NL2001025C2 - Electric lighting element, has control unit driving lamp e.g. LED, in response to data received from power line modem component and retrieving identification code from memory for transmission over power line modem component - Google Patents

Electric lighting element, has control unit driving lamp e.g. LED, in response to data received from power line modem component and retrieving identification code from memory for transmission over power line modem component Download PDF

Info

Publication number
NL2001025C2
NL2001025C2 NL2001025A NL2001025A NL2001025C2 NL 2001025 C2 NL2001025 C2 NL 2001025C2 NL 2001025 A NL2001025 A NL 2001025A NL 2001025 A NL2001025 A NL 2001025A NL 2001025 C2 NL2001025 C2 NL 2001025C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
identification code
power line
component
electrical components
electrical
Prior art date
Application number
NL2001025A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Anne Huig Den Boer
Original Assignee
In Lite Worldwide B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by In Lite Worldwide B V filed Critical In Lite Worldwide B V
Priority to NL2001025A priority Critical patent/NL2001025C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001025C2 publication Critical patent/NL2001025C2/en

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B47/00Circuit arrangements for operating light sources in general, i.e. where the type of light source is not relevant
    • H05B47/10Controlling the light source
    • H05B47/175Controlling the light source by remote control
    • H05B47/185Controlling the light source by remote control via power line carrier transmission
    • HELECTRICITY
    • H05ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • H05BELECTRIC HEATING; ELECTRIC LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; CIRCUIT ARRANGEMENTS FOR ELECTRIC LIGHT SOURCES, IN GENERAL
    • H05B47/00Circuit arrangements for operating light sources in general, i.e. where the type of light source is not relevant
    • H05B47/10Controlling the light source
    • H05B47/165Controlling the light source following a pre-assigned programmed sequence; Logic control [LC]

Abstract

The element has a connector for connection to an electrical supply, and an electrically conductive connection between the connector and a lamp e.g. LED. A power line modem component is provided for transmission of data, and a memory stores an identification code. A control unit drives the lamp in response to the data from the power line modem component. The control unit retrieves the identification code of the element from the memory for transmission over the power line modem component, where rating is assigned to the element based on the identification code. Independent claims are also included for the following: (1) a method for utilizing a central control device for setting up a system for controlling electrical components (2) a system for controlling electrical components, comprising a power cable.

Description

Elektrisch verlichtingselement, systeem voor het besturen van elektrische componenten en werkwijze voor het inrichten van een dergelijk systeemElectric lighting element, system for controlling electrical components and method for arranging such a system

Beschrijving 5 De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het besturen van elektrische componenten, zoals verlichtingselementen, omvattende: - één voedingskabel; - een veelvoud van elektrische componenten aangesloten op de ene voedingskabel; en 10 - een centrale besturingsinrichting aangesloten op de ene voedingskabel voor inrichting van het veelvoud van elektrische componenten; waarbij ten minste één van het veelvoud van elektrische componenten een elektrisch verlichtingselement is omvattende: - een lamp; 15 - een verbindingsorgaan geschikt voor aansluiting op de ten minste ene elektrische voedingskabel; en een elektrisch geleidende verbinding tussen het verbindingsorgaan en de lamp.Description The invention relates to a system for controlling electrical components, such as lighting elements, comprising: - one supply cable; - a plurality of electrical components connected to the one power supply cable; and a central control device connected to the one power supply cable for device of the plurality of electrical components; wherein at least one of the plurality of electrical components is an electric lighting element comprising: - a lamp; - a connecting member suitable for connection to the at least one electrical supply cable; and an electrically conductive connection between the connector and the lamp.

Een dergelijk systeem is bekend uit Europees octrooischrift EP 1 460 775 BI van Magnetek. In dit systeem is de centrale besturingsinrichting ingericht voor het 20 reguleren van de emissie van de ten minste ene verlichtingseenheid. Om dit mogelijk te maken is aan het elektrische verlichtingselement een besturingseenheid gekoppeld en is de centrale besturingsinrichting voorzien van een zogenaamde power line modem (PLM). De centrale besturingsinrichting kan nu met behulp van de PLM instructies versturen via de ene voedingskabel naar de besturingseenheid, waarbij de laatste 25 overeenkomstig de ontvangen instructies de emissie van de ten minste ene verlichtingseenheid zal reguleren.Such a system is known from Magnetek's European patent EP 1 460 775 BI. In this system the central control device is adapted to regulate the emission of the at least one lighting unit. To make this possible, a control unit is coupled to the electric lighting element and the central control device is provided with a so-called power line modem (PLM). The central control device can now send instructions via the one supply cable to the control unit by means of the PLM, the latter according to the received instructions regulating the emission of the at least one lighting unit.

De centrale aansturing van de ten minste ene verlichtingseenheid door de centrale besturingseenheid in het systeem zoals beschreven in EP 1 460 775 beperkt de flexibiliteit van het systeem. Indien er meer verlichtingseenheden worden toegevoegd 30 zullen deze handmatig bij de centrale besturingsinrichting worden ingevoerd.The central control of the at least one lighting unit by the central control unit in the system as described in EP 1 460 775 limits the flexibility of the system. If more lighting units are added, they will be entered manually at the central control device.

Daarnaast, indien regulering van de emissie van de ten minste ene verlichtingseenheid afhankelijk is van een andere elektrische component in het systeem, bijvoorbeeld een lichtsensor, zal de informatie van de lichtsensor moeten worden beoordeeld door de 2 centrale besturingsinrichting alvorens de ten minste ene verlichtingseenheid aangepaste instructies ontvangt.In addition, if regulation of the emission of the at least one lighting unit is dependent on another electrical component in the system, for example a light sensor, the information from the light sensor will have to be assessed by the central control device before the at least one lighting unit adapted instructions receive.

De uitvinding beoogt een systeem voor het besturen van elektrische componenten, zoals verlichtingselementen, te verschaffen dat flexibel is en efficient 5 kan werken. Om dit te bereiken heeft het systeem het kenmerk dat het ten minste ene verlichtingselement een power line modem component, een geheugen en een besturingseenheid omvat waarbij de power line modem component is ingericht voor transmissie van data, het geheugen is ingericht voor het opslaan van een identificatiecode en de besturingseenheid is ingericht voor het besturen van de lamp in 10 reactie op data die zijn ontvangen door de power line modem component en voor het ophalen van de identificatiecode uit het geheugen voor verzending via de power line modem component. Verder is iedere elektrische component voorzien van een verdere power line modem component, een verder geheugen en een verdere besturingseenheid. Iedere elektrische component, inclusief het ten minste ene verlichtingselement kan met 15 bovenstaande maatregelen als besturingsinrichting optreden in het systeem. De centrale besturingsinrichting wordt slechts gebruikt bij een eerste initialisatie van het gehele systeem en/of een initialisatie na wijziging van het aantal en/of de aard van de elektrische componenten binnen het systeem. Daarnaast kan de centrale besturingsinrichting worden gebruikt om tegenstrijdigheden tussen instructies van 20 verschillende elektrische componenten op te lossen, dat wil zeggen de centrale besturingsinrichting heeft in een dergelijk geval een “arbiter”-functie. Tenslotte kunnen externe instructies, bijvoorbeeld afkomstig van een gebruiker van het systeem, met behulp van een invoerinrichting via de centrale besturingsinrichting naar de betreffende elektrische componenten worden verzonden.The invention has for its object to provide a system for controlling electrical components, such as lighting elements, which is flexible and can operate efficiently. To achieve this, the system is characterized in that the at least one lighting element comprises a power line modem component, a memory and a control unit, the power line modem component being arranged for transmission of data, the memory being arranged for storing an identification code and the control unit is adapted to control the lamp in response to data received by the power line modem component and to retrieve the identification code from the memory for transmission via the power line modem component. Furthermore, each electrical component is provided with a further power line modem component, a further memory and a further control unit. With the above measures, any electrical component, including the at least one lighting element, can act as a control device in the system. The central control device is only used during a first initialization of the entire system and / or an initialization after a change in the number and / or nature of the electrical components within the system. In addition, the central control device can be used to resolve inconsistencies between instructions from different electrical components, that is, the central control device has an "arbitrator" function in such a case. Finally, external instructions, for example from a user of the system, can be sent via the central control device to the relevant electrical components with the aid of an input device.

25 De uitvinding heeft verder betrekking op een elektrisch verlichtingselement omvattende: een lamp; - een verbindingsorgaan geschikt voor aansluiting op een elektrische voeding; en - een elektrisch geleidende verbinding tussen het verbindingsorgaan en de lamp; 30 met het kenmerk dat het elektrische verlichtingselement verder omvat: een power line modem component welke is ingericht voor transmissie van data; een geheugen welke is ingericht voor het opslaan van een identificatiecode; en 3 een besturingseenheid welke is ingericht voor het besturen van de lamp in reactie op data die zijn ontvangen door de power line modem component en voor het ophalen van de identificatiecode uit het geheugen voor verzending via de power line modem component.The invention further relates to an electric lighting element comprising: a lamp; - a connecting member suitable for connection to an electrical supply; and - an electrically conductive connection between the connecting member and the lamp; Characterized in that the electric lighting element further comprises: a power line modem component which is adapted for transmission of data; a memory which is arranged for storing an identification code; and 3 a control unit which is adapted to control the lamp in response to data received by the power line modem component and to retrieve the identification code from the memory for transmission via the power line modem component.

5 De uitvinding heeft tenslotte betrekking op een werkwijze voor het met behulp van een centrale besturingsinrichting inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische verlichting als hierboven beschreven, waarbij de centrale besturingsinrichting verder een centraal geheugen omvat, de werkwijze omvattende: opvragen van de verdere identificatiecode van iedere elektrische component van 10 het veelvoud van componenten; ontvangen van de verdere identificatiecode van iedere elektrische component; - toewijzen van een classificatie aan iedere elektrische component op basis van zijn verdere identificatiecode; opslaan van de verdere identificatiecode en de classificatie van iedere 15 elektrische component in het centrale geheugen van de centrale besturingsinrichting.The invention finally relates to a method for setting up a system for controlling electric lighting with the aid of a central control device as described above, wherein the central control device further comprises a central memory, the method comprising: retrieving the further identification code of each electrical component of the plurality of components; receiving the further identification code of each electrical component; - assigning a classification to each electrical component based on its further identification code; storing the further identification code and the classification of each electrical component in the central memory of the central control device.

De uitvinding zal hierna verder bij wijze van voorbeeld uitgelegd worden aan de hand van de volgende figuren. De figuren zijn niet bedoeld ter beperking van de reikwijdte van de uitvinding, maar slechts ter illustratie daarvan.The invention will hereinafter be further explained by way of example with reference to the following figures. The figures are not intended to limit the scope of the invention, but merely as an illustration thereof.

2020

Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een systeem voor het besturen van elektrische componenten;Figure 1 shows schematically an embodiment of a system for controlling electrical components;

Figuur 2 toont schematisch een verlichtingselement overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding; 25 Figuur 3 toont schematisch een identificatiecode die toegepast kan worden in de uitvoeringsvormen van de uitvinding;Figure 2 schematically shows a lighting element according to an embodiment of the invention; Figure 3 schematically shows an identification code that can be applied in the embodiments of the invention;

Figuur 4 toont een stroomschema welke een werkwijze weergeeft voor het met behulp van een centrale besturingsinrichting inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische componenten; 30 Figuur 5 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een computersysteem welke gebruikt kan worden als invoerinrichting in uitvoeringsvormen van het systeem volgens de uitvinding.Figure 4 shows a flowchart showing a method for setting up a system for controlling electrical components with the aid of a central control device; Figure 5 schematically shows an embodiment of a computer system that can be used as an input device in embodiments of the system according to the invention.

44

Figuur 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een systeem voor het besturen van elektrische componenten. Het systeem omvat een centrale besturingsinrichting 1 en een veelvoud van elektrische componenten 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, hierna aangeduid als elektrische componenten 3-10. De elektrische componenten 3-10 zijn met de centrale 5 besturingsinrichting 1 verbonden via één voedingskabel 11. Onder het begrip “één voedingskabel” wordt verstaan dat alle, verbindingen met de centrale besturingsinrichting via één lijn, in dit geval voedingskabel 11, worden gevoed. Vertakkingen als getoond in Figuur 1 doen hier niks aan af.Figure 1 shows schematically an embodiment of a system for controlling electrical components. The system comprises a central control device 1 and a plurality of electrical components 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, hereinafter referred to as electrical components 3-10. The electrical components 3-10 are connected to the central control device 1 via one power supply cable 11. The term "one power supply cable" is understood to mean that all connections to the central control device are fed via one line, in this case power supply cable 11. Branches as shown in Figure 1 do not alter this.

In een uitvoeringsvorm is het systeem, zoals getoond in Figuur 1, zodanig 10 ingericht dat deze bedrijfbaar is op een wisselspanning van minder dan 40 V. In een dergelijk geval kan de centrale besturingsinrichting 1 via een geschikte spanning-omzeteenheid, zoals een transformator 15, verbonden zijn met het elektriciteitsnetwerk 17 welke een netspanning levert, bijvoorbeeld 220 - 240 V wisselspanning in Europa en 110 - 120 V in de Verenigde Staten.In one embodiment the system, as shown in Figure 1, is arranged such that it is operable at an alternating voltage of less than 40 V. In such a case, the central control device 1 can be connected via a suitable voltage-converting unit, such as a transformer 15, are connected to the electricity network 17 which supplies a mains voltage, for example 220 - 240 V alternating current in Europe and 110 - 120 V in the United States.

15 Het systeem kan ook zodanig zijn ingericht dat deze bedrijfbaar is op een gelijkspanning van minder dan 40 V. Met name bij gebruik van relatief lange kabels geeft gelijkspanning minder interferentie in vergelijking met wisselspanning. Het systeem zou in een dergelijk geval ten opzichte van een systeem dat bedrijfbaar is op wisselspanning minder storingsgevoelig zijn ten aanzien van storende invloeden van 20 omringende apparatuur.The system can also be arranged in such a way that it can be operated at a DC voltage of less than 40 V. In particular when relatively long cables are used, DC voltage causes less interference in comparison with AC voltage. In such a case the system would be less susceptible to interference with respect to a system which can be operated on alternating voltage with regard to disturbing influences of surrounding equipment.

In een dergelijk geval kan in een uitvoeringsvorm de centrale besturingsinrichting 1 via een gelijkrichtinrichting zijn verbonden met een elektrische voeding. Een mogelijke gelijkrichtinrichting is een transformator 15 welke geschikt is voor het omzetten van een wisselspanning naar een gelijkspanning, dat wil zeggen een 25 transformator welke is gekoppeld met een gelijkrichter zoals een brugschakeling, ook wel gelijkstroomtransformator genoemd. In een uitvoeringsvorm daarvan waarbij een gelijkstroomtransformator als gelijkrichtinrichting wordt gebruikt, is de elektrische voeding een elektriciteitsnetwerk 17 welke een netspanning levert, bijvoorbeeld 220 -240 V wisselspanning in Europa en 110 - 120 V in de Verenigde Staten.In such an instance, in one embodiment, the central control device 1 can be connected via a rectifier device to an electrical supply. A possible rectifier device is a transformer 15 which is suitable for converting an alternating voltage to a direct voltage, that is to say a transformer which is coupled to a rectifier such as a bridge circuit, also called a DC transformer. In an embodiment thereof in which a DC transformer is used as a rectifier, the electrical supply is an electricity network 17 which supplies a mains voltage, for example 220-240 V alternating voltage in Europe and 110-120 V in the United States.

30 Als alternatief kan de centrale besturingsinrichting 1 zijn verbonden met een gelijkspanningsvoeding, zoals een accu of een batterij.Alternatively, the central control device 1 can be connected to a DC power supply, such as a battery or a battery.

In figuur 1 zijn acht elektrische componenten 3-10 getoond. Het moet begrepen worden dat het aantal elektrische componenten 3-10 in het systeem niet beperkt hoeft 5 te zijn tot acht. Het kunnen er meer of minder zijn. Het getoonde aantal elektrische componenten 3-10 dient slechts als voorbeeld. Ten minste één elektrische component van het veelvoud van elektrische componenten 3-10heeft betrekking op een verlichtingseenheid. Een uitvoeringsvorm van een dergelijke verlichtingseenheid zal in 5 meer detail besproken worden onder verwijzing naar Figuur 2.Figure 1 shows eight electrical components 3-10. It is to be understood that the number of electrical components 3-10 in the system need not be limited to eight. It can be more or less. The number of electrical components 3-10 shown is only an example. At least one electrical component of the plurality of electrical components 3-10 relates to a lighting unit. An embodiment of such a lighting unit will be discussed in more detail with reference to Figure 2.

Iedere elektrische component 3-10 is voorzien van een power line component 3a, 4a, 5a, 6a, 7a, 8a, 9a, 10a (hierna 3a-10a) een geheugen 3b, 4b, 5b, 6b, 7b, 8b, 9b, 10b (hierna 3b-10b) en een besturingseenheid 3c, 4c, 5c, 6c, 7c, 8c, 9c, 10c (hierna 3c-10c). De power line component 3a-10a is ingericht voor transmissie van data. Het 10 geheugen 3b-10b is ingericht voor het opslaan van een identificatiecode. De besturingseenheid 3c-10c is ingericht voor het besturen van de elektrische component 3-10 in reactie op data die is ontvangen door de power line modem component 3a-10a en voor het ophalen van de identificatiecode uit het geheugen 3b-10b voor verzending via de power line modem component 3a-10a.Each electrical component 3-10 is provided with a power line component 3a, 4a, 5a, 6a, 7a, 8a, 9a, 10a (hereinafter 3a-10a) and a memory 3b, 4b, 5b, 6b, 7b, 8b, 9b, 10b (hereinafter 3b-10b) and a control unit 3c, 4c, 5c, 6c, 7c, 8c, 9c, 10c (hereinafter 3c-10c). The power line component 3a-10a is designed for transmission of data. The memory 3b-10b is arranged for storing an identification code. The control unit 3c-10c is arranged for controlling the electrical component 3-10 in response to data received by the power line modem component 3a-10a and for retrieving the identification code from the memory 3b-10b for transmission via the power line modem component 3a-10a.

15 De centrale besturingseenheid 1 kan zijn verbonden met een centraal geheugen 18.The central control unit 1 can be connected to a central memory 18.

De centrale besturingsinrichting wordt slechts gebruikt bij een eerste initialisatie van het gehele systeem en/of een initialisatie na wijziging van het aantal en/of de aard van de elektrische componenten binnen het systeem. Daarnaast kan de centrale 20 besturingsinrichting worden gebruikt om tegenstrijdigheden tussen instructies van verschillende elektrische componenten op te lossen, dat wil zeggen de centrale besturingsinrichting heeft in een dergelijk geval een “arbiter”-functie. Tenslotte kunnen externe instructies via de centrale besturingsinrichting naar de betreffende elektrische componenten worden verzonden. Om dit laatste mogelijk te maken kan de centrale 25 besturingseenheid 1 communicatief zijn verbonden met een invoerinrichting 19. De invoerinrichting 19 is kan zijn ingericht voor het toevoeren van instructies aan de centrale besturingsinrichting 1. Mogelijke uitvoeringsvormen van een dergelijke invoerinrichting 19 zullen worden besproken onder verwijzing naar Figuur 4.The central control device is only used during a first initialization of the entire system and / or an initialization after a change in the number and / or nature of the electrical components within the system. In addition, the central control device can be used to resolve inconsistencies between instructions from different electrical components, that is, the central control device has an "arbitrator" function in such a case. Finally, external instructions can be sent via the central control device to the relevant electrical components. To make the latter possible, the central control unit 1 can be communicatively connected to an input device 19. The input device 19 can be arranged for supplying instructions to the central control device 1. Possible embodiments of such an input device 19 will be discussed with reference to to Figure 4.

30 Iedere elektrische component 3-10, inclusief het ten minste ene verlichtingselement kan als besturingsinrichting optreden in het systeem. De voedingslijn 11 kan de mogelijkheid verschaffen tot bidirectionele transmissie tussen de verschillende elektrische componenten 3-10. Zo kan, indien elektrische component 5 een aan/uit- 6 schakelaar en elektrische component 6 een verlichtingselemcnt is, op basis van de instelling van elektrische component 5 het elektrische component 6 wel of niet geactiveerd worden. Ook als bijvoorbeeld elektrische component 7 aan verlichtingselement 6 een instructie zou verstrekken om aan te gaan, kan dit door 5 elektrische component 5 worden voorkomen. Elektrische component 5 heeft in dit geval een sturende functie.Any electrical component 3-10, including the at least one lighting element, can act as a control device in the system. The supply line 11 can provide the possibility of bidirectional transmission between the different electrical components 3-10. Thus, if electrical component 5 is an on / off switch and electrical component 6 is a lighting element, the electrical component 6 may or may not be activated based on the setting of electrical component 5. Even if, for example, electrical component 7 would provide lighting element 6 with an instruction to switch on, this can be prevented by electrical component 5. Electric component 5 has a controlling function in this case.

De centrale besturingsinrichting 1 kan bij het inrichten van het systeem op basis van de identificatiecode van de in het systeem aanwezige elektrische componenten, deze elektrische componenten toewijzen aan een bepaalde groep. De identificatiecode 10 is opgeslagen in het geheugen dat iedere elektrische component omvat. Meer informatie ten aanzien van de identificatiecode zal worden beschreven onder verwijzing naar Figuur 3.The central control device 1 can, when setting up the system on the basis of the identification code of the electrical components present in the system, assign these electrical components to a specific group. The identification code 10 is stored in the memory comprising each electrical component. More information regarding the identification code will be described with reference to Figure 3.

Om enkele mogelijkheden van het systeem te demonstreren volgt nu een voorbeeld dat slechts dient ter illustratie van de uitvinding en niet ter beperking ervan.In order to demonstrate some of the possibilities of the system, an example is now provided which merely serves to illustrate the invention and not to limit it.

15 In dit voorbeeld wordt uitgegaan van een systeem voor het besturen van elektrische componenten overeenkomstig de uitvoeringsvorm als getoond in Figuur 1, waarbij de getoonde elektrische componenten als volgt in groepen zijn verdeeld.This example is based on a system for controlling electrical components according to the embodiment as shown in Figure 1, wherein the electrical components shown are divided into groups as follows.

In een eerste groep 31 zijn elektrische componenten 3, 7 en 8 opgenomen. In een tweede groep 32 zijn elektrische componenten 4, 9 en 10 opgenomen. In een derde 20 groep 33 zijn elektrische componenten 5 en 6 opgenomen. In dit voorbeeld zijn in groep 31 elektrische componenten 7 en 8 verlichtingselementen, welke ieder ten minste één lamp omvatten, en is elektrische component 3 een schakelaar. De schakelaar heeft vier standen. In een eerste stand draagt elektrische component 3 aan elektrische component 7 een UIT -signaal over. Daarnaast draagt elektrische component 3 in deze 25 stand ook een UIT-signaal over aan elektrische component 8. In een tweede stand van de schakelaar wordt door elektrische component 3 aan elektrische component 7 een AAN-signaal overgedragen, terwijl elektrische component 3 aan elektrische component 8 een UIT-signaal overdraagt. In een derde stand van de schakelaar draagt elektrische component 3 aan elektrische component 7 een UIT-signaal over, terwijl deze aan 30 elektrische component 8 een AAN-signaal overdraagt. Tenslotte, in een vierde stand van de schakelaar wordt door elektrische component 3 aan zowel elektrische component 7 als aan elektrische component 8 een AAN-signaal overgedragen. In het geval dat de lamp in de elektrische component 7 is ingericht voor het uitzenden van wit 7 licht met een blauw accent en de lamp in de elektrische component 8 is ingericht voor het uitzenden van wit licht met een rood accent, kan met de schakelaar in elektrische component 3 worden geregeld welke type licht in een bepaalde omgeving wordt uitgezonden.Electrical components 3, 7 and 8 are included in a first group 31. Electrical components 4, 9 and 10 are included in a second group 32. Electrical components 5 and 6 are included in a third group 33. In this example, in group 31, electrical components 7 and 8 are lighting elements, each comprising at least one lamp, and electrical component 3 is a switch. The switch has four positions. In a first position, the electrical component 3 transmits an OFF signal to the electrical component 7. In addition, electrical component 3 in this position also transmits an OFF signal to electrical component 8. In a second position of the switch, electrical component 3 transmits an ON signal to electrical component 7, while electrical component 3 is transmitted to electrical component 8. transmits an OFF signal. In a third position of the switch, electrical component 3 transmits an OFF signal to electrical component 7, while this component transmits an ON signal to electrical component 8. Finally, in a fourth position of the switch, electrical component 3 transmits an ON signal to both electrical component 7 and electrical component 8. In the case that the lamp in the electrical component 7 is adapted to emit white light with a blue accent and the lamp in the electrical component 8 is adapted to emit white light with a red accent, the switch can electrical component 3 controls which type of light is emitted in a specific environment.

5 In dit voorbeeld omvat de tweede groep van elektrische componenten 32 ook drie elektrische componenten, te weten elektrische componenten 4, 9 en 10. Elektrische component 4 is een timer, elektrische component 9 is een bewegingssensor en elektrische component 10 is een verlichtingselement, welke ten minste één lamp omvat. De timer kan aangeven binnen welke periode gedurende de dag de lamp in elektrische 10 component 10 actief kan zijn, bijvoorbeeld tussen 6 uur ’s-avonds en 7 uur ’s-ochtends. Indien de tijd van de dag niet gelegen is tussen de door de timer ingestelde tijdstippen, dat wil zeggen in voomoemd voorbeeld tussen 7 uur ’s-ochtends en 6 uur ’s-avonds, dan wordt vanuit elektrische component 4 een UIT-signaal overgedragen naar elektrische componenten 9 en 10. Indien de tijd wel gelegen is tussen de door de timer 15 aangegeven grenzen, dus in voomoemde voorbeeld tussen 6 uur ’s-avonds en 7 uur ’s-ochtends, dan draag elektrische component 4 een AAN-signaal over aan elektrische component 9 overgedragen. Het signaal dat wordt overgedragen van elektrische component 9 naar elektrische component 10 is nu afhankelijk van de bewegingssensor in elektrische component 9. Indien de bewegingssensor in elektrische component 9 een 20 beweging waarneemt, draagt deze een AAN-signaal over aan de elektrische component 10 met als gevolg dat de lamp begint te branden. Indien er geen beweging wordt waargenomen, of indien een zekere periode is verstreken na de laatste waarneming van beweging, draagt elektrische component 9 een UIT-signaal over aan de elektrische component 10 hetgeen bewerkstelligt dat de lamp uit gaat.In this example, the second group of electrical components 32 also comprises three electrical components, namely electrical components 4, 9 and 10. Electrical component 4 is a timer, electrical component 9 is a motion sensor and electrical component 10 is a lighting element, which at least one lamp. The timer can indicate the period during which the lamp can be active in electrical component 10 during the day, for example between 6 a.m. and 7 a.m. If the time of the day is not between the times set by the timer, i.e. in the aforementioned example between 7 o'clock in the morning and 6 o'clock in the evening, an OFF signal is transmitted from electrical component 4 to electrical components 9 and 10. If the time does lie between the limits indicated by the timer 15, so in the aforementioned example between 6 o'clock in the evening and 7 o'clock in the morning, then electrical component 4 transmits an ON signal transferred to electrical component 9. The signal transmitted from electrical component 9 to electrical component 10 is now dependent on the motion sensor in electrical component 9. If the motion sensor in electrical component 9 detects a movement, it transmits an ON signal to the electrical component 10 with cause the lamp to light up. If no movement is detected, or if a certain period of time has elapsed after the last detection of movement, electrical component 9 transmits an OFF signal to electrical component 10 causing the lamp to go out.

25 Tenslotte omvat de derde groep van elektrische componenten 33 in dit voorbeeld twee elektrische componenten 5 en 6. Elektrische component 5 is een dimeenheid, terwijl elektrische component 6 een verlichtingselement is, welke ten minste één lamp omvat. De dimeenheid in elektrische component 7 kan, bijvoorbeeld via de invoerinrichting 19 welke communicatief is verbonden met de centrale 30 besturingsinrichting 1 instellen in welke mate elektrische component 5 een AAN-signaal aan de elektrische component 6 wordt overgedragen. De dimeenheid van elektrische component 5 kan betrekking hebben op een dimeenheid die is ingericht voor het instellen van de intensiteit van de lamp in elektrische component 6, maar kan 8 ook betrekking hebben op het inregelen van een bepaalde kleurcomponent in het uit te zenden licht.Finally, the third group of electrical components 33 in this example comprises two electrical components 5 and 6. Electrical component 5 is a dimming unit, while electrical component 6 is a lighting element, which comprises at least one lamp. The dimming unit in electrical component 7 can, for example via the input device 19 which is communicatively connected to the central control device 1, adjust the extent to which electrical component 5 transmits an ON signal to the electrical component 6. The dimming unit of electrical component 5 can relate to a dimming unit that is adapted to adjust the intensity of the lamp in electrical component 6, but 8 can also relate to the adjustment of a specific color component in the light to be emitted.

Zoals te zien is in Figuur 1, kunnen elektrische componenten van een groep ook direct met elektrische componenten van een andere groep communiceren via de ene 5 voedingskabel 11. Zo kan de functionaliteit van elektrische componenten 3 en 5 afhankelijk zijn van het tijdstip waarop de actie plaats zou moeten vinden. Indien elektrische component 4 haar functie oplegt aan elektrische componenten 3 en 5 dan kunnen deze laatste in voomoemde voorbeeld alleen functioneren als hiervoor beschreven indien de uit te voeren actie plaatsvindt tussen 6 uur ’s-avonds en 7 uur ’s-10 ochtends. Op een identieke wijze kan het al dan niet aangaan, dan wel wijzigen van intensiteit van de lampen in de verscheidene verlichtingseenheden 6, 7,8 en 10 afhankelijk zijn van de uitvoer van de bewegingssensor in elektrische component 9.As can be seen in Figure 1, electrical components of a group can also communicate directly with electrical components of another group via the one power supply cable 11. Thus, the functionality of electrical components 3 and 5 can depend on the time at which the action takes place. should find. If electrical component 4 imposes its function on electrical components 3 and 5, the latter in the aforementioned example can only function as described above if the action to be carried out takes place between 6 a.m. and 7 a.m. In an identical manner, the switching on or changing of intensity of the lamps in the various lighting units 6, 7,8 and 10 can depend on the output of the motion sensor in electrical component 9.

Zoals hierboven vermeld, heeft ten minste één van het veelvoud van elektrische 15 componenten betrekking op een verlichtingselement. Een dergelijk verlichtingselement is schematisch getoond in Figuur 2 als verlichtingselement 41. Het verlichtingselement 41 omvat een lamp 43, een verbindingsorgaan 44 geschikt voor aansluiting op een elektrische voeding en een elektrisch geleidende verbinding 45 tussen het verbindingsorgaan en de lamp. De verlichtingseenheid 41 kan een enkele lamp 43 of 20 een veelvoud van lampen 43 omvatten. In het laatste geval kan de verlichtingseenheid zijn ingericht voor het uitzenden van licht met een kleur die is opgebouwd uit verschillende kleuren, waarbij iedere kleur afkomstig is van een lamp uit het veelvoud van lampen 43. Ook zijn er geen fundamentele beperkingen ten aanzien van het model of de grootte van de te gebruiken lamp(en) 43. De lamp 43 kan een Light Emitting 25 Diode (LED) zijn. Een LED heeft het voordeel dat deze bij een relatief lage voedingspanning kan opereren, relatief weinig vermogen consumeert en toch een goede lichtopbrengst kan genereren. Met andere woorden, het rendement van een LED ligt beduidend hoger dan de meeste conventionele lichtbronnen. De lamp 43 kan in een enkele kleur uitzenden, maar kan ook zijn ingericht voor het uitzenden van meerdere 30 lichtkleuren, bijvoorbeeld door middel van het verschuiven van een kleurenfilter.As mentioned above, at least one of the plurality of electrical components relates to a lighting element. Such a lighting element is schematically shown in Figure 2 as lighting element 41. The lighting element 41 comprises a lamp 43, a connection member 44 suitable for connection to an electrical supply and an electrically conductive connection 45 between the connection member and the lamp. The lighting unit 41 may comprise a single lamp 43 or a plurality of lamps 43. In the latter case, the lighting unit can be adapted to emit light with a color that is composed of different colors, each color coming from a lamp from the plurality of lamps 43. There are also no fundamental limitations with regard to the model or the size of the lamp (s) 43 to be used. The lamp 43 can be a Light Emitting 25 Diode (LED). An LED has the advantage that it can operate at a relatively low supply voltage, consume relatively little power and still generate a good light output. In other words, the efficiency of an LED is significantly higher than most conventional light sources. The lamp 43 can emit in a single color, but can also be adapted to emit a plurality of light colors, for example by shifting a color filter.

Het verlichtingselement 41 is als elektrische component in het systeem als getoond in en beschreven onder verwijzing naar Figuur 3 voorzien van een besturingseenheid 46, een geheugen 47 en een power line component 48. De 9 besturingseenheid 46 kan zijn ingericht om via de power line modem component 48 instructies te ontvangen en te verwerken met betrekking tot het aan en uitschakelen van de lamp 43, alsmede met betrekking tot het instellen van de intensiteit en/of de kleur van de lamp 43. Daarnaast kan de besturingseenheid 46 de power line modem 5 component 48 een identificatiecode, welke is opgeslagen in het geheugen 47, doen uitzenden.The lighting element 41 is provided as an electrical component in the system as shown in and described with reference to Figure 3 with a control unit 46, a memory 47 and a power line component 48. The 9 control unit 46 can be arranged to be connected via the power line modem component 48 to receive and process instructions with regard to the switching on and off of the lamp 43, as well as with regard to setting the intensity and / or color of the lamp 43. In addition, the control unit 46 can control the power line modem component 48 broadcast an identification code stored in the memory 47.

In het geval van het instellen van de intensiteit kan er sprake van een zogenaamde dimfunctie. In reactie op een instructie tot het verlagen van de lampintensiteit kan de besturingseenheid 46 de lichtintensiteit dimmen. In het geval van het instellen van de 10 kleur kan de besturingseenheid in reactie op een instructie de kleur van het licht dat door de lamp wordt uitgezonden wijzigen. In een uitvoeringsvorm zijn in het geheugen 47 een aantal mogelijke kleuren opgenomen met de relevante instellingen om deze kleur te bewerkstelligen. In een verdere uitvoeringsvorm hiervan kan een gebruiker via een invoerinrichting, bijvoorbeeld invoerinrichting 19 in Figuur 1, een lijst van 15 mogelijke kleuren in het geheugen 46 van het verlichtingselement 41 laten opnemen en deze, indien gewenst, wijzigen.In the case of setting the intensity, there may be a so-called dimming function. In response to an instruction to reduce the lamp intensity, the control unit 46 can dim the light intensity. In the case of setting the color, the control unit can change the color of the light emitted by the lamp in response to an instruction. In one embodiment, a number of possible colors are included in the memory 47 with the relevant settings for effecting this color. In a further embodiment thereof, a user can have an input device, for example input device 19 in Figure 1, have a list of possible colors included in the memory 46 of the lighting element 41 and change it if desired.

Naast ten minste één verlichtingselement, kan het veelvoud van elektrische componenten 3-10 verscheidene andere typen componenten omvatten.In addition to at least one lighting element, the plurality of electrical components 3-10 may include various other types of components.

20 In een uitvoeringsvorm omvat het veelvoud van elektrische componenten 3-10 ten minste één sensor. De sensor kan bijvoorbeeld een lichtsensor, temperatuursensor, bewegingssensor of geluidsensor zijn. Eén of meer verlichtingselementen kunnen worden ingesteld naar aanleiding van de uitvoer van een sensor. De intensiteit van uitgezonden licht zou bijvoorbeeld afhankelijk kunnen zijn van de mate van 25 omgevingsverlichting welke gemeten kan worden met een lichtsensor. De kleurstelling van licht zou gewijzigd kunnen worden in reactie op de meting van temperatuur door middel van een temperatuursensor. Een verlichtingselement zou ingeschakeld kunnen worden bij nadering van iets of iemand, welke nadering gedetecteerd zou kunnen worden met een bewegingssensor. Het systeem zou verbonden kunnen worden met een 30 audio-installatie, waarbij een geluidsensor in het systeem gebruikt zou kunnen worden om verlichtingselementen hun kleur en/of intensiteit te laten wijzigen in het ritme van muziek die op de audio-installatie wordt afgespeeld.In one embodiment, the plurality of electrical components 3-10 comprises at least one sensor. The sensor can for example be a light sensor, temperature sensor, motion sensor or sound sensor. One or more lighting elements can be set based on the output of a sensor. The intensity of emitted light could, for example, be dependent on the degree of ambient lighting that can be measured with a light sensor. The color scheme of light could be changed in response to the measurement of temperature by means of a temperature sensor. A lighting element could be switched on when approaching something or someone, which approach could be detected with a motion sensor. The system could be connected to an audio installation, whereby a sound sensor could be used in the system to have lighting elements change their color and / or intensity to the rhythm of music played on the audio installation.

1010

In een uitvoeringsvorm omvat het veelvoud van elektrische componenten 3-10 ten minste één schakelaar. De schakelaar kan een enkelvoudige, maar ook een meervoudige schakelaar zijn.In one embodiment, the plurality of electrical components 3-10 includes at least one switch. The switch can be a single switch, but also a multiple switch.

In een uitvoeringsvorm omvat het veelvoud van elektrische componenten 3-10 5 ten minste één relais. De relais kan bijvoorbeeld een lichtrelais zijn, bijvoorbeeld geschikt voor door het lichtnet gevoede lampen, maar ook een motorrelais, bijvoorbeeld geschikt voor een motor welke inductief belast wordt.In one embodiment, the plurality of electrical components 3-10 comprises at least one relay. The relay may, for example, be a light relay, for example suitable for lamps fed by the mains, but also a motor relay, for example suitable for a motor which is inductively loaded.

In een uitvoeringsvorm omvat het veelvoud van elektrische componenten 3-10 ten minste één elektromotor, welke bijvoorbeeld ingesteld kan zijn voor het aandrijven 10 van ten minste één van een fonteinpomp, een beregeningspomp, een zonnescherm, een tuinhek, etc.In one embodiment, the plurality of electrical components 3-10 comprises at least one electric motor, which may be set, for example, to drive at least one of a fountain pump, a sprinkler pump, a sunshade, a garden gate, etc.

Figuur 3 toont schematisch een identificatiecode die toegepast kan worden in de uitvoeringsvormen van de uitvinding. De getoonde identificatiecode omvat vier 15 gedeelten 51, 52, 53, 54.Figure 3 shows schematically an identification code that can be applied in the embodiments of the invention. The identification code shown comprises four sections 51, 52, 53, 54.

Het eerste gedeelte 51 van de identificatiecode verschaft informatie met betrekking tot de producent van de betreffende elektrische component. Iedere producent van elektrische componenten die kunnen worden opgenomen in het systeem krijgt een unieke code. Indien er storingen met een bepaalde elektrische component 20 optreden is het mogelijk de producent te traceren, hetgeen het vinden van een oplossing voor de betreffende storing zou kunnen vergemakkelijken of versnellen.The first portion 51 of the identification code provides information regarding the manufacturer of the electrical component in question. Every producer of electrical components that can be included in the system receives a unique code. If malfunctions occur with a certain electrical component, it is possible to trace the producer, which could facilitate or speed up finding a solution for the relevant malfunction.

Het tweede gedeelte 52 van de identificatiecode verschaft informatie met betrekking tot de productgroep waartoe de betreffende elektrische component behoort. Voorbeelden van productgroepen zijn LED-lampen met een enkele kleur, fiill-colour 25 LED-lampen, halogeenlampen, etc.The second part 52 of the identification code provides information regarding the product group to which the relevant electrical component belongs. Examples of product groups are LED lamps with a single color, fiill-color 25 LED lamps, halogen lamps, etc.

Het derde gedeelte 53 van de identificatiecode verschaft informatie met betrekking tot het model van de betreffende elektrische component binnen de productgroep die reeds in het tweede gedeelte is genoemd. In de modelinformatie kan informatie aanwezig zijn met betrekking tot de afmetingen van de elektrische 30 component, bijvoorbeeld een LED-lamp van 60 mm in doorsnede, optische eigenschappen van de elektrische component, bijvoorbeeld een LED-lamp geschikt voor het uitzenden van licht met een golflengte binnen een bepaald golflengtegebied, 11 en elektrische eigenschappen van de betreffende elektrische component, bijvoorbeeld welke belasting de betreffende elektrische component kan weerstaan, etc.The third part 53 of the identification code provides information regarding the model of the electrical component in question within the product group already mentioned in the second part. The model information may contain information with regard to the dimensions of the electrical component, for example an LED lamp of 60 mm in cross-section, optical properties of the electrical component, for example an LED lamp suitable for emitting light with a wavelength within a certain wavelength range, 11 and electrical properties of the relevant electrical component, for example which load the relevant electrical component can withstand, etc.

Tenslotte verschaft het vierde gedeelte 54 van de identificatiecode een unieke code aan de elektrische component, die door dezelfde producent niet aan enige 5 elektrische component binnen hetzelfde model en dezelfde productgroep wordt toegewezen. Deze unieke toewijzing maakt het mogelijk om iedere elektrische component individueel te identificeren.Finally, the fourth part 54 of the identification code provides a unique code to the electrical component, which is not assigned by the same producer to any electrical component within the same model and product group. This unique assignment makes it possible to identify each electrical component individually.

Kortom, een identificatiecode 01 50 0A 02 F0 2F 3C 5A (hexadecimale opbouw) correspondeert met producent 01, productgroep 500, model A02F en unieke code 10 02F3C5A.In short, an identification code 01 50 0A 02 F0 2F 3C 5A (hexadecimal structure) corresponds to producer 01, product group 500, model A02F and unique code 02F3C5A.

De identificatiecode van Figuur 3 is ingericht voor een hexadecimale invoer. Als gevolg hiervan zouden in het in Figuur 3 getoonde voorbeeld van de identificatiecode 256 verschillende producenten, 4096 verschillende productgroepen, 65.535 verschillende soorten elektrische componenten per groep en 268.435.456 unieke codes 15 per producent per productgroep per soort verwerkt kunnen worden. Een totaal van 16 tot de macht 16 verschillende identificatiecodes is bij de in Figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm van de opbouw van de identificatiecode mogelijk.The identification code of Figure 3 is arranged for a hexadecimal entry. As a result, in the example of the identification code shown in Figure 3, 256 different producers, 4096 different product groups, 65,535 different types of electrical components per group and 268,435,456 unique codes could be processed per producer per product group per type. A total of 16 different identification codes up to the power of 16 is possible in the embodiment of the structure of the identification code shown in Figure 3.

Het moet echter begrepen worden dat uitvoeringsvormen van de uitvinding niet beperkt zijn tot gebruik van de identificatiecode als getoond in Figuur 3. Een 20 alternatieve opbouw van de identificatiecode kan worden toegepast, zoals bij de vakman bekend zal zijn.However, it is to be understood that embodiments of the invention are not limited to use of the identification code as shown in Figure 3. An alternative structure of the identification code can be applied, as will be known to those skilled in the art.

Het moge duidelijk zijn dat de onder verwijzing naar Figuur 1 beschreven uitvoeringsvormen slechts “eenvoudige” voorbeelden zijn van wat er met een op een 25 dergelijke wijze ingericht systeem mogelijk is. Aangezien er een grote variëteit aan elektrische componenten gebruikt kan worden, kan een systeem voor het besturen van elektrische componenten verkregen worden met een zeer hoge complexiteit.It will be clear that the embodiments described with reference to Figure 1 are only "simple" examples of what is possible with a system arranged in such a way. Since a wide variety of electrical components can be used, a system for controlling electrical components can be obtained with a very high complexity.

Figuur 4 toont een stroomschema welke een werkwijze weergeeft voor het met behulp 30 van een centrale besturingsinrichting inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische componenten, waarbij ten minste één van de elektrische componenten een verlichtingselement is. Het systeem voor het besturen van elektrische componenten is 12 een systeem zoals hierboven beschreven. Dat wil zeggen, iedere elektrische component omvat een power line modem component, een besturingseenheid en een geheugen.Figure 4 shows a flow chart which shows a method for setting up a system for controlling electrical components with the aid of a central control device, wherein at least one of the electrical components is a lighting element. The system for controlling electrical components is 12 a system as described above. That is, each electrical component comprises a power line modem component, a control unit and a memory.

De werkwijze wordt uitgevoerd door een centrale besturingsinrichting, bijvoorbeeld centrale besturingsinrichting 1. In een eerste actie volgens de werkwijze, 5 actie 81, wordt de identificatiecode van iedere elektrische component opgevraagd.The method is performed by a central control device, for example central control device 1. In a first action according to the method, action 81, the identification code of each electrical component is requested.

Deze identificatiecode wordt vervolgens in actie 83 ontvangen.This identification code is then received in action 83.

Na ontvangst zal op basis van de identificatiecode een classificatie aan iedere elektrische component worden toegewezen in actie 85.Upon receipt, a classification based on the identification code will be assigned to each electrical component in action 85.

Tenslotte, in actie 87, worden de identificatiecode en classificatie van iedere 10 elektrische component opgeslagen, bijvoorbeeld in een centraal geheugen, bijvoorbeeld geheugen 18, welke communicatief verbonden is met de centrale besturingsinrichting.Finally, in action 87, the identification code and classification of each electrical component are stored, for example in a central memory, for example memory 18, which is communicatively connected to the central control device.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze, waarbij het systeem voor het besturen van elektrische componenten verder een invoerinrichting omvat welke communicatief is verbonden met de centrale besturingsinrichting, omvat deze verder een via de 15 invoerinrichting handmatig invoeren van instructies aan de centrale besturingsinrichting. De instructies kunnen het aanpassen van een classificatie van een elektrische component omvatten.In an embodiment of the method, wherein the system for controlling electrical components further comprises an input device which is communicatively connected to the central control device, it further comprises manually entering instructions to the central control device via the input device. The instructions may include adjusting a classification of an electrical component.

Figuur 5 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een computersysteem 100 welke 20 gebruikt kan worden als invoerinrichting, bijvoorbeeld invoerinrichting 19, in uitvoeringsvormen van het systeem volgens de uitvinding. Het computersysteem 100 omvat een processor 101 en een geheugen 105. Het computersysteem 100 kan zijn ingericht voor het laden van een computer leesbaar medium welke met een computer uitvoerbare code omvat. Dit kan het computersysteem 100 in staat stellen, wanneer de 25 code uit het computer leesbare medium is geladen, uitvoeringsvormen van de hiervoor genoemde werkwijze voor het met behulp van een centrale besturingsinrichting inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische componenten uit te voeren.Figure 5 schematically shows an embodiment of a computer system 100 which can be used as an input device, for example input device 19, in embodiments of the system according to the invention. The computer system 100 comprises a processor 101 and a memory 105. The computer system 100 may be adapted to load a computer-readable medium which comprises computer-executable code. This can enable the computer system 100, when the code is loaded from the computer readable medium, to perform embodiments of the aforementioned method of setting up a system for controlling electrical components with the aid of a central control device.

Het geheugen 105, welke is verbonden met de processor 101, kan een aantal geheugencomponenten omvatten, zoals een harde schijf 111, alleen-lezen geheugen 30 (Read Only Memory, gewoonlijk afgekort met ROM) 112, elektrisch wisbaar en programmeerbaar alleen-lezen geheugen (Electrically Erasable Programmable Read Only Memory, gewoonlijk afgekort met EEPROM) 113 en willekeurig toegankelijk geheugen (Random Access Memory, gewoonlijk afgekort met RAM) 114. Niet alle 13 hiervoor genoemde geheugencomponenten hoeven aanwezig te zijn. Verder is het niet essentieel dat de geheugencomponenten fysiek nabij de processor 101 of nabij elkaar zijn gelegen. Ze kunnen op afstand zijn geplaatst.The memory 105, which is connected to the processor 101, may comprise a number of memory components, such as a hard disk 111, read-only memory 30 (Read Only Memory, usually abbreviated to ROM) 112, electrically erasable and programmable read-only memory ( Electrically Erasable Programmable Read Only Memory, usually abbreviated with EEPROM) 113 and random access memory (Random Access Memory, usually abbreviated with RAM) 114. Not all 13 aforementioned memory components need to be present. Furthermore, it is not essential that the memory components be physically located near the processor 101 or close to each other. They can be placed remotely.

De processor 101 kan met een soort van gebruikersinterface, bijvoorbeeld een 5 toetsenbord 115 of een muis 116, zijn verbonden om de invoer van instructies mogelijk te maken. Andere vormen van een gebruikersinterface die bekend zijn bij de vakman kunnen ook worden gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn een aanraakscherm (touch screen), track ball en spraakomzeteenheid.The processor 101 can be connected to a kind of user interface, for example a keyboard 115 or a mouse 116, to enable the input of instructions. Other forms of a user interface known to those skilled in the art can also be used. Examples of this are a touch screen (touch screen), track ball and speech converter.

De processor 101 kan ook zijn verbonden met een leeseenheid 117 om het 10 invoeren van instructies mogelijk te maken. De leeseenheid 117 is ingericht voor het lezen van data van en het onder omstandigheden opslaan van data op een computerleesbaar medium als gegevensdrager, bijvoorbeeld een floppy disk 118 of een CDROM 119. Ook Dvd’s of andere computerleesbare media of gegevensdragers die bekend zijn bij de vakman kunnen worden gebruikt.The processor 101 can also be connected to a reading unit 117 to allow the input of instructions. The reading unit 117 is arranged for reading data from and, under certain circumstances, storing data on a computer-readable medium as a data carrier, for example a floppy disk 118 or a CDROM 119. DVDs or other computer-readable media or data carriers known to the person skilled in the art can also are used.

15 De processor 101 kan ook zijn verbonden met een printer 120 om bijvoorbeeld instructies die zijn uitgevoerd uit te printen. Daarnaast kan de processor 101 verbonden zijn met een weergave-eenheid 121, bijvoorbeeld een monitor of een LCD-scherm of enig ander type dat bekend is bij de vakman, om weer te geven welke instructies zijn ingevoerd en/of zijn uitgevoerd of uitgevoerd gaan worden.The processor 101 can also be connected to a printer 120 to print instructions executed, for example. In addition, the processor 101 may be connected to a display unit 121, for example a monitor or an LCD screen or any other type known to those skilled in the art, to display which instructions have been entered and / or have been executed or will be executed .

20 Zoals eerder beschreven, is de invoerinrichting 19 verbonden met de centrale besturingseenheid 1. In een uitvoeringsvorm hiervan is de processor 101 verbonden met een communicatienetwerk 122, bijvoorbeeld een publiek geschakeld telefoonnetwerk (public switched telephone netwerk, gewoonlijk afgekort tot PSTN), een bedraad of draadloos lokaal netwerk (local area network, gewoonlijk afgekort tot 25 LAN), een niet-lokaal network (wide area network, gewoonlijk afgekort tot WAN) etc. door middel van zenders/ontvangers 123 die verantwoordelijk zijn voor invoer/uitvoer (input/output, oftewel kortweg I/O). De processor 101 kan zijn ingericht voor het communiceren met andere communicatiesystemen via het communicatienetwerk 122. In een uitvoeringsvorm kunnen externe computers (niet getoond), bijvoorbeeld Pc’s, 30 inloggen in de processor via het communicatienetwerk 122.As previously described, the input device 19 is connected to the central control unit 1. In one embodiment thereof, the processor 101 is connected to a communication network 122, for example a public switched telephone network, usually wired or PSTN, a wired or wireless local area network (local area network, usually abbreviated to 25 LAN), a non-local area network (wide area network, usually abbreviated to WAN) etc. by means of transmitters / receivers 123 responsible for input / output (input / output) or I / O for short). The processor 101 may be adapted to communicate with other communication systems via the communication network 122. In one embodiment, external computers (not shown), for example, PCs, may log into the processor via the communication network 122.

Bovenstaande beschrijving omschrijft slechts een aantal mogelijke uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. Het is eenvoudig in te zien dat er vele alternatieve 14 uitvoeringsvormen van de uitvinding bedacht kunnen worden, die alle onder de reikwijdte van de uitvinding vallen. Deze wordt bepaald door de navolgende conclusies.The above description only describes a number of possible embodiments of the present invention. It is easy to see that many alternative embodiments of the invention can be devised, all of which fall within the scope of the invention. This is determined by the following claims.

Claims (12)

1. Elektrisch verlichtingselement (41) omvattende: - een lamp (43); 5. een verbindingsorgaan (44) geschikt voor aansluiting op een elektrische voeding; en een elektrisch geleidende verbinding (45) tussen het verbindingsorgaan en de lamp; met het kenmerk dat het elektrische verlichtingselement (41) verder omvat: 10. een power line modem component (48) welke is ingericht voor transmissie van data; - een geheugen (47) welke is ingericht voor het opslaan van een identificatiecode; en een besturingseenheid (46) welke is ingericht voor het besturen van de lamp 15 (43) in reactie op data die is ontvangen door de power line modem component (48) en voor het ophalen van de identificatiecode uit het geheugen voor verzending via de power line modem component (48).An electric lighting element (41) comprising: - a lamp (43); 5. a connector (44) suitable for connection to an electrical supply; and an electrically conductive connection (45) between the connector and the lamp; characterized in that the electric lighting element (41) further comprises: 10. a power line modem component (48) adapted for transmission of data; - a memory (47) which is arranged for storing an identification code; and a control unit (46) adapted to control the lamp 15 (43) in response to data received by the power line modem component (48) and to retrieve the identification code from the memory for transmission via the power line modem component (48). 2. Elektrisch verlichtingselement volgens conclusie 1, waarbij de lamp (43) een 20 light emitting diode is.2. Electric lighting element according to claim 1, wherein the lamp (43) is a light emitting diode. 3. Systeem voor het besturen van elektrische componenten, zoals verlichtingselementen, omvattende: één voedingskabel (11); 25. een veelvoud van elektrische componenten (3-10) aangesloten op de ene voedingskabel (11), waarbij iedere elektrische component (3-10) is voorzien van een verdere power line modem component (3a-10a) welke is ingericht voor transmissie van data, een verder geheugen (3b-10b) welke is ingericht voor het opslaan van een verdere identificatiecode en een verdere besturingseenheid (3c-30 10c) welke is ingericht voor het besturen van de elektrische component (3-10) in reactie op data die zijn ontvangen door de verdere power line modem component (3a-10a) en voor het ophalen van de verdere identificatiecode uit het verdere geheugen (3b-10b) voor verzending via de verdere power line modem component (3a-10a); en een centrale besturingsinrichting (1) aangesloten op de ene voedingskabel (11) voor inrichting van het veelvoud van elektrische componenten (3-10); 5 waarbij ten minste één van het veelvoud van elektrische componenten (3-10) een elektrisch verlichtingselement (41) is volgens conclusie 1 of 2.A system for controlling electrical components, such as lighting elements, comprising: one power cable (11); 25. a plurality of electrical components (3-10) connected to the one power supply cable (11), each electrical component (3-10) being provided with a further power line modem component (3a-10a) which is adapted for transmission of data, a further memory (3b-10b) which is arranged for storing a further identification code and a further control unit (3c-10b) which is arranged for controlling the electrical component (3-10) in response to data which are received by the further power line modem component (3a-10a) and for retrieving the further identification code from the further memory (3b-10b) for transmission via the further power line modem component (3a-10a); and a central control device (1) connected to the one power supply cable (11) for arranging the plurality of electrical components (3-10); 5 wherein at least one of the plurality of electrical components (3-10) is an electrical lighting element (41) according to claim 1 or 2. 4. Systeem volgens conclusie 3, waarbij het systeem bedrijfbaar is op een spanning van minder dan 40 V. 10The system of claim 3, wherein the system is operable at a voltage of less than 40 V. 10 5. Systeem volgens conclusie 4, waarbij het systeem is ingericht voor aansluiting op een netwisselspanning (17) en het systeem verder een transformator (15) omvat voor het omzetten van de netwisselspanning (17) naar een spanning van minder dan 40 V.The system of claim 4, wherein the system is adapted for connection to a mains alternating voltage (17) and the system further comprises a transformer (15) for converting the mains alternating voltage (17) to a voltage of less than 40 V. 6. Systeem volgens een ieder van conclusies 3-5, waarbij het systeem verder een invoerinrichting (19) omvat, waarbij de invoerinrichting (19) communicatief is verbonden met de centrale besturingsinrichting (1) en de invoerinrichting (19) is ingericht voor het aan de centrale besturingsinrichting (1) toevoeren van instructies.A system according to any of claims 3-5, wherein the system further comprises an input device (19), wherein the input device (19) is communicatively connected to the central control device (1) and the input device (19) is adapted to supplying instructions to the central control device (1). 7. Systeem volgens een ieder van conclusies 3-6, waarbij het veelvoud van elektrische componenten (3-10) ten minste één sensor omvat uit de groep bestaande uit lichtsensor, bewegingsensor en geluidsensor.The system of any one of claims 3-6, wherein the plurality of electrical components (3-10) comprises at least one sensor from the group consisting of light sensor, motion sensor and sound sensor. 8. Systeem volgens een ieder van conclusies 3-7, waarbij het veelvoud van 25 elektrische componenten (3-10) ten minste één schakelaar omvat uit de groep bestaande uit enkelvoudige schakelaar en meervoudige schakelaar.8. System according to any of claims 3-7, wherein the plurality of electrical components (3-10) comprises at least one switch from the group consisting of single switch and multiple switch. 9. Systeem volgens een ieder van conclusies 3-8, waarbij het veelvoud van elektrische componenten (3-10) ten minste één relais omvat uit de groep bestaande uit 30 lichtrelais en motorrelais.9. System according to any of claims 3-8, wherein the plurality of electrical components (3-10) comprises at least one relay from the group consisting of 30 light relays and motor relays. 10. Werkwijze voor het met behulp van een centrale besturingsinrichting (1) inrichten van een systeem voor het besturen van elektrische componenten (3-10) volgens één van conclusies 3-9, waarbij de centrale besturingsinrichting (1) verder een centraal geheugen (18) omvat, de werkwijze omvattende: opvragen van de verdere identificatiecode van iedere elektrische component van het veelvoud van elektrische componenten; 5. ontvangen van de verdere identificatiecode van iedere elektrische component; toewijzen van een classificatie aan iedere elektrische component op basis van zijn verdere identificatiecode; opslaan van de verdere identificatiecode en de classificatie van iedere elektrische component in het centrale geheugen van de centrale 10 besturingsinrichting.A method for setting up a system for controlling electrical components (3-10) with the aid of a central control device (1) according to any of claims 3-9, wherein the central control device (1) further comprises a central memory (18) ), the method comprising: querying the further identification code of each electrical component of the plurality of electrical components; 5. receiving the further identification code of each electrical component; assigning a classification to each electrical component based on its further identification code; storing the further identification code and the classification of each electrical component in the central memory of the central control device. 11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het systeem verder een invoerinrichting (19) omvat welke communicatief is verbonden met de centrale besturingsinrichting (1), de werkwijze verder omvattend invoeren van instructies aan de centrale 15 besturingsinrichting (1) via de invoerinrichting (19).11. Method according to claim 10, wherein the system further comprises an input device (19) which is communicatively connected to the central control device (1), the method further comprising inputting instructions to the central control device (1) via the input device (19) . 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de instructies het aanpassen van een classificatie van een elektrische component (3-10) omvatten. 20 ***The method of claim 11, wherein the instructions include adjusting a classification of an electrical component (3-10). 20 ***
NL2001025A 2007-11-21 2007-11-21 Electric lighting element, has control unit driving lamp e.g. LED, in response to data received from power line modem component and retrieving identification code from memory for transmission over power line modem component NL2001025C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001025A NL2001025C2 (en) 2007-11-21 2007-11-21 Electric lighting element, has control unit driving lamp e.g. LED, in response to data received from power line modem component and retrieving identification code from memory for transmission over power line modem component

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001025A NL2001025C2 (en) 2007-11-21 2007-11-21 Electric lighting element, has control unit driving lamp e.g. LED, in response to data received from power line modem component and retrieving identification code from memory for transmission over power line modem component
NL2001025 2007-11-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001025C2 true NL2001025C2 (en) 2009-05-25

Family

ID=39434344

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001025A NL2001025C2 (en) 2007-11-21 2007-11-21 Electric lighting element, has control unit driving lamp e.g. LED, in response to data received from power line modem component and retrieving identification code from memory for transmission over power line modem component

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001025C2 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1991008635A1 (en) * 1989-11-27 1991-06-13 Bierend Gary D Remotely controlled security lighting
US20020043938A1 (en) * 2000-08-07 2002-04-18 Lys Ihor A. Automatic configuration systems and methods for lighting and other applications
WO2002035653A2 (en) * 2000-10-26 2002-05-02 Home Touch Lighting Systems Llc Distributed lighting control system
WO2008001274A2 (en) * 2006-06-27 2008-01-03 Philips Intellectual Property & Standards Gmbh Large area lighting

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1991008635A1 (en) * 1989-11-27 1991-06-13 Bierend Gary D Remotely controlled security lighting
US20020043938A1 (en) * 2000-08-07 2002-04-18 Lys Ihor A. Automatic configuration systems and methods for lighting and other applications
WO2002035653A2 (en) * 2000-10-26 2002-05-02 Home Touch Lighting Systems Llc Distributed lighting control system
WO2008001274A2 (en) * 2006-06-27 2008-01-03 Philips Intellectual Property & Standards Gmbh Large area lighting

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9936546B2 (en) Methods and apparatuses for operating groups of high-power LEDs
US9596727B2 (en) Power over ethernet lighting system
US9192025B2 (en) Systems and apparatus for controlling lighting based on combination of inputs
EP2490509A2 (en) Apparatus and method for controlling lighting based on DALI communication
MX2014007016A (en) Lighting control system.
CN101554094A (en) A light source
US10802524B2 (en) Adjustable electronic control system
US20210109581A1 (en) Power over ethernet driver module
EP2883420B1 (en) Power supply device.
US20150250039A1 (en) Lighting control device
US10732787B2 (en) Lighting wall controller with configurable user interface
NL2001025C2 (en) Electric lighting element, has control unit driving lamp e.g. LED, in response to data received from power line modem component and retrieving identification code from memory for transmission over power line modem component
JP2007173078A (en) Lighting controller
US9155152B2 (en) Intensity control of LEDs interfacing three-way sockets
EP3975666B1 (en) Lighting apparatus
US20230371159A1 (en) Dimmable led lamps

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110601