NL1042891B1

NL1042891B1 - Wiedmachine en wiedtandhouder

Info

Publication number: NL1042891B1
Application number: NL1042891A
Authority: NL
Inventors: Struijk Lauwrens
Original assignee: Machf Steketee B V
Priority date: 2018-06-06
Filing date: 2018-06-06
Publication date: 2019-12-11
Also published as: EP3578024A1

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een door een landbouwtractor voortbewogen of zelfrijdende wiedmachine voor het wieden van onder meer voor akker- en tuinbouwdoeleinden gebruikte gronden en gewassen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een houder voor het houden van een wiedtand als onderdeel van een wiedmachine. Het doel van de uitvinding is om een wiedmachine te verschaffen die zich in het bijzonder leent voor toepassing in rijenculturen, hetzij vlakvelds, op ruggen of op bedden. Hiertoe wordt een wiedmachine van de bovenomschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de wiedmachine een veelvoud van houders omvat voor het elk houden van een wiedtand, waarbij een houder een vierstangenscharniermechanisme omvat, waarbij de stangen samen een vierhoek vormen, waarbij een eerste stang is voorzien van middelen voor het koppelen van die stang aan het frame en waarbij de tegenoverliggende, tweede stang is voorzien van middelen voor het houden van een wiedtand. Een voordeel van een wiedmachine met een dergelijke wiedtandhouders is, dat de wiedtanden van de wiedmachine beter in staat zijn om een ongelijk oppervlak, bijvoorbeeld als gevolg van op ruggen of bedden geteelde gewassen, te volgen zonder dat het ongelijke oppervlak een aanmerkelijk effect heeft op de intensiteit van de werking van een wiedtand. Dit voordeel komt in het bijzonder tot uitdrukking wanneer het vierstangen-scharniermechanisme een parallellogram vormt.

Description

Θ 1042891 ©B1 OCTROOI (2?) Aanvraagnummer: 1042891 (22) Aanvraag ingediend: 6 juni 2018 (51) Int. Cl.:

A01B 35/02 (2018.01) A01B 35/22 (2018.01) A01B

39/02 (2018.01) A01B 39/18 (2018.01)

NLB1 1042891 (30) Voorrang:

Q Aanvraag ingeschreven:

december 2019 (43) Aanvraag gepubliceerd:

(47) Octrooi verleend:

december 2019 (45) Octrooischrift uitgegeven:

december 2019 (73) Octrooihouder(s):

Machinefabriek Steketee B.V. te Stad aan 't Haringvliet (72) Uitvinder(s):

Lauwrens Struijk te Dirksland (74) Gemachtigde:

Geen (54) WIEDMACHINE EN WIEDTANDHOUDER (57) De uitvinding heeft betrekking op een door een landbouwtractor voortbewogen of zelfrijdende wiedmachine voor het wieden van onder meer voor akker- en tuinbouwdoeleinden gebruikte gronden en gewassen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een houder voor het houden van een wiedtand als onderdeel van een wiedmachine. Het doel van de uitvinding is om een wiedmachine te verschaffen die zich in het bijzonder leent voor toepassing in rijenculturen, hetzij vlakvelds, op ruggen of op bedden. Hiertoe wordt een wiedmachine van de bovenomschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de wiedmachine een veelvoud van houders omvat voor het elk houden van een wiedtand, waarbij een houder een vierstangen-scharniermechanisme omvat, waarbij de stangen samen een vierhoek vormen, waarbij een eerste stang is voorzien van middelen voor het koppelen van die stang aan het frame en waarbij de tegenoverliggende, tweede stang is voorzien van middelen voor het houden van een wiedtand. Een voordeel van een wiedmachine met een dergelijke wiedtandhouders is, dat de wiedtanden van de wiedmachine beter in staat zijn om een ongelijk oppervlak, bijvoorbeeld als gevolg van op ruggen of bedden geteelde gewassen, te volgen zonder dat het ongelijke oppervlak een aanmerkelijk effect heeft op de intensiteit van de werking van een wiedtand. Dit voordeel komt in het bijzonder tot uitdrukking wanneer het vierstangen-scharniermechanisme een parallellogram vormt.

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

WIEDMACHINE EN WIEDTANDHOUDER

Terrein van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een door een landbouwtractor voortbewogen of zelfrijdende wiedmachine voor het wieden van onder meer voor akker- en tuinbouwdoeleinden gebruikte gronden en gewassen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een houder voor het houden van een wiedtand als onderdeel van een wiedmachine.

Achtergrond van de uitvinding

Bekende wiedmachines omvatten een hoofdframe met een driepuntsbok voor de koppeling aan de driepuntshefinrichting van een landbouwtractor en met een veelvoud van zogenoemde wiedvelden. Een wiedveld omvat een veelvoud van wiedtanden die in rijen, dwars op de lengteas van de wiedmachine, aan het frame van het wiedveld gemonteerd zijn. Een wiedtand is vervaardigd van veerdraadstaal met een diameter in de orde van grootte van 8 +/- 3 mm. Er is een grote verscheidenheid aan uitvoeringen van wiedtanden. Bij een veelvoorkomende uitvoering wordt een eerste uiteinde van de wiedtand gekenmerkt door een U-vorm ten behoeve van de montage aan het frame van een wiedveld. Het tweede uiteinde is al dan niet voorzien van een knik. Tussen de uiteinden zijn vaak één of meer windingen aangebracht om de veerkarakteristiek van de wiedtand meer geschikt te laten zijn voor de bedoelde toepassing. In de werkmodus staat het tweede uiteinde van de wiedtand slepend ten opzichte van de rijrichting.

Eén van de functies van de wiedmachine is het verkruimelen van de toplaag van de bodem om kiemende onkruidzaden aan de verdrogende werking van zon en wind bloot te stellen, de luchtuitwisseling van de bodem met de omgeving te verbeteren en de verdamping van bodemvocht te beperken. De praktijk wordt gekenmerkt door een grote variatie van voorkomende omstandigheden qua grond en vegetatie. Voorwaardelijk voor een goede werking zijn 1) voorzieningen ten behoeve van de aanpassing aan uiteenlopende omstandigheden en 2) het gemak waarmee van deze voorzieningen gebruik gemaakt kan worden.

Bekende wiedmachines beschikken over voorzieningen om oneffen terrein te volgen en om de intensiteit van de bewerking aan te passen aan de omstandigheden. Bekende wiedmachines beschikken daartoe over wiedvelden die in zekere mate bewegelijk aan het hoofdframe gekoppeld zijn om het oppervlak van oneffen terrein beter te kunnen volgen. Bekend zijn verder wiedvelden waarvan het frame een zekere mate van vervorming toelaat. Een bekende techniek om de intensiteit van de werking van wiedtanden te variëren is het gezamenlijk verdraaien van de dwarsbalken waarop de rij wiedtanden zijn gemonteerd waardoor de sleephoek van de wiedtanden wijzigt. Aanpassing van de intensiteit is bijvoorbeeld nodig in relatie tot de hardheid van de grond en/of het ontwikkelingsstadium van het cultuurgewas. Bekend zijn technieken waarbij de aanpassing per wiedveld vanuit de tractorcabine gerealiseerd kan worden.

Een nadeel van wiedmachines volgens de stand van de techniek is, dat de verstelmogelijkheden niet voorzien in een aanpassing op de ruimtelijke variatie van de werkomstandigheden die het gevolg is van op rijen geteelde gewassen, hetzij vlakvelds, op ruggen of op bedden. Dit geldt zowel voor de voorzieningen voor de aanpassing aan oneffen terreinen als voorzieningen voor de verstelling van de intensiteit van de werking van wiedtanden in relatie tot grond en gewas.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om een wiedmachine te verschaffen die zich in het bijzonder leent voor toepassing in rijenculturen, hetzij vlakvelds, op ruggen of op bedden.

Samenvatting van de uitvinding

Hiertoe wordt een wiedmachine van de bovenomschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de wiedmachine een veelvoud van houders omvat voor het elk houden van een wiedtand, waarbij een houder een vierstangen-scharniermechanisme omvat, waarbij de stangen samen een vierhoek vormen, waarbij een eerste stang is voorzien van middelen voor het koppelen van die stang aan het frame en waarbij de tegenoverliggende, tweede stang is voorzien van middelen voor het houden van een wiedtand. Een voordeel van een wiedmachine met een dergelijke wiedtandhouders is, dat de wiedtanden van de wiedmachine beter in staat zijn om een ongelijk oppervlak, bijvoorbeeld als gevolg van op ruggen of bedden geteelde gewassen, te volgen zonder dat het ongelijke oppervlak een aanmerkelijk effect heeft op de intensiteit van de werking van een wiedtand. Dit voordeel komt in het bijzonder tot uitdrukking wanneer het vierstangen-scharniermechanisme een parallellogram vormt.

Voor de instelling van de wiedintensiteit van elke wiedtand is het voordelig dat de wiedmachine volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het vierstangen-scharniermechanisme een derde stang omvat, welke derde stang gekoppeld is met een veer om de verdraaiing van de derde stang ten opzichte van de eerste stang te beïnvloeden en waarvan de veerkracht instelbaar is. De voordelige eigenschap van de onderhavige wiedmachine komt bijvoorbeeld tot uitdrukking bij de toepassing in rijenculturen.

Uit het oogpunt van minimalisatie van de productiekosten is het voordelig dat de eerste stang identiek is aan, en uitwisselbaar is met de tweede stang.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een enkelvoudige houder met de bovengenoemde kenmerken, met name bedoeld als aanbouwdeel van bestaande wiedmachines.

Korte beschrijving van de tekeningen

De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van een tweetal figuren. Hierin toont figuur 1 schematisch een perspectivisch aanzicht van een wiedtandhouder met een wiedtand. Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een veelvoud van wiedtandhouders met wiedtanden in een deel van het frame van een wiedmachine.

Uitvoerinqsvoorbeeld van een wiedmachine en wiedtandhouder volgens de uitvinding

De uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld nader toegelicht worden aan de hand van één in tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een wiedtandhouder 1 en een veelvoud van wiedtandhouders 1 in een deel van een wiedmachine. Hierin toont figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld van een wiedtandhouder 1 met een gemonteerde wiedtand 2 volgens de uitvinding. De wiedtandhouder 1 omvat een vierstangen-scharniermechanisme, d.w.z. een mechanisme bestaande uit vier stangen die onderling scharnierend gekoppeld zijn en aldus een polygoon in de vorm van een vierhoek vormen. Een eerste stang 3 is bedoeld voor de koppeling van de wiedtandhouder 1 aan het frame van de wiedmachine (niet getoond). De eerste stang 3 is daartoe voorzien van middelen om de wiedtandhouder aan het frame te koppelen. In het onderhavige voorbeeld bestaan die middelen uit een uitsparing 4 om een deel van een buis die deel uitmaakt van het frame te omvatten en schroefmiddelen 5 om de koppeling te borgen. Een tegenover de eerste stang 3 gesitueerde tweede stang 6 is voorzien van middelen om een veertand te bevestigen, bijvoorbeeld in de vorm van een oogbout 7.

In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de uiteinden van de derde en vierde stang 8 en 9 voorzien van vorken voor een stabiele koppeling met de uiteinden van de eerste en tweede stang 3 en 4. Voor het bekrachtigen van de wiedtand 2 in neerwaartse richting, beschouwd in de werkstand, is de wiedtandhouder 1 voorzien van veermiddelen. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld omvatten deze veermiddelen een trekveer 10 die met één uiteinde aan het daartoe verlengde uiteinde van de derde stang 8 gekoppeld is. Het andere uiteinde is op een voor de vakman voor de hand liggende wijze gekoppeld aan het frame. De uitvinding voorziet er in, dat de veerspanning centraal verstelbaar is, bijvoorbeeld middels een verdraaibare as met krukken, en tevens dat de veerspanning op elke wiedtandhouder 1 afzonderlijk instelbaar is, bijvoorbeeld door de toepassing van een ketting aan een uiteinde van een trekveer en een haak aan het frame.

In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld vormen de stangen 3, 6, 8, 9 van de wiedtandhouder 1 een parallellogram. Het voordeel van een parallellogram is, dat de hoek tussen de wiedtand 2 en de bodem, in de werkmodus beschouwd, onafhankelijk is van de stand van het parallellogram waardoor de stand van het parallellogram geen effect heeft op de intensiteit van de werking van de wiedtand 2. De stand van het parallellogram wordt hier gedefinieerd door de hoek tussen de eerste en de vierde stang 3 en 9. De uitvinding heeft echter ook betrekking op vierstangen-scharniermechanismen die geen parallellogram vormen maar bijvoorbeeld een trapezium, met als kenmerk dat de hoek tussen de wiedtand 2 en de bodem, in de werkmodus beschouwd, afhankelijk is van de stand van de wiedtandhouder 1.

De voordelen van de wiedmachine volgens de uitvinding worden hierna verduidelijkt aan de hand van figuur 2 dat een wiedveld 11 met wiedtandhouders 1 toont, als deel van een wiedmachine. Bij het bewerken van een op rijen geteeld gewas, vlakvelds of op ruggen of bedden, is het voordelig wanneer de bewerkingsintensiteit aangepast kan worden aan de teeltwijze. Voor de vakman is het onmiddellijk duidelijk hoe een verschil gemaakt kan worden in de bewerkingsintensiteit van wiedtanden 2 die tussen de gewasrijen werken en wiedtanden 2 die op de gewasrijen werken. Hetzelfde geldt voor wiedtanden 2 die op een rug werken en wiedtanden 2 die tussen de ruggen werken.

De uitvinding heeft betrekking op een wiedmachine die is uitgerust met wiedtandhouders 1 zoals hierboven beschreven en op de wiedtandhouder 1 als aanbouwdeel voor een bestaande wiedmachine.

Claims

Conclusies

1. Wiedmachine voor het wieden van land- en tuinbouwgronden en gewassen, welke wiedmachine een veelvoud van wiedtandhouders (1) omvat voor het elk houden van een wiedtand (2), met het kenmerk, dat een dergelijke wiedtandhouder (1) een vierstangen-scharniermechanisme omvat, waarbij de stangen samen een vierhoek vormen, waarbij een eerste stang (3) is voorzien van middelen (4, 5) voor het koppelen van die stang aan het frame van de wiedmachine en waarbij de tegenoverliggende, tweede stang (6) is voorzien van middelen (7) voor het houden van een wiedtand (2).
2. Wiedmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vierstangen-scharniermechanisme een parallellogram vormt.
3. Wiedmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het vierstangen-scharniermechanisme een derde stang (8) omvat, welke derde stang (8) gekoppeld is met een veer om de verdraaiing van de derde stang (8) ten opzichte van de eerste stang (3) te beïnvloeden en waarvan de veerkracht instelbaar is.
4. Wiedmachine volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de eerste stang (3) identiek is aan de tweede stang (6).
5. Wiedtandhouder (1) voor het houden van een wiedtand (2), met het kenmerk, dat de wiedtandhouder (1) een vierstangen-scharniermechanisme omvat, waarbij de stangen samen een vierhoek vormen, waarbij een eerste stang (3) is voorzien van middelen (4, 5) voor het koppelen van die stang aan het frame en waarbij de tegenoverliggende, tweede stang (6) is voorzien van middelen (7) voor het houden van een wiedtand (2).

1/2