NL2000067C2 - Elektrische voedingsinstallatie met potentiaalvereffeningsnetwerk, waarbij de geleiders zich parallel uitstrekken. - Google Patents
Elektrische voedingsinstallatie met potentiaalvereffeningsnetwerk, waarbij de geleiders zich parallel uitstrekken. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2000067C2 NL2000067C2 NL2000067A NL2000067A NL2000067C2 NL 2000067 C2 NL2000067 C2 NL 2000067C2 NL 2000067 A NL2000067 A NL 2000067A NL 2000067 A NL2000067 A NL 2000067A NL 2000067 C2 NL2000067 C2 NL 2000067C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- network
- conductors
- potential equalization
- power supply
- conductor
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H05—ELECTRIC TECHNIQUES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- H05K—PRINTED CIRCUITS; CASINGS OR CONSTRUCTIONAL DETAILS OF ELECTRIC APPARATUS; MANUFACTURE OF ASSEMBLAGES OF ELECTRICAL COMPONENTS
- H05K9/00—Screening of apparatus or components against electric or magnetic fields
- H05K9/0064—Earth or grounding circuit
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
- Details Of Indoor Wiring (AREA)
Description
Elektrische voedingsinstallatie met potentiaalvereffeningsnetwerk, waarbij de geleiders zich parallel uitstrekken
De onderhavige uitvinding betreft een van een potentiaalvereffeningsnetwerk voorziene 5 elektrische voedingsinstallatie, omvattende tenminste een aansluitkast, een aantal voedingspunten, zoals wandcontactdozen en een zich tussen de aansluitkast en de voedingspunten uitstrekkend netwerk.
Dergelijke voedingsinstallaties worden gebruikt in medische installaties in bijvoorbeeld 10 ziekenhuizen of poliklinieken. De combinatie van een voedingsnetwerk met een zwevende potentiaal en een potentiaalvereffeningsnetwerk draagt er zorg voor dat, ook bij eventuele defecten in de op dit netwerk aangesloten apparatuur, wordt voorkomen dat gevaarlijke potentialen op mens of dier worden overgedragen.
15 Tot de stand van de techniek behorende voedingsinstallaties van deze soort omvatten gescheiden voedingsnetwerken en potentiaalvereffeningsnetwerken, veelal met verschillende aansluitpunten. Als gevolg daarvan is de aanleg van dergelijke netwerken tijdrovend en hierdoor duur terwijl netwerken ontstaan met een gecompliceerde structuur, hetgeen de bij dit soort netwerken noodzakelijke periodieke keuringen 20 bemoeiüjkt.
De onderhavige uitvinding poogt een dergelijk netwerk met een simpeler structuur te verschaffen, dat in kortere tijd kan worden aangelegd.
25 Dit doel wordt bereikt doordat het netwerk tenminste hoofdzakelijk voorzien is van zich parallel uitstrekkende geleiders van het voedingsnetwerk en van het potentiaalvereffeningsnetwerk.
Als gevolg van deze maatregelen ontstaat een samengesteld netwerk waarbij het 30 voedingsnetwerk en het potentiaalvereffeningsnetwerk zich parallel uitstrekken en deze netwerken dezelfde structuur hebben. Hierbij ligt de oorsprong van beide netwerken in dezelfde aansluitkast.
2
Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm is het netwerk tenminste hoofdzakelijk uitgevoerd met kabels die zijn samengesteld uit tenminste twee geleiders voor het voedingsnetwerk en tenminste een geleider van het potentiaalvereffeningsnetwerk, welke geleiders in een gemeenschappelijke isolerende omhulling zijn ondergebracht.
5 Deze maatregel maakt met voor deel gebruik van de structuur van de voedingsinstallatie volgens de uitvinding door de beide netwerken te combineren in een enkele kabel. In het bijzonder de installatiewerkzaamheden maar ook de keuringswerkzaamheden worden hierdoor sterk vereenvoudigd.
10 Voorschriften vereisen dat bij een defect de potentiaal op de aangesloten apparaten laag is. Dit kan alleen worden bereikt wanneer de ohmse weerstand van het potentiaalvereffeningsnetwerk klein is. Hiertoe verschaft een specifieke uitvoeringsvorm de maatregel dat de doorsnede van de geleider van het potentiaalvereffeningsnetwerk groter is dan die van de geleiders van het 15 voedingsnetwerk.
Deze uitvoeringsvorm betreft dan ook eveneens een kabel voor toepassing in een elektrische voedingsinstallatie, waarbij de kabel tenminste een eerste en een tweede geleider en tenminste een derde geleider omvat, welke geleiders in een 20 gemeenschappelijke isolerende omhulling zijn ondergebracht, waarbij de doorsnede van de derde geleider groter is dan die van de eerste en de tweede geleider.
Om te kunnen voldoen aan wettelijke voorschriften verschaft een verdere uitvoeringsvorm de maatregel dat de doorsnede van de geleider van het 25 potentiaalvereffeningsnetwerk 6 mm2 bedraagt en dat de doorsnede van de geleider van het voedingsnetwerk 2,5 mm2 bedraagt. De uitvinding betreft eveneens een kabel met tenminste drie geleiders, waarvan de doorsnede van derde geleider 6 mm2 bedraagt en dat de doorsnede van de eerste en de tweede geleider 2,5 mm2 bedraagt.
30 Weer een volgende voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de geleiders van het potentiaalvereffeningsnetwerk soepel zijn. De grotere doorsnede van deze geleider maakt deze, wanneer deze massief zou zijn uitgevoerd, stug, zodat de resulterende kabel moeilijk buigbaar zou zijn. Om de kabel toch gemakkelijk buigbaar en daarmede gemakkelijk verwerkbaar te maken, is de geleider van het 3 potentiaalvereffeningsnetwerk bij voorkeur soepel uitgevoerd. De uitvinding betreft eveneens een desbetreffende kabel. Deze soepelheid is verkregen door de geleider uit een groot aantal zich parallel uitstrekkende aders samen te stellen.
5 De uitvinding betreft bovendien een dergelijke kabel waarbij de isolerende omhulling de kleur grijs met één gele streep heeft. Deze kleurencombinatie was nog niet vergeven, en de combinatie sluit goed aan bij het voor de verwante functie van aarde gebruikelijke kleurencombinatie van groen-geel.
10 Om de installatie een nog verder vereenvoudigde structuur te geven, heeft het samengestelde netwerk van het potentiaalvereffeningsnetwerk en het voedingsnetwerk hoofdzakelijk een stervormige structuur. Zowel de aanleg als de keuring wordt hierdoor nog meer vereenvoudigd.
15 Weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de aansluitkast is voorzien van een op een geleidende rail geplaatste reeks klemmen, waarbij de geleiders van het potentiaalvereffeningsnetwerk elk op geleidende delen van een klem van de eerste soort is aangesloten, de geleiders van het voedingsnetwerk elk op geleidende delen van een klem van de tweede, respectievelijk de derde soort zijn 20 aangesloten, waarbij de geleidende delen van de klemmen van de eerste soort elk onderling zijn verbonden door de geleidende rail en de geleidende delen van de klemmen van de tweede soort onderling, respectievelijk van de derde soort onderling zijn verbonden door zich tussen klemmen van gelijke soort uitstrekkende geleidende verbindingselementen en de doorsnede van de rail tenminste even groot is als de 25 doorsnede van de geleiders van het potentiaalvereffeningsnetwerk. Deze maatregel maakt het gebruik van in installatietechniek gebruikelijke railklemsy sternen mogelijk, waarbij rekening is gehouden met de voor de vereiste veiligheid noodzakelijke grotere doorsnede van het potentiaalvereffeningsnetwerk door het verschaffen van een rail met een grote dwarsdoorsnede.
30
De uitvinding betreft eveneens een aansluitkast voor het aansluiten van een van een potentiaalvereffeningsnetwerk voorziene voedingsinstallatie, welke aansluitkast is voorzien van een op een geleidende rail geplaatste reeks klemmen, waarbij de geleiders van het potentiaalvereffeningsnetwerk elk op geleidende delen van een klem van de 4 eerste soort is aangesloten, de geleiders van het voedingsnetwerk elk op geleidende delen van een klem van de tweede, respectievelijk de derde soort zijn aangesloten, waarbij de geleidende delen van de klemmen van de eerste soort elk onderling zijn verbonden door de geleidende rail en de geleidende delen van de klemmen van de 5 tweede soort onderling, respectievelijk van de derde soort onderling zijn verbonden door zich tussen klemmen van gelijke soort uitstrekkende geleidende verbindingselementen en de doorsnede van de rail tenminste even groot is als de doorsnede van de geleiders van het potentiaalvereffeningsnetwerk.
10 Voor het verkrijgen van het voedingsnetwerk met een zwevende potentiaal, heeft het de voorkeur dat de klemmen van de tweede en de derde soort zijn aangesloten op een scheidingstransformator.
De structuur van de voedingsinstallatie volgens de uitvinding maakt het mogelijk de 15 werkwijze voor het installeren van een dergelijke installatie sterk te vereenvoudigen. Hiertoe betreft de uitvinding bovendien een werkwijze voor het installeren van een van een potentiaalvereffeningsnetwerk voorziene elektrische voedingsinstallatie, waarbij de voedingsinstallatie tenminste een aansluitkast, een aantal voedingspunten, zoals wandcontactdozen en een zich tussen de aansluitkast en de voedingspunten uitstrekkend 20 netwerk omvat, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het aanbrengen van de voedingspunten met de aansluitkast verbindende kabels en het aansluiten van de kabels op de voedingpunten en de aansluitkast, waarbij de werkwijze wordt gekenmerkt doordat de kabels zijn voorzien van zich parallel uitstrekkende geleiders van het voedingsnetwerk en het potentiaalvereffeningsnetwerk 25
Een verdere uitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de kabels slechts worden gelegd tussen elk van de voedingspunten en de aansluitkast.
Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de 30 bijgaande tekeningen, waarin voorstellen:
Figuur 1: een schema van een installatie met een potentiaalvereffeningsnetwerk volgens de stand van de techniek:
Figuur 2: een schema van een dergelijke installatie volgens de uitvinding; 5
Figuur 3: een schematische weergave van een afgestiipt einde van een kabel ten gebruike bij de onderhavige uitvinding; en
Figuur 4: een schema van een reeks klemmen zoals gebruikt wordt bij de uitvinding.
5
De in figuur 1 getoonde elektrische installatie wordt bijvoorbeeld toegepast in ziekenhuizen, poliklinieken of andere situaties waarbij de voorschriften vereisen dat elk voedingspunt niet alleen een zwevende voedingspanning aanbiedt maar ook een potentiaalvereffeningsaansluiting.
10
De installatie omvat een scheidingstransformator 1, waarvan de primaire wikkeling 2 is verbonden met een voedingsnet, en waarvan de secundaire wikkeling 3 is verbonden met een aansluitkast 4. De aansluitkast 4 is verbonden met een bijvoorbeeld op de klassieke wijze in een plafond ondergebrachte centrale doos 5, door middel van een 15 twee draden omvattende verbinding 6. Vanaf de centrale doos 5 strekken zich elk twee draden omvattende verbindingen 7 uit naar de voedingspunten 8, die in het onderhavige geval worden gevormd door wandcontactdozen 9. Een aantal voedingspunten is door middel van doorlussen aangesloten.
20 De installatie omvat eveneens een potentiaalvereffeningsnetwerk dat een tweede aansluitkast 11 omvat, die is verbonden met een potentiaalvereffeningsaansluiting 12. De aansluitkast 11 is door middel van een verbinding 13, welke een draad met een grotere doorsnede omvat dan die van de draden van het voedingsnetwerk verbonden met de centrale doos 5. Deze verbinding is met stippellijnen weergegeven. De 25 verbindingen tussen de centrale doos 5 en de voedingspunten 9 omvatten dus niet alleen voedingsdraden maar tevens potentiaalvereffeningsdraden. Er strekt zich echter ook een tweede verbinding 14 uit direct naar een van de aansluitpunten 9.
Aldus is een wat rommelige structuur verkregen, die - in het bijzonder wanneer de 30 installatie naderhand wordt aangepast - weinig overzichtelijk is. Dit is in het bijzonder nadelig bij de bij dit soort installaties regelmatig uit te voeren keuringen.
Bij een installatie volgens de onderhavige uitvinding is de structuur veel duidelijker. Hiertoe is de aansluitkast 4 niet alleen ingericht voor het verdelen van de 6 voedingsspanning maar bovendien voor het verdelen van het potentiaalvereffeningsnetwerk. De aansluitkast 4, is dan ook, evenals bij de stand van de techniek, verbonden met de secundaire wikkeling 3 van de transformator 1, maar bovendien met het aansluitpunt 11 van het potentiaalnetwerk. Elk van de 5 voedingspunten 9 is door een enkele verbinding 12 met de aansluitkast 4 verbonden. Deze verbindingen omvatten elk aldus een voedingsverbinding en een potentiaalverefFeningsverbinding. Deze verbindingen strekken zich beide aldus parallel aan elkaar uit. Overigens is het ook bij deze configuratie mogelijk gebruik te maken van doorlussen, bijvoorbeeld bij het naderhand maken van extra aansluitingen.
10
Bij deze configuratie is het aantrekkelijk gebruik te maken van een gecombineerde kabel, die de geleiders voor zowel het voedingsnetwerk als van het potentiaalvereffeningsnetwerk omvat. Een afgestript einde van een dergelijke kabel is weergeven in figuur 3. De in zijn geheel met 20 aangeduide kabel omvat twee geleiders 15 21 en 22 voor het geleiden van de voedingsspanning. Beide geleiders 21,22 hebben een doorsnede van 2,5 mm2. Rondom beide geleiders is een isolatiemantel 23, respectievelijk 24, bij voorkeur met een verschillende kleur aangebracht. Voorts is een geleider 25 aangebracht met een doorsnede van 6 mm2. Deze geleider 25 dient voor het geleiden van het potentiaalvereffeningsnetwerk. Deze geleider 25 is voorzien van een 20 isolatiemantel 26. Al deze geleiders zijn, tezamen met hun isolatiemantel opgenomen in een isolerende massa 27. Rondom deze isolerende massa 27 is een isolerende buitenmantel 28 opgenomen. De mantel heeft bij voorkeur de kleur grijs met gele streep, om de kabel te kunnen onderscheiden van aarddraden.
25 Het gebruik van deze kabel maakt het mogelijk het voedingsnetwerk en het potentiaalvereffeningsnetwerk in een handeling te plaatsen. Dit geldt zowel voor het trekken van de kabels door de in het gebouw waarin de kabels moeten worden geplaatst opgenomen buizen, maar tevens voor het aansluiten van de geleiders.
30 Ten slotte toont figuur 4 een klemmenreeks 30 zoals deze in de aansluitkast 4 is ondergebracht. De klemmenreeks 30 wordt gevormd door een aantal van op zichzelf tot de stand van de techniek behorende klemmen 31 die op een rail 33 zijn geplaatst. De klemmenreeks omvat klemmen 31a van de eerste soort, klemmen 31b van de tweede 7 soort en klemmen 31c van de derde soort. Elk van deze klemmen omvat geleidende delen 32.
De geleidende delen 32a van de klemmen 31a van de eerste soort zijn verbonden met de 5 van geleidend materiaal vervaardigde rail 31. Deze geleidende delen 32a en de rail 33 hebben een grote doorsnede opdat de ohmse weerstand voldoende laag is om gevaarlijke potentialen op de aangesloten apparaten ten vermijden. Op de geleidende delen 32a van de klemmen van de eerste soort 31a zijn de potentiaalvereffeningsverbindingen aangesloten. Bovendien is een van deze geleidende 10 delen 32a verbonden met de aansluiting 12 voor potentiaal vereffening.
De geleidende delen van klemmen 31b van de tweede soort zijn verbonden met een van de voedingsaders 21 van de kabel 20. De geleidende delen van de klemmen 31b zijn onderling verbonden door rijgverbindingen 33. Het geleidende deel 32b van een van de 15 klemmen van de tweede soort 31b is verbonden met een aansluiting van de secundaire wikkeling 3 van de transformator 1.
De geleidende delen 32c van de klemmen 31c van de derde soort zijn verbonden met de andere voedingsader 22 van de kabel 20. De geleidende delen 32c van de klemmen 31c 20 zijn onderling verbonden door rijgverbindingen 34. Het geleidende deel 32c van een van de klemmen van de derde soort is verbonden met de andere aansluiting van de secundaire wikkeling 3 van de transformator 1.
Bij voorkeur zijn de klemmen 31a,b,c ingericht voor het maken van een 25 klemverbinding, waardoor een snel en efficiënt aansluiten van de klemmen mogelijk is; andere verbindingssoorten zoals schroefverbindingen worden echter niet uitgesloten.
Met behulp van een aansluitkast waarin een dergelijke klemmenreeks is geplaatst, is een verdere bouwsteen verkregen voor het samenstellen van een installatie volgens de 30 uitvinding.
De maatregelen volgens de uitvinding maken het mogelijk op een snelle en efficiënte wijze een netwerk met een dubbele functie en een eenvoudige structuur te verkrijgen.
Claims (15)
1. Van een potentiaal vereffeningsnetwerk voorziene elektrische 5 voedingsinstallatie, omvattende tenminste een aansluitkast, een aantal voedingspunten, zoals wandcontactdozen en een zich tussen de aansluitkast en de voedingspunten uitstrekkend netwerk, met het kenmerk, dat het netwerk tenminste hoofdzakelijk voorzien is van zich parallel uitstrekkende geleiders van het voedingsnetwerk en van het potentiaalvereffeningsnetwerk. 10
2. Elektrische voedingsinstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het netwerk tenminste gedeeltelijk is uitgevoerd met kabels die zijn samengesteld uit tenminste twee geleiders voor het voedingsnetwerk en tenminste een geleider van het potentiaalvereffeningsnetwerk, welke geleiders in een gemeenschappelijke isolerende 15 omhulling zijn ondergebracht
3. Elektrische voedingsinstallatie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de doorsnede van de geleider van het potentiaalvereffeningsnetwerk groter is dan die van de geleiders van het voedingsnetwerk. 20
4. Elektrische voedingsinstallatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de doorsnede van de geleider van het potentiaalvereffeningsnetwerk 6 mm2 bedraagt en dat de doorsnede van de geleiders van het voedingsnetwerk 2,5 mm2 bedraagt.
5. Elektrische voedingsinstallatie volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de geleiders van het potentiaalvereffeningsnetwerk soepel zijn.
6. Elektrische voedingsinstallatie volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het samengestelde netwerk van het potentiaalvereffeningsnetwerk en 30 het voedingsnetwerk hoofdzakelijk een stervormige structuur heeft.
7. Elektrische installatie volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aansluitkast is voorzien van een op een geleidende rail geplaatste reeks klemmen, waarbij de geleiders van het potentiaalvereffeningsnetwerk elk op geleidende delen van een klem van de eerste soort is aangesloten, de geleiders van het voedingsnetwerk elk op geleidende delen van een klem van de tweede, respectievelijk de derde soort zijn aangesloten, waarbij de geleidende delen van de klemmen van de eerste soort elk onderling zijn verbonden door de geleidende rail en de geleidende delen 5 van de klemmen van de tweede soort onderling, respectievelijk van de derde soort onderling zijn verbonden door zich tussen klemmen van gelijke soort uitstrekkende geleidende verbindingselementen en de doorsnede van de rail tenminste even groot is als de doorsnede van de geleiders van het potentiaalvereffeningsnetwerk.
8. Elektrische installatie conclusie 6, met het kenmerk, dat de klemmen van de tweede en de derde soort zijn aangesloten op een scheidingstransformator.
9. Kabel voor toepassing in een elektrische voedingsinstallatie, waarbij de kabel tenminste een eerste en een tweede geleider voor het voedingsnetwerk en tenminste een 15 derde geleider omvat, welke geleiders in een gemeenschappelijke isolerende omhulling zijn ondergebracht, met het kenmerk, dat de doorsnede van de derde geleider groter is dan die van de eerste en de tweede geleiders.
10. Kabel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de doorsnede van de derde 20 geleider 6 mm2 bedraagt en dat de doorsnede van de eerste en de tweede geleider 2,5 mm2 bedraagt.
11. Kabel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de derde geleider soepel is.
12. Kabel volgens conclusie 9,10,11, met het kenmerk, dat de isolerende omhulling de kleur grijs met een gele streep heeft.
13. Aansluitkast voor het aansluiten van een van een potentiaalvereffeningsnetwerk voorziene voedingsinstallatie, met het kenmerk, dat de aansluitkast is voorzien van een 30 op een geleidende rail geplaatste reeks klemmen, waarbij de geleiders van het potentiaalvereffeningsnetwerk elk op geleidende delen van een klem van de eerste soort is aangesloten, de geleiders van het voedingsnetwerk elk op geleidende delen van een klem van de tweede, respectievelijk de derde soort zijn aangesloten, waarbij de geleidende delen van de klemmen van de eerste soort elk onderling zijn verbonden door de geleidende rail en de geleidende delen van de klemmen van de tweede soort onderling, respectievelijk van de derde soort onderling zijn verbonden door zich tussen klemmen van gelijke soort uitstrekkende geleidende verbindingselementen en de doorsnede van de rail tenminste even groot is als de doorsnede van de geleiders van het 5 potentiaalvereffeningsnetwerk.
14. Werkwijze voor het installeren van een van een potentiaalvereffeningsnetwerk voorziene elektrische voedingsinstallatie, waarbij de voedingsinstallatie tenminste een aansluitkast, een aantal voedingspunten, zoals wandcontactdozen en een zich tussen de 10 aansluitkast en de voedingspunten uitstrekkend netwerk omvat, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het aanbrengen van de voedingspunten met de aansluitkast verbindende kabels en het aansluiten van de kabels op de voedingpunten en de aansluitkast, met het kenmerk, dat de kabels zijn voorzien van zich parallel uitstrekkende geleiders van het voedingsnetwerk en het potentiaalvereffeningsnetwerk. 15
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de kabels slechts worden gelegd tussen elk van de voedingspunten en de aansluitkast.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2000067A NL2000067C2 (nl) | 2006-05-02 | 2006-05-02 | Elektrische voedingsinstallatie met potentiaalvereffeningsnetwerk, waarbij de geleiders zich parallel uitstrekken. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2000067 | 2006-05-02 | ||
NL2000067A NL2000067C2 (nl) | 2006-05-02 | 2006-05-02 | Elektrische voedingsinstallatie met potentiaalvereffeningsnetwerk, waarbij de geleiders zich parallel uitstrekken. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2000067C2 true NL2000067C2 (nl) | 2007-11-05 |
Family
ID=37836997
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2000067A NL2000067C2 (nl) | 2006-05-02 | 2006-05-02 | Elektrische voedingsinstallatie met potentiaalvereffeningsnetwerk, waarbij de geleiders zich parallel uitstrekken. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2000067C2 (nl) |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0063970A1 (fr) * | 1981-04-22 | 1982-11-03 | Merlin Gerin | Jeu de barre d'alimentation pour appareillage modulaire d'un coffret électrique |
-
2006
- 2006-05-02 NL NL2000067A patent/NL2000067C2/nl active Search and Examination
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0063970A1 (fr) * | 1981-04-22 | 1982-11-03 | Merlin Gerin | Jeu de barre d'alimentation pour appareillage modulaire d'un coffret électrique |
Non-Patent Citations (2)
Title |
---|
"NEDERLANDSE NORM NEN 1010 - Veiligheids-bepalingen voor laagspannings-installaties", June 1988, NEDERLANDS NORMALISATIE-INSTITUUT, XP002425455 * |
BROWN D: "PRACTICAL, INEXPENSIVE WAYS TO REDUCE EMI IN CONTROL SYSTEMS", I & CS - INDUSTRIAL AND PROCESS CONTROL MAGAZINE, CHILTON COMPANY. RADNOR, PENNSYLVANIA, US, vol. 68, no. 11, 1 November 1995 (1995-11-01), pages 73 - 78, XP000547934, ISSN: 1074-2328 * |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US8841563B2 (en) | Split line and low voltage wire conduit and transformer box | |
US7922516B2 (en) | Piercing connector for continuous flexible bus | |
US7897873B2 (en) | Communications cables having outer surface with reduced coefficient of friction and methods of making same | |
EP4130146A4 (en) | ELECTRICAL WIRE FOR IN-VEHICLE NETWORK CABLE AND IN-VEHICLE NETWORK CABLE | |
US9583923B2 (en) | Class I and class II modular wiring system | |
US9959954B1 (en) | Power and control cable for healthcare facilities | |
US10418748B2 (en) | Fire-rated three-way splice assembly | |
DE69926273D1 (de) | Verbindungsvorrichtung für zwei rinnenförmige Leitungen für elektrische Kabelinstallationen | |
NL2000067C2 (nl) | Elektrische voedingsinstallatie met potentiaalvereffeningsnetwerk, waarbij de geleiders zich parallel uitstrekken. | |
US6281443B1 (en) | Electrical cable | |
US20200335242A1 (en) | Multiple Circuits Wiring Assembly | |
CZ286299B6 (cs) | Energetický kabel | |
DE19982427D2 (de) | Abzweigvorrichtung für Kabel | |
JP2001266665A (ja) | 光ファイバ複合電力ケーブル | |
US1971626A (en) | Cable installation | |
JPH1151978A (ja) | 通電検出装置 | |
US10326263B2 (en) | Electrical unit adapted to quick install an electrical outlet, breaker box without direct attachment of electrical cables | |
GB202319530D0 (en) | Wire splice for electrical cable | |
TH1901005109A (th) | หน่วยสายไฟฟ้าสำหรับการเดินสายไฟฟ้าภายในอาคาร | |
JP2670686B2 (ja) | 低圧幹線の分岐装置 | |
RU22838U1 (ru) | Кабель | |
JP2014220950A (ja) | 三相電力ケーブル線路 | |
JPH0327055B2 (nl) | ||
JP2017040529A (ja) | 電力ケーブルの地絡位置検出方法、端子箱、および配線設備 | |
GB2126023A (en) | Cable-to-wiring device adaptor for mains electrical installations in buildings |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up |