NL192160C

NL192160C - Weergave-inrichting met gasontladingsbuizen.

Info

Publication number: NL192160C
Application number: NL8104100A
Authority: NL
Original assignee: Chow Shing Cheung
Priority date: 1980-09-12
Filing date: 1981-09-04
Publication date: 1997-02-04
Also published as: GB2087137B; DE3135972C2; GB2087137A; US4471350A; DE3135972A1; NL192160B; AU7824581A; FR2490378A1; FR2490378B1; CA1185791A; NL8104100A; AU553724B2

Description

1 192160

Weergave-inrichting met gasontladingsbuizen

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een weergave-inrichting, waarin één of meer ontladings-lampen worden toegepast, en welke omvat: 5 een ontladingslamp gevormd door een glazen buis waarin een inert gas is aangebracht, waarbij de ontladingslamp een positieve en een negatieve elektrode bezit, met middelen voor het voortbrengen van een pulssignaal of een wisselstroomsignaal voor het toevoeren van pulssignalen of wissetstroomsignalen naar de beide elektroden van de ontladingslamp en het ontladen van deze lamp, een weergavepaneel met twee voedingsplaten en verder met één of meer weergave-eenheden, die losneembaar op het weergave-10 paneel zijn gemonteerd en door middel waarvan een boodschap gevormd door een combinatie van letters, nummers of symbolen kan worden weergegeven, waarbij de weergave-eenheid wordt gevormd door een steun- of oppervlakteplaat, waarop één of meer van de genoemde ontladingslampen met verschillende vorm en/of lengte is aangebracht, met een achtergedeelte waarop twee elektrisch geleidende segmenten zijn aangebracht die samenwerken met de voedingsplaten, waarbij de voedingsplaten elektrisch zijn verbonden 15 met de elektrisch geleidende segmenten, wanneer een veelvoud van de weergave-eenheden op het weergavepaneel is gecombineerd en ten opzichte van elkaar is opgesteld, en waarbij pulssignalen of wisselstroomsignalen van de pulssignaal of wisselstroomsignaal voortbrengende middelen worden gevoerd door de voedingsplaten en de elektrisch geleidende segmenten naar de beide elektrodes van de ontladingslamp voor het ontsteken van deze lamp.

20 Een dergelijke weergave-inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2.291.467. Het betreft hier een weergave-inrichting met weergave-eenheden die ieder bestaan uit een apart blok waarop een ontladingsbuis is aangebracht, waarbij de blokken losneembaar op de weergave-inrichting zijn aangebracht, zodat, door middel van het verplaatsen van de blokken naar andere posities, een wijziging in de door de weergave-inrichting weergegeven tekst kan worden aangebracht.

25 Uit het Amerikaanse octrooischrift 4.153.861 is bekend een ontladingslamp voor het gebruik bij een weergave-inrichting met ten minste één inwendige elektrode in de ontladingsbuis en één uitwendige elektrode. Omdat de bekende weergave-inrichting waarbij gebruik wordt gemaakt van een ontladingslamp een wisselstroomvoeding vereist met een hoge spanning, is het niet gewenst dat deze weergave-inrichting wordt opgesteld op plaatsen die gemakkelijk toegankelijk zijn voor het publiek zoals winkels e.d., vanwege 30 het gevaar van elektrische schokken door de hoge spanning. De bekende inrichting heeft verder het nadeel, dat bij het verwisselen van de weergave-eenheden de voedingsspanning dient te worden afgeschakeld.

De uitvinding beoogt een verbeterde weergave-inrichting te verschaffen, waarbij de weergave-eenheden op veilige en snelle wijze op een weeigave-inrichting kunnen worden aangebracht en daarvan af worden genomen, zonder dat het nodig is om de voedingsspanning af te schakelen. Verder wordt beoogd een 35 weergave-inrichting te verschaffen die kan worden geïnstalleerd op voertuigen voor advertentiedoeleinden.

De weergave-inrichting volgens de uitvinding vertoont daartoe het kenmerk, dat van iedere ontladingslamp één elektrode is aangebracht binnen de glazen buis en de andere elektrode is aangebracht aan de buitenzijde van de glazen buis, en dat in iedere weergave-eenheid een aparte transformator is opgenomen voor het opvoeren van de genoemde pulssignalen of wisselstroomsignalen voor de toevoer naar de beide 40 elektrodes van de ontladingslamp voor het ontsteken van deze lamp.

Volgens een verder kenmerk van de weergave-inrichting volgens de uitvinding zijn middelen aanwezig voor het magnetisch aanbrengen van de weergave-eenheid op het weergavepaneel.

Deze middelen kunnen worden gevormd door op de weergave-eenheid aangebrachte magneten.

Bij de weergave-inrichting volgens de uitvinding is in iedere weergave-eenheid een aparte transformator 45 opgenomen, in verband waarmee het mogelijk is te volstaan met een zeer lage spanning op de voedingsplaten. Verder zijn de weergave-eenheden via de elektrisch geleidende segmenten verbonden met de voedingsplaten terwijl zij daarmede tegelijkertijd via magneten als verbindingsorganen zijn verbonden. De weergave-eenheid kan op veilige en snelle wijze op het weergavepaneel worden aangebracht en daarvan af worden genomen, zonder dat het nodig is de voedingsspanning af te schakelen.

50 Verdere kenmerken en voordelen van de inrichting volgens de uitvinding zullen blijken uit de hiernavolgende beschrijving aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden.

Figuren 1-5 zijn doorsneden van de ontladingslampen P die worden toegepast in de weergave-inrichting volgens de uitvinding.

Figuren 6-7 zijn perspectivische weergave van de weergave-eenheid 5.

55 Figuren 8a, 8b en 8c zijn afbeeldingen van de verschillende letters, nummers en symbolen welke kunnen worden weergegeven met de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 8d is een bovenaanzicht van de verschillende vormen van ontladingslampen en welke worden 192160 2 toegepast voor het afbeelden van de patronen die zijn weergegeven in figuur 8a, 8b en 8c.

Figuren 9 en 10 zijn perspectivische weergaven van de weergave-inrichting waarin de ontladingslampen worden toegepast.

Figuur 11 is een schema van het circuit dat wordt omsloten door de weergave-inrichting.

5 Figuren 12 en 13 zijn perspectivische weergaven van de weergave-eenheid 5' die wordt toegepast in de weergave-inrichting volgens de uitvinding.

Figuren 14 en 15 zijn een perspectivisch en een bovenaanzicht van het weergavepaneel 7' respectievelijk.

Figuur 16 is een gedeeltelijke doorsnede van de weergave-eenheid 5' zoals aangebracht op het 10 weergavepaneel 7'.

Figuur 17 is een weergave van de elektrisch geleidende segmenten 8' en 9' zoals aangebracht op de weergave-eenheid 5' in de figuren 12 en 13.

Figuren 18 en 19 zijn schema’s van de circuits die zijn omsloten door de weergave-inrichting.

Figuur 20 toont de golfvormen van de uitgangssignalen van de besturingsketen volgens figuur 19.

15 Figuur 21 is een weergave van het intermitterend oplichten onder de besturing van de controlesignalen.

Figuren 22 en 23 tonen de golfvormen van de uitgangscontrolesignalen.

Figuur 24 is een perspectivische weergave van een andere uitvoeringsvorm van de weergave-eenheid volgens figuur 13.

Figuur 25 is een gedeeltelijke doorsnede van de elektrisch geleidende segmenten 9c' en 9d' van de 20 weergave-eenheid 5" die is afgebeeld in figuur 24.

Figuren 26 en 27 tonen de schema’s van de circuits die zijn ondergebracht in de weergave-inrichting van een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

In de navolgende beschrijving is een ontladingslamp zoals toegepast in de weergave-eenheid betrekkelijk 25 smal van afbeelding, bij voorbeeld, de diameter van de ontladingsbuis P varieert van ongeveer 2 mm tot 10 mm en de lengte varieert van ongeveer 10 mm tot 100 mm, echter kunnen ontladingslampen met grotere afbeeldingen ook worden toegepast in de weergave-inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont de basisconstructie van de ontladingslamp P zoals toegepast in het weergavesysteem volgens de voorkeuruitvoeringsvorm. Zoals in figuur 1 is weergegeven is een glazen buis 1 van zacht glas 30 zoals transparant sodaglas, of hard glas zoals borisilicaatgfas en gevormd in een willekeurige vorm, bij voorbeeld een rechte of een gebogen vorm zoals afgebeeld in de tekeningen. Een inert glas zoals neon, krypton of xenon is in de glazen buis 1 onder druk gebracht van ongeveer verschillende mm Hg tot meerdere honderden mm Hg (1 mm Hg = 133,3 Pa). Een lineaire elektrode 2 is binnen de glazen buis 1 aangebracht en verloopt over de lengte daarvan zoals weergegeven in de tekening. Voor het geval dat de 35 glazen buis 1 van zacht glas is gemaakt kan ”Dumet”-draad worden gebruikt voor de elektrode 2 en in het geval dat de glazen buis 1 is gemaakt van hard glas kan een wolfram-draad worden toegepast voor de elektrode 2. Verder kan de elektrode 2 zijn voorzien van een bekend getter materiaal zoals titanium, tantalium of zirconium en waarmede een ontladingssubstantie zoals een gas of verontreiniging kunnen worden geabsorbeerd om de levensduur van de ontladingslamp te vergroten. Een elektrode 3 is aange-40 bracht aan de buitenzijde van de glazen buis 1 en verloopt over de lengte daarvan en tegenover de elektrode 2.

De elektrode 3 is gevormd door een waterige oplossing van tinhalide in zeer fijne verdeling op een oppervlak van de glazen buis 1 te sproeien om het transparante elektrisch geleidende film of folie van tinoxide op een oppervlak af te zetten. De buis heeft daarbij een temperatuur van 500 tot 700°C. Een 45 elektrisch geleidende draad 4 dient voor het toevoeren van een spanning naar de elektrode 3.

Figuren 2 en 3 tonen dergelijke ontladingslampen P met dit verschil dat in figuur 2 één eindgedeelte van de glazen buis 1 naar beneden is gebogen en in figuur 3 beide eindgedeelten naar beneden zijn gebogen en ook het eindgedeelte 2a van de elektrode 2 en de elektrisch geleidende draad 4 verlopen naar beneden.

Volgens deze uitvoeringsvorm is het eindgedeelte 2a van de elektrode 2 en de elektrisch geleidende 50 draag 4 ingebed in de steunplaat 6 van de weergave-eenheid 5 (figuren 6 en 7) zodat het monteren van de ontladingslamp P op de steunplaat 6 en een bekrachtigen van de ontladingslamp P gemakkelijker kunnen worden uitgevoerd. Omdat alleen de elektrode 3 verbonden is met de massa van de steunplaat 6 is er geen mogelijkheid van een elektrische schok wanneer de elektrode 3 wordt aangeraakt. Figuur 4 toont een ontladingslamp met een elektrisch geleidende draad die om de glazen buis 1 is gewonden als elektrode 3. 55 Volgens deze soort van ontladingslampen kan de elektrode 3 zelf zo worden gevormd dat een ontladingslamp met een lange configuratie wordt verkregen.

Figuur 5 toont een gekromde ontladingslamp waarbij de elektrode 2 en 3 op dezelfde wijze kunnen zijn 3 192160 gevormd zoals beschreven in de figuren 1-4.

Figuur 6 toont een weergave-eenheid 5 voor het afbeelden van de letter ”E” door het aanbrengen van 4 rechte ontladingslampen P op de steunplaat 6. Figuur 7 is een achtergedeelte van een weergave-eenheid 5 zoals afgebeeld in figuur 6.

5 Figuur 7 toont de magneten 8 als verbindingsmiddelen om de weergave-eenheid 5 met het weergave-paneel (figuur 10 en 11) te verbinden en elektrisch geleidende segmenten 9 voor het toevoeren van een wisselstroomvermogen naar de ontladingslamp P.

Figuur 8(a), 8(b) en 8(c) respectievelijk illustreren verschillende typen van weergavepatronen welke worden gevormd voor het weergeven van verschillende soorten van alfabetische letters, nummers en 10 symbolen door het passend combineren en positioneren van 15 verschillend gevormde ontladingslampen P1-P15 zoals weergegeven in figuur 8(d).

Zoals in figuur 8(d) is weergegeven zijn er 8 rechte ontladingslampen P1-P8 welke verschillend van lengte zijn, een dmppelvoimige ontladingslamp P9, en 6 gebogen ontladingslampen P10-P15 met verschillende krommingsstraal en lengten van het rechte gedeelte ervan. De voorkeursafmetingen van de 15 ontladingslampen P1-P15 zoals weergegeven in figuur 8(d) staan in de hiernavolgende tabel vermeld. Door het veranderen van de diameter, de lengte en de krommingsstraal of de kromming van de ontladingslampen kunnen verschillende patronen van verschillende afmetingen zoals gewenst worden weergegeven.

Ontladingslamp L1 L2 L3 L4 L5 R

20 P1 6 - - P2 10 P3 15 P4 20 ----- - P5 25 25 P6 35 P7 40 P8 43 _____ P9 4 10 P10 - 1-2 1-2 10 30 P11 - - - 4 4 10 P12 - 1-2 1-2 12.5 P13 ___77 12.5 P14 _ _ _ 1-2 27.5 12.5 P15 7 7 20 35 (mm: glazen buis diameter is 4 mm).

Figuur 9 toont een weergavepaneel 7 waarop de weergave-eenheid 5 is gemonteerd. Het weergavepaneet 40 7 is voorzien van een paar voedingsplaten 11 voor het toevoeren van de spanning vanaf een wisselstroom-bron 10 (figuur 11) naar de ontladingslamp P van de weergave-eenheid 5. De wisselstroomvoeding 10 geeft een spanning af van enige tientallen Volts, bij voorbeeld ongeveer 20-40 V bij een frequentie van een aantal Kilohertz, bij voorbeeld 3-30 Kilohertz. Omdat de magneten 8 als verbindingsorganen dienen en de elektrisch geleidende segmenten 9 als voedingscontacten zich in hoofdzaak op dezelfde plaats bevinden 45 kan de voeding vanaf het weergavepaneel 7 naar de weergave-eenheid 5 worden overgebracht en ook de verbinding van de weergave-eenheid 5 met het weergavepaneel 7 zonder dat daarbij speciale magnetisatie-middelen worden toegepast door gebruik te maken van een elektrisch geleidend en magnetiseerbaar materiaal zoals een gegalvaniseerde plaat of een vertinde plaat voor de voedingsplaat of het contactorgaan 11.

50 Zoals is figuur 9 is weergegeven kunnen verschillende soorten van letters en symbolen in combinatie worden afgebeeld en 14 weergave-eenheden 5 zijn daarin gecombineerd voor het weergeven van de woorden ’TODAY’S SPECIAL”.

Figuur 10 is een andere uitvoeringsvorm van de weergave-inrichting met een ontladingslamp en waarbij een paar rails 7b met een groef 7a als verbindingsmiddelen zijn aangebracht op het weergavepaneel 7 voor 55 het verbinden van de weergave-eenheid 5 met het weergavepaneel 7. In deze uitvoeringsvorm wordt de weergave-eenheid 5 in de groef 7a gebracht en zoals deze groef wordt gevormd door de rails 7b die zijn gemonteerd op het weergavepaneel 7 om informatie af te beelden op dezelfde wijze als gedaan is aan de 192160 4 hand van figuur 9.

Zoals in figuur 10 is weergegeven is een voedingsplaat 12 aangebracht op de zijwand van de rail 7b van het weergavepaneel 7 en welke in contact gebracht moet worden met het elektrisch geleidende segment 9 dat is aangebracht aan de achterzijde van de weergave-eenheid 5 terwijl de voedingsplaat op het voedings-5 dakcontact 12 bij voorkeur is gemaakt van een elektrisch geleidend en veerkrachtig materiaal zodat het kan dienen voor de stroomtoevoer en als verbindingsmiddel. Figuur 11 is een schema van de bekrachtigings-keten die is ondergebracht in de weergave-inrichting zoals hiervoor beschreven. In de weergave-eenheid 5 is een transformator 13 aangebracht welke bestemd is voor het opvoeren van de wisselstroomspanning die afkomstig is van de wisselstroomvoeding 10 over de voedingsplaten of voedingscontacten 11,12 en de 10 elektrisch geleidende segmenten 9 zodat met deze opgevoerde spanning een elektro-luminisentie door de ontladingslamp P wordt verkregen.

Wanneer de eerder beschreven ontladingslamp P wordt toegepast moet de wisselspanning bij voorkeur worden opgevoerd tot op een hoogte van 200-2000 V door de transformator 13.

Figuur 12 is een andere uitvoeringsvorm van de weergave-eenheid 5' voor het weergeven van de 15 alfabetische letter ”E” door het positioneren van 4 rechte ontladingslampen P op de oppervlakteplaat of steunplaat daarvan.

De ontladingslamp P kan zijn gevormd zoals omschreven op de voorgaande bladzijden, namelijk, een betrekkelijk langere of kortere elektrode P-1 is aangebracht in de glazen buis en de andere transparante elektrode P-2 is aangebracht om het buitenoppervlak van de glazen buis.

20 Dit soort van ontladingslamp P kan men doen oplichten met een in hoofdzaak gelijkmatige luminisentie bij een lagere spanning en een lagere frequentie dan de ontladingslamp zoals een neonlamp welke normaal twee elektroden bezit die aan de beide tegenover elkaar gelegen einden van de glazen buis zijn aangebracht. Figuur 13 toont de achterzijde van de weergave-eenheid 5' volgens figuur 12. De weergave-eenheid 5' is aan de achteizijde voorzien van verbindingsmiddelen 8' zoals magneten voor het verbinden van de 25 weergave-eenheid 5' met het weergavepaneel 7' zoals hierna zal worden beschreven (figuur 15).

Verder zijn de elektrisch geleidende segmenten of contacten 9a, 9b, 9c, 9d en de schakelaars 14a en 14b aanwezig. Wanneer de weergave-eenheid 5' is aangebracht op het weergavepaneel 7' dienen de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b, 9c en 9d voor het toevoeren van gelijkspanning zoals afkomstig van de voedingsmiddelen, (zoals hierna zal worden omschreven) en de controlesignalen die toegevoerd 30 worden aan controlesignaalopwekmiddelen. De voedingsbron en de bron van de controlesignalen maken deel uit van de middelen voor het doen oplichten van de ontladingslamp P.

De schakelaars 14a, 14b dienen voor de aan-uit controle van de controlesignalen welke toegevoerd worden over de elektrisch geleidende segmenten 9c, 9d naar de weergave-eenheid 5'. De figuren 14 en 15 tonen een weergavepaneel 7' waarop de voedingsplaten 11a, 11b, 11c, 11d rechtstreeks zijn verbonden 35 met de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b, 9c, 9d van de weergave-eenheid 5' voor het toevoeren van de gelijkspanning zoals afkomstig van de voedingsbron 10' en de controlesignalen zoals afkomstig van de controlesignaalopwekker 15. De voeding 10' dient voor het toevoeren van een lagere gelijkspanning, bij voorbeeld van ongeveer 3-12 V door het paar van voedingsplaten of contacten 11a, 11b naar de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b van de weergave-eenheid 5', en de controlesignaalopwekker of generator 15 40 dient voor het toevoeren van controlesignalen met een frequentie van 3 tot 20 Kilohertz, bij voorbeeld, door het paar van voedingsplaten of contacten 11c, 11b of 11d, 11b en verder door de elektrisch geleidende segmenten 9c, 9d of 9d, 9b respectievelijk.

Figuur 16 toont het weergavepaneel 7' zoals gecombineerd met de weergave-eenheid 5'. De elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b en de voedingsplaten 11a, 11b, 11c, 11d zijn gemaakt van elektrisch 45 geleidend en magnetiseerbaar materiaal zoals gegalvaniseerd of vertind plaatstaal. Aldus kan de weergave-eenheid 5' worden verbonden met het weergavepaneel 7' met behulp van de magneten 8' als verbindingsmiddelen en welke weer zijn gecombineerd met de elektrisch geleidende platen 9a, 9b. Om te voorkomen dat de weergave-eenheid 5' zou kunnen verdraaien of door trillingen of door stoten van het weergavepaneel zou losraken zijn de voedingsplaten 11a, 11b welke gekoppeld zijn met de elektrisch geleidende segmenten 50 9a, 9b bij voorkeur ondergebracht in groeven 16,17 welke enigszins breder zijn dan de hoogte van de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b. Zoals in figuur 17 is weergegeven zijn de elektrisch geleidende segmenten 9c, 9d welke in aanraking zijn gekomen met de voedingsplaten 11c, lid bij voorkeur verschuifbaar in de richting zoals weergegeven bij de door de pijl A door de veerkracht van een veer 20 om de voedingsplaten 11a, 11b en de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b een gunstig contact te laten maken 55 zonder dat daarbij de magnetische verbinding met behulp van de magneten 8' wordt verstoord.

Figuur 18 toont een schema van het elektrische circuit zoals toegepast in de weergave-inrichting volgens deze uitvoeringsvorm. De controlesignaalgenerator 15 dient voor het opwekken van een controlesignaal dat 5 192160 moet worden toegevoerd over de voedingsplaten 11c, 11d van het weergavepaneel 7' naar de weergave-eenheid 5'. Zoals getoond in figuren 19 en 20 is de controlesignaalgenerator 15 opgebouwd uit een eerste pulssignaalgenerator 21 voor het opwekken van pulssignalen met de frequentie van enkele Kilohertz (zie figuur 20a), een tweede pulssignaal 22 voor het opwekken van pulssignalen met een faseverschil van 180° 5 en met de frequentie van enkele hertz (figuren 20b en 20c) en EN-poorten 23, 24 voor het invoeren van de beide pulssignalen van de pulssignaalgenerators 21 en 22 alternerend en intermitterend bij elke gegeven tijdsperiode (figuren 20d en 20e). In figuur 19 zijn de invoercontacten 25 en 26 de voedingscontacten welke zijn verbonden met de voeding 10' in figuur 18 terwijl de uitgangscontacten 27, 28 controlesignaal-uitgangscontacten zijn verbonden met de voedingsplaten 11c en 11d vein het weergavepaneel 7' in figuur 10 18. De controlesignalen afkomstig van de controlesignaalgenerator 15 worden door de elektrisch geleidende segmenten 9c, 9d die zijn aangebracht op de weergave-eenheid 5' en welke kunnen worden in- en uitgeschakeld met behulp van de schakelaars 14a, 14b (figuur 18) en de diodes 29,30 naar de transistor 31. De transformator 32 dient voor het opvoeren van de spanning van de controlesignalen welke over de transistor 31 worden toegevoerd zodat met deze opgevoerde spanning een elektro-luminiscentie door de 15 ontladingslamp P kan worden bewerkstelligd. Een pulssignaal met een piekspanning van ongeveer 200 tot 2000 Volt en de frequentie van ongeveer 3 tot 20 Kilohertz worden toegevoerd naar de beide elektroden P-1 en P-2 van de ontladingslamp P. De diode 33 die in het circuit is opgenomen volgens figuur 18 dient ter bescherming van een element van het circuit zoals de transistor 31 wanneer de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b van de weergave-eenheid 5' met de voedingsplaten 11a, 11b op het weergavepaneel 7' 20 respectievelijk worden verbonden. Figuur 21 toont de gotfvorm van het uitgangscontrolesignaal dat overgebracht wordt op het elektrisch geleidende segment 9c, de schakelaar 14a en de diode 29 naar de transistor 31 van de weergave-eenheid 5' volgens figuur 18 en figuur 21b toont de golfvorm van het controle-uitgangssignaal zoals overgebracht over het elektrisch geleidende segment 9d, schakelaar 14b en diode 30 naar de transistor 31 van de weergave-eenheid 5' in figuur 18. Figuur 21c toont de wijze volgens 25 welke de ontladingslamp P geactiveerd wordt bij elke periode van T1 in responsie op de controlesignaal zoals in figuur 21a wanneer alleen de schakelaar 14a is gesloten. Figuur 21d toont de wijze waarop de ontladingslamp P wordt geactiveerd op elke periode van T1 in responsie op het controlesignaal zoals weergegeven in figuur 21b wanneer alleen de schakelaar 14b is gesloten. Figuur 21e toont de wijze volgens welke de ontladingslamp P is geactiveerd in responsie op de controlesignalen volgens figuren 21a en 21b 30 wanneer de beide schakelaars 14a en 14b zijn gesloten. In figuren 21c, 21 d en 21e is de activatie van de ontladingslamp P weergegeven door het beschaduwde gedeelte.

Figuur 22 toont de golfvorm van het uitgangssignaal van het controlepulssignaal (20a) zoals opgewekt bij de eerste pulssignaalgenerator 21 zoals weergegeven in figuur 19.

Figuur 22b toont de golfvorm van het uitgangssignaal van het pulssignaal voor het geval de pulsbreedte t 35 is gehalveerd om daarmede de luminiscentie van de ontladingslamp P te verminderen om energie te besparen.

Figuur 22c vertoont een golfvorm van het uitgangssignaal van het pulssignaal voor het geval dat de pulsbreedte t is verdubbeld om daarmede de luminiscentie of de sterkte van de uitstraling van de ontladingslamp P te vergroten.

40 Figuur 23 toont de golfvormen (figuren 20d, 20e en figuren 21a, 21b) van de uitgangssignalen die zijn opgewekt door de controlesignaalgenerator 15 zoals weergegeven in figuur 19.

Figuren 23c en 23d tonen een golfvorm van het uitgangssignaal zoals weergegeven in figuren 23a en 23b voor het geval dat de periode T1 intermitterend wordt gecontroleerd door de tweede pulssignaalgenerator 22 (figuur 19) wordt gehalveerd, namelijk T1 gedeeld door 2 T1/2 om daarmede de aan-uit 45 periode van de ontladingslamp P te verkleinen.

In figuur 24 is een andere uitvoeringsvorm van de weergave-eenheid 5' afgebeeld en welke overeenkomt met de weergave-eenheid 5' volgens figuur 13 met dit verschil dat de elektrisch geleidende segmenten 9c', 9d' welke corresponderen met de geleidende segmenten 9c, 9d respectievelijk van de weergave-eenheid 5" kunnen worden teruggetrokken zoals dit is weergegeven in figuren 25a en 25b.

50 In figuren 24 en 25a zijn de elektrisch geleidende segmenten 9c' en 9d' tegen de richting van de pijl A en tegen de veerkracht van de veer 20 teruggedrukt en vervolgens geroteerd waardoor de pennen 34 op de segmenten of elementen 9c' en 9d' in aanraking gebracht worden met de hoekvormige plaat 35 zoals weergegeven in figuur 25b.

In figuur 25b zijn de elektrisch geleidende segmenten 9c' en 9d' over de afstand L teruggetrokken, dit in 55 tegenstelling tot de toestand volgens figuur 25a. Als gevolg zal, wanneer de weergave-eenheid 5" op een weergavepaneel 7' wordt gemonteerd de elektrisch geleidende segmenten 9c,' 9d' niet elektrisch worden verbonden met de voedingsplaten 11c, 11d zoals het onmogelijk is voor de controlesignalen om te worden 192160 6 toegevoerd naar de weergave-eenheid 5".

Volgens de uitvoeringsvorm volgens figuren 24 en 25 dienen de elektrisch geleidende segmenten 9c', 9d' als schakelaar en aldus is het niet noodzakelijk om de eenheid met schakelaars 14a, 14b uit te voeren zoals dit nodig is bij de eerdere uitvoeringsvorm volgens figuur 13. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm volgens 5 de figuren 1-5 is de afstand tussen de elektrode 2 en 3 in hoofdzaak constant en betrekkelijk kort en onafhankelijk van de lengte van de glazen buis 1 en is het niet noodzakelijk om een ontsteekketen toe te passen maar in hoofdzaak het gehele gebied van de glazen buis 1 kan men doen oplichten met een gelijkvormige luminiscentie door aan de beide elektroden 2 en 3 een wisselspanning toe te voeren met een spanning van ongeveer 200-2000 V en een frequentie van ongeveer 3 Kilohertz of meer, bij voorbeeld.

10 Voor het geval de glazen buis is gevuld met neongas kan men de ontladingslamp met een oranje kleur doen oplichten terwijl voor het geval de glazen buis is opgevuld uit krypton* of xenongas de buis kan worden opgelicht in een blauwe kleur. Wanneer fluorescent materiaal is aangebracht op de binnenwand van de ontladingsbuis kan de ontladingsbuis worden opgelicht in een gewenste kleur, bij voorbeeld, als cadmiumboraat als fluoriscerend materiaal wordt toegepast kan de ontladingslamp oplichten in een rode 15 kleur, en wanneer zinksilicaat en calcium-tungstaat worden toegepast kan de ontladingslamp worden opgelicht in rasp. een groene en een blauwe kleur.

Wanneer de elektrode 3 op het buiten-langsoppervlak van de glazen buis met een belaid interval en breedte wordt aangebracht kan alleen een bepaald gedeelte van de lengte van de glazen buis worden opgelicht. De elektrode 3 kan zijn opgebouwd uit een veelvoud van spiraalvormige delen en het fluorisce-20 rende materiaal dat is aangebracht op het binnenoppervlak van de glazen buis 1 kan worden gevarieerd overeenkomstig elk spiraalvormig deel 3 door het omschakelen van de stroom door elk spiraalvormig deel 3. Als resultaat kunnen verschillende kleuren van elektro-luminiscentie in afhankelijkheid van de spiraalvormige elektrode van de glazen buis worden veikregen. De ontsteekspanning en de ontlaadspanning kunnen worden verlaagd en het is dus niet noodzakelijk een ontsteekcircuit toe te passen terwijl de ontladingslamp 25 eenvoudig van constructie en klein van afmeting kan zijn. Omdat het energieverbruik bij het ontladen teruggebracht is kan de ontladingslamp worden toegepast als een energiebesparende loodslamp of bebakeningslamp. De elektroden 2 en 3 kunnen zijn gevormd van een flexibel materiaal om de elektro-luminiscentie niet te beïnvloeden zelfs wanneer een gedeelte van de elektrode in aanraking wordt gebracht met de glazen buis 1. Bij een proefneming werd geconstateerd dat 1 mm A van ontlaadstroom de 30 ontladingslamp meer dan 100.000 uur licht kon laten afgeven.

Ontlading kan reeds plaatsvinden bij een frequentie van 10 Kilohertz terwijl het toepassen van een frequentie in het gebied van 15 Kilohertz tot 20 Kilohertz een beïnvloeding op gelijksapparatuur uitsluit.

Om de gewenste informatie weer te geven wordt een weergave-eenheid 5 gekozen voor het weergeven van de vereiste letter, nummer of symbool. Daarna, zoals weergegeven in figuren 9 en 10 worden de 35 gekozen weergave-eenheden achtereenvolgens aangebracht op het weergavepaneel 7. Daarna wordt een wisselstroomvoeding toegevoerd vanaf de voedingsbron 10 naar de voedingsplaten 11 en 12 en verder door de elektrisch geleidende plaat 9 van elke weergave-eenheid 5 naar de transformator 13. De wisselspanning die benodigd is voor de ontlading met een elektro-luminiscentie wordt toegevoerd naar de beide elektroden 2 en 3 van de ontladingslamp P en de gewenste informatieweergave vindt plaats door de elektro-40 luminiscentie van de ontladingslamp P. Omdat de weergave-eenheid 5 in deze uitvoeringsvorm eenvoudig kan worden aangebracht en weer kan worden weggenomen van het weergavepaneel 7 is het gemakkelijk veranderingen in de weergave aan te brengen indien dit noodzakelijk is. In deze uitvoeringsvorm zijn voedingsplaten 11 en 12 aanwezig waarin een lage wisselspanning wordt toegevoegd, echter kan een gelijkstroom-wisselstroomomzetter met een oscillator voor het genereren van signalen in het frequentiege-45 bied van ongeveer 3-30 Kilohertz zijn opgesloten in de weergave-eenheid 5 in aanvulling tot de transformator 13, en de ontladingslamp kan tot ontsteking worden gebracht door toevoeren van een wisselspanning welke hoog genoeg is voor de voeding van de oscillator, bij voorbeeld 3-10 V naar de voedingsplaten 11, 12. Omdat in dit geval slechts een lage gelijkspanning noodzakelijk is kan de weergave-inrichting worden toegepast voor voertuigen omdat een kleine batterij als gelijkspanningsbron zou kunnen worden onderge-50 bracht in de weergave-eenheid 5 zodat de weeigave-inrichting zeer eenvoudig te transporteren is.

Wanneer de ontladingslampen P staan opgesteld overeenkomstig de verschillende letter- of nummer-patronen, met of ingebed in de steun- of oppervlakteplaat 6 met behulp van transparante acrylgas, wordt de ontladingseenheid 5 veiliger en gemakkelijker in gebruik. Bij de uitvoeringsvorm volgens de figuren 12-27 wordt voor het weergeven van de gewenste informatie een weergave-eenheid 5' gekozen voor het 55 weergeven van een gewenste letter, nummer of symbool. Daarna wordt de gekozen weergave-eenheid 5' achtereenvolgens aangebracht op het weergavepaneel 7' zoals dit is weergegeven in de figuren 14 en 15. Daarbij worden de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b in contact gebracht met de voedingsplaten 11a, 7 192160 11b op het weergavepaneel 7' door de aantrekking van de magneten 8' die integraal zijn gevormd met de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b. Tezelfdertijd worden de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b, 9c, 9d van de weergave-eenheid 5' in contact gebracht met de voedingsplaten 11a, 11b, 11c, 11 d op het weergavepaneel 7' zoals dit is weergegeven in figuur 16. Wanneer beide schakelaars 14a, 14b in de figuren 5 13 en 18 zijn gesloten wordt een gelijkspanning vanaf de voeding 10' over de voedingsplaten 11a, 11b en de elektrisch geleidende segmenten 9a, 9b, welke in contact staan met de voedingsplaten 11a, 11 b naar de transistor 31 van de weergave-eenheid 5', terwijl het controlesignaal (figuren 20a, 20e en figuren 21a, 21b) van de controlesignaalgenerator 15 alternerend bij elke gegeven tijdsperiode T1 toegevoerd worden over de voedingsplaten 11c, 11 d de elektrisch geleidende segmenten 9c, 9d welke in contact staan met de 10 voedingsplaten 11c, 11d, de schakelaars 14a, 14b en de diodes 29, 30 in de weergave-eenheid 5' naar de basis van transistor 31. Het controlesignaal wordt achtereenvolgens toegevoerd naar de primaire winding van de transfoimator 32 in figuur 18, en een voeding welke een spanning en een frequentie bezit die vereist is voor de ontlading wordt toegevoerd tussen de elektrodes P1 en P2 van de ontladingslamp P waardoor deze ontladingslamp achtereenvolgens oplicht zoals weergegeven in figuur 21e voor het weergeven van de 15 informatie.

Wanneer een van de schakelaars 14a, 14b welke is aangebracht op de weergave-eenheid 5' in figuur 13 is gesloten en de andere is open wordt een van de controlesignalen zoals weergegeven in figuren 21a en 21b toegevoerd naar de basis van de transistor 31 bij elke gegeven periode van tijd Tl waardoor de ontladingslamp P intermitterend oplicht zoals weergegeven in figuur 21c of figuur 21d voor het weergeven 20 van informatie van welke verschillend js van de daaropvolgende weergegeven informatie.

Omdat de fase van het controlesignaal dat toegevoerd wordt naar de transistor 32 voor het geval dat de schakelaar 14a gesloten is en de schakelaar 14b is geopend wordt omgekeerd wanneer de schakelaar 14a is gesloten en de schakelaar 14b open is zal de ontladingslamp P alternerend oplichten met een elektro-luminiscentie bij elke gegeven tijdsperiode T1. Overeenkomstig zal de naar keuze instelling van de 25 schakelaars 14a, 14b de oorzaak zijn dat de oplichttijd van de weergave wordt gevarieerd.

Wanneer beide schakelaars 14a, 14b zijn geopend worden geen controlesignalen toegevoerd naar de weergave-eenheid 5' en dientengevolge zal de ontladingslamp P niet oplichten en de weergave-inrichting geen informatie afgeven.

Zoals weergegeven in figuren 22b en 22c kan de pulsbreedte van het gegenereerde pulssignaal van de 30 eerste pulssignaalgenerator 21 van de controlesignaalgenerator 15 worden veranderd voor het regelen van de luminiscentie van de weergavelamp P bij het oplichten daarvan.

Overeenkomstig, zoals dit is weergegeven in figuren 23c, 23d, 23e, 23f kan de pulsbreedte van het pulssignaal dat afkomstig is van de tweede pulsgenerator 22 van de controlesignaalgenerator 15 worden veranderd om daarmede de oplichtperiode van de ontladingslamp P te regelen. Bij de weergave-eenheid 5" 35 van de figuren 24 en 25 waar de geleidende segmenten 9c', 9d' temgtrekbaar zijn gemonteerd op de weergave-eenheid 5" op een zodanige wijze dat de geleidende segmenten 9c', 9d' in de weergave-eenheid 5" zijn ingedrukt en zijn geroteerd, en dat deze geleidende segmenten 9c', 9d', naar keuze in een werkstand kunnen worden gebracht om het eerdergenoemde effect te verkrijgen. In de beschreven uitvoeringsvorm is het controlesignaal een rechthoekige puls maar kunnen ook andere vormen van 40 controlesignalen zoals een driehoekige puls, een zaagtandpuls of een sinusvormig golfsignaal worden gebruikt. In de beschreven uitvoeringsvorm toont het systeem voor het controleren van het oplichten bij elke tijdsperiode over het alternerend oplichten door twee paren van voedingplaten en geleidende segmenten, echter kan het aantal voedingsplaten en geleidende segmenten worden vergroot waardoor het controleren van de elektro-luminiscentie meer gevarieerd kan worden.

45 Figuur 26 is een elektrisch circuit van een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding waarbij een wisselstroomvoeding met omgekeerde fase zoals weergegeven bij de golfvormen over de voedingsplaten 11c, 11 d, 11 b in figuur 26 wordt toegevoerd vanaf de voeding 10' naar de voedingsplaten 11a, 11c, 1 ld, 11b, bij de aan-uit controle van schakelorganen 37, 38, 39 met behulp van een ringteller 36. De wisselspanning wordt toegevoerd door de geleidende segmenten 9a, 9c, 9d, 9b naar de weergave-eenheden 40 50 die zijn aangebracht op het weergavepaneel 7' en wordt verder selectief toegevoerd over de schakelaars 41, 42, 43 op de weergave-eenheden 40 naar de gelijkstroom-wisselstroomomzetter 44 welke een oscillator is met een transistor 45 en een primaire winding van de transformator 46 waarbij de voeding voldoende frequentie (3-30 Kilohertz) en voldoende spanning (200-2000V) bezit om de ontladingslamp P continue te doen oplichten, toegevoerd wordt vanaf de boostingtransformator 46.

55 Als gevolg zal de ontladingslamp P regelmatig oplichten en doven volgens een fasehoek in afhankelijkheid van de keuze van de schakelaars 41, 42 en 43.

Deze uitvoeringsvorm is overeenkomstig met de eerdergenoemde uitvoeringsvorm met dit verschil dat

Claims

192160 8 het aantal voedingsplaten 11a, 11c, 11 d, 11b waarnaar de voeding met verschillende fasen wordt toegevoerd is verminderd. Figuur 27 toont ook een elektrisch circuit van een andere uitvoeringsvorm waarin de wisselstroomvoeding 10" de plaats inneemt van de gelijkstroomvoeding 10' in figuur 26 zodat de gelijkstroom-5 wisselstroomomzetter 44 in figuur 26 kan worden weggelaten. Wanneer de spanning welke afkomstig is van de wisselstroomvoeding 10" voldoende hoog is om de ontladingslamp te doen oplichten kan de transformator 46 ook uit de weergave-eenheden 40' worden weggelaten. 10 Conclusies

1. Weergave-inrichting, waarin één of meer ontladingslampen worden toegepast, en welke omvat: een ontladingslamp gevormd door een glazen buis waarin een inert gas is aangebracht, waarbij de ontladingslamp een positieve en een negatieve elektrode bezit, met middelen voor het voortbrengen van 15 een pulssignaal of een wisselstroomsignaal voor het toevoeren van pulssignalen of wisselstroomsignalen naar de beide elektroden van de ontladingslamp en het ontladen van deze lamp, een weergavepaneel met twee voedingsplaten en verder met één of meer weergave-eenheden, die losneembaar op het weergavepaneel zijn gemonteerd en door middel waarvan een boodschap gevormd door een combinatie van letters, nummers of symbolen kan worden weergegeven, waarbij de weergave-eenheid wordt gevormd door een 20 steun- of oppervlakteplaat, waarop één of meer van de genoemde ontladingslampen met verschillende vorm en/of lengte is aangebracht, met een achtergedeelte waarop twee elektrisch geleidende segmenten zijn aangebracht die samenwerken met de voedingsplaten, waarbij de voedingsplaten elektrisch zijn verbonden met de elektrisch geleidende segmenten, wanneer een veelvoud van de weergave-eenheden op het weergavepaneel is gecombineerd en ten opzichte van elkaar is opgesteld, en waarbij pulssignalen of 25 wisselstroomsignalen van de pulssignaal of wisselstroomsignaal voortbrengende middelen worden gevoerd door de voedingsplaten en de elektrisch geleidende segmenten, met het kenmerk, dat van iedere ontladingslamp één elektrode is aangebracht binnen de glazen buis en de andere elektrode is aangebracht aan de buitenzijde van de glazen buis, en dat in iedere weergave-eenheid een aparte transformator is opgenomen voor het opvoeren van de genoemde pulssignalen of wisselstroomsignalen voor de toevoer 30 naar de beide elektrodes van de ontladingslamp voor het ontsteken van deze lamp.

2. Weergave-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat verder middelen aanwezig zijn voor het magnetisch aanbrengen van de weergave-eenheid op het weergavepaneel. » Hierbij 12 bladen tekening t