NL1039647A - Aansluitfitting. - Google Patents

Aansluitfitting. Download PDF

Info

Publication number
NL1039647A
NL1039647A NL1039647A NL1039647A NL1039647A NL 1039647 A NL1039647 A NL 1039647A NL 1039647 A NL1039647 A NL 1039647A NL 1039647 A NL1039647 A NL 1039647A NL 1039647 A NL1039647 A NL 1039647A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fitting
pipe
gas
sealing rings
sealing
Prior art date
Application number
NL1039647A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1039647B1 (nl
Inventor
Oliver Otte
Cathrin Wink
Original Assignee
Wavin Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wavin Bv filed Critical Wavin Bv
Publication of NL1039647A publication Critical patent/NL1039647A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1039647B1 publication Critical patent/NL1039647B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L33/00Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
    • F16L33/20Undivided rings, sleeves or like members contracted on the hose or expanded in the hose by means of tools; Arrangements using such members
    • F16L33/207Undivided rings, sleeves or like members contracted on the hose or expanded in the hose by means of tools; Arrangements using such members only a sleeve being contracted on the hose
    • F16L33/2071Undivided rings, sleeves or like members contracted on the hose or expanded in the hose by means of tools; Arrangements using such members only a sleeve being contracted on the hose the sleeve being a separate connecting member
    • F16L33/2078Undivided rings, sleeves or like members contracted on the hose or expanded in the hose by means of tools; Arrangements using such members only a sleeve being contracted on the hose the sleeve being a separate connecting member connected to the rigid member via an intermediate element
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L13/00Non-disconnectible pipe-joints, e.g. soldered, adhesive or caulked joints
    • F16L13/14Non-disconnectible pipe-joints, e.g. soldered, adhesive or caulked joints made by plastically deforming the material of the pipe, e.g. by flanging, rolling
    • F16L13/141Non-disconnectible pipe-joints, e.g. soldered, adhesive or caulked joints made by plastically deforming the material of the pipe, e.g. by flanging, rolling by crimping or rolling from the outside
    • F16L13/143Non-disconnectible pipe-joints, e.g. soldered, adhesive or caulked joints made by plastically deforming the material of the pipe, e.g. by flanging, rolling by crimping or rolling from the outside with a sealing element placed around the male part before crimping or rolling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Gasket Seals (AREA)
  • Quick-Acting Or Multi-Walled Pipe Joints (AREA)

Description

Korte aanduiding: Aansluitfitting
De uitvinding betreft een aansluitfitting volgens de aanhef van conclusie 1.
Dergelijke aansluitfittingen worden in de installatietechniek, in het bijzonder huishoudtechniek, voor het aansluiten van pijpen aan apparaten, verdelers en dergelijke of ook voor het verbinden van pijpen met elkaar gebruikt. De aansluittechniek is praktisch gezien eenvoudig uit te voeren, doordat de aan te sluiten pijp op een fittingsteun wordt gestoken en in de regel eveneens door een omsluitende pershuls wordt gestabiliseerd, gefixeerd en tegen de fittingsteun wordt aangedrukt. Een fittinglichaam, waarvan de fittingsteun uitgaat, kan naar behoefte zeer verschillend zijn. Dit kan als pijpverbinder een tweede fittingsteun of nog meer omvatten. Het kan ook als bijvoorbeeld een schroef- of lasnippel op een apparatenaansluiting zijn voorzien.
De afdichting tussen fittingsteunen en de binnenwand van de pijp is met afdichtingsringen gewaarborgd, welke meestal in de vorm van O-ringen (afdichtingen met cirkeldoorsnede), in een deelcirkelvormige groef op de fittingsteunen aangebracht, tegen de binnenwand van de pijp aanliggen. Voor het verbeteren van de afdichtingswerking zijn uit praktisch oogpunt ook dubbel uitgevoerde, met een axiale verplaatsing achterelkaar op de fittingssteunen aangebrachte afdichtingsringen bekend.
Voor verscheidene fluïda zoals bijvoorbeeld gas en water (of ook stookolie, etc.) zijn echter verschillende afdichtingsringen vereist, welke ook regelmatig gekleurd gekenmerkt zijn, bijvoorbeeld met geel voor afdichtingen van gaspijpen. In zover worden voor het installeren van pijpleidingen voor verschillende fluida verschillende afdichtingsringen voorzien en regelmatig ook afzonderlijke aansluitfittingen, wanneer een montage van afdichtingsringen ter plaatse uitgesloten zou moeten worden. Dit leidt tot een hogere inspanning qua gereedzetten en tot hogere opslagkosten.
Nog kritischer is, dat met betrekking tot de gestandaardiseerde pijp-binnendiameters in de praktijk verwisselingen kunnen voorkomen, wanneer bijvoorbeeld door nalatigheid of ook door gemakzucht een aansluitfitting voor een gasinstallatie in een waterinstallatie verwerkt wordt of omgekeerd. Dit gevaar is in het bijzonder bij huishoudinstallaties groot, waarbij gas- en waterpijpen, eventueel ook stookolieleidingen en andere, met gelijke pijpbinnendiameters gelegd worden.
Opgave van de uitvinding is derhalve aansluitfittingen te verschaffen, die weliswaar op bekende wijze eenvoudig toe te passen zijn, maar waarbij verwisselingen en verkeerd installeren verreikend zijn uitgesloten en die ook het gereedzetten en de opslag vereenvoudigen, zonder dat daarbij beperkingen met betrekking tot de afdichtingstechniek of de afdichtingszekerheid op de koop toe worden genomen.
Deze opgave wordt, door een aansluitfitting volgens de aanhef van conclusie 1, met de kenmerkende eigenschappen van conclusie 1 opgelost. Met de uitvindingsoplossing wordt bereikt, dat voor verschillende flu'ida, bijvoorbeeld voor gas en voor water, dezelfde aansluitfittingen in te zetten zijn. Beslissend is, dat hier niet, zoals het al gebruikelijk voorzien was, dezelfde afdichtingsringen dubbel op een fittingsteun aangebracht worden, maar verschillende afdichtingsringen, waarvan bijvoorbeeld een afdichtingsring bestemd is voor het afdichten van een gaspijp, en een andere voor het afdichten van een waterpijp. Daarbij is de tweede afdichtingsring in geen enkele toepassing functieloos, veeleer werken de met een axiale verplaatsing op de fittingsteunen aangebrachte afdichtingsringen in ieder geval op zo een manier samen, dat de naar het steuneinde gelegen afdichtingsring de daarachterliggende afdichtingsring grotendeels afschermt of dat de van het einde van de fittingsteun af gelegen afdichtingsring ten minste een drukontlasting voor de andere afdichtingsring biedt.
Bijgevolg levert dit niet alleen een vereenvoudiging op van het gereedzetten en de opslag van de aansluitfittingen en een vereenvoudiging op voorde hantering. Er kunnen vooral montagefouten door verwisseling van de fittingen uitgesloten worden.
Op voordelige wijze kan bij een aansluitfitting voor gas- en waterinstallaties voorzien zijn, dat de afdichtingsring voor waterpijpen in vergelijking met de afdichtingsring voor gaspijpen zich op de naar het einde van de fittingsteunen gelegen zijde bevindt, dus met betrekking tot het fluïdum vooraf in het binnenste van de pijp aangebracht is. Bij waterinstallaties wordt dus de veelvoorkomende door de materiaalsamenstelling en ook met betrekking tot de afdichtingszitting netelige gasafdichting niet aan het water blootgesteld. Evenzo worden bij gaspijpinstallaties verontreinigingsdeeltjes, zwevende stoffen of ook agressieve gasbestanddelen zoveel mogelijk verre van de gasafdichting gehouden.
De afdichtingsringen kunnen op voordelige wijze uit verschillende materialen zijn vervaardigd. Typisch is de afdichtingsring uit een elastisch materiaal voorzien, dat ten opzichte van het materiaal van de fittingsteunen en van de erop te steken pijp meegaand is. Daarbij kan de fittingsteun uit kunststof met een eenvoudige vervaardigingstechniek, in het bijzonder spuitgieten, als ook met goede chemische bestendigheid tegenover fluida zoals gas en water vervaardigd zijn. Er zijn echter ook metaal versies, in het bijzonder messing versies toepasbaar en gebruikelijk. De erop te steken pijp is in de praktijk overwegend een kunststofpijp of een kunststof-metaal-verbonden pijp, zoals deze bijvoorbeeld voor bijzonder hoge drukken of ook voor diffusiedichtheid van de pijp voor verwarmingsinstallaties gewenst wordt. Daartussen aan te brengen (verschillende) afdichtingsringen voorgas en water bestaan op voordelige wijze (en goed in de handel verkrijgbaar) uit elastomeer-materiaal, die echter met het oog op de resistentie daarvan tegenover gas respectievelijk water en ook qua houdbaarheid daarvan voor de beide verschillende afdichtingen verschillend uitgevoerd kunnen zijn.
Voor een robuuste inzet als waterafdichting kan de overeenstemmende afdichtingsring van een siliconenrubber, een elastomeer of een andere kunststof uit het gebied van de polyamiden, de methacrylaatharzen of epoxyharzen zijn vervaardigd. Daarentegen wordt in het algemeen een gasafdichting, ook een daarachterliggende gasafdichting, ten minste door bijzondere additieven gemodificeerd.
Een gebruikelijk afdichtingsmateriaal voor een waterafdichting bestaat uit een ethyleen/propyleen-dieen-terpolymeer (EPDM), welke in een door additieven gemodificeerde versie op voordelige wijze ook voor de gasafdichting kan worden voorzien.
Praktisch is te bepalen, dat de dichter bij het einde van de fittingsteun gelegen afdichtingsring uit een zowel watervaste als gasvaste elastomeer is vervaardigd. In iedere toepassing wordt daarmee bereikt, dat de afdichtingsring tegenover gas als ook tegenover water bestendig blijft.
De verschillende afdichtingsringen kunnen ook met betrekking tot de doorsneden daarvan verschillend zijn. Evenzo kunnen de afdichtingsringen in groeven met verschillende groefdoorsneden op de fittingsteunen zijn aangebracht, zodat druk- en stromingsbelastingen van de zijde van het fluïdum passend qua belasting (verschillend) op te vangen zijn, ook wanneer de doorsneden van de erop te steken pijpen kunnen overeenstemmen.
Praktisch kan de fittingsteun aan de omtrek een profilering omvatten. Reeds gebruikelijke fittingsteunen tonen vaak een omlopende profilering met een zaagtand profiel in de langsdoorsnede, die het erop steken van een pijp onder wrijving en licht uitwijden vergemakkelijkt, een losmaakbeweging echter tegenwerkt.
Op voordelige wijze kan een dergelijke aansluitfitting op gebruikelijke wijze van een pershuls voorzien zijn, welke de fittingsteunen met een vooraf bepaalde afstand omsluit, om de erop gestoken pijp vast tegen de fittingsteunen (en de daarop aanwezige afdichtingen) te persen. Een dergelijke pershuls kan vastte zetten of los te nemen verbindingen met het fittinglichaam omvatten, om het pijpeinde ook van buiten axiaal vast te leggen. Daartoe helpt een vaste zitting tegenover de erop gestoken pijp, in het bijzonder een perszitting, welke inwerking in het bijzonder bij erop gestoken kunststofpijpen reeds door de doorsnededimensionering is bepaald. Er zijn echter ook pershulzen uit vervormbare materialen, bijvoorbeeld uit aluminium of staal, die na montage radiaal vervormd worden en dan pas vast tegenover de buitenmantel van de erop gestoken pijp aan komen te liggen.
Hierboven is voor de duidelijkheid rekening gehouden met de bijzonder bekende gemeenschappelijke installatie van gas- en waterpijpen. Het is duidelijk, dat geheel hetzelfde geldt, wanneer bijvoorbeeld andere paren van fluïda zoals gas en stookolie of water en stookolie naast elkaar ingezet worden. Het is zelfs denkbaar, dat aansluitfittingen voor drie of meer verschillende fluïda uniform uitgevoerd worden, terwijl overeenstemmend drie of meer verschillende afdichtingsringen op de fittingsteunen zijn aangebracht.
In zover hier in de bovenstaande bespiegeling het geval van twee (verschillende) afdichtingsringen behandeld is geworden, behoeft ook een vermenigvuldiging van afdichtingsringen, zoals deze vermenigvuldiging bijvoorbeeld gebruikelijk was bij een verdubbeling van de waterafdichtingen of gasafdichtingen onder het gezichtspunt van de wederzijdse ontlasting en de zekerheid door redunantie niet uitgesloten te worden. Blijkbaar leveren echter ook de verschillende afdichtringen voor het een of andere toepassingsgeval een wisselzijdige ontlasting en ook een aanzienlijke redunantie.
Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is in de tekening weergegeven en wordt onderstaand nader beschreven. In de tekening tonen:
Fig. 1 een langsdoorsnede door een aansluitfitting, aan de linker zijde zonder afdichtingsringen en
Fig. 2 een aansluitfitting volgens Fig. 1 met een eenzijdig ingestoken pijpeinde.
Een in de tekening steeds in zijn geheel met 1 aangegeven aansluitfitting stelt een pijpconnector voor twee (gelijke) pijpen voor, waarbij deze in zijn geheel recht en pijpvormig is uitgevoerd en een kort fittinglichaam 2 als middendeel naar beide zijden axiaal vooruitstekende fittingsteunen 3 en 4 omvat. Bij persfittingen van de in aanmerking komende soort gaat het om het betrouwbaar afdichten en mechanisch eind-verbinden van installatiepijpen met behulp van ten minste een fittingsteun.
Deze kan dan, zoals hier, met een tweede fittingsteun of verschillende voor het aansluiten van verdere pijpeinden, met een schroef of lasnippel of met een ander apparaatsdeel gecombineerd zijn.
De fittingsteunen zijn telkens op de steunomtrek voorzien van afdichtingsgroeven 5, 6 resp. 7, 8, waarbij de afdichtingsgroeven 5 en 6 uitgerust zijn met afdichtingen 9, 10, en de groeven 7, 8 nog niet uitgerust weergegeven zijn. Bovendien wordt iedere fittingsteun coaxiaal door een pershuls 11 resp. 12 omsloten, welke aan de axiale overgang daarvan naar het fittinglichaam 2 toe telkens vorm sluitend met een vastzetring 13 resp. 14 verbonden is, indien een radiaal naar binnen opgestuikte eindrand van de pershulzen 11 en 12 uit metaal in een naar buiten open ringgroef van de vastzetring 13 resp. 14 aangrijpt.
Op zijn beurt is de vastzetring aan het einde van de fittingsteunen 3 resp. 4 op het fittinglichaam verankert, waarbij deze met een ringvormig binnenoppervlak 15 resp. 16 op een overeenstemmend ringvormig buitenoppervlak van het fittinglichaam 2 is gezet en daarmee in radiaal opzicht vastgelegd is, terwijl een ringverdikking van de ringverdikkingen 17 resp. 18 axiaal naar het verdere fittinglichaam 2 toe een aanslag vormt. Tot aan deze aanslag kan de vastzetring 13 resp. 14 vanaf het einde van de fittingsteunen 3 resp. 4 worden opgeschoven, omdat de ringoppervlakken 15, 16 in doorsnede wijder zijn dan de respectievelijke fittingsteunen 3 resp. 4. Voorts omvat de vastzetring 13 gelijk de vastzetring 14 aan een van de ringverdikking 17 resp. 18 af gelegen uitsteeksel 19 resp. 20 een vastzetneus 21 resp. 22, die in de eindpositie radiaal naar binnen in een radiaal naar buiten toe open groef van het fittinglichaam aan de rand daarvan de fittingsteunen aangrijpt, zodat de vastzetring 13 en de vastzetring 14 in deze eindpositie axiaal en radiaal vast te leggen zijn.
De hiervoor beschreven uitvoering ligt binnen het bestek van gebruikelijke uitvoeringen, waarbij de pershulzen 11,12, als ook de vastzetringen, als ook in het onderhavige geval de uit een deel bestaande uitvoeringsvorm van fittinglichaam 2 en fittingsteunen 3, 4 op bekende wijze uit kunststof of ook uit metaal, bijvoorbeeld uit messing, vervaardigd kunnen zijn.
De afdichtingsringen 9 en 10 zijn hier als zgn. O-ringen” beschreven en ook zo gebruikelijk, deze kunnen echter ook ringen met andere doorsneden zijn en worden op typische wijze voorzien van toepassing specifiek ingestelde elastomeren, welke naar gelang van het door de pijp gevoerde medium zoals gas of water (of olie ...) qua materiaal verschillend zijn en ook qua afmetingen variëren kunnen.
Het gebruik van dubbele afdichtingsringen is al in de praktijk voorgekomen, weliswaar zijn ook bij een dubbele opstelling van afdichtingsringen gelijke afdichtingsringen voorzien met het gevolg, dat met betrekking tot de verschillende eisen en belastingen bij het afdichten van gas- of waterpijpen (of ook oliepijpen) gevalspecifiek passend verschillende materialen en ook eventueel verschillende afmetingen en doorsnedegrootten voorzien zijn. Dienovereenkomstig wordt bijvoorbeeld bij de huishoudinstallaties tussen gas- en waterinstallaties onderscheid gemaakt en dienovereenkomstig is voor ieder medium een gescheiden assortiment van aansluitfittingen in voorraad, maar op zijn minst een assortiment aan verschillende afdichtingen, wanneer men de uitrusting van de fittingsteunen met afdichtingsringen ter plekke wil uitvoeren.
De onderhavige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding voorziet, dat door de beiden afdichtingsringen 9 en 10 aan de fittingsteunen 3 verschillende eisen af te dekken zijn en een afdichtingsring voor een waterpijp en een afdichtingsring voor een gaspijp is voorzien. Daarmee is in principe al eenvoudig en verwisselingszeker te bereiken, dat uniforme fittingen zowel bij de gas- als bij de waterpijpinstallaties in te zetten zijn.
Het is bijzonder voordelig gebleken wanneer de naar het einde van de fittingsteun gelegen afdichtingsring 9 een afdichtingsring vooreen waterpijp is, terwijl de naar het fittinglichaam 2 toe gelegen afdichtingsring 10 een afdichtingsring vooreen gaspijp is. Bij de inzet van de fitting in waterpijpen is de afdichtingsring 9 aan het water blootgesteld echter deze is eveneens daarvoor geconstrueerd. De voor gaspijpen geconstrueerde afdichtingsring 10 ligt dan voor zover beschut in het “droge” gebied, levert daarbij echter ten minste van achteren een drukontlasting van de afdichtingsring 9. Aan de andere kant is de afdichtingsring 10 bepalend voorde afdichting in gaspijpen, wordt echter daarbij door de daarvoor liggende (water-) afdichtingsring 9 tegen vuil en vochtigheid beschut en ook op druk ontlast. Dit maakt het mogelijk, de opslag en hantering van de fitting in het bijzonder bij huishoudaansluitingen met gas- en waterpijpsystemen met uniforme doorsneden ingrijpend te vereenvoudigen en in het bijzonder ook bij gebruikelijke verschillende en zorgvuldig uit elkaar te houden fittingen verwisselingen uit te sluiten, die met niet passende afdichtingsringen na de montage niet eens te herkennen zijn en pas na lange tijd beschadigd raken.
In Fig. 2 is de aansluitfitting 1 met een erin geschoven pijp 23 weergegeven. Bij de weergegeven pijp is sprake van een kunststof-metaal-verbindingspijp, waarbij de voor de afdichting beslissende binnendoorsnede door de binnen liggende kunststoflaag 24 bepaald wordt, terwijl een dunne ingesloten metaallaag 25 de diffusiedichtheid, maar ook de mechanische belastbaarheid, de verouderingsbestendigheid en de drukvastheid verbetert.
De verbindingstechniek voor een dergelijk pijpeinde 23 met behulp van een fitting 1 is eenvoudig. Zo kan de pershuls 11 met de vastzetring 13 reeds met de overige fitting 1 in de in Fig. 1 afgebeelde vorm zijn vastgezet voordat het pijpeinde 23 axiaal in- resp. opgeschoven wordt. Een verwijding 26 aan de voorzijde verlicht het opschuiven, echter in het bijzonder heeft de pershuls 11 aan de binnenzijde tegenover het pijpeinde 23 een radiale overmaat om zo het pijpeinde 23 bij het opschuiven vrij te laten passeren. De opschuifbeweging vindt voelbaar een einde, wanneer het pijpeinde 23 met zijn eindrand tegen de vastzetring 13 aanstoot.
Daarna wordt de pershuls ingedrukt, indien deze met behulp van een persgereedschap radiaal wordt platgedrukt en bijgevolg plastisch wordt vervormd.
De verbinding is dan op de voorziene wijze vervaardigd en de afdichtingsringen 9 en 10 leveren een afdichting aan de binnenzijde van de pijp, terwijl de pershuls 11 van buiten uit het pijpeinde 23 stut en daarbij zowel de aandruk tegen de afdichtingen als ook de ondersteuning van het pijpeinde tegen dwars- en buigbelastingen biedt.

Claims (9)

1. Aansluitfitting (1) voor pijpen (23) voor het doorlaten van verschillende fluïda, in het bijzonder van gas- of waterinstallaties, met een fittinglichaam (2) en ten minste een van het fittinglichaam (2) uitstekend, in een pijp (23) eindzijdig in te steken fittingsteun (3), waarop ten minste twee afdichtingsringen (9, 10) axiaal ten opzichte van elkaar verplaatst zijn opgesteld, waarbij afdichtingsringen (9, 10) voor gaspijpen ten opzichte van afdichtingsringen voor waterpijpen verschillend uitgevoerd zijn, met het kenmerk, dat op de fittingssteun (3) verschillende afdichtingsringen (9, 10), namelijk ten minste een afdichtingsring (10) voorgaspijpen alsmede ook ten minste een afdichtingsring (9) voor waterpijpen zijn opgesteld.
2. Aansluitfitting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afdichtingsring (9) voor waterpijpen ten opzichte van de afdichtingsring (10) voor gaspijpen zich op de naar het einde van de fittingsteun (3) gelegen zijde bevindt.
3. Aansluitfitting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afdichtingsringen (9, 10) uit verschillende materialen zijn vervaardigd.
4. Aansluitfitting (1) volgens conclusie 1,2, of 3, met het kenmerk, dat de afdichtingsringen (9, 10) verschillende doorsneden omvatten.
5. Aansluitfitting (1) volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de afdichtingsringen (9, 10) in groeven (5, 6) met verschillende groefdoorsneden zijn gelagerd.
6. Aansluitfitting (1) volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de dichter naar het uiteinde van de fittingsteun gelegen afdichtingsring (9) uit een zowel watervast alsmede gasvaste elastomeer is vervaardigd.
7. Aansluitfitting (1) volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de fittingssteun (3) aan de omtrek daarvan een profilering omvat.
8. Aansluitfitting (1) volgens een der conclusies 1 -7, gekenmerkt door een de fittingsteun met een voorafbepaalde radiale afstand omsluitende pershuls (11).
9. Aansluitfitting (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt, dat de pershuls (11) met een vastzetring (13) aan het axiaal naar het fittinglichaam (2) heen gelegen uiteinde is verbonden, dat een aanslag voor een erin te schuiven pijpeinde (23) vormt en met het fittinglichaam (2) door een verdikking (17) en een vastzetting (21) gefixeerd is.
NL1039647A 2011-06-06 2012-06-04 Aansluitfitting. NL1039647B1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE202011107346 2011-06-06
DE201120107346 DE202011107346U1 (de) 2011-06-06 2011-06-06 Anschlussfitting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1039647A true NL1039647A (nl) 2012-12-10
NL1039647B1 NL1039647B1 (nl) 2016-07-13

Family

ID=47007964

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1039647A NL1039647B1 (nl) 2011-06-06 2012-06-04 Aansluitfitting.

Country Status (2)

Country Link
DE (2) DE202011107346U1 (nl)
NL (1) NL1039647B1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104455881A (zh) * 2014-11-11 2015-03-25 贵州黔南科技塑业有限公司 一种塑料卡式铝塑管接头
EP3021026B1 (en) 2014-11-12 2018-07-11 Pipelife Nederland B.V. High pressure pipe coupling construction
WO2016205529A1 (en) * 2015-06-17 2016-12-22 Eaton Corporation Fluid fitting
US20190186664A1 (en) * 2017-12-15 2019-06-20 Gates Corporation Hose coupling assembly
IT201900006496A1 (it) 2019-05-02 2020-11-02 Ivar Spa Raccordo per il collegamento di tubazioni, in particolare di tubi flessibili

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29822053U1 (de) * 1998-12-10 2000-04-13 Unicor Rohrsysteme Gmbh Anschluß-Vorrichtung für ein Rohr
ITMI20040298U1 (it) * 2004-06-17 2004-09-17 Far Rubinetterie S P A Raccordo a pressare per tubi in impianti idraulici
DE102005061516B4 (de) * 2005-12-22 2016-07-28 Henco Industries Nv Fitting mit einem Dichtring
DE202007018209U1 (de) * 2007-12-28 2009-05-07 Werner, Gabriele Anschlusselement für ein Leitungssystem
NL1035370C2 (nl) * 2008-04-29 2009-10-30 Wavin Bv Perskoppeling met verbeterd koppeldeel voor het vasthouden van een pershuls.

Also Published As

Publication number Publication date
DE102012010647A1 (de) 2012-12-06
NL1039647B1 (nl) 2016-07-13
DE202011107346U1 (de) 2012-09-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1039647B1 (nl) Aansluitfitting.
US7900973B2 (en) Plug-type connector
US9376789B2 (en) Quick connection coupling
NL1029408C2 (nl) Buiskoppeling.
JP5531306B2 (ja) 接続ニップルにプラスチック管を接続する装置
AU2013279656B2 (en) Clamping connection for pipes
US9851035B2 (en) Quick connector assembly
US8528942B2 (en) Quick-fit connection
RU2556944C2 (ru) Фитинг для соединения труб, в частности гибких труб
US9772055B2 (en) Coupling for pipe elements
CN108709038B (zh) 管件连接结构
DK2710287T3 (en) Hose connection arrangement
CN112236612B (zh) 用于软管结构的接头装置
CA2829660A1 (en) Fitting connection including compression nut with retainer
JP7422179B2 (ja) 管継手
US11572969B2 (en) Connection arrangement for a fluid transfer interface
CN108138995B (zh) 用于倒角管的具有可运动密封件的连接装置
US10648601B2 (en) Quick connect system for a fluid coupling
RU2735046C1 (ru) Система соединения поточного трубопровода
CN111684189B (zh) 具有一个公接头和一个母接头的装置
US20190195404A1 (en) Hybrid Fitting for Connecting to an End of a Pipe
KR101169679B1 (ko) 관 연결구
KR102039610B1 (ko) 급수전 내압체크용 플러그 유니트
KR101169677B1 (ko) 관 연결구
JP6285771B2 (ja) 連結構造

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180701