NL2000106C2 - Greep voor een houder. - Google Patents

Description

De onderhavige uitvinding betreft een greep voor een houder, in het bijzonder een begrafeniskist of grafkist, voorzien van een handvatgedeelte en ten minste één, tegen 5 een wand van de houder vastzetbaar eerste steundeel.

Greep voor een houder

Begrafeniskisten zijn doorgaans aan de zijwanden ervan voorzien van een aantal grepen waarmee de begrafeniskist kan worden opgetild en vervoerd, en waarmee deze met behulp van touwen in een graf kan worden neergelaten. Om de grepen aan de 10 begrafeniskist te kunnen bevestigen worden deze doorgaans voorzien van eerste steundelen, bijvoorbeeld aan beide uiteinden van de greep. De steundelen worden voorzien van schroefgaten en in de zijwanden van de begrafeniskist gemonteerd, zoals bijvoorbeeld geschroefd, waarbij deze van binnenuit of vanaf de buitenzijde niet gemakkelijk demontabel zijn. Vanwege de grote krachten die op dergelijke grepen 15 komen te staan bij voorgaand beschreven handelingen dienen de eerste steundelen stevig in de kist geschroefd te worden, waarbij niet zelden meerdere schroefverbindingen worden gebruikt. Dit hoeft voor een traditionele begraafwijze geen nadeel te zijn omdat de grepen integraal deel uitmaken van de begrafeniskist en mee worden genomen in het graf. Toch bestaat er ook bij een traditionele begrafenis de 20 behoefte de grepen gemakkelijk af te kunnen nemen, bijvoorbeeld vlak voor dat de kist in het graf wordt neergelaten, en dit vooral vanwege milieuvriendelijke redenen. Tegenwoordig kiezen bovendien een groeiend aantal mensen voor crematie als alternatieve begraafwijze. Bij een typische crematieplechtigheid is het net als bij een traditionele begrafenis noodzakelijk om de begrafeniskist te kunnen verplaatsen, 25 derhalve te voorzien van grepen. Anders dan bij een traditionele begrafenis dienen de grepen echter te worden verwijderd op het moment dat de begrafeniskist in de oven wordt gebracht. Omdat grepen doorgaans uit een metaal zijn gemaakt zullen deze immers slechts zeer gedeeltelijk verbranden. Het kan ook gebeuren dat metalen verbrandingsresten in de as van de aan de nabestaanden overhandigde urne terecht 30 komen wat uiteraard zeer ongewenst is. Omdat de grepen stevig met de begrafeniskist zijn verbonden kost het veel moeite deze te verwijderen. Dit is vervelend omdat het verwijderen van de grepen onderdeel kan uitmaken van de crematieplechtigheid.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel een greep te verschaffen die een stevige verankering met een houder, en in het bijzonder met een begrafeniskist, mogelijk maakt doch die tevens snel is te verwijderen door middel van een eenvoudige handeling.

2 5 De uitvinding verschaft daartoe een greep, die volgens conclusie 1 is voorzien van ten minste één tweede steundeel dat op de houder vastzetbaar is middels eerste verbindingsmiddelen, welke greep tevens is voorzien van losmaakbare tweede verbindingsmiddelen tussen het eerste en tweede steundeel. Volgens de uitvinding wordt de greep eenvoudig losmaakbaar met de houder verbonden door hierop een 10 tweede steundeel aan te brengen. Dit tweede steundeel wordt stevig met de houder verbonden, en blijft bij voorkeur aan de houder verankerd. De eigenschappen van het tweede steundeel kunnen dusdanig worden gekozen dat het verankerd blijven met de houder, en in voorkomend geval de begrafeniskist, geen problemen oplevert bij een crematie, meer bepaald bij het verbranden ervan. Het tweede steundeel kan desgewenst 15 uit metaal zijn gemaakt. Omdat het tweede steundeel doorgaans een veel kleiner volume inneemt dan het handvatgedeelte van de greep levert dit slechts een kleine asrest op. Het heeft tevens voordelen althans een gedeelte van het tweede steundeel uit een ander materiaal, en bij voorkeur uit brandbaar materiaal, zoals bijvoorbeeld hout, te vervaardigen. In een dergelijk geval levert verbranding ervan helemaal geen problemen 20 op. Ook is het mogelijk kunststof toe te passen, desgewenst versterkt met versterkingsvezels. Een verder voordeel van de greep volgens de uitvinding is dat een begrafenisondernemer nog slechts een kleinere voorraad begrafeniskisten hoeft aan te leggen. Doordat de grepen eenvoudig zijn aan te brengen hoeven de kisten niet meer vooraf te worden voorzien van grepen. Het wordt dus mogelijk een kleine reeks 25 standaardkisten in voorraad te houden en deze naar wens van de cliënt te voorzien van de grepen naar keuze. Zo kunnen de losse steundelen bijvoorbeeld in het bedrijf dat de grafkist vervaardigd worden voorgemonteerd op de grafkist, en kan de uitvaartondernemer zelf kiezen welke uitvoering van handgreep hij hierop wenst te monteren. Ook is het mogelijk dat steundelen en greep door de grafkistfabrikant worden 30 voorgemonteerd. De uitvaartondernemer kan deze dan eenvoudig demonteren bij een crematieplechtigheid en/of in het geval de cliënt een door hem gekozen greep wenst om te ruilen.

3

In een voorkeursuitvoering van de greep volgens de uitvinding wordt deze gekenmerkt doordat het tweede steundeel een gedeelte omvat waarin de eerste verbindingsmiddelen ter bevestiging aan de houder zijn opgenomen, en een gedeelte waarin althans een onderdeel van de tweede verbindingsmiddelen ter bevestiging aan het eerste steundeel is 5 opgenomen. Op deze wijze wordt het mogelijk het draagvlak tussen de houder en het tweede steundeel desgewenst te vergroten wat een verhoogde draagkracht per greep oplevert. Door het tweede steundeel te voorzien van ruimtelijk gescheiden gedeeltes voor spanningsoverdracht tussen houder en tweede steundeel enerzijds, en tussen eerste en tweede steundeel anderzijds, worden niet alleen de spanningen beter verdeeld, maar 10 wordt bovendien de mogelijkheid gecreëerd een aanspanmoment aan te leggen waarbij bij voorkeur het gedeelte waarin de eerste verbindingsmiddelen ter bevestiging aan de houder zijn opgenomen aan een dusdanig moment wordt onderworpen dat de verbinding niet kan losraken.

15 Het tweede steundeel kan in beginsel op elke bekende verbindingwijze met de houder worden verbonden. Zo is het mogelijk de verbinding tot stand te brengen door spijkeren, door schroeven, door verlijmen, enzovoorts. In een verdere voorkeursuitvoering omvatten de eerste verbindingsmiddelen een van inwendig schroefdraad voorzien gat, waarin een schroef opneembaar is. Het tweede steundeel wordt doorgaans voorafgaand 20 aan het aanbrengen van het handvatgedeelte aan de buitenzijde van een wand van de houder gemonteerd door hiertoe geschikte verbindingsmiddelen, bijvoorbeeld geschroefd. Hierbij bevindt het gedeelte van het tweede steundeel dat is voorzien van het schroefdraadgat zich aan de buitenzijde van de betreffende wand. De schroef wordt derhalve vanaf de binnenzijde van de wand door een erin aangebrachte opening in het 25 schroefdraadgat aangebracht. De greep volgens de uitvinding heeft als bijkomend voordeel dat het deze wijze van verbinding mogelijk maakt. Zoals boven reeds is aangegeven wordt de bestaande greep van buitenaf geschroefd, wat uiteraard noodzakelijk is omdat de greep ook van buitenaf moet worden verwijderd. Een dergelijke schroefverbinding is echter nadelig omdat bij het optillen van de 30 begrafeniskist de schroef relatief eenvoudig uit de kist zal worden getrokken, waarvoor de veel gebruikte begrafeniskisten uit spaanplaat in het bijzonder gevoelig zijn. De uitvinding maakt het mogelijk het tweede steundeel - en derhalve ook de greep in haar geheel - van binnenuit middels een schroefverbinding met de houder te verbinden. Bij heffen van de houder bestaat nu niet meer het risico dat de schroef uit de wand wordt getrokken. Deze wordt immers door het schroefgat tegengehouden.

4

Het eerste steundeel is volgens de uitvinding verbonden met het handvatgedeelte van de 5 greep. Het steundeel dient een dusdanige vorm te hebben dat het losmaakbaar kan worden verbonden met het op de houder bevestigde tweede steundeel. Het eerste steundeel kan overeenkomstig de uitvinding met het handvatgedeelte een starre verbinding vormen. Het heeft echter voordelen als het eerste steundeel scharnierend is verbonden met het handvatgedeelte van de greep, en wel dusdanig dat het 10 handvatgedeelte in de met de houder verankerde toestand - dus in de met het tweede steundeel verbonden toestand - kan worden gedraaid van een tegen de wand van de houder aanliggende positie naar een van de wand uitstekende positie. De eerste positie wordt doorgaans ingenomen wanneer de houder op een ondergrond rust, de tweede positie wanneer de houder wordt gedragen. Bij voorkeur wordt de schamierverbinding 15 dusdanig uitgevoerd dat het handvatgedeelte in de tegen de wand van de houder aanliggende positie een kleine hoek maakt met de wand van de houder. Hiermee wordt bereikt dat de greep vanuit de rusttoestand van de houder gemakkelijk kan worden opgenomen.

20 Het heeft verder voordelen de greep volgens de uitvinding te kenmerken doordat de tweede verbindingsmiddelen een uitsteeksel omvatten op het eerste en/of tweede steundeel, en een opening in het respectievelijk tweede en/of eerste steundeel, waarin het uitsteeksel opneembaar is. Een dergelijke pengatverbinding tussen eerste en tweede steundeel is eenvoudig aan te brengen en wederom te verbreken. Of het uitsteeksel op 25 het eerste dan wel tweede steundeel wordt voorzien is in beginsel niet van veel invloed op de werking van de uitgevonden greep. Een uitvoeringsvorm waarin het uitsteeksel op het tweede steundeel, en de opening in het eerste steundeel worden voorzien heeft echter de voorkeur omdat een greep overeenkomstig deze uitvoering gemakkelijker is aan te brengen op de houder.

30

In een verdere voorkeursuitvoering van de greep omvat deze tweede verbindingsmiddelen die zijn voorzien van losmaakbare vergrendelingsmiddelen voor het eerste en tweede steundeel. Een bijzonder voordelige greep omvat vergrendelingsmiddelen in de vorm van een tweede pengatverbinding, waarbij 5 bijvoorbeeld de opening van deze pengatverbinding in het uitsteeksel is aangebracht. Ter vergrendeling wordt de opening van het andere steundeel tot voorbij de opening van de tweede pengatverbinding op het uitsteeksel geschoven, waarna de pen in de opening wordt aangebracht. Deze handelingen zijn bijzonder eenvoudig en vooral ook snel uit 5 voeren. Om het eerste en tweede steundeel onderling te scheiden worden de omgekeerde handelingen uitgevoerd waarbij de pen wordt verwijderd uit het uitsteeksel van het ene steundeel en het andere steundeel van het uitsteeksel wordt geschoven.

Een verdere voorkeursuitvoering omvat een greep waarin het uitsteeksel en de opening 10 waarin het uitsteeksel opneembaar is een veelhoekige doorsnede hebben. Deze variant heeft als bijkomend voordeel dat rotatie van het tweede steundeel rond haar bevestigingspunt met de houder wordt verhinderd. Bovendien is gebleken dat een dergelijke variant een groter draagvermogen heeft. Verder vertoont een dergelijke greep minder speling en is daardoor bedrijfsveiliger.

15

De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van het in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeeld van een greep overeenkomstig de uitvinding. Hierin toont: figuur 1 een schematisch vooraanzicht van de greep in de tegen de wand van de houder 20 aanliggende positie, en figuur 2 een schematisch vooraanzicht van de greep in de van de wand uitstekende positie, en figuur 3 een schematisch perspectivisch aanzicht van het samenstel van eerste en tweede steundelen in verbonden toestand, en 25 figuur 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van het samenstel van eerste en tweede steundelen in onverbonden toestand.

De greep 1 volgens de uitvinding is voorzien van een handvatgedeelte 2 dat dusdanig is gevormd dat het goed in de hand ligt. In het in figuur 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld 30 van de greep is enkel het handvatgedeelte 2 zichtbaar vanaf de van de begrafeniskistwand 3 afgekeerde zijde van de greep. In figuur 2 wordt hetzelfde uitvoeringsvoorbeeld van de greep getoond in de van de begrafeniskistwand 3 uitstekende positie. Het handvatgedeelte 2 maakt in deze positie een hoek van ongeveer 90 graden met wand 3, die in het vlak van de figuur verloopt. Greep 1 is verder voorzien 6 van twee, tegen wand 3 vastzetbare eerste steundelen (4a, 4b), die kunnen worden verbonden met twee tweede steundelen (5a, 5b). Eerste steundelen (4a, 4b) zijn met het handvatgedeelte 2 van de greep 1 rond as 40 scharnierend verbonden zodat het handvatgedeelte 2 in de met de houderwand 3 verankerde toestand draaibaar is van de 5 in figuur 1 getoonde, tegen de wand van de houder aanliggende positie naar de in figuur 2 getoonde, van de wand uitstekende positie. Door het loopvlak 41 dusdanig te vormen dat het vanaf een bepaalde schamierhoek tegen afsteunrand 42 aanloopt kan er voor worden gezorgd dat het handvatgedeelte 2 in de tegen de houderwand 3 aanliggende positie een kleine hoek maakt met deze wand. Zo kan greep 1 vanuit de in figuur 1 10 getoonde rusttoestand gemakkelijk worden vastgenomen om de begrafeniskist op te tillen. Tweede steundelen (5a, 5b) uit een geschikt metaal zijn middels eerste verbindingsmiddelen (6a, 6b) op de begrafeniskist 3 vastzetbaar. Greep 1 is tevens voorzien van tweede verbindingsmiddelen (7a, 7b) die de eerste steundelen (4a, 4b) verbinden met de tweede steundelen (5a, 5b). Hoewel de tweede steundelen (5a, 5b) 15 eventueel kunnen worden verwijderd van de begrafeniskist heeft het volgens de uitvinding voordelen als deze steundelen (5a, 5b) “permanent” met de wand 3 verbonden worden. Althans het handvatgedeelte 2 van greep 1 kan dan eenvoudig van de begrafeniskist of andere houder verwijderd worden door verbreken van de tweede verbindingsmiddelen (7a, 7b). Omdat een tweede steundeel (5a, 5b) doorgaans een veel 20 kleiner volume inneemt dan het handvatgedeelte 2 van greep 1 levert verbranding ervan slechts een kleine asrest op. Zoals in meer detail getoond in figuur 4 omvat het tweede steundeel (5a, steundeel 5b wordt niet getoond) een gedeelte 50 waarin de eerste verbindingsmiddelen 6a voor bevestiging aan de wand 3 zijn opgenomen, en een gedeelte 51 waarin een onderdeel van de tweede verbindingsmiddelen 7a ter bevestiging 25 aan het eerste steundeel 4a is opgenomen. Door het tweede steundeel 5a te voorzien van ruimtelijk gescheiden gedeeltes (50,51) wordt de spanningsoverdracht tussen houderwand 3 en tweede steundeel 5a over een groter oppervlak verdeeld, wat de draagkracht van greep 1 ten goede komt. Het tweede steundeel 5a wordt met de houderwand 3 verbonden middels eerste verbindingsmiddelen 6a die in de in figuren 3 30 en 4 getoonde uitvoeringsvariant een van inwendig schroefdraad voorziene opening omvatten, waarin een schroef opneembaar is. Greep 1 wordt via tweede steundeel 5a van binnenuit middels schroefverbinding 6a met de houderwand 3 verbonden. Door zoals is getoond in figuur 3, het gedeelte 51 van de buitenkant van de houder 3 gezien ter rechterzijde van gedeelte 50 te positioneren wordt bij optillen van de begrafeniskist 7 op schroefverbinding 6a een aanspanmoment aangelegd (in figuur 3 aangegeven door M). Aanspanmoment M trekt verbinding 6a aan wat voor bijkomende zekerheid zorgt dat de greep niet gemakkelijk zal loslaten. In het in figuur 4 getoonde uitvoeringsvoorbeeld omvatten tweede verbindingsmiddelen 7a een uitsteeksel 70 op 5 het tweede steundeel 5a, en een opening 71 in het eerste steundeel 4a, waarin uitsteeksel 70 opneembaar is. Tweede verbindingsmiddelen 7a zijn verder voorzien van losmaakbare vergrendelingsmiddelen in de vorm van een vergrendelpen 72. Uitsteeksel 70 is tevens voorzien van een insteekopening 73 voor vergrendelpen 72. Zoals tevens is getoond in figuur 3 wordt ter vergrendeling uitsteeksel 70 in opening 71 aangebracht tot 10 voorbij insteekopening 73. Door vergrendelpen 72 in opening 73 aan te brengen wordt op eenvoudige wijze greep 1 met houderwand 3 verbonden. Om de eerste en tweede steundelen (4a, 5a) onderling te scheiden wordt vergrendelpen 72 verwijderd uit opening 73, waarna steundeel 4a van uitsteeksel 70 wordt geschoven. Het uitsteeksel 70 en de opening 71 hebben in de getoonde variant een vierkante doorsnede, wat rotatie 15 van het tweede steundeel 5a rond haar bevestigingspunt 6a met de houder 3 verhindert.

De greep volgens de uitvinding kan in beginsel worden toegepast op elke houder waarvan de greep of grepen eenvoudig verwijderbaar en/of aan te brengen zijn. Ook is het mogelijk de uitgevonden verbindingswijze toe te passen op andere aan een houder te 20 bevestigen vormdelen, die eenvoudig afneembaar dienen te zijn, zoals bijvoorbeeld ornamenten, opschriftplaten, enzovoorts.

Claims (6)

1. Greep (1) voor een houder, in het bijzonder een begrafeniskost, voorzien van een handvatgedeelte (2) en ten minste één, tegen een wand (3) van de houder vastzetbaar 5 eerste steundeel (4), met het kenmerk, dat de greep (1) is voorzien van ten minste één tweede steundeel (5) dat op de houder vastzetbaar is middels eerste verbindingsmiddelen (6), en van losmaakbare tweede verbindingsmiddelen (7) tussen het eerste (4) en tweede steundeel (5).

2. Greep (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede steundeel (5) een gedeelte (50) omvat waarin de eerste verbindingsmiddelen (6) ter bevestiging aan de houder zijn opgenomen, en een gedeelte (51) waarin althans een onderdeel van de tweede verbindingsmiddelen (7) ter bevestiging aan het eerste steundeel (4) is opgenomen. 15

3. Greep (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste verbindingsmiddelen (6) een van inwendig schroefdraad voorzien gat (6a) omvatten, waarin een schroef opneembaar is.

4. Greep (1) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede verbindingsmiddelen (7) een uitsteeksel (70) omvatten op het eerste en/of tweede steundeel, en een opening (71) in het respectievelijk tweede en/of eerste steundeel, waarin het uitsteeksel (70) opneembaar is.

5. Greep (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tweede verbindingsmiddelen (7) zijn voorzien van losmaakbare vergrendelingsmiddelen (72, 73) voor het eerste en tweede steundeel.

6. Greep (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (70) en de 30 opening (71) waarin het uitsteeksel (70) opneembaar is een veelhoekige doorsnede hebben.