NL194978C - Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes tot een industrieel bruikbaar product. - Google Patents

Description

* ^ ΙΟ^ΟΤΟ I I w*t«i w Λ

Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes tot een industrieel bruikbaar product

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes tot een industrieel bruikbaar product, in het bijzonder dierenvoer, door de aan de champignonvoetjes hechtende 5 dekaarde te verwijderen door wassen met behulp van water.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.085.233 waarbij de champignonvoetjes eerst van vuil en ander materiaal worden ontdaan door ze te reinigen onder droge omstandigheden. Vervolgens worden de gedeeltelijk gereinigde champignonvoetjes gewassen met water en in kleine stukken gesneden door middel van bijvoorbeeld malen of verpulveren waarna een pureemengsel wordt verkregen.

10 De volgende stap is het fysisch verwijderen van het vuil uit het puree-achtige mengsel, bijvoorbeeld door middel van centrifugeren, of filteren, waarna een gereinigd materiaal van champignonvoetjes wordt verkregen. Vervolgens wordt dit gereinigde materiaal gepasteuriseerd of volgens een andere wijze behandeld om de eventueel aanwezige microbacteriën te doden. Het gepasteuriseerde materiaal wordt ingedampt om een geconcentreerd product te verkrijgen, welk geconcentreerd product in een droogproduct 15 kan worden omgezet door middel van sproeidrogen. Een dergelijke werkwijze vereist veel energie door het indampen, vooral als het eindproduct een droog poeder moet zijn. Bovendien zal door de warmtebehandeling een aantasting optreden van de verschillende bestanddelen die gewenst zijn in het uiteindelijk te bereiden voedingsmiddel.

Bij de teelt van champignons worden na een bepaalde tijdsduur de tot voldoende groei gekomen 20 producten geoogst door het bovenste deel (de in de handel gebrachte champignons) af te snijden van het in het kweekbed achterblijvende champignonvoetje. Het totaal aan in het kweekbed achterblijvende materiaal van de champignonvoetjes vormt een volumineus afvalmateriaal. Dit afvalmateriaal wordt tegenwoordig afgevoerd. De productie in Nederland aan champignons bedraagt tegenwoordig ongeveer 150.000 ton en 15% van deze productie vormt het champignonvoetjes bevattende afvalmateriaal, hetgeen jaarlijks neerkomt 25 op een hoeveelheid afvalmateriaal van meer dan 20.000 ton. Thans is onderzoek gedaan om deze hoeveelheid afvalmateriaal te verminderen en in het kader van het gedane onderzoek, is een werkwijze gevonden waarbij de hoeveelheid afvalmateriaal wordt verminderd en de werkwijze als in de aanhef beschreven, wordt daartoe volgens de uitvinding hierdoor gekenmerkt dat de aldus gewassen champignonvoetjes op een pH-waarde van 4—4,5 worden gebracht door onderwerping aan een fermentatie of door 30 toevoeging van een zuur. Door de lage pH-waarde wordt een geconserveerd product verkregen, dat niet langer onderhavig is aan bederf.

De chemische, microbiologische en voerdertechnische kwaliteit van het verkregen eindproduct is zodanig dat dit eindproduct een positieve economische waarde heeft en met name kan worden toegepast als voer in de vlees-varkenssector.

35 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt als zuur melkzuur toegepast, omdat reeds van nature op de champignonvoetjes melkzuurbacteriën aanwezig zijn, welke bacteriën de koolhydraten omzetten in melkzuur.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de fermentatie gestimuleerd door de toevoeging van een biologisch makkelijk afbreekbare koolstofbron. In het bijzonder wordt daartoe melasse 40 gebruikt.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de champignonvoetjes bevattende suspensie geënt met een reeds verzuurde of gefermenteerde suspensie van champignonvoetjes. Dit geeft een versnelling van de verzuring.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de fermentatie bij voorkeur uitgevoerd 45 onder een inert gas. Dit om bederf ten gevolge van ongewenste micro-organismen te onderdrukken.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende beschrijving, waarbij is verwezen naar figuur 1, waarbij: figuur 1 een blokschema is voor de werkwijze ter verwerking van champignonvoetjes.

50

Op het champignonbedrijf worden de champignonvoetjes door de teler verzameld in containers. Afhankelijk van de geproduceerde hoeveelheden champignons en het toegepaste inzamelsysteem worden hiervoor containers uit kunststof of gegalvaniseerde stalen containers gebruikt met een inhoud variërende van 200-1200 I. De frequentie van inzamelen is afhankelijk van de klimatologische omstandigheden die van 55 invloed zijn op de achteruitgang van de kwaliteit van de champignonvoetjes tijdens het bewaren, hetgeen meestal minimaal één week duurt. De gevulde containers worden naar de centrale verwerkingsinrichting getransporteerd.

194978 2 λ

In de centrale verwerkingsinrichting, weergegeven in figuur 1, worden de champignonvoetjes bij voorkeur direct verwerkt. De champignonvoetjes worden via een transportband of trilgoot toegevoerd. In figuur 1 geeft blok 1 toegevoerd materiaal aan, te weten de ongereinigde champignonvoetjes in een hoeveelheid van 100 kg. Het uitgangsmateriaal heeft een droge stofgehalte van 13% en een asgehalte van 25%, berekend op het 5 droge stofgehalte. Dit uitgangsmateriaal wordt via een trilgoot 2 toegevoerd aan schudzeven 3 en 4 die in werking worden gehouden bij een bepaalde trilfrequentie. Het zeefdek heeft een zodanige maaswijdte dat de aangehechte dekaarde met behulp van water, dat wordt toegevoerd door hoge druksproeiers, gemonteerd boven de schudzeven 3 en 4, wordt weggespoeld en de van dekaarde gezuiverde champignonvoetjes verder worden gevoerd naar een opvangvat 5. Uit bron 6 wordt leidingwater toegevoerd aan respectievelijk 10 schudzeef 4 en 3, zodat vervuild water wordt opgevangen bij vat 7 dat verder wordt gevoerd naar bezink-tank 8. Een deel van het gedeeltelijk gezuiverde water uit bezinktank 8 kan weer worden teruggevoerd naar schudzeef 3. Uit bezinktank 8 wordt dekaarde 9 verkregen in een hoeveelheid van 80 kg met een droge stofgehalte van 33,5% en een asgehalte, berekend op het droge stof van 56%. Verder wordt uit de bezinktank 8 afvalwater verkregen, waarvan de hoeveelheid afhankelijk is van de uit bron 6 toegevoerde 15 hoeveelheid leidingwater en bij voorkeur 5-6 I bedraagt.

In het opvangvat 5 worden de ten minste gedeeltelijk gereinigde champignonvoetjes opgevangen. De hoeveelheid verzamelde champignonvoetjes in opvangvat 5 bedraagt 920 kg, welke hoeveelheid nog ongeveer 10 kg dekaarde bevat. Het droge stofgehalte van het opgevangen materiaal is 11% en het asgehalte, berekend op het droge stofgehalte, is 16%. Deze gereinigde champignonvoetjes worden verder 20 verwerkt, volgens de kern van de werkwijze van de uitvinding, waartoe de voor 90% of meer schoongemaakte champignonvoetjes worden toegevoerd aan een snij-inrichting 11, hetgeen een versnijdende pomp kan zijn, zodat het transport en het versnijden gelijktijdig plaatshebben. Na het versnijden wordt een suspensie verkregen waaraan uit voorraadvaten 12 en 13 respectievelijk zuur en/of melasse wordt toegevoegd. De aldus verkregen suspensie met toevoegstoffen wordt met behulp van een statische menger 25 14 gemengd en toegevoerd aan de fermentatievaten 15 en 16. In de fermentatievaten 15 en 16 vindt de omzetting plaats van het materiaal van de champignonvoetjes tot het diervoerproduct, welke omzetting of fermentatie op verschillende manieren en onder verschillende mogelijkheden kan plaatshebben. Tot slot wordt het eindproduct afgevoerd met behulp van tankauto 17.

De fermentatie die zich afspeelt in de fermentatievat 15 en 16 leidt tot het conserveren van het materiaal 30 doordat de fermentatie de pH doet dalen tot een waarde van 4-4,5. Deze pH-daling kan ook worden bereikt door het toevoegen van een organisch zuur. De hiertoe te gebruiken organische zuren zijn bijvoorbeeld melkzuur, mierenzuur, azijnzuur of propionzuur. Het fermentatieproces kan worden gestimuleerd door de toevoeging van een biologisch makkelijk afbreekbare koolstofbron zoals melasse. De toevoeging van melasse kan ook achterwege blijven wanneer de melkzuurbacteriën in een voldoende hoeveelheid aanwezig 35 zijn, welke melkzuurbacteriën op biochemische wijze de koolhydraten, aanwezig in het champignonvoetje, omzetten in melkzuur. Door de toevoeging van melasse wordt de vorming van melkzuur aanzienlijk versneld en wordt binnen een relatief korte tijdsduur de gewenste lage pH-waarde van 4-4,5 bereikt. Deze verlaging van de pH-waarde is noodzakelijk om de groei van ongewenste micro-organismen zoals pathogene bacteriën, gisten en schimmels tegen te gaan en zodoende de houdbaarheid van de suspensie te vergroten.

40 Ook wordt door de verlaging van de zuurgraad de verlaging van het kiemgetal van met name Enterobacte-riaceae mogelijk.

De hulpstoffen voor het fermenteren of conserveren van de suspensie op basis van champignonvoetjes kunnen ook in het fermentatievat worden toegevoegd. Als hulpstof kan dan de melasse worden toegevoegd.

Deze toegevoegde melasse dient als substraat voor de van nature aanwezige coc- en staafvormige 45 melkzuurbacteriën. De verzuring kan worden versneld door melkzuurbacteriën als ent toe te voegen. Het verdient de voorkeur dat in het begin van de fermentatie een snelle daling van de pH-waarde optreedt, zodat de melkzuurbacteriën in een relatief gunstige opgeving actief kunnen zijn, welk mengsel met een lage pH-waarde gunstiger is voor melkzuurbacteriën dan voor andere micro-organismen. Door de lage pH-waarde wordt een geconserveerd product verkregen binnen een tijdsduur van 24-48 uren.

50 Verder verdient het de voorkeur de dampruimte van de fermentatietank 15 en 16 te houden onder een zuurstofarme omgeving, zodat schimmels en dergelijke micro-organismen die bederf kunnen veroorzaken geen groeikansen hebben. Daartoe wordt bij voorkeur gewerkt onder een atmosfeer van COz of Nz, welke inerte gassen worden geïnjecteerd vanuit de houder 18.

Het af te voeren voedingsproduct wordt onderworpen aan een kwaliteitscontrole, gericht op de 55 pH-waarde, de microbiologische kwaliteit en er wordt een gehalte aan droge stof bepaald.

Het afvalwater dat wordt verwijderd uit de bezinktank 8 via opvangvat 10 kan zonder meer op het rioolsysteem worden geloosd. Het verdient de voorkeur het water uit de bezinktank 8 te recirculeren naar

Claims (6)

1. Werkwijze voor het verwerken van champignonvoetjes tot een industrieel bruikbaar product, in het 10 bijzonder dierenvoer, door de aan de champignonvoetjes hechtende dekaarde te verwijderen door wassen met behulp van water, met het kenmerk, dat de aldus gewassen champignonvoetjes op een pH-waarde van 4-4,5 worden gebracht door onderwerping aan een fermentatie of door de toevoeging van een zuur.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat als zuur melkzuur wordt toegepast.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de fermentatie wordt gestimuleerd door de 15 toevoeging van een biologisch makkelijk afbreekbare koolstofbron.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat als koolstofbron melasse wordt gebruikt.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de champignonvoetjes bevattende suspensie wordt geënt met een reeds verzuurde of gefermenteerde suspensie van champignonvoetjes.

6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de fermentatie wordt uitgevoerd onder een inert 20 gas. Hierbij 1 blad tekening