NL194245C

NL194245C - Universal joint construction.

Info

Publication number: NL194245C
Application number: NL9300051A
Authority: NL
Inventors: Clemens Nienhaus; Hans-Juergen Langen
Original assignee: Walterscheid Gmbh Gkn
Priority date: 1992-02-27
Filing date: 1993-01-12
Publication date: 2001-10-02
Also published as: DE4205997C1; DK168789B1; DK21593D0; AT399208B; NL194245B; DK21593A; NL9300051A; FR2688746A1; FR2688746B1; ATA3393A

Description

1 1942451 194245

KrulskoppelingsconstructieCurl coupling construction

De uitvinding heeft betrekking op een krulskoppelingsconstructie, in het bijzonder voor het aandrijven van en voor aandrijvingen in landbouwwerktuigen, voorzien van een kruiskoppeling, die een eerste en een tweede 5 koppelingsvork bezit, die via een pennenkruis schamierbaar met elkaar zijn verbonden, waarbij de eerste koppelingsvork is verbonden met een eerste as en de tweede met een tweede as.The invention relates to a curl coupling construction, in particular for driving and for drives in agricultural implements, comprising a universal coupling, which has a first and a second coupling fork, which are hingedly connected to each other via a reticle, the first coupling fork is connected to a first axis and the second to a second axis.

Een dergelijke krulskoppelingsconstructie is bekend uit DE Gebrauchsmuster 7.028.561 U. Bij deze bekende constructie zijn de eerste as en de eerste koppelingsvork voorzien van uitstekende delen die met elkaar zijn verbonden door middel van een breekbout 10 Wanneer een dergelijke constructie wordt toegepast voor het koppelen van een trekker met een maaimachine of dergelijke kan bij het naar de transportstand zwenken van het werktuig of bij het tegen een hindernis aanrijden daarvan de hoek die de assen met elkaar maken te groot worden. De breekbout dient nu om beschadiging van de constructie zoveel mogelijk te voorkomen, doordat de delen van elkaar worden losgekoppeld. Dit levert uiteraard stilstand van het werktuig op daar de breekbout moet worden vervangen. 15 Het doel van de uitvinding is nu een kruiskoppelingsconstructie van het boven beschreven type te verschaffen waarbij de aandrijvende verbinding tussen de onderdelen kan worden opgeheven maar slechts zolang als het gevaar van beschadiging aanwezig is. Daarna moet de aandrijvende verbinding weer zonder meer tot stand kunnen worden gebracht.Such a curly coupling construction is known from DE Gebrauchsmuster 7,028,561 U. In this known construction, the first axle and the first coupling fork are provided with protruding parts which are connected to each other by means of a shear bolt. When such a construction is used for coupling a tractor with a mower or the like may become too great the angle that the axles make to each other when the implement is pivoted to the transport position or when it is driven into an obstacle. The shear bolt now serves to prevent damage to the construction as much as possible, because the parts are disconnected from each other. This of course results in a standstill of the tool since the shear bolt must be replaced. The object of the invention is now to provide a universal joint construction of the type described above in which the driving connection between the parts can be removed, but only as long as the danger of damage is present. After that, the driving connection must be able to be established again without further ado.

Volgens de uitvinding wordt dit doel nu bereikt, doordat de eerste as en de bijbehorende eerste 20 koppelingsvork een toestand kennen waarbij deze ten opzichte van elkaar draaibaar zijn en dat de eerste as en de eerste koppelingsvork een toestand kennen waarbij deze draaiingsvast met elkaar zijn verbonden via een schakelkoppeling, die door bij de tweede koppelingsvork behorende besturingsmiddelen kan worden in-of uitgeschakeld in afhankelijkheid van de hoek die de eerste en de tweede koppelingsvork met elkaar maken.According to the invention, this object is now achieved in that the first axle and the associated first coupling fork have a condition in which they are rotatable relative to each other and in that the first axle and the first coupling fork have a condition in which they are rotatably connected to each other via a shift clutch, which can be engaged or disengaged by control means associated with the second clutch fork depending on the angle of the first and second clutch fork.

25 Hierdoor wordt bereikt, dat de aandrijvende verbinding wordt onderbroken wanneer een bepaalde grenshoek tussen de assen wordt bereikt. De aangedreven as zal daardoor stil worden gezet terwijl de aandrijfas door kan blijven draaien. Wanneer de hoek tussen de assen weer kleiner wordt dan de grenshoek zal de aangedreven as weer mee gaan draaien.This ensures that the driving connection is interrupted when a certain limit angle between the shafts is reached. As a result, the driven shaft will be stopped while the drive shaft can continue to rotate. When the angle between the shafts again becomes smaller than the limit angle, the driven shaft will start to rotate again.

Volgens een gunstige uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat de schakelkoppeling 30 een op de eerste as draaiingsvast maar verschuifbaar aangebrachte schuifmof omvat en een vast met de eerste koppelingsvork verbonden meenemer, waarbij de schuifmof door een veer naar de ingeschakelde stand wordt gedrukt. De veer zorgt er voor, dat wanneer de hoek tussen de assen weer kleiner wordt dan de grenshoek de schakelkoppeling wordt ingeschakeld.According to a favorable elaboration of the invention, provision can be made for the switching coupling 30 to comprise a sliding sleeve, which is rotatably but slidably mounted on the first shaft, and a driver fixedly connected to the first coupling fork, the sliding sleeve being pressed by a spring to the engaged position. . The spring ensures that when the angle between the axes becomes smaller again than the limit angle, the shift clutch is engaged.

Bij voorkeur is de schakelkoppeling uitgevoerd als klauwkoppeling, met aan de schuifmof aangebrachte 35 eerste klauwen en met, de meenemer vormende, aan de eerste koppelingsvork aangebrachte tweede klauwen. Dit is gunstig doordat bij afnemend toerental van de aandrijfas de toerentallen van de beide assen elkaar zullen naderen zodat de klauwen In elkaar kunnen komen te vallen.The shifting coupling is preferably designed as a claw coupling, with first claws arranged on the sliding sleeve and with second claws forming on the first coupling fork forming the driver. This is advantageous because the speeds of the two shafts will approach each other as the speed of the drive shaft decreases, so that the claws can fall together.

Het Is echter ook mogelijk te voorzien in een extra ruststand waarbij de schuifmof in de uitgeschakelde stand van de schakelkoppeling wordt vastgehouden. Het inschakelen kan dan met de hand volgen.However, it is also possible to provide an additional rest position in which the sliding sleeve is held in the switched-off position of the shifting clutch. Switching on can then be done manually.

40 Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat de eerste as een van de cirkelvorm afwijkende dwarsdoorsnede bezit en de schuifmof een boring met een daarop aangepaste dwarsdoorsnede. Hierdoor kan de eerste as een profieivorm bezitten om de draaiingsvaste maar verschuif-bare opstelling van de schuifmof mogelijk te maken!According to a further elaboration of the invention, provision can be made for the first shaft to have a cross-section deviating from the circular shape and the sliding sleeve to have a bore with an adapted cross-section. The first shaft can hereby have a profile shape to enable the rotation-proof but slidable arrangement of the sliding sleeve!

Daarbij kan de eerste as bij voorkeur een dwarsdoorsnede bezitten overeenkomstig die van een citroen. 45 Het middelste gebied heeft dan de vorm van een ciiinderdeel met diametraal tegenover elkaar liggende uitstulpingen.The first axis can preferably have a cross-section similar to that of a lemon. The central region then has the shape of a cylinder part with diametrically opposed projections.

Een eenvoudige uitvoeringsvorm kan dan worden verkregen wanneer de eerste sis is uitgevoerd als profielbuis, waarbij vanaf het ene einde ervan een pen daarin is gestoken die vast met de as is verbonden en een lagerpen bezit, waarop de eerste koppelingsvork door middel van een lagerboring axiaal onver-50 schuifbaar maar draaibaar is gemonteerd.A simple embodiment can then be obtained when the first hiss is in the form of a profile tube, wherein from one end thereof a pin is inserted therein, which is fixedly connected to the shaft and has a bearing pin, on which the first coupling fork is axially engaged by means of a bearing bore -50 slidable but rotatably mounted.

Daarbij kan op doelmatige wijze in de lagerboring een de lagerpen ondersteunende lagerbus zijn aangebracht ter vermindering van de wrijving tussen de verschillende delen.A bearing bush supporting the bearing pin can expediently be arranged in the bearing bore in order to reduce the friction between the different parts.

Volgens een alternatieve uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat de schakelkoppeling een op de eerste koppelingsvork axiaal verschuifbaar en draaiingsvast daarop aangebrachte schuifmof 55 omvat, die meenemers bezit die grijpen in bijpassende meenemers van een draaiingsvast en onverschuif-baar op de eerste as aangebrachte koppelring, waarbij de schuifmof door middel van een veer naar de ingeschakelde stand wordt gedrukt.According to an alternative embodiment of the invention, it can be provided that the shift clutch comprises a sliding sleeve 55 axially displaceable and rotationally mounted thereon on the first coupling fork and having flights engaging mating flights of rotation and non-slidability on the first axle fitted coupling ring, whereby the sliding sleeve is pressed to the engaged position by means of a spring.

194245 2194245 2

Daarbij is het gunstig, dat de schuifmof met de eerste koppeiingsvork een constructieve eenheid vormt.It is advantageous here that the sliding sleeve with the first coupling fork forms a structural unit.

Verder kan er in worden voorzien, dat de koppelring door middel van een vertanding vast is verbonden met de eerste as, zódat ook ronde assen kunnen worden toegepastFurthermore, it can be provided that the coupling ring is fixedly connected to the first shaft by means of a toothing, so that round shafts can also be used

Bij voorkeur is de schuifmof voorzien van eerste klauwen, die draaispelingsvrij zijn opgenomen in 5 uitsparingen in de eerste koppeiingsvork en bij ingeschakelde stand in uitsparingen in de koppelring grijpen.Preferably, the sliding sleeve is provided with first claws, which are accommodated rotation-free in recesses in the first coupling fork and engage in recesses in the coupling ring when switched on.

De schuifmof verbindt dan dus op eenvoudige wijze de eerste koppeiingsvork met de koppelring en daardoor met de eerste as.The sliding sleeve then simply connects the first coupling fork with the coupling ring and thereby with the first axle.

Bij de vormgeving van de besturingsmiddelen kan er in worden voorzien, dat de schuifmof als eerste besturingsorgaan is voorzien van een zich naar de tweede koppeiingsvork toe klokvormig verwijdend eerste 10 uitschakelelement, dat een omtrekslijn bezit voor het opnemen van het uitschakelvlak van een, op de tweede koppeiingsvork aangebracht, tweede besturingsorgaan, dat een zich naar het eerste uitschakelelement toe klokvormig verwijdend tweede uitschakelelement bezit.In the design of the control means it can be provided that the sliding sleeve as first control member is provided with a first switch-off element widening towards the second coupling fork, which has a circumferential line for receiving the switch-off surface of a second coupling control fork, second control member, which has a second switch-off element widening towards the first switch-off element.

Op doelmatige wijze wordt in dit verband voorgesteld dat het tweede uitschakelelement met zijn, vanaf het kopvlak naar het buitenvlak uitstrekkend, uitschakelvlak bij groter wordende hoek de omtrekslijn van het 15 eerste uitschakelelement nadert zodat dit, steunend tegen het binnenvlak van het eerste uitschakelelement, wordt verschoven en de schakelkoppeling wordt uitgeschakeld.It is expediently proposed in this connection that the second switch-off element with its switch-off surface extending from the end face to the outer surface approach the peripheral line of the first switch-off element at an increasing angle so that it is displaced, bearing against the inner surface of the first switch-off element. and the shift clutch is disengaged.

Als alternatief kan worden voorgesteld dat het tweede uitschakelelement met zijn, vanaf het kopvlak naar het buitenvlak uitstrekkend, uitschakelvlak bij groter wordende hoek de omtrekslijn van het eerste uitschakelelement nadert zodat dit, steunend tegen het buitenvlak van het eerste uitschakelelement, wordt verschoven 20 en de schakelkoppeling wordt uitgeschakeld.Alternatively, it can be proposed that the second switch-off element with its switch-off surface extending from the end face to the outer surface approaches the circumferential line of the first switch-off element at an increasing angle so that it is shifted, bearing against the outer surface of the first switch-off element, and the shift coupling is turned off.

Daarbij kan er voor worden gekozen het eerste uitschakelelement als een geheel met de schuifmof uit te voeren waardoor minder onderdelen aanwezig zijn.In addition, it is possible to choose to design the first switch-off element as a whole with the sliding sleeve, so that fewer parts are present.

Om de vereiste hoek tussen de assen te verkrijgen, kan er in worden voorzien, dat het tweede uitschakelelement In een onder een haakse hoek verdraaide stand in het eerste uitschakelelement valt.In order to obtain the required angle between the shafts, it can be provided that the second switch-off element falls into the first switch-off element in an angle-turned position.

25 Bij de tweede uitvoeringsvorm kan er daartoe in worden voorzien, dat het eerste uitschakelelement in de onder een haakse hoek gedraaide stand in het tweede uitschakelelement valt.In the second embodiment it can be provided for this purpose that the first switch-off element falls into the second switch-off element in the position turned at an angle.

Voor het verkrijgen van de noodzakelijke verschuivende beweging wordt er bij een concretisering van de besturingsmiddelen in voorzien dat het buitenvlak van het tweede uitschakelelement een ten opzichte van het middelpunt van de koppelingsconstructie gecentreerd kogelvlak is en dat het binnenvlak van het eerste 30 uitschakelelement als hol-kogelvlak is uitgevoerd met een passende diameter, waaivan het middelpunt ligt op de hartlijn van de eerste koppeiingsvork en verder naar buiten toe dan het middelpunt van de koppelingsconstructie.In order to obtain the necessary shifting movement, when the control means are made concrete, it is provided that the outer surface of the second switch-off element is a ball plane centered relative to the center of the coupling construction and that the inner surface of the first switch-off element is a hollow ball-plane is designed with a suitable diameter, the center of which is on the centerline of the first coupling fork and further outwards than the center of the coupling structure.

Bij de tweede uitvoeringsvorm is daartoe het binnenvlak van het tweede uitschakelelement een ten opzichte van het middelpunt van de koppelingsconstructie gecentreerd hol-kogelvlak en is het buitenvlak 35 van het eerste uitschakelelement uitgevoerd als kogelvlak met passende diameter, waarvan het middelpunt in ingeschakelde stand van de schakelkoppeling ligt op de hartlijn van de eerste koppeiingsvork en tussen het middelpunt van de koppelingsconstructie en de koppelring in.In the second embodiment, for this purpose the inner surface of the second switch-off element is a hollow ball surface centered relative to the center of the coupling construction and the outer surface 35 of the first switch-off element is designed as a ball surface of suitable diameter, the center of which is engaged when the switch coupling is engaged lies on the centerline of the first coupling fork and between the center of the coupling assembly and the coupling ring.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden getoond in de tekening, 40 waarin: figuur 1 een langsdoorsnede toont over een deel van een kruiskoppelingsconstructie zonder de besturingsmiddelen; figuur 2 een doorsnede toont volgens de lijn N van figuur 1; figuur 2a een doorsnede toont volgens de lijn IMI van figuur 1; 45 figuur 3 een langsdoorsnede toont volgens figuur 1 aangevuld met de besturingsmiddelen bij het bereiken van de grenshoek tussen de beide koppelingsvorken; figuur 4 de schakelkoppeling toont in uitgeschakelde toestand bij het overschrijden van de grenshoek tussen de beide koppelingsvorken; figuur 5 een alternatieve uitvoering toont van de besturingsmiddelen bij het bereiken van de grenshoek 50 tussen de beide koppelingsvorken; en figuur 6 de uitvoering volgens figuur 5 toont maar met de schakelkoppeling in uitgeschakelde toestand na het overschrijden van de grenshoek tussen de beide koppelingsvorken.The invention is further elucidated on the basis of exemplary embodiments shown in the drawing, 40 in which: figure 1 shows a longitudinal section through a part of a universal joint construction without the control means; figure 2 shows a section according to the line N of figure 1; figure 2a shows a section according to the line IMI of figure 1; Figure 3 shows a longitudinal section according to figure 1 supplemented with the control means upon reaching the boundary angle between the two coupling forks; Figure 4 shows the shift clutch in the disengaged state when the boundary angle between the two clutch forks is exceeded; figure 5 shows an alternative embodiment of the control means upon reaching the boundary angle 50 between the two coupling forks; and figure 6 shows the embodiment according to figure 5, but with the shift clutch in disengaged condition after exceeding the limit angle between the two clutch forks.

Figuur 1 toont een deel van een kruiskoppelingsconstructie waarbij ter wille van de duidelijkheid de 55 besturingsmiddelen zijn weggelaten. De constructie omvat een kruiskoppeling 1 bestaande uit een eerste koppeiingsvork 2 en een tweede koppeiingsvork 3, die door middel van een pennenkruis 4, met vier onder een haakse hoek ten opzichte van elkaar staande pennen, schamierbaar met elkaar zijn verbonden. Het 3 194245 middelpunt van de kruiskoppeling ligt in het snijpunt van de hartlijnen van de pennen van het pennenkruis 4 en is aangeduid met 5. De hartlijn van de eerste koppelingsvork 2 is aangeduid met 6. Deze eerste koppelingsvork 2 bezit een boring 7 waarvan de hartlijn samenvalt met de hartlijn 6. In de boring 7 bevindt zich een lagerbus 8, die een glijlager vormt en waarin een lagerpen 9 is opgenomen, die via een schijf 10 5 vast is veibonden met de eerste as 14. Het kopvlak van de as 14 ligt axiaal aan tegen het kopvlak van de koppelingsvork 2, die op de lagerpen 9 wordt geborgd door een borgschijf 11 en een bout 12, die is geschroefd in een draadboring 13 in het kopvlak van de lagerpen 9.Figure 1 shows part of a universal joint construction in which the 55 control means have been omitted for the sake of clarity. The construction comprises a universal joint 1 consisting of a first coupling fork 2 and a second coupling fork 3, which are hingedly connected to each other by means of a reticle 4 with four pins at right angles to each other. The center point of the universal joint is at the intersection of the axes of the pins of the reticle 4 and is indicated by 5. The center line of the first clutch fork 2 is indicated by 6. This first clutch fork 2 has a bore 7 whose center line coincides with the center line 6. In the bore 7 there is a bearing bush 8, which forms a sleeve bearing and in which a bearing pin 9 is received, which is fixedly bonded via a disc 10 to the first shaft 14. The end face of the shaft 14 lies axially against the end face of the coupling fork 2, which is secured to the bearing pin 9 by a locking disc 11 and a bolt 12, which is screwed into a threaded bore 13 in the end face of the bearing pin 9.

Uit figuur 1 in combinatie met de figuren 2 en 2a blijkt de aanbrenging van de schuifmof 18. Zoals in het bijzonder getoond in figuur 2a bezit de as 14 een van de cirkelvorm afwijkende dwarsdoorsnede door twee 10 uitstekende delen 16, die diametraal tegenover elkaar liggen. De schuifmof 18 bezit een daarop aangepaste boring 19, waardoor een draaiingsvaste verbinding tussen de schuifmof 18 en de as 14 wordt verkregen. Op het naar de eerste koppelingsvork 2 gekeerde kopvlak bezit de schuifmof 18 eerste klauwen 22a, 22b. Deze zijn ten opzichte van elkaar over 90° over de omtrek versprongen aangebracht. De twee klauwen 22a, strekken zich over een groter deel van de omtrek uit dan de klauwen 22b. De eerste koppelingsvork 2 bezit 15 op zijn naar de klauwen 22a, 22b gekeerde kopvlak passende uitsparingen 24a, 24b. Door de verschillende grootte van de klauwen 22a, 22b en de uitsparingen 24a, 24b is gewaarborgd, dat de eerste as 14 en de eerste koppelingsvork 2 slechts bij een verdraaiing van 180° ten opzichte van elkaar met elkaar kunnen worden gekoppeld. Hierdoor wordt gewaarborgd, dat de kruiskoppeling 1, ten opzichte van een eventuele verdere kruiskoppeling in de aandrijving, geen faseverschoven positie in kan nemen, die tot een ongelijkvor-20 migheid in de overdracht van de aandrijfbeweging zou kunnen leiden.Figure 1 in combination with figures 2 and 2a shows the arrangement of the sliding sleeve 18. As shown in particular in figure 2a, the shaft 14 has a cross-section deviating from the circle shape through two protruding parts 16, which are diametrically opposite each other. The sliding sleeve 18 has a bore 19 adapted thereto, whereby a rotation-proof connection between the sliding sleeve 18 and the shaft 14 is obtained. On the end face facing the first coupling fork 2, the sliding sleeve 18 has first claws 22a, 22b. These are offset from each other by 90 ° about the circumference. The two claws 22a extend over a larger part of the circumference than the claws 22b. The first clutch fork 2 has 15 recesses 24a, 24b on its end face facing the claws 22a, 22b. Due to the different sizes of the claws 22a, 22b and the recesses 24a, 24b it is ensured that the first axle 14 and the first coupling fork 2 can only be coupled to each other with a rotation of 180 °. This ensures that the universal joint 1 cannot occupy a phase-shifted position relative to any further universal joint in the drive, which could lead to an unevenness in the transmission of the drive movement.

De schuifmof 18 wordt door een drukveer 20, die is opgesloten tussen het van de klauwen 22a, 22b afgekeerde kopvlak en een op de eerste as 14 vastgezette aanslag 21, in de ingeschakelde stand voorbelast, zoals getoond in de figuren 1 en 2. De door de schuifmof 18 en de klauwen 22a, 22b in combinatie met de uitsparingen 24a, 24b van de koppelingsvork 2 gevormde schuifkoppeling is aangeduid 25 met 17. De schuifmof 18 kan door het uitoefenen van een kracht in de richting van de pijl A zodanig worden verschoven, dat de schuifkoppeling in de uitgeschakelde stand wordt gebracht waarbij de klauwen 22a, 22b zich buiten de uitsparingen 24a, 24b bevinden. De schuifmof kan bijvoorbeeld worden verplaatst door besturingsmiddelen die aan de hand van de figuren 3 en 4 worden beschreven.The sliding sleeve 18 is preloaded in the engaged position by a compression spring 20, which is enclosed between the end face remote from the claws 22a, 22b and a stop 21 fixed on the first shaft 14, as shown in Figures 1 and 2. The the sliding sleeve 18 and the claws 22a, 22b in combination with the recesses 24a, 24b of the coupling fork 2, the sliding coupling formed is indicated by 17. The sliding sleeve 18 can be displaced in such a way by exerting a force in the direction of the arrow A, that the slide coupling is brought into the disengaged position with the claws 22a, 22b located outside the recesses 24a, 24b. The sliding sleeve can for instance be moved by control means which are described with reference to Figures 3 and 4.

In figuur 3 is de schuifkoppeling getoond in de ingeschakelde stand. Daarbij is een grenshoek aangege-30 ven waarbij de schuifmof 18 begint te bewegen tegen de kracht van de drukveer 20 in. De schuifmof 18 is voorzien van een eerste klokvormig deel in de vorm van een uitschakelelement 25. Dit element 25 is open in de richting van de tweede koppelingsvork 3 en het holle binnenvlak 28 ervan is bolvormig. Het middelpunt 32 van het vlak 28 ligt op de hartlijn 6 van de eerste as 14 en de eerste koppelingsvork 2 en op afstand van het middelpunt 5 van de kruiskoppeling en naar buiten toe ten opzichte van de schuifmof 18. Het binnenvlak 35 28 gaat naar het kopvlak van het element 25 toe over in de omtrekslijn 27. De tweede koppelingsvork 3 is voorzien van het tweede uitschakelelement 26, dat daarop is vastgezet zoals bijvoorbeeld door middel van een borgschroef waarvan de hartlijn is aangeduid met 31. Het uitschakelelement 26 bezit een bol vlak 30, dat is gericht naar de tweede as 15 toe, die is verbonden met de tweede koppelingsvork 3. Het middelpunt van het bolle vlak 30 valt samen met het middelpunt 5 van de kruiskoppeling . Het vlak 30 gaat over in het 40 uitschakelvlak 29. Bij de in figuur 3 getoonde positie ligt het uitschakefvlak 29 van het tweede uitschakelelement 26 aan tegen de omtrekslijn 27 van het eerste uitschakelelement 25. Bij verdere hoekverdraaiing van de tweede koppelingsvork 3 ten opzichte van de eerste koppelingsvork 2 naar de in figuur 4 getoonde_ stand komt het tweede uitschakelelement 26 in het eerste uitschakelelement 25 te vallen, waarbij het buitenvlak 30 van het element 26 in aanraking komt met het binnenvlak 28 van het element 25. Ten gevolge 45 van het versprongen staan van het middelpunt 32 van het binnenvlak 28 ten opzichte van het middelpunt 5 van het buitenvlak 30 vindt verschuiving van de schuifmof 18 plaats vanuit de in figuur 3 getoonde stand naar rechts toe naar de in figuur 4 getoonde stand, tegen de kracht van de veer 20 in. Daarbij komen de in figuur 2 getoonde klauwen 22a, 22b buiten de uitsparingen 24a, 24b te liggen zodat de eerste as 14 vrij kan draaien ten opzichte van de eerste koppelingsvork 2. Wanneer de hoek tussen de eerste koppelingsvork 2 50 en de tweede koppelingsvork 3, weer kleiner .wordt, dus de tweede koppelingsvork 3 weer beweegt naar de in figuur 3 getoonde stand, dan beweegt de schuifmof 18 onder de kracht van de veer 20 naar links toe en kunnen de klauwen 22a, 22b worden opgenomen in de uitsparingen 24a, 24b van de eerste koppelingsvork 2. Een definitieve inschakeling vindt plaats wanneer vanwege de relatieve snelheid tussen de eerste as 14 en de eerste koppelingsvork 2 voldoende tijd aanwezig is om de veer 20 de klauwen 22a, 22b te laten 55 koppelen.In figure 3 the sliding coupling is shown in the engaged position. A boundary angle is indicated in which the sliding sleeve 18 begins to move against the force of the compression spring 20. The sliding sleeve 18 is provided with a first bell-shaped part in the form of a switch-off element 25. This element 25 is open in the direction of the second coupling fork 3 and its hollow inner surface 28 is spherical. The center point 32 of the plane 28 lies on the center line 6 of the first axle 14 and the first coupling fork 2 and at a distance from the center point 5 of the universal joint and outwards with respect to the sliding sleeve 18. The inner surface 35 28 goes to the The end face of the element 25 extends into the circumferential line 27. The second coupling fork 3 is provided with the second switch-off element 26, which is fixed thereon, for example by means of a locking screw, the center line of which is indicated by 31. The switch-off element 26 has a convex surface 30, which is directed towards the second axle 15, which is connected to the second coupling fork 3. The center of the convex surface 30 coincides with the center 5 of the universal joint. The surface 30 merges into the 40 disengaging surface 29. At the position shown in Figure 3, the disengaging surface 29 of the second disengaging element 26 abuts the circumferential line 27 of the first disengaging element 25. When the second clutch fork 3 rotates further with respect to the first clutch fork 2 to the position shown in Figure 4, the second disengaging element 26 falls into the first disengaging element 25, the outer surface 30 of the element 26 coming into contact with the inner surface 28 of the element 25. As a result of the offset from the center 32 of the inner surface 28 relative to the center 5 of the outer surface 30, sliding sleeve 18 is displaced from the position shown in figure 3 to the right towards the position shown in figure 4, against the force of the spring 20 in. In addition, the claws 22a, 22b shown in Figure 2 come to lie outside the recesses 24a, 24b so that the first shaft 14 can rotate freely relative to the first clutch fork 2. When the angle between the first clutch fork 2 50 and the second clutch fork 3, becomes smaller again, so that the second coupling fork 3 moves again to the position shown in figure 3, then the sliding sleeve 18 moves to the left under the force of the spring 20 and the claws 22a, 22b can be received in the recesses 24a, 24b of the first clutch fork 2. A final engagement takes place when, because of the relative speed between the first axle 14 and the first clutch fork 2, there is sufficient time for the spring 20 to engage the claws 22a, 22b.

De uitvoeringsvorm volgens de figuren 5 en 6 onderscheidt zich van die volgens de figuren 3 en 4 daarin, dat de schuifmof 18 verschuifbaar is aangebracht op de eerste koppelingsvork 2 en wel op eenThe embodiment according to Figures 5 and 6 differs from that according to Figures 3 and 4 in that the sliding sleeve 18 is slidably mounted on the first coupling fork 2, namely on a

Claims

194245 4 extension thereof. It is pushed away by a spring 20 from the center point 5 of the universal joint in the direction of the first shaft 14. At its end facing away from the center point 5, the sliding sleeve 18 has claws 22 distributed over the circumference, which can be accommodated in a play-free but displaceable manner. recesses 35 of the first coupling fork 2. A coupling ring 33 is fixedly mounted on the first shaft 14 by means of a toothing 34 5. Towing the sliding sleeve 18, the coupling ring 33 has recesses 24 matching the claws 22. When the sliding sleeve 18 is in the engaged position, the claws 22 lie in the recesses 24 and the shaft 14 is connected rotationally to the coupling fork 2. The control means comprise yet a first switch-off element 25, which is fixedly connected to the sliding sleeve 18 and is bell-shaped. When the claws 22 are received in the recesses 24, the sliding sleeve 18 is in a position where the center of its spherical outer surface 36 is on the centerline 6 of the first axle 14 and the first clutch fork 2 but spaced from the center 5 of the universal joint in the direction of the coupling ring 33 such that the sliding sleeve 18 can be moved from the engaged position shown in Figure 5 to the disengaged position shown in Figure 6. However, line contact is also possible, as shown in figure 6. For this purpose, the outer surface 36 runs steeper so that there is contact between the circumferential line 27 of the first switch-off element 25 and the inner surface 37 of the second switch-off element 26. The hollow inner surface 37 is preferably formed in the form of a sphere, the center of which coincides with the center point 5 of the universal joint. As can be seen from Figure 5, as the angle between the shafts 14 and 15 increases, the plane 29 of the second switch-off element 26 comes into contact with the circumferential line 27 of the first switch-off element 25. When the coupling forks 2 and 3 rotate further at an angle relative to each other, the first switch-off element 25 further falls into the cavity of the second switch-off element 26 and the first switch-off element 25 will be moved to the left. The sliding sleeve 18 formed integrally with the release element will also be moved to the left, so that the claws 22 are pulled out of the recesses 24 of the coupling ring 33, against the action of the spring 20.

1. Universal joint construction, in particular for driving and for agricultural machinery, comprising a universal joint, which has a first and a second coupling fork, which are hingedly connected to each other via a reticle, the first coupling fork being connected to a first axle and the second with a second axle, characterized in that the first axle (14) and the associated first clutch fork (2) have a state in which they are rotatable relative to each other, that the first axle (14) and the first clutch fork (2) have a state in which they are rotatably connected to each other via a shift clutch (17), which can be engaged or disengaged by control means (25, 26) associated with the second clutch fork (3) depending on the angle make the first and second clutch forks (2, 3) together.

Universal joint construction according to claim 1, characterized in that the shifting coupling (17) comprises a sliding sleeve (18) arranged rotatably but slidably on the first shaft (14) and a carrier fixedly connected to the first coupling fork (2), wherein the sliding sleeve (18) is pushed to the engaged position by a spring (20).

Universal joint construction according to claim 1 or 2, characterized in that the shift coupling (17) is designed as a claw coupling, with first claws (22) arranged on the sliding sleeve (18) and with the first coupling fork forming the 45 carrier ( 2) mounted second claws (23).

Universal joint construction according to claim 1 or 2, characterized in that the first shaft (14) has a cross-section deviating from the circular shape and the sliding sleeve (18) has a bore with an adapted cross-section.

Universal joint construction according to any one of the preceding claims, characterized in that the first shaft 50 (14) is designed as a profile tube, a pin (10) of which is fixedly connected to the shaft (14) from one end thereof. and has a bearing pin (9) on which the first clutch fork (2) is mounted axially non-sliding but rotatable by means of a bearing bore (7).

Universal joint construction according to claim 5, characterized in that a bearing bush (8) supporting the bearing pin (9) is arranged in the bearing bore (7).

Universal joint construction according to claim 1, characterized in that the shift coupling (17) comprises a sliding sleeve (18) axially displaceable and rotationally mounted thereon on the first coupling fork (2), which has carriers which engage with corresponding carriers of a rotationally resistant and rigid - 5 194245 coupling ring (33) mounted on the first shaft (14), the sliding sleeve being pressed to the engaged position by means of a spring (20)

Universal joint construction according to claim 7, characterized in that the coupling ring (33) is fixedly connected to the first shaft (14) by means of a toothing (34).

Universal joint construction according to claim 8, characterized in that the sliding sleeve is provided with first claws (22), which are accommodated rotation-free in recesses (35) in the first coupling fork (2) and, when switched on, in recesses (24) in the engage the coupling ring (33).

Universal joint construction according to claim 2, characterized in that the sliding sleeve (18) as the first control member is provided with a first disengaging element (25) widening clockwise towards the second coupling fork (3) and having a circumferential line (27) for receiving the switch-off mechanism (29) of a second control member mounted on the second coupling fork (3), which has a second switch-off element (26) widening clockwise towards the first switch-off element (25).

Universal joint construction according to claim 10, characterized in that the second switch-off element (26) with its switch-off element (29) extending from the end face to the outer surface (30), the peripheral line (27) of the first switch-off element. (25) approaches and shifts this, resting against the inner surface (28) of the first trip element (25) (Figures 3 and 4).

Universal joint construction according to claim 10, characterized in that the second switch-off element (26) with its switch-off element (29) extending from the end face to the outer surface (30) the peripheral line (27) of the first switch-off element (27). 25) approaches and shifts this, resting against the outer surface (36) of the first switch-off element (25) (Figures 5 and 6).

Universal joint construction according to claim 11 or 12, characterized in that the first switch-off element (25) is designed as a whole with the sliding sleeve (18).

Universal joint construction according to claim 11, characterized in that the second switch-off element (26) falls into the first switch-off element (25) in an angle-turned position.

Universal joint construction according to claim 12, characterized in that the first switch-off element (25) falls into the second switch-off element (26) in an angle turned position.

Universal joint construction according to claim 11, characterized in that the outer surface (30) of the second switch-off element (26) is a ball surface centered relative to the hinge point (5) and that the inner surface (28) of the first switch-off element (25) is designed as a hollow ball face with a suitable diameter, the center point (32) of which lies on the center line (6) of the first coupling fork (2) and further outwards than the center point (5) of the universal joint.

Universal joint construction according to claim 12, characterized in that the inner surface (37) of the second switch-off element (26) is a hollow ball-center centered relative to the center (5) of the universal joint and in that the outer surface (36) of the The first disengaging element (25) is designed as a ball face 35 of suitable diameter, the center of which in the engaged position of the shift clutch lies on the center line of the first coupling fork (2) and between the pivot point (5) and the coupling ring (33). Hereby 5 sheets drawing