NL193250C - Measuring trolley movable over rails for measuring imperfections in the running surfaces of railway tracks. - Google Patents
Measuring trolley movable over rails for measuring imperfections in the running surfaces of railway tracks. Download PDFInfo
- Publication number
- NL193250C NL193250C NL9401543A NL9401543A NL193250C NL 193250 C NL193250 C NL 193250C NL 9401543 A NL9401543 A NL 9401543A NL 9401543 A NL9401543 A NL 9401543A NL 193250 C NL193250 C NL 193250C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- measuring
- rails
- rollers
- beams
- running surfaces
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B61—RAILWAYS
- B61K—AUXILIARY EQUIPMENT SPECIALLY ADAPTED FOR RAILWAYS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B61K9/00—Railway vehicle profile gauges; Detecting or indicating overheating of components; Apparatus on locomotives or cars to indicate bad track sections; General design of track recording vehicles
- B61K9/08—Measuring installations for surveying permanent way
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01B—MEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
- G01B7/00—Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques
- G01B7/28—Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques for measuring contours or curvatures
- G01B7/281—Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques for measuring contours or curvatures for measuring contour or curvature along an axis, e.g. axial curvature of a pipeline or along a series of feeder rollers
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01B—MEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
- G01B7/00—Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques
- G01B7/34—Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques for measuring roughness or irregularity of surfaces
- G01B7/345—Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques for measuring roughness or irregularity of surfaces for measuring evenness
Description
1 1932501 193250
Over rails verrijdbare meetwagen voor het meten van onvolkomenheden in de rijvlakken van spoorbanenMeasuring trolley movable over rails for measuring imperfections in the running surfaces of railway tracks
De uitvinding betreft een over een spoorbaan verrijdbare meetwagen met een chassis en een registrerende 5 meetinrichting voor bepaling en optekening van het profiel in de lengterichting van de loopvlakken van de spoorbaan, met op de spoorstaven in de lengterichting van de spoorstaven liggende en over de loopvlakken in de lengterichting van de spoorstaven beweegbare draagelementen, welke zijn voorzien van aan een zijde aangebrachte geleidingselementen, die ais gevolg van veerdruk aansluiten op de binnenzijde van de kop van de spoorrail.The invention relates to a measuring carriage movable over a railway track with a chassis and a recording measuring device for determining and recording the profile in the longitudinal direction of the running surfaces of the railway track, with lying on the rails in the longitudinal direction of the rails and over the running surfaces in support elements movable in the longitudinal direction of the rails, which are provided with guide elements arranged on one side, which, as a result of spring pressure, connect to the inside of the head of the rail.
10 Een dergelijke meetwagen is bekend uit het Duitse octrooischrift 3.000.323.Such a measuring carriage is known from German patent 3,000,323.
Deze bekende meetwagen is voorzien van een golfanalysator voor de bepaling van de grootte van de golfslijtage in de loopvlakken van een spoorbaan. Deze omvat een glijvlakvormig element met een afmeting in de lengterichting, die in hoofdzaak gelijk is aan tweemaal de afstand tussen de toppen van de golven, alsmede een inrichting voor het verschuiven van het glijvlakvormige element in de lengterichting van en 15 welke in contact staat met een spoorbaan en een nabij het middelpunt van het glijvlakvormige element aangebrachte waarnemer van afstanden, welke niet in contact staat met de loopvlakken van de spoorbaan.This known measuring carriage is provided with a wave analyzer for determining the magnitude of the wave wear in the running surfaces of a railway track. It comprises a sliding surface-shaped element with a longitudinal dimension substantially equal to twice the distance between the tops of the waves, and a device for sliding the sliding surface-shaped element in the longitudinal direction of and which is in contact with a railway and an observer of distances arranged near the center of the sliding surface-shaped element, which is not in contact with the running surfaces of the railway.
Deze inrichting vertoont echter een reeks nadelen. Afhankelijk van de constructie is het met deze inrichting slechts mogelijk in één bewegingsinrichting te meten. De inrichting glijdt over glijvlakken, die zich over de gehele lengte van de inrichting uitstrekken en vertoont derhalve, met in achtneming van de 20 frequentie van de golven, een lengte van ongeveer 150 cm. Het relevante vlak voor de meting is het raakvlak van het glijvlak en de rijvlakken van de spoorstaven. Er kunnen geen vervormingen buiten het relevante vlak worden gemeten. Als gevolg van het relatief grote gewicht van de inrichting bestaat het gevaar, dat bij het meten, dat bij ongeveer 8 km/h moet worden uitgevoerd, door de sleepwrijving van de glijvlakvormige elementen beschadigingen aan de rijvlakken van de spoorstaven kunnen optreden, die tot 25 koudlassen kunnen leiden. Dergelijke beschadigingen van de rijvlakken van de spoorstaven zijn in het bijzonder beslist te vermijden in het geval, wanneer na het uitvoeren van het slijpen van de spoorstaven een verslag van de toestand van de slijpkwaliteit wordt opgesteld. Een verder nadeel van de inrichting is, dat de glijvlakken ten opzichte van een denkbeeldige, dwars op de lengterichting van de spoorstaven liggende as in stijve configuratie zijn geplaatst, en deze door middel van paralielverbindingen zijn gekoppeld, terwijl in de 30 praktijk gewoonlijk een horizontale afwijking van de spoorstaven in de bewegingsrichting kan optreden.However, this device has a number of drawbacks. Depending on the construction, it is only possible to measure in one movement device with this device. The device slides over sliding surfaces which extend over the entire length of the device and therefore has a length of approximately 150 cm, taking into account the frequency of the waves. The relevant plane for the measurement is the interface of the sliding surface and the running surfaces of the rails. Distortions outside the relevant plane cannot be measured. Due to the relatively large weight of the device, there is a danger that during the measurement, which has to be carried out at about 8 km / h, damage may occur to the running surfaces of the rails due to the drag friction of the sliding surface-shaped elements, up to 25 cold welding can lead. Such damage to the running surfaces of the rails is particularly to be avoided in the event that after the grinding of the rails has been carried out, a report of the condition of the grinding quality is drawn up. A further drawback of the device is that the sliding surfaces are placed in rigid configuration with respect to an imaginary axis lying transversely to the longitudinal direction of the rails, and they are coupled by means of parallel connections, while in practice usually a horizontal deviation of the rails in the direction of movement.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel een oplossing te geven voor het technische probleem een op spoorstaven verrijdbare meetwagen te verschaffen, die de bovengenoemde nadelen niet heeft waartoe de meetwagen volgens de uitvinding zich onderscheidt doordat 1. het chassis van de meetwagen uit twee opwaarts georiënteerde vakwerken bestaat, 35 1.1. de vakwerken door middel van een steekasverbinding ten opzichte van elkaar in een begrensd gebied verdraaibaar zijn, 1.2. de draagelementen uit telkens twee, in lijn met de lengterichting van de spoorstaven geplaatste rolelementen bestaan, 1.2.1. de rolelementen op een grotere afstand van elkaar zijn geplaatst dan de maximale periode van de 40 korte golven, 1.2.2. in elk rolelement achter elkaar een aantal in lijn geplaatste enkele rollen zijn aangebracht, 1.2.2.1. de afstand tussen de assen van de enkele rollen kleiner is dan de minimale periode van de ribbels, 1.2.2.2. de enkele rollen steeds op de het verst van het midden van de spoorstaven verwijderde zijde van de kop van de spoorstaven rusten, 45 1.3.1. aan de liggers telkens in het midden tussen de rolelementen als meetinrichtingen vormgegeven meetwaamemers zijn geplaatst, welke met het midden van de rijvlakken van de koppen van de spoorstaven in contact staan, 1.4.1. de aan de zijkant geplaatste geleidingselementen door de geleiderollen zijn gevormd.The object of the present invention is to provide a solution to the technical problem of providing a measuring trolley movable on rails which does not have the above-mentioned drawbacks, to which the measuring trolley according to the invention is distinguished in that 1. the chassis of the measuring trolley consists of two upwardly oriented trusses 35 1.1. the trusses are rotatable relative to each other in a limited area by means of a thru-axle connection, 1.2. the load-bearing elements consist of two rolling elements placed in line with the longitudinal direction of the rails, 1.2.1. the rolling elements are placed at a greater distance from each other than the maximum period of the 40 short waves, 1.2.2. a plurality of aligned single rollers are arranged in succession in each roller element, 1.2.2.1. the distance between the axles of the single rollers is less than the minimum period of the ridges, 1.2.2.2. the single rollers always rest on the side of the head of the rails furthest from the center of the rails, 45 1.3.1. measuring observers designed in the middle between the rolling elements as measuring devices are placed on the beams and are in contact with the center of the running surfaces of the heads of the rails, 1.4.1. the lateral guide elements are formed by the guide rollers.
De meetwagen levert in beide rijrichtingen reproduceerbare metingen, zodat controlemetingen in beide 50 richtingen kunnen worden uitgevoerd. De meetwagen volgens de onderhavige uitvinding is verder in het bijzonder geschikt voor het meten van vervormingen van de rijvlakken van de spoorstaven buiten de door de dekarmen bepaalde relevante vlakken, waarbij een door de meetrinrichting veroorzaakte beschadiging van het te meten oppervlak van de spoorstaven moet zijn uitgesloten.The measuring carriage provides reproducible measurements in both directions of travel, so that control measurements can be carried out in both 50 directions. The measuring carriage according to the present invention is furthermore particularly suitable for measuring deformations of the running surfaces of the rails outside the relevant surfaces determined by the deck arms, whereby damage to the surface of the rails to be measured caused by the measuring device must be excluded. .
55 Aan de hand van de figuren 1 tot en met 6 wordt een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding nader verduidelijkt.An embodiment of the invention will be further elucidated with reference to Figures 1 to 6.
Figuur 1 toont een perspectivische weergave van de gehele inrichting; 193250 2 figuur 2 toont een aanzicht in overeenstemming met de pijl II in figuur 1; figuur 3 toont een doorsnede langs de lijn Ill-Ill in figuur 1 en figuur 2; figuur 4 toont een doorsnede langs de lijn IV-IV in figuur 1; figuur 5 toont een doorsnede langs de lijn V-V in figuur 1; en 5 figuur 6 toont in perspectief een de weg opnemende inrichting.Figure 1 shows a perspective view of the entire device; 193250 2 Figure 2 shows a view corresponding to the arrow II in Figure 1; Figure 3 shows a section along the line Ill-Ill in Figure 1 and Figure 2; figure 4 shows a section along the line IV-IV in figure 1; Figure 5 shows a section along the line V-V in Figure 1; and Figure 6 shows a perspective view of a road receiving device.
De meetwagen 1 volgens figuur 1 kan door het verbreken van de steekasverbinding 5 tot twee vakwerken 3, 4 uiteen worden genomen waarbij elk vakwerk 3, 4 de rolelementen 7, de meetwaamemer 9 en de geleiderollen 11 bevat. Na verbinding van de beide vakwerken 3,4 door middel van de steekasverbinding 5 10 zijn de vakwerken 3, 4 ten opzichte van elkaar in een begrensd gebied verdraaibaar en is de afstand langs de as 6 hiervan verend veranderbaar. Hierdoor wordt verzekerd, dat de meetwagen 1 op de beide spoorstaven 2 van de spoorbaan ligt, ook in het geval, dat de beide spoorstaven 2 in het horizontale vlak enigszins uit elkaar wijken. Het als verende as vormgeven van de as 6 maakt mogelijk, dat afwijkingen van de ideale structuur van de spoorbaan worden gecompenseerd. Met behulp van deze steekasverbinding 5 15 wordt zowel eventuele verdraaiingen van de beide spoorstaven, alsook een spoorverbreding of -vernauwing gecompenseerd.The measuring carriage 1 according to figure 1 can be disassembled by breaking the stub axle connection 5 into two trusses 3, 4, each truss 3, 4 containing the rolling elements 7, the measuring gauge 9 and the guide rollers 11. After the two trusses 3,4 have been joined by means of the thru-axle connection 5, the trusses 3, 4 can be rotated relative to each other in a limited area and the distance along the axis 6 thereof can be resiliently changed. This ensures that the measuring carriage 1 rests on the two rails 2 of the track, also in the case that the two rails 2 deviate slightly in the horizontal plane. The design of the shaft 6 as a resilient shaft makes it possible to compensate for deviations from the ideal structure of the railway. With the aid of this thru-axle connection, any twists and turns of the two rails as well as a widening or narrowing of the rails are compensated for.
De aan elk vakwerk 3, 4 bevestigde liggers 8 vertonen telkens twee, in lijn met de lengterichting van de spoorstaven aangebrachte rolelementen 7. Deze rolelementen 7 zijn op een afstand a (zie figuur 1) van elkaar geplaatst, welke afstand a groter is dan de maximale periode van de korte golven. Wanneer men 20 ervan uitgaat dat de korte golven een periodiciteit van maximaal 60 cm hebben, moet de afstand a voor een doelmatige werking van de inrichting groter zijn dan 70 cm.The beams 8 attached to each truss 3, 4 each have two rolling elements 7 arranged in line with the longitudinal direction of the rails. These rolling elements 7 are placed at a distance a (see figure 1), which distance a is greater than the maximum period of the short waves. Assuming that the short waves have a periodicity of up to 60 cm, the distance a for the effective operation of the device must be greater than 70 cm.
De rolelementen 7 vertonen een aantal enkele rollen 25 (een zogenaamde rollenbaan), die achter elkaar in lijn zijn geplaatst, waarbij de afstand tussen de assen van naburige enkele rollen 25 kleiner moet zijn dan de minimale periode van de ribbels. Aangezien de minimale periode van de ribbels ongeveer 3 om is, 25 bedraagt de afstand tussen de assen van de enkele rollen bij voorkeur ongeveer 1,5 cm.The roller elements 7 have a number of single rollers 25 (a so-called roller conveyor) which are arranged one behind the other, the distance between the axes of adjacent single rollers 25 having to be less than the minimum period of the ridges. Since the minimum period of the ridges is about 3, the distance between the axes of the single rollers is preferably about 1.5 cm.
De enkele rollen 25 rusten telkens op de spoorrailkop 13, en wel op het gedeelte van de koppen van spoorstaven, dat van het midden van de spoorbaan is afgewénd. Het betreft hier derhalve de met betrekking tot de spoorbaan aan de buitenzijde liggende gedeelten van de rijvlakken van de koppen van de spoorstaven. Hier zijn de onvolkomenheden in de rijvlakken het geringst.The single rollers 25 always rest on the rail head 13, namely on the part of the rail heads which is turned away from the center of the track. This therefore concerns the parts of the running surfaces of the heads of the rails which lie with respect to the railway track. Here the imperfections in the driving surfaces are the least.
30 In het midden van elke ligger 8 en derhalve eveneens midden tussen de rolelementen 7 zijn de meetwaarnemers 9 geplaatst. Deze meetwaarnemers staan onder lichte druk in contact met de kop van de spoorstaaf in een punt in het midden van het rijvlak hiervan. Deze meetwaarnemers 9 zijn zodanig gevormd, dat deze een met de meetwaarde overeenkomend signaal naar een registrerend meetapparaat sturen, welk signaal door het meetapparaat in een afleesbare, maar vooral registreerbare grootte wordt omgezet.The measuring monitors 9 are placed in the middle of each beam 8 and therefore also midway between the rolling elements 7. These measuring observers are in contact with the rail head at a point in the middle of its running surface under slight pressure. These measuring observers 9 are designed such that they send a signal corresponding to the measured value to a recording measuring device, which signal is converted by the measuring device into a readable, but above all recordable, size.
35 Aan de vakwerken 3, 4 van de meetwagen 1 zijn geleiderollen 11 op zodanige wijze aangebracht, dat deze met betrekking tot de spoorstavenconstructie aan de binnenzijde, tegen de in hoofdzaak verticale binnenvlakken 12 van de koppen 13 van de spoorstaven zijn geplaatst. Variaties in de breedte van een spoor worden door middel van de bij figuur 5 nader beschreven veerinrichting in het gebied van de steekasverbinding 5 van de vakwerken 3, 4 gecompenseerd.Guide rollers 11 are mounted on the trusses 3, 4 of the measuring carriage 1 in such a way that they are placed with respect to the rail construction on the inside, against the substantially vertical inner surfaces 12 of the heads 13 of the rails. Variations in the width of a track are compensated for in the region of the stub axle connection 5 of the trusses 3, 4 by means of the spring device described in more detail in Figure 5.
40 Op één vakwerk 4 is een waarnemer van de afgelegde weg 14 aangebracht, welke wordt gevormd door een aan een hefboomarm 15 aangebrachte rol 16, welke over de spoorstaven rolt (zie figuur 6).40 One truss 4 is provided with an observer of the traveled path 14, which is formed by a roller 16 mounted on a lever arm 15, which rolls over the rails (see figure 6).
Het is daarbij als bijzonder gunstig gebleken, de registratie van de meetwaarden onderbroken uit te voeren. Bij voorkeur wordt hiertoe aan de liggers 8 elk een aan hefboomarmen 15 gekoppelde rol 16 van een isolerend materiaal aangebracht, waarbij contactpunten 45 op de rol 16 zijn geplaatst. Deze contacten 45 45 bewerkstelligen op inductieve wijze de registratie van de geldende toestand van de meetwaamemer door het meetapparaat, bij nadering naar een aan een hefboomarm 15 bevestigde naderingsschakelaar. De rol 16 is bij voorkeur van polypropyleen vervaardigd. Bij voorkeur zijn de contacten 45 op de omtrek van de rol aangebracht. Door het meten van de afgelegde weg wordt tijdens het rijden over de spoorbaan een reproduceerbare meting van de oneffenheden van de rijvlakken in het gebied, waarover is gereden, 50 verkregen.It has proved to be particularly advantageous to perform the recording of the measured values interrupted. Preferably, for this purpose a beam 16 of insulating material coupled to lever arms 15 is each applied to the beams 8, wherein contact points 45 are placed on the roll 16. These contacts 45 45 inductively effect the recording of the current state of the measuring observer by the measuring device, when approaching a proximity switch mounted on a lever arm 15. The roller 16 is preferably made of polypropylene. The contacts 45 are preferably arranged on the circumference of the roller. By measuring the distance traveled, a reproducible measurement of the unevenness of the riding surfaces in the area over which the vehicle has been driven is obtained in a reproducible measurement.
Bij de meetwagen 1 vertonen de beide vakwerken 3, 4 aan de liggers 8 bevestigde meetwaarnemers, zodat beide spoorstaven gelijktijdig kunnen worden gemeten. Door instelling van de lengte van de rolelementen 7 (lengte b), welke lengte bij voorkeur ongeveer 700 mm bedraagt, en door de afstand van de beide, aan beide zijden geplaatste rolelementen 7 ten opzichte van elkaar {afstand a), die bij voorkeur 55 ongeveer 800 mm bedraagt, is verzekerd, dat de ribbels en de korte golven geen invloed op het meetgebied hebben, en dat derhalve de hoogteverschillen optimaal kunnen worden opgespoord.In the measuring carriage 1, the two trusses 3, 4 have measuring observers attached to the beams 8, so that both rails can be measured simultaneously. By adjusting the length of the rolling elements 7 (length b), which length is preferably approximately 700 mm, and by the distance of the two rolling elements 7 placed on both sides relative to each other {distance a), which is preferably 55 about 800 mm, it is ensured that the ridges and the short waves have no influence on the measuring area, and that therefore the height differences can be optimally detected.
Teneinde de meetwaamemer van de spoorrailvlakken omhoog te kunnen bewegen en de meetwagen 3 193250 zonder het verrichten van metingen te kunnen verrijden is bij voorkeur een hef- en zakgestel 18 aangebracht.In order to be able to move the measuring sensor of the rail track surfaces and to move the measuring carriage 3 193250 without taking measurements, a lifting and lowering frame 18 is preferably provided.
Bij voorkeur is bij de meetwagen aan de liggers 8 telkens een hef- en zakgestel 18 aangebracht, welke elk twee spoorrolien 19 vertoont, welke door middel van kantelonderdelen 21 aan de betreffende ligger 8 5 zijn gekoppeld, waarbij in het koppelpunt een bedieningshendel 22 is aangebracht, welke een bevestigings-inrichting 23 voor de beide werkingsstanden vertoont, en waarbij de beide kantelonderdelen 21 door een koppelstang 24 zijn verbonden. Door bediening van de hendel 22 is het mogelijk, de liggers 8 met de hierin aanwezige constructiedelen van de spoorstaven af omhoog te bewegen, zodat de meetwagen vanaf dat moment op de aan elke ligger 8 bevestigde spoorrolien 19 steunt.Preferably, a lifting and lowering frame 18 is each arranged on the beams 8, each of which has two track rollers 19, which are coupled to the respective beam 8 by means of tilting parts 21, an operating handle 22 being arranged in the coupling point , which has a mounting device 23 for both operating positions, and wherein the two tilting parts 21 are connected by a coupling rod 24. By operating the handle 22 it is possible to move the beams 8 with the structural parts contained therein upwards from the rails, so that from that moment the measuring carriage rests on the track rollers 19 attached to each beam 8.
10 In figuur 2 is een ten opzichte van figuur 1 vergrote weergave getoond van een rolelement 7. Men herkent duidelijk de in één lijn, te weten in de lengterichting van de spoorstaven, achter elkaar liggende enkele rollen 25. De assen van de rollen zijn op een afstand c (bijvoorbeeld 15 mm) van elkaar geplaatst.10 Figure 2 shows an enlarged representation of figure 1 of a roller element 7. The single rollers 25 behind each other in a longitudinal direction, that is to say in the longitudinal direction of the rails, are clearly recognized. placed a distance c (e.g. 15 mm) from each other.
Figuur 3 toont in dwarsdoorsnede een rolelement 7. Men herkent duidelijk, dat de rollen 25 uit het midden naast het symmetrievlak 26 van de spoorrail met de loopvlakken 17 van de spoorstaven in contact 15 staan, namelijk ten opzichte van van de spoorconstructie op een naar buiten gelegen, in een minder door slijtage getroffen gebied.Figure 3 shows a roller element 7 in cross-section. It can be clearly recognized that the rollers 25 are in contact with the running surfaces 17 of the rails from the center next to the symmetrical surface 26 of the rail, namely with respect to the track construction on an outward located in a less affected area.
De rollen 25 worden bij voorkeur door kogellagers gevormd, waarvan de binnenring door middel van een as 27 in een lagerblok 28 op de plaats wordt gehouden, en waarvan de buitenring direct over de loopvlakken 17 van de spoorstaven kan rollen. De hiervoor beschreven geleiderol 11, welke de meetwagen 1 in de 20 dwarsrichting geleidt, dat wil zeggen in de richting dwars op de rijrichting, is in figuur 2 bijzonder duidelijk weergegeven.The rollers 25 are preferably ball bearings, the inner ring of which is held in place by a shaft 27 in a bearing block 28, and the outer ring of which can roll directly over the running surfaces 17 of the rails. The above-described guide roller 11, which guides the measuring carriage 1 in the transverse direction, that is to say in the direction transverse to the direction of travel, is particularly clearly shown in Figure 2.
Als bevestigingsinrichting 23 voor het gestel 18 in de twee werkingsstanden hiervan, is hier schematisch een klemverbinding weergegeven, welke door middel van een schroefmoer 29 kan worden bediend.As a fixing device 23 for the frame 18 in its two operating positions, a clamping connection is shown schematically here, which can be actuated by means of a screw nut 29.
Figuur 4 is een weergave van een dwarsdoorsnede bij de meetwaamemer 9. Getoond is de meet-25 waarnemer 9, waarvan de waamemingsarm 31 met het kogelvormige uiteinde 32 hiervan in het gebied van de symmetrie-as 26 van de spoorstaaf 2 met de spoorstaaf 2 in contact staat.Figure 4 is a cross-sectional view of the measuring observer 9. The measuring observer 9 is shown, of which the observation arm 31 with the ball-shaped end 32 thereof is located in the region of the axis of symmetry 26 of the rail 2 with the rail 2 in contact is standing.
Figuur 5 toont in gedetailleerde doorsnede de hierboven beschreven verbindingsplaats 5 van de beide vakwerken 3, 4 van de meetwagen 1. Aan de dwarslopende steel 33 van het ene vakwerk 4 is een ronde astap 34 vast aangebracht, welke een langgerekte doorgaande opening 35 dwars op de lengteas 6 hiervan 30 bevat. In de dwarsliggende steel 36 van het andere vakwerk 3 is een opnameboring 37 voor de astap 34 aangebracht. Dwars op de langsas hiervan is op zodanige wijze door deze opnameboring 37 heen een bout 38 aan te brengen, dat de bout 38 bij de samengestelde toestand van de beide vakwerken 3, 4 met voldoende tussenruimte in de opening 35 grijpt. De graden van vrijheid van de verbindingsplaats 5 van de beide vakwerken 3, 4 zijn hoofdzakelijk gelegen in de asrichting (Pf1) en in de draairichting (Pf2) om de as 35 6 heen. In het de opnameboring 37 bevattende gedeelte 39 is op zodanige wijze een door middel van een veer 41 in beweging te brengen drukbout 42 verschuifbaar aangebracht, dat het vrije uiteinde 43 hiervan zich in de opnameboring 37 bevindt en is geplaatst tegen het vrije voorste oppervlak 44 van de astap 34.Figure 5 shows in detailed cross-section the connection location 5 of the two trusses 3, 4 of the measuring carriage 1 described above. A round journal 34 is fixed to the transverse stem 33 of the one truss 4, which has an elongated through-opening 35 transverse to the longitudinal axis 6 of which contains 30. In the transverse stem 36 of the other truss 3, a receiving bore 37 for the journal 34 is provided. A bolt 38 can be arranged transversely on the longitudinal axis thereof through this receiving bore 37 such that the bolt 38 engages the opening 35 with sufficient spacing in the assembled condition of the two trusses 3, 4. The degrees of freedom of the connection point 5 of the two trusses 3, 4 are mainly situated in the axis direction (Pf1) and in the direction of rotation (Pf2) around the axis 35 6. In the portion 39 containing the receiving bore 37, a pressure bolt 42 to be moved by means of a spring 41 is slidably mounted such that its free end 43 is located in the receiving bore 37 and is placed against the free front surface 44 of the journal 34.
De beide vakwerken 3, 4 van de meetwagen 1 worden op deze wijze verend in een richting dwars op de lengterichting van de spoorstaven zover uit elkaar gedrukt (Pf1), als mogelijk is doordat de geleiderollen 11 40 (figuur 3) in contact staan met de overeenkomende binnenoppervlakken 12 van de koppen 13 van de spoorstaven.The two trusses 3, 4 of the measuring carriage 1 are in this way spring-loaded in a direction transverse to the longitudinal direction of the rails (Pf1), as far as possible because the guide rollers 11 40 (figure 3) are in contact with the corresponding inner surfaces 12 of the heads 13 of the rails.
De variaties in de spoorbreedte kunnen hierdoor verend worden gecompenseerd. Door eenvoudigweg de bout 38 weg te nemen, is een snelle manier voor het tot beide vakwerken 3, 4 uiteennemen van de meetwagen gegeven.The variations in the track width can hereby be compensated springily. By simply removing the bolt 38, a quick way of dismantling the measuring carriage into both trusses 3, 4 is provided.
45 In figuur 6 is vergroot de opnemer 14 van de afgelegde weg weergegeven. Herkenbaar is een door middel van hefboomarmen 15 aan de ligger 8 van een vakwerk 4 gekoppelde rol 16, welke bij voorkeur is vervaardigd van polypropyleen, welke op de loopvlakken 17 van een spoorrail 2 rolt. Contacten 45 zijn over de omtrek onder gelijke hoekafstanden verdeeld, welke contacten dienen voor de besturing van de meetintervallen, met betrekking tot de rijweg van de meetwagen 1. Hierbij bewerkstelligen de contacten op 50 inductieve wijze de registratie van de geldende toestand van de meetwaamemer door het meetapparaat, bij benadering van een aan een hefboomarm 15 bevestigde naderingsschakelaar, die in figuur 8 niet is weergegeven.45 Figure 6 shows the sensor 14 of the distance traveled. A roller 16 coupled by means of lever arms 15 to the beam 8 of a lattice 4, which is preferably made of polypropylene, rolls on the running surfaces 17 of a rail 2. Contacts 45 are distributed over the circumference at equal angular distances, which contacts serve to control the measuring intervals with respect to the travel of the measuring carriage 1. In this case, the contacts inductively register the current condition of the measuring observer 50 by measuring device, approximating a proximity switch mounted on a lever arm 15, not shown in Figure 8.
Claims (3)
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| DE4332722 | 1993-09-25 | ||
| DE19934332722 DE4332722C2 (en) | 1993-09-25 | 1993-09-25 | Measuring carriage movable on a track for measuring running surface errors in track systems |
Publications (3)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL9401543A NL9401543A (en) | 1995-04-18 |
| NL193250B NL193250B (en) | 1998-12-01 |
| NL193250C true NL193250C (en) | 1999-04-02 |
Family
ID=6498646
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL9401543A NL193250C (en) | 1993-09-25 | 1994-09-22 | Measuring trolley movable over rails for measuring imperfections in the running surfaces of railway tracks. |
Country Status (2)
| Country | Link |
|---|---|
| DE (1) | DE4332722C2 (en) |
| NL (1) | NL193250C (en) |
Families Citing this family (6)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US5931264A (en) * | 1997-09-25 | 1999-08-03 | Otis Elevator Company | Rail survey unit |
| DE102004011244B4 (en) * | 2004-03-09 | 2012-12-06 | Jürgen Rohmann | track vehicle |
| DE102012106102B3 (en) * | 2012-07-06 | 2013-12-19 | Wilfried Scherf | Arrangement for detecting the profile of rails in laid railway tracks |
| CN108995666B (en) * | 2017-06-07 | 2020-03-27 | 名硕电脑(苏州)有限公司 | Rail car and rail car wheel device thereof |
| CN107776607B (en) * | 2017-09-27 | 2019-04-26 | 谈洁芳 | A kind of track loosening detection device |
| CN108466633B (en) * | 2018-02-08 | 2019-09-24 | 深圳市睿灵创新科技开发有限公司 | Track detecting robot |
Family Cites Families (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| CH436364A (en) * | 1965-03-23 | 1967-05-31 | Matisa Materiel Ind Sa | Method for recording a geometric quantity measured on a railway track and equipment for implementing this method |
| AT308801B (en) * | 1970-07-09 | 1973-07-25 | Plasser Bahnbaumasch Franz | Mobile device for determining the twisting of a track |
| DE3000323A1 (en) * | 1979-01-18 | 1980-08-07 | Loram Maintenance Of Way | RATTER SHAFT ANALYZER |
-
1993
- 1993-09-25 DE DE19934332722 patent/DE4332722C2/en not_active Expired - Lifetime
-
1994
- 1994-09-22 NL NL9401543A patent/NL193250C/en not_active IP Right Cessation
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| NL193250B (en) | 1998-12-01 |
| DE4332722A1 (en) | 1995-03-30 |
| NL9401543A (en) | 1995-04-18 |
| DE4332722C2 (en) | 1995-11-16 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| RU2025323C1 (en) | Machine for checking height of contact wire of overhead contact system | |
| EP1992167B1 (en) | System and methods for obtaining improved accuracy measurements of moving rolling stock components | |
| EP1198377B1 (en) | Railway wheel monitoring | |
| US5520497A (en) | Rail loading train for transporting as well as loading and unloading long rails | |
| SU1660585A3 (en) | Movable machine for straightening railway track in plane and profile of switches | |
| NL193250C (en) | Measuring trolley movable over rails for measuring imperfections in the running surfaces of railway tracks. | |
| US10954637B2 (en) | Measurement device and method for detecting a track geometry | |
| CA2989943C (en) | An adaptive rail inspection carriage | |
| CA1264224A (en) | Railhead profile measuring apparatus | |
| JP3017459B2 (en) | A device for measuring the deviation of the wheels of railway vehicles | |
| WO2004068083A1 (en) | Device for measurement of rail loading | |
| RU2309077C2 (en) | Bogie-carrier | |
| JP6929080B2 (en) | Height measuring trolley | |
| WO2003004334A1 (en) | Wheel flange monitoring | |
| JPH06221813A (en) | Inspecting equipment of wear of electric car rail of monorail | |
| RU2152469C1 (en) | Measuring device on rail running gear | |
| EP0310520B1 (en) | Bank to measure and control parallelism of a set of wheels of an automotive car | |
| RU2603452C2 (en) | Track measuring follow-up system | |
| JP2001241946A (en) | Track characteristics inspection car | |
| EP3795448B1 (en) | Device for lifting and transferring a railway vehicle off a railway track, and associated lifting and transfer method | |
| RU2149939C1 (en) | Carriage for transportation of rail links | |
| RU2143359C1 (en) | Device for checking deformation of rails in vertical plane | |
| GB2193185A (en) | Overhead travelling crane | |
| JPH05209869A (en) | Self-running type flaw detecting apparatus for thick plate | |
| RU2063492C1 (en) | Method of and device for testing rail track |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
| BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
| BB | A search report has been drawn up | ||
| BC | A request for examination has been filed | ||
| SNR | Assignments of patents or rights arising from examined patent applications |
Owner name: VOGEL & PLOETSCHER GMBH & CO. KG |
|
| V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20140922 |