NL193327C - Werkwijze voor het leggen van een zwevende vloer onder gebruikmaking van een elastische ondervloer, alsmede elastische onderlaag voorzien van een lijmlaag en een papierlaag. - Google Patents

Description

1 193327

Werkwijze voor het leggen van een zwevende vloer onder gebruikmaking van een elastische ondervloer, alsmede elastische onderlaag voorzien van een lijmlaag en een papierlaag

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het leggen van een zwevende vloer onder gebruikma-5 king van een elastische onderlaag, waarbij op een dekvloer, bijvoorbeeld van cement, een elastische onderlaag, welke aan de bovenzijde is voorzien van een lijmlaag, die door een papierlaag is afgedekt, wordt aangebracht en achtereenvolgens telkens een afzonderlijk vloerdeel van de aan te brengen vloer op de onderlaag wordt gelijmd onder verwijdering van het daar aanwezige deel van de papierlaag.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Franse octrooi 2.237.035. Daarbij wordt de onderlaag gevormd 10 door een uit lange cellulose-vezels bestaande materiaallaag, die aan zijn onderzijde is voorzien van een dunne elastomeerlaag en aan zijn bovenzijde van een lijmlaag. Deze tussenlaag wordt op de dekvloer afgerold waarna de tegels worden aangebracht.

Volgens de uitvinding wordt nu de elastische onderlaag in een gestrekte toestand op de dekvloer geplaatst voordat de vloerdelen op de onderlaag worden gelijmd.

15 Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kan worden bereikt, dat de aangebrachte vloerdelen constant naar elkaar worden getrokken door de in de elastische onderlaag heersende spanning, waardoor vorming van spleten en dergelijke tussen de vloerdelen, bijvoorbeeld als gevolg van krimpen en/of uitzetten veroorzaakt door wijzigingen in de luchtvochtigheid, wordt tegengegaan.

Opgemerkt wordt, dat in de Nederlandse octrooiaanvrage 7601212 een werkwijze wordt beschreven voor 20 het leggen van een tegelvloer waarbij tussen de dekvloer en de tegels een samendrukbare tussenlaag, bestaande uit synthetische of natuurlijke vezels wordt gelegd, waarbij deze tussenlaag is voorzien van een lijmlaag voor het hechten van de op de tussenlaag te leggen tegels. Ook uit deze publicatie is het gebruik van een elastische tussenlaag, die voor het aanbrengen van vloerdelen wordt gestrekt, niet te ontnemen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een elastische onderlaag, voorzien van lijmlaag en papierlaag, 25 kennelijk bestemd voor toepassing bij de uitgevonden werkwijze, waarbij de onderlaag is voorgespannen voorafgaande aan het aanbrengen van de lijmlaag en de papierlaag. Deze werkzaamheden kan men in een fabriek uitvoeren. De aangehechte lijmlaag en papierlaag zorgen ervoor dat de gestrekte toestand wordt gehandhaafd, zo lang de papierlaag op de lijmlaag zit. Aldus is de uitgevonden werkwijze onder toepassing van de vooraf vervaardigde gestrekte elastische onderlaag voorzien van lijmlaag en papierlaag eenvoudig te 30 verwezenlijken.

De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening van een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.

Figuur 1 toont schematisch een zwevende vloer gedeeltelijk perspectivisch en in dwarsdoorsnede; 35 figuur 2 toont een gedeeltelijk uitgerolde elastische onderlaag gedeeltelijk in dwarsdoorsnede en perspectivisch, aangebracht op een dekvloer en figuur 3 toont schematisch de onderlaag volgens de figuren 1 en 2 in perspectief met pijlen ter aanduiding van de uitgeoefende voorspanning die wordt verkregen door het uitoefenen van trekspanning in twee loodrecht op elkaar staande richtingen.

40

In figuur 1 is een zwevende vloer getoond, die is aangebracht op een betonvloer 1 die van wapenings-staven 2 is voorzien. De ruwe bovenzijde van de betonvloer 1 is afgewerkt met een vlakke deklaag 3 welke als dekvloer dient voor de zwevende vloer. Bovenop de deklaag 3 is een elastische onderlaag 4 gelegd, b.v. bestaande uit een fijncellige schuimlaag die bij voorkeur langs zijn omtreksranden met behulp van 45 dubbelzijdig kleefband 5 aan zijn onderzijde in gestrekte positie wordt vastgehecht aan de dekvloer 3. De gehele bovenzijde van de elastische onderlaag 4 is voorzien van een goed hechtende lijmlaag 6, om de zwevend te leggen vloerdelen 7 op te fixeren. In figuur 1 is getoond dat de onderzijde van een gelegd vloerdeel van een folie 8 is voorzien waarvan het gladde oppervlak een bijzonder goede hechting oplevert met de lijmlaag 6. Lijmlaag 6 en de folielaag 8 van het vloerdeel 7 dienen perfect samen te werken. Is de 50 folielaag 8 een pvc-folie dan mag de lijmlaag 6 b.v. geen weekmaker bevatten, kortom de samenwerking van het vloerdeel 7 met de lijmlaag 6 dient van zodanige aard te zijn dat loslating na fixeren onmogelijk is.

In figuur 2 is schematisch weergegeven dat de elastische onderlaag 4 met daar bovenop de lijmlaag 6 aanvankelijk bedekt is door een papierlaag 9 die een grote treksterkte dient te hebben. Enerzijds vormt die papierlaag 9 een beschermende laag voor de oppervlakte van de lijmlaag 6, anderzijds is de aanwezigheid 55 van de papierlaag 9 voorafgaande aan het fixeren van het vloerdeel 7 in figuur 1 van wezenlijk belang. Immers zou het bij afwezigheid van die papierlaag 9 niet mogelijk zijn om een dergelijke elastische onderlaag 4 met lijmlaag 6 uit te rollen volgens pijl A op de dekvloer 3 maar bovenal verschaft die

Claims (2)

193327 2 papierlaag 9 bij het plaatsen van elk vloerdeel 7 de mogelijkheid om de gewenste nauwe aansluiting met een aangrenzend vloerdeel 7 tot stand te brengen waarna pas de papierlaag 9 onder de onderzijde van het vloerdeel 7 wordt weggetrokken. Dit gebeurt in figuur 2 in een richting van de pijl B. Voor het plaatsen van het eerste vloerdeel, wordt vanaf de omtreksrand van de zwevende vloer eerst een gedeelte van de 5 papierlaag 9 weggetrokken volgens pijl B, waarna het aangrenzende vloerdeel 7 op de gladde zijde van de weggetrokken papierlaag 9 geplaatst wordt in goede aansluiting met het eerstgelegde vloerdeel 7. Door vervolgens de papierlaag 9 verder in dwarsrichting volgens de pijl B onder het tweede vloerdeel gelijkmatig weg te trekken komt de perfecte fixering daarvan op de elastische onderlaag 4 tot stand en vervolgens kan zo verder gewerkt worden. 10 In figuur 3 is weergegeven dat door het bij voorkeur gelijkmatig strekken van de onderlaag 4 in verschillende richtingen volgens de weergegeven pijlen F in een dwarsdoorsnede over deze laag trek-spanningen optreden. Wordt daarna een lijmlaag 6 en vervolgens een papierlaag 9 bovenop de betrekkelijk dunne elastische onderlaag 4 aangebracht dan blijft daarin de gelijkmatige trekspanning bewaard en dit blijft zo bij het aanbrengen van de elastische onderlaag 4 op de dekvloer 5. 15 Bij vloerdelen van langwerpige vorm is het wegtrekken van de papierlaag in een richting dwars op de lengterichting van het vloerdeel gunstig. Bij gebruik van langwerpige vloertegels voor een zwevende vloer gaat dezelfde werkwijze op. Voor vierkante vloerdelen speelt de richting waarin de papierlaag wordt weggetrokken geen rol. De papierlaag dient echter een behoorlijke treksterkte te hebben om te voorkomen dat tijdens het fixeren van de vloerdelen in de papierlaag scheurvorming optreedt. 20 De elastische onderlaag dient een bij voorkeur een fijncellige structuur te bezitten. Of de celstructuur open of gesloten is, de eigen elasticiteit van het materiaal waaruit de onderlaag bestaat is bepalend voor de karakteristieke gewenste eigenschappen van de te leggen zwevende vloer. Ook hier zijn diverse mogelijkheden om kunststofschuim of b.v. rubberschuim toe te passen, al naar gelang de gebruikseisen van de zwevende vloer daarom vragen. Celstructuur en dikte tezamen bepalen de mate van veerkracht. Een 25 schuimlaag van ca. 2 tot 15 mm levert naar keuze b.v. reeds gewenste verende eigenschappen op bij gebruikmaking van vloerdelen met een dikte van ca. 3 tot 22 mm. De toe te passen lijmsoort voor de lijmlaag dient aan het gebruik van hout of kunststof als materiaal voor de vloerdelen te worden aangepast. 30 Conclusies

1. Werkwijze voor het leggen van een zwevende vloer onder gebruikmaking van een elastische onderlaag, waarbij op een dekvloer, bijvoorbeeld van cement, een elastische onderlaag, welke aan de bovenzijde is voorzien van een lijmlaag, die door een papierlaag is afgedekt, wordt aangebracht en achtereenvolgens 35 telkens een afzonderlijk vloerdeel van de aan te brengen vloer op de onderlaag wordt gelijmd onder verwijdering van het daar aanwezige deel van de papierlaag, met het kenmerk, dat de elastische onderlaag (4) in een gestrekte toestand op de dekvloer (1) wordt geplaatst voordat de vloerdelen (7) op de onderlaag (4) worden gelijmd.

2. Elastische onderlaag voorzien van lijmlaag en papierlaag kennelijk bestemd voor toepassing bij de 40 werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderlaag is voorgespannen voorafgaand aan het aanbrengen van de lijmlaag en de papierlaag aangebracht. Hierbij 1 blad tekening