NL194259C - Werklessenaar. - Google Patents

Description

1 194259

Werklessenaar

De uitvinding heeft betrekking op een werklessenaar, in het bijzonder schrijftafel met een werkplaat, die in het gebied van zijn achterkant om een horizontale as zwenkbaar met het gestel is verbonden, met middelen 5 voor het afsteunen van de werkplaat in een horizontale stand en in een zwenkstand en met ten minste een in het gebied van de achterkant van de werkplaat en althans in hoofdzaak evenwijdig daaraan verlopende aanslaglijst, die bij omhoog zwenken van de werkplaat met behulp van een aan de zwenkas aangebrachte, zich dwars op de aanslaglijst uitstrekkende en in een opening in de aanslaglijst grijpende stift boven het oppervlak van de werkplaat uit te steken is en bij terugzwenken van de werkplaat naar de horizontale stand 10 terug beweegt.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage 3.217.763. Bij deze bekende inrichting wordt gebruik gemaakt van een aanslaglijst, die achter de achterkant van de werktafel is opgesteld en met behulp van beugels zwenkbaar met de werkplaat is gekoppeld. Het toepassen van scharnieren maakt de uitvoering gecompliceerd, terwijl buiten de werkplaat uitstekende delen bij gebruik van de werkplaat, in het 15 bijzonder in de horizontale stand, hinderlijk kunnen zijn.

Volgens de uitvinding is nu de aanslaglijst verschuifbaar aangebracht in een in de werkplaat aangebrachte spleet en is de in de aanslaglijst aangebrachte opening voor de stift voorzien van een bovenste aanslagvlak, dat tegengesteld schuin aan de richting van omhoog zwenken verloopt.

In de horizontale stand van de werkplaat is de aanslaglijst in de spleet verzonken, zonder daarbij een 20 buiten de werkplaat uitstekend hinderlijk uitsteeksel te vormen. Door het schuine verloop van het bovenste aanslagvlak wordt verder bewerkstelligd, dat in de uitgestoken stand van de aanslaglijst een goede ondersteuning van de aanslaglijst door de stift wordt verkregen.

Daarbij wordt een eenvoudige en robuuste uitvoering verkregen,doordat de zwenkas is uitgevoerd als ronde staaf of ronde buis.

25 Een doelmatige opstelling van de werkplaat ten opzichte van het gestel wordt verkregen, doordat de de werkplaat met het gestel verbindende zwenkas op afstand van de achterkant van de werkplaat is gelegen.

Door de horizontale spleet te voorzien van een bekleding uit kijnststof wordt beschadiging van de aanslaglijst tijdens verschuiven tegengegaan en een gemakkelijke lichte verschuiving van de aanslaglijst gewaarborgd.

30

Verdere kenmerken van de uitvinding blijken uit een in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm, die hierna wordt beschreven. Er tonen:

Figuur 1 een schematisch zijaanzicht van een schrijftafel volgens de uitvinding,

Figuur 2 de schrijftafel volgens figuur 1 in een schematisch bovenaanzicht, 35 Figuur 3 een schematisch aanzicht van een aanslaglijst volgens figuur 1,

Figuur 4 de doorsnede langs de lijn IV-IV volgens figuur 3,

Figuur 5 de doorsnede langs de lijn V-V volgens figuur 2,

Figuur 6 een schematisch aanzicht van een dwarsas van de schrijftafel volgens figuur 1, en

Figuur 7 de doorsnede langs de lijn VII-VII volgens figuur 6.

40 _Figuur 1 toont in schematisch zijaanzicht een schrijftafel 10. die in het bijzonder In scholen toegepast kan_ worden. De schrijftafel 10 bezit een kuipgestel 11, waarvan het zijgedeelte althans in hoofdzaak is opgebouwd uit een voetgedeeite 12, een hieraan verticaal bevestigde verticale drager 13 en een horizontale drager 14. Een identiek opgebouwd zijgedeelte is met het weergegeven zijgedeelte via een in figuur 2 45 afgebeelde horizontale drager 15 verbonden. De verbindingsdragers 14 van het schrijftafelgestel 11 bezitten een eindgedeelte 14', dat ten opzichte van de horizontaal schuin naar boven hellend is. Het eindgedeelte van het gedeelte 14’ van de horizontale drager 14 neemt een dwarsas 16 op, die is uitgevoerd als ronde staaf. De dwarsas 16 is met zijn einden gefixeerd vastgehouden op de horizontale dragers 14. De dwarsas 16 dient voor het zwenkbaar legeren van een werkplaat 17, die met afstand tot zijn achterkant op de einden 50 van de dwarsas 16 is gelegerd.

De nauwkeurige uitvoering van de legering van de werkplaat 17 wordt in samenhang met de beschrijving van figuur 5 beschreven. In het gebied van de voorkant 19 van de werkplaat 17 steunt deze zich af op twee steunarmen 20, die in hoogterichting verstelbaar en vastzetbaar op de verticale dragers 13 zijn aangebracht.

De hoogte-verstelling en vergrendeling van de steunarmen 20 wordt bereikt door een niet nader weergega-55 ven mechanisme. Door bediening van de aan de steunarm aangebrachte hefboom 21 kan de vergrendeling van de steunarm 20 losgemaakt worden en is het zodoende mogelijk de werkplaat 17 uit de horizontale stand, die in figuur 1 gestippeld weergegeven is, over te brengen in de weergegeven zwenkstand.

Claims (4)

194259 2 In het gebied van de achterkant 18 van de werkplaat 17 is met afstand tot de achterkant 18 een aanslaglijst 22 aangebracht, welke zich volgens figuur 2 slechts over het middelste gedeelte van de werkplaat 17 uitstrekt. In de in figuur 1 gestippeld weergegeven horizontale stand van de werkplaat 17 is de aanslaglijst 22 ten opzichte van het bovenvlak van de werkplaat 17 verzonken aangebracht. De bovenzijde 5 van de aanslaglijst 22 sluit in een vlak liggend met het oppervlak van de werkplaat 17 aan. Bij het overbrengen van de werkplaat 17, is in figuur 1 weergegeven zwenkstand, treedt de aanslaglijst 22 ten opzichte van het oppervlak van de werkplaat 17 uit deze naar buiten en verhindert zodoende een wegglijden van voorwerpen, die op de werkplaat 17 zijn neergelegd. Zoals uit figuur 5 blijkt,is de aanslaglijst 22 aangebracht in een horizontale spleet 23, die met afstand tot 10 de achterkant 18 van de werkplaat 17 evenwijdig aan deze ingebracht is en zich over diens middelste gedeelte uitstrekt. De horizontale spleet 23 is aan zijn binnenzijde voorzien van een bekleding 24, die uit polyurethaan is vervaardigd. Hierdoor wordt de aanslaglijst 22 glijbeweegbaar in de bekleding 24 geleid. Aan de onderzijde van de werkplaat 17 is een uitsparing 25 aangebracht, die het afgeronde einde 14* van de horizontale drager 14 met speling opneemt. Het vasthouden van de werkplaat 17 wordt daardoor 15 bereikt, dat de dwarsas 16 zijdelings buiten de horizontale dragers 14 uitsteekt en in de zijgedeelten van de werkplaat 17 is ingevoerd. De draaivast aan de einden 14” van de horizontale dragers 14 vastgehouden dwarsas 16 verloopt in een langsgroef 28, die aan de onderzijde van de werkplaat 17 evenwijdig aan diens achterkant 18 is aangebracht. Aan de als ronde staaf uitgevoerd dwarsas 16 zijn drie stiften 29, 30, 31 in horizontale stand aange-20 bracht. Zoals uit figuur 5 blijkt zijn de stiften 29,30,31 in opneemopeningen 32,33, 34, die aan de aanslaglijst 22 zijn aangebracht, ingevoerd. Zoals uit de figuren 3 en 4 zichtbaar is,zijn de opneemopeningen 32,33, 34 in het onderste gedeelte van de aanslaglijst 22 met afstand tot diens onderkant 35 aangebracht. Het bovenste oplegvlak 36 van de opneemopening 33 is ten opzichte van de horizontaal in een richting tegen 25 de wijzers van de klok in geneigd. Hierdoor wordt bereikt, dat, zoals uit figuur 5 blijkt, bij gezwenkte werkplaat 17 het oplegvlak 36 van de aanslaglijst 22 een goed contact tot het oppervlak van de stift 30 heeft. Bij uitgeschoven aanslaglijst 22 wordt deze zodoende veilig afgesteund. De werkingswijze van de hierboven beschreven schrijftafel 10 is daarop gebaseerd, dat bij het uitzwenken van de werkplaat 17 uit de horizontale stand in de zwenkstand de glijbeweeglijk in de werkplaat 17 30 geleide aanslaglijst 22 door de stiften 29, 30, 31 althans in hoofdzaak in zijn hoogtestand wordt vastgehouden. Hierdoor treedt bij verzwenkte werkplaat 17 het bovenste gedeelte van de aanslaglijst 22 uit het oppervlak van de werkplaat 17 naar buiten. Tijdens de zwenkbeweging van de werkplaat 17 glijdt de aanslaglijst 22 met zijn schuine oplegvlak 36 op de bovenzijde van de stiften 29, 30, 31. Bij de zwenkbeweging van de werkplaat 17 wordt de aanslaglijst 22 in de in figuur 5 met streepstiplijnen weergegeven 35 stand overgebracht. De aanslaglijst 22 steekt afhankelijk van de zwenkstand van de werkplaat 17 uit diens oppervlak naar buiten. Zodoende wordt bij maximale verzwenkte werkplaat 17 ook een maximaal uitgeschoven aanslaglijst 22 verkregen. De achterkant 18 van de werkplaat 17 neemt, zoals uit de figuren 1 en 5 blijkt, althans In hoofdzaak niet deel aan de zwenkbeweging van de werkplaat 17. 40 De zwenkbeweging van de werkplaat 17 in de zwenkstand wordt ondersteund door een in de tekening niet weergegeven veermechanisme, dat de werkplaat 17 verend ontlast. Hiertoe is telkens in het gebied van de horizontale drager 14 van het gestel 11 een spiraalveer aangebracht, die wordt vastgehouden door de dwarsas 16 en die tussen de onderzijde van de werkplaat 17 en de horizontale drager 14 is gespannen. Terwijl het uitzwenken van de werkplaat 17 wordt vergemakkelijkt door de veerkracht, vindt het inzwenken 45 van de werkplaat 17 tegen de veerwerking van de spiraalveren plaats.

1. Werklessenaar, in het bijzonder schrijftafel met een werkplaat, die in het gebied van zijn achterkant om een horizontale as zwenkbaar met een gestel is verbonden, met middelen voor het afsteunen van de werkplaat in een horizontale stand en in een zwenkstand en met ten minste een in het gebied van de achterkant van de werkplaat en althans in hoofdzaak evenwijdig daaraan verlopende aanslaglijst, die bij omhoog zwenken van de werkplaat met behulp van een aan de zwenkas aangebrachte, zich dwars op de 55 aanslaglijst uitstrekkende en in een opening in de aanslaglijst grijpende stift boven het oppervlak van de werkplaat uit te steken is en bij terugzwenken van de werkplaat naar de horizontale stand terug beweegt, met het kenmerk, dat de aanslaglijst (22) verschuifbaar is aangebracht in een in de werkplaat (17) 3 194259 aangebrachte spleet (23) en de in de aanslaglijst (22) aangebrachte opening (32,33, 34) voor de stift (29, 30, 31) is voorzien van een bovenste aanslagvlak (36), dat tegengesteld schuin aan de richting van omhoog zwenken verloopt.

2. Werklessenaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zwenkas (16) is uitgevoerd als ronde staaf 5 of ronde buis.

3. Werklessenaar volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de de werkplaat (17) met het gestel (11) verbindende zwenkas (16) op afstand van de achterkant (18) van de werkplaat is gelegen.

4. Werklessenaar volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de horizontale spleet (23) is voorzien van een bekleding (24) uit kunststof. Hierbij 3 bladen tekening