NL1041241A - Hull for fishing vessel arranged for catching shellfish. - Google Patents

Hull for fishing vessel arranged for catching shellfish. Download PDF

Info

Publication number
NL1041241A
NL1041241A NL1041241A NL1041241A NL1041241A NL 1041241 A NL1041241 A NL 1041241A NL 1041241 A NL1041241 A NL 1041241A NL 1041241 A NL1041241 A NL 1041241A NL 1041241 A NL1041241 A NL 1041241A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ship
hull
fishing
sub
fishing vessel
Prior art date
Application number
NL1041241A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL1041241B1 (en
Inventor
André Seinen Arend
Original Assignee
Meromar Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Meromar Holding B V filed Critical Meromar Holding B V
Priority to NL1041241A priority Critical patent/NL1041241B1/en
Publication of NL1041241A publication Critical patent/NL1041241A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1041241B1 publication Critical patent/NL1041241B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K80/00Harvesting oysters, mussels, sponges or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B1/00Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils
    • B63B1/02Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils deriving lift mainly from water displacement
    • B63B1/04Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils deriving lift mainly from water displacement with single hull
    • B63B1/042Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils deriving lift mainly from water displacement with single hull the underpart of which being partly provided with channels or the like, e.g. catamaran shaped
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/14Fishing vessels

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Marine Sciences & Fisheries (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een scheepsromp voor een visvaartuig (1), welke is ingericht voor het vangen van schelpdieren, waarbij de scheepsromp een boegdeel (21) en een achterdeel (22) omvat, waarbij het achterdeel (22) van de scheepsromp (11) wordt gevormd door een eerste deelromp (16) en tweede deelromp (17), welke zich parallel aan elkaar uitstrekken, waarbij tussen de eerste en tweede deelromp een vistuigruimte (12) is gevormd, die zich ten minste uitstrekt vanaf de bodemzijde (23) van de scheepsromp ( 11) tot aan de waterlijn ( 13) van de scheepsromp.The invention relates to a ship's hull for a fishing vessel (1), which is adapted to catch shellfish, wherein the ship's hull comprises a bow part (21) and a rear part (22), the rear part (22) of the ship hull (11) ) is formed by a first sub-hull (16) and second sub-hull (17), which extend parallel to each other, with a gear space (12) formed between the first and second sub-hull extending at least from the bottom side (23) from the ship's hull (11) to the waterline (13) of the ship's hull.

Description

TITEL. Scheepsromp voor visvaartuig ingericht voor het vangen van schelpdierenTITLE. Ship's hull for fishing vessel designed for catching shellfish

De uitvinding heeft betrekking op een scheepsromp voor een visvaartuig, welke is ingericht voor het vangen van schelpdieren, in het bijzonder voor het vangen van langwerpige plaatkieuwige schelpen van het geslacht Ensis, meestal aangeduid als scheermessen, uit de zeebodem op zeedieptes vanaf 3 tot 50 meter, waarbij de scheepsromp een boegdeel en een achterdeel omvat, waarbij het achterdeel van de scheepsromp wordt gevormd door een eerste deelromp en tweede deelromp, welke zich parallel aan elkaar uitstrekken, en waarbij tussen de eerste en tweede deelromp een vistuigruimte is gevormd, die zich ten minste uitstrekt vanaf de bodemzijde van de scheepsromp tot aan de waterlijn van de scheepsromp, en waarbij vistuig ten minste voor een deel is voorzien in de vistuigruimte, waarbij het vistuig is ingericht voor het vangen van schelpdieren en ten minste omvat: een viskor, een persleiding en een zuigleiding.The invention relates to a ship's hull for a fishing vessel, which is arranged for catching shellfish, in particular for catching elongated plate-like shells of the genus Ensis, usually referred to as razors, from the seabed at sea depths from 3 to 50 meters wherein the ship's hull comprises a bow part and a rear part, the rear part of the ship's hull being formed by a first sub-hull and second sub-hull extending parallel to each other, and wherein a gear space is formed between the first and second sub-hull and located at at least extends from the bottom of the hull to the waterline of the hull, and wherein fishing gear is at least partially provided in the gear space, wherein the gear is adapted to catch shellfish and at least comprises: a fish trawl, a pressure line and a suction line.

Ensis of scheermessen is een geslacht van langwerpige schelpdieren uit de klasse tweekleppige weekdieren, zoals het tafelmesheft (Ensis Siliqua, 20 cm) de kleine zwaardschede (Ensis Ensis, 17 cm) en de Amerikaanse zwaardschede (Ensis directus), die zich rechtstandig over de gehele lengte loodrecht op de zeebodem ingraven. De meeste soorten leven beneden de laagwaterlijn tot ongeveer 50 meter waterdiepte, en kunnen zich zeer snel ingraven. Het weekdier begeeft zich alleen buiten zijn schelpbehuizing tot boven het zeebodemoppervlak voor het opnemen van voedsel, zoals bijvoorbeeld plankton. Scheermessen zijn in veel landen een delicatesse en worden daarom voor consumptie gevist.Ensis or razors is a genus of elongated shellfish from the bivalve mollusc class, such as the table knife handle (Ensis Siliqua, 20 cm), the small sword scabbard (Ensis Ensis, 17 cm) and the American sword scabbard (Ensis directus), which extend vertically over the entire buried length perpendicular to the seabed. Most species live below the low water line up to about 50 meters water depth, and can bury themselves very quickly. The mollusk only moves beyond its shell housing to above the seabed surface for receiving food, such as, for example, plankton. Razors are a delicacy in many countries and are therefore fished for consumption.

Uit de Europese octrooiaanvrage nr. 0 534 881 Al is een scheepsromp van een visvaartuig bekend, zoals in de aanhef omschreven. Dit kleine visvaartuig is geschikt voor het vangen van schelp- of schaaldieren zoals palourdes (steenmossel, tapijtschelp, venusschelp) of coques (kokkel, hartschelp) met een viskor op banken , welke op waterdieptes liggen in ordegrootte van 50 - 250 cm. De gevangen schelpen worden met behulp van een starre buis met een schroeftransporteur, transportband of Jakobsladder op het schip getransporteerd. De waterpomp en de pomp voor de hydraulische aandrijving en de bevestiging van de starre buis bevinden zich boven op het dek, waardoor dit visvaartuig zeer onstabiel is en de viskor bij grotere waterdieptes niet stabiel op de waterbodem kan worden gepositioneerd. Dit visvaartuig is daarom alleen toegelaten voor ondiepe wateren en is ongeschikt voor het vangen van schelpdieren op zeedieptes vanaf 3 tot 50 meter.From European patent application no. 0 534 881 A1 a hull of a fishing vessel is known, as described in the preamble. This small fishing vessel is suitable for catching shellfish or crustaceans such as palourdes (stone mussel, carpet shell, clam shell) or coques (cockle, heart shell) with a fishing basket on benches, which lie on water depths in order of 50 - 250 cm. The trapped shells are transported on the ship using a rigid tube with a screw conveyor, conveyor belt or Jacob's ladder. The water pump and the pump for the hydraulic drive and the fixation of the rigid tube are located at the top of the deck, making this fishing vessel very unstable and the fish basket cannot be positioned stably on the water bottom at higher water depths. This fishing vessel is therefore only permitted for shallow waters and is unsuitable for catching shellfish at sea depths from 3 to 50 meters.

In de Nederlandse octrooien nr. 1007940 en 1027369 wordt een werkwijze en inrichting beschreven voor het bevissen van scheermessen met een vissersschip door de zeebodem over een geringe diepte om te woelen met behulp van een zogenaamde viskor. Omdat de scheermessen zich in de zeebodem hebben ingegraven kan slechts door loswoelen van de zeebodem, over een diepte die overeenkomt met de standhoogte van de scheermessen, de scheermessen uit de zeebodem worden gelicht en met behulp van een zuigleiding aangesloten op een centrifugaalpomp vanuit de viskor aan dek worden gebracht. Om het loswoelen te vergemakkelijken en schade door breuk tijdens het loswoelen en opzuigen in de viskor te voorkomen worden perswaterstralen toegepast onder gebruikmaking van een perswaterleiding en perswatermondstukken.Dutch patents Nos. 1007940 and 1027369 describe a method and device for fishing razors with a fishing vessel through the seabed over a small depth by means of a so-called fish trawl. Because the razors have buried themselves in the seabed, the razors can only be lifted from the seabed by means of a suction pipe connected to a centrifugal pump from the fish trawl by loosening the seabed over a depth that corresponds to the position height of the razors. be brought to the deck. To facilitate loosening and to prevent damage due to breakage during loosening and sucking in the fish trawl, press water jets are used using a press water pipe and press water nozzles.

De vangst- en zuig/persleidingen (vistuig) tussen het bekende vissersschip en de viskor bevinden zich langzij het schip. De leidingen zijn door middel van een draaibare leidingkoppeling aan het schip bevestigd. Deze leidingkoppeling maakt het mogelijk dat bij deining en golfslag de viskor op de zeebodem gepositioneerd blijft. Echter wanneer de golfhoogte te groot wordt, moet het vissen worden gestopt doordat enerzijds schade kan optreden aan het schip en het vistuig en anderzijds de vangst (opbrengstrendement) sterk terugloopt doordat de viskor niet voordurend optimaal is gepositioneerd op de zeebodem.The catch and suction / discharge lines (fishing gear) between the well-known fishing vessel and the fishing vessel are located alongside the vessel. The pipes are attached to the ship by means of a rotatable pipe coupling. This pipe coupling makes it possible for the fish trawl to remain positioned on the seabed in the event of swell and waves. However, if the wave height becomes too large, fishing must be stopped because damage may occur to the ship and the fishing gear on the one hand and the catch (yield efficiency) on the other hand is greatly reduced because the fishing net is not always optimally positioned on the seabed.

Het bekende visserschip is voorzien van een zogenaamde enkelromp, met een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede van het onderwaterschip. Als gevolg daarvan is de stabiliteit van het schip goed, echter daardoor zal het schip minder goed meebewegen met golven, waardoor golven sneller over het dek zullen slaan. Voor de zeewaardigheid van een schip is de stabiliteit van het schip van groot belang. De stabiliteit is de mate waarin een schip zichzelf weer kan oprichten na uit evenwicht te zijn gebracht. Deze stabiliteit wordt onderverdeeld in dwarsscheepse en langsscheepse stabiliteit en ook onderverdeeld in statische en dynamische stabiliteit. De Nederlandse scheepvaartinspectie (tegenwoordig: Inspectie Leefomgeving en Transport /The known fishing vessel is provided with a so-called single hull, with a substantially rectangular cross section of the underwater vessel. As a result, the stability of the ship is good, but as a result the ship will move less well with waves, as a result of which waves will hit the deck faster. The stability of the ship is of great importance for the seaworthiness of a ship. Stability is the extent to which a ship can rebuild itself after being unbalanced. This stability is subdivided into transverse and longitudinal shipping stability and also subdivided into static and dynamic stability. The Dutch shipping inspection (nowadays: Human Environment and Transport Inspectorate /

Scheepvaart, hierna ILT/Scheepvaart) beoordeelt de zeewaardigheid van een schip op basis van de Nederlandse Schepenwet en het Schepenbesluit en kan beperkingen opleggen aan schepen. Vissersschepen, geschikt voor het vangen van schelpdieren zoals scheermessen, hebben veelal een lengte tussen de 20 en 50 meter, waardoor een zeewaardigheid voor deze bekende vissersschepen is afgegeven door de ILT/Scheepvaart tot 15 zeemijlen uit de kust en tot een windkracht 5.Shipping, hereinafter ILT / Shipping) assesses the seaworthiness of a ship based on the Dutch Ships Act and the Ships Decree and can impose restrictions on ships. Fishing vessels, suitable for catching shellfish such as razors, often have a length of between 20 and 50 meters, as a result of which seaworthiness for these known fishing vessels has been issued by the ILT / Shipping up to 15 nautical miles from the coast and up to a wind force 5.

Gezien bovenstaande nadelen is er daarom behoefte aan een vissersschip dat tot een groter aantal zeemijlen uit de kust en bij hogere windkracht, en dus zwaardere deining en golfslag, op schelpdieren zoals scheermessen kan vissen. Dit vissen op schelpdieren bij 'zwaarder weer' mag echter geen invloed hebben op het visrendement, in andere woorden: de viskor dient, ondanks de hogere golfslag, goed op de zeebodem gepositioneerd te blijven en de opgezogen schelpdieren met het vistuig mogen niet extra worden beschadigd als gevolg van de grotere golfslag.In view of the above disadvantages, there is therefore a need for a fishing vessel that can fish for shellfish such as razors up to a greater number of nautical miles from the coast and with higher wind force, and therefore heavier swell and waves. This fishing for shellfish in 'heavier weather' should not, however, have any effect on the fish's efficiency, in other words: the fish trawl should remain well positioned on the seabed despite the higher waves and the sucked shellfish with the fishing gear should not be damaged extra due to the larger wave.

Doel van de uitvinding is derhalve om een scheepsromp te verschaffen voor een visvaartuig ingericht voor het vangen van schelpdieren, met name voor het vangen van schelpdieren zoals scheermessen uit de zeebodem op zeedieptes vanaf 3 tot 50 meter, welke scheepsromp tijdens het vissen een goede zeewaardigheid heeft bij zwaar weer, waarbij de kans dat het vistuig en de scheepsromp elkaar beschadigen tijdens het vissen klein is, en waarbij de viskor optimaal op de zeebodem gepositioneerd blijft, een hoog opbrengstrendement heeft en de kans op beschadigen van de zeebodem door de viskor wordt verkleind.The object of the invention is therefore to provide a hull for a fishing vessel designed for catching shellfish, in particular for catching shellfish such as razors from the seabed at sea depths from 3 to 50 meters, which hull has good seaworthiness during fishing in heavy weather, where the chance that the fishing gear and the ship's hull damage each other during fishing is small, and where the fish trawl remains optimally positioned on the seabed, has a high yield efficiency and the chance of damaging the seabed by the fishing trawl is reduced.

Deze doelen worden bereikt doordat de uitvinding voorziet in een scheepsromp waarbij de persleiding en de zuigleiding van het vistuig nabij de waterlijn zijn bevestigd aan de scheepsromp.These objects are achieved in that the invention provides a ship's hull wherein the pressure line and the suction line of the fishing gear are attached to the ship's hull near the waterline.

Door het vistuig te bevestigen tussen de twee deelrompen nabij de waterlijn, in plaats van aan een zijwand of op het dek, wordt voorzien in een stabieler schip, met name bij zijwaarts slingeren (rollen) van het schip, zodat langer kan worden doorgevist bij hogere windsnelheden en golfhoogtes; en zodat de viskor beter en stabieler de zeebodem kan volgen ondanks deining en golven, waardoor het opbrengstrendement wordt verhoogd en de kans op beschadigen van de zeebodem door een onstabiel viskor wordt verkleind. Het vistuig is dientengevolge aan de scheepsromp gekoppeld, bij voorkeur nabij de (virtuele) slinger-rotatieas voor het slingeren - rollen - van het schip, waardoor slingeren van het schip slechts een gering effect en uitslag zal bewerkstelligen op het gekoppelde vistuig.By attaching the fishing gear between the two sub-hulls near the waterline, instead of on a side wall or on the deck, a more stable ship is provided, in particular when the ship is swinging sideways (so that it can continue to fish longer at higher wind speeds and wave heights; and so that the fish trawl can follow the seabed better and more stable despite swell and waves, thereby increasing the yield efficiency and reducing the chance of damage to the seabed by an unstable fish trawl. The fishing gear is consequently coupled to the ship's hull, preferably near the (virtual) pendulum rotation axis for swinging - rolling - of the ship, so that swinging of the ship will only have a small effect and result on the coupled fishing gear.

In het bijzonder heeft de verhouding tussen het boegdeel en de beide deelrompen, die het achterdeel vormen, een waarde heeft welke ligt tussen 1:1 en 1:20.In particular, the ratio between the bow part and the two sub-hulls that form the rear part has a value that is between 1: 1 and 1:20.

Met bovengenoemde maatregel wordt een stabiel vaartuig verkregen en is bovendien een snelle afvoer van water van het dek gegarandeerd via de waterafvoerruimte naar de vistuigruimte, die in verbinding staat met het zeewater. Een snellere afvoer door de centrale waterafvoerruimte van vast water van golven, die over het schip heen zijn geslagen, maakt het mogelijk om het schip stabieler te maken bij golfslag en deining zonder de zeewaardigheid aan te tasten. Daardoor kunnen de beperkingen worden verruimd door de ILT/Scheepvaart ten aanzien van het aantal zeemijlen uit de kust en/of de windsnelheid.With the above-mentioned measure a stable vessel is obtained and, moreover, a rapid discharge of water from the deck is guaranteed via the water discharge space to the fishing space, which is connected to the seawater. A faster discharge through the central solid water drainage space of waves, which have been swept over the ship, makes it possible to make the ship more stable in the event of waves and swell without affecting the seaworthiness. As a result, the restrictions can be broadened by the ILT / Shipping with regard to the number of nautical miles from the coast and / or the wind speed.

Volgens de uitvinding zijn de beide deelrompen over een substantieel deel van hun lengte voorzien van een in hoofdzaak vierkante doorsnede. Door beide deelrompen van een vierkante doorsnede te voorzien ligt het vissersschip stabieler in het water, doordat het aantal verticaal in het water stekende scheepswanden wordt verdubbeld.According to the invention, the two sub-hulls are provided with a substantially square cross-section over a substantial part of their length. By providing both sub-hulls with a square cross-section, the fishing vessel is more stable in the water, because the number of ship walls protruding vertically into the water is doubled.

Een bijzondere uitvoeringsvorm is gekenmerkt doordat de vistuigruimte wordt gevormd door twee zijwanden en een dwarswand, waarbij de zijwanden van de vistuigruimte worden gevormd door de binnenste scheepswand van de eerste deelromp en de binnenste scheepswand van de tweede deelromp, en waarbij de dwarswand van de vistuigruimte wordt gevormd door de achterwand van het boegdeel van de scheepsromp.A special embodiment is characterized in that the gear space is formed by two side walls and a transverse wall, the side walls of the gear space being formed by the inner ship wall of the first sub-hull and the inner ship wall of the second sub-hull, and wherein the transverse wall of the gear space becomes formed by the rear wall of the ship's hull portion.

Door het vormen van de vistuigruimte in het midden van de scheepsromp uit de scheepswanden van de deelrompen en uit de achterwand van het boegdeel van het schip ontstaat een scheepsromp die zowel aan de vereisten voldoet ten aanzien van de stabiliteit alsmede aan de vereisten voldoet van een hoog visrendement, zowel met betrekking tot het visrendement voor wat betreft het aantal schelpdieren zoals scheermessen in de zeebodem dat wordt omgewoeld door de viskor, als met betrekking tot het aantal visdagen in een jaar.The formation of the gear space in the middle of the hull from the ship walls of the sub-hulls and from the rear wall of the bow part of the ship results in a hull that meets both the stability requirements and the requirements of a high fish efficiency, both with regard to the fish efficiency with regard to the number of shellfish such as razors in the seabed that is trapped by the fish trawl, and with regard to the number of fishing days in a year.

Bij voorkeur is tussen de binnenste scheepswand en de bodem scheepswand van de eerste en de tweede deelromp een vlak voorzien, dat is afgeschuind in de richting van de bodem scheepswand.Preferably, a surface is provided between the inner ship's wall and the bottom of the ship's wall of the first and the second sub-hull, which is bevelled in the direction of the bottom of the ship's wall.

Meer bij voorkeur is het afgeschuinde vlak tussen de binnenste scheepswand en de bodem scheepswand van de deelrompen van een hoek met de binnenste scheepswand voorzien, die wordt gekozen uit het bereik van 25° - 65°.More preferably, the chamfered surface between the inner ship wall and the bottom ship wall of the sub-hulls is provided with an angle with the inner ship wall, which is selected from the range of 25 ° to 65 °.

Door het voorzien in een afgeschuind vlak in de onder-binnenzijde van de deelrompen in de vistuigruimte zal het vistuig minder gemakkelijk vastraken onder het schip en/of minder snel beschadigd raken of het vistuig de onderkant van het schip minder snel beschadigen.By providing a chamfered surface in the bottom-inside of the sub-hulls in the gear space, the gear will be less likely to get stuck under the ship and / or be damaged less quickly or the gear will damage the bottom of the ship less quickly.

Gebleken is dat bij hoeken tussen 25° en 65° het afgeschuinde vlak bijzonder effectief is tegen het vastraken en het (wederzijds) beschadigen van vistuig en/of scheepsromp.It has been found that at angles between 25 ° and 65 ° the beveled surface is particularly effective against getting stuck and (mutually) damaging gear and / or ship's hull.

Teneinde het vissersschip zo stabiel mogelijk te houden tijdens het vissen en daardoor het mogelijk te maken dat de viskor zo stabiel mogelijk op de zeebodem de schelpdieren loswoelt, ligt de waterlijn ongeveer op de halve hoogte van de scheepsromp, zodat bij benadering tijdens gebruik bij het vangen van schelpdieren het deel van de scheepsromp boven water en het deel van de scheepsromp onderwater ongeveer aan elkaar gelijk zijn.In order to keep the fishing vessel as stable as possible during fishing and thereby allow the fish trawl to unleash the shellfish as stable as possible on the seabed, the waterline is about half the height of the ship's hull, so that approximately during use when catching for shellfish, the part of the ship's hull above water and the part of the ship's hull underwater are about the same.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de persleiding en de zuigleiding naar en van de viskor roterend doorgevoerd door de dwarswand van de vistuigruimte.In an advantageous embodiment according to the invention, the pressure line and the suction line to and from the fish trawl are rotated through the transverse wall of the gear space.

Bij voorkeur, tijdens gebruik bij het vangen van schelpdieren, is de doorvoer van het vistuig door de dwarswand van de vistuigruimte aangebracht beneden de waterlijn van de scheepsromp.Preferably, during use in catching shellfish, the transit of the fishing gear through the transverse wall of the fishing gear space is arranged below the waterline of the ship's hull.

Door het vistuig zo dicht mogelijk bij de slinger-rotatieas van het vissersschip aan te koppelen, zal de beweging in het vistuig als gevolg van deining of golven minimaal zijn. Door bovendien het gehele vistuig onder de waterlijn aan te brengen, zullen slingeringen van het vissersschip extra worden gedempt door de bovenuiteinden van de leidingen, die bij het bekende schip boven de waterlijn uitsteken en daardoor het slingeren van het vissersschip versterken.By coupling the fishing gear as close as possible to the pendulum rotation axis of the fishing vessel, the movement in the fishing gear due to swell or waves will be minimal. Moreover, by arranging the entire fishing gear below the water line, wobbles of the fishing vessel will be additionally damped by the upper ends of the pipes, which in the known ship project above the water line and thereby reinforce the wobbling of the fishing vessel.

Bij voorkeur zijn de deelrompen voorzien van een of meer ballasttanks voor het trimmen van het visvaartuig.The sub-hulls are preferably provided with one or more ballast tanks for trimming the fishing vessel.

Door de ballasttanks te vullen of te legen kan de positie en oriëntatie van het schip en de optimale diepgang gemakkelijk worden ingesteld voor een zo stabiel mogelijke configuratie van het vissersschip met zijn vistuig.By filling or emptying the ballast tanks, the position and orientation of the vessel and the optimum draft can easily be adjusted for the most stable possible configuration of the fishing vessel with its fishing gear.

Een voordelige uitvoeringsvorm van de scheepsromp volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat het boegdeel is voorzien van een voorsteven dat vanaf het dek in de richting van de bodem van de scheepsromp binnenwaarts schuin afloopt.An advantageous embodiment of the ship's hull according to the invention is characterized in that the bow part is provided with a prow that runs obliquely inwards from the deck towards the bottom of the ship's hull.

Bij voorkeur zijn de achterstevens van de deelrompen voorzien van kimkielen.The sterns of the sub-hulls are preferably provided with keel keels.

Om rotatie of - stampen - van het schip over de dwarsrotatieas van het vissersschip te beperken, als gevolg van golven op de boeg, loopt het voorsteven schuin af, waardoor de opwaartse kracht op de boeg als gevolg van de golven wordt verminderd. Door kimkielen toe te passen, bijvoorbeeld onder de achterstevens van de beide deelrompen, kan slingering van het vissersvaartuig nog verder worden beperkt en het visrendement worden verhoogd.In order to limit the ship's rotation or stomping along the transverse axis of rotation of the fishing vessel, due to waves on the bow, the prow is sloping, reducing the upward force on the bow due to the waves. By using keel keels, for example under the sterns of the two sub-hulls, swinging of the fishing vessel can be further reduced and the fishing efficiency can be increased.

De uitvinding zal hierna met behulp van de tekening met enkele uitvoeringsvoorbeelden van de scheepsromp en het vissersvaartuig, nader worden toegelicht, waarbij kenmerken en andere voordelen naar voren zullen treden.The invention will be explained in more detail below with the aid of the drawing with some exemplary embodiments of the ship's hull and fishing vessel, wherein features and other advantages will emerge.

Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van het visvaartuig voor het vangen van schelpdieren volgens de stand van de techniek,Figure 1 shows a schematic side view of the fishing vessel for catching shellfish according to the prior art,

Figuur 2 toont in zijaanzicht het visvaartuig met de scheepsromp volgens de uitvinding,Figure 2 shows in side view the fishing vessel with the ship's hull according to the invention,

Figuur 3 toont schematisch een horizontale dwarsdoorsnede onder de waterlijn over de lengte van het schip inclusief de bodem van de scheepsromp,Figure 3 shows diagrammatically a horizontal cross-section below the water line along the length of the ship including the bottom of the ship's hull,

Figuur 4 toont schematisch een bovenaanzicht van het visvaartuig,Figure 4 shows schematically a top view of the fishing vessel,

Figuur 5A en 5B tonen verticale dwarsdoorsneden van de scheepsromp van Fig.2.Figures 5A and 5B show vertical cross-sections of the ship's hull of Figure 2.

Figuur 1 toont in een zijaanzicht een stand van de techniek vissersschip oftewel visvaartuig 1 ingericht voor het vangen van schelpdieren op de zeebodem tot 15 zeemijlen uit de kust. Aan het voorsteven van het vissersschip 1 is het vistuig 10 met zijn aan- en afvoerleidingen 2 en 3 bevestigd door middel van een draaibare leidingkoppeling. Door de bovenste persleiding 2 wordt perswater gepompt en door de onderste zuigleiding 3 wordt water met vangst met behulp van een pomp aan dek van het schip gebracht. De pijlrichtingen geven de richting van de vloeistofstroom aan binnen de leidingen 2 en 3. Beide leidingen monden uit in een zogenaamde viskor 5, welke zich tijdens het visbedrijf op de zeebodem bevindt. De viskor omvat een frame 9, dat is voorzien van een traliewerk 4 en van een sledeframe 6 met twee evenwijdige dragers 7, die aan de voorzijde, in de verplaatsingsrichting C, omhoog gekruld zijn. Tijdens het vissen wordt de viskor 5 door het vissersschip in de richting van pijl C over de zeebodem getrokken. De viskor 5 woelt daarbij de toplaag van de zeebodem inclusief de schelpdieren zoals scheermessen los, waarna de schelpdieren door de perswaterstroom in de viskor 5 worden gevoerd waarna zij door de zuigleiding aan boord van het schip worden getransporteerd. Aan het bevestigen van het vistuig 10 aan een zijwand van de scheepsromp kleven een aantal nadelen. Het schip wordt daardoor minder stabiel en de viskor volgt slecht de zeebodem wanneer er zware deining en/of golven op zee zijn. Met name bij het slingeren van een schip om zijn langsas oftewel slinger-rotatieas - het zogenaamde rollen - beweegt de bovenzijde van het schip boven de waterlijn in tegengestelde richting van de onderzijde van het schip dat zich onder de waterlijn bevindt. Daardoor wordt het vistuig zowel in de hoogte verplaatst alsmede in de dwarsrichting van het schip en zal de viskor de bodem slecht volgen en loopt het vangstrendement terug.Figure 1 shows in a side view a state of the art fishing vessel or fishing vessel 1 arranged for catching shellfish on the seabed up to 15 nautical miles from the coast. The fishing gear 10 with its supply and discharge pipes 2 and 3 is attached to the prow of the fishing vessel 1 by means of a rotatable pipe coupling. Compressed water is pumped through the upper discharge line 2 and water is collected through the lower suction line 3 with the aid of a pump on the ship's deck. The arrow directions indicate the direction of the liquid flow within the pipes 2 and 3. Both pipes lead into a so-called fish trawl 5, which is located on the seabed during fishing operation. The fish basket comprises a frame 9, which is provided with a grille 4 and with a carriage frame 6 with two parallel carriers 7, which are curled upwards at the front, in the direction of movement C. During fishing, the fishing vessel 5 is pulled over the seabed by the fishing vessel in the direction of arrow C. The fish trawl thereby loosens the top layer of the seabed including the shellfish such as razors, after which the shellfish are fed through the press water flow into the fish trawl 5, after which they are transported through the suction line on board the ship. There are a number of drawbacks to attaching fishing gear 10 to a side wall of the ship's hull. This makes the ship less stable and the fish trawler only follows the seabed when there are heavy swells and / or waves at sea. Particularly when a ship is swinging about its longitudinal axis or the pendulum rotation axis - the so-called rolling - the top of the ship moves above the waterline in the opposite direction from the bottom of the ship that is below the waterline. As a result, the fishing gear is moved both in height and in the transverse direction of the ship and the fish trawl will follow the bottom poorly and the catching efficiency will decrease.

Door de bevestiging van het vistuig aan een zijde van de romp vermindert bovendien de stabiliteit van het schip aan die zijde doordat het zelfoprichtend vermogen aan die zijde kleiner wordt. Bij wind of golfslag tegen de andere zijkant van de romp zal het schip met het vistuig eerder en verder in de richting van de waterlijn kantelen dan zonder het vistuig. De zeewaardigheid van dit bekende schip is daarom door de ILT/Scheepvaart beperkt tot een maximum windkracht en/of zeemijlen uit de kust. Dit resulteert in minder visdagen en daarmee ook in een afname van het visrendement.Moreover, by fixing the fishing gear on one side of the hull, the stability of the ship on that side decreases because the self-righting capacity on that side decreases. If the wind or wave hits the other side of the hull, the vessel with the fishing gear will tilt earlier and further in the direction of the waterline than without the fishing gear. The seaworthiness of this known ship is therefore limited by the ILT / Shipping to a maximum wind force and / or nautical miles from the coast. This results in fewer fishing days and therefore also a decrease in fishing efficiency.

Figuur 2 toont de verbeterde scheepsromp 11 volgens de uitvinding van het vissersschip 1 voor het vangen van schelpdieren. De scheepsromp kan worden onderverdeeld in een boegdeel 21 en een achterdeel 22. Het vistuig 10 is nu opgenomen in een vistuigruimte 12, die is gevormd tussen twee deelrompen in het achterdeel 22 van het schip, die zich parallel aan elkaar uitstrekken. Het vistuig 10 is binnenboord getakeld en niet actief met het vissen op schelpdieren, zodat de zuigleiding 3, de persleiding 2 en de viskor 5 zich in de vistuigruimte 12 van het vissersschip bevinden.Figure 2 shows the improved ship's hull 11 according to the invention of the fishing vessel 1 for catching shellfish. The ship's hull can be subdivided into a bow part 21 and a rear part 22. The fishing gear 10 is now accommodated in a fishing gear space 12, which is formed between two hulls in the rear part 22 of the ship, which extend parallel to each other. The fishing gear 10 is hitched inboard and not actively fishing for shellfish, so that the suction line 3, the pressure line 2 and the fishing basket 5 are located in the gear space 12 of the fishing vessel.

De vistuigruimte 12 strekt zich uit over een substantieel deel van de lengte van het vissersschip, ongeveer in het midden daarvan. Om de stabiliteit van het schip te verbeteren ligt de waterlijn 13 ongeveer op de halve hoogte van de scheepsromp zodat bij benadering het deel van de scheepsromp boven water en het deel van de scheepsromp onderwater ongeveer aan elkaar gelijk zijn. Voorts is de zuigpomp 14 zichtbaar, waaraan het vistuig 10 kan worden aangesloten door deze naar beneden te takelen totdat de viskor 5 op de zeebodem rust en de zuigleiding een vloeistofverbinding maakt met de zuigzijde van de zuigpomp 14. De zuigleiding is nu roterend doorgevoerd door de dwarswand (20) van de vistuigruimte (12) en bevindt zich, ter verhoging van de stabiliteit van het visvaartuig, bij voorkeur onder de waterlijn 13 van de scheepsromp 11. Om de diepgang en dus de positie van de waterlijn van het schip optimaal te kunnen trimmen, zijn ballasttanks 15 voorzien in de scheepsromp, waar (zee)water kan worden ingenomen of uit kan worden gespuid.The fishing gear space 12 extends over a substantial part of the length of the fishing vessel, approximately in the middle thereof. To improve the stability of the ship, the water line 13 is approximately half the height of the ship's hull so that approximately the part of the ship's hull above water and the part of the ship's hull are approximately equal to each other. Furthermore, the suction pump 14 is visible, to which the fishing gear 10 can be connected by hoisting it down until the fish trawl 5 rests on the seabed and the suction line makes a liquid connection with the suction side of the suction pump 14. The suction line is now rotated through the transverse wall (20) of the fishing gear space (12) and, in order to increase the stability of the fishing vessel, is preferably located below the waterline 13 of the ship's hull 11. In order to be able to optimize the draft and thus the position of the waterline of the ship trimming, ballast tanks 15 are provided in the ship's hull, from which (sea) water can be taken or discharged.

Figuur 3 toont schematisch een horizontale dwarsdoorsnede onder de waterlijn over de gehele lengte van het vissersschip 1 inclusief de contouren van de bodem van de scheepsromp. In dit figuur wordt getoond dat de scheepsromp 11 wordt gevormd door twee zich parallel uitstrekkende deelrompen, de eerste deelromp 16 en tweede deelromp 17. Tussen de beide deelrompen is een ruimte gevormd, de vistuigruimte 12. In deze ruimte is het vistuig 10 aangebracht, wat daardoor in het midden van de scheepsromp 11 is gepositioneerd en vandaar kan worden neergelaten in zee om op de zeebodem naar schelpdieren te vissen. De vistuigruimte 12 wordt aldus gevormd door de binnenste zijwand 18 van de eerste deelromp 16, door de binnenste zijwand 19 van de tweede deelromp 17 en door de achterwand (dwarswand 20) van het boegdeel 21 van de scheepsromp 11. Voorts worden in de figuur nog cardankoppelingen 27 getoond in de leidingen tussen het schip en de viskor, die er voor zorg dragen dat het vistuig goed de zeebodem volgt. Om torsie in de leidingen van het vistuig te voorkomen is achter de achterste cardan een rotatiemechanisme voorzien. Figuur 3 toont voorts dat een substantieel deel (± 75%) van de scheepsromp als parallelle (catamaran) deelrompen is voorzien, daarmee de stabiliteit van het vaartuig verder verhogend. De verhouding tussen het boegdeel (21) en de beide deelrompen (16, 17), die het achterdeel (22) vormen, heeft bij voorkeur een waarde welke ligt tussen 1:1 en 1:20.Figure 3 shows schematically a horizontal cross-section below the water line over the entire length of the fishing vessel 1 including the contours of the bottom of the ship's hull. This figure shows that the ship's hull 11 is formed by two parallel hulls, the first hull 16 and the second hull 17. A space is formed between the two hulls, the gear space 12. The gear 10 is arranged in this space, is therefore positioned in the middle of the ship's hull 11 and can then be lowered into the sea to fish for shellfish on the seabed. The gear space 12 is thus formed by the inner side wall 18 of the first sub-hull 16, by the inner side wall 19 of the second sub-hull 17 and by the rear wall (transverse wall 20) of the bow part 21 of the ship hull 11. Furthermore, in the figure cardan couplings 27 shown in the lines between the ship and the fish trawl, which ensure that the gear follows the seabed properly. A rotation mechanism is provided behind the rear cardan to prevent torsion in the gear lines. Figure 3 further shows that a substantial part (± 75%) of the ship's hull is provided as parallel (catamaran) hulls, thereby further increasing the stability of the vessel. The ratio between the bow part (21) and the two sub-hulls (16, 17), which form the rear part (22), preferably has a value between 1: 1 and 1:20.

Figuur 4 toont schematisch een bovenaanzicht van het vissersschip 1 waarop het (boven)dek zichtbaar is. In het dek is een opening voorzien voor afvoer van (zee)water van het dek, de waterafvoerruimte 26. Dit water kan buiswater zijn of zogenaamd vast water zijn, dat in zijn geheel als een golf op het schip is geslagen. Doordat de scheepsromp 11 volgens de uitvinding stabiel in het water ligt met een substantieel deel onder de waterlijn, kan er bij deining, golfslag of golven gemakkelijker water op het dek terecht komen. De open verbinding tussen de vistuigruimte 12 en het dek 25 door de waterafvoerruimte 26 zorgt voor een goede en snelle afvoer van dat dekwater, zodat bij deining en golfslag het vissersschip langer kan blijven vissen dan het schip van Figuur 1. De zeewaardigheid is door deze maatregelen aanmerkelijk verbeterd en de beperkingen voor dit schip zijn bijvoorbeeld door ILT/Scheepvaart verruimd naar 30 zeemijlen uit de kust, zonder windbeperking.Figure 4 schematically shows a top view of the fishing vessel 1 on which the (top) deck is visible. An opening is provided in the deck for drainage of (sea) water from the deck, the water drainage space 26. This water can be tubular water or so-called solid water, which as a whole has been hit on the ship like a wave. Because the ship's hull 11 according to the invention lies stably in the water with a substantial part below the water line, water can get onto the deck more easily in the event of swell, waves or waves. The open connection between the gear space 12 and the deck 25 through the water drainage space 26 ensures a good and rapid drainage of that deck water, so that in the event of a swell and wave stroke the fishing vessel can continue to fish longer than the ship of Figure 1. The seaworthiness is due to these measures noticeably improved and the limitations for this ship have been extended by ILT / Shipping, for example, to 30 nautical miles from the coast, without wind restrictions.

Figuur 5A en 5B tonen dwarsdoorsneden van de scheepsromp 11 volgens de uitvinding van Figuur 2. Figuur 5B toont de bovenbouw 30 aangebracht boven de vistuigruimte 12 en de waterafvoerruimte 26. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld lopen de vistuigruimte 12 en de waterafvoerruimte 26 in elkaar over. Het aangrijppunt van het vistuig aan de achterwand van het boegdeel van de scheepsromp wordt schematisch aangegeven met een bal 27. Omdat dit aangrijppunt of trekpunt of bevestigingspunt van het vistuig 10 dicht bij de waterlijn 13 en de virtuele slinger-rotatieas van het vaartuig ligt, is de invloed van golven en deining op de positie en stabiliteit van het vistuig geringer, dan wanneer het vistuig aan een buitenzijwand of op het dek van de scheepsromp is bevestigd, zoals getoond in Figuur 1. Om de stabiliteit van het schip te verbeteren zijn de beide deelrompen 16, 17 over een substantieel deel van hun lengte voorzien van een in hoofdzaak vierkante doorsnede. Aan de binnenste scheepswanden van de beide deelrompen, tussen de binnenste scheepswanden 18, 19 en de bodem scheepswanden 23 van de eerste en de tweede deelromp 16, 17, is een vlak 31 voorzien, dat is afgeschuind in de richting van de bodem scheepswand 23. Hierdoor kan het vistuig minder gemakkelijk vastraken onder het schip en/of minder snel beschadigd raken, dan wel de onderkant van het schip beschadigen. De hoek tussen de binnenste scheepswand en het afgeschuinde vlak tussen de binnenste scheepswand en de bodemwand van de deelrompen wordt bij voorkeur gekozen uit het bereik van 25° - 65°, meer in het bijzonder is deze hoek ongeveer 45°, zodat de hoek tussen het afgeschuinde vlak 31 en de bodemwand ook ongeveer 45° is.Figures 5A and 5B show cross-sections of the hull 11 according to the invention of Figure 2. Figure 5B shows the superstructure 30 arranged above the gear space 12 and the water drainage space 26. In the exemplary embodiment shown, the gear space 12 and the water drainage space 26 overlap. The point of engagement of the fishing gear on the rear wall of the bow part of the ship's hull is schematically indicated by a ball 27. Because this point of engagement or towing point or attachment point of the fishing gear 10 is close to the waterline 13 and the virtual pendulum rotation axis of the vessel, the impact of waves and swell on the position and stability of the gear is less than when the gear is attached to an outer side wall or deck of the ship's hull, as shown in Figure 1. To improve the stability of the vessel, both sub-hulls 16, 17 over a substantial part of their length provided with a substantially square cross-section. At the inner ship walls of the two sub-hulls, between the inner ship walls 18, 19 and the bottom ship walls 23 of the first and the second sub-hull 16, 17, a surface 31 is provided, which is chamfered in the direction of the bottom of the ship wall 23. As a result, the fishing gear can become less easily stuck under the ship and / or be damaged less quickly, or damage the underside of the ship. The angle between the inner ship's wall and the beveled surface between the inner ship's wall and the bottom wall of the sub-hulls is preferably selected from the range of 25 ° to 65 °, more particularly this angle is approximately 45 °, so that the angle between the beveled surface 31 and the bottom wall is also approximately 45 °.

Claims (12)

1. Scheepsromp voor een visvaartuig, welke is ingericht voor het vangen van schelpdieren, met name voor het vangen van schelpdieren uit de zeebodem op zeedieptes vanaf 3 tot 50 meter, waarbij de scheepsromp een boegdeel (21) en een achterdeel (22) omvat, waarbij het achterdeel (22) van de scheepsromp (11) wordt gevormd door een eerste deelromp (16) en tweede deelromp (17), welke zich parallel aan elkaar uitstrekken, en waarbij tussen de eerste en tweede deelromp een vistuigruimte (12) is gevormd, die zich ten minste uitstrekt vanaf de bodemzijde (23) van de scheepsromp (11) tot aan de waterlijn (13) van de scheepsromp, en waarbij vistuig (10) ten minste voor een deel is voorzien in de vistuigruimte, waarbij het vistuig is ingericht voor het vangen van schelpdieren en ten minste omvat: een viskor (5), een persleiding (2) en een zuigleiding (3), met het kenmerk, dat de persleiding (2) en de zuigleiding (3) van het vistuig (10) nabij de waterlijn (13) zijn bevestigd aan de scheepsromp (11).A ship's hull for a fishing vessel, which is adapted to catch shellfish, in particular for catching shellfish from the seabed at sea depths from 3 to 50 meters, wherein the ship's hull comprises a bow part (21) and a rear part (22), wherein the rear part (22) of the ship's hull (11) is formed by a first sub-hull (16) and second sub-hull (17), which extend parallel to each other, and wherein a gear space (12) is formed between the first and second sub-hull , extending at least from the bottom side (23) of the hull (11) to the waterline (13) of the hull, and wherein gear (10) is at least partially provided in the gear space, the gear being arranged for catching shellfish and comprising at least: a fish trawl (5), a pressure line (2) and a suction line (3), characterized in that the pressure line (2) and the suction line (3) of the fishing gear (10) ) are attached to the ship's hull (11) near the waterline (13) ). 2. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verhouding tussen het boegdeel (21) en de beide deelrompen (16, 17), die het achterdeel (22) vormen, een waarde heeft welke ligt tussen 1:1 en 1:20.Ship hull for a fishing vessel according to claim 1, characterized in that the ratio between the bow part (21) and the two sub-hulls (16, 17), which form the rear part (22), has a value between 1: 1 and 1:20. 3. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat beide deelrompen (16, 17) over een substantieel deel van hun lengte zijn voorzien van een in hoofdzaak vierkante doorsnede.Ship hull for a fishing vessel according to claims 1-2, characterized in that both sub-hulls (16, 17) are provided with a substantially square cross-section over a substantial part of their length. 4. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens een de voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de vistuigruimte (12) wordt gevormd door twee zijwanden en een dwarswand (20), waarbij de zijwanden van de vistuigruimte worden gevormd door de binnenste scheepswand (18) van de eerste deelromp (16) en de binnenste scheepswand (19) van de tweede deelromp (17), en waarbij de dwarswand van de vistuigruimte wordt gevormd door de achterwand van het boegdeel (21) van de scheepsromp.Ship hull for a fishing vessel according to one of the preceding claims 1-3, characterized in that the gear space (12) is formed by two side walls and a transverse wall (20), the side walls of the gear space being formed by the inner ship wall ( 18) of the first sub-hull (16) and the inner ship's wall (19) of the second sub-hull (17), and wherein the transverse wall of the gear space is formed by the rear wall of the bow part (21) of the ship's hull. 5. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat tussen de binnenste scheepswand (18, 19) en de bodem scheepswand (23) van de eerste en de tweede deelromp (16, 17) een vlak (31) is voorzien, dat is afgeschuind in de richting van de bodem scheepswand (23).A ship's hull for a fishing vessel according to claim 4, characterized in that a surface (31) is provided between the inner ship's wall (18, 19) and the bottom of the ship's wall (23) of the first and second sub-hull (16, 17) that is chamfered towards the bottom of the ship's wall (23). 6. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het afgeschuinde vlak tussen de binnenste scheepswand en de bodem scheepswand van de deelrompen van een hoek met de binnenste scheepswand is voorzien, die wordt gekozen uit het bereik van 25° - 65°.Ship hull for a fishing vessel according to claim 5, characterized in that the beveled surface between the inner ship's wall and the bottom of the ship's hull is provided with an angle with the inner ship's wall, which is selected from the range of 25 ° - 65 °. 7. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens een de voorgaande conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de waterlijn (13) ongeveer op de halve hoogte van de scheepsromp (11) ligt, zodat bij benadering tijdens gebruik bij het vangen van schelpdieren het deel van de scheepsromp boven water en het deel van de scheepsromp onderwater ongeveer aan elkaar gelijk zijn.A ship's hull for a fishing vessel according to one of the preceding claims 1-6, characterized in that the water line (13) is approximately half the height of the ship's hull (11), so that approximately during use in catching shellfish the part of the ship's hull above water and the part of the ship's hull underwater are about the same. 8. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens een van de voorgaande conclusies 1 -7, met het kenmerk, dat de persleiding en de zuigleiding roterend zijn doorgevoerd door de dwarswand (20) van de vistuigruimte (12).Ship hull for a fishing vessel according to one of the preceding claims 1 to 7, characterized in that the pressure line and the suction line are rotated through the transverse wall (20) of the gear space (12). 9. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat tijdens gebruik bij het vangen van schelpdieren de doorvoer van het vistuig (10) door de dwarswand (20) van de vistuigruimte (12) zich beneden de waterlijn (13) van de scheepsromp (11) bevindt.Ship hull for a fishing vessel according to claim 8, characterized in that during use in catching shellfish, the transit of the fishing gear (10) through the transverse wall (20) of the fishing gear space (12) is below the waterline (13) of the ship's hull (11). 10. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens een de voorgaande conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de deelrompen (16, 17) zijn voorzien van een of meer ballasttanks (15) voor het trimmen van het visvaartuig (1).Ship hull for a fishing vessel according to one of the preceding claims 1-9, characterized in that the sub-hulls (16, 17) are provided with one or more ballast tanks (15) for trimming the fishing vessel (1). 11. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens een de voorgaande conclusies 1 - 10, met het kenmerk, dat het boegdeel (21) is voorzien van een voorsteven dat vanaf het dek (25) in de richting van de bodem (23) van de scheepsromp (11) binnenwaarts schuin afloopt.Ship hull for a fishing vessel according to one of the preceding claims 1 - 10, characterized in that the bow part (21) is provided with a prow that from the deck (25) in the direction of the bottom (23) of the ship hull ( 11) slanting inwards. 12. Scheepsromp voor een visvaartuig volgens een de voorgaande conclusies 1 - 11, met het kenmerk, de achterstevens van de deelrompen (16, 17) zijn voorzien van kimkielen.Ship's hull for a fishing vessel according to one of the preceding claims 1 to 11, characterized in that the sterns of the sub-hulls (16, 17) are provided with keel keels.
NL1041241A 2015-03-24 2015-03-24 Ship's hull for fishing vessel arranged for catching shellfish. NL1041241B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041241A NL1041241B1 (en) 2015-03-24 2015-03-24 Ship's hull for fishing vessel arranged for catching shellfish.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1041241A NL1041241B1 (en) 2015-03-24 2015-03-24 Ship's hull for fishing vessel arranged for catching shellfish.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1041241A true NL1041241A (en) 2016-10-10
NL1041241B1 NL1041241B1 (en) 2017-01-27

Family

ID=53718078

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1041241A NL1041241B1 (en) 2015-03-24 2015-03-24 Ship's hull for fishing vessel arranged for catching shellfish.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1041241B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1042411B (en) * 1956-01-20 1958-10-30 Guenther Lehmann Dr Ing Fishing vessel with stern takeover device
DE2752754A1 (en) * 1976-11-27 1978-06-01 Ct Tech Okretowej FISHING SHIP, ESPECIALLY FOR FISHING IN ICE AREAS
EP0534881A1 (en) * 1991-09-25 1993-03-31 Institut Francais De Recherche Pour L'exploitation De La Mer (Ifremer) Device for harvesting shellfish

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1042411B (en) * 1956-01-20 1958-10-30 Guenther Lehmann Dr Ing Fishing vessel with stern takeover device
DE2752754A1 (en) * 1976-11-27 1978-06-01 Ct Tech Okretowej FISHING SHIP, ESPECIALLY FOR FISHING IN ICE AREAS
EP0534881A1 (en) * 1991-09-25 1993-03-31 Institut Francais De Recherche Pour L'exploitation De La Mer (Ifremer) Device for harvesting shellfish

Also Published As

Publication number Publication date
NL1041241B1 (en) 2017-01-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101738550B1 (en) Floating marine biological removal device
US8911632B2 (en) Device, method and vessel for preventing oil damages and alleviating damages
WO2007108702A1 (en) A trawl device
CN108848887B (en) Kelp harvesting ship free of dragging injury
CA2512584A1 (en) Trawl apparatus
JP2009261341A (en) Submarine creature collecting machine
WO2014111258A2 (en) Ship for recovering ocean waste
US20170042132A1 (en) Trawling skimmer
CA2821053A1 (en) Construction of a pumping system and uses thereof
NL1041241B1 (en) Ship's hull for fishing vessel arranged for catching shellfish.
ES2310234T3 (en) DRAGGING FISHING VESSEL UNDERSTANDING A SCALE CAMERA.
EP0669885B1 (en) Skim-cleaning jet ski
KR102568033B1 (en) Tidal flat biocollection apparatus
NL1041804A (en) Floating installation to remove cultivated plots from oyster borer (Urosalpinx cinerea)
KR102344040B1 (en) Eco-friendly Fishing tackle
FR2881100A1 (en) Floating waste, e.g. hydrocarbon, collecting device for e.g. boat, has flexible reservoir mechanically connected to floating rigid structure and comprising rigid inlet with floater that maintains inlet above water
NL8302042A (en) DEVICE FOR THE REMOVAL OF OIL POLLUTANTS ON WATER.
CN214783748U (en) Floater arresting device for aquaculture
NL2013101B1 (en) Fishing device.
CN212099242U (en) Depth finder protection device
CN110810356B (en) Beach fishing boat for fishing clams and application method thereof
CN105394001B (en) Towing hook for fishing in winter
NL9000446A (en) FISHING VESSEL PROVIDED WITH RESOURCES FOR MAINLY MOVING A NETWORK NEAR OR BY THE SEA FLOOR AND THEIR RETREATMENT.
US20180303074A1 (en) Tipping Bow for an Ocean-Going Farming System for Fish and Other Aquatic Organisms
FR3043416A1 (en) DEVICE FOR CLIPPING PRODUCTS WHICH CAN BE PACKAGED IN BAGS, IN BALES, IN CARTONS OR PRESSED