NL194349C - Inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiÙnt in een apparaat voor het bestuderen van een lichaam of een voorwerp door magnetische kernresonantie. - Google Patents

Inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiÙnt in een apparaat voor het bestuderen van een lichaam of een voorwerp door magnetische kernresonantie. Download PDF

Info

Publication number
NL194349C
NL194349C NL9900007A NL9900007A NL194349C NL 194349 C NL194349 C NL 194349C NL 9900007 A NL9900007 A NL 9900007A NL 9900007 A NL9900007 A NL 9900007A NL 194349 C NL194349 C NL 194349C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gradient
plate
coil
field
windings
Prior art date
Application number
NL9900007A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194349B (nl
NL9900007A (nl
Inventor
Mohamed Mouhib Yassine
Bernard Querleux
Luc Darrasse
Hervu Saint Jalmes
Jacques Taqouin
Michel Sauzade
Jean-Luc Leveque
Original Assignee
Oreal
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from FR8703798A external-priority patent/FR2612641B1/fr
Application filed by Oreal filed Critical Oreal
Priority to NL9900007A priority Critical patent/NL194349C/nl
Publication of NL9900007A publication Critical patent/NL9900007A/nl
Publication of NL194349B publication Critical patent/NL194349B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194349C publication Critical patent/NL194349C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01RMEASURING ELECTRIC VARIABLES; MEASURING MAGNETIC VARIABLES
    • G01R33/00Arrangements or instruments for measuring magnetic variables
    • G01R33/20Arrangements or instruments for measuring magnetic variables involving magnetic resonance
    • G01R33/28Details of apparatus provided for in groups G01R33/44 - G01R33/64
    • G01R33/38Systems for generation, homogenisation or stabilisation of the main or gradient magnetic field
    • G01R33/385Systems for generation, homogenisation or stabilisation of the main or gradient magnetic field using gradient magnetic field coils

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Condensed Matter Physics & Semiconductors (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Magnetic Resonance Imaging Apparatus (AREA)

Description

1 194349
Inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiënt In een apparaat voor het bestuderen ' van een lichaam of een voorwerp door magnetische kemresonantie
De uitvinding betreft een inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiënt in een apparaat 5 voor het bestuderen van een lichaam of een voorwerp door magnetische kemresonantie.
Een dergelijke inrichting is bekend uit de in Nederland ter inzage gelegde octrooiaanvrage 8603076, van oudere rang. De onderhavige inrichting kan een onafhankelijke sectie vormen die geschikt is om te worden samengevoegd met een apparaat voor het onderzoeken van een lichaam door magnetische kemresonantie.
Een inrichting van een uit de aanhef genoemde soort is daartoe volgens de uitvinding gekenmerkt, 10 doordat de inrichting een plaat bevat van een stof die geen of weinig magnetische kemresonantiesignalen afgeeft, meer in het bijzonder een plastische stof, en dat een gradiëntspoel zich geheel bevindt aan één en dezelfde zijde van deze plaat en aan die zijde van de plaat is bevestigd en het te bestuderen lichaam moet worden aangebracht tegen de plaat aan de zijde gelegen tegenover die waar zich de gradiëntspoel bevindt.
De gradiëntspoel bevat twee wikkelingen symmetrisch ten opzichte van een plat vlak loodrecht staande 15 op de plaat en de grootste afmeting van de plaat, welke twee wikkelingen in serie of parallel zijn geschakeld.
De ontvangstspoel kan eveneens op de plaat zijn bevestigd aan dezelfde kant als de gradiëntspoel, en meer in het bijzonder in het midden van deze spoel.
Het apparaat voor het onderzoeken van een lichaam (of van een voorwerp) door magnetische kem-20 resonantie (MKR) volgens langzame en snelle methoden, kan omvatten: middelen voor het opwekken van een statisch homogeen magnetisch hoofdveld, georiënteerd volgens een bepaalde richting, in welk statisch veld het lichaam is aangebracht; inrichtingen voor het opwekken van gradiënten van het magnetische veld in drie richtingen in de ruimte in een te onderzoeken volume van het lichaam; middelen voor het opwekken van een radiofrequentie; en middelen voor het detecteren van signalen van magnetische kemresonantie 25 voortgebracht door het te bestuderen lichaam.
Dit apparaat heeft meer in het bijzonder betrekking op het met magnetische kemresonantie onderzoeken van de oppervlaktelaag van het lichaam, en meer in bijzonder voor het onderzoeken van de menselijke huid teneinde een beeld van de huid te verkrijgen door middel van magnetische kemresonantie.
Het is bekend dat een apparaat voor het vormen van beelden met behulp van magnetische kem-30 resonantie het mogelijk maakt beelden te vormen van het inwendige van het menselijk lichaam met een oplossing in de grootte-orde van een millimeter. De ruimtelijke plaatsing in het te bestuderen volume van het lichaam wordt verkregen door superpositie van magnetische veldgradiënten op het statische hoofdveld waarvan de richting in het algemeen wordt bepaald door de z-as.
Bij de thans bekende apparaten voor beeldvorming met behulp van magnetische kemresonantie bezitten 35 de inrichtingen voor het opwekken van magnetische veldgradiënten in drie richtingen van de ruimte, in het algemeen een cilindrische vorm waarvan de afmetingen voldoende groot zijn voor het erin aanbrengen van een geheel lichaam, meer in het bijzonder een menselijk lichaam. Zulke apparaten maken het mogelijk zones te onderzoeken die zich op elke willekeurige plaats van het lichaam bevinden waarvan dit lichaam gemakkelijk in het apparaat kan worden aangebracht voor het uitvoeren van het onderzoek van de 40 gewenste zone. Men kan derhalve zeggen dat die apparaten het onderzoek van het "gehele lichaam" mogelijk maken, hetgeen een belangrijk voordeel is.
Tengevolge van de aanzienlijke geometrische afmetingen van de inrichtingen (in het algemeen gevormd _ door elektromagnetische spoelen) .voor, het oDwekken van de maanetische_yeldaradiënten-zlin-echterLde____ elektrische vermogens die in het geding zijn aanzienlijk. Om een idee te geven: het elektrische vermogen 45 dat benodigd is voor het opwekken van een gradiënt met een bepaalde intensiteit is in hoofdzaak evenredig met de vijfde macht van de afmeting (in het algemeen de diameter) van de elektrische spoel voor het opwekken van de gradiënt.
Nu is het gewenst, voor het verbeteren van de oplossing van de beeldvorming, meer in het bijzonder in het geval van het vormen van een beeld van het oppervlak, een verhoogde intensiteit van de gradiënt te 50 verkrijgen en/of een kortere tijd voor het omschakelen (of Voor het tot stand brengen van de gradiënt).
Tengevolge van de grote geometrische afmetingen van de spoelen, die hiervoor zijn genoemd, zou een dergelijke verbetering van de oplossing niet te realiseren elektrische vermogens vereisen. Men zou kunnen overwegen de afmetingen (de diameter) van de spoelen voor de gradiënt te verkleinen, maar hierdoor wordt de toegankelijkheid van het inwendige van deze spoelen voor het lichaam bemoeilijkt of zou men zelfs 55 merken dat het apparaat beperkt is tot het onderzoek van slechts bepaalde lichaamsdelen en een onderzoek van het gehele lichaam niet meer mogelijk zou zijn.
194349 2
De uitvinding bestaat, behalve uit de inrichtingen die hiervoor zijn beschreven, uit een aantal andere inrichtingen waarvan hieronder meer expliciet sprake zal zijn naar aanleiding van een speciale uitvoeringsvorm beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekeningen, welke uitvoeringsvorm echter in het geheel niet beperkend is.
5 Figuur 1 van deze tekeningen is een schematisch en perspectivisch aanzicht van een apparaat volgens de uitvinding.
Figuur 2 is tenslotte een bovenaanzicht van de inrichting van figuur 1, waarbij sommige delen zijn weggesneden.
10 In de tekeningen, en meer in het bijzonder in figuur 1, ziet men een apparaat 1 voor het onderzoeken van een lichaam of een voorwerp door magnetische kemresonantie (MKR), en wel in het bijzonder voor het onderzoeken van de oppervlaktelaag van dit lichaam of dit voorwerp.
In het uitvoeringsvoorbeeld weergegeven in de tekeningen dient het apparaat 1 voor het in vivo onderzoeken van de huid van een menselijk lichaam, meer in het bijzonder geeft de eerste tekening een 15 voorarm 2 weer van een (niet weergegeven) persoon waarvan een zone van de huid wordt onderworpen aan het onderzoek met MKR.
Het apparaat 1 bevat middelen 3 voor het opwekken van een statisch magnetisch hoofdveld HO, zo homogeen mogelijk, schematisch aangegeven met een pijl in figuur 1 en georiënteerd in een richting Oz. De middelen 3 worden gevormd door een groep elektromagnetische spoelen 4 die schematisch zijn weergege-20 ven, verdeeld in de richting Oz, welke spoelen 4 een gesloten en in het algemeen cirkelvormige omtrek bezitten, waarvan het middenvlak loodrecht staat op de as Oz, en welke spoelen 4 zijn gecentreerd om deze as Oz.
Het lichaam of het voorwerp te bestuderen met MKR,· in het huidige geval van de voorarm 2, wordt | gebracht in het inwendige volume van de spoelen 4 en zodoende aangebracht in het statische veld HO.
I 25 De inrichtingen Dx, Dy, Dz zijn aangebracht voor het opwekken van magnetische veldgradiênten in de drie ruimtelijke richtingen Ox, Oy, Oz, en wel loodrecht op elkaar, in een volume van het te onderzoeken lichaam, waarbij het punt O zich in het midden van de spoel en bevindt.
De inrichtingen Dx, Dy voor het opwekken van de dwarse gradiënten Gx, Gy in de richtingen evenwijdig aan Ox en Oy, kunnen worden gevormd door een samenstel van halfcirkelvormige windingen gelegen in 30 een vlak loodrecht op het hoofdveld HO gericht langs Oz. De windingen van de inrichting Dy zijn over een hoek verschoven waarvan de grootte geschikt is met betrekking tot die van de inrichting Dx. De windingen van de inrichtingen Dy en Dz zijn niet weergegeven in figuur 1 waarin slechts met streepstippellijnen delen van de cirkels C zijn aangegeven waarop de middellijnen zijn gelegen van die windingen.
Middelen E voor het opwekken van radiofrequenties en middelen R voor het detecteren van magnetische 35 kernresonantiesignalen voortgebracht door het te bestuderen lichaam 2 zijn eveneens aangebracht. De middelen E voor het exciteren en de middelen R voor het detecteren kunnen worden gevormd door eenzelfde spoel als in het geval weergegeven in figuur 1, of door verschillende spoelen.
Vele artikelen, werken en mededelingen hebben uitvoerig de principes uiteengezet van de magnetisch kemresonantie, die het gevolg is van het feit dat bepaalde kernen, en meer in het bijzonder de protonen 40 (waterstofkernen) een spin bezitten die equivalent is met een magnetische dipool, en die georiënteerd kunnen worden als zij in een extern magnetisch veld worden geplaatst. Na geëxciteerd te zijn door een spoel die een radiofrequent opwekt, geven deze kernen signalen af die worden opgevangen door de detectiemiddelen R. De veldgradiênten hebben ten doel het mogelijk te maken in de ruimte de kernen te lokaliseren waarvan de signalen afkomstig zijn (zie bijvoorbeeld het artikel "NMR imaging techniques and 45 applications: A review” door Paul A. BOTTOMLEY in Rev. Sci. Instrum., 53 (nr. 9), september 1982, biz. 1319-1337).
De inrichting Dx voor het opwekken van de magnetische veldgradiënt in de richting Ox is een eenzijdig systeem waarin de middelen 6 voor het opwekken van de veldgradiënt zich geheel aan dezelfde kant van een "open” oppervlak P bevinden, terwijl het te bestuderen lichaam zich bevindt aan de zijde van dit 50 oppervlak P gelegen tegenover de zijde waar zich de genoemde middelen 6 bevinden.
Het oppervlak P kan worden gevormd door een vlak zoals weergegeven in de tekeningen, of door andere oppervlakken die meer in het bijzonder hol zijn aan de kant van het lichaam 2. Het oppervlak P kan zijn aangepast aan het deel van het lichaam 2 dat wordt bestudeerd.
Zoals hiervoor is uiteengezet wordt met "open” oppervlak bedoeld een oppervlak waarop men geen 55 enkele gesloten omtrek kan vinden die het lichaam 2 geheel omgeeft. Volgens de weergave in de tekeningen verdelen het oppervlak P en de verlengingen ervan de ruimte in twee gebieden, het benedenste waar zich de middelen 6 bevinden, en het andere bovenste waar zich het lichaam 2 bevindt. Het lichaam 2 3 194349 wordt niet gebracht in de inrichting of het systeem Dx, maar leunt slechts tegen het oppervlak P.
. Deze inrichting Dx is geschikt voor het opwekken van een gradiënt die dwars loopt ten opzichte van de richting Oz van het statische veld HO, aan de zijde van het vlak P waar zich het te bestuderen lichaam 2 bevindt 5 Volgens de weergave van figuur 1 loopt het vlak P horizontaal; de as Ox loopt verticaal naar boven, terwijl de as Oy loodrecht op het vlak xOz staat. Men heeft in dit vlak xOz schematisch de verandering weergegeven van de vectoren B van het magnetische veld opgewekt langs de as Ox door de inrichting Dx.
De intensiteit van de magnetische veldgradiënt in de richting Ox, opgewekt door Dx, komt overeen met de helling van de lijn 5 ten opzichte van de as Ox. Deze lijn 5 gaat door de uiteinden van de vectoren B 10 waarvan het begin is gelegen op de as Ox. Een gradiënt nul komt overeen met een lijn 5 evenwijdig met Ox. De inrichting Dx is zodanig ingericht dat deze lijn 5 een rechte is of in hoofdzaak recht is in het te bestuderen volume in de buurt van het punt O. Hoe sterker de gradiënt is, dat wil zeggen hoe meer de lijn 5 helt ten opzichte van de as Ox, des te beter is het oplossend vermogen in de beschouwde richting Ox.
De middelen 6 bestaan uit een spoel die twee wikkelingen 7, 8 bevat die symmetrisch zijn ten opzichte 15 van het vlak xOy loodrecht op de richting van het statisch veld HO. De twee wikkelingen 7, 8 zijn in serie geschakeld. Een andere mogelijkheid is dat zij parallel zijn geschakeld.
De wikkeling 7 bevat twee groepen 7a, 7b windingen aangebracht in een vlak dat loodrecht staat op de richting Oz van het statische veld HO. De groepen 7a, 7b zijn in de richting van Oz van elkaar verwijderd op een gemiddelde afstand 1.
20 Eenvoudigheidshalve zijn slechts de windingen 9,10 weergegeven voor de groep 7a en twee andere windingen 11,12 voor de groep 7b. Het is duidelijk dat het aantal windingen zeer wel groter dan twee kan zijn. In een uitvoeringsvoorbeeld zijn 49 windingen aangebracht voor elke groep zoals 7a, 7b.
De windingen zijn verbonden door kabels (elektrische geleiders), zoals 13,14,15, evenwijdig aan de richting van het statische veld HO en in de buurt van het vlak P.
25 Nauwkeuriger gezegd is het uiteinde van de winding 11 gelegen achter het vlak xOz, volgens de weergave in figuur 1, verbonden met een elektrische voedingbron 16 door middel van een verbindingsgraad 17 voorzien van een verbindingsklem 18. Het uiteinde van die winding 11 gelegen voor het vlak xOz is door middel van de kabel 13 verbonden met het uiteinde van de winding 9 eveneens gelegen voor het vlak xOz.
Het andere uiteinde van de winding 9 is door middel van de kabel 15 verbonden met het uiteinde van de 30 winding 12 gelegen achter het vlak xOz.
Het uiteinde van de winding 12 gelegen voor het vlak xOz, is door middel van de kabel 14 verbonden met het uiteinde van de winding 10 eveneens gelegen voor het vlak xOz. Het andere uiteinde van die winding 10 is door middel van een kabel 19 evenwijdig aan de richting Oz, verbonden met de andere wikkeling 8. Het is duidelijk dat de windingen, evenals de naburige kabels, op enige afstand van elkaar 35 weergegeven in figuur 1 teneinde het lezen van de tekening te vergemakkelijken, samengevoegd kunnen zijn terwijl deze elektrisch van elkaar zijn geTsoieerd.
De wikkeling 8 bevat eveneens twee groepen windingen 8a, 8b symmetrisch met de groepen 7a, 7b ten opzichte van het vlak xOy. Die groepen bevatten hetzelfde aantal windingen als de groepen 7a, 7b, dat wil zeggen twee windingen respectievelijk 20, 21 en 22,23 volgens het in de tekening weergegeven vereen-40 voudigde voorbeeld. Zoals reeds is uiteengezet met betrekking tot de wikkeling 7, kan dit aantal zeer wel groter zijn dan twee, en in een uitvoeringsvoorbeeld waren 49 windingen aangebracht voor elke groep 8a, 8b.
--Het-uiteinde-vande-winding-23rgelegen-achter-het-vlak-x0zris-verbonden-metdekabel“19rhet-andere- uiteinde van deze winding 23, gelegen voor het vlak xOz, is verbonden door middel van een kabel 24 in de 45 buurt van het vlak P, met een uiteinde van de winding 20. Het andere van deze winding, gelegen achter het vlak xOz, is via een kabel 25 verbonden met het uiteinde van deze winding 22 eveneens achter het vlak xOz gelegen. Het andere uiteinde van deze winding is via een kabel 26 verbonden met het voorste uiteinde van de winding 21. Het andere uiteinde van de winding 21 is verbonden met een kabel 27 die is verlengd met een deel 28 dat een geleider vormt voor de verbinding met de andere pool van de bron 16. De geleider 28 50 is voorzien van een verbindingsorgaan gevormd door een verbindingsklem 29.
Het vlak xOz is een symmetrievlak voor de ontwikkelingen 7 en 8. Men ziet in figuur 1 dat elke wikkeling 7, 8 hoofdzakelijk de vorm heeft van een "paardenzadel”, terwijl de gradiëntspoel 6 bestaat uit het samenstel van de twee ’’paardenzadels” 7,8.
Elke wikkeling 7, 8 kan bestaan uit een aantal groepen windingen groter dan twee, namelijk gelijk aan 55 drie; de groepen windingen bevinden zich op enige afstand van elkaar in de richting Oz.
Een mogelijke richting van de elektrische stroom in de windingen en de kabels is in de figuur weergege-ven met behulp van pijlen.
194349 4
In het midden van eenzelfde wikkeling 7 of 8 gaat de stroom in dezelfde richting in de windingen van eenzelfde groep, en in een groep zoals 7a, in een richting die tegengesteld is aan die van de groep 7b. De stroom vloeit in dezelfde richting in naburige kabels zoals 13,14, en in tegengestelde richtingen in op afstand van elkaar gelegen kabels zoals 13 en 15.
5 Gaande van een wikkeling 7 naar de andere 8, vindt men dezelfde stroomrichting terug in de groepen windingen, bijvoorbeeld 7b en 8b, symmetrisch ten opzichte van xOz. De stroomrichtingen zijn tegengesteld in de kabels, zoals 15, 19 en 25, 27, symmetrisch ten opzichte van dit vlak xOz.
De afstand tussen het middenvlak van de groep 7b (of8b) en het punt 0 is aangegeven door zl, terwijl de afstand tussen de groep 7a (of 8a) en ditzelfde punt 0 aangegeven is met z2.
10 Met g wordt het midden aangegeven van een winding, de winding 9 in het geval van fig. 1, en met Θ wordt de halve openingshoek van deze winding aangeduid. Deze halve hoek is dezelfde voor alle windingen van de twee wikkelingen 7 en 8.
De afstanden z1, z2 en de halve openingshoek zijn bepaald voor het verkrijgen van de maximale waarde van de term δ Βζ/δχ in de reeksontwikkeling van de intensiteit van het veld B opgewekt door de inrichting 15 Dx.
In een uitvoeringsvoorbeeld was Θ gelijk aan π/2; dientengevolge lagen de middelpunten zoals g van de windingen in het vlak P. Als met r de straal van de winding wordt aangegeven, verkrijgt men een goed compromis tussen de eisen betreffende de intensiteit van de gradiënt en de lineariteit van z1 = 0, 56r en z2 = 1,5r.
20 Bij deze oplossing bevinden de windingen zich op een halve cilinder.
Andere oplossingen zijn mogelijk met θ = π/2 voor verschillende waarden van z1 en z2. Het is ook mogelijk dat Θ verschilt van π/2.
De detectiemiddelen R bevatten een platte ontvangstspoel 30, gecentreerd om het punt 0, waarvan het middenvlak evenwijdig loopt met het vlak P en zich in de buurt van dit vlak bevindt, en wel aan dezelfde 25 kant als de spoel 6. De uiteinden van deze spoel 30 zijn door verbindingsgeleiders 31, 32 voorzien van verbindingsorganen 33, 34 zoals verbindingsklemmen, verbonden met middelen 35 die geëigend zijn voor het analyseren van de opgevangen signalen en voor het vormen van een beeld. Ds ·:·.» middelen 35 bevatten in het bijzonder een spectrometer.
Het apparaat 1 bevat middelen 36 voor het teweegbrengen van een verschuiving van de frequentie van 30 de spectrometer van de analysemiddelen 35 gedurende de ontvangst van het MKR-signaal, teneinde een verandering te corrigeren van de frequentie tengevolge van het veld BO (zie figuur 1) opgewekt door de gradiëntspoel 6 in het middelpunt 0, dat wil zeggen op het niveau van de ontvangstspoel 30. Deze middelen 36 kunnen bestaan uit een aantal speciale instructies gestuurd naar de analysemiddelen 35 voor het uitvoeren van de gewenste verschuiving van de frequentie.
35 De inrichting Dx bevat een ondersteuningsplaat 37 met een langgerekte rechthoekige vorm en bestaande uit een stof die weinig of geen magnetische kernresonantiesignalen afgeeft. Deze pleurt 37 kan van plastisch materiaal zijn, meer in het bijzonder van doorzichtig plastisch materiaal.
De grootste afmeting van de plaat 37 loopt evenwijdig aan de richting Oz van het statische veld HO.
Zoals het best te zien is in figuur 2, zijn de wikkelingen 7 en 8 van de spoel 6 bevestigd onder de plaat 40 37 (volgens de weergave van deze figuur). De kabels zoals 13,14,15...kunnen onder de plaat 37 worden gelijmd of in gebed in de materie van deze plaat De windingen 9,10....strekken zich uit loodrecht op het vlak van de plaat 37 en onder deze plaat.
De bovenkant van de plaat 37 vormt het oppervlak P. Bij het in de tekeningen weergegeven voorbeeld is de plaat 37 vlak. Zoals hiervoor reeds is uiteengezet kan deze plaat een andere vorm hebben en meer in 45 het bijzonder een hol bovenoppervlak bezitten.
De ontvangstspoel 30 bevindt zich onder het oppervlak P en wel aan dezelfde kant als de spoel 6 ten opzichte van P. Het biedt voordelen de spoel 30 te bevestigen onder de plaat 37, bijvoorbeeld in een cirkelvormige uitsparing aangebracht in de dikte van de plaat en uitsluiten open naar beneden. De inrichting Dx vormt op deze wijze een onafhankelijke sectie die gemakkelijk kan worden gekoppeld of ontkoppeld met 50 behulp van verbindingsklemmen 18,29 en 33, 34. Er zijn niet in de tekening weergegeven middelen aanwezig voor het op zijn plaats houden van de plaat 37 op een zodanige wijze dat het bovenoppervlak van de plaat ligt in een vlak dat gaat door de geometrische as van de spoelen 4 die het statische veld HO opwekken.
Het waarnemingsvolume komt in hoofdzaak overeen met een denkbeeldige halve bol 38 (figuur 2) 55 gecentreerd om het punt 0 en gelegen aan de zijde tegenover de spoel 6.
Voor het waarnemen van het te bestuderen lichaam is het voldoende om, na de inrichting Dx op juiste wijze te hebben aangebracht in het samenstel van de spoelen 4, het te bestuderen deel van het lichaam 2

Claims (5)

5 194349 aan te brengen op de centrale zone van de plaat 37 waar zich de detectiespoel 30 bevindt. Het is duidelijk . dat deze zone gemakkelijk toegankelijk is doordat de spoel 6 voor de veldgradiênt zich aan de tegenover liggende zijde van de plaat 37 bevindt en derhalve de toegang tot het bovenvlak van deze plaat 37 geheel vrij laat. 5 De betrekkelijk geringe afmetingen van de windingen van de spoel 6 maken het mogelijk de magnetische energie opgeslagen in de spoel 6 gering te houden en korte omschakeltijden (tijden voor het tot stand brengen van de magnetische-veldgradiënt) te verkrijgen die in het algemeen korter zijn dan of gelijk zijn aan 100 microseconden, hetgeen de bestudering mogelijk maakt van stoffen of weefsels waarvan de relaxatietijd T2 bij MKR enige milliseconden bedraagt. 10 Men is verzekerd van een goede lineariteit van de gradiënt in het waamemingsvolume 38. Hierna worden de karakteristieken gegeven van een uitvoeringsvoorbeeld: Intensiteit van de veldgradiênt als een functie van de stroomsterkte: 5.10 "^T/m (Tesla/meter) per ampère. Veld BO opgewekt in het middelpunt 0 door de inrichting Dx: 0,3.10^. Diameter van de cirkel waar de windingen 9,10 ... aan raken: 0,12 m. 15 Bij zulke karakteristieken komt het waamemingsvolume 38 overeen met dat van een halve bol waarvan de straal ongeveer 14 mm bedraagt. De lineariteit van de gradiënt is goed in de gehele bol en ligt in de grootte-orde van 3% (een volmaakte lineariteit komt overeen met 0%). Voor een gradiënt gelijk aan 22,10^ en een omschakeltijd vein 70 microseconden, bedraagt het benodigde vermogen bij de omschakeling slechts 350 watt 20 De frequentieverschuiving Afvan de spectrometer gestuurd door de middelen 36 tijdens de waarneming van het signaal, ligt in de grootte-orde van 230 Hz per 10'4!"/meter, voor het bewerkstelligen van de compensatie van het veld BO. De voordelen van de voorgestelde inrichting kunnen als volgt worden samengevat - het te onderzoeken lichaam of monster is gemakkelijk toegankelijk in de waamemingszone ten gevolge 25 van de eenzijdige opstelling van de spoel 6 ten opzichte van het vlak P; - de inrichting heeft bescheiden afmetingen en vormt een sectie bevattende de gradiêntspoel 6 en de ontvangstspoel 30; - een goede lineariteit van de verandering van de intensiteit van het veld wordt verkregen in het waamemingsvolume waarvan de straal ongeveer 14 mm bedraagt 30. de omschakeltijd is kort hetgeen geschikt is voor een snelle beeldvorming; - een gering voedingsvermogen voor het verkrijgen van een gradiënt met een grote intensiteit. Zulk een Inrichting Dx is geschikt voor het vormen van een klein beeld van het oppervlak, meer in het bijzonder voor het in vivo vormen van een beeld van de huid van het menselijk lichaam. De verkorte tijd voor het omschakelen van de gradiënt maakt het mogelijk zeer korte reeksen toe te passen met een 35 maximale intensiteit van de gradiënt. Het oplossend vermogen voor het onderzoeken van de menselijke huid heeft men kunnen verlagen tot 100/um (micrometer) bij een uitvoeringsvoorbeeld volgens de uitvinding. De toepassing van zulk een inrichting is eveneens van belang voor een snelle beeldvorming. 40 Conclusies
1. Inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiênt in een apparaat voor het bestuderen van -een-lichaam-of-een-voorwerp-door-magnetische-kemresonantie,-met-het-kenmerk-dat-de-inrichting-een-plaat-- (37) bevat van een stof die geen of weinig magnetische kemresonantiesignalen afgeeft, meer in het 45 bijzonder een plastische stof, en dat een gradiêntspoel (6) zich geheel bevindt aan één en dezelfde zijde van deze plaat (37) en aan die zijde van de plaat (37) is bevestigd en het te bestuderen lichaam (2) moet worden aangebracht tegen de plaat (37) aan de zijde gelegen tegenover die waar zich de gradiêntspoel (6) bevindt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door het feit dat zij een ontvangstspoel (30) bevat die 50 bevestigd is op de plaat (37) aan dezelfde kant als waar zich de gradiêntspoel (6) bevindt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door het feit dat de gradiêntspoel (6) twee wikkelingen (7, 8. bevat symmetrisch ten opzichte van een vlak loodrecht staande op de plaat (37) en op de grootste afmeting van de plaat, welke twee wikkelingen (7,8) in serie of parallel geschakeld kunnen zijn.
4. Inrichting volgens conclusie 3, gekenmerkt door het feit dat elke wikkeling (7,8) ten minste twee 55 windingen of groepen windingen (9,10; 11,12; 20,21; 22,23) bevat gelegen in een vlak loodrecht op de richting van de grootste afmeting van de plaat en van elkaar verwijderd in deze richting, welke richting moet worden ingesteld evenwijdig aan de richting van een statisch hoofdveld, waarbij de windingen zijn verbon- 194349 6 den door kabels (13,14,15; 24, 25,26) evenwijdig aan de richting van de grootste afmeting van de plaat
5. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt door het feit dat elke winding een halve openingshoek (Θ) heeft die zodanig gekozen is dat de termS Bz/Sx in de reeksontwikkeling van het veld opgewekt door deze winding, een maximale waarde heeft. Hierbij 2 bladen tekening
NL9900007A 1987-03-19 2000-03-31 Inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiÙnt in een apparaat voor het bestuderen van een lichaam of een voorwerp door magnetische kernresonantie. NL194349C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9900007A NL194349C (nl) 1987-03-19 2000-03-31 Inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiÙnt in een apparaat voor het bestuderen van een lichaam of een voorwerp door magnetische kernresonantie.

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8703798A FR2612641B1 (fr) 1987-03-19 1987-03-19 Appareil pour l'examen d'un corps par resonance magnetique nucleaire par des methodes lentes et rapides, notamment pour l'examen de la couche superficielle de ce corps, dispositif pour creer un gradient de champ magnetique pour un tel appareil, et application a l'imagerie de la peau du corps humain
FR8703798 1987-03-19
NL8800666 1988-03-17
NL8800666A NL193915C (nl) 1987-03-19 1988-03-17 Apparaat voor het onderzoeken van een lichaam door magnetische kernresonantie en toepassing bij het afbeelden van de menselijke huid.
NL9900007A NL194349C (nl) 1987-03-19 2000-03-31 Inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiÙnt in een apparaat voor het bestuderen van een lichaam of een voorwerp door magnetische kernresonantie.
NL9900007 2000-03-31

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9900007A NL9900007A (nl) 2000-07-03
NL194349B NL194349B (nl) 2001-09-03
NL194349C true NL194349C (nl) 2002-01-04

Family

ID=26225856

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9900007A NL194349C (nl) 1987-03-19 2000-03-31 Inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiÙnt in een apparaat voor het bestuderen van een lichaam of een voorwerp door magnetische kernresonantie.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL194349C (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL194349B (nl) 2001-09-03
NL9900007A (nl) 2000-07-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193915C (nl) Apparaat voor het onderzoeken van een lichaam door magnetische kernresonantie en toepassing bij het afbeelden van de menselijke huid.
US4733189A (en) Magnetic resonance imaging systems
US5166619A (en) Gradient coil assembly for a magnetic resonance imaging apparatus
USRE32619E (en) Apparatus and method for nuclear magnetic resonance scanning and mapping
EP1725886B1 (en) Asymmetric ultra-short gradient coil for magnetic resonance imaging system
US7759938B2 (en) Apparatus and method for varying magnetic field strength in magnetic resonance measurements
JP2584005B2 (ja) 磁場勾配コイル装置およびそれを用いる磁気共鳴イメージングシステム
US4276529A (en) Magnet coil arrangement for generating a homogeneous magnetic field for magnetic resonance arrangements
JPH0641969B2 (ja) 分布位相型高周波コイル装置
NL1026270C2 (nl) Werkwijze en systeem voor versnelde beeldvorming onder gebruikmaking van parallelle MRI.
JPH02249531A (ja) 核磁気共鳴方法および装置
EP0580327A2 (en) Magnetic resonance apparatus
JPH069172B2 (ja) 磁石装置及びその使用方法
EP1357392A1 (en) Multiple channel, cardiac array for sensitivity encoding in magnetic resonance imaging
JPH04507005A (ja) 軸方向の磁界均質性を改良したnmr無線周波コイル
JPH069173B2 (ja) 円筒状電磁石
EP0108421B1 (en) Nuclear magnetic resonance diagnostic apparatus
JP2003038459A (ja) Mr装置用のrfコイルシステム
US6262576B1 (en) Phased array planar gradient coil set for MRI systems
DE69121095T2 (de) Vorrichtung zum erzeugen von magnetfeldern
Buess et al. NQR detection using a meanderline surface coil
NL194349C (nl) Inrichting voor het opwekken van een magnetische veldgradiÙnt in een apparaat voor het bestuderen van een lichaam of een voorwerp door magnetische kernresonantie.
Vaughan Jr High-Frequency Coils For Clinical Nuclear Magnetic Resonance Imaging And Spectroscopy.
EP3594707B1 (en) Method for designing gradient coils for mri systems and mri system comprising such gradient coils
O'Dell et al. A modified quadrupole gradient set for use in high resolution MRI tagging

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20071001