitsnetwerk 17 welke een netspanning levert, bijvoorbeeld 220 -240 V wisselspanning in Europa en 110 - 120 V in de Verenigde Staten.
30 Als alternatief kan de centrale besturingsinrichting 1 zijn verbonden met een gelijkspanningsvoeding, zoals een accu of een batterij.
In figuur 1 zijn acht elektrische componenten 3-10 getoond. Het moet begrepen worden dat het aantal elektrische componenten 3-10 in het systeem niet beperkt hoeft 5 te zijn tot acht. Het kunnen er meer of minder zijn. Het getoonde aantal elektrische componenten 3-10 dient slechts als voorbeeld. Ten minste één elektrische component van het veelvoud van elektrische componenten 3-10heeft betrekking op een verlichtingseenheid. Een uitvoeringsvorm van een dergelijke verlichtingseenheid zal in 5 meer detail besproken worden onder verwijzing naar Figuur 2.
Iedere elektrische component 3-10 is voorzien van een power line component 3a, 4a, 5a, 6a, 7a, 8a, 9a, 10a (hierna 3a-10a) een geheugen 3b, 4b, 5b, 6b, 7b, 8b, 9b, 10b (hierna 3b-10b) en een besturingseenheid 3c, 4c, 5c, 6c, 7c, 8c, 9c, 10c (hierna 3c-10c). De power line component 3a-10a is ingericht voor transmissie van data. Het 10 geheugen 3b-10b is ingericht voor het opslaan van een identificatiecode. De besturingseenheid 3c-10c is ingericht voor het besturen van de elektrische component 3-10 in reactie op data die is ontvangen door de power line modem component 3a-10a en voor het ophalen van de identificatiecode uit het geheugen 3b-10b voor verzending via de power line modem component 3a-10a.
15 De centrale besturingseenheid 1 kan zijn verbonden met een centraal geheugen 18.
De centrale besturingsinrichting wordt slechts gebruikt bij een eerste initialisatie van het gehele systeem en/of een initialisatie na wijziging van het aantal en/of de aard van de elektrische componenten binnen het systeem. Daarnaast kan de centrale 20 besturingsinrichting worden gebruikt om tegenstrijdigheden tussen instructies van verschillende elektrische componenten op te lossen, dat wil zeggen de centrale besturingsinrichting heeft in een dergelijk geval een “arbiter”-functie. Tenslotte kunnen externe instructies via de centrale besturingsinrichting naar de betreffende elektrische componenten worden verzonden. Om dit laatste mogelijk te maken kan de centrale 25 besturingseenheid 1 communicatief zijn verbonden met een invoerinrichting 19. De invoerinrichting 19 is kan zijn ingericht voor het toevoeren van instructies aan de centrale besturingsinrichting 1. Mogelijke uitvoeringsvormen van een dergelijke invoerinrichting 19 zullen worden besproken onder verwijzing naar Figuur 4.
30 Iedere elektrische component 3-10, inclusief het ten minste ene verlichtingselement kan als besturingsinrichting optreden in het systeem. De voedingslijn 11 kan de mogelijkheid verschaffen tot bidirectionele transmissie tussen de verschillende elektrische componenten 3-10. Zo kan, indien elektrische component 5 een aan/uit- 6 schakelaar en elektrische component 6 een verlichtingselemcnt is, op basis van de instelling van elektrische component 5 het elektrische component 6 wel of niet geactiveerd worden. Ook als bijvoorbeeld elektrische component 7 aan verlichtingselement 6 een instructie zou verstrekken om aan te gaan, kan dit door 5 elektrische component 5 worden voorkomen. Elektrische component 5 heeft in dit geval een sturende functie.
De centrale besturingsinrichting 1 kan bij het inrichten van het systeem op basis van de identificatiecode van de in het systeem aanwezige elektrische componenten, deze elektrische componenten toewijzen aan een bepaalde groep. De identificatiecode 10 is opgeslagen in het geheugen dat iedere elektrische component omvat. Meer informatie ten aanzien van de identificatiecode zal worden beschreven onder verwijzing naar Figuur 3.
Om enkele mogelijkheden van het systeem te demonstreren volgt nu een voorbeeld dat slechts dient ter illustratie van de uitvinding en niet ter beperking ervan.
15 In dit voorbeeld wordt uitgegaan van een systeem voor het besturen van elektrische componenten overeenkomstig de uitvoeringsvorm als getoond in Figuur 1, waarbij de getoonde elektrische componenten als volgt in groepen zijn verdeeld.
In een eerste groep 31 zijn elektrische componenten 3, 7 en 8 opgenomen. In een tweede groep 32 zijn elektrische componenten 4, 9 en 10 opgenomen. In een derde 20 groep 33 zijn elektrische componenten 5 en 6 opgenomen. In dit voorbeeld zijn in groep 31 elektrische componenten 7 en 8 verlichtingselementen, welke ieder ten minste één lamp omvatten, en is elektrische component 3 een schakelaar. De schakelaar heeft vier standen. In een eerste stand draagt elektrische component 3 aan elektrische component 7 een UIT -signaal over. Daarnaast draagt elektrische component 3 in deze 25 stand ook een UIT-signaal over aan elektrische component 8. In een tweede stand van de schakelaar wordt door elektrische component 3 aan elektrische component 7 een AAN-signaal overgedragen, terwijl elektrische component 3 aan elektrische component 8 een UIT-signaal overdraagt. In een derde stand van de schakelaar draagt elektrische component 3 aan elektrische component 7 een UIT-signaal over, terwijl deze aan 30 elektrische component 8 een AAN-signaal overdraagt. Tenslotte, in een vierde stand van de schakelaar wordt door elektrische component 3 aan zowel elektrische component 7 als aan elektrische component 8 een AAN-signaal overgedragen. In het geval dat de lamp in de elektrische component 7 is ingericht voor het uitzenden van wit 7 licht met een blauw accent en de lamp in de elektrische component 8 is ingericht voor het uitzenden van wit licht met een rood accent, kan met de schakelaar in elektrische component 3 worden geregeld welke type licht in een bepaalde omgeving wordt uitgezonden.
5 In dit voorbeeld omvat de tweede groep van elektrische componenten 32 ook drie elektrische componenten, te weten elektrische componenten 4, 9 en 10. Elektrische component 4 is een timer, elektrische component 9 is een bewegingssensor en elektrische component 10 is een verlichtingselement, welke ten minste één lamp omvat. De timer kan aangeven binnen welke periode gedurende de dag de lamp in elektrische 10 component 10 actief kan zijn, bijvoorbeeld tussen 6 uur ’s-avonds en 7 uur ’s-ochtends. Indien de tijd van de dag niet gelegen is tussen de door de timer ingestelde tijdstippen, dat wil zeggen in voomoemd voorbeeld tussen 7 uur ’s-ochtends en 6 uur ’s-avonds, dan wordt vanuit elektrische component 4 een UIT-signaal overgedragen naar elektrische componenten 9 en 10. Indien de tijd wel gelegen is tussen de door de timer 15 aangegeven grenzen, dus in voomoemde voorbeeld tussen 6 uur ’s-avonds en 7 uur ’s-ochtends, dan draag elektrische component 4 een AAN-signaal over aan elektrische component 9 overgedragen. Het signaal dat wordt overgedragen van elektrische component 9 naar elektrische component 10 is nu afhankelijk van de bewegingssensor in elektrische component 9. Indien de bewegingssensor in elektrische component 9 een 20 beweging waarneemt, draagt deze een AAN-signaal over aan de elektrische component 10 met als gevolg dat de lamp begint te branden. Indien er geen beweging wordt waargenomen, of indien een zekere periode is verstreken na de laatste waarneming van beweging, draagt elektrische component 9 een UIT-signaal over aan de elektrische component 10 hetgeen bewerkstelligt dat de lamp uit gaat.
25 Tenslotte omvat de derde groep van elektrische componenten 33 in dit voorbeeld twee elektrische componenten 5 en 6. Elektrische component 5 is een dimeenheid, terwijl elektrische component 6 een verlichtingselement is, welke ten minste één lamp omvat. De dimeenheid in elektrische component 7 kan, bijvoorbeeld via de invoerinrichting 19 welke communicatief is verbonden met de centrale 30 besturingsinrichting 1 instellen in welke mate elektrische component 5 een AAN-signaal aan de elektrische component 6 wordt overgedragen. De dimeenheid van elektrische component 5 kan betrekking hebben op een dimeenheid die is ingericht voor het instellen van de intensiteit van de lamp in elektrische component 6, maar kan 8 ook betrekking hebben op het inregelen van een bepaalde kleurcomponent in het uit te zenden licht.
Zoals te zien is in Figuur 1, kunnen elektrische componenten van een groep ook direct met elektrische componenten van een andere groep communiceren via de ene 5 voedingskabel 11. Zo kan de functionaliteit van elektrische componenten 3 en 5 afhankelijk zijn van het tijdstip waarop de actie plaats zou moeten vinden. Indien elektrische component 4 haar functie oplegt aan elektrische componenten 3 en 5 dan kunnen deze laatste in voomoemde voorbeeld alleen functioneren als hiervoor beschreven indien de uit te voeren actie plaatsvindt tussen 6 uur ’s-avonds en 7 uur ’s-10 ochtends. Op een identieke wijze kan het al dan niet aangaan, dan wel wijzigen van intensiteit van de lampen in de verscheidene verlichtingseenheden 6, 7,8 en 10 afhankelijk zijn van de uitvoer van de bewegingssensor in elektrische component 9.
Zoals hierboven vermeld, heeft ten minste één van het veelvoud van elektrische 15 componenten betrekking op een verlichtingselement. Een dergelijk verlichtingselement is schematisch getoond in Figuur 2 als verlichtingselement 41. Het verlichtingselement 41 omvat een lamp 43, een verbindingsorgaan 44 geschikt voor aansluiting op een elektrische voeding en een elektrisch geleidende verbinding 45 tussen het verbindingsorgaan en de lamp. De verlichtingseenheid 41 kan een enkele lamp 43 of 20 een veelvoud van lampen 43 omvatten. In het laatste geval kan de verlichtingseenheid zijn ingericht voor het uitzenden van licht met een kleur die is opgebouwd uit verschillende kleuren, waarbij iedere kleur afkomstig is van een lamp uit het veelvoud van lampen 43. Ook zijn er geen fundamentele beperkingen ten aanzien van het model of de grootte van de te gebruiken lamp(en) 43. De lamp 43 kan een Light Emitting 25 Diode (LED) zijn. Een LED heeft het voordeel dat deze bij een relatief lage voedingspanning kan opereren, relatief weinig vermogen consumeert en toch een goede lichtopbrengst kan genereren. Met andere woorden, het rendement van een LED ligt beduidend hoger dan de meeste conventionele lichtbronnen. De lamp 43 kan in een enkele kleur uitzenden, maar kan ook zijn ingericht voor het uitzenden van meerdere 30 lichtkleuren, bijvoorbeeld door middel van het verschuiven van een kleurenfilter.
Het verlichtingselement 41 is als elektrische component in het systeem als getoond in en beschreven onder verwijzing naar Figuur 3 voorzien van een besturingseenheid 46, een geheugen 47 en een power line component 48. De 9 besturingseenheid 46 kan zijn ingericht om via de power line modem component 48 instructies te ontvangen en te verwerken met betrekking tot het aan en uitschakelen van de lamp 43, alsmede met betrekking tot het instellen van de intensiteit en/of de kleur van de lamp 43. Daarnaast kan de besturingseenheid 46 de power line modem 5 component 48 een identificatiecode, welke is opgeslagen in het geheugen 47, doen uitzenden.
In het geval van het instellen van de intensiteit kan er sprake van een zogenaamde dimfunctie. In reactie op een instructie tot het verlagen van de lampintensiteit kan de besturingseenheid 46 de lichtintensiteit dimmen. In het geval van het instellen van de 10 kleur kan de besturingseenheid in reactie op een instructie de kleur van het licht dat door de lamp wordt uitgezonden wijzigen. In een uitvoeringsvorm zijn in het geheugen 47 een aantal mogelijke kleuren opgenomen met de relevante instellingen om deze kleur te bewerkstelligen. In een verdere uitvoeringsvorm hiervan kan een gebruiker via een invoerinrichting, bijvoorbeeld invoerinrichting 19 in Figuur 1, een lijst van 15 mogelijke kleuren in het geheugen 46 van het verlichtingselement 41 laten opnemen en deze, indien gewenst, wijzigen.
Naast ten minste één verlichtingselement, kan het veelvoud van elektrische componenten 3-10 verscheidene andere typen componenten omvatten.
20 In een uitvoeringsvorm omvat het veelvoud van elektrische componenten 3-10 ten minste één sensor. De sensor kan bijvoorbeeld een lichtsensor, temperatuursensor, bewegingssensor of geluidsensor zijn. Eén of meer verlichtingselementen kunnen worden ingesteld naar aanleiding van de uitvoer van een sensor. De intensiteit van uitgezonden licht zou bijvoorbeeld afhankelijk kunnen zijn van de mate van 25 omgevingsverlichting welke gemeten kan worden met een lichtsensor. De kleurstelling van licht zou gewijzigd kunnen worden in reactie op de meting van temperatuur door middel van een temperatuursensor. Een verlichtingselement zou ingeschakeld kunnen worden bij nadering van iets of iemand, welke nadering gedetecteerd zou kunnen worden met een bewegingssensor. Het systeem zou verbonden kunnen worden met een 30 audio-installatie, waarbij een geluidsensor in het systeem gebruikt zou kunnen worden om verlichtingselementen hun kleur en/of intensiteit te laten wijzigen in het ritme van muziek die op de audio-installatie wordt afgespeeld.
10
In een uitvoeringsvorm omvat het veelvoud van elektrische componenten 3-10 ten minste één schakelaar. De schakelaar kan een enkelvoudige, maar ook een meervoudige schakelaar zijn.
In een uitvoeringsvorm omvat het veelvoud van elektrische componenten 3-10 5 ten minste één relais. De relais kan bijvoorbeeld een lichtrelais zijn, bijvoorbeeld geschikt voor door het lichtnet gevoede lampen, maar ook een motorrelais, bijvoorbeeld geschikt voor een motor welke inductief belast wordt.
In een uitvoeringsvorm omvat het veelvoud van elektrische componenten 3-10 ten minste één elektromotor, welke bijvoorbeeld ingesteld kan zijn voor het aandrijven 10 van ten minste één van een fonteinpomp, een beregeningspomp, een zonnescherm, een tuinhek, etc.
Figuur 3 toont schematisch een identificatiecode die toegepast kan worden in de uitvoeringsvormen van de uitvinding. De getoonde identificatiecode omvat vier 15 gedeelten 51, 52, 53, 54.
Het eerste gedeelte 51 van de identificatiecode verschaft informatie met betrekking tot de producent van de betreffende elektrische component. Iedere producent van elektrische componenten die kunnen worden opgenomen in het systeem krijgt een unieke code. Indien er storingen met een bepaalde elektrische component 20 optreden is het mogelijk de producent te traceren, hetgeen het vinden van een oplossing voor de betreffende storing zou kunnen vergemakkelijken of versnellen.
Het tweede gedeelte 52 van de identificatiecode verschaft informatie met betrekking tot de productgroep waartoe de betreffende elektrische component behoort. Voorbeelden van productgroepen zijn LED-lampen met een enkele kleur, fiill-colour 25 LED-lampen, halogeenlampen, etc.
Het derde gedeelte 53 van de identificatiecode verschaft informatie met betrekking tot het model van de betreffende elektrische component binnen de productgroep die reeds in het tweede gedeelte is genoemd. In de modelinformatie kan informatie aanwezig zijn met betrekking tot de afmetingen van de elektrische 30 component, bijvoorbeeld een LED-lamp van 60 mm in doorsnede, optische eigenschappen van de elektrische component, bijvoorbeeld een LED-lamp geschikt voor het uitzenden van licht met een golflengte binnen een bepaald golflengtegebied, 11 en elektrische eigenschappen van de betreffende elektrische component, bijvoorbeeld welke belasting de betreffende elektrische component kan weerstaan, etc.
Tenslotte verschaft het vierde gedeelte 54 van de identificatiecode een unieke code aan de elektrische component, die door dezelfde producent niet aan enige 5 elektrische component binnen hetzelfde model en dezelfde productgroep wordt toegewezen. Deze unieke toewijzing maakt het mogelijk om iedere elektrische component individueel te identificeren.
Kortom, een identificatiecode 01 50 0A 02 F0 2F 3C 5A (hexadecimale opbouw) correspondeert met producent 01, productgroep 500, model A02F en unieke code 10 02F3C5A.
De identificatiecode van Figuur 3 is ingericht voor een hexadecimale invoer. Als gevolg hiervan zouden in het in Figuur 3 getoonde voorbeeld van de identificatiecode 256 verschillende producenten, 4096 verschillende productgroepen, 65.535 verschillende soorten elektrische componenten per groep en 268.435.456 unieke codes 15 per producent per productgroep per soort verwerkt kunnen worden. Een totaal van 16 tot de macht 16 verschillende identificatiecodes is bij de in Figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm van de opbouw van de identificatiecode mogelijk.
Het moet echter begrepen worden dat uitvoeringsvormen van de uitvinding niet beperkt zijn tot gebruik van de identificatiecode als getoond in Figuur 3. Een 20 alternatieve opbouw van de identificatiecode kan worden toegepast, zoals bij de vakman bekend zal zijn.
Het moge duidelijk zijn dat de onder verwijzing naar Figuur 1 beschreven uitvoeringsvormen slechts “eenvoudige” voorbeelden zijn van wat er met een op een 25 dergelijke wijze ingericht systeem mogelijk is. Aangezien er een grote variëteit aan elektrische componenten gebruikt kan worden, kan een systeem voor het besturen van elektrische componenten verkregen worden met een zeer hoge complexiteit.
Figuur 4 toont een stroomschema welke een werkwijze weergeeft voor het met behulp 30 van een centrale besturingsinrichting inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische componenten, waarbij ten minste één van de elektrische componenten een verlichtingselement is. Het systeem voor het besturen van elektrische componenten is 12 een systeem zoals hierboven beschreven. Dat wil zeggen, iedere elektrische component omvat een power line modem component, een besturingseenheid en een geheugen.
De werkwijze wordt uitgevoerd door een centrale besturingsinrichting, bijvoorbeeld centrale besturingsinrichting 1. In een eerste actie volgens de werkwijze, 5 actie 81, wordt de identificatiecode van iedere elektrische component opgevraagd.
Deze identificatiecode wordt vervolgens in actie 83 ontvangen.
Na ontvangst zal op basis van de identificatiecode een classificatie aan iedere elektrische component worden toegewezen in actie 85.
Tenslotte, in actie 87, worden de identificatiecode en classificatie van iedere 10 elektrische component opgeslagen, bijvoorbeeld in een centraal geheugen, bijvoorbeeld geheugen 18, welke communicatief verbonden is met de centrale besturingsinrichting.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze, waarbij het systeem voor het besturen van elektrische componenten verder een invoerinrichting omvat welke communicatief is verbonden met de centrale besturingsinrichting, omvat deze verder een via de 15 invoerinrichting handmatig invoeren van instructies aan de centrale besturingsinrichting. De instructies kunnen het aanpassen van een classificatie van een elektrische component omvatten.
Figuur 5 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een computersysteem 100 welke 20 gebruikt kan worden als invoerinrichting, bijvoorbeeld invoerinrichting 19, in uitvoeringsvormen van het systeem volgens de uitvinding. Het computersysteem 100 omvat een processor 101 en een geheugen 105. Het computersysteem 100 kan zijn ingericht voor het laden van een computer leesbaar medium welke met een computer uitvoerbare code omvat. Dit kan het computersysteem 100 in staat stellen, wanneer de 25 code uit het computer leesbare medium is geladen, uitvoeringsvormen van de hiervoor genoemde werkwijze voor het met behulp van een centrale besturingsinrichting inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische componenten uit te voeren.
Het geheugen 105, welke is verbonden met de processor 101, kan een aantal geheugencomponenten omvatten, zoals een harde schijf 111, alleen-lezen geheugen 30 (Read Only Memory, gewoonlijk afgekort met ROM) 112, elektrisch wisbaar en programmeerbaar alleen-lezen geheugen (Electrically Erasable Programmable Read Only Memory, gewoonlijk afgekort met EEPROM) 113 en willekeurig toegankelijk geheugen (Random Access Memory, gewoonlijk afgekort met RAM) 114. Niet alle 13 hiervoor genoemde geheugencomponenten hoeven aanwezig te zijn. Verder is het niet essentieel dat de geheugencomponenten fysiek nabij de processor 101 of nabij elkaar zijn gelegen. Ze kunnen op afstand zijn geplaatst.
De processor 101 kan met een soort van gebruikersinterface, bijvoorbeeld een 5 toetsenbord 115 of een muis 116, zijn verbonden om de invoer van instructies mogelijk te maken. Andere vormen van een gebruikersinterface die bekend zijn bij de vakman kunnen ook worden gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn een aanraakscherm (touch screen), track ball en spraakomzeteenheid.
De processor 101 kan ook zijn verbonden met een leeseenheid 117 om het 10 invoeren van instructies mogelijk te maken. De leeseenheid 117 is ingericht voor het lezen van data van en het onder omstandigheden opslaan van data op een computerleesbaar medium als gegevensdrager, bijvoorbeeld een floppy disk 118 of een CDROM 119. Ook Dvd’s of andere computerleesbare media of gegevensdragers die bekend zijn bij de vakman kunnen worden gebruikt.
15 De processor 101 kan ook zijn verbonden met een printer 120 om bijvoorbeeld instructies die zijn uitgevoerd uit te printen. Daarnaast kan de processor 101 verbonden zijn met een weergave-eenheid 121, bijvoorbeeld een monitor of een LCD-scherm of enig ander type dat bekend is bij de vakman, om weer te geven welke instructies zijn ingevoerd en/of zijn uitgevoerd of uitgevoerd gaan worden.
20 Zoals eerder beschreven, is de invoerinrichting 19 verbonden met de centrale besturingseenheid 1. In een uitvoeringsvorm hiervan is de processor 101 verbonden met een communicatienetwerk 122, bijvoorbeeld een publiek geschakeld telefoonnetwerk (public switched telephone netwerk, gewoonlijk afgekort tot PSTN), een bedraad of draadloos lokaal netwerk (local area network, gewoonlijk afgekort tot 25 LAN), een niet-lokaal network (wide area network, gewoonlijk afgekort tot WAN) etc. door middel van zenders/ontvangers 123 die verantwoordelijk zijn voor invoer/uitvoer (input/output, oftewel kortweg I/O). De processor 101 kan zijn ingericht voor het communiceren met andere communicatiesystemen via het communicatienetwerk 122. In een uitvoeringsvorm kunnen externe computers (niet getoond), bijvoorbeeld Pc’s, 30 inloggen in de processor via het communicatienetwerk 122.
Bovenstaande beschrijving omschrijft slechts een aantal mogelijke uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Het is eenvoudig in te zien dat er vele alternatieve 14 uitvoeringsvormen van de uitvinding bedacht kunnen worden, die alle onder de reikwijdte van de uitvinding vallen. Deze wordt bepaald door de navolgende conclusies.

Claims (12)

1. Elektrisch verlichtingselement (41) omvattende: - een lamp (43); 5. een verbindingsorgaan (44) geschikt voor aansluiting op een elektrische voeding; en een elektrisch geleidende verbinding (45) tussen het verbindingsorgaan en de lamp; met het kenmerk dat het elektrische verlichtingselement (41) verder omvat: 10. een power line modem component (48) welke is ingericht voor transmissie van data; - een geheugen (47) welke is ingericht voor het opslaan van een identificatiecode; en een besturingseenheid (46) welke is ingericht voor het besturen van de lamp 15 (43) in reactie op data die is ontvangen door de power line modem component (48) en voor het ophalen van de identificatiecode uit het geheugen voor verzending via de power line modem component (48).
2. Elektrisch verlichtingselement volgens conclusie 1, waarbij de lamp (43) een 20 light emitting diode is.
3. Systeem voor het besturen van elektrische componenten, zoals verlichtingselementen, omvattende: één voedingskabel (11); 25. een veelvoud van elektrische componenten (3-10) aangesloten op de ene voedingskabel (11), waarbij iedere elektrische component (3-10) is voorzien van een verdere power line modem component (3a-10a) welke is ingericht voor transmissie van data, een verder geheugen (3b-10b) welke is ingericht voor het opslaan van een verdere identificatiecode en een verdere besturingseenheid (3c-30 10c) welke is ingericht voor het besturen van de elektrische component (3-10) in reactie op data die zijn ontvangen door de verdere power line modem component (3a-10a) en voor het ophalen van de verdere identificatiecode uit het verdere geheugen (3b-10b) voor verzending via de verdere power line modem component (3a-10a); en een centrale besturingsinrichting (1) aangesloten op de ene voedingskabel (11) voor inrichting van het veelvoud van elektrische componenten (3-10); 5 waarbij ten minste één van het veelvoud van elektrische componenten (3-10) een elektrisch verlichtingselement (41) is volgens conclusie 1 of 2.
4. Systeem volgens conclusie 3, waarbij het systeem bedrijfbaar is op een spanning van minder dan 40 V. 10
5. Systeem volgens conclusie 4, waarbij het systeem is ingericht voor aansluiting op een netwisselspanning (17) en het systeem verder een transformator (15) omvat voor het omzetten van de netwisselspanning (17) naar een spanning van minder dan 40 V.
6. Systeem volgens een ieder van conclusies 3-5, waarbij het systeem verder een invoerinrichting (19) omvat, waarbij de invoerinrichting (19) communicatief is verbonden met de centrale besturingsinrichting (1) en de invoerinrichting (19) is ingericht voor het aan de centrale besturingsinrichting (1) toevoeren van instructies.
7. Systeem volgens een ieder van conclusies 3-6, waarbij het veelvoud van elektrische componenten (3-10) ten minste één sensor omvat uit de groep bestaande uit lichtsensor, bewegingsensor en geluidsensor.
8. Systeem volgens een ieder van conclusies 3-7, waarbij het veelvoud van 25 elektrische componenten (3-10) ten minste één schakelaar omvat uit de groep bestaande uit enkelvoudige schakelaar en meervoudige schakelaar.
9. Systeem volgens een ieder van conclusies 3-8, waarbij het veelvoud van elektrische componenten (3-10) ten minste één relais omvat uit de groep bestaande uit 30 lichtrelais en motorrelais.
10. Werkwijze voor het met behulp van een centrale besturingsinrichting (1) inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische componenten (3-10) volgens één van conclusies 3-9, waarbij de centrale besturingsinrichting (1) verder een centraal geheugen (18) omvat, de werkwijze omvattende: opvragen van de verdere identificatiecode van iedere elektrische component van het veelvoud van elektrische componenten; 5. ontvangen van de verdere identificatiecode van iedere elektrische component; toewijzen van een classificatie aan iedere elektrische component op basis van zijn verdere identificatiecode; opslaan van de verdere identificatiecode en de classificatie van iedere elektrische component in het centrale geheugen van de centrale 10 besturingsinrichting.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het systeem verder een invoerinrichting (19) omvat welke communicatief is verbonden met de centrale besturingsinrichting (1), de werkwijze verder omvattend invoeren van instructies aan de centrale 15 besturingsinrichting (1) via de invoerinrichting (19).
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de instructies het aanpassen van een classificatie van een elektrische component (3-10) omvatten. 20 ***
NL2001025A 2007-11-21 2007-11-21 Elektrisch verlichtingselement, systeem voor het besturen van elektrische componenten en werkwijze voor het inrichten van een dergelijk systeem. NL2001025C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001025A NL2001025C2 (nl) 2007-11-21 2007-11-21 Elektrisch verlichtingselement, systeem voor het besturen van elektrische componenten en werkwijze voor het inrichten van een dergelijk systeem.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001025A NL2001025C2 (nl) 2007-11-21 2007-11-21 Elektrisch verlichtingselement, systeem voor het besturen van elektrische componenten en werkwijze voor het inrichten van een dergelijk systeem.
NL2001025 2007-11-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001025C2 true NL2001025C2 (nl) 2009-05-25

Family

ID=39434344

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001025A NL2001025C2 (nl) 2007-11-21 2007-11-21 Elektrisch verlichtingselement, systeem voor het besturen van elektrische componenten en werkwijze voor het inrichten van een dergelijk systeem.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001025C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1991008635A1 (en) * 1989-11-27 1991-06-13 Bierend Gary D Remotely controlled security lighting
US20020043938A1 (en) * 2000-08-07 2002-04-18 Lys Ihor A. Automatic configuration systems and methods for lighting and other applications
WO2002035653A2 (en) * 2000-10-26 2002-05-02 Home Touch Lighting Systems Llc Distributed lighting control system
WO2008001274A2 (en) * 2006-06-27 2008-01-03 Philips Intellectual Property & Standards Gmbh Large area lighting

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1991008635A1 (en) * 1989-11-27 1991-06-13 Bierend Gary D Remotely controlled security lighting
US20020043938A1 (en) * 2000-08-07 2002-04-18 Lys Ihor A. Automatic configuration systems and methods for lighting and other applications
WO2002035653A2 (en) * 2000-10-26 2002-05-02 Home Touch Lighting Systems Llc Distributed lighting control system
WO2008001274A2 (en) * 2006-06-27 2008-01-03 Philips Intellectual Property & Standards Gmbh Large area lighting

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9936546B2 (en) Methods and apparatuses for operating groups of high-power LEDs
US10051707B2 (en) Methods and apparatus for controlling lighting based on combination of inputs
US9596727B2 (en) Power over ethernet lighting system
EP2490509A2 (en) Apparatus and method for controlling lighting based on DALI communication
MX2014007016A (es) Sistema de control de iluminacion.
CN101554094A (zh) 光源
US20210109581A1 (en) Power over ethernet driver module
US20200112171A1 (en) Adjustable electronic control system
EP2883420B1 (en) Power supply device.
US9547319B2 (en) Lighting control device
US10732787B2 (en) Lighting wall controller with configurable user interface
EP2898579A2 (en) Dc power distribution system
NL2001025C2 (nl) Elektrisch verlichtingselement, systeem voor het besturen van elektrische componenten en werkwijze voor het inrichten van een dergelijk systeem.
JP2007173078A (ja) 照明制御装置
US9155152B2 (en) Intensity control of LEDs interfacing three-way sockets
EP3975666B1 (en) Lighting apparatus
US20230371159A1 (en) Dimmable led lamps

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110601