NL1038210C2 - Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen. - Google Patents

Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen. Download PDF

Info

Publication number
NL1038210C2
NL1038210C2 NL1038210A NL1038210A NL1038210C2 NL 1038210 C2 NL1038210 C2 NL 1038210C2 NL 1038210 A NL1038210 A NL 1038210A NL 1038210 A NL1038210 A NL 1038210A NL 1038210 C2 NL1038210 C2 NL 1038210C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
assembly
clamping device
feed
channel
longitudinal direction
Prior art date
Application number
NL1038210A
Other languages
English (en)
Inventor
Willem Hienekamp
Original Assignee
Willem Hienekamp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Willem Hienekamp filed Critical Willem Hienekamp
Priority to NL1038210A priority Critical patent/NL1038210C2/nl
Priority to NL1039426A priority patent/NL1039426C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1038210C2 publication Critical patent/NL1038210C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D63/00Flexible elongated elements, e.g. straps, for bundling or supporting articles
    • B65D63/10Non-metallic straps, tapes, or bands; Filamentary elements, e.g. strings, threads or wires; Joints between ends thereof
    • B65D63/1018Joints produced by application of integral securing members, e.g. buckles, wedges, tongue and slot, locking head and teeth or the like
    • B65D63/1027Joints produced by application of integral securing members, e.g. buckles, wedges, tongue and slot, locking head and teeth or the like the integral securing member being formed as a female and male locking member, e.g. locking head and locking teeth, or the like
    • B65D63/1063Joints produced by application of integral securing members, e.g. buckles, wedges, tongue and slot, locking head and teeth or the like the integral securing member being formed as a female and male locking member, e.g. locking head and locking teeth, or the like the female locking member being provided with at least one plastic barb
    • B65D63/1081Joints produced by application of integral securing members, e.g. buckles, wedges, tongue and slot, locking head and teeth or the like the integral securing member being formed as a female and male locking member, e.g. locking head and locking teeth, or the like the female locking member being provided with at least one plastic barb with barbs situated on opposite sides of, or concentrically in, the female locking member
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D2563/00Flexible elongated elements, e.g. straps for bundling or supporting atricles
    • B65D2563/10Non-metallic straps, tapes or bands; Filamentary elements, e.g. strings, threads, wires; Joints between ends thereof
    • B65D2563/101Details of non-metallic straps, tapes or bands
    • B65D2563/107Details of non-metallic straps, tapes or bands having a release mechanism, e.g. reusable bundling straps

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)

Description

Titel: Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen
Bij spanbare koppelinrichtingen voor flexibele lichamen zoals strips en kabels is het mogelijk de koppeling tot stand te brengen door inleggen van het flexibele lichaam in een doorvoerkanaal dat is voorzien van een blokkeerinrichting en dat zich bevindt in een koppellichaam. Dat is bevestigd aan een uiteinde van het flexibele lichaam, zodat een lus ontstaat, of aan een ander voorwerp. Bij het inleggen van het flexibele 5 lichaam moet dit in het koppellichaam worden geplaatst en onderdelen ervan moeten worden aangeklemd. Daarna is spannen van de verbinding mogelijk door schuiven van het flexibele lichaam door trekken aan het vrije uiteinde dat uitsteekt uit het koppellichaam. Bij schuiven in de andere richting treedt een gripsysteem in werking dat bestaat uit een of meer verende pallen die zijn voorzien van tanden die aangrijpen op de zijkant van het flexibele lichaam. Hierdoor wordt dit schuiven belemmerd, wat bedoeld is 10 om de trekkracht waarmee de koppeling wordt belast te weerstaan.
Bij sommige soorten koppelinrichtingen bijvoorbeeld zoals beschreven in octrooi NL1033810 kan dit inleggen worden uitgevoerd in een richting dwars op de lengterichting van het flexibele lichaam. Dit verhoogt het gebruiksgemak omdat dit in het midden van het flexibele lichaam kan gebeuren zodat het flexibele lichaam niet in een kleine opening gestoken hoeft te worden en ook niet over een grote lengte 15 door het doorvoerkanaal hoeft te worden doorgehaald. Er kan na het koppelen snel met het spannen worden begonnen. Maar op andere onderdelen van het gebruik van de koppelingen kan het gebruiksgemak verbeterd worden.
Dat is de opzet van deze vinding. Dit wordt bereikt door veranderen van de omstandigheden rond de 20 vorm en de positie van het flexibel lichaam en de weg van inleggen en losmaken.
In de hiernavolgende wordt dit beschreven. Hierbij verwijzen de aangegeven nummers naar de nummers in de figuren.
Voor de volgende combinatie van wensen wordt een oplossing geboden door het aanbrengen van een beveiligingselement.
25 - Het is belangrijk dat het inleggen op eenvoudige wijze kan worden uitgevoerd.
- Een tweede eigenschap die wordt gevraagd is dat na deze bevestiging de koppeling niet onbedoeld ontkoppeld wordt door krachtsuitoefening op het uitstekende losse gedeelte van het flexibele lichaam. De koppeling moet daartegen beveiligd zijn. Er moet met een normale kracht aan getrokken kunnen worden zoals bij het spannen, maar ook in andere situaties zonder dat de koppeling losgaat.
30 - Een derde eigenschap die wenselijk is is dat het mogelijk is de koppeling weer los te maken op eenvoudige wijze. Het moet vergemakkeld worden dit te doen als er trekkracht op de koppeling staat. Die trekkracht moet eerst worden verminderd door extra trekken aan het uitstekende deel om de kracht op het gripsysteem op te heffen. Dit is vergelijkbaar met de situatie van spannen. Tegelijk moet daarbij het flexibele lichaam uit de koppeling worden verwijderd.
1 03 8 2 10 2
De gang van zaken bij het inleggen is dat het flexibele lichaam 2 in het doorvoerkanaal 8 wordt geplaatst door het flexibele lichaam 2 in neerwaartse richting het koppellichaam 1 in te bewegen tussen de twee zijdelen 6 en tegelijk ook voorwaarts te bewegen, in de richting van spannen, dat wil zeggen dat het losse einde 3 bij de uitgang 21 van het koppellichaam 1 uitwaarts beweegt. Dit is gunstig voor voor-5 komen van haken van de tanden van de pallen 5 en het flexibele lichaam 2, dat optreedt bij terugwaarts bewegen van het flexibele lichaam 2, dat wil zeggen in de blokkerende richting, tegengesteld aan de richting bij spannen.
In de getoonde voorkeursuitvoering volgens de vinding is bij de plaats waar het flexibele lichaam 2 liggend in het doorvoerkanaal 8 het koppellichaam 1 uitkomt bij de uitgang 21 het koppellichaam 1 10 voorzien van een beveiligingselement 4 dat zo is geplaatst en gevormd dat het weinig weerstand biedt bij de beweging van het flexibele lichaam 2 bij het inleggen. De ruimte op deze plaats van het koppellichaam 1 wordt zijdelings beperkt door de trekdelen 7, elementen die de krachtsuitoefening aan deze zijde op het koppellichaam 1 verzorgen en die voor de bevestiging zorgen bij de lusvormige uitvoeringsvorm waarbij zij het vaste einde 11 van het flexibele lichaam 2 verbinden met het koppellichaam 1.
15 Het losse einde 3 van het deel dat wordt ingelegd kan worden doorgevoerd door de doorgang 24 die bestaat tussen een van de trekdelen 7 en het uiteinde van het beveiligingselement 4 en indien noodzakelijk door uiteenbuigen van onderdelen van het koppellichaam 1 en beveiligingselement 4.
Voor de beveiligende werking is het beveiligingselement 4 zo gevormd dat na passeren van het losse einde 3 bij het inleggen de weg terug voor dit deel wordt belemmerd. Het losse einde 3 bevindt zich op deze 20 wijze in een beveiligd gebied 22. De beveiliging bestaat eruit dat bij opwaarts trekken het beveiligingselement 4 het losse einde 3 in een positie zal plaatsen die zo is dat bij deze opwaartse kracht onder normale omstandigheden de beweging van het flexibele lichaam 2 uit het koppellichaam 1 zal worden belemmerd. Voor losmaken wordt het losse einde 3 door een doorgang 24 gevoerd vanuit het beveiligde gebied. Dit gebeurt door kracht uit te oefenen op het losse einde 3 in zijdelings uitwaartse richting aan de zijde van 25 het uiteinde van het beveiligingselement 4 en op onderdelen van het koppellichaam 1.
Zo komt het losse einde 3 in het niet beveiligde gebied 28. Het kan van daaruit omhoog worden bewogen. Op deze wijze kan het uit het koppellichaam 1 worden getrokken.
Bij andere uitvoeringsvormen van de koppelinrichting is het beveiligingselement 4 beweegbaar en kan het een tweede stand aannemen waarbij het aangrijpt op het tegenoverliggende beweegbare deel 30 6 van het koppellichaam 1.
Andere optredende problemen en de oplossingen die de vinding daarvoor biedt zijn:
Het uitoefenen van kracht door het gripsysteem in de lengterichting van het flexibele lichaam 2 in blokke-35 rende richting kan gebeuren door een op het flexibele lichaam 2 aangebracht tandprofiel waar de tanden van de pallen 5 in passen. Een optredend probleem is dat de tanden van het flexibele lichaam 2 onge- 3 wenst kunnen haken aan de pallen 5 en aan andere onderdelen bij het inleggen in en losmaken van het flexibele lichaam 2 uit het koppellichaam 1.
Oplossing hiervoor volgens de vinding is dat dit risico wordt verminderd door toepassing van een flexibel lichaam 2 dat is uitgevoerd in een vorm met een ondiep profiel waar toch goed grip op te krijgen 5 is door de pal. Het is een gripsysteem dat ook verbetering kan geven bij uitvoeringsvormen waarbij het koppellichaam 1 niet zijdelings te openen is.
Deze bestaat eruit dat op het flexibele lichaam 2 een laag 25 van vervormbaar materiaal aanwezig is tussen en mogelijk ook boven de tanden waar een of meer tanden van de pal 5 zich bij belasting in kunnen drukken, waarbij zich onder dit materiaal een hardere kern 20 bevindt die zorgt voor de sterkte. De kern 10 20 kan bij andere uitvoeringsvormen ook zijn voorzien van een gladde of licht ruwe oppervlaktevorm, of van een andere vorm met oppervlakteprofiel. Door dit indrukken in dit materiaal wordt extra grip bereikt. Dit vervormbare oppervlak kan ook stroef zijn en kan overal of plaatselijk zijn aangebracht op het flexibele lichaam 2. Ook kan bij andere uitvoeringsvormen het koppellichaam 1 van een dergelijk materiaal voorzien zijn om het aangrijpen ervan met de hand te vergemakkelijken.
15 Het bereiken van grip door het indrukken van een of meer tanden in het materiaal van het flexi bele lichaam 2 is bekend uit de stand der techniek, bijvoorbeeld volgens octrooi US3186047. Het verschil daarmee is dat bij de hier beschreven vorm een extra laag 25 met hogere vervormbaarheid dan de kern 20 aanwezig is die zorgt voor overdracht van de gripkracht op het flexibele lichaam 2. Bij de uitvoering bekend uit de stand der techniek ligt de nadruk op blijvende plastische vervorming van het flexibele li-20 chaam 2 wat mogelijk is omdat het daarbij om eenmalig gebruik gaat. Bij de vinding is de vervorming zodanig dat herhaald gebruik mogelijk is. Voordeel van de vervormbaarheid en stroefheid van de griplaag 25 is dat kunststof kan worden toegepast voor de vervaardiging van de tanden van de pal 5 die de gripkracht leveren, in plaats van een vervaardiging bijvoorbeeld uit staal. De kern 20 zorgt voor de sterkte van het flexibele lichaam 2 in de lengterichting ervan. Daarbij kan het gunstig zijn ook een vorm van gripmid-25 delen zoals tanden toe te passen aan de wand van het doorvoerkanaal 8 in het koppellichaam 1 die ligt tegenover de pallen 5.
Bij een andere uitvoeringsvorm bestaat het flexibele lichaam 2 geheel uit indrukbaar materiaal of materiaal met een open structuur, dat weinig vervormbaar is in de lengterichting.
30 Een probleem dat kan optreden bij het verwijderen van het flexibele lichaam 2 uit het koppellichaam 1 is dat tijdens deze beweging het flexibele lichaam 2 haakt aan tanden van de pallen 5. Dit moet beperkt worden want dit haken kan het makkelijk losmaken voor de gebruiker verstoren en schade geven aan de pallen 5 of het flexibele lichaam 2.
Een oplossing hiervoor naast de genoemde toepassing van een weinig hakend tandprofiel is bij 35 de getoonde uitvoeringsvorm van de vinding dat de kans hierop wordt verkleind door de aanwezigheid van hakende randen 9 aan een of twee zijkanten van het doorvoerkanaal 8 nabij de uitgang 21.
4
Deze geven tegenkracht in de blokkeerrichting bij het uitnemen van het flexibele lichaam 2 uit het kop-pellichaam 1 bij zijwaartse kracht op deze plaats door buigen van het koppellichaam 1 en beperken zo de beweging van het flexibele lichaam 2 in de blokkeerrichting. De beweging naar buiten, dwars op de lengterichting van het flexibele lichaam 2, wordt slechts in geringe mate door hakende randen 9 belemmerd 5 doordat de randen 9 in die richting glad zijn.
Een probleem betreffende het gebruiksgemak kan zijn dat de gebruiker moet opletten bij inleggen dat het flexibele lichaam 2 in de juiste positie wordt ingelegd. Dit heeft verband met de vorm van de doorsnede van het flexibele lichaam 2. Als dit rechthoekig plat is, met een griplaag aan een brede zijde moet zorg 10 worden gedragen bij het plaatsen dat het flexibele lichaam 2 uiteindelijk de positie bereikt in het koppellichaam 1 waarbij de tanden van de pallen 5 tegen het tandprofiel drukken en niet tegen de gladde zijde. Dit kan lastig zijn omdat het flexibele lichaam 2 in enige mate moet worden geroteerd rond de lengteas op de plaats van het inleggen en bij het inleggen. Ook het roteren op zich vereist extra aandacht. Bij lange uitvoeringen van het flexibele lichaam 2 kan het flexibele lichaam 2 ongemerkt een halve rotatieslag 15 hebben gekregen bijvoorbeeld bij het aanleggen ervan om de te verbinden voorwerpen. Bij onjuiste positie zou het koppelen niet kunnen plaatsvinden.
Om dit bezwaar te beperken is het flexibele lichaam 2 uitgevoerd in een geschikte vorm wat betreft de doorsnedevorm. Bij de voorkeursuitvoering van de vinding heeft het flexibele lichaam 2 een ronde doorsnedevorm. Als het van tanden is voorzien bestaan deze uit cylinders en afgeknotte kegelvormen, zo-20 als bijvoorbeeld bekend uit de stand der techniek, octrooi nr. GB864348A. Dit is een vorm die in alle standen kan worden ingelegd en die vanaf alle richtingen door de pallen 5 van het gripsysteem kan worden aangegrepen. Andere uitvoeringvormen zijn voorzien van een flexibel lichaam 2 met bijvoorbeeld een vierkante, driehoekige of ellipsvormige doorsnede, die in meerdere standen kunnen worden ingelegd, die met een geringe torsie in te leggen zijn en die aan meerdere zijden voorzien zijn van een oppervlakte 25 voor aangrijpen door het gripsysteem. Het koppellichaam 1 en flexibele lichaam 2 kunnen zo zijn uitgevoerd dat het flexibele lichaam 2 bij het inleggen makkelijk naar een juiste positie beweegt.
Een handgreep 12, bekend uit de stand der techniek, octrooi nr. GB1163323, heeft als functie het hanteren van het koppellichaam 1 te vergemakkelijken bij het omleggen, het inleggen van het flexibele lichaam 30 2 en het spannen. Bovendien geleidt het het te spannen deel 14 van het flexibele lichaam 2. Bij de laatste fase van het spannen wordt het koppellichaam 1 aangegrepen met de hand bij de hoekranden onder de trekdelen 7 nabij uitgang 21.
Overzicht van de figuren:
Figuur 1 geeft een bovenaanzicht van het koppellichaam 1 zonder ingelegd flexibel lichaam 2.
35 5
Figuur 2 geeft een zijaanzicht van het koppellichaam 1
Figuur 3 geeft aan aanzicht van het koppellichaam 1 vanaf de richting van uitgang 21
Figuur 4 geeft een ruimtelijk beeld van het koppellichaam 1 met een ingelegd flexibel lichaam 2.
Figuur 5 geeft een doorsnede van tanden van pal 5 die aangrijpen op tanden van flexibel lichaam 2 waar-5 bij een vervormbare laag 25 aanwezig is op de kern 20.
1 03 8 2 10

Claims (15)

1 Samenstel (1) voor het verbinden van voorwerpen, omvattende - een kleminrichting omvattende twee zijdelen (6), een doorvoerkanaal (8) met een uitgang (21) 5 in de lengterichting en een opening over de lengte aan een zijde in een richting dwars op de lengterichting, te noemen de bovenzijde, een of meer duwelementen (5) en twee of meer trekdelen (7) voor krachtsuitoefening die aan een uiteinde zijn aangehecht aan de zijdelen (6) nabij uitgang (21) en aan het andere uiteinde aan een bevestigingspunt (11) - een flexibel langwerpig lichaam (2) waarvan de buitenvorm van de dwarsdoorsnede in de leng-10 terichting van het lichaam (2) aansluitend en beweegbaar passend is in het doorvoerkanaal (8) en waaraan te onderscheiden is het bevestigingspunt (11) voor bevestiging aan de kleminrichting, een te spannen gedeelte (14) en een uitgaand los gedeelte (3), waarbij de kleminrichting bestemd is voor het opnemen en vasthouden van het lichaam (2) en waarbij het mogelijk is het lichaam (2) door de genoemde opening aan de bovenzijde van het lichaam (2) 15 naar beneden in te voeren in een richting dwars op de lengterichting van het lichaam (2) om het lichaam (2) in het doorvoerkanaal (8) van de kleminrichting in te leggen of naar boven te voeren om het eruit te verwijderen en de duwelementen (5) zijn bestemd om door aangrijpen van het lichaam (2) bewegen hiervan door het doorvoerkanaal (8) in de richting van het te spannen gedeelte (14) te blokkeren, met het kenmerk, dat een of meer beveiligingselementen (4) zijn bevestigd aan de kleminrichting 20 nabij de plaats waar de trekdelen (7) zijn aangehecht en nabij de uitgang (21) van het doorvoerkanaal (8), op een wijze dat de beveiligingselementen (4) schuin met de uitwaartse richting mee uitsteken en met hun onderrand geplaatst zijn boven de plaats die het lichaam (2) inneemt bij ingelegde positie in de kleminrichting
25. Samenstel (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de punten van bevestiging van de uit einden van de trekdelen (7) aan de zijdelen (6) van de kleminrichting nabij uitgang (21), zich bevinden op plaatsen die hoger liggen dan de uitgang (21) van het doorvoerkanaal (8).
3 Samenstel (1) volgens conclusie 1 of 2 , met het kenmerk, dat de kleminrichting twee of meer 30 duwelementen (5) omvat.
4 Samenstel (1) volgens een willekeurige der conclusies 1 - 3 , met het kenmerk, dat een of meer beveiligingselementen (4) op verende scharnierende wijze zijn bevestigd aan de kleminrichting.
35. Samenstel (1) volgens een willekeurige der conclusies 1 - 4 , met het kenmerk, dat de kleminrich ting één beveiligingselement (4) omvat. 1038210
6 Samenstel (1) volgens een willekeurige der conclusies 1 - 4, met het kenmerk, dat de beveili-gingselementen (4) zijn uitgevoerd op een wijze dat een doorgang bestaat tussen deze beveiligingsele-menten (4) voor doorvoer van het lichaam (2) bij het inleggen van het lichaam (2) in het doorvoerkanaal 5 (8) waarbij tijdens deze doorvoer elastische vervorming of verplaatsing van een of meer onderdelen van samenstel (1) optreedt die tegen deze doorvoer tegenkracht biedt.
7 Samenstel (1) volgens een willekeurige der conclusies 1 - 6, met het kenmerk, dat een beveili-gingselement (4) is uitgevoerd op een wijze dat een doorgang bestaat tussen dit beveiligingselement (4) 10 en een trekdeel (7) voor doorvoer van het lichaam (2) bij het inleggen van het lichaam (2) in het doorvoerkanaal (8) en dat tijdens deze doorvoer elastische vervorming of verplaatsing van een of meer onderdelen van samenstel (1) optreedt die tegen deze doorvoer tegenkracht biedt.
8 Samenstel (1) volgens conclusie 7 , met het kenmerk, dat de elastische vervorming of verplaat-15 sing die optreedt tijdens de doorvoer van het lichaam (2) bij het inleggen bijna geheel plaatsvindt bij het genoemde trekdeel (7) en het lichaam (2) en in geringe mate bij het genoemde beveiligingselement (4).
9 Samenstel (1) volgens een willekeurige der conclusies 1 - 7 , met het kenmerk, dat een of meer beveiligingselementen (4) zijn uitgevoerd op een wijze dat deze kunnen vervormen of een andere positie 20 kunnen aannemen tijdens krachtsuitoefening op deze beveiligingselementen (4) door het lichaam (2) wanneer dat zich bevindt in ingelegde positie in de kleminrichting en dat deze beveiligingselementen (4) zijn voorzien van sluitmiddelen die gedurende de genoemde toestand van vervorming of positieverande-ring in aangrijping zijn met elkaar of met onderdelen van samenstel (1). 25 10 Samenstel (1) volgens een willekeurige der conclusies 1 - 9 , met het kenmerk, dat tandvormige elementen (9) zijn bevestigd aan de kleminrichting nabij de plaats waar de trekdelen (7) zijn aangehecht en nabij de rand van de uitgang (21) van het doorvoerkanaal (8).
11 Samenstel (1) voor het verbinden van voorwerpen, omvattende 30 - een kleminrichting omvattende een doorvoerkanaal (8) met een uitgang (21) in de lengterich ting, een of meer duwelementen (5) en een of meer trekdelen (7) voor krachtsuitoefening die aan een uiteinde zijn aangehecht aan de kleminrichting nabij uitgang (21) en aan het andere uiteinde aan een bevestigingspunt (11) - een flexibel langwerpig lichaam (2) waarvan de buitenvorm van de dwarsdoorsnede in de leng-35 terichting van het lichaam (2) aansluitend en beweegbaar passend is in het doorvoerkanaal (8) en waaraan te onderscheiden is het bevestigingspunt (11) voor bevestiging aan de kleminrichting, een te spannen gedeelte (14) en een uitgaand los gedeelte (3), waarbij de kleminrichting bestemd is voor het opnemen en vasthouden van het lichaam (2) en de duwelementen (5) zijn bestemd om, door aangrijpen van het lichaam (2), bewegen hiervan door het doorvoerkanaal (8) in de richting van het te spannen gedeelte (14) te blokkeren, 5 met het kenmerk, dat het lichaam (2) is vervaardigd uit een materiaal dat met kleine kracht in drukbaar en in enige mate elastisch is in een richting dwars op de oppervlakte van het lichaam (2).
12 Samenstel (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het lichaam (2) voornamelijk aan de buitenzijde geheel of plaatselijk is vervaardigd uit het genoemde elastische materiaal 10
13 Samenstel (1) volgens conclusie 12 , met het kenmerk, dat de niet uit het genoemde elastisch materiaal vervaardigde kern van het lichaam (2) geheel of plaatselijk is voorzien van een profiel zoals bijvoorbeeld tanden. 15 14 Samenstel (1) voor het verbinden van voorwerpen, omvattende - een kleminrichting omvattende twee zijdelen (6), een doorvoerkanaal (8) met een uitgang (21) in de lengterichting en een opening over de lengte aan een zijde in een richting dwars op de lengterichting, te noemen de bovenzijde, een of meer duwelementen (5) en een of meer trekdelen (7) voor krachtsuitoefening die aan een uiteinde zijn aangehecht aan de zijdelen (6) nabij uitgang (21) en aan het andere 20 uiteinde aan een bevestigingspunt (11) - een flexibel langwerpig lichaam (2) waarvan de buitenvorm van de dwarsdoorsnede in de lengterichting van het lichaam (2) aansluitend en beweegbaar passend is in het doorvoerkanaal (8) en waaraan te onderscheiden is het bevestigingspunt (11) voor bevestiging aan de kleminrichting, een te spannen gedeelte (14) en een uitgaand los gedeelte (3), 25 waarbij de kleminrichting bestemd is voor het opnemen en vasthouden van het lichaam (2) en waarbij het mogelijk is het lichaam (2) door de genoemde opening aan de bovenzijde van het lichaam (2) naar beneden in te voeren in een richting dwars op de lengterichting van het lichaam (2) om het lichaam (2) in het doorvoerkanaal (8) van de kleminrichting in te leggen of naar boven te voeren om het eruit te verwijderen en de duwelementen (5) zijn bestemd om door aangrijpen van het lichaam (2) bewegen hier-30 van door het doorvoerkanaal (8) in de richting van het te spannen gedeelte (14) te blokkeren, met het kenmerk, dat het lichaam (2) is vervaardigd uit een materiaal dat met kleine kracht indrukbaar en in enige mate elastisch is in een richting dwars op de oppervlakte van het lichaam (2).
15 Samenstel (1) volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het lichaam (2) voornamelijk aan de 35 buitenzijde geheel of plaatselijk is vervaardigd uit het genoemde elastische materiaal
16 Samenstel (1) volgens conclusie 15 , met het kenmerk, dat de niet uit het genoemde elastisch materiaal vervaardigde kern van het lichaam (2) geheel of plaatselijk is voorzien van een profiel, zoals bijvoorbeeld tanden. 5 17 Samenstel (1) volgens een willekeurige der conclusies 1 -10, met het kenmerk, dat het lichaam (2) is vervaardigd uit een materiaal dat met kleine kracht indrukbaar en in enige mate elastisch is in een richting dwars op de oppervlakte van het lichaam (2).
18 Samenstel (1) volgens conclusie 17 , met het kenmerk, dat het lichaam (2) voornamelijk aan de 10 buitenzijde geheel of plaatselijk is vervaardigd uit het genoemde elastische materiaal 1 0 3 8 2 1 0
NL1038210A 2010-08-30 2010-08-30 Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen. NL1038210C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1038210A NL1038210C2 (nl) 2010-08-30 2010-08-30 Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen.
NL1039426A NL1039426C2 (nl) 2010-08-30 2012-02-27 Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1038210A NL1038210C2 (nl) 2010-08-30 2010-08-30 Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen.
NL1038210 2010-08-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1038210C2 true NL1038210C2 (nl) 2012-03-05

Family

ID=43735136

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1038210A NL1038210C2 (nl) 2010-08-30 2010-08-30 Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen.
NL1039426A NL1039426C2 (nl) 2010-08-30 2012-02-27 Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1039426A NL1039426C2 (nl) 2010-08-30 2012-02-27 Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL1038210C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2462600A1 (fr) * 1979-07-27 1981-02-13 Raymond A Ste Serre-cables
US5890265A (en) * 1995-12-13 1999-04-06 Tyton Hellermann Corporation Parallel entry tie
US20050241116A1 (en) * 2004-05-03 2005-11-03 Stewart Anna M Adjustable bundling device
WO2008136660A1 (en) * 2007-05-04 2008-11-13 Willem Hienekamp Tightenable clamping device, suitable for application in tie wraps

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2979794A (en) * 1956-09-24 1961-04-18 Bartolo Francis De Wire or cable bundle tie
JPH06346907A (ja) * 1993-06-10 1994-12-20 Sumitomo Wiring Syst Ltd 結束バンド
GB2372282A (en) * 2001-02-20 2002-08-21 Spirent Plc Moulded plastics tie
US8479361B2 (en) * 2008-12-17 2013-07-09 Caterpillar Inc. Flexible strap fastener

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2462600A1 (fr) * 1979-07-27 1981-02-13 Raymond A Ste Serre-cables
US5890265A (en) * 1995-12-13 1999-04-06 Tyton Hellermann Corporation Parallel entry tie
US20050241116A1 (en) * 2004-05-03 2005-11-03 Stewart Anna M Adjustable bundling device
WO2008136660A1 (en) * 2007-05-04 2008-11-13 Willem Hienekamp Tightenable clamping device, suitable for application in tie wraps

Also Published As

Publication number Publication date
NL1039426A (nl) 2012-04-03
NL1039426C2 (nl) 2012-10-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN108457938B (zh) 可调节的p型夹具
EP2280881B1 (en) Tightenable clamping device, suitable for application in tie wrap
EP0235997B1 (en) Cable tie
EP2242703B1 (en) Elastomeric cable tie
CN106477167B (zh) 扎带
US8646157B2 (en) Hook and connector device
US8381366B2 (en) Attachment buckle for adjusting and tightening a strap
CN105077825A (zh) 用于线元件的夹紧设备
NL1038210C2 (nl) Middelen ter verhoging van het gebruiksgemak van spanbare losmaakbare koppelingen.
EP2815990B1 (en) Highly flexible cable tie
NL1032312C1 (nl) Geperforeerde strip.
CA2512427A1 (en) Cable clamps
US20050161653A1 (en) Line tensioning systems and methods
WO2012036048A1 (ja) 部品取付用の留め具
JP2004253164A (ja) プラグ抜け防止装置
NL1038880C2 (nl) Spanbare losmaakbare koppeling met snelle werking.
US20060042522A1 (en) Shelving system with clamp connectors
US20200010009A1 (en) Strap securing device
FR2476458A1 (fr) Systeme d'attache comprenant une boucle et une languette enfichable pour ceintures de securite
NL1037325C2 (nl) Spannen van bundelbanden en andere verbindingssystemen.
JP2001105773A (ja) クリップ
EP2281717A2 (en) Tightening cord provided with connecting means
EP0893360A1 (en) Plastics tie having release mechanism
BE1022448B1 (fr) Dispositif de protection pour toiture a joints debout
FR2797759A1 (fr) Presentoir a tiroir coulissant

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150301