NL2000184C2 - Fiets met vering. - Google Patents
Fiets met vering. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2000184C2 NL2000184C2 NL2000184A NL2000184A NL2000184C2 NL 2000184 C2 NL2000184 C2 NL 2000184C2 NL 2000184 A NL2000184 A NL 2000184A NL 2000184 A NL2000184 A NL 2000184A NL 2000184 C2 NL2000184 C2 NL 2000184C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tube
- main frame
- connection
- subframe
- bicycle
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62K—CYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
- B62K25/00—Axle suspensions
- B62K25/04—Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork
- B62K25/28—Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork with pivoted chain-stay
- B62K25/286—Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork with pivoted chain-stay the shock absorber being connected to the chain-stay via a linkage mechanism
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Axle Suspensions And Sidecars For Cycles (AREA)
Description
NL 8761-dV/Vo/vw
FIETS MET VERING
ACHTERGROND
Onderwerp van de uitvinding
[0001] De in dit document beschreven technologie heeft betrekking op fietsen.
Beschrijving van de stand van de techniek 5
[0002] Terreinfietsen zijn kenmerkend vervaardigd om oneffenheden op het rij oppervlak op te nemen teneinde, bijvoorbeeld, terreinrijden mogelijk te maken. Veel terrein-fietsen zijn uitgerust met een veersysteem voor het voorwiel.
10 Ten behoeve van extremere omstandigheden zijn sommige terreinf ietsen voorzien van veersystemen voor het achterwiel.
[0003] Naarmate de terreinfietssport zich heeft ontwikkeld, zijn grotere hindernissen en ruwer terrein gewoner geworden. Als een gevolg daarvan hebben fietsfabrikanten 15 geprobeerd om de hoeveelheid afstand waarover het achterwiel kan bewegen ten opzichte van het frame te vergroten en om de prestaties van het achterveersysteem te verbeteren. Tot enkele van de prestatiekwesties waar ontwerpers van terreinfiet-sen mee te maken krijgen behoren het beperken van het vermo- 20 gensverlies als gevolg van de werking van de achtervering en het beperken van de invloed van remmen op het veersysteem.
SAMENVATTING
25 [0004] Er wordt een fietsframe-inrichting verschaft met een verbeterd achterveersysteem. De fietsframe-inrichting 2 bevat een hoofdframe, een subframe en een schokdemper. Het subframe beweegt ten opzichte van het hoofdframe. De schokdemper is aangebracht tussen het hoofdframe en subframe, zodanig dat de schokdemper beweging van het subframe ten op-5 zichte van het hoofdframe verwezenlijkt. Het hoofdframe bevat een neergaande buis.
[0005] In sommige uitvoeringen bevat de neergaande buis een opening en reikt de schokdemper door de opening heen.
10 [0006] In sommige uitvoeringen bestaat een neer gaande buis uit één deel en is deze verbonden met een ondersteun die gescheiden is van de neergaande buis. De neergaande buis bevat een opening en de schokdemper reikt tot in die opening.
15 [0007] In sommige uitvoeringen is de schokdemper verbonden met het hoofdframe op een verbindingsplaats onder de neergaande buis.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
20
[0008] Fig. 1 is een zijaanzicht van een fiets.
[0009] Fig. 2 is een zijaanzicht van het in Fig. 1 getoonde fietsframe.
[0010] Fig. 3 is een zijaanzicht in perspectief van 25 een gedeelte van het in Fig. 2 getoonde fietsframe, met een gezichtspunt boven het frame.
[0011] Fig. 4 is een zijaanzicht in perspectief van een gedeelte van het in Fig. 2 getoonde fietsframe, met een gezichtspunt onder het frame.
30 [0012] Fig. 5 is een zijaanzicht van een fiets.
[0013] Fig. 6 is een zijaanzicht van het in Fig. 5 getoonde fietsframe.
3
[0014] Fig. 7 is een zijaanzicht in perspectief van een gedeelte van het in Fig. 6 getoonde fietsframe, met een gezichtspunt onder het frame.
[0015] Fig. 8 is een zijaanzicht in perspectief van 5 een gedeelte van het in Fig. 6 getoonde fietsframe, met een gezichtspunt boven het frame.
[0016] Fig. 9 is een zijaanzicht van een fiets.
[0017] Fig. 10 is een zijaanzicht van een gedeelte van de in Fig. 9 getoonde fiets.
10 [0018] Fig. 11 is een zijaanzicht in perspectief van een gedeelte van de in Fig. 9 getoonde fiets, met een ge zichtspunt onder het frame.
[0019] Fig. 12 is een zijaanzicht in perspectief van een gedeelte van de in Fig. 9 getoonde fiets, met een ge- 15 zichtspunt boven het frame.
[0020] Fig. 13 is een zijaanzicht in perspectief van een gedeelte van de in Fig. 9 getoonde fiets.
[0021] Fig. 14 is een zijaanzicht van de in Fig. 9-13 getoonde fiets, waarbij het achterwiel is verplaatst ten 20 gevolge van door het achterveersysteem mogelijk gemaakte beweging .
[0022] Fig. 15 toont een gedeelte van een fietsframe .
[0023] Fig. 16 toont een fiets.
25 [0024] Fig. 17 toont een fietsframe.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
[0025] Fig. 1 is een zijaanzicht van een fiets. De- 30 ze fiets kan worden gebruikt als een terreinfiets (of ander type fiets) om op terrein of op wegen te fietsen. De fiets in Fig. 1 omvat een frame dat hoofdframe 100 en subframe 200 bevat. Het hoofdframe kan ook als voordriehoek worden aangeduid 4 ï en het achterframe kan ook als een achterdriehoek worden aan- j geduid, omdat beide in het algemeen de vorm van een driehoek hebben. Fig. 2 verschaft meer details van het in Fig. 1 getoonde fietsframe. Fig. 3 en 4 zijn aanzichten van dichtbij 5 die aanvullende details verschaffen van gedeelten van het j fietsframe. In de nu volgende bespreking wordt verwezen naar de in Fig. 1-4 getoonde fiets.
[0026] Hoofdframe 100 bevat kopbuis 102, bovenste buis 104 verbonden met kopbuis 102, neergaande buis 106 ver- 10 bonden met kopbuis 102, en zadelbuis 108 welke zadel 170 opneemt. Zadel 170 bevat een zitting bevestigd aan een zadel-paal welke binnen zadelbuis 108 past. In sommige uitvoeringen is neergaande buis 106 een onderdeel uit één deel. In andere uitvoeringen kan neergaande buis 106 uit meerdere onderdelen 15 zijn vervaardigd. Neergaande buis 106 kan een dwarsdoorsnede hebben die rond, vierkant of rechthoekig is of een andere vorm heeft.
[0027] Het naar achter gelegen uiteinde van neergaande buis 106 is verbonden met ondersteun 110. Ondersteun 20 110 kan allerlei verschillende vormen en afmetingen hebben.
Bovendien kan ondersteun 110 een onderdeel uit één deel zijn of kan deze meerdere onderdelen omvatten die met elkaar zijn verbonden. In sommige uitvoeringen kan ondersteun 110 zijn gesmeed.
25 [0028] Nabij waar bovenste buis 104 en neergaande buis 106 in verbinding staan met kopbuis 102, staat de bovenkant van neergaande buis 106 in aanraking met de onderkant van bovenste buis 104. Zoals figuren 1 en 2 tonen, is een gedeelte van de onderkant van bovenste buis 104 weggesneden om 30 aanraking met neergaande buis 106 te vergemakkelijken. Hoofdframe 100 bevat ook buisvormig deel 112 dat in verbinding staat met bovenste buis 104 en met zadelbuis 108. Bovenste ï j .... ! 5 buis 104 buigt omhoog tussen de verbindingen ervan met buisvormig deel 112 en zadelbuis 108.
[0029] Hoofdframe 100 bevat ook draagdeel 114 en draagdeel 116. Draagdeel 116 is aangebracht aan het onderop- 5 pervlak van neergaande buis 106 en kan worden verbonden met het onderoppervlak van neergaande buis 106 of een ander oppervlak van neergaande buis 106. Draagdeel 116 kan aan neergaande buis 106 zijn vastgelast of één geheel vormen met neergaande buis 108. Draagdeel 116 is aan zadelbuis 108 vast-10 gelast.
[0030] Subframe 200 (of achterdriehoek 200) bevat twee zadelsteunen (een linker zadelsteun en een rechter za-delsteun) aan elke kant van het achterwiel, twee kettingsteu-nen (een linker kettingsteun en een rechter kettingsteun) aan 15 elke kant van het achterwiel en twee verbindingsarmen (een linker verbindingsarm en een rechter verbindingsarm) aan elke kant van het achterwiel. Fig. 1 en 2 tonen alleen rechter zadelsteun 202 en rechter kettingsteun 204. Zowel zadelsteun 202 als kettingsteun 204 zijn star verbonden (bijvoorbeeld 20 gelast) met steun 208. Steun 208 bevat opening 210 om achterwiel 168 op te nemen. Rechter verbindingsarm 206 is star verbonden met zadelsteun 202 en kettingsteun 204. Linker verbindingsarm 207 is verbonden met de linker kettingsteun (niet getoond) en linker zadelsteun (niet getoond). Aldus bevat in 25 één uitvoering subframe 200 twee met elkaar verbonden driehoeken. Elk van de armen (bijvoorbeeld kettingsteunen, zadelsteunen en verbindingsarmen) die de driehoeken vormen zijn star aan elkaar verbonden.
[0031] Subframe 200 is met hoofdframe 100 verbonden 30 via verbinding 212 en verbinding 220. Verbinding 212 staat in verbinding met kettingsteun 204 bij verbindingsdraaipunt 214. Verbinding 212 is met hoofdframe 100 verbonden bij draaipunt 216 van ondersteun 110. Verbinding 220 heeft drie draaiver- 6 bindingen. Verbinding 220 is met het vooruiteinde van zadel-steun 202 verbonden bij draaiverbinding 222, met draagdeel 114 bij draaiverbinding 226 en met schokdemper 260 bij draaiverbinding 224. Beweging van subframe 200 ten opzichte van 5 hoofdframe 100 wordt ten minste gedeeltelijk gedefinieerd door verbindingen 212 en 220.
[0032] De fiets bevat ook een voorwiel 164 en achterwiel 168 (zie Fig. 1) . Voorwiel 164 wordt gedragen door vork 160 die in kopbuis 102 is opgenomen. Vork 160 bevat 10 veersysteem 162 en is met handgreepstangen 166 verbonden. De fiets bevat ook pedalen 171 die met crank 172 zijn verbonden. Crank 172 draait om trapas 180 en veroorzaakt draaiing van kettingringen 274. In één uitvoering bevatten kettingringen 274 drie kettingringen met verschillende middellijnen. In an- 15 dere uitvoeringen kunnen meer of minder dan drie kettingringen worden gebruikt. Kettingringen zorgen ervoor dat ketting 176 draait, hetgeen ervoor zorgt dat achterkettingwielen 178 draaien. Het draaien van achterkettingwielen 178 veroorzaakt het draaien van achterwiel 168. In sommige uitvoeringen kun- 20 nen achterkettingwielen 178 negen verschillende tandwielen bevatten. In andere uitvoeringen kunnen meer of minder dan negen tandwielen worden gebruikt.
[0033] Schokdemper 260 reikt in een door neergaande buis 106 om uit de onderkant van neergaande buis 106 te ste- 25 ken om in verbinding te staan met draaiverbinding 262 van drager 116. Draaiverbinding 262 ligt onder neergaande buis 106. In andere uitvoeringen kan schokdemper 260 op andere plaatsen worden verbonden met de neergaande buis of andere inrichting, waaronder een plaats binnen neergaande buis 106.
30 [0034] In Fig. 3 en 4 zijn meer details zichtbaar van de manier waarop schokdemper 260 door neergaande buis 106 passeert. Neergaande buis 106 bevat een gat of opening 182. In sommige uitvoeringen kan de opening zijn bekleed met koker 7 184. In sommige uitvoeringen is koker 184 een afzonderlijk onderdeel uit aluminium (of ander materiaal) vastgemaakt binnen het gat 182. In andere uitvoeringen kan mof 184 in zijn geheel deel uitmaken van neergaande buis 106. Opening 182 is 5 groot genoeg gemaakt om schokdemper 260 door te laten zonder de zijkanten van mof 184 aan te raken, zelfs wanneer schokdemper 260 omhoog en omlaag beweegt of scharniert.
[0035] De breedte van neergaande buis 106 varieert van een kleine breedte naar een grotere breedte. De kleine 10 breedte bevindt zich nabij het gedeelte van neergaande buis 106 dat dichter bij kopbuis 102 is gelegen. De grotere breedte bevat een gedeelte van neergaande buis 106 dat schokdemper 260 omringt. Fig. 3 toont gedeelte 106A van een neergaande buis 106 dat deel uitmaakt van de grotere breedte en gedeelte 15 106B maakt deel uit van het overgangsgebied tussen de kleine breedte en de grotere breedte. Fig. 3 en 4 verschaffen eveneens een beter aanzicht van ondersteun 110 die een opening bevat voor het behuizen van crank 172.
[0036] Wanneer voorwiel 164 een hobbel op het rij-20 oppervlak tegenkomt, zal schokdempsysteem 162 worden samengedrukt om voorwiel 162 op te heffen in een richting langs de as van vork 160. Indien achterwiel 168 een bobbel op het rij-oppervlak tegenkomt, zal achterwiel 168 in een nagenoeg verticale richting bewegen. Verbinding 220 zal om draaipunt 226 25 draaien. Verbinding 212 zal eveneens draaien, zodanig dat zowel verbinding 212 als 220 draaien in een richting van gekromde pijl 290 (zie Fig. 2) . Dit zal subframe 200 in staat stellen om te bewegen ten opzichte van hoofdframe 100, zodanig dat achterwiel 168 in een nagenoeg verticale richting 30 wordt opgeheven.
[0037] In één uitvoering zijn de onderdelen van hoofdframe 100 en subframe 200 uit aluminium vervaardigd en met elkaar verbonden onder gebruikmaking van een lasproces.
8
In andere uitvoeringen kunnen ook andere middelen voor het verbinden van de onderdelen worden toegepast.
[0038] Fig. 5, 6, 7 en 8 tonen een andere uitvoe ring van een fiets die een raamwerk bevat omvattende een 5 hoofdframe 300 en een subframe 400. Fig. 5 is een zijaanzicht van de gehele fiets. Fig. 6 is een aanzicht van nabij van het fietsframe. Fig. 7 is een aanzicht van nabij van een gedeelte van het fietsframe met een gezichtspunt van onder de fiets. Fig. 8 is een perspectivisch aanzicht van een gedeelte van 10 het fietsframe van boven de fiets af gezien.
[0039] Hoofdframe 300 bevat kopbuis 302, bovenste buis 304 verbonden met kopbuis 302 en neergaande buis 310 verbonden met kopbuis 302. Nabij kopbuis 302 komt de onderkant van bovenste buis 304 in aanraking met de bovenkant van 15 neergaande buis 310. Een gedeelte van het onderoppervlak van het vooruiteinde van bovenste buis 304 is weggesneden om neergaande buis 310 op te nemen. Bovenste buis 304 staat ook in verbinding met zadelbuis 306. Tussen zadelbuis 306 en bovenste buis 304 is een buisvormig deel 308 verbonden. Tussen 20 de verbinding met buisvormig deel 308 en zadelbuis 306 buigt bovenste buis 304 omhoog naar een verticale richting.
[0040] Het naar achter gelegen gedeelte van neergaande buis 310 is verbonden met ondersteun 312. De onderkant van zadelbuis 306 is eveneens verbonden met ondersteun 312.
25 Aan het onderoppervlak van neergaande buis 310 is een draag-deel 314 aangebracht. Draagdeel 314 kan eveneens zijn verbonden met de onderkant of andere gedeelten van neergaande buis 310. In sommige uitvoeringen kan de verbinding tussen neergaande buis 310 en draagdeel 314 aan een zij verbinding- of 30 bovenoppervlak van neergaande buis 310 liggen, waarbij het verbindingspunt tussen neergaande buis 310 en schokdemper 320 onder neergaande buis 310 ligt. Hoofdframe 300 bevat ook draagdeel 316 verbonden met zadelbuis 306. In één uitvoering 9 1 zijn het hoofdframe 300 en subframe 400 uit aluminium ver- j vaardigd, waarbij de verscheidene onderdelen zijn verbonden i onder gebruikmaking van een lasproces. ;
[0041] Subframe 400 bevat een verzameling van za- ; 5 delsteunen, kettingsteunen en verbindingsarmen om twee drie- \ | hoeken te vormen (een linker driehoek en een rechter drie- j hoek) . De linker driehoek bevat één verbindingsarm, één za- i i delsteun en één kettingsteun welke star met elkaar zijn ver- j i bonden op zodanige wijze dat ze niet onderling kunnen draai- 1 10 en. In andere uitvoeringen kunnen de onderdelen van subframe onderling draaien. De rechter driehoek bevat één verbindingsarm, één zadelsteun en één kettingsteun die star met elkaar zijn verbonden. In een andere uitvoering kunnen de onderdelen van de rechter driehoek eveneens onderling draaien. Fig. 6 j 15 toont rechterzadelsteun 402, rechter kettingsteun 404 en rechter verbindingsarm 408. Fig. 8 toont linker zadelsteun 422, linker kettingsteun 406 en linker verbindingsarm 410. De j zadelsteunen zijn met de kettingsteunen verbonden via beugels j 414 en 415. Zadelsteun 402 en kettingsteun 404 zijn bijvoor- ; 20 beeld beide verbonden met beugel 414 die een opening 416 be- ! vat om achterwiel 460 op te nemen.
[0042] Subframe 400 is met hoofdframe 300 verbonden via een verzameling verbindingen 420 en 430, zodanig dat sub- i
frame 400 ten opzichte van hoofdframe 300 kan bewegen. Ver- I
25 binding 420 is met subframe 400 verbonden bij draaiverbinding j 422 van zadelsteun 404. Verbinding 420 is met ondersteun 312 van hoofdframe 300 verbonden bij draaiverbinding 424. Verbinding 430 is met subframe 400 verbonden bij draaiverbindings-punt 432 van zadelsteun 402. Verbinding 430 is met steun 316 30 van hoofdframe 300 verbonden bij draaiverbindingspunt 434.
Verbinding 430 is eveneens verbonden met schokdemper 320 bij draaiverbindingspunt 436. Schokdemper 320 reikt in en door j 10 ! neergaande buis 310 om in verbinding te staan met drager 314 bij draaiverbindingspunt 322.
[0043] Fig. 7 toont hoe neergaande buis 310 verbreed nabij schokdemper 320. Fig. 7 toont bijvoorbeeld ge- 5 deelte 310A met grote breedte, overgangsgedeelte 310B en gedeelte 310C met kleine breedte van neergaande buis 310. Binnen gedeelte 310A met grotere breedte bevindt zich opening of gat 470. In één uitvoering wordt opening 470 gedefinieerd door mof 472, die één geheel kan vormen met neergaande buis 10 310 of een afzonderlijk onderdeel dat aan neergaande buis 310 is vastgelast of op andere wijze is bevestigd. Drager 314 kan één geheel vormen met neergaande buis 310 of een afzonderlijk onderdeel dat aan neergaande buis 310 is vastgelast. In beide voorbeelden kan een neergaande buis uit één deel (of meerdere 15 onderdelen) verbonden met een ondersteun nog steeds een opening hebben om schokdemper 320 in staat te stellen om door die opening te passeren.
[0044] Fig. 5 toont de fiets met het voorwiel 456 opgenomen door schokdempsysteem 452 van voorvork 452. Kopbuis 20 302 neemt vork 452 op en verbindt deze met handgreepstangen 458 voor het besturen van de fiets. Achterwiel 460 is opgenomen in opening 416 van steun 414. Pedaal 466 wordt gebruikt om crank 468 te doen draaien om ervoor te zorgen dat ketting-ringen 470 (één, twee of drie kettingringen) draaien, hetgeen 25 een ketting aandrijft om cassette 472 te doen draaien.
[0045] Wanneer voorwiel 456 van de fiets, getoond in
Fig. 5 een bobbel tegenkomt, zal schokdempsysteem 454 worden samengedrukt om de schok te absorberen. Indien achterwiel 460 j een bobbel tegenkomt in het rij oppervlak, zal achterwiel 4 60 30 bewegen hetgeen ervoor zorgt dat verbinding 430 en verbinding 420 beide met de klok meedraaien, als gevolg waarvan subframe 400 op een manier draait die ervoor zorgt dat opening 416 van
steun 414 in nagenoeg verticale richting wordt opgeheven. I
j 11
Subframe 400 zal om een verzameling zwevende draaipunten bewegen, zoals hieronder wordt besproken.
[0.046] Enkele van de verschillen tussen de fiets uit Fig. 1-4 en de fiets uit Fig. 5-8, is dat de fiets uit 5 Fig. 1-4 is ontworpen voor vier duim achterwielbeweging terwijl de fiets uit Fig. 5-8 is ontworpen voor 6 duim achterwielbeweging. Dat wil zeggen dat het achterveersysteem uit Fig. 1-4 is ontworpen om achterwiel 168 in staat te stellen om vier duim te worden opgetild in de verticale richting, 10 terwijl het achterveersysteem uit Fig. 5-8 is ontworpen om achterwiel 460 in staat te stellen om 6 duim in verticale richting te worden opgeheven. Tot andere verschillen tussen de fietsen behoren de vorm en grootte van verbinding 430 in vergelijking met verbinding 420. Verbinding 430 is groter dan 15 verbinding 220 en bevat een middelste verbindingsarm. Verbinding 430 heeft ook een "open trust" verbinding-rangschikking, terwijl verbinding 220 de vorm heeft van een driehoek. Op soortgelijke wijze is drager 314 breder dan drager 116, en is het demperverbindingspunt 322 lager gelegen dan demperverbin-20 dingspunt 262 van drager 116.
[0047] Fig. 9-13 verschaffen een volgende uitvoering van een fiets. Fig. 9 is een zijaanzicht van de gehele fiets. Fig. 10 is een aanzicht van nabij van hoe het subframe is verbonden met het hoofdframe. Fig. 11 is een volgend aan- 25 zicht van dichtbij van hoe het subframe in verbinding staat met het hoofdframe in een perspectivisch aanzicht vanaf de onderkant van het frame. Fig. 12 is een volgend perspectivisch aanzicht vanaf de bovenkant van de fiets. Fig. 13 is een perspectivisch aanzicht van nabij dat de plaatsing van de 30 schokdemper toont.
[0048] De fiets uit Fig. 9-13 bevat een hoofdframe 500 en subframe 600. Hoofdframe 500 bevat kopbuis 502, neergaande buis 504 verbonden met kopbuis 502 en bovenste buis 12 505 verbonden met kopbuis 502. Ondersteun 526 is verbonden met het naar achter gelegen uiteinde van neergaande buis 504. Bovenste buis 505 is verbonden met zadelbuis 506. Een buisvormig deel 508 is verbonden tussen bovenste buis 505 en za-5 delbuis 506. Vork 512 is opgenomen in kopbuis 502. Vork 512 bevat schokdempsysteem 514 dat voorwiel 516 opneemt. Zadelbuis 506 neemt zadel (zetel en paal) 510 op.
[0049] Subframe 600 bevat rechter zadelsteun 602 en rechter kettingsteun 604, beide star verbonden met steun 606.
10 Steun 606 bevat een opening voor het opnemen van achterwiel 530. Subframe 600 bevat eveneens een zadelsteun 603 aan de linkerkant en kettingsteun 605 aan de linkerkant, beide verbonden met een andere beugel (niet getoond). Rechter verbindingsdeel 610 staat in verbinding met zadelsteun 602 en ket-15 tingsteun 604. Linker verbindingsdeel 612 staat in verbinding met zadelsteun 603 en kettingsteun 605.
[0050] Subframe 600 is verbonden met en beweegt ten opzichte van hoofdframe 500 met een beweging die ten minste gedeeltelijk wordt gedefinieerd door verbindingen 614 en 620.
20 Verbinding 614 is verbonden met subframe 600 bij verbindings-draaipunt 617 en verbonden met drager 530 van hoofdframe 500 bij verbindingsdraaipunt 616. Drager 530 is verbonden met zadelbuis 506. Verbinding 614 is eveneens verbonden met schokdemper 532 bij verbindingsdraaipunt 618. Verbinding 620 is 25 verbonden met subframe 600 bij verbindingsdraaipunt 622 en met ondersteun 526 bij verbindingsdraaipunt 624. Schokdemper 532 is verbonden met drager 536. De onderkant van drager 536 is verbonden met de onderkant van neergaande buis 504 en de bovenkant van drager 536 is verbonden met de zij oppervlakken 30 van neergaande buis 504. Fig. 11 toont buis 538, die aan neergaande buis 504 is vastgelast. Vervolgens wordt een schroef door buis 538 en bijpassende gaten 540 in drager 536 gestoken om drager 536 te bevestigen aan neergaande buis 504.
13
De schroef wordt op zijn plaats gehouden onder gebruikmaking van een moer.
[0051] Neergaande buis 504 heeft een kleine breedte nabij kopbuis 502 en een grotere breedte nabij ondersteun 5 526, zoals Fig. 12 toont. Bij het bredere gedeelte van neer gaande buis 504 is een opening 568 bekleed door koker 570. Fig. 13 is een aanzicht in onderdelen, dat toont hoe schokdempers 532 door koker 570 passeert en buiten het onderopper-vlak van neergaande buis 504 uitsteekt om in verbinding te 10 staan met draagdeel 536 op een punt onder neergaande buis 504. Fig. 13 toont eveneens buis 542, die aan de binnenkant van neergaande buis 504 is vastgelast. Vervolgens wordt een schroef ingestoken door buis 542 en bijpassende gaten 544 in drager 536 teneinde drager 536 aan neergaande buis 504 te be-15 vestigen. De schroef wordt op zijn plaats gehouden onder gebruikmaking van een moer.
[0052] Fig. 14 toont het resultaat van het tegenkomen van een bobbel in het rij oppervlak door het achterwiel 530 (de fiets uit Fig. 9-13). In reactie op de bobbel beweegt 20 achterwiel 530 in de nagenoeg verticale richting (zoals getoond door pijl A) ten opzichte van het hoofdframe. Dit zorgt ervoor dat het subframe draait, zoals Fig. 14 toont, ten opzichte van het hoofdframe. Verbinding 614 en verbinding 620 draaien in dezelfde richting, zoals ronde pijl 690 toont (zie 25 Fig. 10) .
[0053] In sommige fietsen zal, wanneer het achterwiel vanaf het rijoppervlak wordt verplaatst (en derhalve ten opzichte van het hoofdframe beweegt) het achterwiel om een achterste draaipunt draaien. Indien het draaipunt hoger ligt 30 dan de raaklijn vanaf de achterkettingwielen naar de ketting-ringen, kan de door het trappen voortgebrachte kettingkracht ervoor zorgen dat de schokdemper wordt uitgerekt. Indien het draaipunt lager ligt dan de raaklijn vanaf de achterketting- 14 wielen naar de kettingringen, kan de door het trappen opgewekte kettingkracht ervoor zorgen dat de schokdemper wordt samengedrukt. Deze omstandigheid kan leiden tot een verlies aan trapkracht.
5 [0054] Om het bovengenoemde probleem met betrekking tot verlies van trapkracht te overwinnen, maken de hierboven beschreven fietsen gebruik van zwevende draaipunten die op of zeer dichtbij de raaklijn vanaf de achterkettingwielen naar de middelste kettingring zijn geplaatst. Dit begrip wordt ge-10 illustreerd in Fig. 15, onder verwijzing naar de fiets uit Fig. 1. Er zij opgemerkt dat de door Fig. 15 geïllustreerde concepten ook van toepassing zijn op andere uitvoeringen, in aanvulling op de uitvoering uit Fig. 1. Het begrip "zwevend draaipunt" verwijst naar de omstandigheid dat het draaipunt 15 van het achterwiel verandert wanneer het wiel ten opzichte van het hoofdframe beweegt. Fig. 15 toont zwevende punten 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 langs lijn 292. Lijn 292 benadert de positie van ketting 176, en is eveneens een benadering van de raaklijn die de achterkettingwielen verbindt met de middelste j 20 kettingring. Het gedeelte van lijn 292 dat het dichtst bij de j kettingringen ligt bevindt zich op of zeer dichtbij die raak- j lijn. Aldus liggen zwevende punten 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 |
op of zeer dichtbij de raaklijn die de achterkettingwielen I
verbindt met de middelste kettingring. j 25 [0055] Wanneer de as van het achterwiel (bijvoor- i beeld achterwiel 168) naar de verscheidene wielposities 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 beweegt, zal het draaipunt van achterwiel j 168 (bijvoorbeeld het draaipunt van de as 179 van achterwiel 168) naar het bijbehorende draaipunt van zwevende punten 0, 30 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7 bewegen. Indien bijvoorbeeld de as van het achterwiel zich op achterwielpositie 6 bevindt, dan zal j het achterwiel blijken te draaien om zwevend draaipunt 6. Op | soortgelijke wijze zal, indien de achterwielas zich op of na- ! 15 bij wielpositie 2 bevindt, het achterwiel blijken te draaien om zwevend draaipunt 2.
[0056] Wanneer het achterwiel zich op zijn normale positie bevindt op het rijoppervlak (bijvoorbeeld op positie 5 0 uit Fig. 15), wordt de schokdemper over ongeveer 1/4 tot 1/3 van de maximale indrukking ingedrukt en ligt het denkbeeldige draaipunt dicht bij de verbinding tussen ketting 176 en kettingring 274. Aldus wordt enig verlies aan trapenergie verminderd. Wanneer het achterwiel omhoog beweegt weg van het 10 rijoppervlak, beweegt het denkbeeldige draaipunt naar achteren langs lijn 292, zoals Fig. 15 toont, om aldus onaangenaam terugtrappen van de pedalen te verminderen. De schokdemper is bovendien afgestemd om kleine samendrukkingen of uitrekkingen als gevolg van beweging van de ketting ten opzichte van de 15 binnenste of buitenste kettingringen te weerstaan.
[0057] Fig. 16 toont de fiets uit Fig. 1 om te illustreren hoe remmen het achterveersysteem beïnvloedt. De begrippen uit Fig. 16 zijn ook van toepassing op andere uitvoeringen dan die uit Fig. 1. Wanneer een achterrem (niet ge- 20 toond) wordt geactiveerd, wordt er een remkracht F uitgeoefend op het achterwiel 168 op remkrachtplaats 700 langs een krachtuitoefeningslijn 702. De krachtuitoefeningslijn 702 vormt een hoek 9 ten opzichte van een horizontale lijn. De hoek 9 ligt kenmerkend in het bereik van 40°-50°. In één uit-25 voering bedraagt 9 45°.
[0058] Deelframe 200 heeft een instantaan draaicen-trum ("Instantaneous Rotation Centre"; IRC) ten opzichte van hoofdframe 100. Het IRC bevindt zich bij een snijpunt van een eerste lijn 704 die verbindingsdraaipunt 214 en verbindings-
30 draaipunt 216 verbindt en een tweede lijn 706 die verbindingsdraaipunt 220 en verbindingsdraaipunt 226 verbindt. Omdat krachtuitoefeningslijn 702 remkrachtplaats 700 en de IRC
doorsnijdt, kan de uitwerking van de remkracht F op het ach- j | j i 16 terveersysteem worden geminimaliseerd. Op deze wijze is de achtervering tijdens het remmen volledig werkzaam.
[0059] De nu volgende wiskundige vergelijkingen lichten de hierboven beschreven invloed van de remkracht F op 5 het achterveersysteem toe: ma = traagheidskracht bij het gebruiken van de rem; mg = zwaartekracht;
Fr'= achterste normaalkracht;
Ff'= voorste normaalkracht; 10 h = hoogte van zwaartekrachtcentrum; p = wri j vingscoë-f f iciënt; wielbasis = a + b; Z Fx = 0; ma = Fr'x p; 15 £ Mpf = 0; ma x h + Fr'x (a + b) = mg x b;
Fr' x p x h + Fr' x (a+b) = mg x b; 20 b
Fr' = - mg ; A + b + p x h
Fr - Fr' 2 5 tanö = - ;
Fr'x u 17 b b - x mg - - x mg axb a x b + p x h tanö ---; 5 b x p - x mg a + b + p x h 10 a + b + pxh-a-b (a + b) x (a + b + p x h) tan9 = ——-——-—-; en
P
15 - a + b + p x h h tanö = - 20 a + b
[0060] Fig. 17 verschaft een uitvoering van een fietsframe dat een hoofdframe 800 en subframe 830 bevat. Hoofdframe 800 bevat kopbuis 802, bovenste buis 804, neer- 25 gaande buis 806, ondersteun 812, buisdeel 810 en zadelbuis 808. Ondersteun 812 bevat een opening die is ingericht om pe-daal-crank-samenstel op te nemen ten behoeve van draaiing om trapas 813. Bovenste buis 804 en neergaande buis 806 zijn beide verbonden met kopbuis 802. De bovenkant van neergaande 30 buis 806 staat in aanraking met de onderkant van bovenste buis 804. In één uitvoering is een gedeelte van de onderkant van bovenste buis 804 weggesneden om een betere passing met neergaande buis 806 mogelijk te maken. Zoals Fig. 17 toont, 18 buigt neergaande buis 816 weg vanaf bovenste buis 804 bij gedeelte 806A. Neergaande buis 806 wordt vervolgens recht, zodat deze een neergaande- buisas heeft (zie streeplijn 806B). Merk op dat neergaande buisas zich uitstrekt tot onder trapas 5 813 zonder trapas 813 te doorsnijden. Nabij het naar achteren gelegen uiteinde van neergaande buis 806 buigt de neergaande buis om ondersteun 812 te ontmoeten en doorsnijden. Drager 8 60 is verbonden met de onderkant van neergaande buis 806. Drager 814 is verbonden met zadelbuis 808.
10 [0061] Subframe 830 bevat een paar zadelsteunen waarvan rechter zadelsteun 832 in Fig. 17 wordt getoond. Sub-frame 813 bevat ook kettingsteunen 834 en 836 verbonden met arm 838 respectievelijk 840, om het achterwiel op te nemen. Rechter verbindingsarm 842 staat in verbinding met rechter 15 zadelsteun 832 en met kettingsteun 836. Linker verbindingsarm 844 staat in verbinding met de linker zadelsteun (niet getoond) en met kettingsteun 834.
[0062] Subframe 83 is verbonden met en beweegt ten opzichte van hoofdframe 800 via verbindingen 845 en 846. Ver- 20 binding 846 is bij verbindingsdraaipunt 856 verbonden met subframe 830 en bij verbindingsdraaipunt 850 verbonden met drager 814. Verbinding 846 is eveneens verbonden met schokdemper 852 bij verbindingsdraaipunt 854. Schokdemper 852 is met het hoofdframe verbonden bij verbindingsdraaipunt 862 van 25 drager 860. Verbinding 845 is met subframe 830 verbonden bij verbindingsdraaipunt 870 en met ondersteun 812 bij verbindingsdraaipunt 872.
[0063] De voorgaande gedetailleerde beschrijving is gegeven ten behoeve van illustratie en beschrijving. Deze is 30 niet bedoeld als zijnde uitputtend of om de uitvinding te beperken tot de exacte geopenbaarde vorm. Er zijn vele aanpassingen en variaties mogelijk in het licht van de bovengenoemde lessen. De beschreven uitvoeringen zijn gekozen om de be- 19 ginselen van de uitvinding en de praktische toepassing daarvan zo goed mogelijk toe te lichten, om aldus anderen die in het vak bekwaam zijn in staat te stellen om de uitvinding zo goed mogelijk te benutten in verscheidene uitvoeringen en met 5 verscheidene aanpassingen zoals geschikt zijn voor de specifieke overwogen toepassing. Het is de bedoeling dat de reikwijdte van de uitvinding wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.
Claims (16)
1. Een fietsframe-inrichting, omvattende: een hoofdframe; een subframe; en een schokdemper die zich uitstrekt tussen ge-5 noemd hoofdframe en genoemd subframe om relatieve beweging van genoemd subframe ten opzichte van genoemd hoofdframe mogelijk te maken, waarbij genoemd hoofdframe een neergaande buis bevat, waarbij genoemde neergaande buis een opening bevat, waarbij genoemde schokdemper zich door genoemde opening 10 uitstrekt.
2. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, waarin: genoemde neergaande buis een koker bevat welke genoemde opening definieert; en 15 genoemde koker ten minste een gedeelte van genoemde schokdemper omringt.
3. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, waarin: genoemd hoofdframe een draagdeel bevat dat zich be-20 vindt op een onderoppervlak van genoemde neergaande buis; en genoemde schokdemper door genoemde neergaande buis steekt en in verbinding staat met genoemd draagdeel onder genoemde neergaande buis. j
4. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, 25 waarin: genoemde neergaande buis uit één deel bestaat. j j
5. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, j waarin: genoemde neergaande buis een eerste gedeelte, een ! 30 tweede gedeelte en een overgangsgedeelte bevat; j genoemd eerste gedeelte een eerste breedte heeft; j j genoemd tweede gedeelte een tweede breedte heeft; en genoemd overgangsgedeelte een overgang verschaft vanaf genoemde eerste breedte naar genoemde tweede breedte.
6. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 5, waarin: genoemd tweede gedeelte naar achteren is gelegen ten opzichte van genoemd eerste gedeelte; en genoemde tweede breedte groter is dan genoemde eer-10 ste breedte.
7. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, waarin: genoemd hoofdframe een ondersteun bevat welke een opening definieert die is ingericht om een pedaal-crank-15 samenstel op te nemen ten behoeve van draaiing om een trapas; genoemde neergaande buis een neergaande buisas heeft; en genoemde neergaande buis onder genoemde trapas ligt zonder genoemde trapas te doorkruisen.
8. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, waarin: genoemd hoofdframe een kopbuis bevat, een bovenste buis verbonden met genoemde kopbuis en een zadelbuis; genoemde neergaande buis is verbonden met genoemde 25 kopbuis; en genoemde neergaande buis weg buigt vanaf genoemde bovenste buis.
9. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, waarin: 30 genoemd hoofdframe een kopbuis bevat, een bovenste buis verbonden met genoemde kopbuis en een zadelbuis verbonden met genoemde bovenste buis; genoemde neergaande buis is verbonden met genoemde kopbuis; en een bovenkant van genoemde neergaande buis in aanraking staat met een onderkant van genoemde bovenste buis.
10. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, waarin: genoemd subframe een achterwiel opneemt; en genoemd achterwiel ten opzichte van genoemd hoofdframe beweegt om zwevende draaipunten.
11. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, waarin: genoemd subframe een eerste verbinding en een tweede verbinding bevat; genoemde eerste verbinding en genoemde tweede ver- 15 binding met genoemd hoofdframe zijn verbonden; en genoemde eerste verbinding en genoemde tweede verbinding beweging van genoemd subframe ten opzichte van genoemd hoofdframe toelaten.
12. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, 20 waarin: genoemd hoofdframe een kopbuis bevat en een bovenste buis verbonden met genoemde kopbuis; genoemde bovenste buis weg buigt vanaf genoemde neergaande buis.
13. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, waarin: genoemd subframe 2 kettingsteunen bevat, twee za-delsteunen en ten minste één verbindingsdeel tussen ten minste één van genoemde kettingsteunen en één van genoemde za- 30 delsteunen.
14. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 1, waarin: genoemd subframe meerdere onderdelen bevat welke star zijn verbonden in een driehoeksrangschikking.
15. Een fietsframe-inrichting, omvattende: een hoofdframe; 5 een subframe dat ten opzichte van genoemd hoofdfra me kan bewegen; en een schokdemper die zich uitstrekt tussen genoemd hoofdframe en genoemd subframe, waarbij genoemd hoofdframe • een neergaande buis uit één deel bevat die is verbonden met 10 een afzonderlijke ondersteun, waarbij genoemde neergaande buis een opening bevat, genoemde schokdemper zich uitstrekt tot in genoemde opening.
16. Een fietsframe-inrichting volgens conclusie 15, waarin: 15 genoemd subframe een eerste verbinding en een twee de verbinding bevat; genoemde eerste verbinding met genoemd hoofdframe is verbonden; genoemde tweede verbinding scharnierend is verbon-20 den met genoemd hoofdframe en genoemde schokdemper; genoemde eerste verbinding en genoemde tweede verbinding in een gelijke richting draaien tijdens beweging van genoemd subframe; en genoemd achterwiel om zwevende draaipunten beweegt. j j i i i j
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US11/207,259 US20050253357A1 (en) | 2005-08-18 | 2005-08-18 | Bicycle with suspension |
US20725905 | 2005-08-18 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2000184A1 NL2000184A1 (nl) | 2007-02-20 |
NL2000184C2 true NL2000184C2 (nl) | 2013-07-30 |
Family
ID=35308691
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2000184A NL2000184C2 (nl) | 2005-08-18 | 2006-08-15 | Fiets met vering. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20050253357A1 (nl) |
JP (1) | JP2007050885A (nl) |
DE (1) | DE102006038078A1 (nl) |
FR (1) | FR2889834B1 (nl) |
NL (1) | NL2000184C2 (nl) |
TW (1) | TW200730391A (nl) |
Families Citing this family (42)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6712373B2 (en) * | 2002-04-15 | 2004-03-30 | Specialized Bicycle Components, Inc. | Bicycle rear suspension |
US7467803B2 (en) | 2003-12-12 | 2008-12-23 | Noel Buckley | Rear suspension system for bicycles |
US7722072B2 (en) | 2004-09-15 | 2010-05-25 | Yeti Cycling, Llc | Rear suspension system for a bicycle |
US8272657B2 (en) | 2005-11-14 | 2012-09-25 | Santa Cruz Bicycles, Inc. | Bicycle rear suspension system with controlled variable shock rate |
US7413208B2 (en) * | 2006-04-20 | 2008-08-19 | Astro Engineering Co., Ltd. | Bicycle frame |
US20080048410A1 (en) * | 2006-08-22 | 2008-02-28 | Chun-Hung Lin | Bicycle tube connector |
GB0617086D0 (en) * | 2006-08-30 | 2006-10-11 | K9 Ind Ltd | Bicycle suspension |
US20080054595A1 (en) * | 2006-09-01 | 2008-03-06 | Lu Daniel T F | Bicycle frame with a counter-rotating four bar linkage system |
EP1980481B1 (en) * | 2007-03-29 | 2010-01-20 | Merida Industry Co., Ltd. | Bicycle frame |
EP1975055A1 (en) * | 2007-03-29 | 2008-10-01 | Merida Industry Co., Ltd. | Bicycle frame |
US7837213B2 (en) * | 2007-04-16 | 2010-11-23 | Trek Bicycle Corporation | Bicycle rear wheel suspension system |
TW200843998A (en) * | 2007-05-11 | 2008-11-16 | Giant Mfg Co Ltd | Bicycle having a concurrent type shock absorber |
US7934739B2 (en) * | 2007-07-27 | 2011-05-03 | Niner, Inc. | Bicycle rear suspension |
US8590914B2 (en) * | 2007-07-27 | 2013-11-26 | Niner, Inc. | Bicycle rear suspension |
TW200914320A (en) * | 2007-09-19 | 2009-04-01 | A Pro Tech Co Ltd | Rear shock absorption device for bicycle |
TW200944422A (en) * | 2008-04-24 | 2009-11-01 | Giant Mfg Co Ltd | Bike with rigid damping effect |
US7712757B2 (en) * | 2008-06-20 | 2010-05-11 | Kona Usa, Inc. | Suspension for mountain bicycles |
US8322735B2 (en) * | 2008-09-05 | 2012-12-04 | Robert Steinbach | Freestyle scooter |
US7891688B2 (en) * | 2009-03-09 | 2011-02-22 | Specialized Bicycle Components, Inc. | Bicycle frame with articulating linkage mounting arrangement |
DE102009012765A1 (de) | 2009-03-12 | 2010-09-16 | Jochen Klieber | Rahmenelement eines gefederten Zweiradrahmens zur Führung einer Leitung |
US20110215548A1 (en) * | 2010-03-04 | 2011-09-08 | Horwat Jr Paul Joseph | Bicycle Drive System |
GB2482159A (en) * | 2010-07-21 | 2012-01-25 | Atb Sales Ltd | Bicycle rear suspension |
GB2482160B (en) * | 2010-07-21 | 2012-07-18 | Atb Sales Ltd | Bicycle rear suspension |
US9821879B2 (en) | 2010-08-20 | 2017-11-21 | Yeti Cycling, Llc | Reciprocating rail movement suspension system |
EP2605953B1 (en) | 2010-08-20 | 2021-06-16 | Yeti Cycling LLC | Link suspension system |
WO2012063098A1 (en) * | 2010-11-08 | 2012-05-18 | Mark Antony Higgon | Rear suspension unit for after market use in folding bikes |
US10766563B2 (en) | 2013-01-16 | 2020-09-08 | Yeti Cyclying, Llc | Rail suspension with integral shock and dampening mechanism |
CA151721S (en) * | 2013-06-14 | 2014-04-07 | Cycles Devinci Inc | Bicycle frame |
USD772990S1 (en) | 2014-08-08 | 2016-11-29 | Denis ALLAIS | Riding device |
CN204021098U (zh) | 2014-05-20 | 2014-12-17 | 丹尼斯·尚·丹尼尔·阿莱斯 | 滑板车 |
US10407117B2 (en) | 2014-05-20 | 2019-09-10 | Denis ALLAIS | Scooter |
USD868901S1 (en) | 2014-08-08 | 2019-12-03 | Denis ALLAIS | Pedal base with foot inserts for a scooter |
US9650103B2 (en) | 2015-02-04 | 2017-05-16 | Ford Global Technologies, Llc | Cantilevered rear stay and suspension for a shaft driven bicycle |
FR3036679B1 (fr) * | 2015-05-26 | 2017-06-02 | Cycles Lapierre | Cadre de velo |
CN105235804A (zh) * | 2015-10-06 | 2016-01-13 | 安驰达科技(天津)有限公司 | 具有避震功能的自行车 |
WO2017091516A2 (en) * | 2015-11-24 | 2017-06-01 | Eminent Cycles | Four bar rear suspension for a bicycle |
TWI614178B (zh) * | 2016-09-23 | 2018-02-11 | A Pro Tech Co Ltd | 自行車之車架及座管裝置 |
US11173983B2 (en) | 2017-03-17 | 2021-11-16 | Yeti Cycling, Llc | Vehicle suspension linkage |
WO2019010394A1 (en) | 2017-07-07 | 2019-01-10 | Yeti Cycling, Llc | VEHICLE SUSPENSION LINK |
TWI680903B (zh) * | 2018-02-09 | 2020-01-01 | 巨大機械工業股份有限公司 | 自行車用車架 |
US12077241B2 (en) | 2019-02-01 | 2024-09-03 | Yeti Cycling, Llc | Multi-body vehicle suspension linkage |
USD958702S1 (en) | 2020-08-05 | 2022-07-26 | Specialized Bicycle Components, Inc. | Bicycle frame |
Family Cites Families (18)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US470317A (en) * | 1892-03-08 | burton | ||
US2187973A (en) * | 1936-07-31 | 1940-01-23 | Outboard Marine & Mfg Co | Cycle |
US5226674A (en) * | 1991-08-27 | 1993-07-13 | Schwinn Bicycle Company | Cycle rear suspension system |
US5509679A (en) * | 1992-01-21 | 1996-04-23 | 89908, Inc. | Rear suspension for bicycles |
US5295702A (en) * | 1992-03-30 | 1994-03-22 | Buell Motor Company, Inc. | Single sided cycle rear suspension system |
US5244224A (en) * | 1992-05-14 | 1993-09-14 | Gt Bicycles, Inc. | Rocker arm rear suspension bicycle |
US6206397B1 (en) * | 1995-01-25 | 2001-03-27 | James B. Klassen | Bicycle wheel travel path for selectively applying chainstay lengthening effect and apparatus for providing same |
JPH09109972A (ja) * | 1995-10-23 | 1997-04-28 | Itochu Corp | 自転車用サスペンション装置 |
US5725225A (en) * | 1997-02-03 | 1998-03-10 | Lai; Yen-Pin | Shock-absorbing assembly of bicycle |
CA2207802A1 (fr) * | 1997-06-10 | 1998-12-10 | Composites Liken Inc. | Suspension arriere pour velos |
EP1058642B1 (en) * | 1998-03-02 | 2006-07-12 | Anthony S. Ellsworth | Bicycle suspension apparatus and related method |
DE20205539U1 (de) * | 2002-04-10 | 2002-07-25 | Derby Cycle Werke GmbH, 49661 Cloppenburg | Zweiradrahmen, insbesondere Fahrradrahmen |
US6712373B2 (en) * | 2002-04-15 | 2004-03-30 | Specialized Bicycle Components, Inc. | Bicycle rear suspension |
US7052028B2 (en) * | 2003-06-11 | 2006-05-30 | Specialized Bicycle Componets, Inc. | Frame assembly for a bicycle |
US6880847B2 (en) * | 2003-05-27 | 2005-04-19 | Specialized Bicycle Components, Inc. | Bicycle rear suspension |
US6916033B2 (en) * | 2003-11-25 | 2005-07-12 | Giant Manufacturing Co., Ltd. | Front fork unit with a shock absorber and a resistance-providing member for a bicycle |
FR2872776B1 (fr) * | 2004-07-10 | 2008-08-08 | Cycles Lapierre Soc Par Action | Suspension arriere anti-pompage de vehicule a deux roues |
US7377535B2 (en) * | 2004-10-29 | 2008-05-27 | Specialized Bicycle Components, Inc. | Bicycle frame |
-
2005
- 2005-08-18 US US11/207,259 patent/US20050253357A1/en not_active Abandoned
-
2006
- 2006-08-15 NL NL2000184A patent/NL2000184C2/nl not_active IP Right Cessation
- 2006-08-16 DE DE102006038078A patent/DE102006038078A1/de not_active Ceased
- 2006-08-16 TW TW095130131A patent/TW200730391A/zh unknown
- 2006-08-17 JP JP2006222365A patent/JP2007050885A/ja active Pending
- 2006-08-17 FR FR0607356A patent/FR2889834B1/fr not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2889834B1 (fr) | 2007-12-14 |
FR2889834A1 (fr) | 2007-02-23 |
JP2007050885A (ja) | 2007-03-01 |
NL2000184A1 (nl) | 2007-02-20 |
US20050253357A1 (en) | 2005-11-17 |
DE102006038078A1 (de) | 2007-03-15 |
TW200730391A (en) | 2007-08-16 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2000184C2 (nl) | Fiets met vering. | |
US11919602B2 (en) | Rear suspension system for bicycles | |
US7427077B2 (en) | Rear suspension of a two-wheel vehicle or the like | |
EP2061693B1 (en) | Bicycle suspension | |
US9302732B2 (en) | Bicycle rear suspension system | |
EP3261908B1 (en) | Rear suspension system for a bicycle | |
US6843494B2 (en) | Rear suspension system for two-wheeled vehicles, particularly bicycles | |
US5899480A (en) | Rear suspension for bicycles | |
US20090072512A1 (en) | Bicycle rear suspension system | |
US7090234B2 (en) | Three-wheel vehicle with swinging mechanism | |
US8434776B2 (en) | Bicycle frame with rear suspension system | |
EP0966384A1 (en) | Bicycle suspension system | |
US10377442B2 (en) | Suspension for a bicycle | |
US20110187078A1 (en) | Rear suspension unit for after market use in folding bikes | |
EP0621840A1 (en) | Rear suspension for bicycles | |
WO2012063098A1 (en) | Rear suspension unit for after market use in folding bikes | |
CN100398387C (zh) | 跨乘式车辆 | |
EP1810917A1 (en) | Foldable bicycle | |
US20110291382A1 (en) | Rear suspension for a two-wheel vehicle | |
FR2898578A1 (fr) | Perfectionnement a une suspension arriere d'un vehicule a deux roues ou similaire. | |
EP1375321A2 (en) | Protective device for a bicycle rear derailleur | |
US20220089246A1 (en) | Bicycle rear suspension | |
RU2099231C1 (ru) | Балансирная велосипедная рама | |
GB2475394A (en) | Rear suspension unit for use with folding bicycle |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140301 |