NL194223C - Werkwijze voor het vormen van een markering, bestemd om ingevoerd te worden in een dier. - Google Patents

Werkwijze voor het vormen van een markering, bestemd om ingevoerd te worden in een dier. Download PDF

Info

Publication number
NL194223C
NL194223C NL9500367A NL9500367A NL194223C NL 194223 C NL194223 C NL 194223C NL 9500367 A NL9500367 A NL 9500367A NL 9500367 A NL9500367 A NL 9500367A NL 194223 C NL194223 C NL 194223C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
capsule
glass
animal
marking
needle assembly
Prior art date
Application number
NL9500367A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9500367A (nl
NL194223B (nl
Inventor
Neil Edward Campbell
Chinsoo Park
Original Assignee
Bio Medic Data Systems Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/919,152 external-priority patent/US4787384A/en
Application filed by Bio Medic Data Systems Inc filed Critical Bio Medic Data Systems Inc
Priority to NL9500367A priority Critical patent/NL194223C/nl
Publication of NL9500367A publication Critical patent/NL9500367A/nl
Publication of NL194223B publication Critical patent/NL194223B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194223C publication Critical patent/NL194223C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61MDEVICES FOR INTRODUCING MEDIA INTO, OR ONTO, THE BODY; DEVICES FOR TRANSDUCING BODY MEDIA OR FOR TAKING MEDIA FROM THE BODY; DEVICES FOR PRODUCING OR ENDING SLEEP OR STUPOR
    • A61M37/00Other apparatus for introducing media into the body; Percutany, i.e. introducing medicines into the body by diffusion through the skin
    • A61M37/0069Devices for implanting pellets, e.g. markers or solid medicaments
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/006Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals

Description

1 194223
Werkwijze voor het vormen van een markering, bestemd om ingevoerd te worden in een dier
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van een markering die een capsule met een passieve elektronische transponder omvat, welke capsule migratie binnen een dier voorkomt 5 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een markering, die geschikt is om ingevoerd te worden in een dier door middel van een implanteerinrichting welke markering een capsule met daarin een passieve elektronische schakeling omvat, en aan het oppervlak voorzien is van wrijvingsorganen, die ten minste een gedeelte van het oppervlak van de capsule bedekken.
Een dergelijke werkwijze en een dergelijke markering zijn bekend uit de Britse octrooiaanvrage 10 2.188.028. Voor het tegengaan van migratie van de markering of transponder is deze aan zijn buitenoppervlak voorzien van 10-500 metalen uitsteeksels. Hoe deze uitsteeksels worden aangebracht, wordt niet duidelijk gemaakL
Het is hier van belang op te merken, dat een belangrijk punt van zorg bij het subcutaan implanteren van markeringen de uitstoot van de markering door het lichaam van de gast is. Onderzoekingen hebben 15 geleerd, dat hoe abrupter de discontinuïteit op een oppervlak is, hoe waarschijnlijker het is dat de markering uitgestoten zal worden. De stekels die op de bekende capsule aanwezig zijn, vormen zeer abrupte discontinuïteiten in het oppervlak, die als resultaat zullen hebben dat het weefsel in het dier waarin de capsule opgenomen is, de transponder niet accepteert en bijgevolg zal de capsule niet op zijn plaats blijven.
Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.
20 Vanuit een aspect verschaft de uitvinding een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, gekenmerkt door het inbedden van de elektronische transponder in een glazen capsule, het gedeeltelijk inbrengen van de glazen capsule in een vormholte, het inspuiten van een hars met een hoge wrijvingscoêfficiênt in de vormholte; en het om ten minste een gedeelte van de glazen capsule heen laten harden van de hars om een gestructureerd oppervlak op de capsule te verschaffen, dat vrij is van uitsteeksels en migratie binnen 25 een dier voorkomt
Doordat het oppervlak is voorzien van een gestructureerde bekleding, is de discontinuïteit veel minder abrupt, waardoor het accepteren van deze transponder door het weefsel en de groei van het weefsel om de transponder heen, om deze op zijn plaats te houden, bevorderd wordt.
Bij voorkeur is de hars polypropeen.
30 In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de hars Silastic.
De uitvinding voorziet verder in een markering van de In de aanhef beschreven soort, gekenmerkt door een glazen capsule met daarin een passieve elektronische schakeling, en door wrijvingsorganen, die ten minste een gedeelte van het oppervlak van de capsule bedekken, waarbij de wrijvingsorganen gevormd worden door een hars die om de capsule gehard is en een gestructureerd oppervlak heeft dat vrij is van 35 stekels, voor het voorkomen van migratie van de markering uit het dier.
Bij voorkeur omvatten de wrijvingsorganen een laag, die ten minste een gedeelte van het oppervlak van de capsule bedekt
Voor een meer volledig begrip van de uitvinding wordt verwezen naar de volgende beschrijving samen met 40 de tekening, waarin: figuur 1 een perspectivisch aanzicht is van een diermarkeringimplanteringsinstrument in overeenstemming met een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding; figuur 2 op grotere schaal een eerste gedeeltelijke doorsnede is langs de lijn II—II van figuur 1; figuur 3 op grotere schaal een tweede gedeeltelijke doorsnede is langs de lijn II—II van figuur 1; 45 figuur 4 een gedeeltelijke doorsnede is langs de lijn IV-IV van figuur 3; figuur 5 een gedeeltelijke doorsnede Is langs de lijn V-V van figuur 3; figuur 6 op grotere schaal een derde gedeeltelijke doorsnede is langs de lijn IHI van figuur 1, wanneer het naaldsamenstel daarin ingebracht is; figuur 7 een doorsnede is langs de lijn Vil—VII van figuur 6; 50 figuur 8 een perspectivisch aanzicht is van het in figuur 1 geïllustreerde implanteringsinstrument tijdens gebruik; figuur 9 een bovenaanzicht is van figuur 6 tijdens gebruik; figuur 10 een doorsnede is langs de lijn X-X van figuur 9; figuur 11 op grotere schaal een doorsnede is van het in figuur 10 geïllustreerde implanteerinstrument; 55 figuur 12 op grotere schaal een doorsnede is van het implanteerinstrument volgens de lijn XII—XII van figuur 11; figuur 13 een perspectivisch aanzicht is van het naaldsamenstel; 194223 2 figuur 14 op grotere schaal een doorsnede is van een variant van de in figuur 11 afgebeeide markering; figuur 15 op grotere schaal een doorsnede is langs de lijn XV-XV van figuur 13; en figuur 16 een perspectivisch aanzicht is van een cilinder, die te gebruiken is als deel van de onderhavige uitvinding.
5
In eerste instantie wordt verwezen naar de figuren 1 t/m 15, waarin een diermarkeringssysteem met een implanteerinstrument 10 (figuur 1), een naaldsamenstel 19 (figuur 13) en een diermarkering 30 (figuren 11, 12 en 14) afgebeeld is. Zoals hieronder meer in detail uiteengezet zal worden maakt de samenwerking van het naaldsamenstel 19, de markering 30 en het implanteerinstrument 10 de gemakkelijke implantatie van 10 een markering in een proefdier en het vasthouden van de markering in hef dier mogelijk tijdens lange perioden van laboratoriumproeven en -waarnemingen.
In het bijzonder wordt nu verwezen naar de figuren 1 t/m 5, waarin het implanteerinstrument 10 in detail geïllustreerd Is. Het implanteerinstrument 10 bezit twee tegenover elkaar liggende halve wanden 27, die in spiegelbeeld gevormd zijn en aan elkaar bevestigd zijn om een samenhangend huis in de vorm van een 15 handgreep 31 te vormen. Elke tegenoverliggende wand 27 wordt bepaald door een in hoofdzaak parallellogramvormige configatie met evenwijdige lengtewanden 27a en evenwijdige dwarswanden 27b en 27c. Zoals hieronder meer in detail uiteengezet zal worden hellen de evenwijdige lengtewanden 27a ten opzichte van de evenwijdige dwarswanden 27b en 27c om de handgreep 31 te vormen en de opslag daarin van een aantal naaldsamenstellen 19 te vergemakkelijken. Een kap 34 is op schuifbare wijze aangebracht op het 20 door de tegenover elkaar liggende wanden 27 gevormde huis. In een voorbeelduitvoering kan ten minste één van de wanden 27 doorzichtig of doorschijnend zijn om hef de gebruiker mogelijk te maken de in de handgreep 31 geplaatste naaldsamenstellen 19 te zien.
De kap 34 is gewoonlijk geplaatst In een gesloten stand, en kan in de richting A (figuur 2) verplaatst worden vanuit een gesloten stand (getrokken lijnen in figuur 2) naar een open stand (streeppuntlijnen in 25 figuur 2). Zoals geïllustreerd in figuur 7 omvat de kap 34 zijwanden 34a en naar binnen grijpende wanden 34b, die in in de tegenover elkaar liggende wanden 27 gevormde langwerpige groeven 27' geplaatst zijn. De kap 34 omvat op zij ribben 35 om het makkelijk aangrijpen van de kap mogelijk te maken en deze tussen een open en een gesloten stand te verplaatsen. Een pijl 37 of een andere aanduiding kan op de kap 34 aangebracht worden om de juiste schuifrichtingen aan te duiden.
30 De dwarswand 27b wordt bedekt door de kap 34 wanneer deze in een gesloten stand is. In de dwarswand 27b is een opening met tegenover elkaar liggende wanden 38a gevormd, die een open kamer 38 bepaalt, voor ontvangst van een naaldsamenstel 19 en om het mogelijk te maken dat elk naaldsamenstel afgeleverd kan worden vanaf het inwendige van het huis door de opening wanneer kap 34 naar een open stand verplaatst is. In de dwarswand 27b is verder een kanaal 39 gevormd, dat is uitgericht op het 35 naaldsamenstel 19 wanneer het in kamer 38 geplaatst is.
in het bijzonder verwijzend naar de figuren 10 t/m 15 wordt het naaldsamenstel 19 gevormd uit een roestvrij stalen holle buis 20 met een uitgangsopening 21 en een ingangsopening 23. De uitgangsopening 21 is gevormd in de gedaante van een hellende kant 22, die een scherpe punt vormt om het mogelijk maken dat de buis 20 gemakkelijk een dierhuid penetreert. De zijde van de buis 20 met de ingangsopening 40 23 is gevormd in een plug 24. De plug 24 omvat een mantel 25, die daarmee als één geheel gevormd is en uitsteekt om de buis 20 heen om zich over een gedeelte van de lengte van de buis uit te strekken. De plug 24 omvat boogvormige eindwanden 24a voor vergemakkelijking van het plaatsen van de pluggen in de kamer 38 op een wijze die hieronder in detail besproken zal worden. Zoals in het bijzonder geïllustreerd is in figuur 15 is een markering 30 in de buis 20 geplaatst bij de uitgangsopening 21 daarvan. Een drijfpen 16 45 wordt gebruikt om de markering in de buis te plaatsen. De drijfpen 16 omvat een afdichtende schijf 17, cfie als een geheel daarmee gevormd is. De afdichtingschijf 17 heeft een buitendiameter, die voldoende is om in j klempassing te geraken met de binnendlameter van de buis 20 en verplaatsing te voorkomen van de drijfpen 16 tijdens de normale opslag en hantering van het naaldsamenstel 19. De drijfpen 16 draagt bij in i het positioneren van de markering in de buis. Het is echter nodig gebleken het positioneren van de ! 50 markering in de buis 20 in het bijzonder te vergemakkelijken wanneer de markering uit een glazen capsule bestaat, teneinde het uitglijden van de markering uit de uitgangsopening 21 van de buis 20 te voorkomen.
Verwezen wordt nu naar figuren 11 en 12, waarin een een met mantel 25 een geheel vormend uitsteeksel 29 zich door een opening 28 in de buis 20 uitstrekt om te voorkomen dat de markering 30 uit de buis glijdt of beweegt vóór de afgifte daarvan in het dier. Dit uitsteeksel 29 kan eenvoudig gevormd worden 55 tijdens het samenstelien van de buis 20 binnen plug 24 door het vormen van de plug om de buis heen en de voor het vormen van de mantel 25 gebruikte hars de opening 28 in de buis 20 binnen te laten gaan. Het uitsteeksel 29 is bestemd om door middel van wrijving de markering 30 aan te grijpen wanneer de 3 194223 markering in buis 20 geplaatst is, om te voorkomen dat de markering uit de buis glijdt. Het uitsteeksel 20 zal de markering op zijn plaats houden totdat een kracht, die voldoende is om de markering 30 door de buis 20 te duwen uitgeoefend wordt op een plunjer 18 en, op zijn beurt, op de markering 30.
In een voorbeelduitvoering is de buis 20 van roestvrij staal. De buis 20 kan echter gemaakt zijn van 5 andere stijve FDA-goedgekeurde materialen, zoals Ultem, vervaardigd door General Electric. Ook kunnen, zoals eerder opgemerkt, de mantel 25 en de plug 24 als één geheel gevormd worden door het spuitgieten van een kunststofhars om de ingangsopening van de buis 20 heen. Ook kunnen de mantel 25 en de plug 24 gevormd zijn van stijve materialen anders dan kunststof.
Het naaldsamenstel 19 wordt gemakkelijk in de kamer 38 geplaatst wanneer de kap 34 naar een open 10 stand verplaatst wordt. Voorts wordt het naaldsamenstel 19 stevig in de kamer 38 vastgelegd door het terugbrengen van de kap 34 naar de gesloten stand. Hierdoor wordt een schommeling van het naaldsamenstel 19 tijdens gebruik voorkomen.
De plunjer 18 omvat een stang 41 en een als één geheel aan één eind van stang 41 gevormd geribd oppervlak 43. De plunjer 18 is schuifbaar aangebracht in een langwerpig kanaal 39, dat gevormd wordt in 15 de bovenkant van de dwarswand 27b. Het geribde oppervlak 43 steekt uit door een langwerpige opening 44 in de kap 34 en maakt het mogelijk de plunjer 18 te verplaatsen tussen een startstand en een implanteer-stand. Het kanaal 39 ligt op coaxiale wijze in lijn met de ingangsopening 23 van de buis 20 van het naaldsamenstel 19 en centreringkanaal 49 om een doorlopend pad voor de stang 41 te vormen wanneer het naaldsamenstel 19 vastgehouden wordt in de kamer 38. Het geribde oppervlak 43 strekt zich uit door de 20 langwerpige opening 44 (figuur 9) in de kap 34, daarbij verplaatsing van de plunjer 18 door het drukken tegen het geribde oppervlak 43 vanuit een startstand naar een implanteerstand mogelijk makend. De plunjer 18 omvat tevens daarvanaf uitstekende zittingen 18a, die tegen op de dwarswand 27b gevormde aanslagen 27e rusten. De aanslagen 27e en de zittingen 18a werken samen om de plunjer 18 gewoonlijk op de in figuur 6 afgebeelde startstand te houden.
25 De afstand van de plaats van de markering 30 in de buis 20 vanaf de uitgangsopening 21 en de lengte van langwerpige opening 44 in de kap 34 hebben relatieve lengten ten opzichte van elkaar. Wanneer de kap 34 in de richting A naar een open stand verplaatst wordt zal deze het geribde oppervlak 43 van de plunjer 18 vangen wanneer dit zich nog niet in een startstand bevindt en de plunjer 18 naar een startstand verplaatsen zodat de stang 41 geheel buiten de ingangsopening 23 van het naaldsamenstel 19 verplaatst 30 wordt. Verder bepaalt de afstand van de plaats van de markering 30 vanaf de uitgangsopening 21 de afstand waarover de stang 41 verplaatst zal worden en derhalve de voorkeursafstand van langwerpige opening 44. Daarenboven veronderstelt deze afstand verder dat de stang 41 geheel uit de ingangsopening 23 van de buis 20 verplaatst is wanneer de plunjer 18 zich in de startstand bevindt Dit maakt de plaatsing van een naaldsamenstel 19 in kamer 38 mogelijk.
35 Wanneer de kap 34 teruggebracht wordt naar een gesloten stand helpt de aanslag 27e de plunjer 18 in zijn startstand te houden zodat de plunjer 18 niet onbedoeld naar voren geduwd wordt Indien de schuifbare kap 34 niet geheel In een gesloten stand geduwd wordt, wordt verhinderd dat het geribde oppervlak 43 voldoende naar voren geduwd kan worden om de plunjer 18 de markering 30 uit het naaldsamenstel 19 te laten uitstoten. Deze configuratie voorkomt het gebruiken van het instrument tenzij het naaldsamenstel 19 40 geheel vastgelegd is binnen de kamer 38 en op zekere wijze gevangen is door de in een gesloten stand verplaatste kap 34. Aangezien het geribde oppervlak 43 van de plunjer 18 in contact komt met de kap 34 ter plaatse van de begrenzingen van de langwerpige opening 44, wordt de plunjer 18 ook op automatische wijze gepositioneerd door manipulatie van de kap.
Nu wordt ook verwezen naar figuur 8, waarin de werking van de onderhavige uitvinding afgebeeld is. In 45 een voorbeelduitvoering is de markering 30 opgeslagen in de buis 20 en wordt daarin vastgehouden door het uitsteeksel 9. De kap 34 wordt dan naar de open stand geschoven. Het naaldsamenstel 19 wordt dan draaibaar verplaatst naar de kamer 38. De kap 34 wordt dan naar voren verplaatst naar een gesloten stand, daarbij op zekere wijze het naaldsamenstel 19 binnen de kamer 38 en het kanaal 49 op zijn plaats ondersteunend en verankerend.
50 Vervolgens moet een proefdier, zoals een muis 46, gestabiliseerd worden. Zoals geïllustreerd in figuur 8 kan een muis in de ene hand van de gebruiker opgepakt worden en kan het implanteerinstrument in de andere hand van de gebruiker gehouden worden. Zoals geïllustreerd in figuur 16 kan echter in een voorbeelduitvoering een cilinder 80, die aan beide einden open is gebruikt worden om de kop van muis onbeweeglijk te houden. Door het inbrengen van de kop van de muis in de cilinder 80 kan de muis zijn kop 55 niet draaien en de hemd van de gebruiker bijten of op andere wijze de procedure hinderen. Wanneer de kop van de muis in de cilinder 80 onbeweeglijk gemaakt is, wordt het verder mogelijk dat de hand van de gebruiker gebruikt wordt om de huis van het dier te rekken en daarbij een manipulatie van de muis tijdens 194223 4 subcutane implantatie te vergemakkelijken. Dienovereenkomstig houden de implanteersystemen volgens d® onderhavige uitvinding rekening met het gebruik van buizen 80 met verschillende afmetingen voor aanpassing aan duidelijke grootte verschillen van de proefdieren. Wanneer het dier eenmaal onbeweeglijk gemaakt is, is de gebruiker gereed om buis 20 in hef proefdier in te brengen.
5 Het uitgangseind 21 van buis 20 wordt subcutaan ingebracht in de muis 46 totdat de huid 48 van het dier de kant van de mantel 25 bereikt. Dit plaatst de markering 30 op automatische wijze op de gewenste positie onder de huid. Het geribde oppervlak 43 van de plunjer 18 wordt naar voren geduwd, bij voorkeur met de duim 50 van de gebruiker, met voldoende kracht zodat de plunjer 18 de drijfpen 16 aangrijpt. Het geribde oppervlak 43 wordt verplaatst totdat het geribde oppervlak 43 in een implanteerstand geplaatst is en in 10 contract komt met het eind van de opening 44 in de kap 34. Intussen heeft de plunjerstang 41 van de plunjer 18 de drijfpen 16 aangegrepen teneinde de drijfpen 16 te dwingen de markering 30 uit de buis 20 onder de huid 48 van het dier 46 uit te stoten. Vervolgens wordt de implanfeerinrichfing verwijderd van de huid 48 van hef dier, wordt kap 34 teruggetrokken en wordt het naaldsamensfel 19 verwijderd en ter zijd® gelegd. De handeling kan dan herhaald worden voor een ander dier.
15 In een voorbeelduitvoering bestaat de markering 30 uit een glazen capsule met daarin een elektronische transponder, die identificatie-informatie over hef dier bevat. Dit wordt uitsluitend bij wijze van voorbeeld gebruikt. De handeling is aanpasbaar aan de implantatie van elk type markering. De markering 30 wordt gevormd door het inbedden van een elektronische transponder (niet weergegeven) In een glazen capsule. Door hef gebruik van een elektronische transponder wordt de hoeveelheid informatie die opgeslagen kan 20 worden sterk vergroof, in het bijzonder wanneer de transponderinformafie op directe wijze verbonden kan worden met computersystemen, die verdere informatie en verwerkingssoftware bevatten. Omdat de capsule van glas is, neigt deze gemakkelijk tot glijden uit de roestvrije buis 20. Het is om deze reden dat het uitsteeksel 29 gebruikt wordt om in klempassing te geraken met de capsule in de buis 20 en te voorkomen dat deze uit de buis 20 glijdt tijdens opslag en hantering van het naaldsamensfel 19.
25 Elk naaldsamenstel 19 is verzegeld in een hygiënische mantel 33, die op eenvoudige wijze verwijderd kan worden wanneer het naaldsamenstel 19 in de kamer 38 geplaatst wordt voor gebruik op de bovenbeschreven wijze. Bovendien kan, wanneer de hygiënische mantel 33 gebruikt wordt om de uitgangs-opening 21 van de buis 20 te bedekken, een steriliserend gas ingespoten worden in een kamer, die bepaald wordt door de buis 20, de drijfpen 16 en de afdichtende schijf 17 en de mantel 33. Door het inbrengen van 30 een steriliserend gas kan de markering 30 gesteriliseerd worden en gesteriliseerd blijven totdat het naaldsamenstel gereed voor gebruik is. Zoals geïllustreerd, in het bijzonder in de figuren 2 t/m 5 en 13 zijn verder de tegenover elkaar liggende wanden 27 van hef huis en de plug 24 van elk naaldsamenstel 19 op een wijze als hieronder beschreven gevormd, om hef mogelijk maken dat elk naaldsamenstel 19 opgeslagen kan worden in de handgreep 31 en daaruit verwijderd kan worden voor gemakkelijk gebruik.
35 Op specifieke wijze zijn een paar tegenover elkaar liggende geleidingen 45 gevormd op elke wand 27.
De geleidingen 45 zijn gevormd in spiegelbeeld op elke wand, zodat ze in lijn met elkaar geplaatst zijn wanneer de wanden 27 samengebracht zijn om het huis te vormen dat de handgreep 31 bepaalt Verder is elke geleiding 45 evenwijdig geplaatst met de dwarswand 27c en onder een hoek met het lengteverioop van de handgreep 31. De geleidingen 45 zijn op een afstand van elkaar geplaatst, die voldoende Is om het 40 mogelijk te maken twee rijen naaldsamenstellen boven elkaar op te slaan in de handgreep.
De plug 24 van elk naaldsamenstel 19 omvat positioneergroeven 26 in tegenovergestelde oppervlakken, waarbij de groeven geplaatst zijn onder een hoek ten opzichte met de langsrichting van de plug 24 en tegenover elkaar gelegen zijn, om plaatsing van elk naaldsamenstel 19 in het huis tijdens de assemblage van het product te vergemakkelijken. Zoals met enige nauwgezetheid geïllustreerd is in de figuren 3 t/m 5 45 kan elk naaldsamenstel 19 binnen de handgreep 31 geplaatst worden door het leggen van de plug 24 op een eerste geleiding 45, zodat de geleiding binnen de positioneringsgroef 26 geplaatst is. De groef 26 en de geleiding 45 voorkomen hoofdzakelijke verplaatsing in de lengterichting van elk naaldsamenstel 19. De tegenoverliggende geleiding 45 werkt mee in het positioneren van de plug 24 door tegen deze plug te drukken. Elke geleiding 45 omvat een positioneringsdeel 45a dat evenwijdig is met de lengtewanden 27a 50 van de handgreep 31. Het positioneringsdeel 45a steekt niet zo ver uit als de geleiding 45 en heeft tot taak om mee te werken in het voorkomen dat de plug in dwarsrichting schuift en verder om mee te werken in het geleiden van het naaldsamenstel door de opening in de kamer 38 wanneer een naaldsamenstel uit de handgreep verwijderd moet worden.
In een voorbeelduitvoering zijn tien naaldsamenstellen 19 opgeslagen op de geleidingen 45. Als boven 55 opgemerkt vergemakkelijken een lengtewand 27a en het positioneringsdeel 45a de levering van elk naaldsamenstel 19 aan de bediener.
Zoals geïllustreerd in figuur 2 is de opening in de kamer 38 voldoende groot om een verwijdering van het

Claims (5)

5 194223 naaldsamenstel 19 daardoorheen mogelijk te maken. Dienovereenkomstig wordt, wanneer een naald-samenstel 19 benodigd is, de kap 34 verplaatst van een gesloten naar een open stand. Door het manipuleren van de oriëntatie van het huis zal een naaldsamenstel 19, dat het dichtst gelegen is bij de kamer 38 dan uit het huis schuiven door de opening 38. Zoals hiervoor opgemerkt kan zo'n manipulatie vergemakkelijkt 5 worden door een van de wanden 27, die de handgreep 31 vormen, uit een doorzichtig of doorschijnend materiaal te vormen. Het is dan een eenvoudige zaak om de plug 24 van het naaldsamenstel 19 In de kamer 38 te plaatsen, de kap 34 naar een gesloten stand te schuiven en de hygiënische mantel 33 te verwijderen, zodat de gebruiker gereed is om implantatie van de markering 30 op de bovenbesproken wijze te beginnen. 10 Nu wordt verwezen naar figuur 14, waarin een markering 30 getoond wordt, die gevormd is van een glad materiaal 81, zoals glas. Zoals eerder is opgemerkt, kan het gebruik van een glazen markering 30 problematisch zijn. Ten eerste, wanneer het naaldsamenstel 19 geen uitsteeksel 29 omvat, is de markering 30 niet vastgelegd in de buis 20 en kan de markering 30 derhalve uit de buis van het naaldsamenstel 19 glijden. In de tweede plaats is gebleken dat, wanneer een in glas ingekapselde transponder in een proefdier 15 ingeplant wordt, migratie van de transponder uit de wond van het dier op kan treden. Dienovereenkomstig is in een voorkeursuitvoering één helft van de markering 30 bedekt met een laag 83 met een hoge wrijvings-coëfficiënt. Silastic, vervaardigd door Dow Coming, is bijvoorbeeld op succesvolle wijze gebruikt Ook polypropyleen is gebruikt als een bedekking. Door gebruik te maken van een markering 30 met een bedekkingslaag kan het uitsteeksel 29 weggelaten worden, waardoor een dunnere buis 20 met een grotere 20 binnendiameter dan de uitvoeringen met een uitsteeksel 29, mogelijk wordt. Verder kan een laag 83 om een glazen markering 30 heen worden aangebracht Daartoe worden de markeringen gedeeltelijk ingebracht in een vormholte. Daarna wordt een polypropyleenhars ingebracht in dé vormholte en om de markering heen gehard om een geschikt anti-slip oppervlak te vormen. Ook kan het buitenoppervlak van het glas van de markering 30 geëtst worden. Hoewel het etsen van de 25 glazen buitenbekleding migratie in het dier voorkomt, is het uitsteeksel 29 nog steeds benodigd om de markering 30 op zijn plaats in de buis 20 te houden. Het is echter gebleken dat het etsen de markering kan verzwakken en, hoewel experimenteel levensvatbaar, lijkt het niet dezelfde efficiency te bieden als het gebruik van een bedekking op de glazen capsule. 30
1. Werkwijze voor het vormen van een markering die een capsule met een passieve elektronische transponder omdat, welke capsule migratie binnen een dier voorkomt, gekenmerkt door het inbedden van 35 de elektronische transponder in een glazen capsule, het gedeeltelijk inbrengen van de glazen capsule in een vormholte, het inspuiten van een hars met een hoge wrijvingscoëfficiënt in de vormholte; en het om ten minste een gedeelte van de glazen capsule heen laten harden van de hars om een gestructureerd oppervlak op de capsule te verschaffen, dat vrij is van uitsteeksels en migratie binnen een dier voorkomt
2. Werkwijze voor het vormen van een markering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hars 40 polypropeen is.
3. Werkwijze voor het vormen van een markering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hars Silastic is.
4. Markering, die geschikt is om ingevoerd te worden in een dier door middel van een implanteerinrichting, welke markering een capsule met daarin een passieve elektronische schakeling omvat, en aan het 45 oppervlak voorzien is van wrijvingsorganen, die ten minste een gedeelte van het oppervlak van de capsule bedekken, met het kenmerk, dat de capsule (30) van glas is en dat de wrijvingsorganen (83) gevormd worden door een hars die om de capsule gehard is en een gestructureerd oppervlak heeft dat vrij is van stekels, voor het voorkomen van migratie, van de markering uit het dier.
5. Markering volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de wrijvingsorganen een laag (33) omvatten, die 50 ten minste een gedeelte van het oppervlak van de capsule (30) bedekt. Hierbij 5 bladen tekening
NL9500367A 1986-10-06 1995-02-24 Werkwijze voor het vormen van een markering, bestemd om ingevoerd te worden in een dier. NL194223C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9500367A NL194223C (nl) 1986-10-06 1995-02-24 Werkwijze voor het vormen van een markering, bestemd om ingevoerd te worden in een dier.

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/919,152 US4787384A (en) 1986-10-06 1986-10-06 Animal marker implanting system
US91915286 1986-10-06
NL8702369A NL191480C (nl) 1986-10-06 1987-10-05 Inrichting voor het implanteren van een markering in een dier.
NL8702369 1987-10-05
NL9500367A NL194223C (nl) 1986-10-06 1995-02-24 Werkwijze voor het vormen van een markering, bestemd om ingevoerd te worden in een dier.
NL9500367 1995-02-24

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9500367A NL9500367A (nl) 1995-08-01
NL194223B NL194223B (nl) 2001-06-01
NL194223C true NL194223C (nl) 2001-10-02

Family

ID=26646298

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9500367A NL194223C (nl) 1986-10-06 1995-02-24 Werkwijze voor het vormen van een markering, bestemd om ingevoerd te worden in een dier.
NL9500365A NL193396C (nl) 1986-10-06 1995-02-24 Samenstel voor het inbrengen van materie in een wezen.
NL9500366A NL194257C (nl) 1986-10-06 1995-02-24 Naaldsamenstel voor het implanteren van markeringen in dieren.

Family Applications After (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9500365A NL193396C (nl) 1986-10-06 1995-02-24 Samenstel voor het inbrengen van materie in een wezen.
NL9500366A NL194257C (nl) 1986-10-06 1995-02-24 Naaldsamenstel voor het implanteren van markeringen in dieren.

Country Status (1)

Country Link
NL (3) NL194223C (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL193396C (nl) 1999-09-06
NL9500365A (nl) 1995-08-01
NL194257B (nl) 2001-07-02
NL194257C (nl) 2001-11-05
NL193396B (nl) 1999-05-03
NL9500367A (nl) 1995-08-01
NL9500366A (nl) 1995-08-01
NL194223B (nl) 2001-06-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8702369A (nl) Systeem voor het implanteren van markeringen in dieren.
US5074318A (en) Animal marker
US5002548A (en) Animal marker implanting system
EP0457477B1 (en) Improved disposable self-shielding hypodermic syringe
NL193854C (nl) Medisch lancetorgaan.
AU619278B2 (en) Single hand actuated locking safety catheter and method of use
US9757552B2 (en) Applicator for inserting an implant
US20110098675A1 (en) Device for injecting a solid
DE69517933D1 (de) Gerät zur Einführung eines Implantates
NL194223C (nl) Werkwijze voor het vormen van een markering, bestemd om ingevoerd te worden in een dier.
CN111035832A (zh) 注射器主体
NL8301153A (nl) Verbeteringen bij of met betrekking tot chirurgische instrumenten.
EP0526986B1 (en) Injector for the insertion of an object into part of the body
IT9047753A1 (it) Sistema perfezionato per impiantare un contrassegno su un animale.
US20210154045A1 (en) Packaging Systems for Implantable Devices and Related Methods
US6158790A (en) Clipping device for a syringe cap or the like
CA2717428A1 (en) Device for injecting a solid
DE3733775A1 (de) Vorrichtung zum einpflanzen einer markierung in ein tier
FR2733156A1 (fr) Aiguille jetable d'injection ou de prelevement

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20071005