NL193155C

NL193155C - Device for displaying an information signal recorded according to a record track on a record carrier.

Info

Publication number: NL193155C
Application number: NL7806112A
Authority: NL
Original assignee: Sony Corp
Priority date: 1977-06-04
Filing date: 1978-06-05
Publication date: 1998-12-04
Also published as: SE7806528L; ATA404178A; BR7803529A; NL193155B; NL7806112A; IT7824177A0; GB1580008A; CH634433A5; DE2824277C2; AU515299B2; FR2393391A1; SE438216B; FR2393391B1; DE2824277A1; AT376535B; AU3670078A; DK247678A; DK147867B; ES470451A1; DK147867C

Description

1 1931551 193155

Inrichting voor weergave van een volgens een registratiespoor op een registratiedrager opgenomen informatiesignaalDevice for displaying an information signal recorded according to a record track on a record carrier

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor weergave van een volgens een registratiespoor op een 5 registratiedrager vastgelegd informatiesignaal, omvattende een in een aftastbaan langs het registratiespoor beweegbare transducent voor uitlezing van het volgens het registratiespoor vastgelegde informatiesignaal, een buigbare ondersteuning voor de transducent, die onder invloed van een elektrisch aandrijfsignaal wordt gebogen in een richting loodrecht op de aftastbaan voor de uitlezing van het volgens het registratiespoor vastgelegde informatiesignaal, een besturingsschakeling met een oscillator voor het opwekken en afleveren 10 van een slingersignaal dat als aandrijfsignaal wordt toegevoerd aan de buigbare ondersteuning om de transducent in een slingerbeweging om een neutrale positie te verplaatsen langs de aftastbaan voor het af te tasten registratiespoor, een omhullende-detector voor het detecteren van het omhullende signaal van het door uitlezing van het registratiespoor te vormen uitgangssignaal van de transducent en een inrichting voor synchrone demodulatie van het uitgangssignaal van de omhullende-detector met een toe te voeren 15 referentiesignaal voor het verschaffen van een spoorvolgfoutsignaal dat een maat vormt voor de afwijking van de neutrale positie van de transducent ten opzichte van het midden van het af te tasten registratiespoor, een optelschakeling voor het vormen van het aan de buigbare ondersteuning toe te voeren somsignaal van het slingersignaal en het spoorvolgfoutsignaal, waarbij de buigbare ondersteuning is voorzien van een afbuigingsdetectiesignaalgenerator met een met de buigbare ondersteuning gekoppelde 20 afbuigingsdetector voor het verschaffen van een afbuigingsdetectiesignaal dat een maat vormt voor de verplaatsing van de transducent ten opzichte van de rustpositie van de transducent.The invention relates to a device for displaying an information signal recorded according to a recording track on a record carrier, comprising a transducer movable in a scanning path along the recording track for reading the information signal recorded according to the recording track, a bendable support for the transducer, which the influence of an electric driving signal is bent in a direction perpendicular to the scanning path for reading the information signal recorded according to the recording track, a control circuit with an oscillator for generating and delivering a winding signal which is supplied as a driving signal to the bendable support to transducer in a pendulum motion to move a neutral position along the scanning track for the recording track to be scanned, an envelope detector for detecting the envelope signal from the recording track being read out transducer output and a device for synchronous demodulation of the envelope detector output with a reference signal to be supplied for providing a tracking error signal which is a measure of the deviation of the neutral position of the transducer from the transducer in the center of the recording track to be scanned, an adder circuit for forming the sum signal of the pendulum signal and the tracking error signal to be supplied to the bendable support, the bendable support comprising a deflection detection signal generator with a deflection detector coupled to the bendable support for the providing a deflection detection signal which is a measure of the displacement of the transducer relative to the rest position of the transducer.

Een dergelijke inrichting voor weergave van een volgens een registratiespoor vastgelegd informatiesignaal is beschreven in de niet-voorgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 7710032 van oudere rang, die ter inzage is gelegd op 15 maart 1978.Such a device for displaying an information signal recorded according to a recording track is described in the non-prepublished Dutch patent application 7710032 of earlier grade, which was made available on March 15, 1978.

25 Bij de beschreven inrichting is de inrichting voor synchrone demodulatie ingericht voor synchrone demodulatie van het uitgangssignaal van de omhullende-detector met het door de oscillator van de besturingsschakeling opgewekte slingersignaal, zodat het te verkrijgen spoorvolgfoutsignaal is behept met ongewenste signaalcomponenten, die het gevolg zijn van de omstandigheid dat de notitie van de transducent ten opzichte van de voor het af te tasten registratiespoor te volgen aftastbaan wordt beïnvloed door 30 mechanisch geïnduceerde mechanische trillingen, zoals resonantietrillingen van de ondersteuning.In the described apparatus, the synchronous demodulation apparatus is arranged for synchronous demodulation of the envelope detector output signal with the wobble signal generated by the oscillator of the control circuit, so that the tracking error signal to be obtained is loaded with unwanted signal components resulting from the fact that the transducer's note relative to the scan track to be followed for the recording track to be scanned is affected by mechanically induced mechanical vibrations, such as resonance vibrations of the support.

Bij de beschreven inrichting is de ondersteuning voorzien van een afbuigingsdetectiesignaalgenerator voor het verschaffen van een afbuigingsdetectiesignaal en wordt een van het afbuigingsdetectiesignaal afgeleid afbuigingscorrectiesignaal of dempingssignaal toegevoegd aan het als aandrijfsignaal aan de ondersteuning toe te voeren somsignaal van het spoorvolgfoutsignaal en het slingersignaal teneinde de 35 ongewenste trillingen te dempen. Op deze wijze wordt de amplitude van de ongewenste trillingen beperkt zonder de ongewenste signaalcomponenten in het spoorvolgsignaal geheel te elimineren.In the described apparatus, the support includes a deflection detection signal generator for providing a deflection detection signal, and a deflection correction signal or attenuation signal derived from the deflection detection signal is added to the tracking signal to be applied to the support as a driving signal to the unwanted vibrations. to mute. In this way, the amplitude of the unwanted vibrations is limited without completely eliminating the unwanted signal components in the tracking signal.

De uitvinding beoogt te voorzien in een inrichting voor weergave van een volgens een registratiespoor vastgelegd informatiesignaal, waarbij het aan de ondersteuning toe te voeren aandrijfsignaal vrij is van door ongewenste mechanische geïnduceerde trillingen veroorzaakte signaalcomponenten.The object of the invention is to provide a device for displaying an information signal recorded in accordance with a recording track, wherein the drive signal to be supplied to the support is free from signal components caused by undesired mechanical induced vibrations.

40 Daartoe heeft een inrichting van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding het kenmerk, dat de inrichting voor synchrone demodulatie is ingericht voor synchrone demodulatie van het uitgangssignaal van de omhullende detector met het referentiesignaal te ontvangen afbuigingsdetectiesignaal van de afbuigingsdetectiesignaalgenerator.For this purpose, a device of the type described in the preamble according to the invention is characterized in that the synchronous demodulation device is arranged for synchronous demodulation of the output signal of the envelope detector with the deflection detection signal to be received from the deflection detection signal generator.

Bovenstaande maatregelen hebben tot gevolg, dat de synchrone detectie plaatsvindt met behulp van een 45 signaal dat momentaan de juiste positie van de transducent ten opzichte van de rustpositie van de transducent weergeeft. Op deze wijze wordt het spoorvolgfoutsignaal afgeleid door synchrone demodulatie van het uitgangssignaal van de omhullende-detector, welk signaal frequentiecomponenten bevat, die afkomstig zijn van de mechanische trillingen van de buigbare ondersteuning, en het afbuigingsdetectiesignaal, dat desbetreffende frequentiecomponenten bevat, zodat de ongewenste frequentiecomponenten, 50 die het gevolg zijn van de mechanisch geïnduceerde trillingen geëlimineerd worden uit het spoorvolgfoutsignaal.The above measures have the consequence that the synchronous detection takes place with the aid of a signal which currently indicates the correct position of the transducer relative to the rest position of the transducer. In this manner, the tracking error signal is derived by synchronous demodulation of the envelope detector output signal, which signal contains frequency components derived from the mechanical vibrations of the bendable support, and the deflection detection signal, which contains corresponding frequency components, so that the unwanted frequency components, 50 resulting from the mechanically induced vibrations are eliminated from the tracking error signal.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: figuur 1 een blokschema van een bij een videoweergeefinrichting toegepaste spoorvolginrichting voor een 55 transducent, waarbij het spoorvolgfoutsignaal is behept met ongewenste signaalcomponenten die het gevolg zijn van mechanisch geïnduceerde trillingen; figuur 2 een schematische weergave van een gedeelte van een magneetband met een zich daarop in 193155 2 schuine richting uitstrekkend registratiespoor, waarbij de door de weergeefkop of -transducent gevolgde aftastbaan met gebroken lijnen is weergegeven; figuur 3 een grafische voorstelling van het uitgangssignaal van de weergeefkop of -transducent tijdens aftasting van het registratiespoor op de wijze volgens figuur 2; 5 figuur 4 een schema, gedeeltelijk als blokschema van een uitvoeringsvorm van een spoorvolginrichting voor een transducent, waarbij het spoorvolgfoutsignaal vrij is van ongewenste signaalcomponenten; figuren 5A-5E enige golfvormen ter verduidelijking van de werking van de spoorvolginrichting volgens figuur 4; figuur 6 een schema, grotendeels als blokschema, van een andere uitvoeringsvorm van een spoorvolg-10 inrichting voor een transducent, waarbij het spoorvolgfoutsignaal vrij is van ongewenste signaalcomponenten; en figuur 7 een schematische weergave van enige details van een gedeelte van de spoorvolginrichting volgens figuur 6.The invention is elucidated with reference to the drawing. Herein: Figure 1 shows a block diagram of a tracking device for a 55 transducer used in a video display device, the tracking error signal being loaded with unwanted signal components resulting from mechanically induced vibrations; Figure 2 is a schematic representation of a portion of a magnetic tape with a recording track extending thereon in oblique direction thereon, showing the scanning path followed by the reproducing head or transducer in broken lines; Figure 3 is a graphical representation of the output signal of the reproducing head or transducer during scanning of the recording track in the manner of Figure 2; FIG. 4 is a schematic diagram, partly as a block diagram, of an embodiment of a transducer tracking device, the tracking error signal being free of undesired signal components; Figures 5A-5E show some waveforms for explaining the operation of the tracking device according to Figure 4; Figure 6 is a schematic view, largely as a block diagram, of another embodiment of a transducer tracking device, wherein the tracking error signal is free of unwanted signal components; and figure 7 shows a schematic representation of some details of a part of the tracking device according to figure 6.

15 Figuur 1 toont een spoorvolginrichting, waarbij iedere roteerbare transducent of magneetkop 1 van een met schroeflijnvormige aftasting werkend videobandapparaat op een roterend gedeelte van een niet in de tekening weergegeven leitrommel is aangebracht door middel van een buigbare ondersteuning in de vorm van een bimorph blad 2, dat een buiging in de axiale richting van de leitrommel kan uitvoeren. Zoals gebruikelijk is, worden daarbij de video- of andere informatiesignalen opgenomen volgens opeenvolgende, 20 onderling evenwijdige registratiesporen, die zich schuin op de magneetband T uitstrekken, zoals bijvoorbeeld voor het registratiespoor t in figuur 2 is weergegeven. Wanneer de magneetband T volgens een schroeflijnvormige baan om een aanzienlijk gedeelte van de buitenomtrek van de leitrommel wordt gevoerd, zal de roteerbare magneetkop 1 de band ongeveer volgens het registratiespoor t aftasten.Figure 1 shows a tracking device, wherein each rotatable transducer or magnetic head 1 of a helical scan videotape device is mounted on a rotating part of a guide drum not shown in the drawing by means of a bimorph blade 2 bendable support, that can perform a bend in the axial direction of the guide drum. As is usual, the video or other information signals are recorded in this way according to successive, mutually parallel recording tracks, which extend obliquely on the magnetic tape T, as is shown, for example, for the recording track t in figure 2. When the magnetic tape T is guided in a helical path around a substantial portion of the outer circumference of the guide drum, the rotatable magnetic head 1 will scan the tape approximately along the recording track t.

Bij de in figuur 1 weergegeven inrichting, voor magneetkopspoorvolging vindt, teneinde de roteerbare 25 magneetkop 1 voortdurend in een gewenste positie ten opzichte van het registratiespoor t te houden, bewaking van de positie van de magneetkop 1 plaats aan de hand van de tijdens aftasting van het registratiespoor door de magneetkop 1 uitgelezen signalen Sa, terwijl bovendien aan de magneetkop 1 een kleine slingerbeweging wordt gegeven door toevoer van een geschikt slingersignaal Sf aan het bimorphe blad 2. De daaruit resulterende slingering van de magneetkop 1 in ten opzichte van de langsrichting van het 30 registratiespoor t loodrechte richting of dwarsrichting, als met gebroken lijnen bij 1a in figuur 2 weergegeven, veroorzaakt afwijkingen in de omhullende van het uit de aftasting van het registratiespoor door de magneetkop 1 resulterende video- of ander informatiesignaal Sa, zoals figuur 3 schematisch laat zien. Deze afwijkingen hebben de vorm of het karakter van amplitudemodulatie van de omhullende van de uitgelezen signalen Sa, waarbij de grootteverandering van de omhullende een weergave vormt van de mate van 35 dwarsverplaatsing van de magneetkop 1 uit de optimale of centrale positie ten opzichte van het registratiespoor t; de richting van de dwarsverplaatsing van de magneetkop ten opzichte van deze optimale positie wordt weergegeven door de fase van de amplitudemodulatie van de omhullende bij de grondfrequentie van de genoemde slingerbeweging.In the magnetic head tracking device shown in Figure 1, in order to keep the rotatable magnetic head 1 continuously in a desired position relative to the recording track t, the position of the magnetic head 1 is monitored by means of the scanning of the recording track signals Sa read out by the magnetic head 1, while in addition the magnetic head 1 is given a small pendulum movement by supplying a suitable pendulum signal Sf to the bimorph blade 2. The resulting oscillation of the magnetic head 1 in relation to the longitudinal direction of the recording track t perpendicular or transverse direction, as shown with broken lines at 1a in figure 2, causes deviations in the envelope of the video or other information signal Sa resulting from the scanning of the recording track by the magnetic head 1, as is shown schematically in figure 3. These deviations take the form or the character of amplitude modulation of the envelope of the read-out signals Sa, the change in size of the envelope reflecting the degree of transverse displacement of the magnetic head 1 from the optimum or central position with respect to the recording track. ; the direction of the transverse displacement of the magnetic head relative to this optimum position is represented by the phase of the amplitude modulation of the envelope at the fundamental frequency of the said oscillating movement.

Ter verkrijging van de magneetkoppositie-informatie worden bij de kopspoorvolginrichting volgens figuur 1 40 de door de magneetkop 1 uitgelezen signalen Sa via een weergeefversterker 3 toegevoerd aan een uitgangsschakeling 4, die het uitgelezen videosignaal aan een voor verdere toepassing daarvan dienende behandeling onderwerpt, en voorts aan een AM-omhullende-detector 5, die de grondgolf en de zijwanden van het slingersignaal detecteert. Het uitgangssignaal Sb van de omhullende-detector 5 wordt toegevoerd aan een synchrone AM-detector 7, die de amplitude en de polariteit van het uitgangssignaal Sb van de 45 omhullende-detector detecteert met referentie aan het oorspronkelijke of constante slingersignaal Sc, dat aan de magneetkop 1 wordt toegevoerd om deze een slingerbeweging in dwarsrichting te laten uitvoeren.In order to obtain the magnetic head position information, in the head track tracking device according to Figure 1, 40, the signals Sa read out by the magnetic head 1 are supplied via a reproducing amplifier 3 to an output circuit 4, which subjects the read out video signal to a treatment for further use thereof, and furthermore to an AM envelope detector 5, which detects the fundamental wave and the sidewalls of the wobble signal. The output signal Sb of the envelope detector 5 is applied to a synchronous AM detector 7, which detects the amplitude and polarity of the output signal Sb of the 45 envelope detector with reference to the original or constant winding signal Sc, which is applied to the magnetic head 1 is supplied to cause it to perform a transverse swinging movement.

De synchrone AM-detector 7 geeft een spoorvolgfoutsignaal Sd af, dat aan een optelschakeling 8 wordt toegevoerd voor optelling bij het oorspronkelijke oscillatiesignaal S0, dat een frequentie fc van ongeveer 450 Hz heeft. Het uit de optelling resulterende signaal Se wordt aan een aandrijfversterker 9 toegevoerd ter 50 verkrijging van het aandrijfsignaal Sf voor het bimorphe blad 2.The synchronous AM detector 7 outputs a tracking error signal Sd, which is applied to an adder 8 for addition to the original oscillation signal S0, which has a frequency fc of about 450 Hz. The signal Se resulting from the addition is supplied to a driving amplifier 9 to obtain the driving signal Sf for the bimorph blade 2.

In het algemeen is de amplitude van het spoorvolgsignaal Sd evenredig met de afstand in dwarsrichting tussen de neutrale positie van de magneetkop 1 en het hart of centrum van het afgetaste registratiespoor t, terwijl de polariteit van het spoorvolgfoutsignaal Sd een aanwijzing verschaft van de richting, waarin de neutrale koppositie van het centrum of midden van het registratiespoor afwijkt. Het spoorvolgfoutsignaal Sd 55 zal derhalve in geval van optelling bij het slingersignaal Sc proberen de neutrale positie van de slingerende magneetkop 1 te laten samenvallen met het midden van het registratiespoor t. Het zal echter duidelijk zijn, dat een mechanische trilling van het, de magneetkop 1 ondersteunende blad 2 tot gevolg zal hebben, dat 3 193155 het uitgangssignaal van de omhullende-detector 5 ongewenste frequentiecomponenten bevat. Wanneer dit uitgangssignaal Sb van de omhullende detector 5 vervolgens in de synchrone AM-detector 7 met het constante slingersignaal Sc wordt vergeleken, welke laatstgenoemde signaal Sc afkomstig is van de vaste oscillator 6 en derhalve niet de genoemde, door mechanische trilling veroorzaakte frequentiecomponenten 5 bevat, dan zal het door de modulatiedetector 7 afgegeven spoorvolgfoutsignaal Sd door deze ongewenste frequentiecomponenten zijn beïnvloed, waardoor de spoorvolgnauwkeurigheid nadelig wordt beïnvloed.Generally, the amplitude of the tracking signal Sd is proportional to the transverse distance between the neutral position of the magnetic head 1 and the center or center of the scanned recording track t, while the polarity of the tracking error signal Sd provides an indication of the direction in which the neutral head position of the center or center of the recording track deviates. The tracking error signal Sd 55 will therefore attempt to make the neutral position of the winding magnetic head 1 coincide with the center of the recording track t in case of addition to the wobble signal Sc. It will be understood, however, that a mechanical vibration of the blade 2 supporting the magnetic head 1 will result in the output of the envelope detector 5 containing unwanted frequency components. When this output signal Sb of the envelope detector 5 is then compared in the synchronous AM detector 7 with the constant pendulum signal Sc, which latter signal Sc comes from the fixed oscillator 6 and therefore does not contain the said frequency components 5 caused by mechanical vibration, then, the tracking error signal Sd output from the modulation detector 7 will be affected by these unwanted frequency components, thereby adversely affecting the tracking accuracy.

Bij de in figuur 4 schematisch weergegeven uitvoeringsvorm van de weergavekopspoorinrichting zijn de met diè volgens figuur 1 overeenkomende componenten steeds met respectievelijk de zelfde verwijzings-symbolen aangeduid. Zoals figuur 4 laat zien, wordt de afbuiging van de magneetkop 1 uit de door het 10 bimorphe blad 2 bepaalde rustpositie rechtstreeks en nauwkeurig gedetecteerd door middel van een afbuigsignaalopwekschakeling 11, die bij de in figuur 4 weergegeven uitvoeringsvorm een afbuigdetectie-transducent in de vorm van een capaciteit 12 bevat. De capacitieve transducent of capaciteit 12 bestaat uit een op geschikte wijze nabij het vrije eindgedeelte van het bimorphe blad 2 aangebrachte, vaste elektrode 12a en een zodanig aan het blad 2 bevestigde, beweegbare elektrode 12b, dat de beide elektroden zich 15 tegenover elkaar uitstrekken, zodat de capaciteitswaarde van de transducent 12 bij een verplaatsing van de magneetkop in dwarsrichting ten opzichte van de langsrichting van het afgetaste registratiespoor wordt gevarieerd. Meer in het bijzonder zal de capaciteitswaarde van de transducent 12 omgekeerd evenredig variëren met de afstand tussen de beide elektroden 12a en 12b, waarvan de laatstgenoemde is geaard. Bij een praktische uitvoeringsvorm heeft de elektrode 12a de vorm van een vierkant met een ribbe van 3r-4 20 mm, terwijl de afstand tussen de beide elektroden in het gebied van 0,2-0,5 mm ligt.In the embodiment of the reproducing head tracking device which is schematically shown in Figure 4, the components corresponding to that according to Figure 1 are always indicated with the same reference symbols, respectively. As Figure 4 shows, the deflection of the magnetic head 1 from the rest position determined by the bimorph blade 2 is directly and accurately detected by means of a deflection signal generating circuit 11, which in the embodiment shown in Figure 4 has a deflection detection transducer in the form of contains a capacity of 12. The capacitive transducer or capacitance 12 consists of a fixed electrode 12a suitably disposed near the free end portion of the bimorph blade 2 and a movable electrode 12b affixed to the blade 2 such that the two electrodes extend opposite each other so that the capacitance value of transducer 12 upon displacement of the magnetic head transversely to the longitudinal direction of the scanned recording track is varied. More specifically, the capacitance value of the transducer 12 will vary inversely with the distance between the two electrodes 12a and 12b, the latter of which is grounded. In a practical embodiment, the electrode 12a has the shape of a square with a rib of 3r-4 20 mm, while the distance between the two electrodes is in the range 0.2-0.5 mm.

De afbuigsignaalopwekschakeling 11 is voorts voorzien van een versterker met hoge ingangsimpedantie, die de capaciteitswaardeveranderingen van de transducent 12 omzet in een overeenkomstig variërend spanningssignaal, waarvan de amplitude rechtstreeks en onmiddellijk de afbuiging van de magneetkop 1 uit zijn rustpositie weergeeft. Meer in het bijzonder bevat de afbuigsignaalopwekschakeling 11 bij de hier 25 beschreven uitvoeringsvorm een uit twee weerstanden 13 en 14 bestaande serieschakeling, die is opgenomen tussen de vaste elektrode 12a van de transducent 12 en de poortelektrode van een veldeffect-transistor 15, die als versterker werkt en met zijn aanvoer-afvoerkring via een uitgangsweerstand 16 is aangesloten aan de voedingsaansluitingen V, en V2. Een tweede veldeffecttransistor 17, die de rol van een weerstand van hoge waarde, bijvoorbeeld meer dan 10 MOhm, dient te vervullen, is met de aanvoer- of de 30 afvoerelektrode verbonden met het verbindingspunt van de weerstanden 13 en 14, terwijl de andere van de beide zojuist genoemde elektroden niet is aangesloten; de poortelektrode van de veldeffecttransistor 17 is aan de voedingsaansluiting V2 aangesloten. Het over de weerstand 16 verschijnende uitgangssignaal wordt via een capaciteit 18 toegevoerd aan een bandfilter 19. De versterker 11 wordt omgeven door een elektrische afscherming 20, die dient voor elektrische afscherming van de versterker tegen het elektrische 35 veld, dat uit de toevoer van het aandrijfsignaal aan de piezo-keramische steunarm of het bimorphe blad 2 voor ondersteuning van de magneetkop 1 resulterende, elektrische veld.The deflection signal generating circuit 11 further includes a high input impedance amplifier which converts the capacitance value changes of the transducer 12 into a correspondingly varying voltage signal, the amplitude of which directly and immediately represents the deflection of the magnetic head 1 from its rest position. More specifically, in the embodiment described herein, the deflection signal generating circuit 11 includes a two-resistor 13 and 14 series circuit included between the fixed electrode 12a of the transducer 12 and the gate electrode of a field-effect transistor 15, which acts as an amplifier and is connected to the supply terminals V1 and V2 via an output resistor 16 with its supply-drain circuit. A second field-effect transistor 17, which is to play the role of a high-value resistor, for example, more than 10 MOhm, is connected to the supply or drain electrode at the junction of resistors 13 and 14, while the other of the both electrodes just mentioned are not connected; the gate electrode of the field effect transistor 17 is connected to the power supply terminal V2. The output signal appearing across resistor 16 is supplied through a capacitance 18 to a band filter 19. The amplifier 11 is surrounded by an electric shield 20, which serves to electrically shield the amplifier from the electric field, which is obtained from the supply of the drive signal. to the piezo ceramic support arm or the bimorphe blade 2 to support the magnetic head 1 resulting electric field.

Evenals bij de magneetkopspoorvolginrichting, die aan de hand van figuur 1 is beschreven, wordt het door de magneetkop 1 uitgelezen, frequentiegemoduleerde uitgangssignaal Sa via een weergeefversterker 3 toegevoerd aan een uitgangsschakeling 4 en aan een omhullende-detector 5. dit signaal Sa is weer aan 40 amplitudemodulatie onderworpen door een slingersignaal Sc van de vaste frequentiewaarde fc van ongeveer 450 Hz, dat door een oscillator 6 wordt geleverd. De amplitudevariaties van het uitgangssignaal of de omhullende van het signaal Sb (zie figuur 5A) vertegenwoordigen onder andere spoorvolgfouten, die optreden in de door de magneetkop 1 gevolgde aftastbaan over het registratiespoor t. Het omhullende signaal Sb bevat echter, behalve de spoorvolgfoutinformatie in de vorm van het slingersignaal van de 45 frequentie fc, bovendien ongewenste frequentiecomponenten, die bijvoorbeeld liggen bij de primaire en de secundaire resonantiefrequentie en bij de anti-resonantiefrequentie van het bimorphe blad 2, en voorts andere frequentiecomponenten, die het gevolg zijn van overgangsverschijnselen. Dergelijke ongewenste frequentiecomponenten beïnvloeden de detectie en de correctie van de spoorvolgfout nadelig.As with the magnetic head tracking device, which is described with reference to Figure 1, the frequency-modulated output signal Sa read out by the magnetic head 1 is supplied via a reproducing amplifier 3 to an output circuit 4 and an envelope detector 5. this signal Sa is again on 40 amplitude modulation subjected to a sweep signal Sc of the fixed frequency value fc of about 450 Hz, which is supplied by an oscillator 6. The amplitude variations of the output signal or the envelope of the signal Sb (see Figure 5A) represent, among other things, tracking errors which occur in the scanning path followed by the magnetic head 1 over the recording track t. However, the envelope signal Sb, in addition to the tracking error information in the form of the sweep signal of the 45 frequency fc, additionally contains undesirable frequency components, which lie, for example, at the primary and the secondary resonant frequencies and at the anti-resonant frequencies of the bimorph blade 2, and furthermore other frequency components resulting from transitional phenomena. Such unwanted frequency components adversely affect the detection and correction of the tracking error.

Het door de omhullende-detector 5 afgegeven omhullende signaal Sb wordt toegevoerd aan een 50 bandfilter 21, dat een frequentieband doorlaat, waarvan de centrale frequentie is gelegen bij de slinger-frequentiewaarde fc; de spoorvolgfoutinformatie is binnen deze frequentieband gelegen. Meer in het bijzonder is voor de bovenste afsnijdfrequentie van het bandfilter 21 een waarde gekozen, die enigszins lager ligt dan de frequentiewaarde 2f0, terwijl de frequentiewaarde fc enige malen groter is dan de voor de onderste afsnijdfrequentie van het bandfilter 21 gekozen waarde. Het door het bandfilter 21 doorgelaten 55 uitgangssignaal S'b wordt toegevoerd aan de ene ingang van een vermenigvuldiger 22, die bijvoorbeeld kan bestaan uit een balansmodulator en aan zijn andere ingang het uitgangssignaal S'0 van het bandfilter 19 ontvangt.The envelope signal Sb outputted from the envelope detector 5 is applied to a band filter 21, which passes a frequency band, the center frequency of which lies at the pendulum frequency value fc; the tracking error information is within this frequency band. More specifically, the value for the upper cut-off frequency of the band filter 21 has been selected to be slightly lower than the frequency value 2f0, while the frequency value fc is several times greater than the value selected for the lower cut-off frequency of the band filter 21. The 55 output signal S'b passed through the band filter 21 is applied to one input of a multiplier 22, which can for instance consist of a balance modulator and to receive the output signal S'0 of the band filter 19 at its other input.

193155 4193155 4

Het bandfilter 19 heeft althans ten minste nagenoeg dezelfde karakteristiek als het bandfilter 21 en laat derhalve een frequentieband door, waarvan de centrale frequentie bij de slingerfrequentiewaarde fc ligt. Het van de versterker 11 afkomstige afbuigsignaal Sg (zie figuur 5B), dat met de momentane afbuiging van de magneetkop uit zijn rustpositie overeenkomt, kan de bij de slingerbeweging van het bimorphe blad 2 5 behorende frequentiecomponent fc vertonen, gesuperponeerd op een signaal Sj van driehoekige golfvorm dat, zoals nog nader zal worden beschreven, tijdens weergave met langzaam bewegend beeld of met stilstaand beeld van de opgenomen videosignalen eveneens aan het bimorphe blad 2 kan worden toegevoerd. In afwezigheid van een dergelijk signaal Sj zal de door de magneetkop 1 gevolgde aftastbaan een hoek vertonen ten opzichte van de hoofd- of langsrichting van ieder door de kop afgetast registratie-10 spoort.The band filter 19 has at least substantially the same characteristic as the band filter 21 and therefore transmits a frequency band, the central frequency of which lies at the oscillation frequency value fc. The deflection signal Sg from the amplifier 11 (see Fig. 5B), which corresponds to the instantaneous deflection of the magnetic head from its rest position, can display the frequency component fc associated with the swinging movement of the bimorph blade 2.5 superimposed on a signal Sj of triangular waveform which, as will be described in more detail, can also be applied to the bimorphe sheet 2 during slow motion or still picture display of the recorded video signals. In the absence of such a signal Sj, the scanning path followed by the magnetic head 1 will exhibit an angle relative to the main or longitudinal direction of each recording track scanned by the head.

Het filter 19 dient om uit het aan de uitgang verschijnende afbuigaanwijssignaal S'g (zie figuur 5C) de laagfrequent component van een dergelijk signaal Si van driehoekige golfvorm te verwijderen. Het doorgelaten signaal S'g bevat echter nog de ongewenste frequentiecomponenten, zoals de bij de resonantie-frequentie van eerste en tweede orde en bij de anti-resonantiefrequentie van het bimorphe blad 2 beho-15 rende componenten, evenals de door overgangsverschijnselen veroorzaakte frequentiecomponenten; uiteraard behoort ook de component met de slingerfrequentie fc tot het doorgelaten signaal. Aangezien het afbuigsignaal Sg of S'g de afbuiging van de magneetkop 1 uit de rustpositie weergeeft, doch niet de positie van de magneetkop 1 ten opzichte van het midden van het afgetaste registratiespoor t, zal het duidelijk zijn, dat het aan de vermenigvuldiger of balansmodulator 22 toegevoerde afbuigsignaal S'g geen informatie 20 omtrent de spoorvolgfout bevat. Het zal duidelijk zijn, dat de frequentie, de fase en de amplitude van de in het afbuigsignaal S’g aanwezige, ongewenste frequentiecomponenten althans ten minste nagenoeg overeenkomen met respectievelijk de frequentie, de fase en de amplitude van de overeenkomstige ongewenste frequentiecomponenten van het door het filter 21 afgegeven omhullende signaal S'b.The filter 19 serves to remove the low-frequency component of such a signal Si of triangular waveform from the deflection indication signal S'g (see Figure 5C) which appears at the output. However, the transmitted signal S'g still contains the undesired frequency components, such as the components associated with the resonance frequency of the first and second order and the anti-resonance frequency of the bimorph blade 2, as well as the frequency components caused by transition phenomena; of course the component with the oscillation frequency fc also belongs to the transmitted signal. Since the deflection signal Sg or S'g represents the deflection of the magnetic head 1 from the rest position, but not the position of the magnetic head 1 relative to the center of the scanned recording track t, it will be apparent that it is sent to the multiplier or balance modulator 22, the deflection signal S'g supplied does not contain information about the tracking error. It will be clear that the frequency, phase and amplitude of the undesired frequency components present in the deflection signal S'g at least substantially correspond to, respectively, the frequency, phase and amplitude of the corresponding undesired frequency components of the filter 21 delivered envelope signal S'b.

In verband met het voorgaande zal de vermenigvuldiger 22 een uitgangssignaal Sj (zie figuur 5D) 25 afgeven, dat het verschil of de som van de frequenties van de aan de beide ingangen van de vermenigvuldiger 22 toegevoerde signalen bevat. De vermenigvuldiger 22 elimineert derhalve uit het uitgangssignaal Sj de componenten met de slingerfrequentie fc en de componenten met ongewenste frequenties, zoals de resonantiefrequentie van eerste en tweede orde en de anti-resonantiefrequentie van het bimorphe blad 2. Het resulterende uitgangssignaal Ss bevat informatie omtrent de spoorvolgfout en voorts een frequentie-30 component van de frequentie 2fc, die in de vermenigvuldiger 22 ontstaat en door middel van een band-eliminatiefilter 23 kan worden geëlimineerd. Het filter 23 blokkeert de doorgang van de frequentiecomponenten, die zijn gelegen binnen een frequentieband, waarvan de centrale frequentie zich bij de waarde 2fc bevindt; de desbetreffende band strekt zich ter weerszijden van deze centrale frequentiewaarde slechts over een fractie van de frequentiewaarde fc uit. Als gevolg hiervan wordt aan de uitgang van het 35 bandeliminatiefilter 23 een spoorvolgfoutsignaal Sk volgens figuur 5E) verkregen, dat de afwijking van de magneetkop 1 ten opzichte van het door de kop afgetaste registratiespoor t weergeeft. Opgemerkt wordt dat het bandeliminatiefilter 23 kan worden vervangen door een laagdoorlaatfilter, waarvan de doorlaat-karakteristiek zodanig is gekozen, dat de frequentiecomponent met een frequentie 2fc niet wordt doorgelaten.In connection with the foregoing, the multiplier 22 will output an output signal Sj (see Figure 5D), which contains the difference or the sum of the frequencies of the signals applied to both inputs of the multiplier 22. The multiplier 22 therefore eliminates from the output signal Sj the components with the sweep frequency fc and the components with undesirable frequencies, such as the resonance frequency of first and second order and the anti-resonance frequency of the bimorph sheet 2. The resulting output signal Ss contains information about the tracking error and furthermore a frequency-30 component of the frequency 2fc, which arises in the multiplier 22 and can be eliminated by means of a band-elimination filter 23. The filter 23 blocks the passage of the frequency components located within a frequency band, the center frequency of which is at the value 2fc; the respective band extends on both sides of this central frequency value over a fraction of the frequency value fc. As a result, a tracking error signal Sk according to FIG. 5E) is obtained at the output of the band-elimination filter 23, which represents the deviation of the magnetic head 1 from the recording track t scanned by the head. It is noted that the band elimination filter 23 can be replaced by a low-pass filter, the pass characteristic of which is selected so that the frequency component with a frequency 2fc is not transmitted.

40 Het zojuist genoemde spoorvolgfoutsignaal Sk wordt via een versterker 24 toegevoerd aan een optelschakeling 8 voor optelling bij het van de oscillator 6 afkomstige, oorspronkelijke slingersignaal Sc. Aan de optelschakeling 8 kan voorts het signaal Sj van driehoekige golfvorm worden toegevoerd, dat in de bedrijfstoestand ’’weergave bij langzaam bewegend beeld” of in de bedrijfstoestand ’’weergave bij stilstaand beeld" of in de bedrijfstoestand ’’weergave bij stilstaand beeld” van het toegepaste videobandapparaat 45 wordt gebruikt voor compensatie van de hoekafwijking tussen de door de roteerbare magneetkop 1 gevolgde baan enerzijds en de langsrichting van ieder registratiespoor t anderzijds; deze hoekafwijking is het gevolg van het feit, dat de langsverplaatsingssnelheid van de magneetband T in de zojuist genoemde bedrijfstoestanden van het videobandapparaat verschilt van de normale waarde van de langsverplaatsingssnelheid van de band tijdens normale opname en/of weergave. Tenslotte wordt het uitgangssignaal van de 50 optelschakeling 8 toegevoerd aan een aandrijfversterker 9, die dan het aandrijfsignaal S, voor het bimorphe blad 2 afgeeft, zodat de neutrale positie van de magneetkop tijdens de slingerbeweging daarvan in dwarsrichting ten opzichte van de spoorlangsrichting steeds overeenkomt met het midden van het desbetreffende registratiespoor, beschouwd in de genoemde dwarsrichting.The tracking error signal Sk just mentioned is applied via an amplifier 24 to an adder 8 for adding to the original oscillation signal Sc from the oscillator 6. The adder circuit 8 can furthermore be supplied with the signal Sj of triangular waveform, which in the operating mode "display with slow-moving picture" or in the operating state "" display with still picture "or in the operating state" "display with still picture" of the video tape apparatus 45 used is used to compensate for the angular deviation between the path followed by the rotatable magnetic head 1 on the one hand and the longitudinal direction of each recording track t on the other hand; this angular deviation is due to the fact that the longitudinal displacement speed of the magnetic tape T in the aforementioned operating states of the videotape apparatus differs from the normal value of the longitudinal displacement speed of the tape during normal recording and / or playback Finally, the output of the adder 50 is supplied to a drive amplifier 9, which then outputs the drive signal S, for the bimorphe blade 2 , so that the neutral position v The magnetic head during its oscillatory movement in transverse direction relative to the track longitudinal direction always corresponds to the center of the relevant recording track, viewed in the said transverse direction.

Bij de in figuur 6 weergegeven uitvoeringsvorm van de weergeefkopspoorvolginrichting zijn de met diè 55 van de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 overeenkomende componenten weer met respectievelijk dezelfde verwijzingssymbolen aangeduid. De magneetkopspoorvolginrichting 10' volgens figuur 6 vertoont een met gebroken lijnen en in zijn geheel met het verwijzingscijfer 25 aangeduide leitrommel, waaraan de roteerbare 5 193155 magneetkop of transducent 1 is toegevoegd. De leitrommel 25 bevat een roteerbaar bovengedeelte 26 en een vaststaand ondergedeelte 27, waarbij zich tussen de beide trommelgedeelten 26 en 27 een in radiale richting open omtrekssleuf 28 uitstrekt. Het bimorphe blad 2 van piezo-keramisch materiaal is aan zijn basis of binneneinde bevestigd aan het benedenoppervlak van het roteerbare trommelbovengedeelte 26, zodat de 5 magneetkop 1, die de vorm heeft van een aan het vrije of buiteneinde van het bimorphe blad 2 aangebracht element, zich door de sleuf 28 uitstrekt en bewegingen kan uitvoeren in verticale of aan de rotatieas van het trommelbovengedeelte 26 evenwijdige richting in reactie op buiging van het bimorphe blad 2 onder de inwerking van het daaraan toegevoegde aandrijfsignaal Sf. Ook in dit geval is een niet in de tekening weergegeven magneetband schroeflijnvormig, dat wil zeggen onder een hoek ten opzichte van het vlak van 10 de sleuf 28, om een aanzienlijk gedeelte, bijvoorbeeld ongeveer de helft, om de buitenomtrek van de leitrommel 26 gewikkeld, zodat de magneetkop 1 tijdens zijn rotatie met het trommelbovengedeelte 26 een aftastbeweging in schuine richting over de magneetband uitvoert; tegelijkertijd wordt de magneetkop als gevolg van de afbuiging van het bimorphe blad 2 aan een slingerbeweging in ten opzichte van de aftast-richting normale richting onderworpen.In the embodiment of the reproducing head tracking device shown in Figure 6, the components corresponding to the 55 of the embodiment according to Figure 4 are again designated with the same reference symbols, respectively. The magnetic head tracking device 10 'of Figure 6 has a broken line guide line, designated in its entirety by reference numeral 25, to which is added the rotatable magnetic head or transducer 1. The guide drum 25 includes a rotatable top portion 26 and a fixed bottom portion 27, with a circumferential slot 28 open in the radial direction extending between the two drum portions 26 and 27. The bimorphe sheet 2 of piezo-ceramic material is attached at its base or inner end to the bottom surface of the rotatable drum top portion 26, so that the magnetic head 1, which is in the form of an element mounted on the free or outer end of the bimorphe sheet 2, extends through the slot 28 and is capable of moving in the vertical or parallel axis of rotation of the drum top portion 26 in response to bending of the bimorph blade 2 under the action of the associated drive signal Sf. In this case too, a magnetic tape not shown in the drawing is helically wound, that is to say at an angle with respect to the plane of the slot 28, around a considerable part, for instance about half, around the outer circumference of the guide drum 26, so that the magnetic head 1 performs an oblique scanning motion across the magnetic tape during its rotation with the drum top portion 26; at the same time, due to the deflection of the bimorph blade 2, the magnetic head is subjected to a pendulum movement in the normal direction relative to the scanning direction.

15 Bij de hier beschreven magneetkopspoorvolginrichting 10' is aan het oppervlak van het bimorphe blad 2 een rekstrookje 29 zodanig bevestigd, dat het bij afbuiging van het blad 2 aan een variërende belasting wordt onderworpen; het rekstrookje werkt samen met een bijbehorende schakeling 11' voor opwekking en afgifte van het afbuigsignaal Sg, dat een aanwijzing verschaft van de mate en de richting van de afbuiging van de magneetkop 1 uit zijn rustpositie. Bij de magneetkopspoorvolginrichting 10' volgens figuur 6 zijn de 20 afbuigsignaalopwekschakeling 11' en de weergeefversterker 3 voor verdere verwerking van het uitgangssignaal van de magneetkop 1 opgenomen in een schakelingseenheid 30, die op geschikte wijze binnen het roteerbare trommelbovengedeelte 26 van de leitrommel 25 is ondergebracht.In the magnetic head tracking device 10 'described herein, a strain gauge 29 is attached to the surface of the bimorph blade 2 such that it is subjected to varying loads when blade 2 is deflected; the strain gauge cooperates with an associated circuit 11 'for generating and outputting the deflection signal Sg, which provides an indication of the degree and direction of the deflection of the magnetic head 1 from its rest position. In the magnetic head tracker 10 'of Figure 6, the deflection signal generating circuit 11' and the reproducing amplifier 3 for further processing of the output signal of the magnetic head 1 are included in a circuit unit 30 suitably housed within the rotatable drum top portion 26 of the guide drum 25.

Zoals figuur 7 laat zien, wordt het door de magneetkop 1 uitgelezen signaal door de weergeefversterker 3 versterkt en vervolgens via een roteerbare transformator 31 door de schakelingseenheid 30 afgegeven.As shown in Figure 7, the signal read out by the magnetic head 1 is amplified by the reproducing amplifier 3 and then output from the circuit unit 30 via a rotatable transformer 31.

25 Daartoe is de schakeleenheid voorzien van sleepringen 32 en 33, waarmede respectievelijk met een bron van voedingsspanning en aarde verbonden borstels in aangrijping kunnen worden gebracht. Hulpsleep-ringen 34 en 35 dienen voor samenwerking met borstels, die respectievelijk het afbuigsignaal Sg afgeven en het aandrijfsignaal Sf ontvangen.For this purpose, the switching unit is provided with slip rings 32 and 33, with which brushes connected to a source of supply voltage and earth can be engaged respectively. Auxiliary drag rings 34 and 35 serve for engagement with brushes, which emit the deflection signal Sg and receive the drive signal Sf, respectively.

Het rekstrookje, dat van het type met een weerstandsdraad kan zijn, is in figuur 7 bij 29 weergegeven in 30 zijn met de schakeling 11' doorverbonden toestand en bovendien bij figuur 7 in 29' weergegeven in de aan zijn bimorphe blad 2 bevestigde toestand.The strain gauge, which may be of the resistive wire type, is shown in FIG. 7 at 29 in its connected state to circuit 11 "and, in addition, in FIG. 7, in 29" in its attached state to its bimorph blade 2.

Het met een weerstandsdraad werkende rekstrookje 29 vertoont in reactie op een afbuiging van het bimorphe blad 2, waarop het rekstrookje is bevestigd, een verandering van de weerstandswaarde. De aan het rekstrookje 29 toegevoegde schakeling 11' bevat een tussen de sleepring 32 en het rekstrookje 29 35 aangesloten veldeffecttransistor 36, die als bron van constante stroom voor het rekstrookje dient. De weerstandsverandering van het rekstrookje, die in reactie op een afbuiging van het bimorphe blad 2 optreedt, wordt in een overeenkomstige spanningsverandering omgezet, die na geschikte versterking door de versterker 37 het afbuigsignaal Sg vormt. De versterker 37 omvat een operationele versterker 38, weerstanden 39 en 40 en een capaciteit 41; de uitgang van de versterker 37 is verbonden met de sleepring 40 34.The strain gauge 29 working with a resistance wire shows a change in the resistance value in response to a deflection of the bimorphe sheet 2, to which the strain gauge is mounted. The circuit 11 'added to the strain gauge 29' comprises a field effect transistor 36 connected between the slip ring 32 and the strain gauge 29, which serves as a source of constant current for the strain gauge. The change in resistance of the strain gauge, which occurs in response to a deflection of the bimorph blade 2, is converted into a corresponding voltage change, which after appropriate amplification by the amplifier 37 forms the deflection signal Sg. The amplifier 37 includes an operational amplifier 38, resistors 39 and 40 and a capacitance 41; the output of amplifier 37 is connected to slip ring 40 34.

Figuur 6 laat zien, dat de magneetkopspoorvolginrichting 10' slechts van de aan de hand van figuur 4 beschreven magneetkopspoorvolginrichting 10 afwijkt voor wat betreft de wijze, waarop het afbuigsignaal Sg wordt opgewekt. Bij de magneetkopspoorvolginrichting 10' wordt het door de magneetkop 1 uitgelezen, frequentiegemoduleerde uitgangssignaal Sa na doorvoer door de weergeefversterker 3 via de roterende 45 transformator 31 aan de omhullende-detector 5 toegevoerd; het resulterende uitgangssignaal of omhullende signaal Sb wordt via het bandfilter 21 in de vorm van het signaal S'b aan de ene ingang van de als vermenigvuldiger werkende balansmodulator 22 toegevoerd. Het afbuigsignaal Sg wordt voorts via de sleepring 34 aan het bandfilter 19 toegevoerd; het resulterende signaal S'g wordt aan de andere ingang van de vermenigvuldiger 22 toegevoerd. Het uitgangssignaal Sj van de vermenigvuldiger wordt via het band-50 eliminatiefilter 23 toegevoerd aan de optelschakeling 8, waaraan eveneens het van de oscillator 6 afkomstige slingersignaal Sc en het driehoekgolfvormige of zaagtandgolfvormige signaal S, wordt toegevoerd ter verkrijging van het ingangssignaal Se voor de aandrijfversterker 9. Het uitgangssignaal van de laatstgenoemde vormt het aandrijfsignaal Sf voor het bimorphe blad 2.Figure 6 shows that the magnetic head tracker 10 'deviates only from the magnetic head tracker 10 described with reference to Figure 4 in the manner in which the deflection signal Sg is generated. In the magnetic head tracker 10 ', the frequency-modulated output signal Sa read by the magnetic head 1 is fed to the envelope detector 5 via the rotary transformer 31 after passing through the reproducing amplifier 3; the resulting output signal or envelope signal Sb is applied through the band filter 21 in the form of the signal S'b to one input of the multiplier balance modulator 22. The deflection signal Sg is further applied to the band filter 19 via the slip ring 34; the resulting signal S'g is applied to the other input of the multiplier 22. The output signal Sj of the multiplier is supplied via the band-50 elimination filter 23 to the adder circuit 8, to which the oscillating signal Sc from the oscillator 6 and the triangular or sawtooth waveform signal S are also supplied, in order to obtain the input signal Se for the drive amplifier 9. The output signal of the latter forms the driving signal Sf for the bimorph blade 2.

Zoals figuur 7 laat zien, bestaat het, de magneetkop 1 ondersteunende blad 2 bij voorkeur uit een 55 onderste en een bovenste piezo-keramisch element 2a, respectievelijk 2b, die aan hun buitenzijden elektroden dragen, terwijl tussen de beide elementen 2a en 2b een centrale elektrode 2c is aangebracht. Zoals figuur 7 voorts laat zien, wordt het aandrijfsignaal Sf via de sleepring 35 rechtstreeks aan deAs Fig. 7 shows, the blade 2 supporting the magnetic head 1 preferably consists of a lower and an upper piezo-ceramic element 2a, 2b, respectively, which carry electrodes on their outer sides, while between the two elements 2a and 2b a central electrode 2c is fitted. As further shown in Figure 7, the drive signal Sf is directly connected to the via the slip ring 35

Claims

193155 6 outer electrode of the lower element 2a and further via a voltage divider consisting of the diodes 42a and 42b and the zener diodes 43a and 43b to the central electrode 2c of the blade 2. The outer electrode of the upper element 2b of the blade 2 is grounded, for example, via a support member 44, which secures the inner end of the blade to the drum top portion 26. It is further noted that the magnetic head 1 and the strain gauge, as indicated in 29 'in Figure 7, are attached to the top surface of the bimorph blade 2, which is grounded. The deflection signal Sg corresponding to the deflection of the magnetic head 1 from its rest position is therefore not superimposed on the drive signal Sf for the bimorph blade 2. In the circuit shown in Figure 7 for supplying the drive signal Sf to the blade 2, the piezo-ceramic elements 2a and 2b are polarized in mutually opposite directions, the diodes 42a and 42b and the Zener diodes 43a and 43b ensuring that the drive signal St does not cause depolarization of the elements 2a and 2b. It will be clear that the applied multiplier in the form of the balance modulator 22 serves for comparison or synchronous demodulation of the envelope signal S'b supplied by the envelope detector 5 with, respectively, with the aid of the detection signal S ', which represents the instantaneous position of the magnetic head 1 and therefore contains not only the desired, but also the undesired frequency components of the envelope signal. This is to be distinguished from the magnetic head track tracking device of Figure 1, in which the multiplier or balance modulator 7 compares the envelope signal Sb with or demodulates using the fixed oscillation signal Sk, respectively, which is not the mechanical vibration or the like of the bimorphe page 2 contains resulting unwanted frequency-20 components. As a result of this distinction, the multiplier or balance modulator 22 will automatically eliminate the unwanted frequency components from the output signal S (so that the signal Sk accurately represents the tracking error. This allows the magnetic head to be accurately positioned in the relatively simple manner. optimum scanning position is maintained Although the movable support 2 for the magnetic head 1 has been described above as a bimorph blade, it will be appreciated that the support 2 may be formed by a piezoelectric element of any other suitable type or by a magnetostriction or moving coil element 30. Conclusions

1. Device for displaying an information signal recorded according to a recording track on a record carrier, comprising a transducer movable in a scanning path along the recording track for reading the information signal recorded according to the recording track, a bendable support for the transducer which is influenced by a electric drive signal is provided in a direction perpendicular to the scanning path for reading the information signal recorded in the recording track, a control circuit with an oscillator for generating and delivering a pendulum signal which is supplied as a driving signal to the bendable support about the transducer in a pendulum motion to move a neutral position along the scanning track for the recording-40 track to be scanned, an envelope detector for detecting the envelope signal of the output signal of the recording track to be read by the recording track transducer, a device for synchronous demodulation of the envelope detector output signal with a reference signal to be supplied for providing a tracking error signal which is a measure of the deviation of the neutral position of the transducer from the center of the scan recording track, and an adder circuit 45 for forming the sum signal of the pendulum signal and the tracking error signal to be applied to the bendable support, the bendable support comprising a deflection detection signal generator with a deflection detector coupled to the bendable support for providing a deflection detection signal which is a measure of the displacement of the transducer relative to the rest position of the transducer, characterized in that the synchronous demodulation device 50 is arranged for synchronous demodulation of the envelope detector output with the reference the signal to receive deflection detection signal from the deflection detection signal generator.

Device for displaying an information signal recorded according to a recording track according to claim 1, characterized in that the device for synchronous demodulation of the output signal of the envelope detector comprises a multiplier formed by a balance modulator.

Device for displaying an information signal recorded according to one of the preceding claims, characterized in that the synchronous demodulation device is provided with a first band filter for the output signal of the envelope detector to be received, and a 7 193155 second band filter for the bending detection signal to be received, wherein the two band filters have a frequency pass band, the lower cut-off frequency of which is a fraction of the frequency of the winding signal, while the upper cut-off frequency is less than twice the frequency of the winding signal.

Device for displaying an information signal recorded according to a recording track according to one or more of the preceding claims, wherein the adder circuit comprises a tape stop filter for the tracking error signal to be supplied, characterized in that the tape stop filter is designed for eliminating inside signal frequencies located at a predetermined frequency band, the central frequency of the tape stop filter being approximately twice the frequency of the roll signal.

Device for displaying an information signal recorded according to a recording track according to claim 1, characterized in that the deflection detector coupled to the bendable support consists of a capacitance between a fixed electrode and an electrode arranged on the bendable support, wherein the capacitance and a amplifier are arranged within an electrical shield against the electric field generated by the supply of the drive signal to the bendable support of the transducer.

Device for displaying an information signal recorded according to a recording track according to claim 1, characterized in that the deflection detector coupled to the bendable support consists of a residual strip arranged on the bendable support, which is loaded in accordance with the bending of the arm, and the deflection detection signal generator includes a constant current source coupled to the strain gauge to obtain a deflection detection signal varying with the resistance value. Hereby 5 sheets drawing