NL1041068B1 - System for cooling a flow or for extracting heat out of a flow through a pipeline and/or for extracting heat out of a surrounding of a pipeline and a method for providing such a system. - Google Patents

System for cooling a flow or for extracting heat out of a flow through a pipeline and/or for extracting heat out of a surrounding of a pipeline and a method for providing such a system. Download PDF

Info

Publication number
NL1041068B1
NL1041068B1 NL1041068A NL1041068A NL1041068B1 NL 1041068 B1 NL1041068 B1 NL 1041068B1 NL 1041068 A NL1041068 A NL 1041068A NL 1041068 A NL1041068 A NL 1041068A NL 1041068 B1 NL1041068 B1 NL 1041068B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hollow section
recess
pipe sections
adapter
fluid
Prior art date
Application number
NL1041068A
Other languages
English (en)
Inventor
Roelfsema Marcel
Kanters Arno
Original Assignee
Wavin Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wavin Bv filed Critical Wavin Bv
Priority to PL15176651T priority Critical patent/PL2975312T3/pl
Priority to EP15176651.6A priority patent/EP2975312B1/en
Priority to EP19183600.6A priority patent/EP3567293A1/en
Priority to DK15176651.6T priority patent/DK2975312T3/da
Application granted granted Critical
Publication of NL1041068B1 publication Critical patent/NL1041068B1/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L39/00Joints or fittings for double-walled or multi-channel pipes or pipe assemblies
    • F16L39/005Joints or fittings for double-walled or multi-channel pipes or pipe assemblies for concentric pipes
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24TGEOTHERMAL COLLECTORS; GEOTHERMAL SYSTEMS
    • F24T10/00Geothermal collectors
    • F24T10/10Geothermal collectors with circulation of working fluids through underground channels, the working fluids not coming into direct contact with the ground
    • F24T10/13Geothermal collectors with circulation of working fluids through underground channels, the working fluids not coming into direct contact with the ground using tube assemblies suitable for insertion into boreholes in the ground, e.g. geothermal probes
    • F24T10/15Geothermal collectors with circulation of working fluids through underground channels, the working fluids not coming into direct contact with the ground using tube assemblies suitable for insertion into boreholes in the ground, e.g. geothermal probes using bent tubes; using tubes assembled with connectors or with return headers
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/10Geothermal energy

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Claims (147)

1. Systeem voor het koelen van een stroming of voor het extraheren van warmte uit een stroming door een pijpleiding en/of voor het extraheren van warmte uit een omgeving van een pijpleiding, waarbij het systeem is voorzien van: ten minste twee pijpsecties voor het vormen van een deel van de pijpleiding, waarbij elke pijpsectie een wand heeft die een lumen en een lumen richting definieert, waarbij de wand bevestigd daaraan of als een deel van de wand ten minste één holle sectie heeft die zich uitstrekt in de lumen richting voor het geleiden van een fluidum; een koppelaar voor het koppelen van de twee pijpsecties en een fluidumconnector voor het verschaffen van een fluidumverbinding tussen ten minste één holle sectie van één van de twee pijpsecties en ten minste één holle sectie van de ander van de twee pijpsecties, waarbij de koppelaar en de fluidumconnector in een volledig niet samengestelde toestand van het systeem wederzijds gescheiden zijn en niet verbonden onderdelen van het systeem daarmee toestaan om sequentieel de koppelaar en de connector te installeren tijdens het samenstellen van het systeem, waarbij de fluidumconnector is opgesteld om flexibel een vorm aan te nemen tussen verbindingen van de connector met de twee pijpsecties tijdens het samenstellen van het systeem.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij een geheel centraal deel van de fluidumconnector tussen verbindingen van de connector met de twee pijpsecties tijdens het samenstellen van het systeem is opgesteld om flexibel een vorm aan te nemen tijdens het samenstellen van het systeem.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, verder het toestaand om eerst de twee pijpsecties te koppelen en ten tweede om ten minste één holle sectie van één van de twee pijpsecties met ten minste één holle sectie van de andere van de twee pijpsecties te verbinden.
4. Systeem volgens conclusie 1 of 2, verder het toestaand om eerst de ten minste ene holle sectie van één van de twee pijpsecties met ten minste één holle sectie van de ander van de twee pijpsecties te verbinden en ten tweede de twee pijpsecties te koppelen.
5. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de fluldumconnector is voorzien van een flexibele pijp.
6. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de twee pijpsecties ten minste langs een deel van de omtrek daarvan is voorzien van een uitsparing voor afvoer of toevoer van het fluidum tot in één of meer van de ten minste ene holle sectie.
7. Systeem volgens conclusie 6, waarbij de uitsparing de vorm van een spleet heeft.
8. Systeem volgens conclusie 7, waarbij de spleet randen heeft die afgerond of afgeschuind zijn
9. Systeem volgens conclusie 6, 7 of 8, waarbij de uitsparing is gelegen op de buitenzijde van de wand.
10. Systeem volgens één der conclusies 6-9, waarbij de uitsparing is gelegen op de binnenzijde van de wand.
11. Systeem volgens één der conclusies 6-10, waarbij de uitsparing zich ten minste uitstrekt over een deel van de binnen- of buitenomtrek van de respectievelijke pijpsectie, en waarbij die uitsparing vrij is van een fluidumverbinding met een holle sectie die een omtrekpositie heeft buiten het deel van de omtrek waarover de uitsparing zich uitstrekt.
12. Systeem volgens één der conclusies 6-10, waarbij de uitsparing zich uitstrekt over de volledige binnen-of buitenomtrek van de respectievelijke pijpsectie.
13. Systeem volgens één der conclusies 6-12, waarbij het systeem is voorzien van ten minste één adapter voor het omringen van de uitsparing op een afgesloten wijze en voor het verschaffen van een opening voor het verbinden van een deel van de f luldumconnector voor een fluidumstroming stroomafwaarts van of stroomopwaarts van ten minste één holle sectie van één van de pijpsecties.
14. Systeem volgens conclusie 13, waarbij de adapter ringgevormd is.
15. Systeem volgens conclusie 13 of 14, waarbij de adapter is voorzien van ten minste twee ringsegmenten, die scheidbaar zijn of verbonden zijn via een scharnier.
16. Systeem volgens conclusie 13, waarbij de adapter een vorm heeft die ten minste een deel van een ring omvat.
17. Systeem volgens één der conclusies 13-16, waarbij de adapter is voorzien van een opening die zodanig gepositioneerd is en die zich zodanig uitstrekt in een richting dat in een samengestelde toestand van het systeem ten minste één holle sectie via de uitsparing een fluidumverbinding heeft met de opening.
18. Systeem volgens één der conclusies 13-17, waarbij de adapter is voorzien van een opening die zodanig is gepositioneerd en die zich zodanig uitstrekt in een richting dat in een samengestelde toestand van het systeem ten minste een geselecteerd aantal holle secties van de ten minste ene holle sectie via de uitsparing een fluidumverbinding heeft met de opening.
19. Systeem volgens conclusie 17, waarbij elk van de ten minste ene holle sectie via de uitsparing een fluidumverbinding heeft met de opening.
20. Systeem volgens één der conclusies 17-19, waarbij de opening spleetgevormd is.
21. Systeem volgens één der conclusies 17-20, waarbij de spleetgevormde opening de vorm van ten minste een deel van een annulus heeft.
22. Systeem volgens één der conclusies 20 of 21, waarbij de lengte van de spleetgevormde opening aanpasbaar is .
23. Systeem volgens één der conclusies 18-22, waarbij de adapter is voorzien van ten minste één afdichtingsring voor een pijpsectie zo aan te leggen dat in een samengestelde toestand van het systeem de opening en de uitsparing volledig omsloten zijn door één of meer afdichtingsringen.
24. Systeem volgens één der conclusies 13-23, waarbij de adapter is voorzien van een kanaalstructuur die in een samengestelde toestand van het systeem een fluidumverbinding verschaft tussen de uitsparing die deze omringt en de opening voor de verbinding van een deel van de fluldumconnector voor een stroming van het fluidum stroomafwaarts van of stroomopwaarts van ten minste één holle sectie van één van de pijpsecties .
25. Systeem volgens één der conclusies 13-24, waarbij het systeem is voorzien van een fixatiesamenstel voor het fixeren van een positie van de adapter op één van de twee pijpsecties.
26. Systeem volgens conclusie 25, waarbij het fixatiesamenstel onderdeel van de adapter is.
27. Systeem volgens conclusie 25 of 26, waarbij het fixatiesamenstel is voorzien van een deel om uit te strekken tot in de uitsparing in een samengestelde toestand van het systeem.
28. Systeem volgens één der conclusies 25-27, waarbij het fixatiesamenstel in een samengestelde toestand van het systeem een positie van de adapter fixeert ten opzichte van een lumen richting van de respectievelijke pijpsectie.
29. Systeem volgens conclusie 28, waarbij het fixatiesamenstel is voorzien van twee ringen die zijn gefixeerd of fixeerbaar zijn aan de respectievelijke pijpsectie voor het opsluiten van de adapter.
30. Systeem volgens conclusie 29, waarbij ten minste één van de ringen zodanig is dat deze in een positie kan worden gebracht op de respectievelijke pijpsectie door de ring van een open toestand tot in een gesloten toestand te brengen.
31. Systeem volgens conclusie 29 of 30, waarbij ten minste één van de ringen een afgeschuinde of afgeronde ringrand heeft om zo in een samengestelde toestand van het systeem langs de lumen richting een geleidelijke transitie in radius te verschaffen van een deel van een respectieveli j ke pijpsectie naar de adapter.
32. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het systeem voor elke holle sectie ten minste één plugelement omvat om te verzekeren dat één uiteinde van de respectievelijke holle sectie afgesloten is door inbrenging van het plugelement in dat uiteinde.
33. Systeem volgens conclusie 32, waarbij het plugelement een geintegreerd onderdeel van de koppelaar is.
34. Systeem volgens conclusie 32, waarbij het plugelement een deel van een individueel deel van het systeem is daarbij het sequentieel inbrengen van het plugelement en de koppelaar tijdens het samenstellen van een systeem toestand.
35. Systeem volgens conclusie 32, waarbij elk van het ten minste ene plugelement een deel van een ringelement is .
36. Systeem volgens één der conclusies 32-35, waarbij elk plugelement zodanig gevormd is dat in een ingebrachte toestand een deel uitstekend van het einde van de holle sectie afgerond of afgeschuind is.
37. Systeem volgens conclusie 36, waarbij het deel uitstekend van het uiteinde van de holle sectie neusgevormd is.
38. Werkwijze voor het verschaffen van een systeem voor het koelen van een stroming of voor het extraheren van warmte uit een stroming door een pijpleiding en/of voor het extraheren van warmte uit een omgeving van een pijpleiding, waarbij het systeem is voorzien van: • het verschaffen van ten minste twee pijpsecties voor het vormen van een deel van de pijpleiding, waarbij elke pijpsectie een wand heeft die een lumen en een lumen richting definieert, waarbij de wand bevestigd daaraan of als een deel van de wand ten minste één holle sectie heeft die zich uitstrekt in de lumen richting voor het geleiden van een fluidum; • het verschaffen van een koppelaar voor het koppelen van de twee pijpsecties; • het verschaffen van een fluidumconnector voor het verschaffen van een fluidumverbinding tussen ten minste één holle sectie van één van de twee pijpsecties en ten minste één holle sectie van de ander van de twee pijpsecties, waarbij de koppelaar en de fluidumconnector in een volledig niet samengestelde toestand van het systeem wederzijds gescheiden zijn en niet verbonden onderdelen van het systeem; • sequentieel de koppelaar en de connector installeren tijdens het samenstellen van het systeem, waarbij de fluidconnector is opgesteld om flexibel een vorm aan te nemen tussen verbindingen van de connector met de twee pijpsecties tijdens het samenstellen van het systeem.
39. Werkwijze volgens conclusie 38, waarbij een geheel centraal deel van de fluidumconnector tussen verbindingen van de connector met de twee pijpsecties is opgesteld om flexibel een vorm aan te nemen tijdens het samenstellen van het systeem.
40. Werkwijze volgens conclusie 38 of 39, waarbij de werkwijze is voorzien van het eerst koppelen van de twee pijpsecties en ten tweede het verbinden van de ten minste ene holle sectie van één van de twee pijpsecties met ten minste één holle sectie van de andere van de twee pijpsecties.
41. Werkwijze volgens conclusie 38 of 39, waarbij de werkwijze is voorzien van eerst het verbinden van de ten minste ene holle sectie van één van de twee pijpsecties met ten minste één holle sectie van de ander van één van de twee pijpsecties en ten tweede het koppelen van de twee pijpsecties.
42. Werkwijze volgens één der conclusies 38-41, waarbij de fluidumconnector is voorzien van een flexibele pijp.
43. Werkwijze volgens één der conclusies 38-42, omvattende het verschaffen in ten minste één van de twee pijpsecties langs ten minste een deel van de omtrek daarvan een uitsparing voor afvoer of toevoer van het fluidum tot in één of meer van de ten minste ene holle sectie.
44. Werkwijze volgens conclusie 43, waarbij de uitsparing de vorm van een spleet heeft.
45. Werkwijze volgens conclusie 44, waarbij de spleet randen heeft die afgerond of afgeschuind zijn
46. Werkwijze volgens conclusie 43, waarbij de uitsparing is gelegen op de buitenzijde van de wand.
47. Werkwijze volgens conclusie 43, waarbij de uitsparing is gelegen op de binnenzijde van de wand.
48. Werkwijze volgens één der conclusies 43-47, waarbij de uitsparing zodanig is verschaft dat deze zich uitstrekt over ten minste een deel van de binnen- of buitenomtrek van de respectievelijke pijpsectie, en zodanig dat de uitsparing vrij is van een fluidumverbinding met een holle sectie die een omtrekpositie heeft buiten het deel van de omtrek waarover de uitsparing zich uitstrekt.
49. Werkwijze volgens één der conclusies 43-48, waarbij de uitsparing zodanig is verschaft dat deze zich uitstrekt over de volledige binnen- of buitenomtrek van de respectievelijke pijpsectie.
50. Werkwijze volgens één der conclusies 43-49, omvattende het verschaffen van ten minste één adapter voor het omringen van de uitsparing op een afgesloten wijze en voor het verschaffen van een opening voor het verbinden van een ander deel van de fluidumconnector voor een stroming van fluidum stroomafwaarts van of stroomopwaarts van ten minste één holle sectie van één van de pijpsecties.
51. Werkwijze volgens conclusie 50, waarbij de adapter ringgevormd is.
52. Werkwijze volgens conclusie 50 of 51, waarbij de adapter is voorzien van ten minste twee ringsegmenten, die scheidbaar zijn of verbonden zijn via een scharnier.
53. Werkwijze volgens conclusie 50, waarbij de adapter een vorm heeft die is voorzien van ten minste een deel van een ring.
54. Werkwijze volgens één der conclusies 50-53, waarbij de adapter is voorzien van een opening en het zodanig positioneren van de opening dat deze zich uitstrekt in een richting zodanig dat in een samengestelde toestand van het systeem ten minste één holle sectie een fluidumverbinding kan hebben met de opening.
55. Werkwijze volgens één der conclusies 50-54, waarbij de adapter is voorzien van een opening die zodanig is gepositioneerd dat deze zich uitstrekt in een richting zodat in een samengestelde toestand van het systeem ten minste een geselecteerd aantal holle secties van de ten minste ene holle sectie een fluidumverbinding hebben met de opening.
56. Werkwijze volgens conclusie 54 of 55, waarbij elk van de ten minste ene holle sectie via de uitsparing een fluldumverbinding heeft met de opening.
57. Werkwijze volgens conclusie 56, waarbij de opening spleetgevormd is.
58. Werkwijze volgens conclusie 56, waarbij de spleetgevormde opening de vom van ten minste een deel van een annulus heeft.
59. Werkwijze volgens één der conclusies 56-58, waarbij de lengte van de spleetgevormde opening aanpasbaar is.
60. Werkwijze volgens één der conclusies 50-59, waarbij de adapter is voorzien van ten minste één afdichtingsring om tegen een pijpsectie aan te leggen en is gepositioneerd zodat in een samengestelde toestand van het systeem de opening en de uitsparing volledig omsloten zijn door één of meer afdichtingsringen.
61. Werkwijze volgens één der conclusies 50-60, waarbij de adapter is voorzien van een kanaalstructuur en die zodanig is gepositioneerd dat in een samengestelde toestand van het systeem een fluldumverbinding tussen de uitsparing deze omringt en de opening is verschaft voor het verbinden van een deel van de fluldumconnector voor een stroming van het fluidum stroomafwaarts van of stroomopwaarts van ten minste één holle sectie van één van de pijpsecties.
62. Werkwijze volgens één der conclusies 50-61, waarbij het verschaffen van een fixatiesamenstel, en, het fixeren door het gebruiken van het fixatiesamenstel van een positie van de adapter op één van de twee pijpsecties zodat de adapter een uitsparing omringt.
63. Werkwijze volgens conclusie 62, waarbij het fixatiesamenstel onderdeel van de adapter is.
64. Werkwijze volgens conclusie 63, waarbij het fixatiesamenstel is voorzien van een deel voor uit te strekken tot in de uitsparing in een samengestelde toestand van het systeem.
65. Werkwijze volgens conclusie 62, waarbij het fixatiesamenstel is gebruikt om een positie van de adapter te fixeren ten opzichte van een lumen richting van de respectievelijke pijpsectie.
66. Werkwijze volgens conclusie 65, waarbij het fixatiesamenstel is voorzien van twee ringen die zijn gefixeerd of fixeerbaar zijn aan de respectievelijke pijpsectie voor het opsluiten van de adapter.
67. Werkwijze volgens conclusie 66, waarbij ten minste één van de ringen in een positie wordt gebracht op de respectievelijke pijpsectie door de ring van een open toestand tot in een gesloten toestand te brengen.
68. Werkwijze volgens conclusie 66 of 67, waarbij ten minste één van de ringen een afgeschuinde of afgeronde ringrand heeft om langs de lumen richting een geleidelijke transitie in radius te verschaffen van een deel van een respectievelijke pijpsectie naar de adapter.
69. Werkwijze volgens één der conclusies 50-68, omvattende het verschaffen voor elke holle sectie ten minste één plugelement en verzekerend dat één uiteinde van de respectievelijke holle sectie afgesloten is door inbrenging van het plugelement in dat uiteinde.
70. Werkwijze volgens conclusie 69, waarbij het plugelement een geintegreerd onderdeel van de koppelaar is.
71. Werkwijze volgens conclusie 69, waarbij het plugelement een individueel deel van het systeem is, daarbij sequentiele inbrenging van het plugelement en de koppelaar tijdens het samenstellen van het systeem toestaand.
72. Werkwijze volgens conclusie 71, waarbij de plugelementen elk deel van een ringelement zijn.
73. Werkwijze volgens één der conclusies 69-72, waarbij elk plugelement zodanig is gevormd dat in een ingebrachte toestand een deel uitstekend van het einde van de holle sectie afgerond of afgeschuind is.
74. Werkwijze volgens conclusie 73, waarbij een deel uitstekend van het uiteinde van de holle sectie neusgevormd is.
75. Systeem voor het koelen van een stroming of voor het extraheren van warmte uit een stroming door een pijpleiding en/of voor het extraheren van warmte uit een omgeving van een pijpleiding, waarbij het systeem is voorzien van: ten minste twee pijpsecties voor het vormen van een deel van de pijpleiding, waarbij elke pijpsectie een wand heeft die een lumen en een lumen richting definieert, waarbij de wand bevestigd aan een deel van de wand ten minste één holle sectie heeft die zich uitstrekt in de lumen richting voor het geleiden van een fluidum; een koppelaar voor het koppelen van de twee pijpsecties en een fluidumconnector voor het verschaffen van een fluldumverbinding tussen ten minste één holle sectie van één van de twee pijpsecties en ten minste één holle sectie van de ander van de twee pijpsecties, waarbij de koppelaar en de fluidumconnector in een volledig niet samengestelde toestand van het systeem wederzijds gescheiden zijn en niet verbonden onderdelen van het systeem daarmee toestaan om sequentieel de koppelaar en de connector te installeren tijdens het samenstellen, waarbij het systeem is opgesteld zodanig dat indien de twee pijpsecties zijn gekoppeld en een stroming van fluidum wordt ingebracht in een selectie van de ten minste ene holle sectie van één van de twee pijpsecties die stroming van het koelfluidum kan worden ingebracht in een selectie van de ten minste ene holle sectie van de andere van de twee pijpsecties.
76. Systeem volgens conclusie 75, waarbij ten minste één van de twee pijpsecties ten minste langs een deel van de omtrek daarvan is voorzien van een uitsparing voor afvoer of toevoer van het fluidum tot in één of meer van de ten minste ene holle secties.
77. Systeem volgens conclusie 76, waarbij de uitsparing de vorm van een spleet heeft.
78. Systeem volgens conclusie 77, waarbij de spleet randen heeft die afgerond of afgeschuind zijn
79. Systeem volgens conclusie 76, 77 of 78, waarbij de uitsparing is gelegen op de buitenzijde van de wand.
80. Systeem volgens één der conclusies 7 6, 77 of 78, waarbij de uitsparing is gelegen op de binnenzijde van de wand.
81. Systeem volgens één der conclusies 76-80, waarbij de uitsparing zich uitstrekt over ten minste een deel van de binnen- of buitenomtrek van de respectievelijke pijpsectie, en waarbij die uitsparing vrij is van een fluidumverbinding met een holle sectie die een omtrekpositie heeft buiten het deel van de omtrek waarover de uitsparing zich uitstrekt.
82. Systeem volgens één der conclusies 76-80, waarbij de uitsparing zich uitstrekt over de volledige binnen-of buitenomtrek van de respectievelijke pijpsectie.
83. Systeem volgens één der conclusies 76-82, waarbij het systeem is voorzien van ten minste één adapter voor het omringen van de uitsparing op een afgesloten wijze en voor het verschaffen van een opening voor het verbinden van een deel van de f luidumconnector voor een stroming van fluidum stroomafwaarts van of stroomopwaarts tot ten minste één holle sectie van één van de pijpsecties.
84. Systeem volgens conclusie 83, waarbij de adapter ringgevormd is.
85. Systeem volgens conclusie 84, waarbij de adapter is voorzien van ten minste twee ringsegmenten, die scheidbaar zijn of verbonden zijn via een scharnier.
86. Systeem volgens conclusie 83, waarbij de adapter een vorm heeft die is voorzien van ten minste een deel van een ring.
87. Systeem volgens één der conclusies 83-86, waarbij de adapter is voorzien van een opening die zodanig gepositioneerd is en die zich zodanig uitstrekt in een richting dat in een samengestelde toestand van het systeem ten minste één holle sectie via de uitsparing een fluldumverbinding heeft met de opening .
88. Systeem volgens één der conclusies 83-87, waarbij de adapter is voorzien van een opening die zodanig is gepositioneerd en die zich zodanig uitstrekt in een richting dat in een samengestelde toestand van het systeem ten minste een geselecteerd aantal holle secties van de ten minste ene holle sectie via de uitsparing een fluidumverbinding heeft met de opening.
89. Systeem volgens één der conclusies 83-87, waarbij elk van de ten minste ene holle sectie via de uitsparing een fluidumverbinding heeft met de opening.
90. Systeem volgens één der conclusies 87-89, waarbij de opening spleetgevormd is.
91. Systeem volgens één der conclusies 87-90, waarbij de spleetgevormde opening de vorm van ten minste een deel van een annalus heeft.
92. Systeem volgens één der conclusies 90 of 91, waarbij de lengte van de spleetgevormde opening aanpasbaar is.
93. Systeem volgens één der conclusies 88-92, waarbij de adapter is voorzien van ten minste één afdichtingsring voor tegen een pijpsectie aan te leggen zodat in een samengestelde toestand van het systeem de opening en de uitsparing volledig ontsloten zijn door één of meer afdichtingsringen.
94. Systeem volgens één der conclusies 87-93, waarbij de adapter is voorzien van een kanaalstructuur die in een samengestelde toestand van het systeem een fluidumverbinding verschaft tussen de uitsparing die deze omringt en de opening voor de verbinding van een deel van de fluldumconnector voor een stroming van het fluidum stroomafwaarts van of stroomopwaarts van ten minste één holle sectie van één van de pijpsecties.
95. Systeem volgens één der conclusies 83-94, waarbij het systeem is voorzien van een fixatiesamenstel voor het fixeren van een positie van de adapter op één van de twee pijpsecties.
96. Systeem volgens conclusie 95, waarbij het fixatiesamenstel onderdeel van de adapter is.
97. Systeem volgens conclusie 95 of 96, waarbij het fixatiesamenstel is voorzien van een deel voor uit te strekken tot in de uitsparing in een samengestelde toestand van het systeem.
98. Systeem volgens één der conclusies 95-97, waarbij het fixatiesamenstel in een samengestelde toestand van het systeem een positie van de adapter fixeert ten opzichte van een lumen richting van de respectievelijke pijpsectie.
99. Systeem volgens conclusie 98, waarbij het fixatiesamenstel is voorzien van twee ringen die zijn gefixeerd of fixeerbaar zijn aan de respectievelijke pijpsectie voor het opsluiten van de adapter.
100. Systeem volgens conclusie 99, waarbij ten minste één van de ringen zodanig is dat deze in een positie kan worden gebracht om de respectievelijke pijpsectie door de ring van een open toestand tot een gesloten toestand te brengen.
101. Systeem volgens conclusie 99 of 100, waarbij ten minste één van de ringen een afgeschuinde of afgeronde ringrand heeft om zo in een samengestelde toestand van het systeem langs de lumen richting een geleidelijke transitie in radius te verschaffen van een deel van een respectieveli j ke pijpsectie naar de adapter.
102. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het systeem voor elke holle sectie ten minste één plugelement omvat om te verzekeren dat één uiteinde van de respectievelijke holle sectie afgesloten is door inbrenging van het plugelement in dat uiteinde.
103. Systeem volgens conclusie 102, waarbij het plugelement een geintegreerd onderdeel van de koppelaar is.
104. Systeem volgens conclusie 102, waarbij het plugelement een deel van een individueel deel van het systeem is daarbij sequentiéle inbrenging van het plugelement en de koppelaar tijdens het samenstellen van het systeem toestaand.
105. Systeem volgens conclusie 102, waarbij elk van het ten minste ene plugelement een deel van een ringelement is.
106. Systeem volgens één der conclusies 102-105, waarbij elk plugelement zodanig gevormd is dat in een ingebrachte toestand een deel uitstekend van het einde van de holle sectie afgerond of afgeschuind is.
107. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de fluidumconnector is opgesteld om flexibel een vom aan te passen tussen verbindingen van de connector met de twee pijpsecties tussen het samenstellen van het systeem.
108. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, verder het toestaand om eerst de twee pijpsecties te koppelen en ten tweede om ten minste één holle sectie van één van de twee pijpsecties met ten minste één holle sectie van de andere van de twee pijpsecties te verbinden.
109. Systeem volgens één der conclusies 75-108, verder het toestaand om eerst de ten minste ene holle sectie van één van de twee pijpsecties met ten minste één holle sectie van de ander van de twee pijpsecties te verbinden en ten tweede de twee pijpsecties te koppelen.
110. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de fluldumconnector is voorzien van een flexibele pijp.
111. Werkwijze voor het verschaffen van een systeem voor het koelen van een stroming of voor het extraheren van warmte uit een stroming door een pijpleiding en/of voor het extraheren van warmte uit een omgeving van een pijpleiding, waarbij de werkwijze is voorzien van: • het verschaffen van ten minste twee pijpsecties voor het vormen van een deel van de pijpleiding, waarbij elke pijpsectie een wand heeft die een lumen en een lumen richting definieert, waarbij de wand bevestigd daaraan of als deel van de wand ten minste één holle sectie heeft die zich uitstrekt in de lumen richting voor het geleiden van een fluidum; • het verschaffen van een koppelaar voor het koppelen van de twee pijpsecties; • het verschaffen van een fluldumconnector voor het verschaffen van een fluidumverbinding tussen ten minste één holle sectie van één van de twee pijpsecties en ten minste één holle sectie van de ander van de twee pijpsecties, waarbij de koppelaar en de fluldumconnector in een volledig onsamengestelde toestand van het systeem wederzijds gescheiden en niet verbonden delen van het systeem zijn; • het sequentieel installeren van de koppelaar en de connector tijdens het samenstellen van het systeem; • het installeren van het systeem zodanig dat indien de twee pijpsecties zijn gekoppeld en een stroming van fluidum wordt ingebracht in een selectie van de ten minste ene holle sectie van één van de twee pijpsecties de stroming van koel fluidum via de fluldumconnector wordt ingebracht in een selectie van de ten minste ene holle sectie van de ander van de twee pijpsecties.
112. Werkwijze volgens conclusie 111, omvattende het verschaffen in ten minste één van de twee pijpsecties langs ten minste een deel van de omtrek daarvan een uitsparing voor afvoer of toevoer van een fluidum tot in één of meer van de ten minste ene holle sectie.
113. Werkwijze volgens conclusie 111 of 112, waarbij de uitsparing de vorm van een spleet heeft.
114. Werkwijze volgens conclusie 111 of 112, waarbij de uitsparing zodanig is verschaft dat de spleet randen heeft die afgerond of afgeschuind zijn.
115. Werkwijze volgens één der conclusies 112-114, waarbij de uitsparing is verschaft op de buitenzijde van de wand.
116. Werkwijze volgens één der conclusies 112-114, waarbij de uitsparing is verschaft op de binnenzijde van de wand.
117. Werkwijze volgens één der conclusies 112-116, waarbij de uitsparing zodanig is verschaft dat deze zich uitstrekt over een deel van de binnen- of buitenomtrek van de respectievelijke pijpsectie, en zodanig dat de uitsparing vrij is van een fluldumverbinding met een holle sectie die een omtrekpositie heeft buiten het deel van de omtrek waarover de uitsparing zich uitstrekt.
118. Werkwijze volgens één der conclusies 112-117, waarbij de uitsparing zich uitstrekt over de volledige binnen- of buitenomtrek van de respectievelijke pijpsectie.
119. Werkwijze volgens één der conclusies 112-118, omvattende het verschaffen van ten minste één adapter voor het omringen van de uitsparing op een afgesloten wijze en voor het verschaffen van een opening voor het verbinden van een deel van de fluldumconnector voor een stroming van fluidum stroomafwaarts van of stroomopwaarts van ten minste één holle sectie van één van de pijpsecties.
120. Systeem volgens conclusie 119, waarbij de adapter ringgevormd is.
121. Systeem volgens conclusie 119 of 120, waarbij de adapter is voorzien van ten minste twee ringsegmenten, die scheidbaar zijn of verbonden zijn via een scharnier.
122. Systeem volgens conclusie 119, waarbij de adapter een vorm heeft die ten minste is voorzien van een deel van een ring.
123. Werkwijze volgens één der conclusies 119-122, waarbij de adapter is voorzien van een opening en waarbij de werkwijze is voorzien van het positioneren van de opening zodanig dat deze zich uitstrekt in een richting zodat in een samengestelde toestand van het systeem ten minste één holle sectie een fluldumverbinding heeft met de opening.
124. Werkwijze volgens één der conclusies 119-123, waarbij de adapter is voorzien van een opening en die zodanig is gepositioneerd dat deze zich uitstrekt in een richting zodat in een samengestelde toestand van het systeem ten minste een geselecteerd aantal holle secties van de ten minste ene holle sectie een fluldumverbinding kan hebben met de opening.
125. Werkwijze volgens conclusie 123 of 124, waarbij de opening zodanig is verschaft dat deze spleetgevormd is.
126. Werkwijze volgens conclusie 125, waarbij de spleetgevormde opening zodanig is dat deze een ringvormige vorm heeft.
127. Werkwijze volgens conclusie 126, waarbij de spleetgevormde opening verder zodanig is dat deze een vorm heeft die is voorzien van ten minste een deel van een annalus.
128. Werkwijze volgens één der conclusies 125-127, waarbij de lengte van de spleetgevormde opening aanpasbaar is.
129. Werkwijze volgens één der conclusies 119-128, waarbij de adapter is voorzien van ten minste één afdichtingsring voor tegen een pijpsectie aan te liggen en is gepositioneerd zodat in een samengestelde toestand van het systeem de opening en de uitsparing volledig omsloten zijn door één of meer afdichtingsringen.
130. Werkwijze volgens één der conclusies 119-129, waarbij de adapter is voorzien van een kanaalstructuur en zodanig is gepositioneerd dat in een samengestelde toestand van het systeem een fluidumverbinding tussen de uitsparing die deze omringt en de opening voor verbinding van een deel van de fluldumconnector voor een stroming van het fluidum stroomafwaarts van of stroomopwaarts van de ten minste één holle sectie van één van de twee pijpsecties is verschaft.
131. Werkwijze volgens één der conclusies 119-130, daarbij een fixatiesamenstel verschaffend en door het gebruik van het fixatiesamenstel een positie van de adapter fixerend bij één van de twee pijpsecties zodat de adapter een uitsparing omringt.
132. Werkwijze volgens conclusie 131, waarbij het fixatiesamenstel onderdeel van de adapter is.
133. Werkwijze volgens conclusie 132, waarbij het fixatiesamenstel is voorzien van een deel voor uit te strekken in de uitsparing in een samengestelde toestand van het systeem.
134. Werkwijze volgens één der conclusies 131-133, waarbij het fixatiesamenstel wordt gebruikt voor het fixeren van een positie van de adapter ten opzichte van een lumen richting van de respectievelijke pijpsectie.
135. Werkwijze volgens conclusie 131 of 134, waarbij het fixatiesamenstel is voorzien van twee ringen die gefixeerd of fixeerbaar zijn aan de respectievelijke pijpsectie voor het opsluiten van de adapter.
136. Werkwijze volgens conclusie 135, waarbij ten minste één van de ringen in een positie op de respectievelijke pijpsectie wordt gezet door de ring van een open toestand tot in een gesloten toestand te brengen.
137. Werkwijze volgens conclusie 135 of 136, waarbij ten minste één van de ringen een afgeschuinde of afgeronde ringrand heeft om langs de lumen richting een geleidelijke transitie te verschaffen in radius van een deel van een respectievelijke pijpsectie naar de adapter.
138. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 119-137, omvattende het voor elke holle sectie verschaffen van ten minste één plugelement en het verzekeren dat één uiteinde van de respectievelijke holle sectie afgesloten is door inbrenging van het plugelement in dat uiteinde.
139. Werkwijze volgens conclusie 138, waarbij het plugelement een gelntegreerd deel van de koppelaar is.
140. Werkwijze volgens conclusie 138, waarbij het plugelement een onderdeel is van een individueel deel van het systeem, daarbij toestaand om seguentieel het plugelement en de koppelaar in te brengen tijdens het samenstellen van het systeem.
141. Werkwijze volgens conclusie 140, waarbij de plugelementen elk een onderdeel zijn van een ringelement.
142. Werkwijze volgens één der conclusies 138-141, waarbij elk plugelement zodanig gevormd is dat in een ingebrachte toestand een onderdeel uitstekend van het uiteinde van de holle sectie afgerond of afgeschuind is.
143. Werkwijze volgens conclusie 142, waarbij een onderdeel dat uitsteekt van het uiteinde van de holle sectie neusgevormd is.
144. Werkwijze volgens conclusie 111, waarbij een geheel centraal deel van de fluidumconnector tussen de verbindingen van de connector met de twee pijpsecties is opgesteld om flexibel een vorm aan te nemen tijdens het samenstellen van het systeem.
145. Werkwijze volgens conclusie 111 of 144, waarbij de werkwijze is voorzien van eerst het koppelen van de twee pijpsecties en ten tweede het verbinden van ten minste één holle sectie van één van de twee pijpsecties met ten minste één holle sectie van de ander van de twee pijpsecties.
146. Werkwijze volgens conclusie 111 of 144, waarbij de werkwijze is voorzien van eerst het verbinden van de ten minste ene holle sectie van één van de twee pijpsecties met ten minste één holle sectie van de ander van de twee pijpsecties en ten tweede het koppelen van de twee pijpsecties.
147. Werkwijze volgens één der conclusies 111-146, waarbij de fluidumconnector is voorzien van een flexibele pijp.
NL1041068A 2014-07-14 2014-11-25 System for cooling a flow or for extracting heat out of a flow through a pipeline and/or for extracting heat out of a surrounding of a pipeline and a method for providing such a system. NL1041068B1 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
PL15176651T PL2975312T3 (pl) 2014-07-14 2015-07-14 System do chłodzenia strumienia albo do odprowadzania ciepła ze strumienia przez rurociąg i/albo do odprowadzania ciepła z otoczenia rurociągu
EP15176651.6A EP2975312B1 (en) 2014-07-14 2015-07-14 System for cooling a flow or for extracting heat out of a flow through a pipeline and/or for extracting heat out of a surrounding of a pipeline
EP19183600.6A EP3567293A1 (en) 2014-07-14 2015-07-14 System for cooling a flow or for extracting heat out of a flow through a pipeline and/or for extracting heat out of a surrounding of a pipeline and a method for providing such a system
DK15176651.6T DK2975312T3 (da) 2014-07-14 2015-07-14 System til afkøling af en strøm eller til ekstraktion af varme i en strøm gennem en rørledning og/eller til ekstraktion af varme fra en omslutning af en rørledning

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040885 2014-07-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1041068B1 true NL1041068B1 (en) 2016-05-03

Family

ID=52472472

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1041068A NL1041068B1 (en) 2014-07-14 2014-11-25 System for cooling a flow or for extracting heat out of a flow through a pipeline and/or for extracting heat out of a surrounding of a pipeline and a method for providing such a system.

Country Status (2)

Country Link
DK (1) DK2975312T3 (nl)
NL (1) NL1041068B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2537924A1 (de) * 1975-08-26 1977-03-10 Wilhelm Schulz Flanschverbindung
WO1994016987A1 (en) * 1993-01-25 1994-08-04 Ameron, Inc. Improved double containment piping system and centralization seal therefor
GB2392715A (en) * 2002-09-04 2004-03-10 Glynwed Pipe Systems Ltd Improvements in secondary containment pipe fitting
US20110025048A1 (en) * 2009-07-31 2011-02-03 Delaware Capital Formation, Inc. Bolt-on transition coupling for piping system

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2537924A1 (de) * 1975-08-26 1977-03-10 Wilhelm Schulz Flanschverbindung
WO1994016987A1 (en) * 1993-01-25 1994-08-04 Ameron, Inc. Improved double containment piping system and centralization seal therefor
GB2392715A (en) * 2002-09-04 2004-03-10 Glynwed Pipe Systems Ltd Improvements in secondary containment pipe fitting
US20110025048A1 (en) * 2009-07-31 2011-02-03 Delaware Capital Formation, Inc. Bolt-on transition coupling for piping system

Also Published As

Publication number Publication date
DK2975312T3 (da) 2019-08-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7722089B2 (en) Fluid coupling
US9726440B2 (en) Co-axial valve apparatus
CN101886725B (zh) 具有安全制动装置的快速接头
EP2511583B1 (en) Fitting structure, pipe fitting and pipe layout header
CN101142433A (zh) 用于流体的歧管
US9234614B2 (en) Assembly for coupling a pair of double-walled tubes
US10267446B2 (en) Pipe assembly comprising a draining system
US20200263818A1 (en) Quick connect device for connecting tubular members
BR112015004610B1 (pt) Encaixe para conexão vedada, sistema e conexão vedada
EP2101099B1 (en) System for protecting a connection of aligned pipes against the expansion and/or contraction of said pipes
RU2402713C2 (ru) Соединительный узел для трубопроводов
NL1041068B1 (en) System for cooling a flow or for extracting heat out of a flow through a pipeline and/or for extracting heat out of a surrounding of a pipeline and a method for providing such a system.
EP3567293A1 (en) System for cooling a flow or for extracting heat out of a flow through a pipeline and/or for extracting heat out of a surrounding of a pipeline and a method for providing such a system
RU2634651C2 (ru) Устройство и способ установки компактной трубы в трубопровод
RU2503540C2 (ru) Способ соединения сваркой трубы с муфтовым элементом, изготовленных из термопластичного материала, и узел сварного соединения, полученный этим способом
US20090256348A1 (en) Multi-attachment fitting
US20210123552A1 (en) Fluid introducer to a piping system
KR101507467B1 (ko) 팽창압력을 이용한 물돌리기용 호스 연결부재 및 이를 구비한 물돌리기 장치
US9841114B1 (en) Hydrocarbon pipeline pressure safety relief bypass system
RU2382293C1 (ru) Секционный радиатор
KR101630771B1 (ko) 유량측정장치
SE533108C2 (sv) Ledbar rörkoppling för avloppssystem inomhus
US20190136675A1 (en) Fluid injection flow control device for use in oil wells
US20240191820A1 (en) Fluid connection assembly and fluid connection assembly connect and disconnect tools
EP3388727A1 (en) Connecting assembly for a heating and/or air conditioning system