NL1039852A

NL1039852A - LIGGER.

Info

Publication number: NL1039852A
Application number: NL1039852A
Authority: NL
Inventors: Anne Pieter Driesum; Hendrik Eelco Diepeveen
Original assignee: Anne Pieter Driesum; Hendrik Eelco Diepeveen
Priority date: 2011-04-26
Filing date: 2012-10-15
Publication date: 2012-10-30
Also published as: NL1038775C2; WO2012148260A1; NL1039852C2

Abstract

Composite floor having at least one castellated beam and on either side thereof concrete floor members, in particular prefab concrete floor members, supporting directly or indirectly thereon, wherein the castellated beam is made of steel having a vertical web provided with holes, a top flange and a bottom flange, wherein concrete poured in situ is disposed between the concrete of the floor members and the web, wherein on at least one side, spaced apart above the bottom flange, the web of the beam is provided with supports projecting sideward thereform and extending into the concrete poured in situ.

Description

LiggerBeam

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft onder meer betrekking op een ligger voor een samengestelde of composietvloer en op een samengestelde of composietvloer met één of meer van dergelijke liggers. Composietvloeren zijn samengesteld uit betonnen vloerdelen, prefab of in situ gestort, en liggers van ander materiaal, in het bijzonder staal. De liggers worden ook wel geïntegreerde vloer liggers genoemd. In veel gevallen zijn geïntegreerde vloer liggers, hierna kortweg “liggers” te noemen, uitgevoerd als raatligger, met dwarsgaten. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een geïntegreerde vloer ligger, in het bijzonder raatligger.The invention relates inter alia to a beam for a composite or composite floor and to a composite or composite floor with one or more of such beams. Composite floors are composed of concrete floor parts, prefabricated or cast in situ, and beams of other material, in particular steel. The beams are also called integrated floor beams. In many cases, integrated floor beams, hereinafter simply referred to as "beams", are designed as comb beams with transverse holes. The invention furthermore relates to a method for manufacturing an integrated floor beam, in particular a comb beam.

Een bekende vorm van een raatligger, ook wel kanteelligger genoemd, bezit een benedenflens, een bovenflens en een de flenzen met elkaar verbindend verticaal lijf. De raatligger is in het lijf voorzien van gaten, welke trapeziumvormig, cirkelvormig etc. kunnen zijn.A known shape of a comb girder, also known as a girder beam, has a lower flange, an upper flange and a vertical web connecting the flanges. The comb beam is provided with holes in the body, which can be trapezoidal, circular, etc.

De raatligger kan in het bijzonder gebruikt worden als steun voor betonnen vloerdelen, zoals kanaalplaten, breedplaten, combinatievloeren van betonnen liggers met daartussen zogenoemde betonbroodjes, dan wel van geprofileerde stalen vloerplaten (met of zonder aangebrachte isolatielaag) waarop een betonnen laag wordt gestort. De vloerdelen steunen dan op de benedenflens van de raatligger.The comb girder can in particular be used as a support for concrete floor parts, such as channel plates, wide plates, combined floors of concrete girders with so-called concrete rolls between them, or of profiled steel floor plates (with or without applied insulation layer) on which a concrete layer is poured. The floor parts then rest on the lower flange of the comb girder.

De gaten in de raatligger vormen een doorgang voor dwars op de ligger reikende koppelwapening die zich uitstrekt tot boven/binnen de vloerdelen. In het geval van kanaalplaten reikt de koppelwapening tot in de zich dwars op de ligger uitstrekkende kanalen, toegankelijk gemaakt doordat ter plaatse de bovenwand van de kanalen is weggehaald. Vervolgens wordt (eventueel nadat zich langs de raatligger uitstrekkende langswapening is aangebracht) beton langs de bovenflens aangebracht om de ruimtes tussen de kanaalplaten, de raatligger en om de koppelwapening te vullen. Op deze wijze worden de beide vloerdelen aanéén gegoten en vormen zij samen met de stalen balk een composietvloer. De gaten in de raatligger kunnen ook gebruikt worden voor doorvoer van dienstleidingen.The holes in the comb girder form a passage for coupling reinforcement extending transversely to the girder and extending above / within the floor parts. In the case of channel plates, the coupling reinforcement extends into the channels extending transversely to the beam, made accessible by the fact that the top wall of the channels has been removed at that location. Subsequently (possibly after longitudinal reinforcement extending along the comb girder) concrete is applied along the upper flange to fill the spaces between the channel plates, the comb girder and to connect the coupling reinforcement. In this way the two floor parts are cast together and together with the steel beam they form a composite floor. The holes in the comb girder can also be used for the transit of service lines.

Teneinde te kunnen voldoen aan normen voor gedrag in geval van brand moet de benedenflens doorgaans voorzien worden van een laag brandvertragend en/of brandwerend materiaal, en/of moet de benedenflens voldoende sterk worden uitgevoerd. Dit om te voorkomen dat door de hoge temperatuur de benedenflens bezwijkt en de kanaalplaten aan dat eind kunnen zakken, met bezwijken van de vloer als mogelijk gevolg.In order to be able to meet standards for behavior in the event of a fire, the lower flange must generally be provided with a layer of fire-retardant and / or fire-resistant material, and / or the lower flange must be sufficiently strong. This is to prevent that the lower flange collapses due to the high temperature and the channel plates can drop at that end, with the floor collapsing as a possible consequence.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

Een doel van de uitvinding is een composietvloer en een ligger, in het bijzonder raatligger daarvoor te verschaffen waarmee een verbeterd gedrag in geval van brand kan worden gerealiseerd.An object of the invention is to provide a composite floor and a beam, in particular a comb beam therefor, with which an improved behavior in the event of a fire can be realized.

Een doel van de uitvinding is een composietvloer en een ligger, in het bijzonder raatligger daarvoor te verschaffen waarvoor onder omstandigheden afgezien kan worden van voornoemde laag brandwerend en/of brandvertragend materiaal dan wel deze dunner of van goedkoper materiaal kan zijn.It is an object of the invention to provide a composite floor and a girder, in particular a comb girder, for which, under certain circumstances, the aforementioned layer of fire-resistant and / or fire-retardant material can be dispensed with, or which can be thinner or cheaper.

Voor het bereiken van althans één van deze doelen voorziet de uitvinding, vanuit één aspect, in een composietvloer mettenminste één ligger, in het bijzonder raatligger en aan althans één zijde, in het bijzonder weerszijden daarvan daarop direct of indirect steunende vloerdelen met beton, in het bijzonder prefab betonnen vloerdelen, waarbij de ligger van staal is met een lijf, een bovenflens en een benedenflens, waarbij tussen het beton van de vloerdelen en het lijf in situ gestort beton -hierna te noemen stortbeton-aangebracht is, waarbij het lijf van de ligger aan althans één zijde, bij voorkeur aan weerszijden, op afstand boven de benedenflens, voorzien is van zijwaarts daarvan uitstekende steunen welke reiken in het stortbeton.To achieve at least one of these objects, the invention provides, from one aspect, a composite floor with at least one girder, in particular comb girder and floor parts with concrete directly or indirectly supported thereon on at least one side, in particular on both sides thereof. particularly prefab concrete floor parts, wherein the beam is made of steel with a web, an upper flange and a lower flange, concrete poured in situ - hereinafter referred to as poured concrete - between the concrete of the floor parts and the web, wherein the web of the beam is arranged is provided on at least one side, preferably on both sides, at a distance above the lower flange, with laterally projecting supports which extend into the poured concrete.

De steunen, die in het bijzonder aan het lijf gelast zijn, vormen een steunvlak voor het betonlichaam dat de voornoemde ruimtes vult. De einden van de vloerdelen, die nagenoeg één constructief geheel vormen met dat beton, hebben dan een extra steun, in aanvulling op de benedenflens, welke extra steun op (veiliger) afstand van de brandzijde van de vloer ligt. Mocht de benedenflens bezwijken, dan biedt de steun volgens de uitvinding een vervanging daarvoor, als een soort van substituut benedenflens.The supports, which are particularly welded to the body, form a support surface for the concrete body that fills the aforementioned spaces. The ends of the floor parts, which form virtually one structural whole with that concrete, then have an additional support, in addition to the lower flange, which additional support is at a (safer) distance from the fire side of the floor. Should the lower flange collapse, the support according to the invention offers a replacement for it, as a kind of substitute lower flange.

De steunen zijn bij voorkeur in liggerrichting beschouwd strookvormig, en steken in het bijzonder parallel aan de benedenflens en loodrecht op het lijf van dat lijf uit.The supports are preferably strip-shaped when viewed in the girder direction, and project in particular parallel to the lower flange and perpendicular to the body of that body.

In een uitvoering zijn de steunen in liggerrichting doorlopend. Een dergelijke uitvoering is eenvoudig te vervaardigen en kan over de gehele lengte de extra/vervangende steun verschaffen. De benedenflens kan dan eventueel lichter worden ontworpen bij eenzelfde streefwaarde voor de draagkracht van de ligger.In one embodiment, the supports are continuous in the beam direction. Such an embodiment is easy to manufacture and can provide the extra / replacement support over the entire length. The lower flange can then possibly be designed lighter with the same target value for the bearing capacity of the beam.

In een andere uitvoering, welke de ligger minder toegevoegd gewicht geeft, zijn de steunen plaatselijk en zijn zij in liggerrichting op tussenafstand van elkaar gelegen.In another embodiment, which gives the beam less added weight, the supports are local and are spaced apart in the beam direction.

De steunen kunnen aangebracht zijn op een afstand van 1/5 x hoogte lijf van de benedenflens of meer, in het bijzonder voorts beneden de neutrale lijn van de ligger.The supports can be arranged at a distance of 1/5 x height of the lower flange or more, in particular further below the neutral line of the beam.

De effectiviteit van de steunen wordt bevorderd indien de steunen in zijwaartse richting uitsteken over een afstand van 1/3 x halve benedenflensbreedte of meer.The effectiveness of the supports is promoted if the supports protrude sideways over a distance of 1/3 x half lower flange width or more.

In een uitvoering is de ligger een raatligger en zijn de steunen aangebracht althans ter plaatse van de gaten.In one embodiment the girder is a comb girder and the supports are arranged at least at the location of the holes.

In een composietvloer met raatligger is een betonlichaam aanwezig dat als het ware een interne betonnen dwarsligger vormt. Dit betonlichaam strekt zich in dwarsrichting uit van de ene zijde van de ligger, door het gat in het lijf, naar de andere zijde van de ligger en kan in het geval van kanaalplaten als vloerdelen voorts tot in de kanalen (bijvoorbeeld over 0,5 m) van de kanaalplaat reiken in verband met voldoende bedekking van de koppelwapening. Aldus zijn de kanaalplaten opgehangen aan de lijfplaat van de ligger. In geval van bezwijken van de benedenflens van de raatligger treden echter ter plaatse van de onderrand van de gaten hoge kerfspanningen op in het betonlichaam, dat daardoor kan bezwijken.In a composite floor with a comb girder there is a concrete body that forms, as it were, an internal concrete cross girder. This concrete body extends transversely from one side of the girder, through the hole in the body, to the other side of the girder and, in the case of channel plates as floor parts, can further extend into the channels (for example over 0.5 m ) extend from the channel plate in connection with adequate coverage of the coupling reinforcement. The channel plates are thus suspended from the web plate of the beam. However, in the event of the lower flange of the comb girder collapsing, high notch stresses occur at the lower edge of the holes in the concrete body, which can thereby collapse.

Een doel van de uitvinding is een composietvloer en een raatligger daarvoor te verschaffen waarin dit probleem zich minder snel zal voordoen.An object of the invention is to provide a composite floor and a comb beam therefor in which this problem will occur less quickly.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een composietvloer met tenminste één raatligger en aan weerszijden daarvan daarop direct of indirect steunende vloerdelen met beton, in het bijzonder prefab betonnen vloerdelen, waarbij de raatligger van staal is met een van gaten voorzien lijf, een bovenflens en een benedenflens, waarbij tussen het beton van de vloerdelen en het lijf stortbeton aangebracht is, waarbij ter plaatse van de onderrand van de gaten zijwaarts van het lijf daarvan uitstekende steunen aangebracht zijn welke reiken in het stortbeton. Deze steunen voorkomen in vergaande mate voornoemde kerfwerking.From a further aspect the invention provides a composite floor with at least one comb beam and on either side thereof directly or indirectly supported floor parts with concrete, in particular prefab concrete floor parts, wherein the comb beam is made of steel with a perforated web, an upper flange and a lower flange, wherein poured concrete is arranged between the concrete of the floor parts and the web, wherein at the location of the lower edge of the holes protruding laterally of the web thereof supports are provided which extend into the poured concrete. These supports largely prevent the aforementioned notch effect.

De zojuist genoemde soort steunen kunnen in een raatligger gecombineerd worden met de eerder genoemde steunen, wanneer die steunen zich (ook) aan de onderrand van de gaten bevinden. Alternatief kunnen beide functies vervuld worden door aparte steunen.The aforementioned types of supports can be combined in a comb girder with the aforementioned supports when those supports are (also) at the lower edge of the holes. Alternatively, both functions can be performed by separate supports.

De steunen bij de onderrand kunnen, in een vlak van doorsnede parallel aan het lijf beschouwd concaaf zijn, bij voorkeur gevormd zijn overeenkomstig een onderste gedeelte van de rand van de gaten.The supports at the bottom edge, viewed in a plane of section parallel to the body, may be concave, preferably formed according to a lower portion of the edge of the holes.

De steunen bij de onderrand kunnen gevormd zijn als inzetstuk dat door de gaten reikt en op de rand daarvan ondersteund is. Hierdoor wordt op arbeid bespaard. Het inzetstuk kan voor plaatsingsgemak voorzien zijn van twee deelsteunen aan weerszijden van het lijf en een verbinding daartussen die op de onderrand van de gaten ligt, waarbij de deelsteunen in liggerrichting voorbij de gatrand reiken om een opneemruimte daarvoor te bepalen.The supports at the bottom edge can be formed as an insert that extends through the holes and is supported on the edge thereof. This saves on labor. For ease of placement, the insert can be provided with two part supports on either side of the body and a connection between them which lies on the lower edge of the holes, the part supports extending beyond the hole edge in the beam direction to determine a receiving space therefor.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een raatligger kennelijk geschikt en bestemd voor een composietvloer volgens de uitvinding.From a further aspect the invention provides a comb beam apparently suitable and intended for a composite floor according to the invention.

Indien de gebruikte ligger torsiestijf moet zijn, in het bijzonder tijdens de montagefase, gebruikt men in plaats van een I- of H- vormige ligger een kokerligger waarvan de onderwand verbreed is. Een voorbeeld met een rechthoekige doorsnede is de zogenoemde THQ ligger, een voorbeeld met een trapeziumvormige doorsnede de zogenoemde Delta ligger. De THQ liggers hebben het nadeel dat zij een langsholte vormen, waardoor geluidsisolatie door de vloer beperkt wordt. De Deltaligger kan wel met beton gevuld worden, maar vergt veel materiaal.If the beam used must be torsionally rigid, in particular during the assembly phase, a tubular beam is used instead of an I or H-shaped beam, the bottom wall of which is widened. An example with a rectangular cross-section is the so-called THQ beam, an example with a trapezoidal cross-section the so-called Delta beam. The THQ beams have the disadvantage that they form a longitudinal cavity, as a result of which sound insulation through the floor is limited. The Delta Digger can be filled with concrete, but requires a lot of material.

Een doel van de uitvinding is om een l-raatligger, H-raatligger of zogenoemde asymmetrische raatligger (bovenflens is smaller dan benedenflens) te verschaffen met een voldoende torsiestijfheid tijdens de montagefase.An object of the invention is to provide an I-beam beam, H-beam beam or so-called asymmetrical beam beam (upper flange is narrower than lower flange) with a sufficient torsional rigidity during the mounting phase.

Vanuit een aspect voorziet de uitvinding hiertoe in een raatligger voor vloer- of dakconstructies, vervaardigd van staal met een van gaten voorzien lijf, een bovenflens en een benedenflens, welke benedenflens breder is dan de bovenflens, voorts voorzien van een aantal zich in dwarsrichting van de ligger op afstand van het lijf gelegen, en in liggerrichting op afstand van elkaar gelegen verbindingsplaten, in het bijzonder van staal, die zich tussen bovenflens en benedenflens uitstrekken en daaraan bevestigd zijn. De verbindingsplaten geven de ligger tijdens de montage in het werk een voldoende torsiestijfheid, zonder dat het gewicht van de ligger te veel toeneemt. Zij kunnen gemakkelijk worden geplaatst en vastgelast aan de beide flenzen.From one aspect the invention provides for this purpose a comb girder for floor or roof constructions made of steel with a hole-shaped web, an upper flange and a lower flange, which lower flange is wider than the upper flange, furthermore provided with a number extending transversely of the beam located at a distance from the body, and connecting plates spaced apart in the beam direction, in particular from steel, which extend between the upper flange and the lower flange and are attached thereto. The connecting plates give the beam a sufficient torsional rigidity during assembly in the work, without the weight of the beam increasing too much. They can be easily installed and welded to both flanges.

De verbindingsplaten kunnen ter plaatse van de zijrand van de bovenflens daaraan bevestigd zijn en boven op de benedenflens bevestigd zijn, ter vergroting van de torsiestijfheid.The connecting plates can be attached thereto at the location of the side edge of the upper flange and mounted on top of the lower flange, in order to increase the torsional rigidity.

De verbindingsplaten kunnen in hoofdzaak parallel aan het lijf zijn. De verbindingsplaten of schotten kunnen op de gewenste plaatsen worden aangebracht, rekening houdend met de openingen in de kanaalplaten, plaats van dienstleidingen, eventueel verspringend.The connecting plates can be substantially parallel to the body. The connecting plates or bulkheads can be arranged at the desired places, taking into account the openings in the channel plates, location of service lines, possibly staggered.

De verbindingsplaten kunnen een lengte beschouwd in liggerrichting bezitten die kleiner is dan de hart-op-hartafstand van de gaten in het lijf van de raatligger, teneinde die gaten zoveel mogelijk vrij toegankelijk te houden.The connecting plates can, viewed in the beam direction, have a length that is smaller than the center-to-center distance of the holes in the web of the comb beam, in order to keep those holes freely accessible as much as possible.

De aan eenzelfde zijde van het lijf gelegen verbindingsplaten kunnen op een tussenafstand in liggerrichting van elkaar gelegen zijn die groter is dan, bij voorkeur een aantal malen groter is dan de hart-op-hartafstand van de gaten in het lijf van de raatligger. De aan eenzelfde zijde van het lijf gelegen verbindingsplaten kunnen daarbij op een hart-op-hartafstand van elkaar gelegen zijn die n x de hart-op-hartafstand van de gaten in het lijf van de raatligger bedraagt, waarbij n een natuurlijk getal is.The connecting plates located on the same side of the body can be spaced apart in the beam direction which is greater than, preferably a number of times greater than the center-to-center distance of the holes in the web of the comb beam. The connecting plates located on the same side of the body can then be situated at a center-to-center distance from each other which is n x the center-to-center distance of the holes in the web of the comb beam, where n is a natural number.

Indien één of meer verbindingsplaten in dwarsrichting beschouwd in lijn liggen met een gat van het lijf, kan die verbindingsplaat voorzien zijn van een doorvoeropening in lijn met dat gat.If one or more connecting plates, viewed in transverse direction, are in line with a hole of the body, said connecting plate may be provided with a passage opening in line with that hole.

In geval van aanwezigheid van voornoemde steunen heeft het, in verband met de verdeling van het stortbeton de voorkeur dat de verbindingsplaten in dwarsrichting beschouwd op afstand liggen van de steunen.In the case of the presence of the aforementioned supports, it is preferred, in connection with the distribution of the poured concrete, that the connecting plates, viewed in transverse direction, are spaced apart from the supports.

Raatliggers kunnen samengesteld zijn. Daartoe worden van een combinatie van twee verschillende liggers, zoals een l-ligger en een H-ligger, twee verschillende l-liggers, twee verschillende H-liggers, etcetera, de na het snijden daarvan verkregen helften aan elkaar gelast, ter plaatse van de snijranden. Aldus wordt een samengestelde stalen ligger verkregen, ook wel asymmetrische raatligger genoemd. Zie bijvoorbeeld WO 2006/129057.Combs can be assembled. To that end, of a combination of two different beams, such as an L-beam and an H-beam, two different L-beams, two different H-beams, etc., the halves obtained after cutting thereof are welded together at the location of the cutting edges. A composite steel beam is thus obtained, also referred to as an asymmetrical comb beam. See for example WO 2006/129057.

Het is bekend om de hoogte van een samengestelde stalen ligger op de wensen af te stemmen. In EP 1.687.106 wordt een verlaging van het samengestelde profiel bereikt door een extra langsstrook materiaal weg te halen. Men moet echter van tevoren precies weten hoe breed die strook moet zijn. In US 3.066.394 wordt de hoogte vergroot door tussenstukjes op te nemen.It is known to adjust the height of a composite steel beam to the wishes. In EP 1,687,106 a reduction of the composite profile is achieved by removing an additional longitudinal strip of material. However, one must know in advance exactly how wide that strip should be. In US 3,066,394 the height is increased by including spacers.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een alternatief, met een raatligger met een bovenflens, een benedenflens en een zich daartussen uitstrekkend lijf, waarbij het lijf een bovendeel en een benedendeel omvat die respectievelijk als één geheel gevormd zijn met de bovenflens en de benedenflens en aan elkaar bevestigd zijn, waarbij het bovendeel en het benedendeel van het lijf in dwarsrichting van de ligger verzet gelegen zijn en de bovenste randgedeelten van het benedendeel hoger liggen dan de onderste randgedeelten van het bovendeel.From a further aspect, the invention provides an alternative, with a comb girder with an upper flange, a lower flange and a body extending therebetween, wherein the body comprises an upper part and a lower part which are respectively integrally formed with the upper flange and the lower flange and are attached to each other, the upper part and the lower part of the body being offset in the transverse direction of the beam and the upper edge parts of the lower part being higher than the lower edge parts of the upper part.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding, anders omschreven, in een raatligger met een bovenflens, een benedenflens en een zich daartussen uitstrekkend lijf, waarbij het lijf een bovendeel en een benedendeel omvat die respectievelijk als één geheel gevormd zijn met de bovenflens en de benedenflens en aan elkaar bevestigd zijn, waarbij, beschouwd in een vlak van projectie in hoofdzaak parallel aan het lijf, het bovendeel en het benedendeel van het lijf in het gebied van de gaten althans deels samenvallen.From a further aspect, the invention, otherwise described, provides a comb girder with an upper flange, a lower flange and a body extending therebetween, the body comprising an upper part and a lower part which are respectively integrally formed with the upper flange and the lower flange and are attached to each other, wherein, viewed in a plane of projection substantially parallel to the body, the upper part and the lower part of the body coincide at least partly in the area of the holes.

De bovenflens en lijf-bovendeel kan door deling afkomstig zijn van een l-ligger. De benedenflens en lijf-benedendeel kan door deling afkomstig zijn van een H-ligger. Samenvoeging van beide geeft een zogenoemde asymmetrische ligger.The upper flange and upper body portion can come from an L-beam by division. The lower flange and body lower part can come from an H-beam by division. Combining the two gives a so-called asymmetrical beam.

Met de uitvinding kan de hoogte van de samengestelde ligger op een verrassende, variabele wijze, traploos, ingesteld worden, indien de beide delen aan elkaar gelast worden.With the invention, the height of the assembled beam can be adjusted in a surprising, variable manner, stepless, if the two parts are welded together.

Alternatief is het ook mogelijk de beide lijfdelen te voorzien van gaten op gewenste afstand van de flenzen, zodat de beide lijfdelen met boutverbindingen aan elkaar bevestigd kunnen worden in plaats van door lassen.Alternatively, it is also possible to provide the two body parts with holes at a desired distance from the flanges, so that the two body parts can be attached to each other with bolted connections instead of by welding.

Indien de zijranden van de uitsparingen niet schuin lopen, doch verticaal, zal de breedte van het te realiseren gat in de samengestelde ligger steeds hetzelfde zijn, ongeacht hoever de beide liggers langs elkaar zijn geschoven voorafgaande aan het lassen.If the side edges of the recesses do not run obliquely, but vertically, the width of the hole to be realized in the assembled beam will always be the same regardless of how far the two beams are pushed past each other before welding.

Indien men uitgaat van een bepaalde hoogste maat l-ligger en H-ligger, dan kan elke gewenste hoogte voor de samengestelde ligger worden bereikt, in het bijzonder bij bevestiging door lassen.If a certain highest dimension I-beam and H-beam are assumed, any desired height for the assembled beam can be achieved, in particular when it is fixed by welding.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke samengestelde ligger, waarbij een eerste I- of H-vormige uitgangsligger in het lijf wordt gesneden om deze in langsrichting te delen, onder het vormen van uitsparingen aan de snijrand voor de gaten van de te vervaardigen raatligger, waarbij een tweede I- of H-vormige uitgangsligger in het lijf wordt gesneden om deze in langsrichting te delen, eventueel ook onder het vormen van uitsparingen aan de snijrand voor het vormen van de gaten van de te vervaardigen raatligger, waarbij één van beide delen van de eerste ligger en één van beide delen van de tweede ligger met de lijven naast elkaar worden geplaatst en na het instellen van de gewenste afstand tussen bovenflens en benedenflens aan elkaar bevestigd worden, waarbij bij voorkeur die handelingen worden herhaald met de overblijvende delen van beide uitgangsliggers.From a further aspect, the invention provides a method for manufacturing such a composite beam, wherein a first I-shaped or H-shaped exit beam is cut into the body to divide it longitudinally, forming recesses at the cutting edge for the holes of the comb beam to be produced, wherein a second I or H-shaped output beam is cut in the body to divide it in the longitudinal direction, optionally also while forming recesses on the cutting edge for forming the holes of the mold to be produced comb beam, wherein one of both parts of the first beam and one of both parts of the second beam with the webs are placed next to each other and after setting the desired distance between upper flange and lower flange are attached to each other, preferably those operations being performed repeated with the remaining parts of both girders.

In een eerste verdere uitvoering worden de beide delen van de samengestelde ligger aan elkaar gelast. In een tweede verdere uitvoering worden de beide delen aan elkaar bevestigd met boutverbindingen.In a first further embodiment, the two parts of the assembled beam are welded together. In a second further embodiment, the two parts are attached to each other with bolt connections.

In een verdere ontwikkeling van de werkwijze volgens de uitvinding wordt na het snijden van de uitgangsligger die voorzien is van de benedenflens voor de te maken samengestelde ligger en voorafgaand aan het aan elkaar bevestigen van de beide delen alleen het deel dat de benedenflens van de te maken samengestelde ligger heeft ondergedompeld in een zinkbad. Hierdoor kan bespaard worden op de verzinkkosten. Gewoonlijk wordt alleen een gehele ligger ondergedompeld in een bad van zuur en zink om de onderflens te verzinken met het oog op preventie van roestvorming. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan voor liggers bestemd voor vloeren van parkeergarages. Door in plaats van lassen een boutverbinding toe te passen kan het verzinken plaatsvinden voordat de samengestelde ligger gereed is, over een veel kleiner oppervlak.In a further development of the method according to the invention, after cutting the output girder which is provided with the lower flange for the composite girder to be made and prior to fixing the two parts together, only the part that makes the lower flange of the compound girder has been immersed in a zinc bath. This can save on the galvanizing costs. Usually only an entire beam is immersed in a bath of acid and zinc to galvanize the bottom flange for the purpose of preventing rusting. This is done, for example, for beams intended for floors of parking garages. By using a bolt connection instead of welding, galvanizing can take place before the assembled beam is ready, over a much smaller surface.

Het komt voor dat een ligger in een composietvloer om redenen van sterkte een zodanig grote lijfhoogte moet hebben, dat de onderflens komt te liggen op een afstand beneden het beoogde niveau van het ondervlak van de vloerdelen, zoals kanaalplaten. Om de vloerdelen toch te laten steunen op de ligger worden dan aan de randen van de benedenflens opstaande randstroken gelast, waarop de vloerdelen steun kunnen vinden. Dat vergt extra arbeid en leidt tot een verhoging van de bouwkosten. Bovendien kan dit esthetisch bezwaarlijk zijn.It sometimes happens that for reasons of strength a beam in a composite floor must have such a large body height that the lower flange comes to lie at a distance below the intended level of the lower surface of the floor parts, such as channel plates. In order to nevertheless allow the floor parts to rest on the beam, edge strips are welded on the edges of the lower flange, on which the floor parts can be supported. This requires extra work and leads to an increase in construction costs. Moreover, this can be aesthetically difficult.

Een doel van de uitvinding is hierin verbetering te brengen.An object of the invention is to improve on this.

Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een ligger, in het bijzonder raatligger, voor bouwconstructies, met een benedenflens en een daaraan op een bevestigingsplaats bevestigd, zich daarvan opwaarts uitstrekkend liggerdeel, zoals een lijf of langstunnel, waarbij de benedenflens zijwaarts uitsteekt van voornoemd liggerdeel en voorgevormd is om een in dwarsdoorsnede holle vorm te bepalen, waarbij althans één van de langsranden van de benedenflens hoger ligt dan de bevestigingsplaats. Deze uitvinding is dus zowel toepasbaar op de voornoemde Delta-ligger en THQ-ligger en andere soorten geïntegreerde vloer liggers, zoals IFB, SFB, MSI, als op in hoofdzaak I-liggers of H-liggers of combinaties daarvan.From a further aspect the invention provides a beam, in particular a comb beam, for building constructions, with a lower flange and a beam part attached thereto at an attachment location, extending upwardly therefrom, such as a web or longitudinal tunnel, the lower flange protruding sideways from said beam part and is preformed to define a cross-sectional shape, wherein at least one of the longitudinal edges of the lower flange is higher than the mounting location. This invention is therefore applicable both to the aforementioned Delta beam and THQ beam and other types of integrated floor beams, such as IFB, SFB, MSI, and to substantially I-beams or H-beams or combinations thereof.

Bij voorkeur bepaalt de benedenflens een in dwarsdoorsnede komvorm, waarbij beide langsranden van de benedenflens hoger liggen dan de bevestigingsplaats. Bij voorkeur liggen beide langsranden op onderling gelijke hoogte.The lower flange preferably defines a cross-sectional shape, wherein both longitudinal edges of the lower flange are higher than the mounting location. Both longitudinal edges are preferably at the same height from each other.

De uitvinding voorziet verder in een gebouw voorzien van één of meer composietvloeren volgens de uitvinding.The invention further provides a building provided with one or more composite floors according to the invention.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. Those individual aspects and other aspects can be the subject of targeted split-off patent applications. This applies in particular to the measures and aspects that are described per se in the subclaims.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuren 1A en 1B respectievelijk een isometrisch aanzicht op een eerste en een tweede uitvoering van een raatligger met toegevoegde steunen volgens de uitvinding;Figures 1A and 1B show an isometric view, respectively, of a first and a second embodiment of a comb beam with added supports according to the invention;

Figuren 2A-E een aantal voorbeelden van raatliggers volgens de uitvinding voorzien van toegevoegde steunen;Figures 2A-E show a number of examples of comb beams according to the invention with added supports;

Figuren 3A-C een aantal opeenvolgende stappen in het maken van een composietvloer met een raatligger volgens de uitvinding, in dwarsdoorsnede;Figures 3A-C show a number of consecutive steps in making a composite floor with a comb beam according to the invention, in cross-section;

Figuren 4A-E respectievelijk een dwarsdoorsnede en een zijaanzicht op een torsieversterkte raatligger volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, alsmede enkele alternatieve details daarvan;Figures 4A-E show respectively a cross-section and a side view of a torsion-reinforced comb beam according to an exemplary embodiment of the invention, as well as some alternative details thereof;

Figuren 5A-E enige opeenvolgende stappen in de vervaardiging van een voorbeelduitvoering van een samengestelde raatligger volgens de uitvinding;Figures 5A-E show some successive steps in the manufacture of an exemplary embodiment of a composite comb beam according to the invention;

Figuren 5F en 5G een alternatieve wijze van het maken van een samengestelde raatligger volgens de uitvinding; enFigures 5F and 5G show an alternative way of making a composite comb beam according to the invention; and

Figuren 6A-C enkele dwarsdoorsneden door voorbeelduitvoeringén van liggers volgens de uitvinding voorzien van concave benedenflenzen.Figures 6A-C show some cross-sections through exemplary embodiments of beams according to the invention provided with concave lower flanges.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De asymmetrische stalen raatligger 1 in figuur 1A omvat een lijf 2, een benedenflens 3 en een bovenflens 4. Het lijf 2 is ontstaan uit samenvoeging van een deellijf 2a en een deellijf 2b, die respectievelijk met flenzen 3 en 4 nagenoeg de helft van een H-ligger en een l-ligger vormen. Die H-ligger en I-ligger zijn eerder in langsrichting gesneden onder mede-vorming van uitsparingen. Daarna zijn van elk van die liggers telkens helften op de snijranden aan elkaar gelast, om de in figuur 1A afgebeelde ligger 1 te vormen, in tweevoud. In figuur 1 zijn de snijranden 5a,5b aangegeven, waar de lasverbinding gemaakt is. De uitgesneden uitsparingen vormen daarbij gaten 6, die begrensd worden door snijrandgedeelten 7a-d. Snijrandgedeelte 7a vormt een onderrand van gat 6.The asymmetrical steel comb beam 1 in Fig. 1A comprises a body 2, a lower flange 3 and an upper flange 4. The body 2 is formed from the joining of a part body 2a and a part body 2b, which with flanges 3 and 4 are respectively substantially half of an H -beam and an L-beam. That H-beam and I-beam are previously cut in the longitudinal direction with the aid of recesses. Thereafter, halves of each of these beams are welded together on the cutting edges to form the beam 1 shown in Figure 1A, in duplicate. Figure 1 shows the cutting edges 5a, 5b where the weld connection is made. The cut-out recesses thereby form holes 6, which are bounded by cutting edge portions 7a-d. Cutting edge portion 7a forms a lower edge of hole 6.

Ter hoogte van de onderranden 7a, die op ongeveer 1/3 hoogte lijf boven de benedenflens 3 gelegen zijn, zijn aan het lijf 2 aan weerszijden daarvan, met de flenzen 3 en 4 evenwijdige, stalen langsstroken 8a,8b vastgelast, welke langsstroken 8a,b toegevoegde steunstroken vormen, zoals hieronder wordt toegelicht. De langsstroken 8a,b hebben een breedte van minimaal 1/3 van de breedte van de helft van de benedenflens 3.At the level of the lower edges 7a, which are situated at approximately 1/3 height of the body above the lower flange 3, steel longitudinal strips 8a, 8b parallel to the flanges 3 and 4 are welded to the body 2 on both sides thereof, which longitudinal strips 8a, b form added support strips, as explained below. The longitudinal strips 8a, b have a width of at least 1/3 of the width of half of the lower flange 3.

De raatligger 1 in figuur 1B komt overeen met de raatligger van figuur 1A, echter in dit geval zijn de langsstroken vervangen door deelstroken 8a,b die bevestigd zijn aan het lijf 2 ter plaatse van de onderranden 7a van de gaten 6.The comb girder 1 in Figure 1B corresponds to the comb girder of Figure 1A, but in this case the longitudinal strips have been replaced by sub-strips 8a, b which are attached to the web 2 at the lower edges 7a of the holes 6.

In figuur 2A is in doorsnede aangegeven dat de steunstroken 8a,b één geheel met elkaar kunnen vormen en het gat 6 als het ware doorsteken. Een voorbeelduitwerking daarvan is weergegeven in de figuren 2D, bovenaanzicht, en figuur 2E, waarin een plaat 8 die voorzien is van spleten 9 met een breedte overeenkomstig de dikte van lijf 2 getoond wordt. De plaat 8 kan in het gat 6 gestoken worden en dan met de spleten 9 over de schuine randgedeelten 7c naar beneden tot aanslag bovenop onderrand 7a gebracht worden, om daaraan vastgelast te worden.Figure 2A shows in cross-section that the support strips 8a, b can form one whole with each other and, as it were, pierce the hole 6. An exemplary elaboration thereof is shown in figures 2D, top view, and figure 2E, in which a plate 8 provided with slits 9 with a width corresponding to the thickness of body 2 is shown. The plate 8 can be inserted into the hole 6 and then brought with the slits 9 over the sloping edge portions 7c down to stop on top of bottom edge 7a, for being welded to it.

In figuur 2B zijn de aan weerszijden van het lijf 2 gelegen steunstroken 8a,b apart aan het lijf 2 gelast, echter zodanig dat de onderrand 7a in één vlak ligt met het bovenvlak van de steunstroken 8a,b.In Figure 2B, the support strips 8a, b located on either side of the body 2 are separately welded to the body 2, but such that the lower edge 7a lies in one plane with the upper surface of the support strips 8a, b.

In figuur 2C is een alternatief voor de stroken 8a,b van figuur 2B weergegeven, waarbij een stalen steunkoker 8 door een gat 6 reikt en daarin is vastgelast. In plaats van een koker kan ook een gedeelte van een koker worden toegepast, dat bijvoorbeeld in de vorm van een U-vormig gootje aan de onderrand van het gat is vastgelast.Figure 2C shows an alternative to the strips 8a, b of Figure 2B, wherein a steel support tube 8 extends through a hole 6 and is welded therein. Instead of a sleeve, it is also possible to use a portion of a sleeve which, for example, is welded to the lower edge of the hole in the form of a U-shaped channel.

In figuur 3A is de raatligger van figuur 1A in het werk, vloer 10, geplaatst. De raatligger 1 steunt aan de einden op niet weergegeven kolommen. Op de benedenflens 3 zijn aan weerszijden kanaalplaten 20a,b opgelegd, waarvan de kanalen 22a,b zich dwars op de liggerrichting uitstrekken. Aan de eindranden zijn de kanaalplaten 20a,b ter plaatse van de kanalen van bovenaf opengewerkt, zodat afzonderlijke, van bovenaf toegankelijke uitsparingen 24a,b zijn gevormd. De toegang tot de kanalen 22a,b is afgedicht met een kap 23a,b.In figure 3A the comb girder of figure 1A is placed in the work floor 10. The comb girder 1 rests at the ends on columns not shown. Channel plates 20a, b are placed on the lower flange 3 on either side, the channels 22a, b of which extend transversely to the beam direction. At the end edges, the channel plates 20a, b are cut open at the location of the channels from above, so that separate recesses 24a, b accessible from above are formed. The access to the channels 22a, b is sealed with a cap 23a, b.

Tussen de eindranden van de kanaalplaten 20a,b de raatligger 1 zijn aan weerszijden daarvan ruimtes 13a,b gevormd. Hierin zijn langswapeningstsaven 11 gesteld, en voorts zijn dwars daarop, reikend door het gat, koppelingsstaven 12 gesteld die met hun einden tot in de uitsparingen 24a,b reiken, tot nabij de kappen 23a,b.Spaces 13a, b are formed on either side thereof between the end edges of the channel plates 20a, b and the comb girder. Positioned therein are longitudinal reinforcement bars 11, and furthermore transverse thereto, extending through the hole, are coupling bars 12 which extend with their ends into the recesses 24a, b, close to the caps 23a, b.

In figuur 3B is weergegeven dat de ruimtes 13a,b worden gevuld met stortbeton, richtingen A, waarbij het beton tevens de uitsparingen 24a,b vult en daarbij de koppelingsstaven 12 omgeeft. Het beton kan door de gaten 6 vloeien, richtingen B, zodat de ruimtes 13a,b volledig gevuld worden. Na harding vormt het beton van de ruimtes 13a,b met de langswapening 11 als het ware een aan de raatligger 1 toegevoegde betonligger. Ter plaatse van de gaten 6 zijn voorts dwars op het lijf 2 gerichte inwendige betonlichamen te onderscheiden, welke zich uitstrekken tussen de kappen 23a,b en een soort van betondeuvels vormen, die mede een ophanging vormen voor de kanaalplaten aan de raatligger 1.Figure 3B shows that the spaces 13a, b are filled with poured concrete, directions A, wherein the concrete also fills the recesses 24a, b and thereby surrounds the coupling bars 12. The concrete can flow through the holes 6, directions B, so that the spaces 13a, b are completely filled. After hardening, the concrete of the spaces 13a, b with the longitudinal reinforcement 11 forms, as it were, a concrete beam added to the comb girder 1. At the location of the holes 6, furthermore, internal concrete bodies directed transversely to the body 2 can be distinguished, which extend between the caps 23a, b and form a type of concrete dowels, which also form a suspension for the channel plates on the girder 1.

In geval van brand in de ruimte 100 beneden de vloer 10, zie figuur 3C, kan de benedenflens 3 zodanig vervormd raken, dat de oplegfunctie voor de onderzijde 21a,b van de kanaalplaten 20a,b niet meer voldoende wordt vervuld. Ook zal de ondersteuning voor het betonlichaam dat de betonligger vormt voor een aanzienlijk deel kunnen wegvallen, met als mogelijk gevolg dat deze kan afschuiven van de raatligger 1.In the event of a fire in the space 100 below the floor 10, see figure 3C, the lower flange 3 can become deformed such that the support function for the underside 21a, b of the channel plates 20a, b is no longer sufficiently fulfilled. A substantial part of the support for the concrete body that forms the concrete girder can also fall away, with the possible consequence that it can slide off the comb girder 1.

Door de steunstroken 8a,b wordt echter een extra oplegvlak voor het betonlichaam verschaft, waardoor de voornoemde betonligger zijn integriteit en daarmee zijn sterkte kan behouden. De kanaalplaten blijven voldoende ondersteund via de voomoemde betondeuvels met koppelwapening, door de raatligger 1.However, the supporting strips 8a, b provide an additional bearing surface for the concrete body, whereby the aforementioned concrete girder can retain its integrity and thus its strength. The channel plates remain sufficiently supported via the aforementioned concrete dowels with coupling reinforcement by the comb girder 1.

In het weergegeven voorbeeld, waarin de steunstroken met hun bovenvlak in één vlak liggen met de onderrand 7a van de gaten 6, en als het ware een verbreding vormen voor de gatranden, wordt daarbij voorkomen dat voomoemde betondeuvels bezwijken als gevolg van anders optredende kerfwerking van de onderranden 7a.In the example shown, in which the support strips lie with their upper surface in one plane with the lower edge 7a of the holes 6, and, as it were, form a widening for the hole edges, the above-mentioned concrete dents are prevented from collapsing as a result of the notch effect of the notching occurring differently. lower edges 7a.

Opgemerkt wordt dat deze beide steunfuncties ook vervuld kunnen worden door van elkaar verschillende steunstroken, waarbij op een kleine afstand beneden de onderranden van de gaten in het lijf een in langsrichting doorgaande steunstrook aangebracht is en enkel ter plaatse van de onderranden van de gaten een plaatselijk steunstrookje voor verbreding van de gatranden.It is noted that these two support functions can also be fulfilled by mutually different support strips, wherein a longitudinally extending support strip is arranged at a small distance below the lower edges of the holes in the body and a local support strip is provided only at the lower edges of the holes. for widening the hole edges.

In de figuren 4A en 4B is een stalen raatligger 31 getoond, met een middenlijf 32, een benedenflens 33 en een bovenflens 34, waarbij de benedenflens 33 breder is dan de bovenflens 34. In het lijf 32 zijn gaten 36 aanwezig. Op in liggerrichting op afstand van elkaar gelegen plaatsen zijn tussen de langsranden 34a,b van de bovenflens 34 en de benedenflens 33 stalen verbindingsplaten 38 door lassen daaraan bevestigd, om de torsiestijfheid van de ligger 31 te vergroten. De platen 38 liggen in verticale vlakken parallel aan het lijf 32 en liggen bijvoorbeeld een tussenafstand van elkaar van 2x de hart-op-hart afstand van de gaten 36. Zoals te zien in figuur 4B blijven er dan voldoende gaten 36 vrij voor doorvoer van wapening of leidingen. Indien een plaat 38 op ongewenste wijze een gat 36 afdekt, kan de betreffende plaat 36 voorzien zijn van een gat 39 van geschikte grootte en vorm, in lijn met een gat 36.Figures 4A and 4B show a steel comb girder 31, with a center web 32, a lower flange 33 and an upper flange 34, the lower flange 33 being wider than the upper flange 34. Holes 36 are present in the body 32. At spaced apart positions in the girder direction, steel connecting plates 38 are fixed between the longitudinal edges 34a, b of the upper flange 34 and the lower flange 33 therein to increase the torsional rigidity of the girder 31. The plates 38 lie in vertical planes parallel to the body 32 and are, for example, spaced apart twice the center-to-center distance of the holes 36. As can be seen in Figure 4B, sufficient holes 36 then remain free for the reinforcement passage or pipes. If a plate 38 covers a hole 36 in an undesirable manner, the plate 36 in question may be provided with a hole 39 of suitable size and shape, in line with a hole 36.

In de figuren 4C-E zijn andere mogelijke vormen van de verbindingsplaten weergegeven.4C-E shows other possible forms of the connecting plates.

In de figuren 5A-E is het vervaardigen van een paar samengestelde raatliggers aanschouwelijk gemaakt. In de figuren 5A en 5B zijn respectievelijk stalen uitgangsligger 41 (bijvoorbeeld IP ligger) en stalen uitgangsligger 51 (bijvoorbeeld HE) getoond. De flenzen 53,54 zijn breder dan de flenzen 43,44. De hoogte van de lijven 42 en 52 kan gelijk zijn, maar dat is geen vereiste.In the figures 5A-E, the manufacture of a pair of composite comb beams is illustrated. In Figures 5A and 5B, steel output girder 41 (e.g., IP girder) and steel output girder 51 (e.g., HE) are shown, respectively. The flanges 53.54 are wider than the flanges 43.44. The height of the webs 42 and 52 can be the same, but that is not a requirement.

De beide liggers 41,51 worden gedeeld, zie snedes C. In figuren 5C en 5D is het resultaat weergegeven van het snijden, met deelliggers 41a,41b en 51a, 51b. De snedes resulteren in een kanteelachtige loop van de rand 45,55, waarbij door afwijking van een snijlijn parallel aan de liggerrichting uitsparingen zijn gevormd, met randen 47a,c, 57a,c. Opgemerkt wordt dat men er voor kan kiezen om één van de beide liggers door te snijden volgens een doorgaande snijlijn parallel aan de liggerrichting en de andere ligger te snijden met, dan eventueel grotere, uitsparingen.The two girders 41, 51 are divided, see cuts C. Figures 5C and 5D show the result of the cutting, with girders 41a, 41b and 51a, 51b. The cuts result in a tilt-like course of the edge 45.55, with recesses being formed parallel to the beam direction due to deviation from a cutting line, with edges 47a, c, 57a, c. It is noted that one can choose to cut through one of the two beams according to a continuous cutting line parallel to the beam direction and to cut the other beam with, then possibly larger, recesses.

Voor het vormen van twee samengestelde raatliggers brengt men de deelliggers 41a en 51a samen, en ook de deelliggers 41b en 51b. Daarbij worden de lijven niet, zoals gewoonlijk, precies in lijn boven elkaar gebracht en dan op de snijrandgedeelten 45a,55a en 45b,55b aan elkaar gelast, maar met de lijven naast en tegen elkaar, zie lasnaden 65a,b. Nadat de juiste hoogte H, figuur 5E, is ingesteld last men de deelliggers aan elkaar, ter plaatse van de snijrandgedeelten 45a,55a en 45b,55b, dan tegen het naastgelegen lijf.To form two composite comb beams, the beam members 41a and 51a are brought together, and also the beam members 41b and 51b. In this case, the webs are not, as usual, exactly brought one above the other and then welded together on the cutting edge sections 45a, 55a and 45b, 55b, but with the webs next to and against each other, see weld seams 65a, b. After the correct height H, figure 5E, has been set, the sub-girders are welded to each other at the location of the cutting edge portions 45a, 55a and 45b, 55b, then against the adjacent body.

In figuur 5F is een snijpatroon weergegeven voor een alternatieve wijze van het maken van een samengestelde raatligger. Met de kanteelsnede worden ook gaten 64 bestemd voor bouten gemaakt, op een geselecteerde hoogte. De beide liggerdelen 42a’en 52a’ kunnen dan, eventueel nadat de deelligger 52a’ ondergedompeld is geweest in een zinkbad, door dwars op het lijf staande boutverbindingen 65’ aan elkaar bevestigd worden. In een voordelige uitvoering maakt men de gaten 64 daar waar de neutrale lijn van de samengestelde raatligger komt te liggen.Figure 5F shows a cutting pattern for an alternative method of making a composite comb girder. Holes 64 intended for bolts are also made with the tilt cut at a selected height. The two beam members 42a 'and 52a' can then, possibly after the sub-beam 52a 'has been immersed in a zinc bath, be fastened to each other by bolt connections 65' standing transversely to the body. In an advantageous embodiment, the holes 64 are made where the neutral line of the assembled comb girder is located.

In figuren 6A-C zijn stalen liggers 61,71,81 weergegeven met bijzonder uitgevoerde benedenflenzen 63,64,65. Deze zijn als één geheel gevormd en hebben een concave vorm, waarbij de langsranden 63a,b, 73a,b, 83a,b de hoogste punten vormen van de benedenflenzen en een voorafbepaalde oplegrand kunnen vormen voor vloerdelen. In voorkomende gevallen kan de benedenflens asymmetrisch zijn, in die zin dat slechts één zijrand hoger ligt dat de plaats van ontmoeting benedenflens-lijf. Dit kan bijvoorbeeld gewenst zijn indien de plaat aan de ene zijde een kleinere dikte heeft dan die aan de andere zijde, waarbij de oplegrand dat dikteverschil vereffend.In figures 6A-C, steel beams 61.71.81 are shown with particularly designed lower flanges 63.64.65. These are formed as a whole and have a concave shape, the longitudinal edges 63a, b, 73a, b, 83a, b forming the highest points of the lower flanges and being able to form a predetermined bearing edge for floor parts. In some cases, the lower flange can be asymmetrical, in the sense that only one side edge is higher than the location of the lower flange body. This may be desirable, for example, if the plate has a smaller thickness on one side than that on the other side, the bearing edge compensating for that difference in thickness.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties duidelijk zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be apparent to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention.

Claims

1. Composite comb girder with an upper flange, a lower flange and a body extending therebetween, the body comprising an upper part and a lower part which are respectively integrally formed with the upper flange and the lower flange, characterized in that the upper part and the lower part of the body are offset in the transverse direction of the beam and the upper edge parts of the lower part are higher than the lower edge parts of the upper part.

Composite comb girder according to the preamble of claim 1, wherein, viewed in a plane of projection substantially parallel to the body, the upper part and the lower part of the body coincide at least partly in the region of the holes of the comb girder.

3. A comb beam as claimed in claim 1 or 2, wherein the upper flange and upper body come from an L beam by division.

A comb beam as claimed in claim 1 or 2, wherein the lower flange and body lower part come from an H beam as a division.

The comb girder according to any one of claims 1-4, wherein the upper part and the lower part of the body are connected to each other by welding.

The comb girder according to any of claims 1-4, wherein the upper part and the lower part of the body are attached to each other by bolt connections which extend transversely to the body.

A comb beam as claimed in claim 6, wherein the bolt connections are located at least substantially on a longitudinal surface that is transverse to the web of the comb beam and contains the neutral line of the comb beam.

A method for manufacturing a composite comb girder according to any of claims 1-7, wherein a first I or H-shaped exit girder is cut in the body to divide it longitudinally, forming recesses on the cutting edge for the holes of the comb beam to be manufactured, wherein a second I or H-shaped output beam is cut in the body to divide it in the longitudinal direction, possibly also while forming recesses on the cutting edge for forming the holes of the comb beam to be produced wherein one of both parts of the first girder and one of both parts of the second girder are placed with the webs next to each other and are attached to each other after the desired distance between upper flange and lower flange has been set, preferably repeating those operations with the remaining parts of both exit beams.

The method of claim 8, wherein the two parts of the composite beam are welded together.

The method of claim 8, wherein the two parts of the assembled beam are attached to each other with bolted connections.

A method according to claim 10, wherein the bolt connections are realized at a location between the upper flange and the lower flange which at least substantially coincides with the neutral line of the assembled comb girder.

A method according to claim 10 or 11, wherein after cutting the output girder provided with the lower flange for the composite girder to be made and prior to fixing the two parts together, only the part comprising the lower flange of the composite to be made beam has been immersed in a zinc bath.

13. A comb girder for floor or roof constructions, made of steel with a body provided with holes, an upper flange and a lower flange, which lower flange is wider than the upper flange, furthermore provided with a number disposed at a distance from the girder in the transverse direction of the girder. and connecting plates spaced apart in the girder direction, in particular of steel, which extend between the upper flange and the lower flange and are attached thereto.

A comb beam as claimed in claim 13, wherein the connecting plates are attached thereto at the side edge of the upper flange.

A comb beam according to claim 13 or 14, wherein the connecting plates are mounted on top of the lower flange.

A comb beam according to claim 13, 14 or 15, wherein the connecting plates are substantially parallel to the web.

17. A comb beam according to any one of claims 13-16, wherein the connecting plates have a length viewed in the beam direction that is smaller than the center-to-center distance of the holes in the web of the comb beam.

A comb beam according to any one of claims 13-17, wherein the connecting plates located on the same side of the body are spaced apart from one another in the beam direction which is greater than, preferably a number of times greater than the center-to-center distance of the holes in the web of the comb beam.

A comb member as claimed in claim 18, wherein the connecting plates located on the same side of the body are at a center-to-center distance from each other which is nx the center-to-center distance of the holes in the web of the comb-beam, wherein n is a natural number.

A comb beam as claimed in any one of claims 13-19, wherein one or more connecting plates, viewed in transverse direction, lie in line with a hole of the body, said connecting plate being provided with a passage opening in line with said hole.

A beam for building structures, with a bottom flange and a beam member attached thereto at an attachment location, extending upwardly therefrom, such as a web or longitudinal tunnel, the lower flange protruding sideways from said beam member and being preformed to define a cross-sectional shape, at least one of the longitudinal edges of the lower flange is higher than the mounting location.

A beam as claimed in claim 21, wherein the lower flange defines a cross-sectional shape, wherein both longitudinal edges of the lower flange are higher than the mounting location.

A beam as claimed in claim 22, wherein both longitudinal edges are mutually equal in height.

The beam of claim 21, 22 or 23, wherein the beam is an I or H beam.

The beam of any one of claims 21 to 24, wherein the beam is a comb beam.

26. Composite floor with at least one girder, in particular comb girder, and on at least one side, in particular on either side thereof, floor parts directly or indirectly supported thereon with concrete, in particular prefab concrete floor parts, wherein the girder is of steel with a web , an upper flange and a lower flange, wherein poured concrete is arranged between the concrete of the floor parts and the web, characterized in that the web of the comb beam is provided on at least one side, at a distance above the lower flange, with supports projecting laterally thereof, reach into the poured concrete.

The composite floor of claim 26, wherein the web of the girder is provided on either side with laterally protruding supports which extend into the poured concrete.

Composite floor according to claim 26 or 27, wherein the supports, viewed in the girder direction, are strip-shaped, and in particular protrude parallel to the lower flange and perpendicular to the web of that web.

Composite floor according to claim 26, 27 or 28, wherein the supports are continuous in the beam direction.

Composite floor according to claim 26, 27 or 28, wherein the supports are local and are spaced apart in the girder direction.

A composite floor according to any one of claims 26-30, wherein the supports are arranged at a distance of 1/5 x height of the lower flange or more.

The composite floor of claim 31, wherein the supports are disposed below the neutral line of the beam.

The composite floor of any one of claims 26-32, wherein the supports protrude sideways over a distance of 1/3 x half lower flange width or more.

A composite floor according to any one of claims 26-33, wherein the beam is a comb beam and the supports are arranged at least at the location of the holes.

A composite floor according to the preamble of claim 26 or according to claim 34, wherein the supports are arranged at the bottom edge of the holes.

The composite floor of claim 35, wherein the supports, viewed in a plane of cross-section parallel to the web, are preferably formed in accordance with a lower portion of the edge of the holes.

The composite floor of claim 35, wherein the supports are formed as an insert that extends through the holes and is supported on the edge thereof.

The composite floor of claim 37, wherein the insert is formed with two part supports on either side of the body and a connection between them lying on the lower edge of the holes, the part supports extending beyond the hole edge in the beam direction to determine a receiving space therefor.

A comb beam apparently suitable and intended for a composite floor according to any one of claims 26-38.

A comb beam as claimed in claim 39 and one of claims 13-20, wherein the connecting plates, viewed in transverse direction, are spaced apart from the supports.

41. Building provided with one or more composite floors according to one of claims 26-38.

42. Floor construction provided with one or more beams according to one of claims 1-7, 13-25, 39 and 40.

43. Floor provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings.

44. Girder provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings.

45. Method provided with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings.