BE1006149A3 - Inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1006149A3 BE1006149A3 BE9200762A BE9200762A BE1006149A3 BE 1006149 A3 BE1006149 A3 BE 1006149A3 BE 9200762 A BE9200762 A BE 9200762A BE 9200762 A BE9200762 A BE 9200762A BE 1006149 A3 BE1006149 A3 BE 1006149A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- container
- plant container
- holder
- plant
- plants
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/08—Devices for filling-up flower-pots or pots for seedlings; Devices for setting plants or seeds in pots
- A01G9/083—Devices for setting plants in pots
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47G—HOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
- A47G7/00—Flower holders or the like
- A47G7/02—Devices for supporting flower-pots or cut flowers
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47G—HOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
- A47G7/00—Flower holders or the like
- A47G2007/003—Hand tools for lifting or positioning individual flower pots
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
Abstract
Inrichting voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de kombinatie van een houder (2) die bedoeld is om in een bodem (3) te worden geplaatst, en minstens één plantkontainer (4) in de vorm van een pot die in de voornoemde houder (29 past, waarbij één of meerdere planten (5) in de plantkontainer (4) kunnen worden geplant.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke. Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke, waarbij deze planten van allerlei aard kunnen zijn, zoals bloeiende planten, struiken, boompjes en andere gewassen, tot zelfs graszoden toe. De uitvinding heeft hierbij een inrichting tot doel die toelaat dat planten op welbepaalde plaatsen eenvoudig in de bodem kunnen worden aangebracht en ten gepaste tijde gemakkelijk terug kunnen worden weggenomen, al dan niet om vervangen te worden door andere planten. Hiertoe betreft de uitvinding een inrichting voor het in een bodem aanbrengen van planten, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de kombinatie van een houder die bedoeld is om in een bodem te worden geplaatst, en minstens een plantkontainer in de vorm van een pot die in de voornoemde houder past, waarbij één of meerdere planten in de plantkontainer kunnen werden geplant. Het is duidelijk dat de planten die op zulke wijze in een plantkontainer zijn aangebracht eenvoudig kunnen worden verplaatst door ze samen met de plantkontainer uit de houder weg te nemen, waarna cp dezelfde eenvoudige wijze een andere plant, die in een gelijkaardige planikoncainer geplant is, in de plaats hiervan kan worden aangebracht. Het i3 eveneens duidelijk dat de inrichting vocr verschillende doeleinden kan werden aangewend. <Desc/Clms Page number 2> Zo kan bijvoorbeeld het rijpings-, groei-en/cf bloeiproces van bepaalde planten en hun vruchten, meer speciaaal van planten die normaal vast in de bodem worden uitgeplant, eenvoudig worden versneld, door deze planten in plantkontainers zoals voornoemd aan te brengen, dewelke ten einde het voornoemde proces te versnellen in een broeikas of pergola worden gesteld om op het gepaste ogenblik terug in de bodem te worden aangebracht, waarbij dit dan eenvoudig gebeurt door de plantkontainers in de houders, die steeds in de bodem aanwezig blijven, te plaatsen. Anderzijds kan ook een vertraging worden veroorzaakt door de planten bijvoorbeeld op een lommerrijke plaats of in de kelder te zetten. Op analoge wijze is het ook mogelijk om niet-winterharde planten in de zomer in de bodem van de tuin of dergelijke aan te brengen, terwijl zij in de winter zonder veel moeite terug binnen kunnen worden gezet, ten einde deze planten te beschermen tegen vorst. Nog een voordeel van de uitvinding bestaat erin dat bepaalde planten uit de tuin of dergelijke eenvoudig kunnen worden binnengehaald bij bepaalde gelegenheden, zcals bloeiende planten bij een feest of viering, een kerstbocm met Kerstmis, enzovoort. De uitvinding heeft eveneens als voordeel dat op de plaats waar een houder in de bodem is aangebracht op elk ogenblik van het jaar een gewenste plant kan werden aangebracht, zulks op een niet omslachtige wijze. Dit laat toe dat de planten eenvcudig volgens hun bloeipericde kunnen werden vervangen, zodat steeds bioeiende planten aanwezig zijn, terwijl de nog niet bloeiende cf uigebloelde planten kunnen worden neergezet op een minder interessante plaats, bijocrbeeld een plaats die aan het zieht onttrokken is. Zo <Desc/Clms Page number 3> ook kunnen bomen dichter bij het huis of dergelijke worden geplaatst op de ogenblikken dat zij vruchten dragen, zodanig dat deze vruchten steeds in handbereik zijn. In de zomer kan men zodoende bloeiende planten en in de winter bladhoudende planten of naaldbcmen bij het huis plaatsen. Planten die niet goed tegen de volle zon kunnen, kan men in de bloeiperiode tijdelijk in zieht plaatsen, zelfs wanneer dit in de zon is, om ze daarna terug op een lommerrijke plaats te zetten. De inrichting is hierdocr een zeer geschikt hulpmiddel voor de tuinarchitektuur. Door meerdere houders aan te brengen in de bodem kan bij de aanleg van een tuin gemakkelijk geëxperimenteerd worden om de beste opstelling van planten te bekomen, zulks door de planten onderling te verplaatsen tot het gewenste effekt wordt bekomen. In de tuinen van hotels, restaurants en dergelijke, alsmede in parken kan door gebruik te maken van de voornoemde inrichting steeds in bloeiende planten worden voorzien. De inrichting is ook uitermate geschikt voor het verhuur van allerlei planten, zodanig dat men op de gewenste ogenblikken de gewenste planten kan huren en in de bodem van een tuin of dergelijke kan plaatsen, terwijl zij op de andere ogenblikken terug worden ingeleverd. De inrichting heeft ook als vcordeel dat zij kan worden aangewend om te vermijden dat bepaalde planten die uitgeplant zijn in grasperken en die bloeien in het vocrjaar, zoals krokussen, na hun bloeiperiode samen met het gras worden afgemaaid. Eocr gebruik te maken van de inrichting volgens de uitv-nding kan dit worden vermeden docr deze planten in een plantkcntainer uit te planten die , : er hccgte van zjn bcvenrand is afgedekt met graszoden waar. deze plantkontainer in het voorjaar in een in het <Desc/Clms Page number 4> grasperk aangebrachte houder wordt geplaatst, en na de bloei van de planten terug wordt verwijderd, waarbij dan ter vervanging een plantkontainer in de houder wordt geplaatst waarin uitsluitend graszoden zijn uitgeplant. Analoog kunnen bloembollen die zich ieder jaar vermenigvuldigen zeer gemakkelijk uit de bodem worden gehaald zonder dat men daartoe het eigenlijke grasperk hoeft te beschadigen. Nog een voordeel bestaat erin dat de verdamping bij een plantkontainer volgens de uitvinding veel geringer is dan bij een pot die bovengronds staat, daar hij de bodemtemperatuur behoudt en niet in het direkte zonlicht staat. Bovendien kan de plantkontainer niet cmwaaien. Nog een voordeel van het gebruik van de inrichting bestaat erin dat de grond zeer lokaal kan worden bemest en de grondsoort gemakkelijk kan worden aangepast aan de betreffende plant. Doordat de inrichting toelaat dat de planten gemakkelijk kunnen worden verplaatst, kunnen planten die in de stad vlug door polutie worden aangetast gemakkelijk voor een tijd in een gezonde omgeving worden gesteld, zcdat zij zieh EMI4.1 kunnen herstellen. Door gebruik te maken van inrichtingen volgens de uitvinding kan het ui---zicht decor van ofstadsparken en dergelijke gemakkelijk worden gewijzigd. Een plant die genouden wordt in een plantkontainer volgens de uitvinding kan als hij te grcot wcrdt zonder wortelschade in de volle grond worden geplaatst. In de groen'ce'ceel'c kunnen planten zoalj salade en peterselie in de voorncemde plantkontainers worden geteelt <Desc/Clms Page number 5> en nog in de kontainers aan restaurants of particulieren worden geleverd waardoor deze groenten plukvers blijven. Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm vertoont de voornoemde houder geen bodemplaat, terwijl de plantkontainer bij voorkeur wel voorzien is van een bodemplaat, doch met openingen, zodanig dat steeds een verbinding aanwezig is tussen de aarde van de bodem en de aarde waarmee de plantkontainer gevuld is, waardoor het voordeel wordt bekomen dat, qua regeling van de vochtigheid, het geheel werkzaam is alsof de plant rechtstreeks in de bodem is uitgeplant. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten, met als kenmerk dat zij erin bestaat dat een houder in de bodem wordt geplaatst en dat de planten in een plantkontainer worden geplant die wegneembaar in de voornoemde houder wordt aangebracht. Met het inzicht de kenmerkerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voordeurdragende uitvoering- vormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weer- geeft, samen met een hulpelement om de plantkontainer in de houder te plaatsen, respektievelijk hieruit weg te nemen ; figuur 2 de inrichting uit figuur l op een grotere schaal en in doorsnede weergeeft vocr de toestand waarbi] de plantkontainer leeg in de houder is ge- plaatst ; <Desc/Clms Page number 6> figuur 3 een variante weergeeft van het gedeelte dat in figuur 2 met F3 is aangeduid ; figuur 4 een plantkontainer volgens de uitvinding weergeeft die van hulpstukken voor het verplaatsen ervan is voorzien. Zoals weergegeven in figuren 1 en 2 bestaat de inrichting 1 volgens de uitvinding hoofdzakelijk in de kombinatie van een houder 2 die bedoeld is om in een bodem 3 te worden geplaatst, en minstens één plantkontainer 4 in de vorm van een pot die in de voornoemde houder 2 past, waarbij één of meerdere planten 5 in de plantkontainer 4 kunnen worden geplant. Zoals weergegeven in de figuren bestaat de houder 2 in hoofdzaak uit een kokervormige wand 6, waarbij het bovenste uiteinde van de hierdoor gevormde koker open is. Bij voorkeur is de houder 2 eveneens bodemloos. Cm het aanbrengen en wegnemen van de plantkontainer 4 in de houder 2 te vergemakkelijken zijn zowel de houder 2 als de plantkontalner 4 konisch uitgevoerd, en wel zodanig dat de kleinste dcormeter zieh onderaan bevindt. De houder 2 alsmede de plantkontainer 4 vertonen bij voorkeur cilindrische doorsneden. De houder 2 is bij voorkeur vocrzien van verankeringsmiddelen die een verankering in de bodem 3 toelaten. In de uitvoeringsvorm van figuur 2 bestaan deze verankeringsmidde2. en ui teen zieh vanaf de wand 6 horizontaal naar buiten uitstrekkende flens 7, die bij voorkeur tevens de onderrand van de hcuder 2 vormt. <Desc/Clms Page number 7> De bovenrand van de houder 2 is voorzien van een vlakke kraag 8 die in een goede aansluiting aan de bodem 3 voorziet. De plantkontainer 4 bestaat zoals voornoemd hoofdzakelijk uit een pot, gevormd door een zijwand 9 en een bodemplaat 10. De bovenrand van de pot is bij voorkeur voorzien van een kraag 11, die samenwerkt met de voornoemde kraag 8 en die in een afdichting tussen de plantkontainer 4 en de houder 2 voorziet. Om te vermijden dat de plantkontainer 4 door vervuiling aan de houder 2 kleeft of zieh als het ware in de houder 2 vastzuigt, en bijgevolg nog moeilijk te verwijderen is, worden tussen de houder 2 en de plantkontainer 4 bij voorkeur afstandhouders aangebracht. In het weergegeven voorbeeld van figuren 1 en 2 bestaan deze afstandhouders uit vertikale ribben 12. Het geniet de voorkeur dat deze afstandhouders deel uitmaken van de plantkontainer 4, en niet van de houder 2, daar het vuil dat zieh eventueel vastzet tussen de afstandhouders gemakkelijker te verwijderen is aan de plantkontainer 4 als dan de houder 2. Bij voorkeur is de plantkontainer voorzien van middelen die het aanbrengen in de houder 2, alsmede het wegnemen vergemakkelijken. In het weergegeven voorbeeld bestaan deze middelen uit cpeningen 13 die toelaten dat de plantkcntainer 4 docr middel van een hulpelement 14 in deze openingen 13 wordt vasigencmen. De openingen zijn tegencver elkaar gelegen en zijn nabij de bovenrand gesitueerd. Zoals afgebeeld in figuur 1 kan het vcornoemde hulpelement 14 bestaan uit een verrclbaar hefbccmvcrmig gestel 15 dat dccr middel van pennen 16 kan aangr j-pen in de cpeningen 13. Het gestel 15 is gemonteerd cp een r81 17 die een aanzienlijke breedte vertccnt zodat het draagviak relatief grcct is en <Desc/Clms Page number 8> er bij het verrollen van zware lasten weinig of geen sporen aan het oppervlak van de bodem 3 worden nagelaten. Het is duidelijk dat de laatstgenoemde middelen ook een andere vorm kunnen vertonen. Zij zouden bijvoorbeeld ook kunnen bestaan uit handvatten of dergelijke die eventueel inschuifbaar zijn in of langs de zijwand 9 van de plantkontainer 4. De plantkontainer 4 is voorzien van één of meerdere doorverbindingen 18 naar de bodem 3, zulks om de vochtigheid van de aarde 19 in de plantkontainer 4 te regelen, meer speciaal om te vermijden dat zich te veel vocht ophoopt in de plantkontainer. In de weergegeven uitvoeringsvorm van figuur 2 bestaan deze doorverbindingen 18 uit openingen in de vorm van perforaties in de bodemplaat 10. Volgens een Variante, die wordt weergegeven in figuur 3, kunnen de doorverbindingen ook gevormd worden door de bodemplaat 10 te vervaardigen uit overlappende elementen 20. Deze konstruktie biedt het voordeel dat wel vochtdoorsijpeling doorheen de bodem 10 mogelijk is, doch dat de wortelgroei van de plantkontainer 4 naar de onderliggende bodem 3 words tegengewerkt. In de ineengeplaatste toestand bevindt de onderzijde van de plantkontainer 4 zieh bij voorkeur op dezelfde hoogte als de onderzijde van de houder 2. Zoals weergegeven in figuur 2, zit de bodemplaat 10 van de plantkontainer 4 bij voorkeur, doch nie-c noodzakelijk, Ics, om te bekomen dat in het geval dat er doorgroei van wertèls optreedt, de plane 5 me'c zijn aardkluit tcch ncg gemakkelijk uit de plantkontainer 4 kan worden verwijderd. <Desc/Clms Page number 9> Zulke losse bodemplaat 10 laat immers toe dat de zijwand 9 steeds gemakkelijk van de aardkluit kan worden verwijderd, zelfs wanneer de bodemplaat 10 aan de aardkluit vastzit. Hierna kan de bodemplaat 10 worden losgemaakt van de aardkluit, bijvoorbeeld door de in de bodemplaat 10 gegroeide wortels door te snijden door een mes tussen de bodemplaat en de aardkluit te bewegen. De losse bodemplaat wordt uiteraard zodanig in de plantkontainer 4 aangebracht dat de zijwand 9 steeds verwijderbaar is. In het voorbeeld van figuur 2 is de bodemplaat 10 hiertoe op een kraag 21 aan de binnenzijde van de zijwand 9 gelegd. Zowel de houder 2 als de plantkontainer 4 kunnen uit kunststof worden vervaardigd. Zoals is weergegeven in figuur 4, alsook schematisch is afgebeeld in figuur 2, kan de inrichting één of meer hulpstukken 22 bevatten die het zwaartepunt van het geheel verlagen ten opzichte van de plaatsen waar de plantkontainer uiteindelijk wordt vastgenomen om hem te verplaatsen, zodat het kantelen van plantkontainers die voorzien zijn van hoge bcmen of planten wordt tegengegaan. Deze hulpstukken 22 zijn zodanig opgevat dat zij, enerzijds, aan de plantkcntainer 4 kunnen worden bevestigd, door middel van een starre verbinding, en anderzijds, voorzien in aangrijppunten 23 vocr het opnemen van de plantkontainer 4 welke op een bepaalde afstand boven de plantkcntainer zijn gesitueerd. In het weergegeven voorbeeld bestaan de hulpstukken 22 uit vertikale labten 24, d-e dccr middel van pennen 25 of dergelijke in de openingen 13 kunnen worden vastgehaakt, en dwarssteunen 26 die met de bcvenrand van de plantkontainer <Desc/Clms Page number 10> 4 samenwerken ten einde het kantelen te beletten. De aangrijppunten 23 bestaan uit openingen die toelaten dat het geheel door middel van het voornoemde hulpelement 14 kan worden verplaatst. Zoals schematisch in figuur 1 is afgebeeld kan de inrichting 1 nog een deksel 27 bevatten waarmee de bovenzijde van de houder 2 kan worden afgesloten in het geval dat hierin geen plantkontainer 4 wordt aangebracht, enerzijds, om ongevallen te vermijden, en anderzijds, om te vermijden dat de houder 2 wordt vervuild. Het gebruik van de inrichting kan eenvoudig uit de figuren worden afgeleid en is bovendien reeds uitgebreid beschreven in de verschillende in de inleiding vermelde toepassingsmogelijkheden. Het is duidelijk dat ter afwisseling ook voorwerpen ir de plantkontainers 4 kunnen worden gezet, zcals namaakbloemen in kunststof, artistieke tuindekoraties, enzovoort. De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten kunnen volgens verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder bui tan het kader van de hiernavolgende konklusies te treden.
Claims (1)
- Konklusies. 1. - Inrichting voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat in de kombinatie van een houder (2) die bedoeld is om in een bodem (3) te worden geplaatst, en minstens één plantkontainer (4) in de vorm van een pot die in de voornoemde houder (2) past, waarbij één of meerdere planten (5) in de plantkontainer (4) kunnen worden geplant.2.-Inrichting volgens konklusie 1, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) hoofdzakelijk bestaat uit een kokervormige wand (6), waarbij de hierdoor gevormde koker aan de bovenzijde open is.3.-Inrichting volgens konklusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) bodemloos is.4.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) en de plantkontainer (4) konisch zijn, waarbij de kleinste doormeters zieh onderaan bevinden.5.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) en de plantkontainer (4) een cilindrische doorsnede vertonen.6.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardcor gekenmerkt dat de hcuder (2) is voorzien van verankeringsmiddelen die een verankering in de bodem (3) toe a n. <Desc/Clms Page number 12> 7.-Inrichting volgens konklusie 6, daardoor gekenmerkt dat de verankeringsmiddelen bestaan uit een zieh naar buiten uitstrekkende horizontale flens (7).8.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de houder (2) aan zijn bovenrand is voorzien van een vlakke kraag (8).9.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de plantkontainer (4) aan zijn bovenrand is voorzien van een kraag (11) die kan samenwerken met de bovenrand van de houder (2).10.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor kenmerkt dat zij is voorzien van afstandhouders tussen de houder (2) en de plantkontainer (4).11. - Inrichting volgens konklusie 10, daardoor gekenmerkt dat de afstandhouders deel uitmaken van de plantkontainer (4).12.-Inrichting volgens konklusie 10 of 11, daardoor gekenmerkt dat de afstandhouders bestaan uit vertikale ribben (12).13.-Inrichting volgens een der vcorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van middelen die heu aanbrengen van de plantkontainer (4)'-n de houder (2). respektievelijk het wegnemen ervan uit. de houder (2), vergemakkelijken.14. - Inrichting vol. gens konklusie 13, daardocr gekenmerkt dat de middelen die het aanbrengen van de plantkontainer (4) in de houder (2), respektievelijk het wegnemen ervan uit de houder (2), vergemakkelijken, bestaan uit twee <Desc/Clms Page number 13> tegenover elkaar gelegen openingen (13) in de zijwand (9) van de plantkontainer (4), die zieh nabij de bovenrand hiervan bevinden.15.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de plantkontainer (4) is voorzien van doorverbindingen (18) voor de regeling van het vocht in de plantkontainer.16.-Inrichting volgens konklusie 15, daardoor gekenmerkt dat de doorverbindingen (18) bestaan uit overlappende elementen (20) of perforaties in de bodemplaat (10).17.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij een deksel (27) bevat dat op de houder (2) past.18.-Inrichting volgens een der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat de plantkontainer (4) een losse bodemplaat (10) vertoont.19.-Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, daardoor gekenmerkt dat zij is voorzien van één of meer hulpstukken (22) om het zwaartepunt van het geheel gevormd door de plantkontainer (4), de hulpstukken (22), de plant (5) en de aardkluit te verlagen ten opzichte van de plaatsen waar het geheel wordt opgencmen.20. - Werkwijze voer het in een bodem aanbrengen van planten, daardcor gekenmerkt dat zij erin bestaat dat een houder (2) in de bodem (3) word geplaatst en dat de plant of planten (5) in een plantkontainer (4ì werden geplant die wegneembaar in de vcorncemde houder (2) wordt aangebracht.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9200762A BE1006149A3 (nl) | 1992-08-28 | 1992-08-28 | Inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke. |
EP93202392A EP0588400A1 (en) | 1992-08-28 | 1993-08-16 | Device and method for putting plants and such in the ground |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9200762A BE1006149A3 (nl) | 1992-08-28 | 1992-08-28 | Inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1006149A3 true BE1006149A3 (nl) | 1994-05-24 |
Family
ID=3886417
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9200762A BE1006149A3 (nl) | 1992-08-28 | 1992-08-28 | Inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0588400A1 (nl) |
BE (1) | BE1006149A3 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5522178A (en) * | 1994-06-30 | 1996-06-04 | Cone; Rodger W. | Method and apparatus for bulb maintenance and planting |
GB2294198B (en) * | 1994-10-21 | 1998-04-29 | Senior Ronald George Arthur | Support body for supporting a plant pot or container |
GB2388005B (en) * | 2002-04-12 | 2005-11-16 | * Jackson Patricia | Gardening apparatus |
GB2450495A (en) * | 2007-06-26 | 2008-12-31 | Peter Savage | Plant pot holder. |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE95263C (nl) * | 1896-08-30 | 1897-12-15 | ||
US2741875A (en) * | 1951-04-17 | 1956-04-17 | Leendert Cornelis Adri Staaldu | Set of transplanting pots |
FR2132221A7 (nl) * | 1971-04-03 | 1972-11-17 | Schapira Augusto | |
US4142324A (en) * | 1977-02-11 | 1979-03-06 | Magyar Jr Don | Plant potting system |
DE3046115A1 (de) * | 1980-12-06 | 1982-07-15 | Wolfgang 2833 Groß Ippener Behrens | Pflanzbehaelter, insbesondere fuer baeume |
WO1987000722A1 (en) * | 1985-08-02 | 1987-02-12 | Jakob Vetter Gmbh & Co | Plant pot for plants with a small root volume |
-
1992
- 1992-08-28 BE BE9200762A patent/BE1006149A3/nl not_active IP Right Cessation
-
1993
- 1993-08-16 EP EP93202392A patent/EP0588400A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE95263C (nl) * | 1896-08-30 | 1897-12-15 | ||
US2741875A (en) * | 1951-04-17 | 1956-04-17 | Leendert Cornelis Adri Staaldu | Set of transplanting pots |
FR2132221A7 (nl) * | 1971-04-03 | 1972-11-17 | Schapira Augusto | |
US4142324A (en) * | 1977-02-11 | 1979-03-06 | Magyar Jr Don | Plant potting system |
DE3046115A1 (de) * | 1980-12-06 | 1982-07-15 | Wolfgang 2833 Groß Ippener Behrens | Pflanzbehaelter, insbesondere fuer baeume |
WO1987000722A1 (en) * | 1985-08-02 | 1987-02-12 | Jakob Vetter Gmbh & Co | Plant pot for plants with a small root volume |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0588400A1 (en) | 1994-03-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5768825A (en) | Plant preservation bag and method | |
CZ20004130A3 (en) | Container assembly for cultivation of plants | |
BE1006149A3 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het in een bodem aanbrengen van planten en dergelijke. | |
US20170105361A1 (en) | Multi-plant bioactive composting pots | |
KR20100104430A (ko) | 분작업, 단근작업을 한 상태에서의 조경수의 최적의 상태에서의 이동식재 | |
NL1016413C2 (nl) | Plantgeleidezuil, alsmede een samenstel omvattende een aantal dergelijke zuilen, en een afdak. | |
Johns | Vertical Gardening | |
GB2276802A (en) | Garden cane holder | |
Nixon | Growing dates in the United States | |
Hill et al. | The Fruit Gardener's Bible: A Complete Guide to Growing Fruits and Nuts in the Home Garden | |
Warren | Landscape vines for Southern Arizona | |
Stuckey et al. | McGee & Stuckey's Bountiful Container: Create Container Gardens of Vegetables, Herbs, Fruits, and Edible Flowers | |
Bennett et al. | The Beautiful Edible Garden: Design a Stylish Outdoor Space Using Vegetables, Fruits, and Herbs | |
Salt | Gardening under plastic | |
Ellis | Container and Small-Space Gardening for the South: How to Grow Flowers and Food No Matter Where You Live | |
GARDENING | CW Shaw | |
Fried | Design, Build and Bloom | |
NL1031889C1 (nl) | Inrichting voor het in bloei brengen van bloembollen of andere planten. | |
Boydston | An Amateur Plants Fern Spores | |
Appleton et al. | Patriotic Gardens: Bulbs for a Red, White, and Blue Spring Garden | |
Davis | Caring for a potted azalea. | |
Botts | Illinois, Indiana & Ohio Month-by-Month Gardening: What to Do Each Month to Have a Beautiful Garden All Year | |
Gao et al. | Wildlife Problems in Ohio Landscapes: 1997 | |
Yepsen | Newspaper, Pennies, Cardboard, and Eggs--For Growing a Better Garden: More Than 400 New, Fun, and Ingenious Ideas to Keep Your Garden Growing Great All Season Long | |
Chandoha | 100 Garden Tips and Timesavers |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
RE | Patent lapsed |
Owner name: ALLINVENT B.V.B.A. Effective date: 19980831 |