NL193357C - Borstelwals. - Google Patents

Description

1 193357

Borstelwals

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een borstelwals in borstelzuigers of borstelvoorzetstukken, waarvan de as horizontaal en dwars op de werkrichting in een huis is gelegerd en die door middel van een 5 elektromotor of turbine wordt aangedreven, waarbij de aandrijfkracht door de aandrijfas van de elektromotor of van de turbine op een tand-riem of een vlakke-riem wordt overgedragen en van deze riem op een op de borstelwalsas bevestigde tand- of vlakke-riemschijf en waarbij de vlakke-riem of de tandriem voor het buitensluiten van vuil is omgeven door een beschermkast.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het US-A-3.005.224. De beschermkast voor de aandrijfriemen van 10 deze bekende borstelwals bestaat daarbij uit meerdere delen en een los ingeklemd deel. Deze delen zijn moeilijk te vervaardigen en moeten ook nog op de juiste wijze op elkaar aansluiten. Een hoogteverstelbaar-heid van de borstelwalsen is bij deze uitvoering niet mogelijk.

De uitvinding heeft tot doel een beschermkast voor een borstelwals te verschaffen, die gemakkelijk in te maken, gemakkelijk in te monteren en te demonteren en die op gemakkelijke wijze een hoogteverstelbaar-15 heid van de borstelwals mogelijk maakt.

Overeenkomstig de uitvinding heeft de borstelwals daartoe het kenmerk, dat de beschermkast zodanig deelbaar is uitgevoerd dat het in hoofdzaak horizontaal verlopende scheidingsvlak in de gemonteerde toestand de draaiingsas van de borstelwals snijdt, en dat het uiteinde van de beschermkast dat naar de borstelwals is toegekeerd op de borstelwalsas is gelegerd en dat het van de borstelwals afgekeerde uiteinde 20 van de beschermkast ofwel zwenkbaar op de aandrijfas is gelegerd ofwel zwenkbaar met een de aandrijfas omgevend deel van het huis is verbonden.

Bij een zwenkbare legering van het van de borstelwals afgekeerde einde van de beschermkast op de aandrijfas, wordt de riem volledig omgeven. Is het van de borstelwals afgekeerde einde van de beschermkast zwenkbaar verbonden met een, de aandrijfas omgevend deel van het huis, dan dekt dat huis de riem 25 gedeeltelijk af, waarbij de beschermkast de buiten het huis verlopende riem volledig afdekt.

Voor grote asafstanden tussen de aandrijfas en de borstelwalsas is binnen de omlopende tandriem of vlakke-riem een door deze riem aangedreven steunschijf aangebracht, die in de beschermkast is gelegerd.

Voor het afsluiten van de binnenruimte van de beschermkast, grijpt deze labyrintachtig om een aan weerszijden van de tand- of vlakke-riemschijf op de borstelwalsas aangebracht schijfvormige afdichtplaat.

30 In een voorkeursuitvoeringsvorm is loopt het in hoofdzaak horizontaal verlopende scheidingsvlak van de beschermkast bij toepassing van een steunschijf ook door het midden van de draaiingsas daarvan.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvorm van de borstelwals worden beschreven.

35 Figuur 1 is een dwarsdoorsnede van een aan de aandrijfas van de motor gelegerde beschermkast voor de aandrijving van een borstelwals volgens de lijn l-l in figuur 2; figuur 2 is een bovenaanzicht van de beschermkast met weggenomen bovendeel; figuur 3 is een dwarsdoorsnede van een in het huis gelegerde beschermkast voor de riemaandrijving volgens de lijn lll-lll in figuur 4; en 40 figuur 4 is een bovenaanzicht van de beschermkast volgens figuur 3 met weggenomen bovendeel.

In figuur 1 is de om de aandrijving 1 aangebrachte beschermkast 2 weergegeven, die uit een bovendeel 3 en een benedendeel 4 bestaat, waarbij het scheidingsvlak 5 door het midden 6 van de motor- respectievelijk aandrijfas 7 en het midden 8 van de borstelwalsas 9 verloopt. Op de motoras 7 is het rondsel of de schijf 10 45 aangebracht die een tand- of vlakkeriem 11 aandrijft. Wanneer de asafstand tussen de aandrijfas en borstelwalsas 9 groot is, wordt tussen de toe- en aflopende riemdelen een op een as 12 draaibaar gelegerde steunschijf 13 aangebracht, waarbij het midden van de as 12 op het scheidingsvlak 5 ligt en de doorsnede van de steunschijf 13 zo is gekozen, dat de riem 11 licht gespannen op deze schijf ligt. De afstand x tussen de steunschijf 13 en de op de borstelwalsas 9 aangebrachte riemschijf 15 moet daarbij zo 50 klein mogelijk zijn.

De legering van de beschermkast 2 geschiedt door de flens 14 aan het boven- en benedendeel 3, 4 en vormt daar tevens het draaipunt voor het zwenken van de gehele beschermkast 2 bij een hoogteversnelling van de borstelwals 9.

Op de borstelwalsas 9 is dus de tand- respectievelijk vlakke-riemschijf 15 vast aangebracht. Om het 55 binnendringen van vuil in de binnenruimte van de beschermkast 2 te verhinderen is aan weerszijden van de riemschijf 15 aan de borstelwalsas 9 telkens een omlopende afdichtplaat 16 gevormd, waaromheen labyrintvormig, de borstelwalslegering 17 van de beschermkast 2 zich uitstrekt.

Claims (4)

193357 2 In de figuren 3 en 4 is een beschermkast 18 weergegeven, die eveneens uit een bovendeel 19 en een benedendeel 20 bestaat. Deze kast grijpt om de tand- of vlakke-riem 11 van de aandrijving 1 alleen in de zone, waarin de riem buiten het aandrijf- respectievelijk turbinehuis 21 verloopt. De legering van de beschermkast 18 geschiedt met behulp van daaraan gevormde tappen 22 in opneemmiddelen 23 in het 5 aandrijfhuis 21, waarbij de opneemmiddelen 23 op het midden 8 van de borstelwals 9 liggen. Het scheidingsvlak 25 tussen het bovendeel 19 en het benedendeel 20 ligt. Het aandrijf- respectievelijk turbinehuis 21 is in de zone van de opneemmiddelen 23 met behulp van ribben 26 langs de beschermkast 18 geleid, om daarmee een afdichting tussen de beschermkast en het aandrijfhuis 21 te bereiken. Het open einde van de beschermkast 18 heeft aan het boven- en benedendeel 19, 20 elk een aanloopwelving 27, die 10 verhindert dat de riem 11 bij het zwenken van de beschermkast 18 wordt beschadigd. De ondersteuning van de beschermkast 18 op de borstelwalsas 9 geschiedt op een loopvlak 28 van de borstelwalsas 9 links en rechts van de tand-, respectievelijk vlakke-riemschijf 15, die de beschermkast 18 bovendien labyrintvormig omvat. 15

1. Borstelwals in borstelzuigers of borstelvoorzetstukken, waarvan de as horizontaal en dwars op de werkrichting in een huis is gelegerd en die door middel van een elektromotor of turbine wordt aangedreven, 20 waarbij de aandrijfkracht door de aandrijfas van de elektromotor of van de turbine op een tand-riem of op een vlakke-riem wordt overgedragen en van deze riem op een op de borstelwalsas bevestigde tand- of vlakke-riemschijf en waarbij de vlakke-riem of de tandriem voor het buitensluiten van vuil is omgeven door een beschermkast, met het kenmerk, dat de beschermkast (2; 18) zodanig deelbaar is uitgevoerd dat het in hoofdzaak horizontaal verlopende scheidingsvlak (5, 25) in de gemonteerde toestand de draaiingsas van de 25 borstelwals (9) snijdt, en dat het uiteinde van de beschermkast (2; 18) dat naar de borstelwals is toegekeerd op de borstelwalsas (9) is gelegerd en dat het van de borstelwals (9) afgekeerde uiteinde van de beschermkast (2; 18) ofwel zwenkbaar op de aandrijfas (7) is gelegerd ofwel zwenkbaar met een de aandrijfas (7) omgevend deel (21) van het huis is verbonden.

2. Borstelwals volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor grote asafstanden tussen de aandrijfas (7) 30 en de borstelwalsas (9) binnen de omlopende tandriem of vlakke-riem (11) een door deze riem aangedreven steunschijf (13) is aangebracht, die in de beschermkast (2; 18) is gelegerd.

3. Borstelwals volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat, voor het afsluiten van de binnenruimte van de beschermkast (2) deze labyrintachtig om een aan weerszijden van de tand- of vlakke-riemschijf (15) op de borstelwalsas (9) aangebrachte schijfvormige afdichtplaat (16) grijpt.

4. Borstelwals volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het in hoofdzaak horizontaal verlopende scheidingsvlak (5 25) van de beschermkast (2; 18) bij toepassing van een steunschijf (13) ook door het midden van de draaiingsas (12) daarvan loopt. Hierbij 2 bladen tekening