NL1040691A - Systeem en werkwijze voor het kweken van planten - Google Patents

Systeem en werkwijze voor het kweken van planten Download PDF

Info

Publication number
NL1040691A
NL1040691A NL1040691A NL1040691A NL1040691A NL 1040691 A NL1040691 A NL 1040691A NL 1040691 A NL1040691 A NL 1040691A NL 1040691 A NL1040691 A NL 1040691A NL 1040691 A NL1040691 A NL 1040691A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
growing
growth
pot
container
plant
Prior art date
Application number
NL1040691A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1040691B1 (nl
Inventor
Margaretha Maria Ophuizen-Remerink Ilone
Original Assignee
Remilo
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Remilo filed Critical Remilo
Priority to NL1040691A priority Critical patent/NL1040691B1/nl
Publication of NL1040691A publication Critical patent/NL1040691A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1040691B1 publication Critical patent/NL1040691B1/nl

Links

Landscapes

  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

Systeem en werkwijze voor het kweken van planten
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het kweken van onder meer vruchtdragende groenten, (bloemdragende) planten en bolgewassen, omvattende een, desgewenst, omkeerbare opkweekpot en een daarvan gescheiden doorgroeihouder waarin de opkweekpot met een daarin opgenomen voorgekweekte plant kan worden geplaatst. De specifieke kenmerken van de opkweekpot voorzien erin dat het wortelgestel van de plant zich kan ontwikkelen in de opkweekpot en vervolgens, na plaatsing van de opkweekpot in de doorgroeihouder, goed contact kan maken met het groeisubstraat in de doorgroeihouder.
Sommige groentegewassen en bloemdragende planten knakken onder hun eigen gewicht en moeten bij het gebruik van conventionele teeltsystemen derhalve gesteund en opgebonden worden. Dat vergt veel extra tijd en kan daardoor tot hogere teeltkosten leiden. Bekende voorbeelden van zulke gewassen zijn de tomaten- en komkommerplant.
Het telen van dergelijke gewassen wordt vereenvoudigd door deze gewassen onderste boven, 'op de kop', te telen. Een omkeerbare container voor het kweken en telen van planten is reeds algemeen bekend en het omkeerbaar kweken en telen in een (al dan niet omkeerbare) container, welke eventueel is voorzien van hengsels om de container te kunnen dragen, is ook reeds bekend. Er zijn reeds door diverse partijen octrooiaanvragen op dit gebied ingediend en op verscheidene aanvragen is reeds octrooi verleend. Containers voor het omkeerbaar kweken van o.a. vruchtdragende groenten staan volop in de publieke belangstelling. Dit komt voort uit de problemen die ontstaan bij het rechtstandig kweken van dergelijke planten, wanneer die gekweekt worden door vooral particuliere kwekers met maar beperkte ruimte voor het kweken van vruchtdragende groentegewassen. Daarbij kan worden gedacht aan balkons, tuinen in dichtbevolkte gebieden, dakterrassen en verticaal tuinieren.
De problemen doen zich voornamelijk voor op het gebied van de ruimte die zulke planten bij rechtstandige kweek nodig hebben, het ondersteunen en opbinden van de planten, het omknakken van de ranken (en daardoor opbrengst verlies) en de algemene verzorging. Tevens is er gerede kans dat planten en/of de vruchten daarvan die in de volle grond of in potten op de grond groeien schade oplopen door schimmels, ziekten, vraat van dieren en uitdroging van de kweekaarde.
Om de opbrengst te verhogen en/of schade aan de plant te voorkomen wordt er ondersteboven in een container gekweekt, die aan een hengsel hangt of door middel van bij voorbeeld een beugel op hoogte bevestigd is. De plant hangt dan onderste boven en zal zich in eerste instantie proberen op te richten. Na verloop van tijd zal het gewicht van de ranken, het blad en de eventuele vruchten ervoor zorgen dat de plant omlaag gaat hangen.
Een bijkomend voordeel van kweken in een omkeerbare container is dat er eventueel duokweek kan plaatsvinden als de container eenmaal omgedraaid is. De vrijgekomen bovenzijde is, mits er geen deksel of waterreservoir op wordt geplaatst, geschikt om er planten in te kweken die een gunstige invloed hebben op de ondersteboven gekweekte plant. Een additioneel voordeel van deze vorm van duokweek is dat uitdroging van het groeisubstraat hiermee kan worden tegen gegaan.
Het verzorgen van de plant is eenvoudiger, doordat er niet opgebonden hoeft te worden, en overzichtelijker dan bij kweek op de grond omdat de plant toegankelijker is, de ranken niet breed uit hangen en de bevochtiging in een houder veel geconcentreerder is.
Nadelen van reeds bestaande kweekcontainers zijn o.a. het risico van beschadiging tijdens het planten van de stek of de (gedeeltelijk) volgroeide plant, waarbij vooral de wortels, stengels en ranken zeer kwetsbaar zijn, het eventueel ontbreken van een water reservoir en het uitspoelen van het groeisubstraat waardoor de ranken en/of vruchten van de plant uiteindelijk vervuilen.
De systemen volgens de stand van de techniek voor het op de kop telen van gewassen zijn omslachtig in het gebruik en hebben tekortkomingen zoals bij voorbeeld het verlies van aarde tijdens het vanuit de kweekpot in het doorgroeisysteem omkeren van het gewas. Bij het in een container van een systeem volgens de stand van de techniek plaatsen van een stek of plant is er een gerede kans op beschadiging van het wortelstelsel, de steel, de ranken en de vruchten (indien aanwezig). De bekende systemen hebben soms een manchet dat met de binnenzijde of de buitenzijde van een doorgroeicontainer wordt verbonden en bij het in een doorgroeicontainer plaatsen van een plant om de steel van de plant wordt geschoven om uitzakken van de plant te voorkomen.
Tevens worden de systemen volgens de stand van de techniek meestal gekenmerkt door waterlekkages via de doorvoeropening voor de steel van het gewas, omdat de houder niet volledig om de steel van de plant sluit en de plant nog niet met het substraat in de container vergroeid is. Voorts hebben de bekende systemen uitsluitend betrekking op het kweken van planten vanuit zaad, stek of vanuit een reeds volgroeide plant, zonder daarbij de opkweekpot in de houder van het systeem op te nemen. Tevens moet bij het omdraaien van omkeerbare containers van de bestaande systemen de container worden neergezet of door iemand worden vastgehouden, zodat het hengsel kan worden losgekoppeld. Dit brengt het risico van beschadiging van plant, vruchten of bloemen met zich mee. Daarna moet het hengsel volledig van de container losgekoppeld (gescheiden) worden en vervolgens weer zodanig aan de container worden bevestigd zodat de container onderste boven hangt. Ook verlies van aarde tijdens het omdraaien is een veel voorkomend probleem.
Een vergelijkbaar euvel, beschadiging tijdens het poten en uitspoelen van aarde, doet zich voor bij bloemdragende planten en andere planten die in een bekende container voor hangend/onderste boven kweken worden geplaatst.
Het Amerikaanse octrooi US8,402,692 beschrijft een systeem volgens de stand van de techniek dat enkele van de genoemde beperkingen en tekortkomingen kent, waaronder bij voorbeeld het langs de plant lekken van water.
De onderhavige uitvinding verschaft een inrichting en een werkwijze voor het opkweken en op zijn kop laten doorgroeien van planten waarbij de nadelen en tekortkomingen van de systemen volgens de stand van de techniek geëlimineerd zijn. De uitvinding zal nu worden besproken aan de hand van enkele figuren. Daarbij toont: - fig. 1 een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een opkweekpot volgens de uitvinding; - fig. 2 een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van de in fig. 1 weergegeven opkweekpot met een daarin groeiend plantje; - fig. 3 een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een samenstel van de in fig. 2 getoonde opkweekpot met plant en een doorgroeihouder; - fig. 4(a) een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van het in fig. 3 getoonde samenstel na het daaraan bevestigen van een ophangelement; - fig. 4(b) een schematische weergave van het in fig. 4(a) getoonde samenstel met ophangelement na het omkeren van het samenstel; - fig. 5 een schematisch voorbeeld van een doorgroeihouder in de vorm van een plantenbak met een daarin op zijn kop geplaatst deel van een opkweekpot volgens de uitvinding; - fig. 6(a) een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een doorgroeideel met een daarin opgenomen plant en een gedeelte van een doorgroeihouder; - fig. 6(b) een samenstel van het in fig. 6(a) getoonde doorgroeideel met de daarin opgenomen plant na de bevestiging daarvan in de doorgroeihouder; - fig. 7 een uitvoeringsvoorbeeld van een schaalvormige doorgroeihouder met meerdere daarin opgenomen doorgroeidelen met plantjes; - fig. 8 een buisvormige doorgroeihouder met enkele daarin opgenomen doorgroeidelen met plantjes; - fig. 9(a), 9(b) en 9(c) tonen schematisch voorbeelden van een voorgekweekt bolgewas dat met het doorgroeideel van de opkweekpot in een doorgroeihouder geplaatst wordt/is; - fig. 10(a), 10(b) en 10(c) tonen schematische voorbeelden van een in een opkweekpot opgekweekte boom die met het doorgroeideel van de opkweekpot in de volle grond of in groeisubstraat gepoot wordt/is.
In deze beschrijving en in de figuren hebben gelijke of vergelijkbare delen, gelijke of vergelijkbare verwijzingscijfers.
De inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat ten minste één uit minimaal twee onderdelen bestaande opkweekpot.
Fig. 1 toont een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van een opkweekpot volgens de uitvinding. De ten minste twee onderdelen van de opkweekpot omvatten een bodemdeel 1 en een doorgroeideel 2. Het bodemdeel 1 kent uitvoeringsvormen welke bij voorbeeld de vorm hebben van een althans nagenoeg plat deksel tot een relatief diep potvormig deel. Eenvoudigheidshalve zijn de onderdelen hier schematisch in langsdoorsnede weergegeven. Hoewel de onderdelen in diverse voorkeursuitvoeringen een in hoofdzaak cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben, voorziet de uitvinding erin dat de dwarsdoorsnede van deze onderdelen elke gewenste andere vorm kan hebben. Bij het voor opkweek in gereedheid brengen van de opkweekpot wordt het doorgroeideel 2 op het bodemdeel 1 geplaatst en ontstaat het in fig. 1 schematisch weergegeven samenstel. De uitvinding voorziet erin dat het bodemdeel en/of het doorgroeideel maatregelen omvatten waardoor de beide delen elkaar hierbij losmakelijk kunnen aangrijpen. Alle maatregelen welke dit effect kunnen bewerkstelligen, behoren tot het domein van de onderhavige uitvinding. Tijdens het opkweken wordt de opkweekpot of een deel daarvan, gevuld met groeisubstraat waarna de delen van de opkweekpot losmakelijk aan elkaar worden gekoppeld zodat een samenstel ontstaat waarvan in fig. 1 schematisch een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven. Vervolgens worden er één of meer stekken of zaden in de doorvoeropening 3 van het doorgroeideel 2 van de opkweekpot geplaatst, waarna het samenstel eventueel op een teeltmat wordt geplaatst en de opkweek zal plaatsvinden. In een uitvoeringsvorm omvat de bodem van het bodemdeel 1 van de opkweekpot één of meer gaten waardoor vocht, al dan niet met voeding, door het groeisubstraat uit de teeltmat kan worden opgezogen. Het plantje zal nu rechtop door de doorvoeropening 3 van het doorgroeideel 2 groeien. In een uitvoering omvat het doorgroeideel 2 naast de doorvoeropening 3 ook één of meer gaten ten behoeve van bevochtiging of beluchting. De grootte van de doorvoeropening 3 in het doorgroeideel van de opkweekpot zal doorgaans zo worden gekozen dat na de eerste opkweek van de plant het samenstel van zijscheuten en het wortelgestel van de plant niet meer door de doorvoeropening passen. Er moet echter worden voorkomen dat de doorvoeropening zo klein is dat deze bij groei van het plantje tot het wurgen van de steel van het plantje kan leiden.
Fig. 2 toont een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van de in fig. 1 weergegeven opkweekpot met een daarin door de doorvoeropening groeiend plantje. Een groot voordeel van de ten minste twee delen omvattende opkweekpot volgens de uitvinding is het feit dat bij het met behulp van deze opkweekpot in twee stappen kweken van planten het wortelgestel, na plaatsing van het doorgroeideel 2 in de doorgroeihouder 4, goed contact maakt met het groeisubstraat en het wortelgestel zich goed en snel kan doorontwikkelen.
Fig. 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een opkweekpot met een daarin uit de doorvoeropening 3 groeiend plantje en een omgekeerd over de opkweekpot geplaatst uitvoeringsvoorbeeld van een doorgroeihouder 4. Deze uitvoeringsvorm van een doorgroeihouder 4 omvat een opnameopening 5 met een diameter welke groter is dan de kleinste uitwendige diameter van het doorgroeideel 2 van de opkweekpot en kleiner is dan de grootste uitwendige diameter van het doorgroeideel 2 van de opkweekpot. De hoogte van de doorgroeihouder 4 is zodanig dat de opkweekpot en de doorgroeihouder 4 in de in fig. 3 schematisch weergegeven toestand beiden op dezelfde in hoofdzaak vlakke ondergrond, bij voorbeeld een teeltmat, kunnen staan, zodat onder meer vocht en voedingsstoffen via één of meer gaten in de bodem van het bodemdeel 1 uiteindelijk in de opkweekpot komen en door de wortels van het plantje kunnen worden opgenomen. De doorgroeihouder en het doorgroeideel van de opkweekpot omvatten bij voorkeur maatregelen waardoor deze in de in fig. 3 getoonde positie een onderlinge verbinding maken, bij voorbeeld een klikverbinding, die voldoende mechanische sterkte heeft om het gewicht van de opkweekpot bij het optillen van het met elkaar verbonden samenstel van doorgroeihouder en opkweekpot te kunnen dragen. Tevens voorziet de uitvinding erin dat de vormen van de opnameopening 5 in de doorgroeihouder en de uitwendige vorm van het doorgroeideel 2 daarbij voldoende op elkaar aansluiten om de doorgang van vocht door de aldus gevormde spleet te minimaliseren, waardoor er tevens een vochtreservoir ontstaat onder in de doorgroeihouder. Indien er overloopgaten in de doorgroeihouder aangebracht worden, kan worden voorkomen dat overtollig vocht via het doorgroeideel, en daarmee het groeisubstraat, uitloopt. Het in deze uitvoeringsvorm van het samenstel in hoofdzaak in één vlak liggen van de rand 4a van de doorgroeihouder en de bodem van het bodemdeel 1 van de opkweekpot biedt ook de mogelijkheid om, bij voorbeeld door middel van een deksel dat op de rand van de doorgroeihouder klikt, de opkweekpot in positie te fixeren en het samenstel extra stevigheid te geven voor transport van het samenstel. Het deksel biedt tevens ruimte voor het aanbrengen van informatie, zoals bij voorbeeld een handleiding.
De doorgroeihouder 4 omvat in deze uitvoeringsvorm voorts in de opstaande wand ten minste twee in hoofdzaak diametraal tegenover elkaar gelegen gaten 6, welke aangrijpingsopeningen vormen voor het losmakelijk aan de doorgroeihouder kunnen bevestigen van een ophangelement, bij voorbeeld in de vorm van een hengsel.
Fig. 4(a) toont een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van het in fig. 3 getoonde samenstel na het daaraan bevestigen van een hengsel 7. De in fig. 4(a) getoonde uitvoeringsvorm van het hengsel en de wijze waarop deze bevestigd is aan de doorgroeihouder 4 maken het, na het op voldoende hoogte ophangen of vasthouden van het hengsel, de doorgroeihouder 4 om de in de gaten 6 opgenomen einden van het hengsel, verder ook wel assen genoemd, om te keren, waardoor het samenstel van doorgroeihouder en de opkweekpot met de plant op de kop hangen. Dit zal verder ook wel worden aangeduid als het roteerbaar zijn van de doorgroeihouder. Het doorgroeideel 2 van de opkweekpot wordt dankzij de deels conische vorm en de daarop afgestemde diameter van de opnameopening 5 in de doorgroeihouder klemmend aangegrepen door de doorgroeihouder.
Fig. 4(b) toont schematisch de situatie na het omkeren van de doorgroeihouder en na het van de opkweekpot verwijderen van het bodemdeel 1.
De uitvinding voorziet erin dat de inrichting maatregelen omvat welke er voor zorgen dat de doorgroeihouder, met name vanuit de rechtstandige en de althans nagenoeg volledig omgekeerde positie van de doorgroeihouder, niet onbedoeld om de assen van het hengsel 7 kan roteren. Een dergelijke maatregel kan bij voorbeeld bestaand uit een in de doorgroeihouder voorgevormde opnameruimte waar een deel van het hengsel na een lichte vervorming van het hengsel in 'klikt'. Uiteraard omvat de uitvinding vele andere mogelijke uitvoeringsvormen van de beoogde maatregel.
De kern van de onderhavige uitvinding betreft de ten minste twee onderdelen omvattende opkweekpot. De besproken omkeerbare doorgroeihouder is slechts één van de vele in het kader van de uitvinding mogelijke doorgroeihouders. De uitvinding betreft ook een systeem omvattende een afzonderlijke opkweekpot en een doorgroeihouder.
Een werkwijze voor het gebruik van de opkweekpot volgens de uitvinding omvat het na de opkweek en het eventuele transport naar een andere locatie van elkaar scheiden van het bodemdeel 1 en het doorgroeideel 2 van de opkweekpot, waarna het doorgroeideel 2 met de plant, waarvan een deel van het wortelgestel bloot kan liggen, in een doorgroeihouder geplaatst kan worden.
Fig. 5 toont een schematisch voorbeeld van een andersoortige doorgroeihouder dan het reeds besproken voorbeeld met een daarin op zijn kop geplaatst doorgroeideel 2 van een opkweekpot volgens de uitvinding. De hier schematisch getoonde deels opengewerkte doorgroeihouder omvat een met beugels aan een muur bevestigde plantenbak welke in de bodem ten minste één opnameopening omvat, waarin een doorgroeideel 2 van een opkweekpot op zijn kop is geplaatst. De in het doorgroeideel aanwezige plant hangt op zijn kop onder de doorgroeihouder.
Doordat het bodemdeel 1 van de opkweekpot is gescheiden van het doorgroeideel 2 en het doorgroeideel 2, inclusief plant, in de doorgroeihouder geplaatst is, kan er substraat worden toegevoegd. De open bovenzijde van het in de plantenbak op zijn kop opgenomen doorgroeideel 2 biedt de mogelijkheid tot duokweek, door het in dit deel kweken van andersoortige gewassen welke een positieve invloed hebben op het primaire gewas dat in het doorgroeideel aanwezig is. Zo leent bij voorbeeld basilicum zich uitstekend voor duokweek met tomaten.
Naast de reeds besproken omkeerbare doorgroeihouder, waarbij de plant in principe in een in hoofdzaak verticale stand staat, hetzij rechtop hetzij op de kop, omvat de uitvinding ook andersoortige doorgroeihouders waarin het doorgroeideel 2 van een opkweekpot met de daarin aanwezige plant met haar wortelgestel kan worden opgenomen, waarbij de steel van de plant een hoek maakt ten opzichte van een verticale stand.
Fig. 6(a) toont links schematisch een doorgroeideel 2a van een opkweekpot met daarin een plant met haar wortelgestel. Aan de rechterzijde van fig. 6(a) is een schematische verticale wand van een doorgroeihouder 4b weergegeven met in deze wand een bevestigingsmanchet 8 voor opname van het doorgroeideel 2a. Fig. 6(b) is een schematische weergave van het samenstel na het in de bevestigingsmanchet 8 bevestigen van het doorgroeideel 2a. Bij het op deze wijze in een doorgroeihouder opnemen van een plant kan een in hoofdzaak vertikaal vlak worden benut voor het telen van planten. In het kader van de onderhavige uitvinding omvat een verwijzing naar een op de kop geplaatste plant ook een hangend onder een hoek tot 90 graden met de vertikaal geplaatste plant, waaronder een in althans nagenoeg horizontale stand (+ 15%) geplaatste plant zoals in het in fig. 6(b) getoonde voorbeeld schematisch is weergegeven.
Deze wijze van telen kan veel vloeroppervlak besparen. De in fig. 6 getoonde uitvoeringsvorm van een doorgroeihouder biedt bij voorbeeld ook de mogelijkheid om een geluidsscherm langs een weg en andere in hoofdzaak verticaal opgestelde, al dan niet in hoofdzaak vlakke, objecten te benutten voor het daarin laten groeien van planten. De uitvinding voorziet er tevens in dat bij alle uitvoeringsvormen van de doorgroeihouder de opnameopening 5 en het bevestigingsmanchet 8 een verwijderbaar afsluitelement, zoals bij voorbeeld een dop, omvatten, welk, alvorens het doorgroeideel in de opnameopening of het bevestigingsmanchet wordt geplaatst, de opening afsluit om vulling van de doorgroeihouder met groeisubstraat mogelijk te maken en uitspoeling van het groeisubstraat via de opnameopening of het bevestigingsmanchet te voorkomen.
Fig. 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een komvormige doorgroeihouder met in de wand van de kom meerdere daarin opgenomen doorgroeidelen met plantjes.
Fig. 8 toont een verticaal opgestelde buisvormige doorgroeihouder met enkele daarin opgenomen doorgroeidelen met plantjes.
Fig. 9 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding waarbij in de opkweekpot bijvoorbeeld seizoensgebonden planten gekweekt worden, die daarna met behulp van het doorgroeideel in de doorgroeihouder geplaatst worden. Waar in de figuren het wortelgestel 9 schematisch is afgebeeld, omvat dit wortelgestel, hoewel dit niet expliciet is weergegeven, in principe tevens groeisubstraat waarmee het wortelgestel vergroeid is. Dit geldt tevens voor de reeds in de eerder besproken figuren en in fig. 10 opgenomen afbeeldingen van een wortelgestel.
Fig. 9(a) toont een uitvoeringsvoorbeeld van bij voorbeeld een seizoensgebonden gewas dat voorgekweekt is in de opkweekpot, waarna het bodemdeel 1 en het doorgroeideel 2 van elkaar gescheiden zijn.
Fig. 9(b) is een schematische weergave van een samenstel dat is ontstaan na het aanbrengen van het in fig. 9(a) getoonde doorgroeideel 2a in een doorgroeihouder 4 welke een op de afmetingen van het doorgroeideel afgestemde opnameopening omvat.
Fig. 9(c) is een schematische weergave van een samenstel dat ontstaat na het aanbrengen van het doorgroeideel 2 in een doorgroeihouder, bij voorbeeld een vlakke kunststof plaat of een vlak groeisubstraat met één of meerdere opnameopeningen voor de opname van een doorgroeideel, waarbij deze doorgroeihouder is geplaatst in een andere houder, in dit geval bij voorbeeld een plantenbak 10. fig. 10 toont een uitvoeringsvoorbeeld waarbij in de opkweekpot bijvoorbeeld een boom geplaatst is waarbij de opkweek in de opkweekpot kan geschieden maar ook elders.
Fig. 10(a) toont een uitvoeringsvoorbeeld van bijvoorbeeld een boom welke in de opkweekpot geplaatst is, (als stek) tijdens de opkweek/transport, waarna het bodemdeel en het doorgroeideel 2 van de opkweekpot van elkaar gescheiden zijn.
Fig. 10(b) toont schematisch welke bewerking van de volle grond of een groeisubstraat vereist is om het in fig. 10(a) getoonde doorgroeideel met de daarin gekweekte boom in de volle grond of in een groeisubstraat te plaatsen. De bewerking omvat het maken van een voorgevormd plantgat 11. Dit kan tevens gelden voor het plaatsen van het doorgroeideel met plant en wortelgestel in bij voorbeeld de in fig. 6,8 en 9 getoonde uitvoeringsvormen van de doorgroeihouder.
Fig. 10(c) is een schematische weergave van het in fig. 10(a) getoonde samenstel nadat dit samenstel gepoot is in de volle grond of een groeisubstraat. Het voordeel van het met het doorgroeideel, in de in fig. 10(c) getoonde uitvoeringsvorm, poten van de boom is dat het doorgroeideel fungeert als een reservoir of gietrand, voor het geconcentreerd toedienen van vocht, waardoor, zoals in huidige situaties vaak toegepast wordt, een slang voor geconcentreerd toedienen van vocht overbodig is.
Het ongewenst uitgraven van en vraat aan de plant wordt hierdoor ook geheel of gedeeltelijk voorkomen. Een bijkomend voordeel is dat er (tijdelijk) duokweek in het doorgroeideel mogelijk is, zoals schematisch is weergegeven in fig. 10(c).
De uitvinding voorziet erin dat, in tegenstelling tot de in fig. 10 getoonde werkwijze, bij voorbeeld bij een in een opkweekpot volgens de uitvinding opgekweekte boom het doorgroeideel niet al te lange tijd na het in de volle grond of in groeisubstraat poten van de boom niet meer aanwezig is doordat het doorgroeideel uit composteerbaar materiaal bestaat of verwijderd is dankzij de aanwezigheid van bij voorbeeld een perforatie, rits of andersoortige maatregelen welke het eenvoudig kunnen verbreken van het verband in de omtrek van het doorgroeideel mogelijk maken.
In onder meer het in fig. 6 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van het doorgroeideel 2a van de opkweekpot heeft het doorgroeideel, in tegenstelling tot het eerder besproken uitvoeringsvoorbeeld van het doorgroeideel 2 zoals schematisch weergegeven in fig. 1, een relatief beperkte hoogte. De uitvinding omvat ook uitvoeringsvormen van het doorgroeideel welke in hoofdzaak uitsluitend uit een flens zonder een opstaande wand bestaan. Dit weerspiegelt de primaire functie van het doorgroeideel, n.l. het, mede door omsluiting van de steel door de omtrek van de doorvoeropening 3, zodanig aangrijpen van de plant dat deze dankzij het doorgroeideel in of aan een doorgroeihouder kan worden bevestigd, waarbij het wortelgestel toegankelijk is voor het daarmee in contact brengen van een groeisubstraat en vocht en voedingsstoffen. Waar in de verdere beschrijving wordt verwezen naar de flens van het doorgroeideel is het niet de intentie de vorm van de flens te beperken tot een althans nagenoeg vlakke vorm. De flens kan bij voorbeeld ook een convexe, concave of meervlakkige vorm hebben. Evenmin is in dit kader de buitenomtrek van de flens beperkt tot een cirkelvorm. Dit geldt uiteraard ook voor het bevestigingsmanchet 8.
Daar bij de toepassing van een doorgroeideel met een geringe hoogte het zonder verdere maatregelen niet mogelijk is om groeisubstraat, zoals bij voorbeeld aarde, dat de wortels moet omsluiten in het doorgroeideel vast te houden, omvat de uitvinding uitvoeringsvormen van het doorgroeideel die ankers omvatten welke het wortelgestel verankeringsmogelijkheden bieden, hierna ook wel wortelankers genoemd. Deze wortelankers kunnen elke gewenste uitvoeringsvorm hebben. In een uitvoeringsvorm omvatten de wortelankers een veelvoud aan onder een hoek ten opzichte van elkaar aan de flens van het doorgroeideel in de nabijheid van de omtrek van het doorgroeideel bevestigde staafjes, al dan niet voorzien van één of meer haak- of oogvormige elementen welke aangrijpingsmiddelen vormen voor de wortels.
Met betrekking tot het toepassen van een inrichting volgens de uitvinding, zijn er diverse mogelijkheden. In een voorkeursuitvoering van de wijze van gebruik van de inrichting, worden na de opkweek en het eventuele transport van de opkweekpot naar een andere locatie dan de opkweeklocatie de delen van de opkweekpot van elkaar gescheiden, waardoor het doorgroeideel 2 van de opkweekpot en de daarin opgenomen plant, met het gedeeltelijk vrij liggende wortelgestel, in de doorgroeihouder 4 kan worden geplaatst.
Onderstaand worden een aantal voorbeelden gegeven van de mogelijke vervolgstappen en de volgorde daarvan.
Voorbeeld 1
Indien het plantje groot genoeg is, en de ranken, het loof en de eventuele vruchten nog wel door de opnameopening 5 in de doorgroeihouder passen, wordt de doorgroeihouder over het plantje met de ranken, het loof en de eventuele vruchten geplaatst en wordt de doorgroeihouder met de nog in tact zijnde opkweekpot verbonden. Vervolgens kan er nog doorkweek plaatsvinden met het plantje in de nog rechtop staande positie. Het samenstel wordt naar retailers, professionele kwekers of consumenten getransporteerd, waarna de doorgroeicontainer wordt omgedraaid en het plantje nu "op de kop" hangt. Daarna wordt het bodemdeel 1 van de opkweekpot, dat in die omgekeerde positie het bovenste deel is geworden, verwijderd waardoor het wortelgestel van de plant vrij komt te liggen. Indien de wortels boven de rand van de doorgroeihouder uit steken, zullen deze omlaag moeten worden gedrukt, bij voorbeeld met behulp van groeisubstraat.
Voorbeeld 2
Indien de plantjes groot genoeg zijn, en de ranken, het loof en de eventuele vruchten nog wel door de opening 5 in de doorgroeihouder passen, wordt de opkweekpot in zijn geheel in de doorgroeicontainer geplaatst. Eventueel kan het bodemdeel 1 verwijderd worden en kan de doorgroeihouder met groeisubstraat worden gevuld en hangend naar de retailers, de professionele kwekers of de consument getransporteerd worden.
Voorbeeld 3
Als het plantje groot genoeg is, gaat de opkweekpot en doorgroeihouder op transport naar de retailers, professionele kwekers of consumenten samen, echter nog niet samengevoegd, met de doorgroeihouder. Pas na aankomst bij de afnemer vindt samenvoeging plaats.
Voorbeeld 4
De plantjes worden in de opkweekpot als nalevering naar retailers of consumenten getransporteerd. Zij worden verkocht als navulling voor de reeds aanwezige doorgroeicontainers bij de professionele kwekers en/of consumenten. De plantjes worden door de professionele kwekers of consumenten zelf in de reeds in hun bezit zijnde doorgroeihouders geplaatst.
De doorgroeihouder wordt nu bijgevuld met groeisubstraat en bovenin de doorgroeihouder kan eventueel duokweek plaatsvinden. Indien het doorgroeideel van de opkweekpot onderin in de doorgroeihouder is geplaatst, ontstaat er onder in de doorgroeihouder tussen de wanden van de doorgroeihouder en het doorgroeideel van de opkweekpot een vochtreservoir. Door in de wand van de doorgroeihouder overloopgaten zodanig te positioneren dat deze lager zijn aangebracht dan de bovenrand (in deze omgekeerde positie) van het doorgroeideel van de opkweekpot zal overtollig vocht niet via het doorgroeideel van de opkweekpot weg lopen maar via de overloopgaten. Hierdoor wordt het uitspoelen van groeisubstraat via het doorgroeideel van de opkweekpot grotendeels voorkomen.
Zoals reeds vermeld, voorziet de uitvinding in uitvoeringsvormen van de opkweekpot welke ten minste twee delen omvatten, waarbij deze ten minste twee delen op elke gewenste wijze losmakelijk met elkaar verbonden kunnen zijn. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan bij voorbeeld een bajonet sluiting, een schroefdraad verbinding, een ritssluiting, een klemverbinding of perforatie.
In voorkeursuitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding wordt het doorgroeideel van de opkweekpot op een zodanige wijze in de doorgroeihouder bevestigd dat het uitlopen van vocht wordt voorkomen of tot een minimum wordt beperkt.
Het doorgroeideel van de opkweekpot kan aan een manchet aan de buitenzijde van de doorgroeihouder bevestigd worden met behulp van bij voorbeeld een kliksysteem, draaisysteem, bajonet, etc., zodat er een mechanisch voldoende sterke en althans nagenoeg vloeistofdichte bevestiging ontstaat.
De doorgroeihouder omvat tevens uitvoeringsvormen welke geen gerede opnameopening voor een doorgroeideel of een bevestigingsmanchet omvatten, doch wel maatregelen omvatten, waaronder bij voorbeeld perforaties en/of vouwdelen, die het met eenvoudige handelingen creëren van een opnameopening in de doorgroeihouder mogelijk maken.
De doorgroeidelen van de opkweekpotten kunnen ook geplaatst worden op bij voorbeeld een tray welke dan het bodemdeel van het opkweeksysteem vormt.
De uitvinding omvat tevens de werkwijze voor het kweken van planten, waarbij de opkweekpot en eventueel doorgroeihouders volgens de uitvinding worden toegepast.
Met betrekking tot de materialen waaruit de onderdelen van de inrichting volgens de uitvinding zijn vervaardigd, kent de uitvinding geen beperkingen. De uitvinding voorziet erin dat onder meer elk vanuit technisch, commercieel en/of esthetisch oogpunt geschikt geacht materiaal kan worden toegepast.
De in deze beschrijving besproken en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn slechts enkele van de vele binnen het kader van de uitvinding mogelijke uitvoeringsvormen en dienen derhalve als niet-limitatief te worden beschouwd.

Claims (15)

1. Een systeem voor het kweken van planten, waaronder het desgewenst op de kop kweken van planten, omvattende een opkweekpot, met het kenmerk, dat de opkweekpot ten minste twee delen omvattende een bodemdeel (1) en een doorgroeideel (2,2a) omvat.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het doorgroeideel (2,2a) een doorvoeropening (3) omvat.
3. Systeem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het doorgroeideel een flens omvat.
4. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het systeem een doorgroeihouder (4) omvat welke het doorgroeideel (2,2a) van de opkweekpot losmakelijk kan aangrijpen.
5. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorgroeihouder aangrijpingsopeningen (6) omvat voor het roteerbaar aan een ophangelement (7) kunnen ophangen van de doorgroeihouder.
6. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het samenstel van een opkweekpot en een losmakelijk met de opkweekpot verbonden omgekeerde doorgroeihouder (4) bij plaatsing op een in hoofdzaak vlakke ondergrond gelijktijdig met de bodem van het bodemdeel (1) van de opkweekpot en ten minste een deel van de rand (4a) van de doorgroeihouder op de in hoofdzaak vlakke ondergrond rust.
7. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorgroeihouder (4,4a) een opnameopening (5) omvat.
8. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorgroeihouder (4,4a) een bevestigingsmanchet (8) omvat.
9. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het doorgroeideel (2,2a) wortelankers omvat.
10. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het doorgroeideel maatregelen omvat welke het eenvoudig kunnen verbreken van het verband in de omtrek van het doorgroeideel mogelijk maken.
11. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het doorgroeideel (2) een gietrand omvat.
12. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorgroeihouder (4) één of meer maatregelen omvat welke het met één of meer eenvoudige handelingen creëren van een opnameopening (5) in de doorgroeihouder mogelijk maken.
13. Een werkwijze voor de toepassing van het systeem voor het kweken van planten volgens één of meer der voorgaande conclusies.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de werkwijze één of meer van de volgende handelingen omvat: a. het in een ten minste twee delen omvattende opkweekpot opkweken van een plant; b. het van elkaar scheiden van de ten minste twee delen van de opkweekpot omvattende een bodemdeel (1) en een doorgroeideel (2); c. het in een doorgoeihouder plaatsen van het doorgroeideel met de daarin opgenomen plant; d. het door omkering op de kop plaatsen van de doorgroeihouder en het daarin opgenomen doorgroeideel met de plant.
15. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de werkwijze één of meer van de volgende handelingen omvat: a. het in een ten minste twee delen omvattende opkweekpot opkweken van een plant; b. het van elkaar scheiden van de ten minste twee delen van de opkweekpot omvattende een bodemdeel (1) en een doorgroeideel (2); c. het in het doorgroeideel in de volle grond of in groeisubstraat poten van de plant.
NL1040691A 2014-02-27 2014-02-27 Systeem en werkwijze voor het kweken van planten. NL1040691B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040691A NL1040691B1 (nl) 2014-02-27 2014-02-27 Systeem en werkwijze voor het kweken van planten.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1040691A NL1040691B1 (nl) 2014-02-27 2014-02-27 Systeem en werkwijze voor het kweken van planten.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1040691A true NL1040691A (nl) 2015-11-10
NL1040691B1 NL1040691B1 (nl) 2015-11-26

Family

ID=56735821

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1040691A NL1040691B1 (nl) 2014-02-27 2014-02-27 Systeem en werkwijze voor het kweken van planten.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1040691B1 (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
NL1040691B1 (nl) 2015-11-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2014225277B2 (en) Living plant display and storage system, apparatus and method
US5768825A (en) Plant preservation bag and method
US20090272032A1 (en) Flower pot plant hold up device
US8973302B2 (en) Garden tool
EP1900275A1 (en) Pot type independent, built-in, self-watering device, self watering system and growing system for plants
US20130145689A1 (en) Upside down hanging planter
US20100242359A1 (en) Hanging planter for growing upside down plants from seeds
GB2096443A (en) Compact horticultural facility
EP3148320B1 (en) Systems for cultivating plants with aerial roots
NL1040691B1 (nl) Systeem en werkwijze voor het kweken van planten.
KR20120119820A (ko) 지주 묶음용 지지대가 형성된 화분
US20210007292A1 (en) System, method, and apparatus for optimizing GROWING AND harvesting of CLIMBING PLANTS
US8402692B1 (en) Invertible plant pot
US10188047B2 (en) Plant labeling system and garden tools
US11844319B1 (en) Support clip for potted plant support stakes
GB2527150A (en) A propagator
US20130298460A1 (en) Fabric plant pot
US20090173003A1 (en) Plant care device
US33774A (en) Improved method of growing plants and fruits
KR200427154Y1 (ko) 재배용기 및 그의 재배용 포트
BE1006149A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke.
NL1016413C2 (nl) Plantgeleidezuil, alsmede een samenstel omvattende een aantal dergelijke zuilen, en een afdak.
KR20150005176A (ko) 식물관리기를 갖는 식물생육의 회전장치
NL1021845C2 (nl) Meegroeiende plantpot.
JP2002159225A (ja) 育苗具並びに育苗具を用いた苗の植替え方法

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170301