NL193500C - Instelbare scharnier. - Google Patents

Description

1 193500

Instelbare scharnier

De uitvinding heeft betrekking op een scharnier bestaande uit twee vleugels of nokkenbladen en een scharnierpen, die de twee vleugels onderling verbindt, waarbij achter één van de scharniervleugels of 5 nokkenbladen een stelplaat is aangebracht en de stelplaat en de ene scharniervleugel voorzien zijn van met elkaar overeenstemmende gaten voor het aanbrengen van bevestigingsschroeven, waarbij de gaten in de scharniervleugel langsgaten zijn, waarvan de langsrichting loodrecht staat op de schamieras.

Een dergelijk instelbaar scharnier is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage NL-A-8.800.506. In deze octrooiaanvrage wordt een scharnier beschreven, dat nagesteld kan worden, doordat een vleugel van het 10 scharnier voorzien is van langsgaten en klemmend bevestigd is op een stelplaat. Een bezwaar van deze bekende constructie is, dat steeds slechts een van de scharnieren van een raam- of deurconstructie kan worden gesteld, daar zodra de schroeven enigszins worden losgedraaid voor het bijstellen van de scharnier de vleugel los van de stelplaat heen en weer kan worden geschoven. Zodoende is het niet mogelijk om van een raam alle scharnieren tegelijkertijd in te stellen.

15 Algemeen bekend zijn scharnieren die worden toegepast om draaiende delen zoals ramen en deuren scharnierend te kunnen bevestigen in een kozijn. Hiertoe worden de scharnieren meestal eerst bevestigd aan het raam waarbij in de rand van het raam een uitsparing wordt aangebracht waarin een van de vleugels van het scharnier kan worden bevestigd; vervolgens wordt het raam geplaatst in de raam- of deuropening en wordt aldaar op de juiste plaats een uitsparing in het kozijn aangebracht om de tweede scharniervleugel 20 met behulp van bijvoorbeeld schroeven te kunnen bevestigen. Dit is de algemeen gebruikelijke methode die wordt toegepast door particulieren en bij renovatie.

De algemene tendens bij de bouw van grote projecten is om de uitsparingen die nodig zijn in de kozijnen en de draaiende delen, zoals ramen en deuren en die dienen om de scharniervleugels te bevestigen, van te voren op de fabriek aan te brengen. Daarna kunnen in de fabriek reeds de scharnieren worden aangebracht 25 en het geheel afgemonteerd worden. De kozijnen worden dan geleverd met draaiende delen erin gemonteerd. Een andere mogelijkheid is om op de bouwplaats af te monteren. Een bezwaar van de toepassing van de bekende scharnieren is dat deze niet kunnen worden nagesteld. Het blijkt namelijk dat wanneer kozijnen kant en klaar met draaiende delen worden geleverd, na het inbouwen het geheel niet optimaal werkt. De scharnieren nagesteld kunnen worden, blijkt in het bijzonder van belang te zijn indien de ene 30 fabrikant kozijnen levert met de ene scharniervleugels reeds op de juiste plaats gemonteerd en een andere fabrikant de bewegende delen, zoals ramen en deuren, met de andere scharniervleugels eveneens op de juiste plaats gemonteerd.

Het doel van de uitvinding is een scharnier waarvan nadat het raam of de deur is afgehangen in het kozijn, één van de scharniervleugels van elk van de scharnieren alsnog gemakkelijk over een kleine afstand 35 in een gewenste richting kan worden geplaatst, waarbij tijdens het instellen van een scharnier de in te stellen vleugel ten opzichte van de stelplaat steeds traploos kan worden versteld en steeds in de nieuwe stand een vaste positie inneemt, waarna de vleugel kan worden gefixeerd op de stelplaat.

Dit oogmerk wordt bereikt met een scharnier volgens de uitvinding, doordat in de stelplaat een kamer of ruimte is uitgespaard waarin een nok is geplaatst die kan samenwerken met een rondsel, welk rondsel 40 bestaat uit een plaat waarvan de diameter kleiner is dan de buitenafmetingen van de kamer en de dikte ongeveer overeenkomt met de hoogte van de kamer en dat op deze plaat een cirkelvormige kop is aangebracht, waarvan de buitenafmetingen ongeveer overeenkomen met een rond gat dat is uitgespaard in de instelbare scharniervleugel, en dat in de plaat van het rondsel een spiraalvormige gleuf is uitgespaard of uitgefreesd, waarvan de breedte overeenkomt met de diameter van de nok en het ene uiteinde van de gleuf 45 begint nabij het midden van de kop en vandaar uit spiraalvormig naar buiten loopt.

Met een dergelijke scharnier volgens de uitvinding is het mogelijk om van te voren de beide nokkenbladen van de scharnieren in een kozijn respectievelijk op of aan een deur of raam te bevestigen. Daarna kan door het iets losschroeven van de bevestigingsschroeven het scharnier zodanig ingesteld worden dat met behulp van de stelplaat en het rondsel, het raam op de deur zodanig kan worden ingesteld dat de 50 bewegende delen op de juiste manier zijn afgehangen. Tijdens het instellen zal een vleugel van een scharnier ten opzichte van een stelplaat steeds één bepaalde stand kunnen innemen en zich niet na het stellen en voor het vastzetten van de vleugel naar een andere ongewenste stand kunnen verplaatsen.

Uit Europese octrooiaanvrage 0 259 618 is een instelbaar scharnier bekend, waarvan de scharnierbus is voorzien van een vleugel met een langsgat, welke vleugel via een in het langsgat reikende excenterbout 55 aan een sponning kan worden bevestigd. Doordat de excenterbout ertoe neigt een voorkeursstand in te nemen, kan na het uitrichten van de scharnierbus, tijdens het aanbrengen van de klemmende bevestigingsmiddelen, een nauwkeurige uitrichting verloren gaan.

Claims (3)

193500 2 Uit het Zwitserse Patentschrift 0 262 503 is een eenvoudig instelbaar scharnier bekend dat door middel van een excentrische schroef getrapt in de dwarsrichting (loodrecht op de scharnierpen) verstelbaar is. Een nauwkeurige en alzijdige uitrichting van de vleugel van het scharnier kan met de bekende inrichting niet worden verkregen. 5 Bij voorkeur is de stelplaat voorzien van klemmiddelen waardoor de stelplaat om de scharniervleugel kan worden geklemd, waarbij deze klemmiddelen bij voorkeur bestaan uit twee klikorganen die vallen in twee uitsparingen in de vleugel en die in deze uitsparingen over een kleine gewenste afstand dwars op de scharnierrichting kunnen worden verplaatst. Met deze maatregel wordt bereikt dat de stelplaat het rondsel en de instelbare scharniervleugel gemakkelijk als een geheel kunnen worden bevestigd op een kozijn of de 10 bewegende delen zoals een deur of een raam, zonder dat het rondsel eruit valt. Aan de hand van de tekening zal de uitvinding nader worden verklaard. In de tekening toont: figuur 1 een aanzicht van een scharnier volgens de uitvinding; figuur 2 een aanzicht van de stelplaat; 15 figuur 3, A en B een voor- respectievelijk achteraanzicht van het rondsel. Figuur 1 toont een scharnier volgens de uitvinding. De scharnier 1 bestaat uit twee vleugels 2, 3 en een scharnierpen 4. De ene scharniervleugel 2 is voorzien van twee nokken 5 en de andere scharniervleugel 3 van drie nokken 5. Om de scharniervleugel 2 te kunnen bevestigen is deze voorzien van een aantal gaten 20 6. Tevens is de ene scharniervleugel 2 voorzien van een lip 7 die valt in gat 8' in de andere scharniervleugel 3 en die dient om inbraak tegen te gaan. Op de achterzijde van de scharniervleugel 3 is een stelplaat 9 bevestigd met behulp van een tweetal klikorganen 10 die vallen in uitsparingen 11. De uitsparingen 11 zijn breder dan de klikorganen 10. Zowel in de stelplaat 9 als in de scharniervleugel 3 zijn een drietal gaten 6, 12 aangebracht die met elkaar corres-25 ponderen en dienen om met behulp van schroeven (hier niet getoond) de stelplaat 9 tezamen met de scharniervleugel 3 op een raam of een deur te kunnen bevestigen. De gaten 12 in de scharniervleugel 3 zijn langsgaten, waarvan de langsrichting loodrecht staat op de richting van de scharnieras 4. Ook is in de stelplaat een gat 8" aangebracht waarin de lip 7 van de scharniervleugel 2 valt. Figuur 2 toont de stelplaat 9 met de klikorganen 10 en de gaten 6. In de stelplaat is een kamer 13 30 aangebracht, met een nok 14 op de bodem 15 van de kamer 13. Figuur 3 toont in de afbeeldingen A, B de voorzijde, respectievelijk achterzijde van een rondsel 16. Het rondsel 16 bestaat uit een cirkelvormige plaat 17 waarin een vlakke spiraalvormige gleuf 18 is uitgespaard, die ongeveer in het midden van de plaat begint en spiraalvormig naar de buitenkant van de cirkelvormige plaat 17 loopt. Op de cirkelvormige plaat 17 is een kop 19 aangebracht met in de kop 19 een gleufje 20 die 35 dient om het rondsel met behulp van een schroevendraaier te kunnen ronddraaien. De cilindervormige kop 19 is draaibaar geplaatst in een cilindervormige uitsparing 21 van de scharniervleugel 3. Figuur 3A toont de voorzijde van het rondsel en de figuur 3B de achterzijde van het rondsel. Door het rondsel 16 in de kamer 13 van de scharniervleugel 3 te plaatsen waarbij de nok 14 in de vlakke spiraalvormige gleuf 18 valt, kan vervolgens met behulp van de klikorganen 10 de scharniervleugel 3 op de 40 stelplaat 9 worden bevestigd, waarbij het rondsel 16 opgesloten zit tussen de scharnierplaat 3 en de stelplaat 9, zoals weergegeven in figuur 1. Door nu de scharniervleugel 3 met stelplaat 9 en rondsel 16 op een kozijn of een bewegend deel te bevestigen, en de bevestigingsschroeven niet geheel aan te draaien, kan met behulp van een schroevendraaier het rondsel 16 worden rondgedraaid en de scharniervleugel 3 in een richting loodrecht op de scharnieras van het scharnier 1 traploos over een kleine afstand worden 45 verplaatst. Vervolgens kan dan de bevestigingsschroeven worden aangedraaid wanneer de scharnier ten opzichte van het kozijn en het raam de juiste stand heeft ingenomen. 50

1. Scharnier bestaand uit twee vleugels of nokkenbladen en een scharnierpen, die de twee vleugels onderling verbindt, waarbij achter één van de scharniervleugels (3) of nokkenbladen een stelplaat (9) is aangebracht en de stelplaat (9) en de ene scharniervleugel (3) voorzien zijn van met elkaar overeenstemmende gaten (6, 12) voor het aanbrengen van bevestigingsschroeven, waarbij de gaten in de scharnier-55 vleugel langsgaten (12) zijn, waarvan de langsrichting loodrecht staat op de scharnieras, met het kenmerk, dat in de stelplaat (9) een kamer (15) of ruimte is uitgespaard waarin een nok (14) is geplaatst die kan samenwerken met een rondsel welk rondsel (16) bestaat uit een plaat (17) waarvan de diameter kleiner is 3 193500 dan de buitenafmetingen van de kamer (15) en de dikte ongeveer overeenkomt met de hoogte van de kamer (15) en dat op deze plaat (17) een cirkelvormige kop (19) is aangebracht, waarvan de buitenafmetingen ongeveer overeenkomen met een rond gat (21) dat is uitgespaard in de instelbare scharnier-vleugel (3), en dat in de plaat van het rondsel een spiraalvormige gleuf (18) is uitgespaard of uitgefreesd, 5 waarvan de breedte overeenkomt met de diameter van de nok en het ene uiteinde van de gleuf (18) begint nabij het midden van de kop en vandaar uit spiraalvormig naar buiten loopt.

2. Scharnier volgens conclusie 1, waarbij de stelplaat (9) voorzien is van klemmiddelen waardoor de stelplaat (9) om de scharniervleugel (3) kan worden geklemd, met het kenmerk, dat de klemmiddelen bestaan uit twee klikorganen (10) die kunnen vallen in twee uitsparingen (11) in de scharniervleugel (3) en 10 in die uitsparingen (11) over een kleine afstand dwars op de scharnierrichting kunnen worden verplaatst.

3. Scharnier volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het rondsel (16) voorzien is van middelen voor het kunnen verdraaien van het rondsel wanneer de stelplaat (9) is vastgeklemd of geklikt aan de scharniervleugel (3) van de scharnier (1). Hierbij 1 blad tekening