NL2000508C2 - Registratie-inrichting. - Google Patents

Description

Sch/svk/Hortensius-1

REGISTRATIE-INRICHTING

Enkele jaren geleden heeft zich een ramp met de Russische atoomonderzeeër Kursk voorgedaan. Door technische storingen is de onderzeeër gezonken en is blijven liggen op een zodanig grote diepte, dat 5 ontsnapping voor de opvarenden of tijdig lichten en bergen van de onderzeeër onmogelijk was. Onder deze omstandigheden was het niet mogelijk om contact tussen de onderzeeër en de buitenwereld tot stand te brengen. Het is daardoor niet mogelijk geweest, dat de opvarenden 10 bijvoorbeeld een laatste boodschap aan hun nabestaanden doorgaven.

Het is een eerste doel van de uitvinding, voorzieningen te bieden, die het mogelijk maken, bergers en technisch verantwoordelijke personen te informeren 15 over oorzaken en toedracht van de calamiteit, waardoor de veiligheid van toekomstige vaarten kan worden verbeterd doordat wellicht de oorzaak of oorzaken kunnen worden opgeheven en informatie kan worden gegeven over de toestand van het gezonken vaartuig.

20 Het is verder een doel van de uitvinding, voorzieningen te bieden die het mogelijk maken, dat opvarenden van een vaartuig na het optreden van een calamiteit een boodschap voor hun nabestaanden achterlaten.

25 Met het oog daarop verschaft de uitvinding een inrichting voor het registreren van ten minste één audio-en/of videobericht, omvattende respectievelijk een gesproken tekst en/of beelden, van ten minste één opvarende van een vaartuig, na het optreden van een 30 calamiteit, welke inrichting omvat: een waterdichte drijfbare capsule; 2 ten minste één in de capsule opgenomen registratie-inrichting voor het registreren van het of elk bericht; in de capsule opgenomen opneemmiddelen voor het 5 opnemen van ten minste één bericht van ten minste één opvarende, welke opneemmiddelen hun audio- en/of videosignalen toevoeren aan de registratie-inrichting; vrijgeefmiddelen voor het vrijgeven van de capsule uit een vaste positie ten opzichte van het 10 vaartuig; activeringsmiddelen voor het in werking stellen . van de registratiemiddelen en de opneemmiddelen; en signaleringsmiddelen die als reactie op de werkzaamheid van de vrijgeefmiddelen attentiesignalen 15 uitzenden, op basis waarvan de drijvende capsule kan worden gelokaliseerd.

Het vaartuig kan bijvoorbeeld een oppervlakteschip, maar in het bijzonder een onderzeeër zijn.

20 De registratie-inrichting kan op elke gewenste en mogelijke wijze worden uitgevoerd. De registratie-inrichting moet een toereikende capaciteit hebben om de gewenste lengte aan boodschappen op te nemen. Klassieke media omvatten onder meer analoge of digitale 25 taperecorders en recordable disks van een geschikt type, maar volgens de uitvinding wordt de voorkeur gegeven aan toepassing van een harde schijf of een geheugenchip.

De opneemmiddelen kunnen een of meer microfoons omvatten, bij voorkeur van het richtinggevoelige type.

30 Tevens kunnen de opneemmiddelen een of meer camera's omvatten voor het maken van foto's of het opnemen van bewegende beelden.

In een voorkeursuitvoering omvatten de vrijgeefmiddelen een zich althans min of meer in 35 verticale richting uitstrekkende lanceerbuis, waarin de capsule met speling past, welke lanceerbuis onder normale omstandigheden gesloten en bij activering van de vrijgeefmiddelen geopend wordt, en aandrijfmiddelen 3 aanwezig zijn voor het uit de lanceerbuis naar buiten stuwen van de capsule.

Bijvoorbeeld kan deze laatste uitvoering zodanig zijn geïmplementeerd, dat de aandrijfmiddelen op 5 expansie van gas gebaseerd zijn, bijvoorbeeld op de wijze van een vuurpijl-aandrijving of een explosieve projectiel-aandrijving.

Een praktisch, goedkoop en uiterst betrouwbaar alternatief vertoont het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen 10 zijn gebaseerd op het vullen van de lanceerbuis met water en het daardoor doen opdrijven van de capsule.

De inrichting, bijvoorbeeld de lanceerbuis met de daarin geaccommodeerde capsule kan bijvoorbeeld in een verblijf in het vaartuig ergens aan de muur of in een 15 hoek vast worden opgehangen, bij voorkeur op een zodanige plaats, dat voor mechanische beschadiging door langslopende opvarenden niet behoeft te worden gevreesd, bijvoorbeeld de hoek van een ruimte, in het bijzonder de aan het plafond van de ruimte grenzende hoek. Aangezien 20 bediening op die plaats zeker onder omstandigheden van de grote stress na een calamiteit wellicht lastig kan zijn, wordt de voorkeur gegeven aan een uitvoering, waarin de activeringsmiddelen afstandbedieningsmiddelen omvatten. Deze afstandbedieningsmiddelen kunnen een losse 25 bedieningskast omvatten die draadloos de activeringsmiddelen start, maar ook een vast opgestelde bedieningskast op een praktische plaats zijn, waarbij bijvoorbeeld slechts een knop behoeft te worden ingedrukt of een schakelaar te worden omgezet om de 30 activeringsmiddelen in werking te stellen. Een dergelijke schakelaar of knop kan op de wijze van een brandalarm zijn afgedekt door een glazen deksel, dat bijvoorbeeld met een kleine aan een kettinkje hangende hamer kan worden ingeslagen.

35 Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid, dat de signaleringsmiddelen een radiobaken omvatten.

Volgens een ander aspect van de uitvinding 4 vertoont de inrichting de bijzonderheid, dat de signaleringsmiddelen een lichtbaken omvatten en zodanig worden bestuurd, dat het lichtbaken alleen bij lichtsterkte onder een zekere geringe waarde, in het 5 bijzonder bij schemering en nacht, geactiveerd worden.

Deze laatste uitvoering kan met voordeel de bijzonderheid vertonen, dat het lichtbaken intermitterend licht uitzendt. Intermitterend licht kan bij schemering of nacht op grote afstand worden waargenomen. Op deze 10 wijze kunnen bijvoorbeeld reddingsvaartuigen of reddingsvliegtuigen de capsule op grote afstand waarnemen.

Bijvoorbeeld kan het lichtbaken een flitsbuis of ten minste één LED omvatten.

15 Met verwijzing naar de eerder genoemde ramp met de Russische atoomonderzeeër Kursk is het van belang, dat de capsule bestand is tegen een hoge druk, zelfs een druk die aanzienlijk hoger is dan de ontwerpdruk voor een onderzeeër, die bijvoorbeeld bestand is tegen een druk 20 van 30 bar {overeenkomend met een diepte van circa 300 m). Het is immers denkbaar, dat een gezonken schip of onderzeeër op een aanzienlijk grotere diepte komt te liggen en het is duidelijk dat de capsule volgens de uitvinding onder die extreme omstandigheden geheel 25 hermetisch gesloten en intact moet blijven om de geregistreerde boodschappen later te kunnen laten weergeven en om ervoor te zorgen dat het radiobaken en/of het lichtbaken effectief zijn werk kan doen.

De voorkeur vertoont een uitvoering, waarin het 30 lichtbaken zich binnen de capsule bevindt en de capsule althans ter plaatse van het lichtbaken transparant is.

Een zeer praktische uitvoering van dit laatste principe is hierin gelegen, dat de gehele capsule transparant is.

35 Gebruik zou kunnen worden gemaakt van een dikwandige glazen constructie, maar glas heeft het nadeel, de neiging vertonen, door etsen onder de hoge optredende drukken en inwerking van zout geleidelijk 5 matter te worden. Dit zou bijvoorbeeld de effectiviteit van een lichtbaken kunnen verminderen. In verband daarmee kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een sterke transparante kunststof, zoals acrylaat en polycarbonaat.

5 Als alternatief kan ook worden gedacht aan een materiaal als roestvast staal, waarin de nodige vensters zijn uitgespaard. Voor het fabriceren van de capsule moet deze vanzelfsprekend worden vervaardigd uit twee of meer delen, die vervolgens op geëigende wijze met elkaar 10 worden verbonden, bijvoorbeeld door middel van een lijmverbinding. Deze wordt tijdens bedrijf van de capsule uitsluitend op druk belast en verder wordt de eis van een totale hermetische afdichting gesteld. Lijmsoorten die aan deze eisen voldoen zijn algemeen bekend en in de 15 handel verkrijgbaar.

Bij gebruik van een lichtbaken kan het van belang zijn, dat de capsule een massamiddelpunt bezit, dat op een andere positie gelegen is dan het geometrische middelpunt, zodanig dat de capsule in een stabiele 20 positie kan drijven, in welke positie de lichtmiddelen zich aan de bovenzijde van de capsule bevinden.

Bij gebruik van een camera, die in de capsule is geaccommodeerd, vertoont de inrichting bij voorkeur de bijzonderheid dat de capsule althans ter plaatse van de 25 lens van de camera een transparant deel vertoont.

Een nadere uitwerking hiervan vertoont de inrichting de bijzonderheid dat het transparante deel een algemeen convexe vorm bezit en de lens van de camera zodanig is gemodelleerd, dat hij de door het transparante 30 deel van de capsule veroorzaakte optische vervorming compenseert.

Bijvoorbeeld bij het gebruik van een lanceerbuis kunnen microfoons niet onder alle omstandigheden deel uit maken van de capsule, maar moeten 35 bijvoorbeeld aan de buitenzijde van de lanceerbuis of, althans in de omgeving daarvan, geplaatst zijn. Volgens een bepaald aspect van de uitvinding vertoont in verband daarmee de inrichting de bijzonderheid, dat de of elke 6 microfoon zich buiten de lanceerbuis bevindt en door middel van draadloze transmissiemiddelen audiosignalen naar de registratiemiddelen kan zenden.

Volgens weer een ander aspect van de uitvinding 5 vertoont de inrichting de bijzonderheid dat de transmissiemiddelen op opto-elektrische of RF-overdracht bijvoorbeeld bluetooth, gebaseerd zijn.

Ter wille van.een hoge mate van drukbestendigheid en de zekerheid, dat de drijvende 10 capsule zich in een stabiele positie bevindt, kan de inrichting het kenmerk vertonen, dat de capsule de vorm van een cilinder met half-bolvormige eindwanden bezit.

Ook zou de inrichting zodanig kunnen worden uitgevoerd, dat de capsule een algemene bolvorm bezit.

15 Ook in deze uitvoering kan ervoor worden gezorgd, dat het massamiddelpunt van de capsule zich op een andere plaats bevindt dan het geometrische middelpunt, waardoor ook met een bolle uitvoering altijd een stabiele positie van de drijvende capsule kan worden gerealiseerd, mocht dat 20 wenselijk zijn.

Tevens kan de inrichting een zender omvatten voor het draadloos verzenden van ten minste één door de registratiemiddelen geregistreerd bericht. Volgens dit aspect van de uitvinding kunnen boodschappen van 25 opvarenden, behalve na het opvissen van de capsule, ook eerder draadloos worden beluisterd. Het moge duidelijk zijn dat het in verband daarmee wel noodzakelijk is, dat de capaciteit van in de capsule aanwezige elektrische voedingsmiddelen toereikend is.

30 De capsule kan verder aan zijn buitenzijde bijvoorbeeld twee contacten vertonen, waarmee hij in de rustpositie aan de onderzijde van de lanceerbuis zodanig met een laadinrichting verbonden is, dat een elektrische batterij in de capsule steeds in zijn geladen toestand 35 verkeert.

Als aanvulling hierop kan aan de binnenzijde of aan de buitenzijde van de capsule ten minste één batterij zijn aangebracht, die wordt geactiveerd door zeewater.

7

Dergelijke batterijen zijn bekend en worden bijvoorbeeld gebruikt voor het voeden van verlichtingsmiddelen die aan reddingsvesten in vliegtuigen aanwezig zijn.

De capsule kan van wapeningschotten of 5 dergelijke zijn voorzien, bijvoorbeeld in een matrix-configuratie. Deze maatregel kan de drukbestendigheid van de capsule substantieel verbeteren, zonder dat het gewicht van de capsule in evenredigheid toeneemt.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de 10 hand van bijgaande tekening, die één figuur omvat.

De figuur toont een schematische dwarsdoorsnede door een willekeurig uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

Een buitenwand 1 van een vaartuig vertoont een 15 doorgaande opening 2, die hermetisch is afgesloten door een deksel 3, dat volgens een pijl 4 omhoog scharnierbaar is door een scharnier 5. Niet zijn getekend actuatormiddelen voor het volgens pijl 4 omhoog verplaatsen van het deksel 3 en het aldus openen van de 20 opening 2.

Aan de opening 2 sluit een transparante lanceerbuis 6 aan, bijvoorbeeld van polycarbonaat, acrylaat of glas, die aan zijn gesloten onderzijde een zacht kussen 7, bijvoorbeeld van schuimstof, voor het 25 dragen van een capsule 8 vertoont. De capsule bestaat uit twee delen, namelijk een in hoofdzaak half-bolvormig onderste deel 9 en een bovenste deel 10 dat een cilindrisch deel en een daarmee monolithisch gevormd half-bolvormig bovenste deel omvat. De delen 9 en 10 zijn 30 door een ringvormige lijmnaad 11 onverbrekelijk met elkaar verbonden. Voorafgaand daaraan zijn de noodzakelijke onderdelen geassembleerd. Deze onderdelen omvatten een batterij 12, die dient voor het elektrisch voeden van de diverse onderdelen, een harde schijf 13, de 35 zender inclusief antenne van een radiobaken 14, een ontvanger 15 voor de signalen die afkomstig zijn van een afstandsbediening, waarmee de inrichting in werking kan worden gesteld. Verder is in de ruimte binnen de capsule 8 8 een camera 16 geaccommodeerd. Boven een printplaat 17 is een ronde, licht gebogen plaat 18 geplaatst, waarop een aantal LEDs 19 zijn aangebracht. Voeding daarvan vindt vanuit elektronische eenheden op de printplaat 17 5 plaats. Voeding vindt plaats vanuit batterij 12.

Voorzover nodig is de resterende vrije ruimte aan de onderzijde van de holte in de capsule 8 opgevuld met een uitgeharde gietmassa 20, Dit zorgt voor een verlaging van het massamiddelpunt van de capsule 8 en 10 draagt daardoor bij tot een stabiele positionering daarvan tijdens drijven aan het oppervlak van water.

Aan de buitenzijde van de lanceerbuis 6 bevinden zich twee microfoon-eenheden 21, 22, die door middel van draadloze voorzieningen, bijvoorbeeld een op 15 het bluetooth-protocol gebaseerde verbinding met de harde schijf 13 kunnen communiceren, en aldus audiosignalen op de harde schijf kunnen doen registreren, samen met de van de camera afkomstige videosignalen. Het gebruik van twee microfoons kan bij het afluisteren van opgenomen 20 boodschappen bijdragen tot een goede verstaanbaarheid.

Ook het gebruik van richtmicrofoons kan hieraan een bijdrage leveren.

Aan de bovenzijde vertoont de capsule 8 een takel-oog 23 dat nuttig is voor het in de lanceerbuis 6 25 brengen van de capsule 8, in het bijzonder voorafgaand aan het uitvaren van het vaartuig.

Na het optreden van een calamiteit, in het bijzonder een calamiteit waarbij verwacht kan worden, dat de opvarenden niet zullen overleven, kunnen zij zich 30 bijvoorbeeld één voor één met een gesproken boodschap voor de inrichting 24 opstellen en door middel van de niet-getekende afstandsbediening de registratie-inrichting (de harde schijf 13) en de opneemmiddelen (de microfoons 21, 22 en de camera 16) in werking stellen en 35 elk gedurende een bepaalde afgesproken tijd hun boodschap met bewegende beelden van althans hun gezicht, door de inrichting laten opnemen. Zodra de volledige opnamesessie is voltooid, kan door een volgende activering van de 9 bediening van de afstandbedieningsmiddelen ervoor worden gezorgd, dat de vrijgeefmiddelen worden geactiveerd. Hierdoor wordt de niet-getekende actuator bekrachtigd die ervoor zorgt dat het deksel 3 wordt geopend. Door het 5 binnenstromende water zal de capsule 8 een opdrijvende kracht ondergaan en zal hij als gevolg van zijn drijfvermogen omhoog bewegen door het water, totdat hij aan het oppervlak van het water drijft. In deze uitvoering worden dan tevens het radiobaken en het 10 lichtbaken in werking gesteld. Hierbij wordt aangetekend, dat door middel van een fotocel de heersende lichtsterkte wordt vastgesteld en dat uitsluitend in het geval, waarin de lichtsterkte zich onder een bepaalde waarde bevindt, de LEDs 19 in een intermitterend patroon worden 15 geactiveerd. Dit zal in het bijzonder het geval zijn bij schemering of duisternis.

Aan de hand van de in voorgaande gegeven beschrijving zal het duidelijk zijn, dat in het kader van de uitvinding vele variaties mogeiijk zijn.

20 *****

Claims (27)

1. Inrichting voor het registreren van ten minste één audio- en/of videobericht, omvattende respectievelijk een gesproken tekst en/of beelden, van ten minste één opvarende van een vaartuig, na het 5 optreden van een calamiteit, welke inrichting omvat: een waterdichte, drijfbare capsule; ten minste één in de capsule opgenomen registratie-inrichting voor het registreren van het of elk bericht; 10 in de capsule opgenomen opneemmiddelen voor het opnemen van ten minste één bericht van ten minste één opvarende, welke opneemmiddelen hun audio- en/of videosignalen toevoeren aan de registratie-inrichting; vrijgeefmiddelen voor het vrijgeven van de 15 capsule uit een vaste positie ten opzichte van het vaartuig; activeringsmiddelen voor het in werking stellen van de registratiemiddelen en de opneemmiddelen; en signaleringsmiddelen die als reactie op de 20 werkzaamheid van de vrijgeefmiddelen attentiesignalen uitzenden, op basis waarvan de drijvende capsule kan worden gelokaliseerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin het 25 vaartuig een oppervlakteschip is.

3. Inrichting volgens conclusie 1, waarin het vaartuig een onderzeeër is.

4. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de registratie-inrichting een harde schijf omvat.

5. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de registratie-inrichting een geheugenchip omvat.

6. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de opneemmiddelen ten minste één microfoon, bij voorkeur een richtmicrofoon, omvatten.

7. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de 10 opneemmiddelen ten minste één camera, bijvoorbeeld een fotocamera of een videocamera, omvatten.

8. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de vrijgeefmiddelen een zich althans min of meer in 15 verticale richting uitstrekkende lanceerbuis omvatten, waarin de capsule met speling past, welke lanceerbuis onder normale omstandigheden gesloten en bij activering van de vrijgeefmiddelen geopend wordt, en aandrijfmiddelen aanwezig zijn voor het uit de 20 lanceerbuis naar buiten stuwen van de capsule.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarin de aandrijfmiddelen op expansie van gas gebaseerd zijn, bijvoorbeeld op de wijze van een vuurpijl-aandrijving of 25 een explosieve projectiel-aandrijving.

10. Inrichting volgens conclusie 8, waarin de aandrijfmiddelen zijn gebaseerd op het vullen van de lanceerbuis met water en het daardoor doen opdrijven van 30 de capsule.

11. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de activeringsmiddelen afstandbedieningsmiddelen omvatten.

12. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de signaleringsmiddelen een radiobaken omvatten.

13. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de signaleringsmiddelen een lichtbaken omvatten en zodanig worden bestuurd, dat het lichtbaken alleen bij lichtsterkte onder een zekere geringe waarde, in het bijzonder bij schemering en nacht, geactiveerd worden. 5

14. Inrichting volgens conclusie 13, waarin het lichtbaken intermitterend licht uitzendt.

15. Inrichting volgens conclusie 13, waarin het 10 lichtbaken een flitsbuis omvat.

16. Inrichting volgens conclusie 13, waarin het lichtbaken ten minste één LED omvat.

17. Inrichting volgens conclusies 3 en 10, waarin de capsule bestand is tegen de hoge druk op de diepte waar de capsule mogelijk tot opdrijven moet worden gebracht, bijvoorbeeld een druk van 50 bar, overeenkomend met een diepte van circa 500 m. 20

18. Inrichting volgens conclusie 13, waarin het lichtbaken zich binnen de capsule bevindt en de capsule althans ter plaatse van het lichtbaken transparant is.

19. Inrichting volgens conclusie 18, waarin de gehele capsule transparant is.

20. Inrichting volgens conclusie 13, waarin de capsule een massamiddelpunt bezit, dat op een andere 30 positie gelegen is dan het geometrische middelpunt, zodanig dat de capsule in een stabiele positie kan drijven, in welke positie de lichtmiddelen zich aan de bovenzijde van de capsule bevinden.

21. Inrichting volgens conclusie 7, waarin de capsule althans ter plaatse van de lens van de camera een transparant deel vertoont.

22. Inrichting volgens conclusie 21, waarin het transparante deel een algemeen convexe vorm bezit en de lens van de camera zodanig is gemodelleerd, dat hij de door het transparante deel van de capsule veroorzaakte 5 optische vervorming compenseert.

23. Inrichting volgens conclusies 6 en 10, waarin de of elke microfoon zich buiten de lanceerbuis bevindt en door middel van draadloze transmissiemiddelen 10 audiosignalen naar de registratiemiddelen kan zenden.

24. Inrichting volgens conclusie 23, waarin de transmissiemiddelen op opto-elektrische of RF-overdracht bijvoorbeeld bluetooth, gebaseerd zijn. 15

25. Inrichting volgens conclusie 20, waarin de capsule de vorm van een cilinder met half-bolvormige eindwanden bezit.

26. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de capsule een algemene bolvorm bezit.

27. Inrichting volgens conclusie 1, omvattende een zender voor het draadloos verzenden van ten minste 25 één door de registratiemiddelen geregistreerd bericht. ***** 30