NL1043125A - Werkwijze en middelen voor het maken van een wand door middel van gipsplaten tegen een ondergrond - Google Patents

Werkwijze en middelen voor het maken van een wand door middel van gipsplaten tegen een ondergrond Download PDF

Info

Publication number
NL1043125A
NL1043125A NL1043125A NL1043125A NL1043125A NL 1043125 A NL1043125 A NL 1043125A NL 1043125 A NL1043125 A NL 1043125A NL 1043125 A NL1043125 A NL 1043125A NL 1043125 A NL1043125 A NL 1043125A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plasterboard
edge
edge coupling
coupling profile
profile
Prior art date
Application number
NL1043125A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1043125B1 (nl
Inventor
Matheus Mara Van Rijsingen Wilhelmus
Original Assignee
Ripstaal B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ripstaal B V filed Critical Ripstaal B V
Priority to NL1043125A priority Critical patent/NL1043125B1/nl
Priority to US17/257,773 priority patent/US11613888B2/en
Priority to EP19790877.5A priority patent/EP3818221B1/en
Priority to CN201980045163.2A priority patent/CN112368454B/zh
Priority to PCT/NL2019/050413 priority patent/WO2020009576A1/en
Publication of NL1043125A publication Critical patent/NL1043125A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1043125B1 publication Critical patent/NL1043125B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/74Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/74Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
    • E04B2002/7461Details of connection of sheet panels to frame or posts
    • E04B2002/7462Details of connection of sheet panels to frame or posts using resilient connectors, e.g. clips
    • E04B2002/7464Details of connection of sheet panels to frame or posts using resilient connectors, e.g. clips clasping a flange of a profile

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Abstract

UITTREKSEL Werkwijze voor het maken van een wand met behulp van gipsplaten (l,la,lb) en een ondergrond (2,12,25), waarbij 5 de gipsplaten aan hun zijkanten zijn voorzien van randkoppelprofielen (3,4,6,l3,l4,l6) die zijn ingericht om tegen de ondergrond vastgezet en vervolgens aan elkaar gekoppeld te worden. De gipsplaten kunnen ook voorzien zijn van een achterkoppelprofiel (24). De gipsplaten kunnen aan 10 elkaar gehaakt worden of door middel van verschuiving overdwars aan elkaar gekoppeld worden. De randkoppelprofielen kunnen ook tevens anti— hechtingsextensies (3l) omvatten die elk een anti—hechtend randgebied (32) aan de voorzijde van de betreffende 15 gipsplaat vormen, met een oppervlak waarop stucmassa niet hecht. De maatregelen volgens de uitvinding beogen te voorzien in gipsplaten die na gebruik weer gemakkelijk en schoon gedemonteerd kunnen worden waardoor de gipsplaten opnieuw als zodanig dienst kunnen doen en het milieu niet 20 wordt belast met gipsafval. (FIG. 8)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en middelen voor het maken van een wand door middel van gipsplaten te- gen een ondergrond
BESCHRIJVING De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en middelen voor het tegen een ondergrond vastzetten van gipsplaten. De onderhavige uitvinding beoogt te voorzien in een verbe- terde werkwijze voor het aanbrengen van gipsplaten (zie bijvoorbeeld https://nl.wikivedia.org/wiki/Gipsplaat) tegen een ondergrond, bijvoorbeeld staanders of een vlakke onder- grond, op zodanige wijze dat gipsplaten, bijvoorbeeld bij verandering van de indeling van een gebouw en ook bij de sloop van een gebouw met gipswanden, ook weer goed van die ondergrond te verwijderen zijn en wel zodanig dat die gips- platen daarna weer als zodanig opnieuw gebruikt kunnen wor- den en niet -zoals tot op heden het geval is- moeten worden afgevoerd als (gips)afval. Hierdoor wordt door de uitvin- ding beoogd een substantiële bijdrage te leveren bij de vermindering van de hoeveelheid (gips)afval. De uitvinding voorziet in een werkwijze voor het tegen een ondergrond vastzetten van gipsplaten, omvattende, als voor- zieningsstap: het voorzien in gipsplaten die aan hun zijkanten zijn voor- zien van randkoppelprofielen, te weten aan één zijkant een eerste randkoppelprofiel met een vastzetextensie (bijvoor-
beeld vastzetslab of -strook) die is bestemd en ingericht om de gipsplaat daarmee tegen een ondergrond vast te zet- ten, bijvoorbeeld door middel van schroeven, en aan de an- dere zijkant van dezelfde gipsplaat een tweede randkoppel- profiel, waarbij de randkoppelprofielen zijn voorzien van koppelmiddelen die zijn ingericht om het tweede randkoppel- profiel van een gipsplaat en het eerste randkoppelprofiel van een eerder tegen een ondergrond vastgezette gipsplaat op handmatig losmakelijke wijze aan elkaar te kunnen koppe- len.
De werkwijze omvat verder, als uitvoeringstappen: (a) het tegen een ondergrond vastzetten van een eerste, van de genoemde randkoppelprofielen voorziene gipsplaat waarbij dan het eerste randkoppelprofiel van die gipsplaat met zijn vastzetextensie tegen de ondergrond wordt vastgezet, bij- voorbeeld vastgeschroefd, (b) het koppelen van een tweede gipsplaat met zijn tweede randkoppelprofiel aan het (reeds tegen de ondergrond vast- gezette) eerste randkoppelprofiel van de eerste gipsplaat, (c) het vervolgens vastzetten van die tweede gipsplaat door het tegen de ondergrond vastzetten (bijvoorbeeld vast- schroeven) van de vastzetextensie van het eerste randkop- pelprofiel van die tweede gipsplaat.
Op dezelfde wijze kunnen dan vervolgens verdere gipsplaten, aan hun zijkanten voorzien van eerste en tweede randkoppel- profielen zoals hierboven aangegeven, tegen de ondergrond worden vastgezet.
Volgens de uitvinding wordt dus -korter gezegd- gebruik ge- maakt van gipsplaten die aan hun zijkanten zijn voorzien van randkoppelprofielen, waarbij steeds een gipsplaat met zijn eerste (schroef)profiel tegen de ondergrond wordt vastgezet, bijvoorbeeld vastgeschroefd, en er dan een vol-
gende gipsplaat met zijn (koppel)profiel aan het vastgezet- te randkoppelprofiel van de eerste gipsplaat wordt gekop- peld.
In een eerste uitvoering (geïllustreerd in bijgaande figuur 1) is deze wijze van met elkaar koppelen van gipsplaten tot op zekere hoogte te vergelijken met het leggen van vloerla- minaat, waarbij de delen met elkaar worden gekoppeld door middel van vasthaken of vastklikken ("kliklaminaat"). In een andere uitvoering van de onderhavige uitvinding (geïl- lustreerd in de overige figuren) is deze wijze van met el- kaar koppelen van gipsplaten tot op zekere hoogte te verge- lijken met het aanbrengen van vloerdelen of (wand) schroten die zijn voorzien van messing en groef, waarbij de delen aan elkaar gekoppeld worden door middel van het in dwars- richting in elkaar schuiven van de messing van het ene deel in de groef van het naburige deel.
Met "op handmatig losmakelijke wijze aan elkaar kunnen kop- pelen" of kortweg "losmakelijk"™ wordt in het kader van de uitvinding bedoeld dat de gipsplaten tijdens montage van een wand door middel van de randkoppelprofielen aan of in elkaar kunnen worden gekoppeld maar later - bijvoorbeeld bij verbouwing of sloop - ook weer eenvoudig, handmatig of onder gebruikmaking van slechts eenvoudig gereedschap, zon- der de gipsplaten te moeten beschadigen of breken, ook weer kunnen worden ontkoppeld, evenals dat ook het geval is bij bijvoorbeeld laminaat met haak- of klikprofiel en bij vloerdelen en schroten met messing en groef.
Gipsplaten die zijn ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, dienen dus aan beide zij- kanten voorzien te zijn van randkoppelprofielen, te wetenaan één zijkant een eerste randkoppelprofiel met een vast- zetextensie die is bestemd en ingericht om tegen een onder- grond vast te zetten (vastgezet te worden) bijvoorbeeld door middel van schroeven, en aan de andere zijkant een tweede randkoppelprofiel, waarbij de randkoppelprofielen zijn voorzien van koppelmid- delen die zijn ingericht om het tweede randkoppelprofiel van een gipsplaat en het eerste randkoppelprofiel van een eerder tegen een ondergrond vastgezette gipsplaat op hand- matig losmakelijke wijze aan elkaar te kunnen koppelen.
Het eerste en tweede randkoppelprofiel zijn bij de produc- tie van de gipsplaat volgens de uitvinding bij voorkeur ten minste deels door verlijming tegen de zijkanten van de gipsplaat aangebracht. De meeste soorten gipsplaat zijn aan beide vlakken voorzien van een beschermlaag (doorgaans van papier of dun karton). Op ongeveer dezelfde wijze als in een eerdere octrooiaanvrage van aanvraagster (EP330797) wordt voorgesteld voor het aanbrengen van een (ander soort) randkoppelprofiel tegen de zijkant van gipsplaat, worden bij voorkeur ook in dit geval de randkoppelprofielen ten minste deels door verlijming tegen naar binnen gevouwen randstroken van die beide beschermlagen aangebracht.
De uitvinding omvat (a) de werkwijze zoals hierboven aange- geven, (b) gipsplaten die voor het uitvoeren van die werk- wijze zijn ingericht (namelijk door de op de zijkanten aan- gebrachte randkoppelprofielen), terwijl beschermingsomvang van de uitvinding daarenboven (c) elk randkoppelprofiel om- vat dat bestemd en is ingericht (gevormd, bijvoorbeeld door middel van extrusie) als eerste of tweede randkoppelprofiel voor gipsplaten volgens de uitvinding, zoals hierboven resp. in de bijgaande conclusies is aangegeven.
De gipsplaten volgens de uitvinding kunnen, zoals in het voorgaande aangegeven, dus voorzien zijn van randkoppelpro- fielen die ten behoeve van het aan elkaar koppelen door
5 middel van een haakbeweging in elkaar gehaakt kunnen worden (zoals bij kliklaminaat) of die door middel van verplaat- sing in dwarsrichting in elkaar geschoven kunnen worden (zoals bij vloerdelen met messing en groef). De eerste uit- voering, met hakende randkoppelprofielen, maakt deel uitvan een eerdere octrooiaanvrage van aanvraagster, NL1042927, ingediend op 05-07-2018, terwijl de tweede uit- voering, met in elkaar schuivende randkoppelprofielen, deel uitmaakt van een tweede octrooiaanvrage van aanvraagster, NL1043??7?, ingediend op 77-01-2019. In die laatste aanvrageworden ook maatregelen voorgesteld voor het tegen een on- dergrond kunnen bevestigen/koppelen van bredere gipsplaten, niet alleen aan hun zijkanten, maar ook daartussenin.
In de onderhavige aanvrage worden, behalve de reeds in de priori- teitsaanvragen beschreven uitvoeringen van gipsplaten metrandkoppelprofielen, bovendien uitvoeringen voorgesteld die van belang zijn voor toepassing van wanden met een dubbele laag gipsplaten.
Ten slotte worden de gipsplaten bij voorkeur voorzien vanrandkoppelprofielen die, behalve voor het aan elkaar koppe- len van aan elkaar grenzende gipsplaten en/of middelen voor het bevestigen van de gipsplaten tegen een ondergrond, te- vens voorzien zijn van anti-hechtingsextensies die elk een anti-hechtend randgebied aan de voorzijde van de betreffen-
de gipsplaat vormen, met een oppervlak waarop stucmassa niet hecht, welke optie onderdeel is van een eerder door aanvraagster ingediende octrooiaanvrage, NL10430?7?. De an- ti-hechtende randgebieden die door die anti-
hechtingsextensies worden gevormd dienen ervoor om te zor- gen dat de (rand)gebieden ter weerszijden van de naden tus- sen twee naburige gipsplaten egaal vlak kunnen worden ge- stuct, waarbij echter voorkomen wordt dat de aangebrachte stuclaag de toegankelijkheid en goede werking van de (een- voudig, handmatig ontkoppelbare) koppel- en/of bevesti- gingsmiddelen aantast en/of de toegankelijkheid daarvan te- niet doet (waardoor de gipsplaten niet meer ontkoppeld of losgeschroefd zouden kunnen worden, waardoor de gipsplaten gebroken of beschadigd zouden moeten worden en niet meer herbruikbaar zouden zijn.
De uitvinding zal thans nader worden besproken aan de hand van onderstaande figuurbeschrijving.
Figuur 1 toont in dwarsdoorsnede delen van naburige gipsplaten die voorzien zijn een eerste uit- voeringsvoorbeeld van randkoppelprofielen vol- gens de uitvinding, die in elkaar gehaakt kun- nen worden; Figuur 2 toont in dwarsdoorsnede delen van naburige gipsplaten die voorzien zijn een tweede uit- voeringsvoorbeeld van randkoppelprofielen vol- gens de uitvinding die in elkaar geschoven kunnen worden; Figuur 3 toont in detail de fabrieksmatige bevestiging van de in figuur 2 getoonde randkoppelprofie- len tegen een gipsplaat; Figuur 4 toont in dwarsdoorsnede delen van naburige gipsplaten die voorzien zijn in figuur 2 ge-
toonde randkoppelingen en verder van een ach- terkoppeling van de gipsplaat met de onder- grond, tussen de randkoppelingen in; Figuur 5 toont dezelfde configuratie als figuur 4, ech- ter met een wat anders uitgevoerde achterkop- peling; Figuur 6 toont in dwarsdoorsnede delen van naburige gipsplaten die voorzien zijn van in figuur 4 getoonde randkoppelingen, waarbij echter een dubbele laag gipsplaten tegen een ondergrond is aangebracht, waarbij de voorste gipsplaat met de daarachter liggende gipsplaat wordt ge- koppeld met een achterkoppeling van hetzelfde type als getoond in figuur 5; Figuur 7 toont in dwarsdoorsnede een uitvoering van twee samenwerkende randkoppelprofielen die zijn voorzien van anti-hechtende randexten- sies.
Figuur 1 toont delen van twee naburige gipsplaten la en 1b die beide, aan hun beide zijkanten, zijn voorzien van twee randkoppelprofielen, te weten aan één zijkant een eerste randkoppelprofiel 2 met een vastzetextensie 3 die is be- stemd en ingericht om tegen de ondergrond 4 vast te zetten, bijvoorbeeld door middel van schroeven 5, en aan de andere zijkant een tweede randkoppelprofiel 6 (zonder vastzetex- tensie 3).
In de figuur is van één gipsplaat la (in dwarsdoorsnede) alleen de lange rechter zijkant getekend en van de anderegipsplaat lb de lange linker zijkant, waarbij wordt geïllu- streerd dat beide gipsplaten la en lb naast elkaar tegen de ondergrond 4 worden gemonteerd onder gebruikmaking van de randkoppelprofielen 2 en 6.
De randkoppelprofielen 2 en 6 zo zijn gevormd en ingericht dat het tweede randkoppelprofiel 6 van de gipsplaat lb en het eerste randkoppelprofiel 2 van de eerder door middel van schroeven 5 tegen de ondergrond 4 vastgezette gipsplaat la aan elkaar kunnen worden gekoppeld, zie bewegingspijl 7, namelijk in elkaar gehaakt of geklikt, te vergelijken met de wijze waarop kliklaminaat in elkaar wordt ge- haakt /geklikt.
Het eerste en tweede randkoppelprofiel 2 resp. 6 zijn in de fabriek (ten minste deels} door verlijming tegen de zijkan- ten van de gipsplaat aangebracht. De in de figuur getoonde gipsplaten la en 1b zijn aan beide vlakken (dus onder en boven) voorzien van een beschermlaag 8 (doorgaans van pa- pier of dun karton), waarbij het eerste en tweede randkop- pelprofiel 2 resp. 6 ten minste deels door verlijming tegen naar binnen gevouwen randstroken 9 van die beide bescherm- lagen 8 zijn aangebracht. Die randstroken 9 zijn naar bin- nen gevouwen nadat, fabrieksmatig, bijvoorbeeld door middel van frezen, achter/onder die stroken 9 het gipsmateriaal van de gipsplaten la en lb is verwijderd, waarna de stroken 9 naar binnen zijn gedrukt. De door verwijdering van het gipsmateriaal ontstane kanalen dienen ervoor om de naar binnen gedrukte stroken 9 op te nemen. Vóór of tijdens het tegen de zijkanten van de gipsplaten aanbrengen van de randkoppelprofielen 2 resp. 6, worden die kanalen groten- deels gevuld met lijm 10 waardoor, na uitharding van de lijm 10, een hechte verbinding wordt gevormd tussen de be-
treffende randkoppelprofielen 2 rep. 6 en de papier/karton- stroken 9. Met deze verbindingstechniek, die voor het eerst is voorgesteld in de bovengenoemde eerdere octrooiaanvrage EP330797 t.n.v. aanvraagster, wordt een uitstekende verbin- ding en hechting gevormd tussen de randkoppelprofielen 2 resp. 6 en de kopse kant van de zijkanten van de gipsplaten la en 1b.
Koppeling van beide gipsplaten la en lb vindt dus plaats nadat de gipsplaat la door middel van zijn vastzetextensie 3 tegen de ondergrond 4 is vastgezet door middel van schroeven 5, waarna de gipsplaat lb (zie pijl 7) met zijn tweede randkoppelprofiel 6 aan/in het eerste randkoppelpro- fiel 2 van de eerste gipsplaat la wordt vastgehaakt of vastgeklikt, namelijk doordat (in het getoonde uitvoerings- voorbeeld) een koppelrand 6a van het tweede randkoppelpro- fiel 6 achter een koppelrand 3a van het eerste randkoppel- profiel 2 wordt gehaakt.
De werkwijze voor het tegen een ondergrond vastzetten van gipsplaten volgens de uitvinding, omvat aldus de volgende stappen: I. Het —als voorbereidende (voorzienende) stap- voorzien in gipsplaten la en lb die aan hun zijkanten zijn voorzien van randkoppelprofielen 2 resp. 6, te weten aan één zijkant een eerste randkoppelprofiel 2 met een vastzetextensie 3 die is bestemd en ingericht om tegen een ondergrond 4 vast te zet- ten (vastgezet te worden), bijvoorbeeld door middel van schroeven 5, en aan de andere zijkant van dezelfde gips- plaat la resp. lb een tweede randkoppelprofiel 6 (zonder vastzetextensie 3). De randkoppelprofielen omvatten koppel- middelen waardoor het tweede randkoppelprofiel 6 van een gipsplaat lb en het eerste randkoppelprofiel 2 van een eer-
der tegen een ondergrond 4 vastgezette gipsplaat la aan el- kaar kunnen worden gekoppeld. II. Het uitvoeren van de volgende stappen: | (a) het tegen een ondergrond 4 vastzetten van een eerste gipsplaat la waarbij dan het eerste randkoppelprofiel 2 met zijn vastzetextensie 3 tegen de ondergrond 4 wordt vastge- zet; (b) het koppelen van een tweede gipsplaat lb met zijn twee- de randkoppelprofiel 6 aan het eerste randkoppelprofiel 2 van de (reeds vastgezette) eerste gipsplaat la en het ver- volgens vastzetten van die tweede gipsplaat 1b door het te- gen de ondergrond 4 vastzetten (bijvoorbeeld vastschroeven) van de vastzetextensie van het eerste randkoppelprofiel (niet te zien in figuur 1) van die tweede gipsplaat 1b; III. Het (eventueel) vervolgens op dezelfde wijze vastzet- ten van verdere gipsplaten voorzien van de randkoppelpro- fielen 2 en 6.
Figuur 2 toont in dwarsdoorsnede delen van naburige gips- platen die voorzien zijn een tweede uitvoeringsvoorbeeld van randkoppelprofielen volgens de uitvinding die in elkaar geschoven kunnen worden. In figuur 2 wordt de (monta- ge)ondergrond van de gipsplaten gevormd door een serie C- vormig geprofileerde plaatstalen staanders 12 (waarvan er in figuur 1 twee getoond zijn). De gipsplaten la en 1b zijn aan beide zijkanten voorzien van randkoppelprofielen, te weten aan één zijkant een eerste randkoppelprofiel 13 met een vastzetextensie 14 die is bestemd en ingericht om tegen de ondergrond 12 (links in de figuur) te worden vastgezet door middel van schroeven 15. Aan de andere zijkant van de- zelfde gipsplaat bevindt zich een tweede randkoppelprofiel. In figuur 2 is links alleen de rechter zijkant plus het eerste randkoppelprofiel 13 van gipsplaat la zichtbaar, diedoor middel van de vastzetextensie 14 tegen de linker (rand) staander 12 is vastgeschroefd. Daarnaast is een nog te monteren tweede gipsplaat lb zichtbaar, waarvan beide randkoppelprofielen 13 en 16 zichtbaar zijn. De randkoppel- profielen 13 en 16 omvatten in deze uitvoering min of meer “messing-en-groef"-achtige koppelmiddelen 17 resp. 18 die zijn ingericht om het tweede randkoppelprofiel 16 van de nog niet tegen de staanders 12 bevestigde gipsplaat 1b en het eerste randkoppelprofiel 13 van de reeds eerder tegen een randstaander 12 vastgezette gipsplaat la (op handmatig losmakelijke wijze) aan elkaar te kunnen koppelen door mid- del van verschuiving (m.a.w. een schuifbeweging) van gips- plaat 1b in dwarsrichting (naar links), zie pijlen 19, na- dat de gipsplaat lb tegen de randstaanders 12 is gedrukt, zie pijlen 20. Het resultaat van het tegen de randstaanders 12 drukken en vervolgens (naar links) verschuiven van de tegen de randstaanders 12 te bevestigen gipsplaat 1b zijn getoond in figuur 1b. Nadat beide gipsplaten la en 1b aldus door middel van de messing-en-groef-vormige randkoppelpro- fielen 17 en 18 van de randkoppelprofielen 13 en 16 (zie linkerkant van figuur 2b) ten opzichte van elkaar zijn ge- fixeerd, kan vervolgens de vastzetextensie 14 van het rand- koppelprofiel 13 tegen de rechter randstaander 12 worden vastgeschroefd (zie figuur 2b rechts). Daarna kan op de- zelfde wijze weer een volgende gipsplaat aan de rechterkant in de figuur aan de te maken wand worden toegevoegd.
Figuur 3 toont nog eens expliciet op welke wijze het eerste resp. tweede randkoppelprofiel 13 resp. 16 (fabrieksmatig) door verlijming tegen de zijkanten van een gipsplaat 1 zijn aangebracht, namelijk doordat het eerste resp. tweede rand- koppelprofiel 13 resp. 16 door verlijming tegen naar binnen gevouwen randstroken van de beide (doorgaans papieren) be-
schermlagen 8 van de gipsplaten zijn aangebracht. De kopse (lange) kanten van de gipsplaten 1 worden tijdens fabricage bewerkt met speciaal geprofileerde frezen waarmee de gipslaag tussen beide beschermlagen 8 deels wordt verwij- derd, terwijl verder een profilering in het gips wordt aan- gebracht die aansluit op de vorm van het ("male") eerste randkoppelprofiel 13 resp. ("female") tweede randkoppelpro- fiel 16. Nadat aldus de zijkanten van de gipsplaat 1 zijn geprofileerd, worden de randstroken 9 (machinaal, bijvoor- beeld door middel van rollen) naar binnen gevouwen (zie pijlen) en de randkoppelprofielen 13 resp. 16 tegen de ge- profileerde kopse zijkanten van de gipsplaat 1 gedrukt waarbij ze door middel van een tevoren aangebrachte lijm- laag 10 solide met de naar binnen gerolde randstroken 9 worden verbonden. Door de randkoppelprofielen 13 en 16 te- gen de (papieren) randstroken te lijmen wordt een substan- tieel betere verbinding tussen de randkoppelprofielen 13 en 16 enerzijds en de kopse zijkant van de gipsplaat 1 verkre- gen dan dat de randkoppelprofielen 13 en 16 (direct) tegen de gipslaag tussen de beschermlagen 8 zou zijn gelijmd, wat ten gevolge van de structuur van gips geen betrouwbare hechting oplevert.
Figuur 4 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een gipsplaat die specifiek is ingericht voor het uitvoeren van een werk- wijze volgens de uitvinding, in dit geval echter met ge- bruik van een achterkoppeling 26-28 dat is bedoeld voor toepassing bij bredere gipsplaten (bijvoorbeeld 120 cm breed). Evenals in figuur 2 zijn een gipsplaat la (gedeel- telijk zichtbaar) en een gipsplaat 1b aan beide zijkanten voorzien van randkoppelprofielen, te weten aan één zijkant een eerste randkoppelprofiel 13 met een vastzetextensie 14 die is bestemd en ingericht om tegen een ondergrond, ge-
vormd door staanders 12 en 25, te worden vastgezet door middel van schroeven 15, en aan de andere zijkant van de- zelfde gipsplaat 1 een tweede randkoppelprofiel 16. De gipsplaten la en lb zijn in de in figuur 4 getoonde uitvoe- ring verder voorzien van een achterkoppelprofiel 24 dat is ingericht om eveneens met de ondergrond, d.w.z. met een ex- tra (tussen) staander 25, gekoppeld te kunnen worden. De randkoppelprofielen omvatten, evenals in de uitvoering van figuur 2, koppelmiddelen 17 en 18 die zijn ingericht om het tweede randkoppelprofiel 16 van een gipsplaat en het eerste randkoppelprofiel 13 van een eerder tegen een randstaander 12 vastgezette gipsplaat 12 op handmatig losmakelijke wijze aan elkaar te kunnen koppelen door middel van verschuiving van de betreffende gipsplaat in dwarsrichting (pijlen 19).
Het achterkoppelprofiel 24 en de staander 25 zijn ingericht om, door het uitvoeren van de verschuiving van de gipsplaat in dwarsrichting (pijlen 19), aan elkaar te worden gekop- peld {uiteraard nadat de nog niet bevestigde gipsplaat 1b eerst tegen de standers 12 en 15 is gedrukt, zie pijlen 20). Het achterkoppelprofiel 24, ingericht om met een daarvoor geschikte (midden) staander 25 gekoppeld te kunnen worden, is aangebracht in een in de achterzijde van de gipsplaat uitgespaarde, ondiepe sleuf 26, parallel aan de randkoppel- profielen 13 resp. 16. Het achterkoppelprofiel 24, bijvoor- beeld door middel van verlijming aangebracht in de sleuf 26, omvat in de getoonde uitvoering een min of meer U-, of C-vormig randkoppelprofiel, met één of meer zich in hoofd- zaak in of eventueel binnen het achtervlak van de gips- plaat, naar binnen toe in de sleuf uitstrekkende koppelex- tensies 27, ingericht om, direct of indirect, aan te grij-
pen op of in te grijpen in een daarvoor geschikte staander
25. De staander 25 is in figuur 4 voorzien van één of meer zich over de lengte van de staander uitstrekkende lippen 28 die zijn ingericht om aan te grijpen op of in te grijpen in het achterkoppelprofiel 24 van de gipsplaat. De getoonde staan- der 25 is gemaakt van (staal)plaatmateriaal en de zich over de lengte van de staander 25 uitstrekkende lippen 27 zijn in de getoonde uitvoering gevormd door het tijdens fabrica- ge van de staander 25 in het plaatmateriaal aanbrengen van in hoofdzaak U-, V- of C-vormige sleuven 28a, een en ander zodanig gevormd dat het zich tussen die U-, V- of C-vormige sleuven bevindende plaatmateriaal 28 handmatig of met be- I5 hulp van gereedschap, bijvoorbeeld een schroevendraaier, naar buiten kan worden gedrukt om aldus te kunnen aangrij- pen op of ingrijpen in de zich in de sleuf 26 uitstrekkende koppelextensies 27 van het achterkoppelprofiel 24.
De randstaanders 12, d.w.z. de staanders die gebruikt wor- den achter de zijrandgebieden van de gipsplaten 1, en de binnenstaanders 25, d.w.z. de staanders die gebruikt worden achter de meer naar binnen gelegen gebieden van de gipspla- ten 1 (niet persé in het midden daarvan) kunnen in de prak- tijk geheel identiek zijn; m.a.w. beide "soorten" staanders 12 en 25 kunnen voorzien zijn van lippen 27 die zich tij- dens fabricage in het vlak van de staander 12 resp. 25 uit- strekken. Als een staander 12 resp. 25 wordt gebruikt als "binnenstaander" 25, bedoeld om gekoppeld te worden met het achterkoppelprofiel 24 van de gipsplaat, moet alleen bij- voorbeeld met behulp van een schroevendraaier naar buiten worden gedrukt om aldus (in de schuin naar buiten hakendestand} te kunnen aangrijpen op of ingrijpen in het achter- koppelprofiel 24 van de gipsplaat 1. Figuur 5 toont dezelfde configuratie als figuur 4, echter met een wat anders uitgevoerde achterkoppeling die hierbij een koppelstrip 29 omvat die op de tussenstaander 25 is (of tevoren moet worden) aangebracht, bijvoorbeeld door verlij- ming. De koppelstrip 29 is door middel van een koppelpro- fiel 30 geschikt en ingericht om de gipsplaat 1b in staat te stellen, door middel van de schuifbeweging 19, aan de tussenstaander 25 te worden gekoppeld, op soortgelijke wij- ze als in figuur 4 is uitgevoerd onder gebruikmaking van de lippen 28.
Figuur 6 toont in dwarsdoorsnede delen van naburige gips- platen die voorzien zijn van in figuur 4 getoonde randkop- pelingen, waarbij echter een dubbele laag gipsplaten tegen een ondergrond is aangebracht, waarbij de voorste gipsplaat met de daarachter liggende gipsplaat wordt gekoppeld met een achterkoppeling van hetzelfde type als getoond in fi- guur 5. In deze configuratie wordt een eerste laag gipspla- ten tegen de staanders 12 resp. 25 aangebracht waarbij de koppelstrip 29 tegen het voorvlak (in de figuur de boven- kant) van de achterste (in de figuur de onderste) gipsplaat 1 wordt geschroefd. De daarvoor gebuikte schroeven 15 wor- | den daarbij door de koppelstrip 29 en de achterste gips- plaat heen geschroefd. Vervolgens wordt de tweede laag gipsplaten aangebracht op nagenoeg dezelfde wijze als geïl- lustreerd in figuur 5, waarbij de randkoppelprofielen 13 en 16 aan elkaar gekoppeld worden nadat de vastzetextensies 4 tegen de staanders 12 zijn vastgezet, terwijl met het door middel van een dwarse schuifbeweging niet alleen de rand- koppelprofielen 13 en 16 in elkaar worden geschoven maarook achterkoppelprofiel 24 van de buitenste (bovenste) gipsplaat in de koppelstrip 29 die tegen (bovenop) de bin- nenste (onderste) gipsplaat was geschroefd.
Er wordt opgemerkt dat de gipsplaten van de buitenste en de binnenste laag bij voorkeur versprongen ten opzichte van elkaar tegen elkaar worden bevestigd, waardoor ondermeer wordt bereikt dat de brandwerende eigenschappen van de door die gipsplaten gevormde wand nog wordt verbeterd. Deze si- tuatie is geïllustreerd in figuur 6d.
Figuur 7 toont in dwarsdoorsnede gipsplaten la en 1b die zijn voorzien van randkoppelprofielen 13/14 en 16 die, be- halve voor het aan elkaar koppelen van aan elkaar grenzende gipsplaten 1 en voor het vastzetten daarvan -via een beves- tigingsextensie 14 en bijvoorbeeld schroeven (hier niet ge- toond) tegen een ondergrond zoals de staanders 12. De rand- koppelprofielen 13/14 en 16 zijn in de in figuur 7 getoonde uitvoering tevens voorzien van randextensies 31 die elk een anti-hechtend randgebied 31 aan de voorzijde van de betref- fende gipsplaat vormen en die een oppervlak bezitten van een zodanig materiaal en/of met een zodanige gesteldheid dat stucmassa die gebruikt wordt om de overgangen tussen de opeenvolgende gipsplaten glad te pleisteren, daarop niet hecht. Deze optie vormt onderdeel van een eerder door aan- vraagster ingediende octrooiaanvrage, NL10430??. De anti- hechtende randgebieden 31 die door die randextensies 31 worden gevormd dienen er aldus voor om te zorgen dat de (rand) gebieden ter weerszijden van de naden tussen twee na- burige gipsplaten egaal vlak kunnen worden gestuct maar waarbij bereikt kan worden dat de aangebrachte stuclaag op eenvoudige wijze en schoon van boven de randkoppelprofielen 13/14 en 16 en de schroeven waarmee de bevestigingsextensie
14 tegen de ondergrond is bevestigd kan worden verwijderd, waarna de gipsplaten goed kunnen worden gedemonteerd (ont- koppeld en losgeschroefd) en vervolgens hergebruikt in plaats van dat de gipsplaten beschadigd zouden raken waar- door ze niet meer herbruikbaar zouden zijn en als gipsafval zouden moeten worden afgevoerd. in het kort worden de anti-hechtende randgebieden 31 bijv. als volgt gebruikt (voor een meer gedetailleerde beschrij- ving wordt verwezen naar de genoemde eerdere octrooiaanvra- ge van aanvraagster): ~ over beide anti-hechtende randgebieden 31 heen wordt een zelfklevende beschermtape 33 (bijvoorbeeld ducttape) ge- plakt; — over de beschermtape 33 wordt vervolgens zelfklevend stucband 34 geplakt; — de -doorgaans gaasvormige- stucband 34 dient als onder- grond en "wapening" van een daaroverheen aan te brengen laag stucmassa 35.
Met een en ander wordt bereikt dat de stucmassa 35 niet aan de gipsplaten zelf hecht (d.w.z. aan de kwetsbare buiten- laag van karton/papier) en daardoor kan worden verwijderd zonder daarbij de gipsplaten te beschadigen. De stuclaag 35 hecht alleen door middel van het kleefmiddel van de zelf- klevende stucband 34 en dat van de zelfklevende bescherm- tape 33 aan de anti-hechtende (d.w.z. niet-hechtend voor stucmassa) randgebieden 31 waardoor, wanneer de gipsplaten weer moeten worden gedemonteerd, de beschermtape 33 plus de stucband 34 en de (dan hard geworden) stuclaag 35 van de gipsplaten kunnen worden losgetrokken, waarna de koppelpro- fielen 13/14 en 16 weer bloot komen te liggen en weer van elkaar losgekoppeld en van de ondergrond losgeschroefd kun- nen worden, met als resultaat dat de gipsplaten opnieuw alszodanig dienst kunnen doen en het milieu niet wordt belast met gipsafval.
Bij figuur 7 wordt nog opgemerkt dat de daarin getoondemessing-en-groef-achtige koppeling iets anders is uitge- voerd dan die in de figuren 2 t/m 6: in de daar getoonde uitvoering bezit het eerste (linker) randkoppelprofiel 13 een (koppelings)groef, terwijl het tweede (rechter) rand- koppelprofiel 16 is voorzien van een (koppelings)messing.

Claims (19)

CONCLUSIES
1. Werkwijze voor het maken van een wand met behulp van gipsplaten (1,1a,lb) en een ondergrond (2,12,25), om- vattende — het voorzien in gipsplaten die aan hun zijkanten zijn voorzien van randkoppelprofielen, te weten aan één zij- kant een eerste randkoppelprofiel (3,13) met een vast- zetextensie (4,14) die is bestemd en ingericht om tegen de ondergrond te worden vastgezet, bijvoorbeeld door middel van schroeven (5,15), en aan de andere zijkant van dezelfde gipsplaat een tweede randkoppelprofiel (6,16), waarbij de randkoppelprofielen koppelmiddelen (3a,6a,17,18) omvatten die zijn ingericht om het tweede randkoppelprofiel van een gipsplaat en het eerste rand- koppelprofiel van een eerder tegen de ondergrond vast- gezette gipsplaat losmakelijk aan elkaar te kunnen kop- pelen; — het vervolgens, voor het daadwerkelijk maken van de wand, tegen een ondergrond vastzetten van een eerste gipsplaat die is voorzien van hierboven aangegeven randkoppelprofielen, waarbij het eerste randkoppelpro- fiel van die eerste gipsplaat met zijn vastzetextensie tegen de ondergrond wordt vastgezet, bijvoorbeeld vast- geschroefd, het aan elkaar koppelen van het tweede randkoppelpro- fiel (6,16) van een tweede gipsplaat (lb) en het eerste randkoppelprofiel (3,13) van de eerste gipsplaat (la), het vervolgens vastzetten van de vastzetextensie (4,14) van het eerste randkoppelprofiel (3,13) van de tweede gipsplaat (lb) tegen de ondergrond (2,12);
— het eventueel op dezelfde wijze vastzetten van verde- re gipsplaten tegen de ondergrond.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de randkoppel- profielen (3,6) van de gipsplaten koppelmiddelen (3a, 6a) omvatten die zijn ingericht om het tweede rand- koppelprofiel van een gipsplaat en het eerste randkop- pelprofiel van een eerder tegen de ondergrond vastge- zette gipsplaat losmakelijk aan elkaar te kunnen koppe- len door middel van een haakbeweging van de betreffende gipsplaat.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de randkop- pelprofielen (13,16) van de gipsplaten koppelmiddelen (17,18) omvatten die zijn ingericht om het tweede rand- koppelprofiel van een gipsplaat en het eerste randkop- pelprofiel van een eerder tegen de ondergrond vastge- zette gipsplaat losmakelijk aan elkaar te kunnen koppe- len door middel van verschuiving (19) van de betreffen- de gipsplaat in dwarsrichting.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij ten minste een deel van die gipsplaten bovendien is voorzien van ten minste één achterkoppelprofiel (24) dat is ingericht om met een deel (25) van de ondergrond gekoppeld te kunnen worden, waarbij het achterkoppelprofiel en de ondergrond zijn ingericht om aan elkaar te worden gekoppeld door het uitvoeren van dezelfde verschuiving (19) in dwarsrich- ting van de betreffende gipsplaat als waarmee de rand- koppelprofielen aan elkaar worden gekoppeld.
5. Gipsplaat (1,la,lb), bedoeld en ingericht voor het ma- ken van een wand tegen een ondergrond (2,12,25), waar- bij de gipsplaat aan beide zijkanten is voorzien van randkoppelprofielen (3,6,13,16) die zijn ingericht om aan elkaar grenzende gipsplaten losmakelijk aan elkaar te kunnen koppelen.
6. Gipsplaat volgens conclusie 5, waarbij ten minste één van de randkoppelprofielen (3,13) is ingericht om tegen de ondergrond (2) te worden vastgezet, bijvoorbeeld door middel van schroeven (5,15).
7. Gipsplaat volgens conclusie 6, waarbij ten minste één van de randkoppelprofielen (3,13) een vastzetextensie (4,14) omvat die is bestemd en ingericht om tegen de ondergrond (2) te worden vastgezet, bijvoorbeeld door middel van schroeven (5,15).
8. Gipsplaat volgens een van de voorgaande conclusies van- af conclusie 5, aan beide zijkanten voorzien van rand- koppelprofielen, te weten aan één zijkant een eerste randkoppelprofiel (3,13) met een vastzetextensie (4,14) die is bestemd en ingericht om tegen de ondergrond (2) te worden vastgezet, bijvoorbeeld door middel van schroeven (5,15), en aan de andere zijkant van dezelfde gipsplaat een tweede randkoppelprofiel (6,16), waarbij de randkoppelprofielen koppelmiddelen (3a,6a,17,18) omvatten die zijn ingericht om het tweede randkoppelprofiel van een gipsplaat en het eerste rand- koppelprofiel van een eerder tegen de ondergrond vast- gezette gipsplaat losmakelijk aan elkaar te kunnen kop- pelen.
9. Gipsplaat volgens een van de voorgaande conclusies van- af conclusie 5, waarbij de randkoppelprofielen (3,6,13,16) van de gipsplaten koppelmiddelen (3a,6a) omvatten die zijn ingericht om het tweede randkoppel- profiel van een gipsplaat en het eerste randkoppelpro- fiel van een eerder tegen de ondergrond vastgezette gipsplaat losmakelijk aan elkaar te kunnen koppelen door middel van een haakbeweging van de betreffende gipsplaat.
10. Gipsplaat volgens een van de voorgaande conclusies van- af conclusie 5, waarbij de randkoppelprofielen (13,16) van de gipsplaten koppelmiddelen (17,18) omvatten die zijn ingericht om het tweede randkoppelprofiel van een gipsplaat en het eerste randkoppelprofiel van een eer- der tegen de ondergrond vastgezette gipsplaat losmake- lijk aan elkaar te kunnen koppelen door middel van ver- schuiving (19) van de betreffende gipsplaat in dwars- richting.
11. Gipsplaat volgens een van de voorgaande conclusies van- af conclusie 5, waarbij het eerste resp. tweede rand- koppelprofiel ten minste deels door verlijming {10) te- gen de zijkanten van de gipsplaat zijn aangebracht.
12. Gipsplaat volgens conclusie 11, aan beide vlakken voor- zien van een beschermlaag (8), waarbij het eerste resp. tweede randkoppelprofiel ten minste deels door verlij- ming tegen naar binnen gevouwen randstroken (9) van beide beschermlagen zijn aangebracht.
13. Gipsplaat volgens een van de conclusies vanaf conclusie 10, waarbij de gipsplaat verder is voorzien van tenminste één achterkoppelprofiel (24) dat is ingericht om aan een deel (25) van de ondergrond gekoppeld te kunnen worden en waarbij het achterkoppelprofiel en de onder- grond zijn ingericht om aan elkaar te worden gekoppeld door het uitvoeren van dezelfde verschuiving (19) in dwarsrichting van de betreffende gipsplaat als waarmee de randkoppelprofielen aan elkaar worden gekoppeld.
14. Gipsplaat volgens conclusie 13, waarbij het genoemde achterkoppelprofiel is aangebracht in een in de achter- zijde van de gipsplaat uitgespaarde sleuf (26).
15. Gipsplaat volgens conclusie 13 of 14, waarbij het ach- terkoppelprofiel (24) een in hoofdzaak U-, V- of C- vormig randkoppelprofiel omvat, met één of meer zich in hoofdzaak in of binnen het achtervlak van de gipsplaat, naar binnen toe in de sleuf uitstrekkende koppelexten- sies (27), ingericht om, direct of indirect, aan te grijpen op of in te grijpen in een daarvoor geschikt deel (25) van de ondergrond.
16. Gipsplaat volgens een van de voorgaande conclusies van- af conclusie 5, voorzien van randkoppelprofielen (13,16) die behalve koppelmiddelen (17,18) voor het aan elkaar koppelen van aan elkaar grenzende gipsplaten en/of middelen (14) voor het bevestigen van de gipspla- ten tegen een ondergrond, tevens anti-hechtings- extensies (31) omvatten die elk een anti-hechtend rand- gebied (32) aan de voorzijde van de betreffende gips- plaat vormen, met een oppervlak waarop stucmassa niet hecht.
17. Staander (25), bedoeld en ingericht als ondergrond voor het maken van een wand met behulp van een gipsplaat volgens een van de voorgaande conclusies vanaf conclu- sie 5, waarbij de staander is voorzien van één of meer zich over de lengte van de staander uitstrekkende lip- pen (28) die zijn ingericht om, direct of indirect, aan te grijpen op of in te grijpen in het achterkoppelpro- fiel van de gipsplaat.
18. Staander volgens conclusie 17, waarbij de staander ten minste deels is gemaakt van plaatmateriaal en de zich over de lengte van de staander uitstrekkende lippen (28) zijn gevormd door in hoofdzaak U-, V- of C-vormige sleuven (28a), een en ander zodanig gevormd dat het zich tussen die U-, V- of C-vormige sleuven bevindende plaatmateriaal (28) handmatig of met behulp van gereed- schap naar buiten kan worden gedrukt om aldus te kunnen aangrijpen op of ingrijpen in het achterkoppelprofiel (24) van de gipsplaat.
19. Staander (25), bedoeld en ingericht als ondergrond voor het maken van een wand met behulp van een gipsplaat volgens een van de voorgaande conclusies vanaf conclu- sie 5, waarbij de staander is voorzien van een zich over ten minste één substantieel deel van de lengte van de staander uitstrekkende koppelstrip (29).
NL1043125A 2018-07-05 2019-01-21 Werkwijze en middelen voor het maken van een wand door middel van gipsplaten tegen een ondergrond NL1043125B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1043125A NL1043125B1 (nl) 2019-01-21 2019-01-21 Werkwijze en middelen voor het maken van een wand door middel van gipsplaten tegen een ondergrond
US17/257,773 US11613888B2 (en) 2018-07-05 2019-07-04 Method and means for making a wall by means of securing drywall panels to a background
EP19790877.5A EP3818221B1 (en) 2018-07-05 2019-07-04 Method and means for making a wall by means of securing drywall panels to a background
CN201980045163.2A CN112368454B (zh) 2018-07-05 2019-07-04 制造墙的方法和干式墙板
PCT/NL2019/050413 WO2020009576A1 (en) 2018-07-05 2019-07-04 Method and means for making a wall by means of securing drywall panels to a background

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1043125A NL1043125B1 (nl) 2019-01-21 2019-01-21 Werkwijze en middelen voor het maken van een wand door middel van gipsplaten tegen een ondergrond

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1043125A true NL1043125A (nl) 2020-08-18
NL1043125B1 NL1043125B1 (nl) 2020-09-22

Family

ID=65279590

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1043125A NL1043125B1 (nl) 2018-07-05 2019-01-21 Werkwijze en middelen voor het maken van een wand door middel van gipsplaten tegen een ondergrond

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1043125B1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1810597A (en) * 1930-03-01 1931-06-16 Corwin David Stanley Building construction
US2015744A (en) * 1933-02-20 1935-10-01 American Cyanamid & Chem Corp Snap locking slab
DE2155117A1 (de) * 1971-11-05 1973-05-10 William Brown Mcgready Zusammengesetztes wandelement
EP0330797A2 (en) 1988-03-04 1989-09-06 Indiba, S.A. A device for cellular regeneration with high frequency currents
WO1999066143A1 (en) * 1998-06-17 1999-12-23 Dickory Rudduck Fixing of building elements
WO2018172959A2 (en) * 2017-03-21 2018-09-27 Unilin, Bvba Board and method for manufacturing a board

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1810597A (en) * 1930-03-01 1931-06-16 Corwin David Stanley Building construction
US2015744A (en) * 1933-02-20 1935-10-01 American Cyanamid & Chem Corp Snap locking slab
DE2155117A1 (de) * 1971-11-05 1973-05-10 William Brown Mcgready Zusammengesetztes wandelement
EP0330797A2 (en) 1988-03-04 1989-09-06 Indiba, S.A. A device for cellular regeneration with high frequency currents
WO1999066143A1 (en) * 1998-06-17 1999-12-23 Dickory Rudduck Fixing of building elements
WO2018172959A2 (en) * 2017-03-21 2018-09-27 Unilin, Bvba Board and method for manufacturing a board

Also Published As

Publication number Publication date
NL1043125B1 (nl) 2020-09-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6148573A (en) Non coatable drywall finishing system
CN102575474B (zh) 墙壁护条
US20050028483A1 (en) Drywall finishing system
US9915067B2 (en) Reinforced board and method of producing thereof
US6615557B2 (en) Break apart drywall finishing system
NL1043125A (nl) Werkwijze en middelen voor het maken van een wand door middel van gipsplaten tegen een ondergrond
US10533325B2 (en) Sheet material connector
US20240125122A1 (en) Interlocking Gypsum Building Surface Products, Methods of Manufacture, and Interlocking Gypsum Building Surface Systems
EP2344702B1 (en) Board fixture
CN114269998B (zh) 互锁石膏建筑表面产品、制造方法和互锁石膏建筑表面系统
US11613888B2 (en) Method and means for making a wall by means of securing drywall panels to a background
NL1043116B1 (nl) Werkwijze en middelen voor het maken van een wand met behulp van gipsplaten en staanders
GB2573009A (en) Drywall corner bead
RU51049U1 (ru) Уплотняющая прокладка
CN206667501U (zh) 墙体防裂连接结构
CN210087752U (zh) 一种用于木板拼接的连接件
US20120204399A1 (en) Method of removing panels
US2644996A (en) Waling member for sectionalized structure providing a common rectilinear surface
AT16185U1 (de) Anschlussband für Trockenbaukonstruktion
IT201800003624A1 (it) Listello per il rivestimento di superfici calpestabili e relativi metodi di posa e sostituzione