NL1041124B1 - Inrichting en werkwijze voor het behandelen van doorgaande holtes van gereedschappen. - Google Patents

Abstract

Werkwijze voor het behandelen van doorgaande holtes of lumen van gereedschappen, in het bijzonder medische instrumenten, waarbij het gereedschap wordt gestoken in een doorgang naar een door en binnen een huiswand bepaalde kamer, waarbij het ingangseind of proximale eind van het gereedschap zich buiten de huiswand bevindt en het uitgangseind of distale eind van het gereedschap zich in de kamer bevindt, het gereedschap in die stand wordt gehouden, persgas wordt ingebracht in het proximale eind van het gereedschap om gas door het lumen heen te persen vanaf het proximale eind naar het distale eind van het gereedschap onder meevoering van in het lumen aanwezige deeltjes.

Description

Inrichting en werkwijze voor het behandelen van doorgaande holtes van gereedschappen

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het behandelen van doorgaande holtes of lumen van gereedschappen, in het bijzonder medische instrumenten. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het behandelen van doorgaande holtes of lumen van gereedschappen, in het bijzonder medische instrumenten. De gereedschappen zijn doorgaans langwerpig, waarbij de doorgaande holtes zich over althans nagenoeg de lengte daarvan uitstrekken.

Holle medische instrumenten, zoals buisjes voor scopie, (bot)boren met een inwendig koelkanaal en vetzuigers en -schrapers, worden, na gebruik, in een Centrale Sterilisatie Afdeling (CSA, in het Engels Cleaning and Sterilization Department, CSD) in een wasmachine gewassen en daarna met andere gereedschappen geplaatst in rekken of bakken, afgestemd op het volgende gebruik, een bepaalde operatie. Vlak voor het volgende gebruik wordt betreffende rekken en/of bakken in de CSA voor het hergebruik gesteriliseerd in een sterilisatie-inrichting. Er kunnen na het wasproces echter verontreinigde vaste deeltjes en vochtdeeltjes achter blijven in het lumen van het instrument. Deze vormen een gezondheidsrisico, hetgeen nog vergroot wordt door de periode tussen het wassen en het sterilisatieproces. Dit probleem is groter naarmate de gereedschappen een grotere lengte bezitten.

Het komt voor dat personeel instrumenten na het wasproces met het oog op drogen onafgeschermd doorblaast boven een op een tafel gelegd molton doekje of boven een prullebak. Dat is echter geen betrouwbaar proces. Voorts bestaat het risico dat de verontreinigde deeltjes in de lucht terechtkomen en dan een contaminatie- en daarmee gezondheidsgevaar vormen, door kruisbesmetting met andere gereedschappen dan wel door besmetting van personen.

Het is voorts bekend om gebruik te maken van een vast opgestelde afzuiginrichting, voorzien van een nis, waarop een afzuigleiding is aangesloten, welke leidt naar een centrale vacuumbron in de betreffende instelling. Het personeel houdt een te behandelen instrument, doorgaans een bundel van te behandelen instrumenten, met de hand in de nis, zodanig dat het uiteinde/de uiteinden binnen de invloedsfeer van het vacuum komen. Dit behandelingsproces is nogal onbeheerst en onzeker, in het bijzonder bij uitvoering met bundels instrumenten.

Er bestaat behoefte aan een inrichting en werkwijze waarmee holle medische instrumenten op veilige en zekere wijze kunnen worden behandeld voor het verwijderen van na het wassen achtergebleven verontreinigingen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een doel van de uitvinding is een inrichting en werkwijze te verschaffen waarmee gereedschappen met doorgaande holtes of lumen, in het bijzonder medische instrumenten, op veilige en zekere wijze kunnen worden behandeld voor het verwijderen van na het wassen achtergebleven verontreinigingen.

Een doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen waarmee gereedschappen met doorgaande holtes of lumen, in het bijzonder medische instrumenten, kunnen worden behandeld voor het verwijderen van na het wassen achtergebleven verontreinigingen, welke voor personeel eenvoudig en overzichtelijk te gebruiken is.

Een doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen waarmee gereedschappen met doorgaande holtes of lumen, in het bijzonder medische instrumenten kunnen worden behandeld voor het verwijderen van na het wassen achtergebleven verontreinigingen, welke eenvoudig, veilig en overzichtelijk uit te voeren is.

Een doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen waarmee gereedschappen met doorgaande holtes of lumen, in het bijzonder medische instrumenten kunnen worden behandeld voor het verwijderen van na het wassen achtergebleven verontreinigingen, welke eenvoudig opgebouwd is en/of makkelijk te reinigen is.

Een doel van de uitvinding is een inrichting te verschaffen waarmee gereedschappen met doorgaande holtes of lumen, in het bijzonder medische instrumenten kunnen worden behandeld voor het verwijderen van na het wassen achtergebleven verontreinigingen, welke makkelijk te hanteren is en op te bergen is.

Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een inrichting voor het behandelen van doorgaande holtes of lumen van gereedschappen, in het bijzonder medische instrumenten, welke behandeling het doorstromen van het lumen met een gas omvat, waarbij de inrichting omvat: -een huis dat een huiswand heeft, welke huiswand daarbinnen een kamer bepaalt, -waarbij de huiswand voorzien is van een ingang tot de kamer en van een uitgang uit de kamer, -waarbij de ingang een doorgang vormt voor het gereedschap, -waarbij de ingang voorzien is van een afdichting voor afdichting tegen gasstroming door de ingangsdoorgang langs de buitenzijde van het gereedschap, en -waarbij de uitgang een doorgang vormt voor afvoer van gas uit de kamer.

Een dergelijke inrichting kan gebruikt worden met een gereedschap, waarmee gas, lucht, onder persdruk in het buiten de inrichting gelegen eind van het gereedschap ingevoerd kan worden, zoals een persluchtpistool. Het gas stroomt met kracht door het lumen en neemt de daarin aanwezige (ongewenste) deeltjes mee en treedt uit het in de kamer reikende eind van het gereedschap. De kamer vormt een afgezien van de ingang en de uitgang gasdicht van de omgeving afgescheiden ruimte, waarin de meegevoerde deeltjes althans deels kunnen worden opgevangen. De afdichting voorkomt dat gas met deeltjes langs de buitenzijde van het gereedschap naar buiten ontsnappen en ongecontroleerd in de omgeving terecht komen, in het bijzonder bij het personeel dat de inrichting gebruikt. De afvoer voorkomt een te grote overdruk in de kamer waardoor het doorstromingsproces belemmerd zou worden.

In een uitvoering is de ingang voorzien van houdmiddelen voor het -in langsrichting van het gereedschap beschouwd- op zijn plaats houden van een door de doorgang reikend het gereedschap. Het personeel kan dan meer aandacht besteden aan het reinigingsproces en het hanteren van het persgaspistool of iets dergelijks. Dit wordt ook bevorderd indien de houdmiddelen alternatief of tevens geschikt zijn voor het behoud van de oriëntatie van het gereedschap.

In een uitvoering omvat de afdichting een eerste afdichtingsdeel, uitgevoerd als een snap seal cap (asafdichting) met een flexibele flens. Daarmee wordt meteen vanaf het begin van het invoeren van persgas een retourstroom langs de buitenzijde van het gereedschap voorkomen. Voor het voorkomen van een retourstroom langs de buitenzijde van het gereedschap bij hogere persdrukken, zoals 1 a 2 bar overdruk, kan de inrichting voorts voorzien zijn van een tweede afdichtingsdeel die in serie ligt met het eerste afdichtingsdeel en vanaf een bepaalde verschildruk werkzaam is, waarbij het tweede afdichtingsdeel dichter bij de kamer gelegen is dan het eerste afdichtingsdeel, waarbij het tweede afdichtingsdeel een kruisspleetklep is, bij voorkeur een dubbele kruisspleetklep.

In een voordelige opzet maken de eerste en tweede afdichtingsdelen deel uit van voornoemde houdmiddelen.

Ter bevordering van het schoon houden van de kamer zelf kan de huiswand een binnenoppervlak hebben dat althans deels vloeiend concaaf gekromd is, in het bijzonder een binnenoppervlak hebben dat althans in één vlak van doorsnede van de huiswand vloeiend concaaf gekromd is over de omtrek. Bij voorkeur heeft de huiswand een binnenoppervlak dat althans nagenoeg geheel vloeiend concaaf gekromd is.

In een uitvoering, waarin afzetting in voor stroming relatief dode hoeken van uit het lumen meegevoerde deeltjes zoveel mogelijk wordt tegengegaan, vormt de huiswand althans nagenoeg een driedimensionale ovaal, bij voorkeur althans nagenoeg een ellipsoïde. Alternatief kan de huiswand althans nagenoeg een bol bepalen. Terugkaatsing van uit het gereedschap stromende lucht wordt hierbij in hoge mate voorkomen, verspreiding van de lucht in de kamer wordt bevorderd.

Ter bevordering van het schoonhouden van de kamer kan de huiswand uit delen samengesteld zijn, welke delen althans deels van elkaar te verwijderen zijn en op afdichtende wijze op elkaar aan te sluiten zijn. In een makkelijk te hanteren uitvoering is de huiswand tweedelig, bij voorkeur uit twee helften samengesteld, bij voorkeur volgens een deling in een horizontaal vlak. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om geheel van elkaar los te nemen delen of delen die scharnierbaar met elkaar verbonden zijn.

In een uitvoering waarin discontinuïteiten in vergaande mate beperkt worden gehouden, en welke ook voor fabricage voordelig kan zijn, zijn de ingang en de uitgang in hetzelfde huiswanddeel aangebracht, bij voorkeur in eenzelfde montagedeel. Ergonomisch voordelig is het indien dat het geval is in een bovenste huiswanddeel.

Met het oog op de uitneembaarheid en de afdichting tijdens gebruik kan de inrichting zijn voorzien van klemmen voor het tegen elkaar klemmen van de delen van de huiswand.

Voor het op zijn plaats houden kan de inrichting volgens de uitvinding een gestel omvatten voor het op een ondergrond steunen van de huiswand, bij voorkeur enkel door vrije oplegging. Het ontwerp van de vorm van de huiswand heeft dan meer vrijheid. De inrichting kan makkelijk worden verplaatst. Het gestel kan daarbij kolommen omvatten, die al dan niet met elkaar verbonden zijn door andere delen van het gestel.

In een constructief voordelige uitvoering steunen de kolommen de klemmen, bij voorkeur aan het boveneind van de kolommen.

Het gestel kan de huiswand steunend aangrijpen nabij de deling van de huiswand. In voornoemde horizontale tweedeling van de huiswand kan het gestel een onderste helft van de huiswand steunend aangrijpen, waarbij de klemmen klemdelen omvatten die vanaf het steunende gestel reiken om de bovenste helft van de huiswand aan te grijpen en deze tegen de onderste helft te klemmen. De klemdelen kunnen daarbij verstelbaar zijn tussen een de bovenste helft van de huiswand vrijgevende stand en een de bovenste helft tegen de onderste helft van de huiswand klemmende stand.

In een verdere ontwikkeling is de uitgang voorzien van een afvoerleiding voor afvoer van gas/lucht uit de kamer naar een plaats van afgifte, zodat de afvoer daarvan gecontroleerd is. Om te voorkomen dat eventuele niet in de kamer neergeslagen deeltjes toch in de omgeving komen, kan de inrichting voorzien zijn van een luchtfilter (kwaliteit hepa) met een op de afvoerleiding aangesloten ingang en met een uitgang voor gefilterde lucht. Met het oog op makkelijke reiniging van het filter kunnen de afvoerleiding en de ingang van het luchtfilter losmaakbaar op elkaar aansluitbaar zijn. Reiniging daarvan wordt vergemakkelijkt indien het luchtfilter een vervangbaar filterelement bevat.

In een compacte uitvoering is het luchtfilter onder het huis gelegen. Voordelig is het wanneer voornoemd gestel zowel het huis als het luchtfilter draagt.

Om te kunnen volgen waar het distale eind van het gereedschap zich binnen de kamer bevindt en vroegtijdig constateren van mogelijk gevaarlijke verontreinigingen voor het personeel mogelijk te maken (inspectie) kan de huiswand althans deels vervaardigd zijn van althans doorschijnend materiaal, bij voorkeur van doorzichtig materiaal. In het geval van voornoemde tweedeling kan de bovenste helft vervaardigd zijn van althans doorschijnend materiaal, bij voorkeur van doorzichtig materiaal, zodat personeel een optimaal overzicht kan hebben.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het behandelen van doorgaande holtes of lumen van gereedschappen, in het bijzonder medische instrumenten, waarbij het gereedschap wordt gestoken in een doorgang naar een door en binnen een huiswand bepaalde kamer, waarbij het ingangseind of proximale eind van het gereedschap zich buiten de huiswand bevindt en het uitgangseind of distale eind van het gereedschap zich in de kamer bevindt, het gereedschap in die stand wordt gehouden, persgas wordt ingebracht in het proximale eind van het gereedschap om gas door het lumen heen te persen vanaf het proximale eind naar het distale eind van het gereedschap onder meevoering van in het lumen aanwezige deeltjes.

Bij voorkeur wordt tijdens het inbrengen van het persgas het ontwijken van gas uit de kamer volgens een pad langs de omtrek van het gereedschap belemmerd.

Het in de kamer ingebrachte gas wordt bij voorkeur gelegenheid geboden te ontwijken via een afvoerleiding en wordt daarbij bij voorkeur gefilterd, om de omgeving op zekere wijze te vrijwaren van uit het lumen verwijderde deeltjes.

De beheersbaarheid van het proces door personeel wordt bevorderd indien het gereedschap op zich stabiel op zijn plaats en gericht gehouden wordt in de doorgang.

In het bijzonder kan bij de werkwijze volgens de uitvinding gebruik worden gemaakt van een inrichting volgens de uitvinding.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoering. Getoond wordt in:

Figuur 1 een aanzicht op een voorbeelduitvoering van een inrichting volgens de uitvinding;

Figuren 2A-D enige details van de inrichting van figuur 1, respectievelijk de ingang in uiteengenomen toestand, een doorsnede door een montagedeel voor ingang en uitgang, een doorsnede door een filter van de inrichting van figuur 1 en een doorsnede door een steun van de inrichting van figuur 1; en

Figuren 3A en 3B de inrichting van figuur 1 tijdens gebruik. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De inrichting 1 van figuur 1 omvat een gestel 2 waarin ondersteund een opvanghuis 4 en een filterhuis 3.

Het opvanghuis 4 bepaalt een bolvormige kamer 10 en samengesteld is uit twee bolhelften 4a,4b. De onderste bolhelft 4a, die van rvs kan zijn vervaardigd, is geheel dicht, de bovenste bolhelft 4b, die van polycarbonaat of lexaan kan zijn vervaardigd, is in zijn wand voorzien van een rvs montagedeel 7, waarop twee luchtdoorgangen 8 en 9 naar en van de kamer 10 zijn voorzien. De onderste bolhelft kan alternatief van hetzelfde materiaal als de bovenste bolhelft vervaardigd zijn, en dan bijvoorbeeld ook doorzichtig zijn.

Zoals ook te zien in figuur 2A is ter plaatse van de doorgang 8 een elleboogbuis 21 bevestigd, waarop een afvoerslang 20, bijvoorbeeld van siliconen materiaal, is aangesloten.

Ter plaatse van de doorgang 9 is een rvs instrumenthouder 22 aangebracht, welke (figuur 2A) een eerste tuitvormig montagedeel 30 met bajonetkraag 31 omvat. In de kraag 31 past een zogenoemde dubbele siliconen afsluiter 35, ook wel dubbele piramide afsluiter of dubbele kruisspleetafsluiter genoemd. Deze afsluiter is bevestigd op een tweede montagedeel 32 van de instrumenthouder 22, dat voorzien is van bajonetpennen en van een flens 33, die één geheel vormt met een tuit 34. Op de tuit 34 past een afdichting 36, ook wel snap sealing cap genoemd, die voorzien is van een opening 37 omgeven door een flens 38.

De bolhelften 4a,b zijn voorzien van omtreksflenzen 6a,b waarmee zijn op losmaakbare wijze op elkaar geklemd zijn, onder tussenkomst van een siliconen afdichtingsring 60 (figuur 2D). De klemming wordt bewerkstelligd door twee klemmen 12 en 13, waarbij klem 12 telkens één geheel vormt met de betreffende kolom 5. De onderste klem 12 vormt een oplegvlak voor de flens 6a van het benedendeel 4a, en de bovenste klem 13 ligt aan tegen de bovenzijde van de flens 6b van bovenste deel 4b. Een draaiknop 11 met boring 11a met inwendige schroefdraad is op een draadeind 5a geschroefd en grijpt aan op het bovenvlak van bovenste klem 13. Het draadeind 5a reikt door een horizontaal langgat 13a in klem 13. Een veer 61 spant de klem 13 radiaal naar buiten, zodat wanneer de draaiknop 11 de klem 13 vrijgeeft deze met het langgat 13a in horizontale, buitenwaartse richting langs het draadeind 5a wordt geschoven en de flens 6b vrij komt. Het is alternatief ook mogelijk om het draadeind één geheel te laten zijn met de draaiknop 11 en dan in een van een inwendige schroefdraad voorziene verticale boring in de kolom 5 te laten grijpen. Door middel van een draaiknop 11 kunnen de klemmen 12 en 13 naar elkaar toe en van elkaar af worden verplaatst. De draaiknop 11 kan geheel losgedraaid worden.

Recht beneden het huis 4 steunen de kolommen 5 een plaat 14, die (figuur 2C) voorzien is van een gat 15, waardoorheen het filterhuis 3 reikt. Het filterhuis is bij benadering recht-cirkelcilindrisch gevormd, en steunt met pennen 16 op de rand van gat 15. Het filterhuis 3 is ook tweedelig, met een benedendeel 3a en een bovendeel 3b, die losmaakbaar met elkaar verbonden zijn. In de bovenwand van het bovendeel 3b is een tuit 17 voorzien, waarop de slang 20 aangesloten kan worden. De onderwand van het benedendeel 3a is voorzien van een luchtuitlaatopening 18, die vrij uitmondt, op afstand van een ondergrond. In het filterhuis 3 is een vervangbaar medisch luchtfilter 19 (kwaliteit hepa) geplaatst, in de baan tussen de tuit 17 en de opening 18.

In bedrijf, figuren 3A en 3B, is de inrichting 1 door een personeelslid geplaatst op een tafel 100. Dan wordt een buisvormig instrument 50 dat net in een wasmachine gewassen is in de instrumentenhouder 22 gestoken, richting S, door de snap sealing cap 36, de afsluiter 35 heen, tot met het (distale) uiteinde tot ruim in de kamer 10, hetgeen te volgen en waar te nemen is door de doorzichtige bolhelft 4b. De beide afsluiters 36 (eerste afdichtingsdeel) en 35 (tweede afdichtringsdeel) vormen houdmiddelen die de buis 50 in langsrichting tegen verschuiving houden en ook vrijwel in de oriëntatie van insteken houden. Vervolgens wordt de loop 41 van een persluchtpistool 40 in het proximale uiteinde van de buis 50 geplaatst. Het pistool 40 is aangesloten op een persluchtslang 42, die aangesloten is op een centraal persluchtsysteem, met een luchtdruk van bijvoorbeeld 1 a 2 bar overdruk.

Zoals te zien in figuur 3B wordt het lumen 51 van buis 50 met kracht doorstroomd met perslucht, richting A, welke luchtstroom vocht en andere deeltjes meesleurt. De uitstromende lucht treedt uit het distale uiteinde van de buis 50 en treft de bolwand, buigt af in richtingen B. De lucht in de kamer 10 kan niet ontwijken langs de buitenomtrek van de buis 50, omdat bij het in een eerste fase van opbouw van de luchtdruk in de kamer 10 de flens 37 van de sealing cap 36 afdichtend aanligt tegen de buis 50, en bij een hogere druk de afsluiter 35 de afdichting langs de buis 50 verzorgt (deze afsluiter is door de spleten pas na enige drukopbouw werkzaam). Beide afdichtingen 36 en 35 completeren elkaar, zodat afdichting in genoemd drukbereik verzekerd is.

De lucht kan daardoor alleen ontwijken in richting C door de elleboogbuis 21 en door de slang 20 heen, naar het filterhuis 3. Aldaar moet de lucht door het luchtfilter 19, richting D, ter filtering, en treedt dan uit, richting E, naar de omgeving door opening 18.

De uit de buis 50 geblazen deeltjes zijn opgevangen in de kamer 10 of onderschept in luchtfilter 19,. Fijnstof zal uit de uit opening 18 uittredende luchtstroom E zijn verwijderd. De in de omgeving van de inrichting 1 uittredende lucht is voldoende schoon en vormt geen veiligheids-/contaminatierisico.

De buis is hierna geschikt om te worden gesteriliseerd in een daarvoor bestemde andere inrichting in de centrale sterilisatie afdeling (CSA) van een ziekenhuis, zonder gevaar van contaminatie.

De snap sealing cap 36 is eenvoudig te vervangen van buiten af. De afsluiter 35 kan vervangen worden door montagedeel 32 los te maken van montagedeel 30. Dit kan bijvoorbeeld dagelijks gebeuren. De opvangkamer 4 kan ook dagelijks worden gereinigd en gesteriliseerd, waartoe de klemmen 12 en 13 worden gelost en eerste de bovenhelft 4b en dan de benedenhelft 4a worden verwijderd van het gestel 2. De slang 20 kan bijvoorbeeld wekelijks worden vervangen, evenals luchtfilter 19.

De inrichting 1 is in omvang beperkt (boldoorsnede bijvoorbeeld 0,2 a 0,3 m) en kan gemakkelijk worden verplaatst door een medewerker, naar een andere gebruikslocatie of naar een opslag. De inrichting 1 kan met de poten stabiel op een werktafel worden geplaatst, op een ergonomisch gunstige hoogte.

De inrichting volgens de uitvinding omvat relatief weinig onderdelen. De gehele inrichting is in hoge mate uitneembaar en goed te reinigen door wassen in een wasmachine en door navolgende sterilisatie in een autoclaaf.

Het huis 2 van de inrichting 1 van figuur 1 is een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding. Andere uitvoeringen zijn mogelijk, zoals een uitvoering waarin de bol vervangen is door een cilinder met een bovenwand en een benedenwand. De cilinder heeft bij voorkeur een gebogen omtrek, zoals volgens een ellips of cirkel. De bovenwand en de benedenwand kunnen vlak zijn, voor fabricagegemak, of bol zijn, in welk geval ook de vorming van gebieden waar zich makkelijk vuil kan afzetten wordt tegengegaan.

In een gedeelde uitvoering van het huis, zoals met twee delen, kunnen de huisdelen scharnierbaar met elkaar verbonden zijn, en dan bijvoorbeeld in de gesloten stand tegen elkaar geklemd worden met elk geschikt middel. Huisdelen kunnen alternatief ook op een andere manier op losmaakbare wijze op elkaar geplaatst worden, bijvoorbeeld met een bajonetsluiting.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding. Binnen de reikwijdte van de uitvinding vallen ook equivalenten van de toe te passen onderdelen van de inrichting volgens de uitvinding.

Claims (36)

1. Inrichting voor het behandelen van doorgaande holtes of lumen van gereedschappen, in het bijzonder medische instrumenten, welke behandeling het doorstromen van het lumen met een gas omvat, waarbij de inrichting omvat: -een huis dat een huiswand heeft, welke huiswand daarbinnen een kamer bepaalt, -waarbij de huiswand voorzien is van een ingang tot de kamer en van een uitgang uit de kamer, -waarbij de ingang een doorgang vormt voor het gereedschap, -waarbij de ingang voorzien is van een afdichting voor afdichting tegen gasstroming door de ingangsdoorgang langs de buitenzijde van het gereedschap, en -waarbij de uitgang een doorgang vormt voor afvoer van gas uit de kamer.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de ingang voorzien is van houdmiddelen voor het -in langsrichting van het gereedschap beschouwd- op zijn plaats houden van een door de doorgang reikend het gereedschap.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ingang voorzien is van houdmiddelen voor het behoud van de oriëntatie van het gereedschap.

4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de afdichting een eerste afdichtingsdeel omvat, uitgevoerd als een snap sealing cap (asafdichting) met een flexibele flens.

5. Inrichting volgens conclusie 4, voorts voorzien van een tweede afdichtingsdeel dat in serie ligt met het eerste afdichtingsdeel en vanaf een bepaalde verschildruk werkzaam is, waarbij het tweede afdichtingsdeel dichter bij de kamer gelegen is dan het eerste afdichtingsdeel, waarbij het tweede afdichtingsdeel een kruisspleetklep is, bij voorkeur een dubbele kruisspleetklep.

6. Inrichting volgens conclusie 5, en volgens conclusie 2 of 3, waarbij de eerste en tweede afdichtingsdelen deel uitmaken van de houdmiddelen.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de huiswand een binnenoppervlak heeft dat althans deels vloeiend concaaf gekromd is.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de huiswand een binnenoppervlak heeft dat althans in één vlak van doorsnede van de huiswand vloeiend concaaf gekromd is over de omtrek.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij de huiswand een binnenoppervlak heeft dat althans nagenoeg geheel vloeiend concaaf gekromd is.

10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de huiswand althans nagenoeg een driedimensionale ovaal vormt, bij voorkeur althans nagenoeg een ellipsoïde.

11. Inrichting volgens één der conclusies 1-9, waarbij de huiswand althans nagenoeg een bol bepaalt.

12. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de huiswand uit delen is samengesteld, welke delen althans deels van elkaar te verwijderen zijn, in het bijzonder losmakelijk van elkaar zijn, en op afdichtende wijze op elkaar aan te sluiten zijn.

13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de huiswand tweedelig is, bij voorkeur uit twee helften is samengesteld, bij voorkeur volgens een deling in een horizontaal vlak.

14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij de ingang en de uitgang in hetzelfde huiswanddeel zijn aangebracht, bij voorkeur in eenzelfde montagedeel en/of bij voorkeur in een bovenste huiswanddeel.

15. Inrichting volgens conclusie 12, 13 of 14, voorzien van klemmen voor het tegen elkaar klemmen van de delen van de huiswand.

16. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, omvattend een gestel voor het steunen van de huiswand, bij voorkeur enkel door vrije oplegging.

17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij het gestel kolommen omvat die al dan niet met elkaar zijn verbonden door andere delen van het gestel.

18. Inrichting volgens conclusie 17 en volgens conclusie 15, waarbij de kolommen de klemmen steunen, bij voorkeur aan het boveneind van de kolommen.

19. Inrichting volgens conclusie 16, 17 of 18, en volgens conclusie 12, waarbij het gestel de huiswand steunend aangrijpt nabij de deling van de huiswand.

20. Inrichting volgens conclusie 19 en volgens conclusie 13, waarbij het gestel een onderste helft van de huiswand steunend aangrijpt en de klemmen klemdelen omvatten die vanaf het gestel reiken om de bovenste helft van de huiswand aan te grijpen en deze tegen de onderste helft te klemmen.

21. Inrichting volgens conclusie 20, waarbij de klemdelen verstelbaar zijn tussen een de bovenste helft van de huiswand vrijgevende stand en een de bovenste helft tegen de onderste helft van de huiswand klemmende stand.

22. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de uitgang voorzien is van een afvoerleiding voor afvoer van gas/lucht uit de kamer naar een plaats van afgifte, bij voorkeur een luchtfilter (bij voorkeur kwaliteit hepa) met een op de afvoerleiding aangesloten ingang en met een uitgang voor gefilterde lucht.

23. Inrichting volgens conclusie 22, waarbij de afvoerleiding en de ingang van het luchtfilter losmaakbaar op elkaar aansluitbaar zijn.

24. Inrichting volgens conclusie 22 of 23, waarbij het luchtfilter een vervangbaar filterelement bevat.

25. Inrichting volgens conclusie 22, 23 of 24, waarbij het luchtfilter onder het huis gelegen is.

26. Inrichting volgens conclusie 16 en volgens conclusie 25, waarbij het gestel zowel het huis als het luchtfilter draagt.

27. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de huiswand althans voor een deel vervaardigd is van althans doorschijnend materiaal, bij voorkeur van doorzichtig materiaal.

28. Inrichting volgens conclusie 27 en volgens conclusie 13 of 14, waarbij de bovenste helft vervaardigd is van althans doorschijnend materiaal, bij voorkeur van doorzichtig materiaal

29. Werkwijze voor het behandelen van doorgaande holtes of lumen van gereedschappen, in het bijzonder medische instrumenten, in het bijzonder onder gebruikmaking van een inrichting volgens één der conclusies 1-28, waarbij het gereedschap wordt gestoken in een doorgang naar een door en binnen een huiswand bepaalde kamer, waarbij het ingangseind of proximale eind van het gereedschap zich buiten de huiswand bevindt en het uitgangseind of distale eind van het gereedschap zich in de kamer bevindt, het gereedschap in die stand wordt gehouden, persgas wordt ingebracht in het proximale eind van het gereedschap om gas door het lumen heen te persen vanaf het proximale eind naar het distale eind van het gereedschap onder meevoering van in het lumen aanwezige deeltjes.

30. Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij tijdens het inbrengen van het persgas het ontwijken van gas uit de kamer volgens een pad langs de omtrek van het gereedschap wordt belemmerd.

31. Werkwijze volgens conclusie 29 of 30, waarbij het in de kamer ingebrachte gas gelegenheid wordt geboden te ontwijken via een afvoerleiding en bij voorkeur daarbij gefilterd wordt.

32. Werkwijze volgens conclusie 29, 30 of 31, waarbij het gereedschap op zich stabiel op zijn plaats en gericht gehouden wordt in de doorgang.

33. Werkwijze volgens één der conclusies 29-32, waarbij het persgas ingebracht wordt op een druk van 1 a 2 bar overdruk.

34. Werkwijze volgens één der conclusies 29-33, waarbij de stap van het door het lumen persen van het persgas wordt uitgevoerd na een wasbehandeling van het gereedschap en voorafgaande aan sterilisatie daarvan.

35. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

36. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.